LHG-nieuwsbrief - Leuvens Historisch Genootschap
LHG-nieuwsbrief - Leuvens Historisch Genootschap
LHG-nieuwsbrief - Leuvens Historisch Genootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1ste ringmuur: De defensie in het offensief<br />
Van Minderbroederspoort tot Minnepoort.<br />
Ten geleide<br />
Hoewel de <strong>Leuvens</strong>e stadsmuur uit de tweede helft van de veertiende eeuw vooral voortleeft<br />
in de vorm van de ring, treffen we te midden van het hedendaagse stadsweefsel<br />
nog heel wat resten aan van zijn voorganger, de zogenaamde binnenvesten. Samen met<br />
Brussel is Leuven de enige stad in België die zoveel substantiële resten van zijn vroegste<br />
(stenen) stadsversterking heeft behouden.<br />
Het is te betreuren dat dit kostbare onroerende erfgoed (als we abstractie maken van de<br />
wel degelijk ‘roerende’ instortingen en verzakkingen), al jarenlang door het stadsbestuur<br />
wordt verwaarloosd. Nochtans gaat het hier om één van de vroegste materiële uitingen<br />
van de stadsgemeenschap als een zelfbewuste groep.<br />
Vier nieuwsbrieven lang belichten we die vroege stadsverdediging telkens vanuit een<br />
ander standpunt. In dit derde artikel worden in het kort de defensieve kwaliteiten van de<br />
muur besproken in het licht van twaalfde – dertiende-eeuwse belegeringstechnieken.<br />
Inleiding<br />
Zoals beargumenteerd in de vroegere bijdragen aan deze <strong>nieuwsbrief</strong>, kwam de eerste<br />
stenen stadsmuur van Leuven waarschijnlijk in het eerste kwart van de dertiende eeuw<br />
tot stand. Die muur, voorzien van een dertigtal halfronde torens en elf stadspoorten,<br />
bekroonde een eerder opgeworpen aarden wal en werd voorafgegaan door een droge<br />
of natte gracht. De architectuur volgde zeer getrouw de gestandaardiseerde vormentaal<br />
voor stenen versterkingen zoals die door de koninklijke administratie van Philippe II Auguste<br />
vanaf 1190 in de Franse kroondomeinen werd geïmplementeerd.<br />
Defensie wordt altijd aangegeven als de primaire functie van een stadsversterking. Die<br />
algemene stelregel wordt door iedereen aanvaard, maar is dat wel zo? Kon een versterking<br />
zoals die van Leuven een stad effectief verdedigen tegen een belegeraar? Om dit<br />
na te gaan is kennis van de verschillende twaalfde – dertiende eeuwse belegeringstechnieken<br />
onontbeerlijk. Een analyse van de verschillende passieve en actieve elementen<br />
van de muur kunnen in het licht van die tactieken een idee geven over de weerbaarheid<br />
van de stadsversterking.<br />
Belegeringstechnieken uit de twaalfde – dertiende eeuw<br />
De ontwikkeling van belegeringstechnieken en de evolutie van de verdedigingsarchitectuur<br />
gingen uiteraard hand in hand. Versterkingen probeerden zich aan te passen aan<br />
nieuwe tactieken en vice versa zochten belegeraars oplossingen voor nieuwe vormen<br />
van verdediging. Als theoretische achtergrond kon een beroep worden gedaan op de<br />
werken van de Romeinse schrijvers Vitruvius (c. 85-20 v.Chr., De architectura) en Vegetius<br />
(4de eeuw n.Chr., De re militari). De werkelijke katalysators waren echter vooral<br />
de grootschalige conflicten, zoals de verschillende Kruistochten of de strijd tussen de<br />
Franse en de Engelse kroon. Hieronder volgt een uiterst beknopt overzicht van de belegeringstechnieken:<br />
14<br />
Tom Coenegrachts