12.09.2013 Views

ZE-no4 dec 2009 - Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland

ZE-no4 dec 2009 - Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland

ZE-no4 dec 2009 - Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

jaargang 9, maart 2010 01<br />

NIEUWSBRIEF VAN DE STICHTING<br />

CULTUREEL ERFGOED <strong>ZE</strong>ELAND


ARCHEOLOGIECULTUURHISTORIEERFGOEDEDUCATIEMONUMENTENMUSEASTREEKTALEN<br />

Inhoudsopgave<br />

2 SCEZpresse<br />

ARCHEOLOGIE<br />

3 Archeologisch Nieuws<br />

• Onderzoek en meldingen<br />

MONUMENTEN<br />

6 <strong>2009</strong> een succesvol jaar voor Meldpunt <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong><br />

7 Voorlopig geen Werelderfgoed voor <strong>Zeeland</strong><br />

8 Hoge waardering voor curus Buitenkansen!<br />

9 Vaardigheden door kennis<br />

10 Monumentenwacht meet onderhoudsstaat rijksmonumenten<br />

• Zeeuws potdekselwerk<br />

11 Eigenaren van historische boerderijen<br />

weten BoerderijEn<strong>Zeeland</strong> te vinden<br />

CULTUURHISTORIE<br />

12 Kousen drogen op de kousentuun<br />

13 ‘Verwalling’: bijdrage aan verfraaiing<br />

of verrommeling van het landschap?<br />

STREEKTALEN<br />

14 Cd met Zeeuwse verhaaltjes voor goed doel<br />

• Zêêuwse Dialect Verênigieng 80!<br />

15 Streektaal Varia<br />

MUSEA<br />

16 Nationaal Museumweekend 10 en 11 april<br />

• Zeeuwse musea sluiten aan bij landelijk succesjaar<br />

ALGEMEEN<br />

17 De Archiefronde van <strong>Zeeland</strong>: Gemeentearchief Borsele<br />

18 Vondst voor het voetlicht:<br />

Pelgrimsinsigne Sint-Job van Wezemaal (B) uit Scherpenisse<br />

ERFGOED ALLERLEI<br />

19 Publicaties<br />

21 <strong>Zeeland</strong> in Japan, Japan in <strong>Zeeland</strong><br />

22 <strong>Stichting</strong> De Zeeuwse Streekdrachten:<br />

nieuwe voorzitter en afscheid adviseur<br />

• <strong>Stichting</strong> tot Behoud van de Cadzandse dracht opgericht<br />

• <strong>Stichting</strong> Het Werkend Trekpaard <strong>Zeeland</strong> zoekt bestuursleden<br />

23 Colofon<br />

• KORTelings<br />

• Bij de omslag<br />

24 MOnuMENTaal<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 2 maart 2010/01<br />

SCEZpresse<br />

De nieuwsbrief Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> is aan verandering onderhevig. Dat is u<br />

als vaste lezer natuurlijk allang opgevallen, maar het is goed om daar af<br />

en toe ook eens bij stil te staan. Het gaat om verandering in de zin van<br />

verbetering, dat durf ik wel te stellen. In de loop der jaren is geleidelijk<br />

aan het aanbod aan artikelen verbreed, is er naast informatie over de<br />

specifieke werkvelden van de SCEZ ook ruimte gekomen voor meer<br />

beschouwende en werkveldoverstijgende stukken en is het aantal kleurenpagina’s<br />

toegenomen. U zult zien dat met ingang van dit nummer<br />

wederom iets is veranderd: de indeling. De SCEZ houdt zich bezig met<br />

erfgoed in de meest brede betekenis van het woord, maar onderscheidt<br />

daarbinnen nadrukkelijk enkele specifieke werkvelden. Daar liggen ook<br />

de kerntaken van de organisatie. Er is voor gekozen om deze werkvelden<br />

zodanig te clusteren en te benoemen, dat ze herkenbaar aansluiten bij<br />

de verschillende provinciale uitvoeringsnota’s: archeologie, erfgoededucatie<br />

(cultuureducatie), cultuurhistorie, monumenten, musea en streektalen<br />

(immaterieel erfgoed). De nieuwe indeling zal ook gestalte krijgen in<br />

de nieuwe website van de SCEZ, die medio dit jaar online komt.<br />

Wat ook verandert is de huisvesting van de SCEZ. Het Zeeuws<br />

Archeologisch Depot en de monumentenwacht worden namelijk in<br />

de loop van dit jaar definitief gehuisvest in een prachtig nieuw en<br />

buitengewoon functioneel gebouw aan de Looierssingel in Middelburg.<br />

Het nieuwe pand ligt op loopafstand van de kantoorlocatie van de SCEZ<br />

aan de Groenmarkt. Eigenaar is de Provincie <strong>Zeeland</strong>. Er wordt<br />

momenteel hard gewerkt aan het inrichten van de kantoor-, garage-<br />

en depotruimtes. Tijdens de Open Monumentendag van dit jaar op<br />

zaterdag 11 september is iedereen van harte welkom om het pand<br />

van binnen te bekijken.<br />

Bent u tot slot benieuwd naar veranderingen in het beleid en het werk<br />

van de SCEZ in de komende jaren, dan verwijs ik u met plezier naar<br />

<strong>Erfgoed</strong> boeit en erfgoed bindt, het beleids- en werkkader van de SCEZ.<br />

Het laat zien waar de SCEZ voor staat, wat er de afgelopen jaren is<br />

gedaan, welke ontwikkelingen er zijn, wat de voornemens zijn voor<br />

de komende jaren en welke middelen daarvoor worden ingezet.<br />

De publicatie is eind vorig jaar toegezonden aan alle belanghebbende<br />

partijen in en buiten <strong>Zeeland</strong>. U kunt haar natuurlijk ook lezen op<br />

www.scez.nl. Ik ben benieuwd wat u ervan vindt!<br />

Wim Scholten, directeur<br />

Omslag ‘<strong>Erfgoed</strong> boeit en erfgoed bindt’. Beleids- en werkkader <strong>2009</strong>-2012.


Archeologisch Nieuws<br />

Gemeentelijk archeologiebeleid (VZG-traject)<br />

Archeologisch en cultuurhistorisch bureau Vestigia<br />

presenteerde de conceptversies van haar archeologische<br />

verwachtingskaarten en beleidsplan op 27 januari aan<br />

de wethouders van Borsele, Goes, Hulst, Kapelle, Noord-<br />

Beveland, Reimerswaal, Sluis, Terneuzen en Tholen in het<br />

Provinciehuis. Komend voorjaar buigen de regionale<br />

klankbordgroepen van amateurarcheologen, belanghebbenden,<br />

gemeenteambtenaren en overige deskundigen<br />

zich over de conceptversie onder begeleiding van de<br />

adviseurs archeologie van de SCEZ in samenwerking met<br />

Vestigia. Landelijk verwierf het project al veel bekendheid.<br />

Geanimeerde Reuvensdagen <strong>2009</strong> in Middelburg<br />

Op 12 en 13 november <strong>2009</strong> vond in de Middelburgse<br />

schouwburg het 39 ste Nederlandse congres voor<br />

archeologen ‘De Reuvensdagen’ plaats. Tijdens het congres<br />

met ongeveer zevenhonderd archeologen uit Nederland<br />

en Vlaanderen kwam de Zeeuwse archeologie uitstekend<br />

onder de (inter)nationale aandacht in zeven (van zeventien)<br />

lezingen. Hierbij ook twee bijdragen van SCEZarcheologen<br />

Hans Jongepier en Robert van Dierendonck,<br />

respectievelijk over het rituele ijzertijddepot van<br />

Grijpskerke en de regionale productie van zout, vissaus<br />

en aardewerk als pijlers voor de handel in de Romeinse<br />

Schelderegio. Ook in de Reuvenslezing van dr. H. Jöns<br />

(Nedersaksisch Instituut voor Historisch Kustonderzoek,<br />

Wilhelmshaven (D.)) werd <strong>Zeeland</strong> vermeld.<br />

De uitsmijter van de Topvondsten was gewijd aan het<br />

SCHOUWEN-DUIVELAND<br />

Oudste werktuig uit <strong>Zeeland</strong><br />

Vuistbijl uit de Schelphoek<br />

Ongeveer twintig jaar geleden vond de heer S. Regeer<br />

een vuurstenen vuistbijl op de slikken bij de Schelphoek<br />

onder Serooskerke. De SCEZ kreeg de bijl enige tijd in<br />

bruikleen voor onderzoek en documentatie. Hij is 17,5<br />

centimeter lang met een grootste breedte van 9 centimeter<br />

en een grootste doorsnede van 4,8 centimeter. De bijl<br />

heeft een lichtbruin patina; de oorspronkelijke kleur was<br />

lichtgrijs, afgaande op een kleine recentere beschadiging.<br />

Het voorwerp was, gezien het type, als multifunctioneel<br />

werktuig in gebruik bij mogelijk een Neanderthaler, die<br />

in deze streken zo’n 100.000 à 150.000 jaar geleden<br />

rondzwierf. Daarmee is de bijl het oudste door een<br />

mensachtige gemaakte werktuig dat ooit in <strong>Zeeland</strong> is<br />

teruggevonden! Voor de kust van Walcheren zijn twee<br />

kleinere vuistbijlen opgevist; ook op het strand van<br />

Cadzand is een exemplaar gevonden. De twee uit de<br />

Noordzee zijn vermoedelijk jonger; die van Cadzand<br />

kan uit dezelfde periode dateren.<br />

Hoe de bijl op de slikken terechtkwam is onbekend.<br />

Een plausibele verklaring is dat een korvisser de bijl uit<br />

een geul voor de kust bij Serooskerke (De Hammen)<br />

opviste en de inhoud van zijn netten op een<br />

mosselperceel bij de Schelphoek deponeerde.<br />

ONDERZOEK EN MELDINGEN<br />

schedelfragment van ‘Krijn, de jonge Neanderthaler’.<br />

Veel congresgangers brachten een bezoek aan de<br />

tentoonstellingen ‘De rituele kuil van Grijpskerke’ in<br />

het Zeeuws Museum en ‘50 jaar Zeeuwse bodemvondsten’<br />

in de SCEZ-tentoonstellingsruimte aan de Groenmarkt<br />

(te bezichtigen tot 28 oktober 2010).<br />

De SCEZ gaf met een nieuw ontworpen spandoek en<br />

een boekentafel ook acte de présence op de bedrijfs- en<br />

informatiemarkt. Bij de uitreiking van de tweejaarlijkse<br />

Ym van der Werffprijs voor een bijzondere prestatie op<br />

het gebied van archeologische monumentenzorg kreeg<br />

Staatsbosbeheer een eervolle vermelding met oorkonde<br />

voor de herinrichting van de Karolingische ringwalburg<br />

te Burgh.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 3 maart 2010/01 • ARCHEOLOGIE<br />

Archeologie<br />

Vuistbijl van de Schelphoek.<br />

Hans Jongepier (SCEZ)<br />

tijdens zijn lezing op<br />

de Reuvensdagen in<br />

Middelburg<br />

(foto <strong>Erfgoed</strong> Nederland).<br />

Vondstmeldingen<br />

en archeologisch spreekuur<br />

Melding van archeologische<br />

vondsten dient te geschieden<br />

bij de SCEZ. Het materiaal<br />

wordt wanneer nodig geregistreerd<br />

en gedocumenteerd,<br />

maar blijft altijd in het bezit<br />

van de melder, tenzij deze het<br />

zelf wil afstaan. Uw melding<br />

van vondst(en) of waarneming(en)<br />

kan ook schriftelijk<br />

of telefonisch geschieden bij:<br />

SCEZ<br />

Postbus 49<br />

4330 AA<br />

Middelburg<br />

T 0118-670870<br />

E j.jongepier@scez.nl<br />

Daarnaast houdt de SCEZ<br />

op elke eerste dinsdagmiddag<br />

van de maand een archeologisch<br />

spreekuur. U kunt het<br />

spreekuur in gebouw<br />

De Burg<br />

Groenmarkt 13<br />

te Middelburg<br />

bezoeken om voorwerpen te<br />

laten determineren (geldwaarde<br />

wordt niet getaxeerd),<br />

vondstmeldingen te doen, of<br />

allerlei vragen op het gebied<br />

van de Zeeuwse archeologie<br />

voor te leggen.<br />

De eerstvolgende archeologische<br />

spreekuren vinden<br />

plaats op de dinsdagmiddagen<br />

6 april, 4 mei en 1 juni<br />

van 15.30 tot 16.30 uur.<br />

Dank voor uw medewerking!


Houten wiel,<br />

vermoedelijk onderdeel<br />

van een katrol,<br />

uit De Hompels<br />

bij Vrouwenpolder.<br />

ZUID-BEVELAND<br />

Presentatie karrenwiel in Goes<br />

Wethouder Joost Adriaanse overhandigde op 30 november<br />

<strong>2009</strong> een gerestaureerd karrenwiel aan directeur<br />

Hans Oomen van Historisch Museum De Bevelanden<br />

en archeoloog Jan Wattenberghe van SOB Research.<br />

De vondst is gedaan in de Elvis Presleylaan bij het graven<br />

van een watergang voor bedrijventerrein Poel II.<br />

Het volledig intacte zestiende-eeuwse houten karrenwiel<br />

lag op de bodem van een tonput. Het is geconserveerd en<br />

gerestaureerd met financiële steun van de Provincie<br />

<strong>Zeeland</strong>, onder begeleiding van de SCEZ. Het karrenwiel<br />

is de komende maanden te zien in het Goese museum.<br />

WALCHEREN<br />

Vondsten van De Hompels,<br />

Vrouwenpolder<br />

Najaar 2008 voerde<br />

Rijkswaterstaat een<br />

zandsuppletie uit op<br />

de stranden bij de<br />

Veersedam.<br />

Amateurarcheoloog<br />

Jan Meulmeester uit<br />

Middelburg verzamelde<br />

toen veel archeologisch<br />

materiaal op de<br />

stranden van de<br />

aanpalende Banjaard en<br />

Oranjezon. Navraag<br />

leerde dat het zand<br />

afkomstig was van een baggerlocatie<br />

in de Hompels, circa 2<br />

kilometer ten noorden van de<br />

Veersedam.<br />

De variatie in de vondsten is groot:<br />

stukken bewerkt hout, waaronder een aangepunt<br />

paaltje en waarschijnlijk een wiel van een katrol (zie foto);<br />

dierlijk bot ‘in situ’ in een brok veen; bewerkt dierlijk bot,<br />

onder andere een schedelfragment van een hert met<br />

afgezaagde geweistang; visresten; dennenappels en<br />

perzikpitten. Goed dateerbaar zijn twee fragmenten<br />

van Romeins aardewerk.<br />

De herkomst van het materiaal wijst er in ieder geval<br />

op dat deze baggerlocatie in de Romeinse tijd tot het<br />

Zeeuwse vasteland behoorde. Het is voor het eerst in<br />

dit gebied dat dergelijke strandvondsten gekoppeld<br />

kunnen worden aan een oorspronkelijke vondstlocatie.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 4 maart 2010/01 • ARCHEOLOGIE<br />

<strong>ZE</strong>EUWS-VLAANDEREN<br />

Wallen Aardenburg: Noordstraat en Smedekensbrugge<br />

<strong>Stichting</strong> Het Zeeuwse Landschap wil op twee locaties bij<br />

de wallen van Aardenburg poelen aanleggen om leefgebied<br />

te creëren voor de boomkikker. Dit idee kon gepaard gaan<br />

met cultuurhistorische doeleinden, namelijk reconstructie<br />

van vestinggrachten uit de nieuwe tijd die nog deels in het<br />

landschap herkenbaar zijn. Een terrein aan de Noordstraat<br />

in het noorden van Aardenburg en één ten oosten van<br />

de Rijksweg bij Smedekensbrugge zijn eerst onderzocht<br />

door de Universiteit van Leiden (bureauonderzoek en<br />

boringen). Op basis van de resultaten voerde SOB<br />

Research najaar <strong>2009</strong> op beide locaties een proefsleuvenonderzoek<br />

uit. De vestinggrachten, met een breedte van<br />

19 meter, bleken de onderliggende lagen nauwelijks te<br />

hebben verstoord. In het noordelijk deel is ook de<br />

middeleeuwse wal aangetroffen, enkele vondsten uit de<br />

Romeinse tijd, maar ook resten van bommen (en bomkraters)<br />

en handgeschut uit de Tweede Wereldoorlog.<br />

Blijkbaar is dit deel van Aardenburg gebombardeerd<br />

en hebben de Duitsers zich hier in de wallen verschanst.<br />

Sommige bewoners konden hier meer over vertellen<br />

tijdens de succesvolle open dag op 14 november. In het<br />

oostelijke terrein kwam een groot aantal sporen aan het<br />

licht: in een Romeinse watergang pennen van tenten,<br />

Romeinse leren schoenzolen, houten planken, slakmateriaal<br />

(resten van ambachten), aardewerk en dakpannen.<br />

De onderzoekers leidden daaruit af dat de<br />

Romeinse ambachtelijke zone die net ten noorden van dit<br />

terrein is aangetroffen, zich ook naar het zuiden uitstrekte.<br />

In het zuiden van het terrein zijn mogelijk resten van een<br />

middeleeuwse hutkom aangetroffen. Aangezien deze<br />

‘in situ’ zijn bewaard en niet verstoord worden door<br />

de beoogde natuurontwikkeling worden ze niet verder<br />

onderzocht. Conclusie is dat de ondergrond van<br />

Aardenburg niet veel verstoord is door de vestingwerken<br />

uit de late middeleeuwen of nieuwe tijd, zoals wel is<br />

aangenomen.<br />

Een bijzondere ‘vondst’ door depotbeheerder Henk<br />

Hendrikse in het Zeeuws Archeologisch Archief (SCEZ)<br />

is een aantal foto’s van sleuven door de wallen van<br />

Aardenburg. Eind jaren zeventig van de vorige eeuw wilde<br />

de toenmalige burgemeester van Aardenburg de wallen<br />

reconstrueren. Daartoe trok de Grontmij deze sleuven.<br />

Bijbehorende informatie ligt in het archief van de<br />

Grontmij te Middelburg en was een complete ontdekking<br />

voor velen! De resultaten worden opgenomen in het<br />

onderzoeksrapport van SOB Research, dat voorjaar 2010<br />

gereed is.<br />

Profielopname doorsnede ravelijnsgracht in het noorden<br />

van Aardenburg. Te zien is de onderliggende veenlaag<br />

met Romeinse sporen en het onderliggend dekzand.


Kloostermuur in Kloosterzande<br />

Op 18 november <strong>2009</strong> verrichtte de SCEZ archeologische waarnemingen<br />

aan een middeleeuwse kloostermuur naast de Hof te Zande Kerk te<br />

Kloosterzande. De kerk deed vanaf circa 1200 dienst als kapel voor<br />

Cisterciënzer monniken. De muur was jarenlang door klimop aan het<br />

zicht onttrokken. Hij is aan de zuidzijde van de kerk ruim 50 meter lang<br />

en 2 meter hoog en deels opgebouwd uit grote kloostermoppen (28,5 x<br />

14,5 x 8 centimeter), deels uit ijsselstenen (16,5 x 8 x 4 centimeter).<br />

Aan de westzijde van de kerk bleef een muurdeel van bijna 10 meter<br />

bewaard. De kerk is na verwoesting tijdens de Tachtigjarige Oorlog in<br />

1609 weer opgebouwd. De aanwezigheid van ijsselstenen, die pas vanaf<br />

begin zeventiende eeuw worden gebruikt, leert dat de muur eveneens rond<br />

die tijd is heropgemetseld. Gezien de uit kloostermoppen opgebouwde<br />

onderste lagen is het aannemelijk dat deze de originele fundering<br />

vormden. De muur verkeert in vrij slechte staat en is over een lengte van<br />

8 meter zelfs ingestort. Het is de enige (deels) originele Cisterciënzermuur<br />

in Nederland.<br />

De na 1609 heropgebouwde Cisterciënzer kloostermuur<br />

van Kloosterzande.<br />

Een spiegeldoos uit Sluis<br />

De heer M. Krijgsman meldde een tin/loden deksel van een spiegeldoos.<br />

Hij vond deze in stortgrond, afkomstig uit het traject Kloosterstraat-<br />

Sint-Janstraat te Sluis, waar rioleringswerkzaamheden plaatsvonden.<br />

Het deksel toont een ridder te paard; achter de metalen buitenkant was<br />

de spiegel nog aanwezig. Het voorwerp, een voorloper van de poederdoos,<br />

heeft een diameter van ongeveer 4 centimeter. Het dateert waarschijnlijk<br />

uit de veertiende eeuw. Er zijn inmiddels vier exemplaren van laatmiddeleeuwse<br />

spiegeldozen bij de SCEZ bekend. Toevallig of niet, ze komen<br />

alle uit Sluis!<br />

Laatmiddeleeuwse spiegeldoos (deksel) uit Sluis.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 5 maart 2010/01 • ARCHEOLOGIE<br />

Plangebied ‘Onder de Toren’ te Hulst<br />

In april-oktober 2005 vonden een archeologische opgraving en begeleiding<br />

plaats in een gebied, gevormd door Korte Nieuwstraat 13-21, Lange<br />

Nieuwstraat 1-3, Pierssenstraat 14-16 en Basiliekstraatje in Hulst. Omdat<br />

het plangebied, waar inmiddels een nieuw appartementencomplex staat,<br />

direct naast de kerk lag stond het project bekend als ‘Onder de Toren’.<br />

Het onderzoek door ArcheoMedia BV leverde een omvangrijk rapport op.<br />

Voorafgaand deden A. Prinsen (Gemeentearchief Hulst) en D. de Koning-<br />

Kastelijn (AWN <strong>Zeeland</strong>) archiefonderzoek naar de bewoningsgeschiedenis<br />

van de Nieuwstraat. De eerste vermelding van de Nieuwstraat dateert<br />

uit 1337. Pas vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw kennen we<br />

eigenaren en bewoners. In sommige gevallen kon de aard van de<br />

bebouwing worden achterhaald. Zo was ter plaatse van Korte Nieuwstraat<br />

13-17 in de tweede helft van de zeventiende eeuw brouwerij Swarten<br />

Arend, later Den Dobbelen Arent, gevestigd. In 1752 is sprake van<br />

herberg Den Swarten Dobbelen Arend. In 1832 blijkt het pand nog altijd<br />

een herberg te zijn, Den Zwarten Arend. De overige panden aan de<br />

Nieuwstraat werden vermoedelijk bewoond door de middenklasse van<br />

de burgerij.<br />

De historische gegevens zijn door ArcheoMedia gekoppeld aan de<br />

uitkomsten van het archeologisch onderzoek. De oudste archeologische<br />

sporen dateren vanaf het laat-paleolithicum tot de dertiende eeuw na Chr.<br />

Het betreft drie ronde kuilen, geïnterpreteerd als drenkplaatsen, en<br />

twee paalkuilen. In de directe nabijheid zijn in dezelfde laag al eerder<br />

prehistorische resten blootgelegd.<br />

Van de vroegstedelijke nederzetting zijn enkele perceelsgreppels als sporen<br />

bewaard gebleven. Later werden ze gebruikt als afvalkuilen, waarvan<br />

de vulling van aardewerk, leer en botmateriaal dateert tussen circa<br />

1225-1275. Tijdens deze periode is de onderzoekslocatie opgehoogd<br />

voor bewoning. Aanwezigheid van mestkuilen duidt op agrarisch gebruik.<br />

Daarnaast zijn sporen, met name zelas, teruggevonden van zoutraffinage<br />

die in Hulst vanaf circa 1240 plaatsvond. Vanaf circa 1325 dateert de<br />

eerste stenen bebouwing, met meerdere huizen en erven in de<br />

Nieuwstraat. Ter plaatse van Korte Nieuwstraat 13 is begin vijftiende<br />

eeuw een opvallend grote structuur gebouwd: een zaalhuis met stookvloer<br />

en een voor- en achterkamer. Achter het huis bevond zich een bakstenen<br />

waterput. De beerbak bij dit gebouw bevatte luxueus glaswerk uit 1450-<br />

1550. De historische bronnen melden onder meer een schepen van Hulst<br />

en een burgemeester als eigenaren van het pand.<br />

Alle panden aan de Korte Nieuwstraat bevatten beerputten en afvalkuilen,<br />

gevuld met materiaal dat duidt op behoorlijke welstand in de zeventiende<br />

en achttiende eeuw. Vanaf de negentiende eeuw bleven de structuren van<br />

de panden nagenoeg ongewijzigd.<br />

Resten begraafplaats Sint-Eligiuskerk?<br />

Sloop Nieuwstraat, Oostburg<br />

Bij de sloop van twee panden aan Nieuwstraat 5-7 in Oostburg vond<br />

najaar <strong>2009</strong> een Archeologische Begeleiding plaats. Oranjewoud BV<br />

trof in eerste instantie drie waterputten aan, waarvan twee dateren uit<br />

de zeventiende/achttiende en één uit de negentiende/twintigste eeuw.<br />

De oudste waterput blijft bewaard omdat de nieuwbouwplannen deze<br />

niet verstoren. In het oosten van het terrein zijn op een diepte van circa<br />

1,25 meter beneden maaiveld drie menselijke skeletten aangetroffen.<br />

Niet onverwacht, aangezien ten oosten van de Nieuwstraat de<br />

Sint-Eligiuskerk lag. De vondst van deze skeletten toont waarschijnlijk<br />

aan dat het bijbehorende kerkhof tot de Nieuwstraat reikte. De skeletten<br />

zijn ingemeten, ingetekend en gefotografeerd; één ervan wordt ter nadere<br />

datering onderzocht. Twee skeletten zijn geborgen, het derde en mogelijk<br />

andere die dieper liggen zijn ‘in situ’ behouden. Het grafveld ligt diep<br />

verscholen onder een toekomstig parkeerterrein.<br />

Bij het archeologisch onderzoek op de locatie van het voormalig bejaardentehuis<br />

De Burght werden ook resten van deze begraafplaats verwacht.<br />

Deze zijn daar echter niet aangetroffen.


Monumenten<br />

<strong>2009</strong> een succesvol jaar voor<br />

Meldpunt <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong><br />

Het interieur van<br />

de weegbrug is nog volledig<br />

intact (foto’s J. de Visser).<br />

De weegbrug in de<br />

Zaagmolenpolder in<br />

Nieuw- en Sint-Joosland is<br />

nog steeds in gebruik.<br />

Voor het Meldpunt <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong> is het eerste jaar<br />

succesvol geweest. Vanaf de start op 13 februari <strong>2009</strong><br />

tot het einde van het jaar kwamen bij het voorportaal<br />

91 meldingen binnen. Deze meldingen hadden betrekking<br />

op 89 verschillende objecten en structuren, waarvan<br />

de meeste op Walcheren zijn gelegen. Ook viel<br />

het grote aantal meldingen uit Zeeuws-Vlaanderen op.<br />

Het Zeeuwse publiek wist de website van het Meldpunt,<br />

www.meldpunterfgoedzeeland.nl, dan ook goed te vinden.<br />

Vooral rondom de presentatie van het Meldpunt in<br />

februari <strong>2009</strong> en direct na publicaties over het Meldpunt<br />

in pers en media waren de bezoekersaantallen van de<br />

website hoog. Veel media-aandacht kregen (de verplaatsing<br />

van) het weeghuisje aan de Westhavendijk in Goes,<br />

de (sloop van de) monumentale panden in de<br />

Nassaustraat in IJzendijke en (het voorkomen van<br />

de sloop van) het watergebouw in Vlissingen.<br />

Weegbrug Zaagmolenpolder<br />

Hoewel een aanzienlijk gedeelte van de meldingen<br />

betrekking had op erfgoed dat met sloop bedreigd wordt,<br />

zijn ook veel meldingen binnengekomen van onbekend en<br />

ondergewaardeerd erfgoed. Hiertussen bevonden zich veel<br />

kleine cultuurhistorisch waardevolle elementen, waaronder<br />

opvallend veel duikers, grenspalen en weegbruggen. Zo<br />

ook de weegbrug in de Zaagmolenpolder in Nieuw- en<br />

Sint-Joosland. Nog steeds is deze weegbrug uit 1894 in<br />

gebruik, voornamelijk voor het wegen van hooi en stro.<br />

Dit wordt gedaan door de zoon van de huidige eigenaar.<br />

Deze zoon heeft echter geen specifieke belangstelling voor<br />

de cultuurhistorische waarde van de weegbrug.<br />

De eigenaar zelf is al op leeftijd en het plegen van onderhoud<br />

aan de weegbrug wordt voor hem steeds moeilijker.<br />

De melder heeft hierop besloten de weegbrug door middel<br />

van een melding bij het Meldpunt <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong> onder<br />

de aandacht te brengen. Het voorportaal van het<br />

Meldpunt heeft deze melding bij twee deelnemende<br />

organisaties uitgezet. De Werkgroep Industrieel <strong>Erfgoed</strong><br />

<strong>Zeeland</strong> deed onderzoek in het archief en ter plaatse,<br />

terwijl <strong>Stichting</strong> Landschapsbeheer <strong>Zeeland</strong> is nagegaan<br />

of het object kon deelnemen aan het project ‘Herstel<br />

kleine cultuurhistorische elementen in <strong>Zeeland</strong>’.<br />

Dit laatste bleek het geval te zijn, waardoor het verkrijgen<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 6 maart 2010/01 • MONUMENTEN<br />

van een subsidie tot restauratie en de daadwerkelijke<br />

uitvoering hiervan tot de mogelijkheden behoort.<br />

Doordat ook de gemeente Middelburg van de melding op<br />

de hoogte is gebracht, is de weegbrug ook op de agenda<br />

van de vergadering van de gemeentelijke monumentencommissie<br />

gekomen. De uitkomst van de vergadering is<br />

met het schrijven van dit artikel nog niet bekend.<br />

Meer oog voor monumenten<br />

Bovenstaand voorbeeld is een goede illustratie van<br />

het belang van een meldpunt voor (gebouwd) erfgoed<br />

in de provincie <strong>Zeeland</strong>. Bij behoudenswaardige objecten<br />

waarvan bekend is dat ze in hun voortbestaan bedreigd<br />

worden, is het van belang dat nog eens kan worden<br />

nagegaan of alle wegen tot behoud bewandeld zijn.<br />

Daarnaast blijkt het Meldpunt een ideaal centraal<br />

informatiepunt om melding te doen van erfgoed dat<br />

(nog) onvoldoende op waarde wordt geschat of dat<br />

minder zichtbaar in het landschap gesitueerd is. Juist<br />

deze meldingen kunnen ervoor zorgen dat deze objecten<br />

en structuren niet ongemerkt uit het landschap<br />

verdwijnen, maar daarentegen kunnen worden ingepast<br />

in nieuwe ruimtelijke plannen.


Provincie ziet geen mogelijkheden om erfgoed bij minister aan te melden<br />

Voorlopig geen Werelderfgoed voor <strong>Zeeland</strong><br />

De komende <strong>dec</strong>ennia zal er geen enkel Zeeuws<br />

erfgoed worden voorgedragen voor de Werelderfgoedlijst<br />

van UNESCO, de VN-organisatie voor onder meer<br />

cultuur. De Provincie <strong>Zeeland</strong> heeft namelijk besloten<br />

geen gebruik te maken van de mogelijkheid om zaken<br />

aan te dragen bij minister Plasterk. Deze wil in 2010<br />

de lijst met toekomstige nominaties opstellen, de lijst<br />

van waaruit de Staat der Nederlanden voordrachten<br />

doet voor de prestigieuze Werelderfgoedlijst. De SCEZ<br />

heeft uitvoerig de kansen verkend. De gemeente<br />

Borsele en de gemeente Sluis gaan nog wel een poging<br />

wagen.<br />

Iedereen kent wel de Chinese muur, de Egyptische<br />

pyramides of de binnenstad van Praag, allemaal sites die<br />

al vele jaren pronken op de Werelderfgoedlijst van<br />

UNESCO. Ook Nederland heeft inmiddels al een aantal<br />

locaties op deze lijst staan. Toen Nederland betrekkelijk<br />

laat in 1992 het Werelderfgoedverdrag dat aan de basis<br />

van deze lijst staat tekende, heeft het Rijk een viertal<br />

thema’s geïdentificeerd die mondiaal als betrekkelijk uniek<br />

en specifiek voor Nederland gelden. Deze thema’s zijn: de<br />

omgang met het water, Nederland in de zeventiende eeuw,<br />

de Nederlandse bijdrage aan de modern movement - ofwel<br />

de moderne architectuur - en tenslotte de archeologie.<br />

Op grond van deze thema’s heeft Nederland een<br />

zogeheten tentatieve lijst gemaakt, een groslijst van zaken<br />

die men zou kunnen gaan voordragen. De afgelopen<br />

vijftien jaar zijn acht Nederlandse voordrachten van<br />

deze groslijst daadwerkelijk voorgedragen en op de<br />

Werelderfgoedlijst geplaatst. Dit zijn het voormalige<br />

eiland Schokland, de molens van Kinderdijk, de Stelling<br />

van Amsterdam, het Woudagemaal te Lemmer, het<br />

Rietveld-Schröderhuis te Utrecht, de Beemster als<br />

renaissancepolder, de binnenstad van Willemstad-Curaçao<br />

en - verleden jaar - de Waddenzee. In de komende jaarvergadering<br />

van UNESCO medio juli zal de binnenstad<br />

van Amsterdam worden voorgedragen en waarschijnlijk<br />

ook worden geplaatst. Daarmee is de aanvankelijke lijst<br />

met toekomstige nominaties van Nederland flink<br />

uitgedund. Bovendien verplichten de ondertekenaars<br />

van het Werelderfgoedverdrag zich periodiek deze<br />

tentatieve lijst te actualiseren en tegen het licht te houden.<br />

Bottom-up<br />

Reden voor minister Plasterk om een commissie van<br />

‘wijzen’ aan te stellen die hem medio zomer 2010 moet<br />

gaan adviseren welke sites de Staat der Nederlanden in de<br />

toekomst wellicht kan gaan voordragen. De minister heeft<br />

daarbij aangegeven dat er wat hem betreft een drietal<br />

aanvullende criteria zullen gelden, te weten: transnationaal<br />

en grensoverschrijdend erfgoed, natuurlijk erfgoed en<br />

erfgoed op de Nederlandse Antillen en Aruba. Daarbij<br />

wenst het Rijk, in tegenstelling tot vorige keer, een<br />

bottom-up proces te volgen waarbij lokale overheden zélf<br />

zaken bij het Rijk kunnen aandragen. De eerdergenoemde<br />

commissie zal dan de eerste selectie verrichten: passen de<br />

aangemelde zaken binnen de thema’s die Nederland<br />

hanteert en passen ze binnen de criteria die UNESCO<br />

stelt voor de plaatsing van Werelderfgoed? Veel andere<br />

overheden doen een enthousiast beroep op de minister om<br />

hun erfgoed op de tentatieve lijst en uiteindelijk mondiaal<br />

erkend te krijgen. Voorbeelden van reeds aangemelde<br />

zaken zijn de Utrechtse grachten als zeldzaam middeleeuws<br />

havencomplex, het gevangenisdorp Veenhuizen,<br />

de Friese Elf Steden en het (transnationale) erfgoed van<br />

de Evangelische Broedergemeente in onder meer Zeist,<br />

Denemarken en Zuid-Afrika. De SCEZ meende dat<br />

- wat <strong>Zeeland</strong> betreft - zowel de Deltawerken als de<br />

Staats-Spaanse Linies in Zeeuws-Vlaanderen een goede<br />

kans zouden maken om in de toekomst op de<br />

Werelderfgoedlijst geplaatst te kunnen worden.<br />

Komst Republiek op wereldtoneel<br />

De Staats-Spaanse Linies voeren terug tot de Tachtigjarige<br />

Oorlog en het ontstaan van de Republiek op de Europese<br />

(en wereld)kaart. Het is een oud en zeldzaam stelsel van<br />

verdedigingswerken die in tegenstelling tot de Stelling<br />

van Amsterdam ook daadwerkelijk krijgshandelingen<br />

hebben gekend. De afgelopen jaren heeft de Provincie<br />

<strong>Zeeland</strong> veel geïnvesteerd in het beter zichtbaar maken<br />

en ontsluiten van linies, in nauwe samenwerking met<br />

de Zeeuws-Vlaamse gemeenten en de Belgische buurprovincies.<br />

Uit gesprekken die de SCEZ heeft gevoerd<br />

met overheden blijkt ook dat er veel draagvlak bestaat<br />

voor een gang richting UNESCO, waarbij men wel<br />

verwachtte dat de provincie daarbij als (logische) trekker<br />

fungeert. Naast de omgang met het water hebben de<br />

Staats-Spaanse Linies als voordeel dat het ook een grensoverschrijdend<br />

militair landschap is. Als zodanig ‘scoort’<br />

het extra punten op de door de minister geformuleerde<br />

thema’s van grensoverschrijdend en natuurlijk erfgoed.<br />

De Provincie <strong>Zeeland</strong> heeft echter gekozen voor een<br />

nieuw initiatief van de Europese Unie, het European<br />

Heritage Label. Gedeputeerde Van Waveren heeft<br />

aangegeven de Staats-Spaanse Linies meer van Europees<br />

dan van mondiaal belang te vinden. Een complicerende<br />

factor is bovendien de weerstand bij sommige delen van<br />

de bevolking in Zeeuws-Vlaanderen ten aanzien van de<br />

reconstructie van forten en het mogelijkerwijs terugbrengen<br />

van water.<br />

Het aanvragen van het Europese label zal ongetwijfeld<br />

succesvol zijn: het is immers nog onbekend en in<br />

ontwikkeling; de waarde moet nog bewezen worden en<br />

concurrentie is er ook nog niet. Het profijt is echter<br />

navenant. De (toekomstige) Europese lijst mist het<br />

formaat en prestige die de inmiddels veertig jaar bestaande<br />

Werelderfgoedlijst van UNESCO wél heeft. De mondiale<br />

aandacht die met erkenning door UNESCO gepaard gaat<br />

is groot en de structurele stijging van bezoekersaantallen<br />

en toerisme is enorm (minimaal een verdubbeling).<br />

Reisgidsen maken steevast melding van deze status, de<br />

toeristische branche hanteert het bijna als keurmerk voor<br />

te bezoeken sites en er zijn inmiddels veel mensen die<br />

vakanties inrichten en selecteren op basis van aanwezig<br />

werelderfgoed.<br />

Wereldvermaard icoon<br />

De Deltawerken zijn immers een wereldvermaard icoon<br />

van de strijd tegen het water en vormen daarbij een grootschalige<br />

fysieke getuigenis van de bijzondere Nederlandse<br />

expertise op het gebied van watermanagement.<br />

De Deltawerken zijn uiteindelijk niet bij de minister aangemeld<br />

omdat Rijkswaterstaat-<strong>Zeeland</strong> geen voordracht<br />

wenste. Mede gelet op de klimaatsveranderingen wenst<br />

Rijkswaterstaat de handen vrij te houden. De impact<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 7 maart 2010/01 • MONUMENTEN<br />

>


De Stormvloedkering<br />

Oosterschelde:<br />

geen kanshebber als<br />

toekomstig Werelderfgoed<br />

(foto Mechteld Jansen).<br />

van de klimaatsverandering op de bestaande kustverdediging<br />

is immers fors. Zelfs de Stormvloedkering<br />

Oosterschelde zal binnen het bestek van een eeuw geheel<br />

komen te vervallen. Rijkswaterstaat wil niet gebonden<br />

zijn aan overwegingen van cultuurhistorie bij het<br />

voortdurend transformeren en aanpassen van de kustverdediging<br />

aan de nieuwe eisen die worden gesteld.<br />

De Provincie <strong>Zeeland</strong> heeft hieruit haar conclusies<br />

getrokken en besloten de Deltawerken niet bij de<br />

minister aan te melden. Hiermee lijken er de komende<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 8 maart 2010/01 • MONUMENTEN<br />

<strong>dec</strong>ennia geen Zeeuwse voordrachten te komen, want<br />

alvorens er weer een herziening te verwachten valt, zal<br />

het al gauw vijftien jaar later zijn. Maar er gloort nog een<br />

klein sprankje hoop: de gemeente Borsele heeft separaat<br />

een brief geschreven om de bijzondere waarden van het<br />

Borselse cultuurlandschap onder de aandacht te brengen.<br />

Daarnaast heeft de gemeente Sluis zich uitgesproken<br />

om het Belfort toe te voegen aan de reeds bestaande site<br />

‘de Belforten van België en Frankrijk’. Wij houden u<br />

op de hoogte van de voortgang van dit dossier!<br />

Bijna alle overheden in <strong>Zeeland</strong> doen mee; meer dan veertig deelnemers<br />

Hoge waardering voor cursus Buitenkansen!<br />

De samen met <strong>Stichting</strong> Landschapsbeheer <strong>Zeeland</strong> (SLZ)<br />

ontwikkelde cursus ‘Buitenkansen!’ (zie ook Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> juni<br />

<strong>2009</strong>) is eind vorig jaar afgerond. Buitenkansen was bedoeld om<br />

de Belvederegedachte en een goede omgang met het buitengebied<br />

op basis van de cultuurhistorie breed onder de aandacht te brengen.<br />

Projectbureau Belvedere en de Provincie <strong>Zeeland</strong> hebben de cursus<br />

mogelijk gemaakt, evenals de bereidwillige medewerking van de<br />

gemeenten die locaties en faciliteiten beschikbaar hebben gesteld.<br />

Meer dan veertig mensen hebben de cursus gevolgd, afkomstig uit een<br />

brede waaier van alle Zeeuwse overheden: gemeenten, waterschappen,<br />

provincie, Dienst Landelijk Gebied, Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer<br />

en enkele particuliere bureaus. SCEZ-adviseur cultuurhistorie en<br />

monumenten David Koren: “Het is erg leuk dat er zoveel belangstelling<br />

is voor de cursus, zeker van de kant van de ruimtelijke ordenaars waar<br />

we als cultuurhistorici traditioneel minder connecties mee hebben.<br />

Juist in het kader van de modernisering van de monumentenzorg is<br />

het van belang dat beide groepen goed met elkaar samenwerken.”<br />

Cultuurhistorie zal immers na de wetswijziging integraal moeten worden<br />

afgewogen zoals dat nu ook al met de archeologie gebeurt. Anderzijds<br />

kan de cultuurhistorie voor de ruimtelijke ordening ook een belangrijke<br />

inspiratiebron vormen die de kwaliteit van ruimtelijke plannen positief<br />

kan beïnvloeden. Een tweetal excursies onder de bezielende leiding van<br />

landschapsarchitect Jan Willem Bosch (Bosch en Slabbers) maakte ook<br />

duidelijk hoe dit in de praktijk kan uitpakken. Gezien de positieve<br />

reacties zal er in het voorjaar door SCEZ en SLZ een aanvullende<br />

cursusdag worden georganiseerd om de opgedane kennis en contacten<br />

op te frissen.<br />

Carolien Sinke van de gemeente Reimerswaal leidt cursusdeelnemers rond<br />

op de oesterputten. (foto’s <strong>Stichting</strong> Landschapsbeheer <strong>Zeeland</strong>).<br />

Deelnemers buigen zich over een fictieve ruimtelijke casus op Schouwen-<br />

Duiveland. Roy van de Voort (Rijkswaterstaat) geeft aanwijzingen aan<br />

collega Marius Vrijlandt (Dienst Landelijk Gebied).


Vaardigheden door kennis<br />

In de middeleeuwen bestonden er gildes, beroepsverenigingen van professionals<br />

die een bepaald beroep uitoefenden. Leerlingen kregen de kneepjes van het vak onderwezen<br />

door een meester. Bij Restauratie Opleidingsprojecten (ROP) verloopt dit vandaag niet anders.<br />

In een gilde werden leerlingen opgeleid tot gezel en<br />

vervolgens tot meester ofwel vakman. Het opleiden tot<br />

het ambacht gebeurde door de gildeleden die kennis en<br />

ervaring uitwisselden met de leerlingen. Een gilde had<br />

het alleenrecht op het uitoefenen van een vak, wat de<br />

kwaliteit ten goede kwam. Een leerling kon de titel ‘gezel’<br />

krijgen na een gedegen opleiding. Wilde de leerling de<br />

titel ‘meester’ verkrijgen dan moest deze de gilde- of<br />

meesterproef afleggen.<br />

In grote lijnen is er in de opleiding van de huidige<br />

leerlingen niet zoveel veranderd. Komt een leerling op<br />

een restauratieproject, dan staat hij onder de begeleiding<br />

van een leermeester. Leermeester en begeleidend vakman<br />

brengen hem de fijne kneepjes van het vak bij.<br />

Met voldoende ervaring en kennis van de theorie kan<br />

de leerling een praktijktentamen afleggen. Deze praktijktentamens<br />

worden beoordeeld door de leermeesters.<br />

Tentamens worden steekproefsgewijs gecontroleerd<br />

door Fundeon, Kenniscentrum Beroepsonderwijs voor de<br />

bouw. Na alle voor de opleiding noodzakelijke tentamens<br />

te hebben afgelegd, komt de leerling in aanmerking voor<br />

een diploma.<br />

Sinds kort is het ROP Zuid-West bezig om ook leerlingen<br />

voor kleine specialistische beroepen als schilder, stukadoor,<br />

steenhouwer en smid op de restauratieprojecten te krijgen.<br />

Op het project van de NH Kerk in Groede heeft al een<br />

leerling-stukadoor meegewerkt. Momenteel is<br />

Steenhouwerij Zederik uit Tienhoven bezig met de<br />

restauratie van het beeldhouwwerk van de kerk in<br />

Driewegen. Dit is het eerste restauratieopleidingsproject<br />

in <strong>Zeeland</strong> waar ook een leerling-steenhouwer opgeleid<br />

wordt.<br />

Van de NH Kerk in Groede zijn de steigers inmiddels<br />

verwijderd. De werkzaamheden omvatten de conservering<br />

van de kapconstructie, herstel van de kerkbanken en<br />

metselwerkherstel aan de binnenzijde.<br />

De restauratiewerkzaamheden aan de Verlaetbrug in<br />

IJzendijke hebben stagnatie opgelopen door het winterse<br />

weer. Herstelwerkzaamheden van het metselwerk vinden<br />

ook plaats aan de molen Windlust in Hoek. In de molen<br />

worden ook sanitaire voorzieningen aangebracht, uiteraard<br />

met een historische uitstraling.<br />

De restauratie van Hofstede Cranesteijn in Oostkapelle<br />

vordert gestaag, nadat men begonnen is met het woonhuis.<br />

In een later stadium volgt de boerenschuur. Met<br />

de bouw van steigers bij zowel de NH Kerk van<br />

Oost-Souburg als die van Nisse zijn de eerste tekenen<br />

van de naderende restauratiewerken van deze prachtige<br />

dorpskerken zichtbaar. Ook de restauratie van een<br />

landbouwschuur in Kamperland vordert volgens planning.<br />

In algemene zin heeft de winter wel voor enige stagnatie<br />

gezorgd, maar dit was niet onoverkomelijk. Sommige<br />

restauratiewerkzaamheden lagen tijdelijk stil, zoals die<br />

aan de molen van Scherpenisse.<br />

Genoemde projecten bieden veel aanknopingspunten<br />

voor leerlingen van uiteenlopende disciplines om<br />

ervaring op te doen in de restauratiesector.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 9 maart 2010/01 • MONUMENTEN<br />

Restauratieleerling<br />

Edemon van Poppel bezig<br />

met herstelmetselwerk aan<br />

molen Windlust in Hoek.<br />

In Zierikzee vinden nog<br />

steeds restauratiewerkzaamheden<br />

plaats aan<br />

het Stadhuismuseum.


Monumentenwacht meet<br />

onderhoudsstaat rijksmonumenten<br />

81% van de rijksmonumenten die door alle<br />

provinciale monumentenwachten op hun bouwkundige<br />

staat zijn geïnspecteerd, verkeert in redelijke<br />

tot goede staat. Alleen de categorie verdedigingswerken<br />

vormt hierop een uitzondering. Van slechts de helft<br />

van de geïnspecteerde verdedigingswerken blijkt de<br />

bouwkundige staat redelijk tot goed.<br />

Dit is de uitkomst van de eerste Monitor inzake de staat<br />

van het gebouwd erfgoed <strong>2009</strong> waarover minister Plasterk<br />

op 14 <strong>dec</strong>ember <strong>2009</strong> de Tweede Kamer heeft<br />

geïnformeerd. De monitor is een nulmeting en maakt<br />

de staat van onderhoud van rijksmonumenten meetbaar.<br />

In vervolg hierop geeft de minister opdracht aan de<br />

Rijksdienst voor het <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong> tot uitbreiding<br />

van deze monitor voor het totale rijksmonumentenbestand.<br />

De monitor bestrijkt met zo’n 11.500 monumenten bijna<br />

19% van het totale monumentenbestand van het Rijk.<br />

Deze monitor is een vervolg op de eerste <strong>Erfgoed</strong>balans<br />

die in april <strong>2009</strong> verschenen is.<br />

Minister Plasterk zet aanvullend onderzoek uit voor<br />

de groep rijksmonumenten die niet structureel wordt<br />

geïnspecteerd door de monumentenwacht. Verder wil hij<br />

een vergelijking maken van de staat van rijksmonumenten<br />

die wel en die geen (rijks)subsidie ontvangen. De monitor<br />

moet tevens de staat van het groene erfgoed, zoals tuinen<br />

en parken, in kaart gaan brengen. Met deze eerste<br />

monitor en de geplande vervolgonderzoeken kan de<br />

Zeeuws potdekselwerk<br />

Op zijn fietstochten door de polders van <strong>Zeeland</strong>,<br />

springen de karakteristieke zwartgeteerde houten<br />

boerenschuren monumentenwachter Wim Jakobsen<br />

regelmatig in het oog. Hun opvallende verschijningsvorm<br />

en de toegepaste techniek van het potdekselen<br />

zijn onlosmakelijk verbonden met de historie en<br />

identiteit van onze provincie, merkt hij op.<br />

De duurzaamheid van gepotdekselde gebouwen heeft<br />

zich door de eeuwen heen wel bewezen. Houten<br />

gebouwen die op deze manier zijn geconstrueerd, kunnen<br />

jaren standhouden. Bij de Zeeuwse landbouwschuren is<br />

dit ook te danken aan de vernuftige constructie van<br />

spanten en staanders, die de krachten op de juiste wijze<br />

opvangt. De indeling van deze schuren kan per regio<br />

verschillen. Ook de omvang, met vaak de mendeuren in<br />

de lange gevel, kan van boerderij tot boerderij variëren.<br />

Daarentegen is de afwerking van de buitenwanden vaak<br />

dezelfde: horizontale, zwartgeteerde houten planken<br />

(zie de omslag). Er zijn voorbeelden van andere kleurstellingen<br />

zoals blauwgrijs (omgeving Zaamslag) en geel<br />

(omgeving Biggekerke), maar zwart is toch de meest<br />

voorkomende kleur.<br />

De monumentenwacht wil het zogenaamde potdekselwerk<br />

bij schuren onder de aandacht brengen. Vooral omdat<br />

het gebruik van koolteer, maar ook van carbolineum en<br />

andere producten waarin dit verwerkt is, tegenwoordig<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 10 maart 2010/01 • MONUMENTEN<br />

minister de instandhoudingseffecten van zijn (rijks)monumentenbeleid<br />

beter inzichtelijk maken voor<br />

de Tweede Kamer.<br />

niet meer toegestaan is. Voor veel eigenaren van gepotdekselde<br />

schuren levert dit een probleem op.<br />

De karakteristieke zwarte kleur werd juist verkregen door<br />

de planken te behandelen met koolteer. Dit gebeurde<br />

overigens alleen aan de buitenzijde, om houtverstikking te<br />

voorkomen. Door regelmatig de planken te teren werd er<br />

een afsluitende robuuste laag verkregen. Voor boeren was<br />

koolteer een goedkoop en afdoende product om schuren<br />

te conserveren. Koolteer bevat echter veel giftige bestanddelen.<br />

Enerzijds zorgt dit voor een goede bescherming van<br />

het hout tegen insecten, anderzijds geeft het een milieuprobleem.<br />

Vanwege dit laatste is de toepassing ervan sinds<br />

1996 in Nederland verboden.<br />

Alternatieven voor koolteer zijn er te over en fabrikanten<br />

prijzen hun product vaak aan als dé vervanger van koolteer.<br />

De basis van zo’n nieuw product is dikwijls houtteer,<br />

dat een bruinere kleur geeft dan het diepzwarte koolteer.<br />

De hechting van alternatieve producten op koolteer kan<br />

echter voor problemen zorgen. Bladderen, afschilferen en<br />

craquelé komen meer dan eens voor. Mocht u met<br />

koolteer behandeld potdekselwerk opnieuw willen gaan<br />

behandelen, dan luidt het advies van de monumentenwacht<br />

om u eerst goed door de fabrikant te laten<br />

voorlichten. Neem vooral ook de tijd om een proefstuk<br />

op te zetten en bekijk na enige tijd het resultaat. Alleen<br />

op deze manier is een verantwoorde keuze mogelijk.


Eigenaren van historische boerderijen<br />

weten BoerderijEn<strong>Zeeland</strong> te vinden<br />

Op de informatieve website www.boerderijenzeeland.nl kunnen<br />

eigenaren van historische boerderijen in <strong>Zeeland</strong> informatie<br />

vinden die het behoud van hun erfgoed ten goede komt.<br />

De aangeboden informatie omvat onder andere de aandachtsgebieden<br />

bouwhistorie, cultuurhistorie, planologie en financiën.<br />

Praktijkvoorbeeld Kapelle<br />

De deels bakstenen, deels gepotdekselde schuur van de geïnventariseerde<br />

boerderij aan de Lurpseweg in Kapelle.<br />

De boerderij van de familie Pot bleek bij de provinciale boerderijinventarisatie<br />

van 2004-2005 over het hoofd gezien. Inventarisatie is<br />

echter een voorwaarde om in aanmerking te komen voor een provinciale<br />

subsidie en/of een laagrentende lening bij restauratie van een historisch<br />

erfonderdeel. Aangezien de familie Pot binnen afzienbare tijd het rieten<br />

Praktijkvoorbeeld Stavenisse<br />

Het woonhuis van Den Roosentuyll in Stavenisse heeft kenmerken<br />

van de achttiende, negentiende en twintigste eeuw.<br />

De familie Buijs wil op korte termijn overgaan tot restauratie van haar<br />

historische boerderij Den Roosentuyll. Vijf jaar geleden kocht zij de<br />

boerderij van een familie, die in de voorafgaande vijftig jaar nauwelijks<br />

iets aan het pand had veranderd. De familie Buijs is zeer enthousiast<br />

over haar boerderij en de daarbij behorende geschiedenis.<br />

Zij wil dit graag met zoveel mogelijk mensen delen, onder andere door<br />

mee te doen aan de jaarlijkse Open Monumentendag. Intussen heeft<br />

Den Roosentuyll wel ‘een likje verf’ nodig. De familie Buijs wil de<br />

restauratie echter deskundig en (historisch) verantwoord laten uitvoeren<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 11 maart 2010/01 • MONUMENTEN<br />

Voor specifieke vragen kan een eigenaar het vragenformulier op de<br />

website van BoerderijEn<strong>Zeeland</strong> invullen. Een van de aangesloten<br />

organisaties of personen neemt vervolgens met de vragensteller contact<br />

op. Sinds de start van BoerderijEn<strong>Zeeland</strong> maakten verscheidene<br />

boerderijeigenaren van deze gratis dienstverlening gebruik,<br />

waaronder de familie Pot uit Kapelle en de familie Buijs uit Stavenisse.<br />

dakgedeelte van de schuur wil vervangen,<br />

kwam bij BoerderijEn<strong>Zeeland</strong> het verzoek<br />

binnen de boerderij alsnog te inventariseren.<br />

Intussen heeft deze (verlate) inventarisatie<br />

plaatsgevonden en kan de eigenaar in de toekomst<br />

zijn aanvraag voor een provinciale<br />

financiële bijdrage in de kosten indienen.<br />

Overigens bleek tijdens de inventarisatie met<br />

name het bedrijfsgedeelte van de boerderij<br />

een nadere studie waard. Bouwsporen doen<br />

namelijk vermoeden dat deze aangebouwde,<br />

van oorsprong volledig gepotdekselde schuur<br />

uit circa 1800 bij een verbouwing in 1889<br />

verlengd en gedeeltelijk versteend is.<br />

Opmerkelijk hierbij is de smalle uitbreiding<br />

tegen de zuidelijke lange gevel van de schuur,<br />

dit met het oog op de veranderde<br />

bedrijfsactiviteiten (groei veestapel).<br />

De smalle uitbreiding tegen de zuidelijke<br />

lange gevel van de schuur in Kapelle<br />

is vrij zeldzaam.<br />

en is daarbij benieuwd naar de mogelijkheden<br />

van het verkrijgen van een financiële<br />

bijdrage in de te maken restauratiekosten.<br />

Voor de familie Buijs was de informatie op<br />

de nieuwe website www.boerderijenzeeland.nl<br />

verhelderend.<br />

Om meer in te gaan op haar specifieke<br />

vragen nam zij via het aanvraagformulier<br />

contact op met BoerderijEn<strong>Zeeland</strong>.<br />

In januari heeft een tweetal deskundigen uit<br />

het werkveld een bezoek aan de boerderij<br />

gebracht en daarbij aanvullende tips gegeven<br />

met betrekking tot een eventuele restauratie.<br />

Tijdens het bezoek werd duidelijk dat met<br />

name het woonhuis een hoge cultuurhistorische<br />

waarde heeft, zowel het interieur<br />

als het exterieur. Vooralsnog wordt het uit<br />

ijsselsteentjes opgebouwde woonhuis, met<br />

de ingang in de lange gevel en een centrale<br />

gang daarachter, door de coördinator van<br />

BoerderijEn<strong>Zeeland</strong> gedateerd op de eerste<br />

helft van de achttiende eeuw.<br />

De achtergevel van het woonhuis<br />

van Den Roosentuyll is zeer authentiek.


Cultuurhistorie<br />

> De eerste nieuwe<br />

kousentuun, pronkend als<br />

een pauw.<br />

>> Ontwerptekeningen<br />

voor de nieuwe<br />

kousentuinen.<br />

Kousen drogen op de kousentuun<br />

Bij historische boerderijen op de Bevelanden en ook wel<br />

op Walcheren stond vroeger vaak een kousentuun op het<br />

erf. Dit is een rek waarop de boerin haar gebreide lange<br />

kousen droogde. De kousentuin had de vorm van een half<br />

wagenwiel met spaken - een opgaande zon met stralen -<br />

op een staander. Hier overheen werden de kousen met de<br />

opening naar beneden geschoven, zodat ze niet uitrekten<br />

bij het drogen. Met het verdwijnen van de streekdracht<br />

zijn deze rekken praktisch uit het landschap verdwenen.<br />

Om dit Zeeuws cultureel erfgoed te behouden wordt op<br />

11 maart door Sophia van ’t Westeinde aan de eigenaren<br />

van vier boerderijen een sierlijke kousentuin aangeboden.<br />

Het is de bedoeling dat deze eigenaren deze kousentuin<br />

op hun eigen erf plaatsen.<br />

Het gaat om de volgende boerderijen:<br />

• Arendshoeve in ’s-Heer Arendskerke<br />

• Tien Gemeten in Oudelande<br />

• Nieuwlands Rust in Nieuw- en Sint-Joosland<br />

• Hoeve Van der Meulen in ’s-Heer Abtskerke<br />

Het vervaardigen en aanbieden van de vier nieuwe<br />

kousentuinen is een initiatief van de Soroptimistclub<br />

De Bevelanden. De wereldwijde serviceorganisatie<br />

waartoe deze club behoort bestaat uit vakvrouwen en kent<br />

een netwerk van 95.000 leden, verspreid over 125 landen.<br />

De Bevelandse club werkte voor dit project samen met de<br />

Boerderijenstichting <strong>Zeeland</strong> en Emergis. Cliënten van<br />

Emergis maakten de nieuwe kousentuinen. De gelden<br />

voor het vervaardigen ervan werden verkregen door de<br />

verkoop van wafels en wenskaarten.<br />

De wenskaarten zijn nog steeds verkrijgbaar. Door uw<br />

aankoop draagt u een steentje bij. Er zijn twee sets<br />

verkrijgbaar: dahlia’s en broeksknopen.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 12 maart 2010/01 • CULTUURHISTORIE<br />

• Set A: vier dubbele kaarten<br />

(formaat 10,5 x 15 centimeter)<br />

met kleurenfoto’s van Zeeuwse dahlia’s<br />

en bijbehorende enveloppen<br />

• Set B: vier dubbele kaarten<br />

(formaat 10,5 x 15 centimeter) met kleurenfoto’s<br />

van Zeeuwse zilveren broeksknopen<br />

en bijbehorende enveloppen.<br />

De kosten bedragen € 5 per set + verzendkosten à € 1. Bij<br />

vijf sets bedragen de verzendkosten slechts € 2.<br />

U kunt de wenskaarten via mail bestellen:<br />

middelmeet@zeelandnet.nl. Geef daarbij aan welke set(s)<br />

u wenst en het adres waarnaar de bestelling kan worden<br />

verzonden. Gelieve het verschuldigde bedrag over te<br />

maken op rekeningnummer 320505030 t.n.v. Edy Poot.<br />

Na ontvangst van uw betaling worden de kaarten<br />

toegezonden.<br />

Oorspronkelijke betekenis ‘tuun’<br />

Het woord tuun is hetzelfde woord als tuin in het<br />

hedendaagse ABN. Overigens was de oorspronkelijke<br />

betekenis van tuin niet wat wij tegenwoordig<br />

onder een tuin verstaan, maar een omheining<br />

rond de tuin. Dit kon ook een heg of een hekwerk<br />

zijn. In kousentuun, dat gebruikt wordt in<br />

Midden-<strong>Zeeland</strong> waar de ui als uu werd<br />

uitgesproken, heeft tuun nog een betekenisverenging<br />

ondergaan. Het betekent niet meer een<br />

omheining of het volledige hekwerk, maar het<br />

stukje omheining waar oorspronkelijk kousen op<br />

werden gedroogd. Van daaruit is het maar een<br />

kleine stap naar het kousenrek.<br />

Werkgroep Industrieel <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong> zoekt nieuwe voorzitter<br />

Hoewel de industrialisatie in <strong>Zeeland</strong> laat op gang kwam, zijn in het Zeeuwse landschap nog veel sporen van dit industriële verleden terug te vinden.<br />

Om in de toekomst voor dit industriële erfgoed zorg te dragen, werd in 1982 door de Zeeuwse Culturele Raad de Werkgroep Industriële Archeologie<br />

opgericht. In 1996 werd de naam van deze werkgroep veranderd in Werkgroep Industrieel <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong> (WIEZ). De WIEZ stelt zich ten doel het<br />

industrieel erfgoed voor <strong>Zeeland</strong> zoveel mogelijk te behouden. Dit kan zowel in de vorm van fysiek behoud, als door middel van documentatie.<br />

De WIEZ maakt onderdeel uit van de SCEZ. Door vertrek van de huidige voorzitter is de werkgroep op zoek naar een nieuwe voorzitter.<br />

Belangstellenden voor deze functie kunnen informatie inwinnen bij Marinus van Dintel, adviseur cultuurhistorie en monumenten bij de SCEZ:<br />

0118-670616 (ma, di, do), mp.van.dintel@scez.nl. Aanmeldingen graag vóór 1 april bij de WIEZ, Postbus 49, 4330 AA Middelburg.


‘Verwalling’: bijdrage aan verfraaiing<br />

of verrommeling van het landschap?<br />

Veel Zeeuwen zullen het vanuit hun auto wel eens<br />

hebben gezien: het ‘majestueuze Loirekasteel’ in de<br />

oksel van een kruising vlakbij het Zuid-Bevelandse<br />

’s-Heer Arendskerke. Veel meer dan een glimp word<br />

je als voorbijganger echter niet gegund, want het<br />

gebouw gaat voor het grootste deel schuil achter een<br />

imposante wal.<br />

Een dergelijke wal lijkt een fenomeen dat hand over hand<br />

toeneemt, vooral op Walcheren. Zo ligt in Sint-Laurens<br />

al een tijdje een brede omwalling rondom een kwekerij<br />

annex kassencomplex. Ook verschillende woningen in<br />

het Walcherse buitengebied hebben zich verschanst achter<br />

een wal, terwijl ook steeds meer (mini)campings met deze<br />

trend meedoen. Een ontwikkeling om toe te juichen of<br />

juist af te keuren?<br />

Historisch gezien is deze uiting van individualisering<br />

- want daar lijkt het in het geval van het buiten wonen<br />

op - niet nieuw. De buitenplaatseigenaren konden er in<br />

de zeventiende en achttiende eeuw ook wat van, waarbij<br />

ze het overigens niet zozeer zochten in omwalling als wel<br />

in beplanting rondom hun bezit. Daar zaten dan meestal<br />

wel twee kanten aan. Enerzijds wilde men zich beschut<br />

weten tegen de wind en in zichzelf gekeerd voelen uit<br />

overwegingen van privacy. Anderzijds wilde men toch ook<br />

gezien worden en zelf kunnen genieten van het uitzicht<br />

over de omgeving. Deze overwegingen blijken uit enkele<br />

voorbeelden, zoals de vorstelijke buitenplaats Sint-Jan ten<br />

Heere. Nadat er in 1752 rigoureus was gesnoeid in de<br />

wegbeplanting voorlangs dit buiten, voelde de bewoner<br />

zich aan die zijde geheel “on<strong>dec</strong>kt en onvrij gemaakt”.<br />

De veel kleinere buitenplaats Landlust onder Middelburg<br />

lag aan drie kanten binnen “schutsels en heyninge”, maar<br />

de vierde zijde moest daarvan vrij blijven vanwege het<br />

uitzicht. Tenslotte Schorenburg bij Souburg; dat ging in<br />

de achttiende eeuw schuil achter “eene zeer hooge<br />

manteling” van geboomte die primair diende als<br />

windkering.<br />

Terug naar nu en terug naar de wallen: hun variatie is<br />

groot, zoals ook hun doel veelzijdig lijkt te zijn. Voor het<br />

gemak laten we even buiten beschouwing de geluidswallen<br />

en de kennelijk semipermanente wallen die als gronddepot<br />

dienen of waarbinnen grond wordt opgeslagen.<br />

In het oog springen juist die wallen die kennelijk iets<br />

aan het oog moeten onttrekken. Die - gewichtig<br />

geformuleerd - blijkbaar moeten bijdragen aan<br />

landschappelijke inpassing. Dat klinkt positief, want<br />

verrommeling wordt ermee verdoezeld. Wie wel eens in<br />

de omgeving van Ouddorp op Goeree rondkijkt, ziet dat<br />

daar inderdaad heel wat minder fraais aan het oog wordt<br />

onttrokken door de zogeheten hoagten, in de negentiende<br />

eeuw hoog opgeworpen zandwallen. En ook in de<br />

Schouwse Westhoek is heel wat recreatieve en andere<br />

bebouwing - gelukkig - verstopt in (voormalige)<br />

boomgaarden. Echter, de verrommeling zelf wordt<br />

daarmee niet gekeerd. De wallen zijn dus, negatief<br />

geformuleerd en naar analogie van schaamgroen, te<br />

bestempelen als ‘schaamwallen’. Maar, eigenlijk zouden<br />

we ons niet moeten hoeven te schamen.<br />

Daarbij komt dat niet elke wal door vorm en vooral<br />

ligging en oriëntatie een aanwinst voor het landschap<br />

lijkt te zijn. Toegegeven, voor een deel is dat een kwestie<br />

van smaak en kan men menen dat een recent opgeworpen<br />

wal eerst moet rijpen en begroeid moet raken.<br />

Maar wanneer bijvoorbeeld de blik vanaf de kreekrug<br />

niet meer vrij over het lagere poelgebied kan dwalen, is<br />

er toch iets aan de hand. Dan is zo’n wal zelf een vorm<br />

van verrommeling. Ze verstoort namelijk logische en<br />

historische vergezichten en ze grijpt in in vanouds<br />

bestaande hoogteverschillen.<br />

Het is dan ook duidelijk: over wallen is het laatste<br />

woord nog niet gezegd.<br />

Aad de Klerk,<br />

adviseur cultuurhistorie en landschap<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 13 maart 2010/01 • CULTUURHISTORIE<br />

Medio <strong>2009</strong> nieuw<br />

opgeworpen wal rond<br />

(de uitbreiding van)<br />

een minicamping bij<br />

Koudekerke (Walcheren).


Streektalen<br />

Cd met Zeeuwse verhaaltjes voor goed doel<br />

Een volle zaal voor het<br />

symposium ‘In ’t Zeeuws<br />

kan ’t ok’. Kees Martens<br />

verwelkomt het publiek.<br />

Eind <strong>2009</strong> verscheen een cd met vijftien verhaaltjes<br />

in het Zeeuwse dialect. Ze zijn verzameld door<br />

Engel Reinhoudt. Verschillende van deze verhalen<br />

zijn van zijn hand en werden eerder al gepubliceerd<br />

in de PZC in de rubriek ‘Onze Streektaal’.<br />

De verhalen worden voorgelezen door Erna Ramstijn.<br />

Rond kerstdag kregen alle leden van de Nierpatiënten<br />

Vereniging Oosterschelde de cd als kerstattentie.<br />

De opbrengst van de verkoop van de cd is integraal<br />

bedoeld voor de <strong>Stichting</strong> Sri Lanka Support<br />

(www.srilankasupport.nl). Deze stichting ondersteunt via<br />

sponsoring ruim 130 kinderen uit de meest arme families<br />

op Sri Lanka. Ook tientallen scholen krijgen via deze<br />

stichting ondersteuning door de bouw van toiletunits<br />

en waterputten, de aanleg van elektriciteit en dergelijke.<br />

De cd Luisterverhalen van Zeeuwschen Huize koopt u voor<br />

€ 9,95 bij De Drvkkery in Middelburg, of door €11,95<br />

(incl. verzendkosten) over te maken op rekening<br />

50.75.14.262 t.n.v. Sri Lanka Support, onder vermelding<br />

van uw naam en adres. De cd werd officieel gepresenteerd<br />

in De Drvkkery in Middelburg op 30 januari.<br />

Zêêuwse Dialect Verênigieng 80!<br />

De tachtigjarige verjaardag van de Zeeuwse<br />

Dialectvereniging ging niet onopgemerkt voorbij.<br />

Op 21 november <strong>2009</strong> organiseerde de vereniging<br />

voor de tweede keer het symposium<br />

‘In ’t Zeeuws kan ’t ok’.<br />

Acht lezingen van bekende Zeeuwse Nederlanders, elk<br />

over hun eigen (vak)gebied, dat is wat dit symposium te<br />

bieden had. De gastsprekers zijn allen opgegroeid met het<br />

Zeeuwse dialect en hielden hun lezing dan ook in het<br />

Zeeuws. Om de variëteit van Zeeuwse dialecten aan bod<br />

te laten komen, kwamen de sprekers uit de verschillende<br />

regio’s in <strong>Zeeland</strong> en vertegenwoordigden ze de meest<br />

uiteenlopende vakgebieden. Nelleke van der Krogt<br />

(Zuid-Beveland), bekend van ‘Tussen Kunst en Kitsch’,<br />

vertelde over haar jeugd in <strong>Zeeland</strong>. Kees Slager (Tholen)<br />

ging in zijn lezing aan het werk met ‘Even Dienke’ en<br />

vertelde hiermee ook zijn levensverhaal om uiteraard te<br />

eindigen met het bordspel dat hij samen met zijn zoon<br />

maakte. Officier van Justitie André Flikweert (Schouwen-<br />

Duiveland) had het over misdaad in <strong>Zeeland</strong>. Er waren<br />

ook drie Rinussen: Rinus Sommeijer, Rinus de Regt of<br />

Rinus Platschorre? De eerste Rinus (uit Zuid-Beveland<br />

en bioloog) vertelde over zijn onderzoek naar bijen,<br />

de tweede Rinus (commissaris van politie uit Schouwen-<br />

Duiveland) had het over zijn politiewerkzaamheden en<br />

de laatste Rinus (Noord-Beveland) over leven met water.<br />

Tiny Geelhoed, Zuid-Bevelandse virologe, had het<br />

actueelste thema, het griepvirus, en de West-Zeeuws-<br />

Vlaamse Frank Leenhouts had het over kunst. Voor<br />

het muzikale intermezzo zorgde ook zijn groep<br />

‘Soep is ook sause’.<br />

Het doel van het symposium was het bredere publiek in<br />

<strong>Zeeland</strong> kennis te laten maken met de Zeeuwse streektaal,<br />

te laten zien dat het spreken van dialect geen enkele<br />

handicap hoeft te zijn om maatschappelijk carrière te<br />

maken en om aan te geven dat je ook in je eigen streektaal<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 14 maart 2010/01 • STREEKTALEN<br />

over actuele onderwerpen uitstekend kunt discussiëren.<br />

Na de lezingen was er een paneldiscussie onder leiding<br />

van de dagvoorzitter Cees van Liere. Het panel bestond<br />

uit de gastsprekers, die een stelling over de Zeeuwse<br />

streektaal poneerden die dan in interactie met de<br />

aanwezigen in de zaal besproken werd.<br />

De oud-voorzitter van de Zeeuwse Dialectvereniging,<br />

Kees Martens, werd verrast met een koninklijke<br />

onderscheiding. Die werd hem uitgereikt door de<br />

burgemeester van Middelburg, Koos Schouwenaar.<br />

Burgemeester Koos Schouwenaar huldigt<br />

oud-voorzitter Kees Martens.<br />

De dag bleek weer eens een succes te zijn. Publiek, sprekers<br />

en organisatoren waren dan ook zeer verheugd dat<br />

alles goed verliep. Op naar het volgende lustrum? We<br />

wensen de vereniging het allerbeste de volgende jaren.


•<br />

STREEKTAAL VARIA<br />

• Inaugurele rede Jos Swanenberg<br />

Op 20 november <strong>2009</strong> hield Jos Swanenberg, de adviseur<br />

streektaal van Noord-Brabant, zijn inaugurele rede als<br />

bijzonder hoogleraar Diversiteit in taal en cultuur in<br />

Brabant, een leerstoel opgericht door de Toon Weijnen<br />

<strong>Stichting</strong>. In zijn rede behandelde Jos taal zoals die<br />

vandaag in Brabant wordt gesproken, het Brabants tussen<br />

dialect en standaardtaal. De titel van zijn rede was dan<br />

ook ‘Van alterande sorte. Brabants tussen dialect en<br />

standaardtaal’. Jos vertelde onder andere dat het dialect<br />

achteruitboert, en dat daardoor de belangstelling<br />

toeneemt. Er ontstaat een regiolect dat ook door jongeren<br />

wordt gesproken, waardoor nieuwe variëteiten ontstaan<br />

in het Brabants, een nieuw Brabants, dus. Jos lichtte dit<br />

toe met allerlei voorbeelden uit het Brabants. Voor de<br />

inaugurele rede was er ook een minisymposium over<br />

Brabantse dialecten.<br />

• Colloquium Taal en Tongval in Gent<br />

Op dezelfde dag (20 november <strong>2009</strong>) werd in de<br />

Koninklijke Academie voor Taal- en Letterkunde in Gent<br />

het jaarlijkse Taal en Tongval-colloquium gehouden. Op<br />

het programma stonden lezingen over regiolecten in het<br />

Nederlandse taalgebied en in aanpalende landen. De dag<br />

bestond uit een goedgevuld programma met verschillende<br />

boeiende lezingen. Ook Wilbert Heeringa was er te gast.<br />

• Honderd jaar Weijnen<br />

Op 28 <strong>dec</strong>ember <strong>2009</strong> zou prof. dr. Toon Weijnen<br />

honderd jaar zijn geworden. Naar aanleiding van die<br />

gebeurtenis heeft de Letterenfaculteit van de Radboud<br />

Universiteit Nijmegen een symposium georganiseerd om<br />

de taalkundige en dialectoloog Weijnen te gedenken.<br />

Het symposium vond plaats op 11 <strong>dec</strong>ember <strong>2009</strong> in<br />

het studiecentrum Soeterbeeck van de Radboud<br />

Universiteit in Ravenstein. Vooraanstaande professoren en<br />

dialectologen (ex-studenten en oud-collega’s van Weijnen)<br />

• Cursus over het Zeeuws<br />

De Provincie <strong>Zeeland</strong> en de SCEZ overwegen om in het<br />

najaar of begin volgend jaar een cursus over het Zeeuws<br />

aan te bieden. In andere provincies is er al langer een<br />

traditie van cursussen. In eerste instantie denken we aan<br />

een cursus waarin vooral de geschiedenis van het Zeeuws<br />

en de kenmerken van de verschillende dialecten in<br />

Zing Zeeuws 2010<br />

Het is weer zover. Voor de derde keer<br />

organiseert <strong>Stichting</strong> De Zeeuwse Taele in samenwerking<br />

met de SCEZ de liedjeswedstrijd ‘Zing<br />

Zeeuws’.<br />

Vanaf 1 maart nodigen wij iedereen die kan<br />

zingen of schrijven of muziek maken in het<br />

Zeeuws uit om zich in te schrijven voor ‘Zing<br />

Zeeuws 2010’. Liedjes moeten op cd of usb-stick<br />

aangeleverd worden vóór 1 september. De finale<br />

vindt plaats op 6 november 2010 in De Klomp in<br />

Ovezande. Meer nieuws volgt na 1 maart op<br />

www.zingzeeuws.nl en op www.scez.nl.<br />

Hij onderzoekt op dit ogenblik de regiolecten in<br />

Nederland en Vlaanderen. In <strong>Zeeland</strong> bezocht hij<br />

drie plaatsen (Axel, Zierikzee en Westkapelle) waar<br />

hij twee oudere mannen tussen de zestig en tachtig jaar<br />

interviewde en twee jongere vrouwen tussen twintig en<br />

veertig. Resultaten van dit onderzoek zijn er nog niet.<br />

brachten met diverse lezingen die een bepaald aspect van<br />

Weijnen belichtten, hulde aan de overleden professor:<br />

Weijnen als lexicograaf, de betekenis van Weijnen in<br />

interlinguaal perspectief, Weijnen en zijn nalatenschap<br />

enzovoort waren onder andere de thema’s die aan bod<br />

kwamen. Weijnen was jarenlang erelid van de Zeeuwse<br />

Dialectvereniging. Weijnen schreef ook nu en dan<br />

interessante stukjes over het Zeeuws. Zo schreef hij<br />

bijvoorbeeld over het woord strao/strange/strand.<br />

<strong>Zeeland</strong> aan bod komen. Zou u overwegen om zo’n<br />

cursus te volgen? En welke thema’s mogen er volgens<br />

u niet ontbreken in het aanbod?<br />

Uw reacties zijn welkom bij de adviseur streektalen van<br />

de SCEZ, Veronique De Tier: v.de.tier@scez.nl, postbus<br />

49, 4330 AA Middelburg.<br />

Fietsen in het Zêêuws<br />

Zoals u ook in het vorige nummer hebt kunnen<br />

lezen, wordt 2010 in <strong>Zeeland</strong> een fietsjaar. Ook<br />

met taal willen we daar wat aandacht aan<br />

besteden. We zijn dus nog altijd op zoek naar<br />

leuke verhalen over fietsen in <strong>Zeeland</strong>, en de daarbij<br />

behorende Zeeuwse woordenschat. Spreekt u<br />

nog Zeeuws en kent u wat onderdelen van de fiets,<br />

dan vragen wij u om een vragenlijst over de fiets in<br />

te vullen die u kunt vinden op de website van de<br />

SCEZ. U kunt een Wordversie via mail aanvragen<br />

(v.de.tier@scez.nl) of de pdf downloaden en<br />

uitprinten (www.scez.nl) en terugsturen.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 15 maart 2010/01 • STREEKTALEN<br />

Bijzonder hoogleraar<br />

Diversiteit in taal en<br />

cultuur in Brabant<br />

Jos Swanenberg, tevens<br />

adviseur streektaal bij<br />

<strong>Erfgoed</strong> Brabant.


MUSEA<br />

Musea, verleidelijk boeiend en ook in de eigen woonomgeving<br />

Nationaal Museumweekend 10 en 11 april<br />

Zeeuwse musea sluiten aan bij landelijk succesjaar<br />

De 45 Zeeuwse musea hebben in <strong>2009</strong> zo’n 25.000<br />

bezoekers meer ontvangen dan in 2008. Totaal<br />

passeerden 409.708 bezoekers de entree van een<br />

museum in <strong>Zeeland</strong>. Dat is een toename van 6,5%<br />

t.o.v. de 384.712 bezoekers in het jaar daarvoor.<br />

Bij veel musea bleven de bezoekcijfers gelijk, een<br />

beetje hoger of een beetje lager dan in 2008.<br />

Een echte uitschieter was het in <strong>2009</strong> heropende<br />

Watersnoodmuseum met 53.117 bezoekers, dat daarmee<br />

net onder de begin januari gepresenteerde Top 55 van<br />

Nederlandse musea bleef. Het Watersnoodmuseum staat<br />

hiermee wel op nummer 1 in <strong>Zeeland</strong>, gevolgd door het<br />

Spoorwegmuseum Stoomtrein Goes-Borsele dat <strong>2009</strong><br />

afsloot met 45.352 bezoekers, een winst van 3.000 ten<br />

opzichte van 2008. De vanouds grootste musea in<br />

<strong>Zeeland</strong>, het Zeeuws Museum in Middelburg en het<br />

Zeeuws maritiem mu<strong>ZE</strong>Eum in Vlissingen, sloten <strong>2009</strong><br />

beide af met ruim 40.000 bezoekers. Opvallend is ook de<br />

stijging bij de Zeeuwse oorlogsmusea, zoals Switchback<br />

en Gdynia, gevolg van de herdenking van de Slag om de<br />

Schelde. Bevrijdingsmuseum <strong>Zeeland</strong> ontving in de eerste<br />

twee maanden na opening een kleine 4.000 bezoekers.<br />

Afgelopen week publiceerde de Nederlandse Museumvereniging<br />

een overzicht van de bezoekcijfers bij de<br />

grootste musea in Nederland. Daaruit bleek dat ook<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 16 maart 2010/01 • MUSEA<br />

Wegens groot succes, zowel van de campagne<br />

als van de reacties van publiek en musea,<br />

is ook dit jaar het thema van<br />

het Nationale Museumweekend ‘Verleiden’.<br />

“Laat je verleiden door een museumstuk”. Met deze tekst<br />

wist de pakkende postercampagne van vorig jaar vele<br />

enthousiaste reacties en bezoekers op te roepen voor het<br />

Museumweekend. Op de posters waren modellen te zien<br />

die verleidelijk een museumstuk presenteerden:<br />

• een oude kraag (als verwijzing naar de textiel-<br />

en historische musea);<br />

• een radio (musea voor communicatie en techniek);<br />

• een leeuw (natuurhistorische musea).<br />

Voor de alweer 29ste editie van het Museumweekend<br />

binnenkort in april zijn ditmaal als verleidende<br />

voorwerpen gekozen:<br />

• een reddingboot uit het Nationaal Reddingsmuseum<br />

in Den Helder;<br />

• een stel terracotta paarden uit het Tropenmuseum<br />

te Amsterdam.<br />

Op naar de maritieme en volkenkundige musea dus!<br />

Het Nationaal Museumweekend is vooral een regionaal<br />

en lokaal evenement. Het is bedoeld om omwonenden<br />

van musea te prikkelen om eens bij een museum in de<br />

directe omgeving naar binnen te gaan en dus niet alleen<br />

tijdens een vakantie in het buitenland. Voor de diverse<br />

programma’s tijdens het Museumweekend op 10 en<br />

11 april, zie de landelijke site www.museumweekend.nl;<br />

voor <strong>Zeeland</strong> zie www.zeelandmuseumland.nl.<br />

landelijk het bezoek aanmusea in <strong>2009</strong> licht is gestegen<br />

ten opzichte van 2008. Uit een rondgang langs de 55<br />

grootste musea bleek dat zij rond 11 miljoen bezoeken<br />

hebben ontvangen. Die Nederlandse Museumvereniging<br />

stelt vast dat de stijging werd veroorzaakt door meer<br />

Nederlandse bezoekers.<br />

Dit ten opzichte van een dalend aantal buitenlandse<br />

toeristen, als gevolg van de wereldwijde recessie.<br />

Dat correspondeert ook met het feit dat in <strong>2009</strong> meer<br />

Nederlanders vakantie in eigen land vierden. Ook de<br />

toename in gebruik van de Museumkaart leverde een<br />

bijdrage aan de groei van het museumpubliek. Datzelfde<br />

beeld geldt voor de Zeeuwse musea. Ook bleek in enkele<br />

Zeeuwse musea een sterke toename van het publiek tot en<br />

met 18 jaar, mede als gevolg van nieuw educatief aanbod.<br />

In het Zeeuws Museum vormde dit publiek zelfs 19% van<br />

het totaal.<br />

In <strong>2009</strong> werd in bijna twintig musea voor de tweede keer<br />

de Zeeuwse museumpeiling gehouden, een provinciebreed<br />

onderzoek onder museumpubliek. De resultaten hiervan<br />

zijn in een rapport gepubliceerd op de website<br />

www.zeelandmuseumland.nl. Daar is ook de agenda van<br />

de Zeeuwse musea voor dit jaar te vinden. Veel Zeeuwse<br />

musea haken met hun activiteiten in op het Zeeuws jaar<br />

van de fiets, door het samenstellen van fietstochten ter<br />

verkenning van het cultureel erfgoed in de regio.


DE ARCHIEFRONDE VAN <strong>ZE</strong>ELAND<br />

Gemeentearchief Borsele<br />

Op 1 januari 1970 verenigden zich de gemeenten Baarland,<br />

Borssele, Driewegen, Ellewoutsdijk, ’s-Gravenpolder, Heinkenszand,<br />

’s-Heer Abtskerke, ’s-Heerenhoek, Hoedekenskerke, Nisse, Oudelande<br />

en Ovezande in de Zak van Zuid-Beveland tot de nieuwe gemeente<br />

Borsele. Dat was zo geregeld in de herindelingwet, die alle vroegere<br />

gemeenten op Zuid-Beveland onderbracht in vier nieuwe gemeenten.<br />

Van twaalf tot één teruggebracht<br />

Twaalf archieven van twaalf doorgaans kleine Bevelandse gemeenten<br />

kwamen in het gemeentehuis van de nieuwe gemeente terecht. Dat<br />

betekende toentertijd zo’n grote aanwas, dat het nieuwe gemeentebestuur<br />

met de handen in het haar zat. Hoe moest men die berg papier gaan<br />

beheersen? Het bestuur koos voor de oplossing om twee in het vak<br />

vergrijsde gemeentesecretarissen,<br />

die van een welverdiend<br />

pensioen zouden gaan genieten,<br />

de opdracht te geven het aantal<br />

meters archief drastisch terug te<br />

brengen. Zij slaagden erin die<br />

opdracht naar behoren uit te<br />

voeren, zij het dat niet alles<br />

conform de toen geldende<br />

voorschriften geschiedde. Er is<br />

ook materiaal verloren gegaan in<br />

de jaren vijftig en zestig van de<br />

vorige eeuw, toen enkele<br />

gemeenten zonder na te denken<br />

en met voorbijgaan aan de<br />

wettelijke regeltjes stukken<br />

vernietigden, die we nu nog<br />

graag hadden willen hebben. En<br />

dat is jammer. Vandaag de dag<br />

worden de wettelijke regelingen<br />

nauwkeurig nageleefd.<br />

Samenwerking<br />

met archief Goes<br />

Tien jaar later, in 1980, had de<br />

gemeente een in het archivarissenvak<br />

opgeleide ambtenaar. Deze zorgde voor de zo noodzakelijke aanwas<br />

van andere, voor de lokale geschiedenis van belang zijnde archieven,<br />

zoals die van Hervormde en Gereformeerde Kerken. De afdeling<br />

Interne Zaken maakte bovendien werk van een fotoverzameling,<br />

die er nu zijn mag. Een handbibliotheek ontbreekt evenmin.<br />

In 1999 koos de gemeente ervoor om een samenwerkingsverband aan<br />

te gaan met het gemeentearchief van Goes. Sinds dat jaar voert het<br />

personeel van het Goese archief de wettelijke taken uit. Het kon daarbij<br />

het door de Borselse ambtenaar, die inmiddels met pensioen was,<br />

geschapen raamwerk goed gebruiken. Nu, anno <strong>2009</strong>, beschikt het<br />

gemeentearchief van Borsele over een uitgebreide verzameling archieven,<br />

die alle op hun manier een bijdrage leveren aan onze kennis van<br />

de geschiedenis van dat mooie stuk Zuid-Beveland. Voor een klein<br />

gedeelte van de geschiedenis moet u naar het gemeentearchief van Goes.<br />

De gegevens over Lewedorp en Nieuwdorp liggen verankerd in het archief<br />

van de vroegere gemeente ’s-Heer Arendskerke en dat bevindt zich in de<br />

archiefbewaarplaats van de Ganzestad.<br />

Studiezaal en dorpsarchieven<br />

De studiezaal bevindt zich in het gemeentehuis te Heinkenszand.<br />

Het beste kunt u even bellen voor een afspraak op telefoonnummer<br />

0113-238337. De gemeentearchivaris is niet de gehele week aanwezig.<br />

Zeventiende-eeuwse toneelrollen van rederijkerskamer<br />

De Fiolieren uit ’s-Gravenpolder.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 17 maart 2010/01 • ALGEMEEN<br />

Bij zijn afwezigheid wordt u geholpen door de collega’s van de afdeling<br />

Interne Zaken. Sinds enige tijd kan vooral de genealogische onderzoeker<br />

gebruik maken van de internetsite van de gemeente, waarop een deel<br />

van de fotoverzameling te bekijken is en een deel van de indexen op<br />

de burgerlijke stand.<br />

De meeste dorpsarchieven beginnen zo rond de tijd van de Bataafse<br />

Republiek. Die van ’s-Gravenpolder en Nisse bevatten belangrijke<br />

oudere papieren. Het archief van Baarland daarentegen is al eind<br />

negentiende eeuw grotendeels verloren gegaan door brand. De meeste<br />

archieven van de Hervormde Gemeenten beginnen doorgaans in de<br />

zeventiende eeuw.<br />

Topstukken<br />

uit zeventiende eeuw<br />

Tot de topstukken van het<br />

gemeentearchief behoren<br />

de zeventiende-eeuwse<br />

toneelrollen van rederijkerskamer<br />

De Fiolieren uit<br />

’s-Gravenpolder. Ze zijn er<br />

zowel in rolvorm, als in<br />

boekvorm. De rollen zijn in<br />

tere staat, maar worden onder<br />

zware garanties wel uitgeleend<br />

voor tentoonstellingen, zoals<br />

enige jaren geleden in Brussel<br />

en in Amsterdam. Zij zijn een<br />

voorbeeld van overgeleverde<br />

archivalia, die het lokale,<br />

regionale en provinciale belang<br />

verre overstijgen. Ze zijn nu al<br />

weer enige jaren onderwerp<br />

van een belangrijke studie door<br />

de Universiteit van Tilburg.<br />

In een vroegere fase was het<br />

de Universiteit van Nijmegen,<br />

die zich met de rollen heeft<br />

beziggehouden.<br />

Het gemeentearchief van Borsele is volop doende met het plaatsen van<br />

gegevens uit de akten van de burgerlijke stand en de bevolkingsregisters<br />

op de internetsite van de gemeente. Aan de digitalisering van de<br />

fotoverzameling wordt hard gewerkt en ook deze is al voor een deel<br />

op de site geplaatst.<br />

Gemeentearchief Borsele<br />

Stenevate 10, 4451 KB Heinkenszand<br />

T 0113-238337 | E info@borsele | www.borsele.nl<br />

Openingstijden<br />

Maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 12.30 uur


Vondst voor het voetlicht<br />

Pelgrimsinsigne<br />

Sint-Job van Wezemaal (B) uit Scherpenisse<br />

In het voorjaar van 2007 voerde SOB Research een archeologisch<br />

onderzoek door middel van proefsleuven uit wegens uitbreiding van<br />

de kerk van de gereformeerde gemeente in de dorpskern van<br />

Scherpenisse op Tholen. Het onderzoek bracht tal van archeologische<br />

sporen aan het licht. Opvallend onder de vondsten was een grote<br />

hoeveelheid leerafval. Het gaat om leerafsnijdsels die voornamelijk<br />

van schoenen afkomstig zijn. Daarnaast is er het gebruikelijke aardewerk<br />

dat eveneens voornamelijk in de late middeleeuwen (vijftiende eeuw)<br />

te dateren is. Onder de inmiddels aan het Provinciaal Archeologisch<br />

Depot (PAD) aangeleverde vondsten is ook een kleine hoeveelheid<br />

metalen voorwerpen.<br />

De verreweg interessantste en fraaiste vondst is een pelgrimsinsigne<br />

van de Heilige Job, te dateren in de tweede helft van de vijftiende eeuw.<br />

Het insigne, we kunnen het een reissouvenir noemen, is vervaardigd uit<br />

een tin/loodlegering. Job wordt in het naar hem vernoemde bijbelboek<br />

voorgesteld als een rechtvaardig man. Door beproevingen en uiteindelijk<br />

de overwinning op zijn lijden wordt hij gezien als een voorafbeelding<br />

van Christus.<br />

De afbeelding toont in een gotische omkadering de heilige man Job<br />

zittend op een mestvaalt. Zijn lichaam is overdekt met puisten en<br />

zweren. Aan weerszijden van hem zijn twee muzikanten te zien. Dit<br />

is de verbeelding van een apocriefe legende over Job. Hij overhandigde<br />

de met een potscherf afgekrabde korsten van zijn zweren aan de<br />

muzikanten waarop deze relicten spontaan veranderden in goudstukken.<br />

Op andere insignes zien we nog een bel boven het hoofd van Job<br />

(op ons insigne verdwenen), wat aangeeft dat hij als een melaatse is<br />

voorgesteld. Pestlijders moesten hun aanwezigheid bekend maken door<br />

met een bel of ratel te zwaaien. Job werd daarom vooral aangeroepen als<br />

beschermheilige tegen de pest of besmettelijke ziekten.<br />

De spreuk op de tekstband luidt: S.Job van Wesemale.<br />

De plaats Wezemaal ligt in de provincie Brabant (België) en was<br />

een bekend bedevaartsoord ter ere van Sint-Job. Op de tekstband die<br />

rond het hoofd van Job gedrapeerd ligt lezen we: God gaf God nam.<br />

Dit is een directe verwijzing naar het Bijbelverhaal waarin God steeds<br />

weer terugnam wat hij eerder gaf.<br />

Deze vondst past goed in de reeks tot nu toe gevonden pelgrimsinsignes<br />

van Job uit Wezemaal in <strong>Zeeland</strong>. Vrijwel alle bekende vondsten komen<br />

van dorpen van het verdronken land van Zuid-Beveland, met name<br />

Nieuwlande. Maar ook van het aan de Westerschelde gelegen Valkenisse<br />

kennen we een exemplaar. Het afgebeelde exemplaar is in de depotcollectie<br />

opgenomen onder het inventarisnr. 0041-71.<br />

Henk Hendrikse,<br />

depotbeheerder<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 18 maart 2010/01 • ALGEMEEN<br />

Literatuur<br />

- H.J.E. van Beuningen, A.M. Koldeweij, Heilig en profaan. 1000 laatmiddeleeuwse<br />

insignes uit de collectie H.J.E. van Beuningen. Rotterdam Papers vol. 8,<br />

1993.<br />

- H.J.E. van Beuningen, A.M. Koldeweij, D. Kicken, Heilig en profaan 2.<br />

1200 laatmiddeleeuwse insignes uit openbare en particuliere collecties.<br />

Rotterdam Papers vol. 12, 2001.<br />

- J.E.M. Wattenberghe, Inventariserend Veldonderzoek door middel van<br />

proefsleuven Uitbreiding kerk Gereformeerde Gemeente, Schoolstraat 4,<br />

Scherpenisse, Gemeente Tholen. SOB Research, Heinenoord 2007.


<strong>Erfgoed</strong>Allerlei opgave en bronnenlijst en scheeps- en<br />

persoonsnamenregister.<br />

PUBLICATIES<br />

SCEZ kan geen aanvullende<br />

informatie verstrekken over de<br />

verkoop van verschenen publicaties.<br />

• Boeken en<br />

eenmalige uitgaven<br />

Johnny Beerens, Johnny Beerens<br />

(Zutphen: Walburg Pers, <strong>2009</strong>) 128<br />

pag.; ill., foto’s; ISBN 978-90-5730-<br />

552-6. Dit boek biedt een overzicht<br />

van het werk van Johnny Beerens,<br />

bij menigeen bekend om zijn werk<br />

aan de Oostburgse watertoren met de<br />

denkbeeldige scheur en druppels. Het<br />

boek werd door Lo van Driel voorzien<br />

van een inleidende tekst en bevat de<br />

hoofdstukindeling ‘op de grens van<br />

land en zee’, schilderijen, werk op<br />

locatie, werk op papier, papier<br />

scheppen en muurschilderingen.<br />

Wout Bareman, Adria van de Wege<br />

en Aector Dooms (teksten), Het mysterie<br />

van de s.s. Cornelis en de geschiedenis<br />

van rederij Lensen (Terneuzen:<br />

W.H. Broekhuysen, <strong>2009</strong>) 128 pag.;<br />

ill., foto’s; ISBN 978-90-803089-8-5.<br />

In 1922 verging de s.s. Cornelis van<br />

rederij Lensen en kwamen 12 van de<br />

23 opvarenden om het leven. In 24<br />

hoofdstukken van diverse inbreng en<br />

3 bijlagen wordt het mysterie rond de<br />

ondergang van dit schip beschreven.<br />

Peter Blom, Peter Henderikx,<br />

Aad de Klerk, Peter Sijnke & Ad<br />

Tramper, Historische atlas van<br />

Walcheren (Nijmegen: Vantilt, <strong>2009</strong>)<br />

79 pag.; ill., foto’s, krt., tek.; ISBN<br />

978-90-6004033-7. In dit boek wordt<br />

op tal van aspecten in de historische<br />

ontwikkeling van het eiland gewezen,<br />

waarbij niet alleen oorlogshandelingen,<br />

cartografische en landschapsontwikkelingen<br />

aan bod komen maar ook de<br />

toeristische, stadsplanologische,<br />

infrastructurele, scheepvaartkundige en<br />

andere ontwikkelingen. Het goed<br />

geïllustreerde boek - met uiteraard veel<br />

kaarten - telt een 35-tal korte hoofdstukken.<br />

Met bronnen en literatuurverwijzing<br />

en illustratieverantwoording.<br />

Lia Geelhoed-Tournois en Anke<br />

Ramondt-van der Slikke, Getroffen :<br />

herinneringen uit Schoondijke ’40-’45<br />

(Schoondijke: Comité 4-5 mei, <strong>2009</strong>)<br />

103 pag.; foto’s, tek. Boekje met een<br />

twintigtal verhalen van ooggetuigen<br />

en betrokkenen die over de Tweede<br />

Wereldoorlog en Schoondijke vertellen.<br />

Met lijst van oorlogsslachtoffers,<br />

epiloog en het Zeeuws-Vlaams<br />

volkslied.<br />

Cor Heijkoop, De duvel zit in het<br />

water. Scheepsrampen in het Nauw<br />

van Bath (Vlissingen: ADZ, <strong>2009</strong>)<br />

127 pag., ill., foto’s, krt.; ISBN 978-<br />

90-72838-46-9. In tien hoofdstukken<br />

leidt de auteur de lezer door middel<br />

van veel fotomateriaal langs tien<br />

<strong>dec</strong>ennia scheepsrampen in het Nauw<br />

van Bath; tevens gaat hij in op de<br />

achtergronden van de calamiteiten en<br />

besteedt hij aandacht aan de sleepvaart<br />

en het bergingswezen. Met literatuur<br />

Cor Heijkoop, Klein venijn.<br />

Kleinkampfmittel en de konvooivaart op<br />

Antwerpen 1944-1945 (Vlissingen:<br />

ADZ, <strong>2009</strong>) 127 pag.; ill., foto’s, krt.;<br />

ISBN 978-90-72838-47-6. Onderwerp<br />

van deze studie zijn de dwergonderzeeboten<br />

(Molch, Seehund, Biber) en snelle<br />

motorboten (Linsen) die door de<br />

Duitse bezetter werden ingezet om de<br />

konvooivaart op de Westerschelde te<br />

vernietigen in de winter van<br />

1944/1945. De auteur beschrijft in<br />

dertien hoofdstukken de oorsprong,<br />

uitrusting en opleiding van de dwergonderzeeboten,<br />

de inzet van de diverse<br />

types en de oorlogshandelingen en<br />

bestrijding van het gevaar door de<br />

geallieerden. Diverse dwergonderzeeërs<br />

zijn als museumstuk nog steeds te zien.<br />

Met literatuuropgave en index.<br />

M.A. Hemminga (red.), Hoeve Van der<br />

Meulen. Van bouwval tot boerenlanderfgoed<br />

(Wilhelminadorp: <strong>Stichting</strong><br />

Het Zeeuwse Landschap, <strong>2009</strong>) 93<br />

pag.; ill., foto’s, krt., tek.; ISBN 978-<br />

90-806370-9-2. In 2006 verwierf<br />

<strong>Stichting</strong> Het Zeeuwse Landschap bij<br />

’s-Heer Abtskerke de boerderij ‘d’Oeve<br />

Van der Meulen’ met ommelanden. In<br />

dit boek wordt de geschiedenis van de<br />

boerderij beschreven, het herstel van<br />

de boerderij en het erf in hun oude<br />

glorie en de veiligstelling van boerenlanderfgoed.<br />

Arend-Jan van der Horst ... [et al.];<br />

fotogr.: Eddy Westveer, Vlissingsestraat<br />

Middelburg : heden & verleden ([S.l.]:<br />

[s.n.], <strong>2009</strong>) 74 pag.; ill., foto’s; ISBN<br />

978-90-814821-1-0. Klein boekje voor<br />

en door bewoners van de Vlissingsestraat<br />

met hoofdstukken over de<br />

geschiedenis van de straat, de Vlissingse<br />

poort, bedrijvigheid en enkele stukken<br />

over verdwenen huizen en bewoners.<br />

Met veel fotomateriaal.<br />

Frank de Klerk (samenst. archiefonderz.<br />

en foto’s), De oorlog in stukken.<br />

De beleving van de jaren 1940-1945<br />

op de Bevelanden (Goes: Paard van<br />

Troje, cop. <strong>2009</strong>) 135 p.; ill., foto’s,<br />

krt., tek.; ISBN 978-90-809531-7-8.<br />

Het boek vol anekdotes en vertellingen<br />

is samengesteld op basis van interviews,<br />

archiefonderzoek, brieven en dagboeken.<br />

Het is verdeeld in drie hoofdstukken.<br />

Het eerste omvat chronologisch<br />

de meidagen van 1940, het<br />

tweede hoofdstuk bevat onderwerpsgewijs<br />

de bezettingstijd en het derde<br />

hoofdstuk beschrijft vanaf Dolle Dinsdag<br />

tot en met 6 november en verder<br />

de bevrijding van de Bevelanden. Met<br />

eindnoten, beeldverantwoording,<br />

literatuurlijst en bronnenvermelding.<br />

H. Nieuwenhuize, Hulp in benauwdheden.<br />

Een waargebeurde geschiedenis<br />

uit de bange oorlogsjaren 1940-1945<br />

(Goes: De Ramshoorn, <strong>2009</strong>) 320<br />

pag.; ill., foto’s, tek.; ISBN 978-90-<br />

76466-70-5. Het waargebeurde verhaal<br />

van een inwoner uit Yerseke die voor<br />

de arbeidsinzet in het Ruhrgebied in<br />

Duitsland wordt opgeroepen om te<br />

werken in de oorlogsindustrie. Na<br />

meerdere jaren weg te zijn geweest<br />

komt hij in mei 1945 weer thuis,<br />

maar daar blijkt alles anders dan hij<br />

had verwacht.<br />

Lawrence Paterson, Weapons of<br />

Desperation. German Frogmen and<br />

Midget Submarines of World War II<br />

(London: Chatham Publishing, 2006)<br />

256 pag.; ill., foto’s, krt., tek.; ISBN 1-<br />

86176-279-8. Boek over een specifiek<br />

onderdeel van de maritieme oorlogvoering<br />

van de Kriegsmarine in de<br />

Tweede Wereldoorlog. Bevat een<br />

uitgebreid hoofdstuk (pag. 126-152)<br />

over de inzet van minionderzeeboten<br />

in 1944 tijdens de slag om de Schelde<br />

en daarna. Met lijst van bijlagen,<br />

beknopte bibliografie en index.<br />

Cordula Rooijendijk, Waterwolven.<br />

Een geschiedenis van stormvloeden,<br />

dijkenbouwers en droogmakers (Atlas:<br />

Amsterdam/Antwerpen, <strong>2009</strong>) 408<br />

pag.; ill., foto’s, krt., tek.; ISBN 978-<br />

90-450-0481-5. Bevat negen<br />

thematische hoofdstukken, waaronder<br />

diverse met Zeeuwse thema’s: <strong>Zeeland</strong><br />

en Vlaanderen, Willem van Saeftinghe<br />

(2), Groningen en <strong>Zeeland</strong>. Johan van<br />

Veen (8) en Geef ons heden ons<br />

dagelijks brood, en af en toe een<br />

watersnood (9). Met register,<br />

beredeneerde literatuurlijst en<br />

verklarende woordenlijst.<br />

Piet Rijk en Ad Schenk, Een baken<br />

van het Roomse leven. 150 jaar<br />

katholieke kerk in Ovezande<br />

(Heinkenszand: Avensant, <strong>2009</strong>) 134<br />

pag.; ill., foto’s, tek., krt.; ISBN 978-<br />

90-814457-1-9. In dit jubileumboek<br />

is veel plaats ingeruimd voor een<br />

biografische schets van alle pastoors<br />

en hun gemeenten, de kerkelijke<br />

gebruiken en de vele medewerkers<br />

uit het dorp die de kerk altijd hebben<br />

geholpen.<br />

The Scheldt = L’Escaut=de Schelde<br />

(Ottawa [Ontario]: Veterans Affairs<br />

Canada, 2005) 32 pag.; ill., foto’s, krt.,<br />

tek. In dit boek wordt in drie talen en<br />

in kort bestek het verhaal verteld van<br />

de Slag om de Schelde in 1944. Bij<br />

elke versie worden de plaatjes herhaald.<br />

Achterin bevindt zich een kaart van<br />

<strong>Zeeland</strong> in het Frans en het Engels.<br />

A.J. Smits, In Godes bewaring sterk.<br />

Uit het geestelijk leven op en rond het<br />

Thoolse land (Houten: Den Hertog,<br />

<strong>2009</strong>) 189 pag.; ill., foto’s; ISBN 978-<br />

90-331-2209-5. Bevat een biografische<br />

beschrijving uit het leven van bekende<br />

en minder bekende personen die in de<br />

achttiende, negentiende en twintigste<br />

eeuw op en rond het eiland Tholen<br />

woonden. Ook zijn in dit boek<br />

persoonlijke herinnering aan de<br />

oorlogsjaren opgeschreven. De dertien<br />

hoofdstukken kunnen los van elkaar<br />

worden gelezen.<br />

Ed Steijns, Op marrode. Korte verhalen<br />

uit het Land van Hulst (Almere: Van<br />

den Berg, <strong>2009</strong>) 133 pag.; ill., foto’s;<br />

ISBN 978-90-5512-318-6. Bevat een<br />

dertigtal verhaaltjes van de hand van<br />

Ed Steijns die handelen in en over het<br />

Land van Hulst. De streekverhalen zijn<br />

in dialect geschreven.<br />

Het tij keert… (Vlissingen: <strong>Stichting</strong><br />

Aldegonde, <strong>2009</strong>) 319 pag.; ill., foto’s,<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 19 maart 2010/01 • ERFGOED ALLERLEI<br />

tek., krt.; ISBN 978-90-814771-1-6.<br />

Door een 25-tal schrijvers verzamelde<br />

hoeveelheid dagboekaantekeningen,<br />

(korte) verhalen en vertellingen over<br />

de oorlogsjaren en de bevrijding van<br />

Souburg heeft geleid tot een boekwerk<br />

propvol wetenswaardigheden en feitjes.<br />

Joop Visser, Matthijs Dicke en<br />

Annelies van der Zouwen,<br />

Nederlandse ondernemers 1850-1950.<br />

Deel 1: Noord-Brabant, Limburg,<br />

<strong>Zeeland</strong> (Zutphen: Walburg Pers, <strong>2009</strong>)<br />

408 pag.; ill., tek., foto’s; ISBN 978-<br />

90-5730-649-5. Bevat vijftig biografieën<br />

van ondernemers die werkzaam<br />

waren in of vanuit genoemde<br />

provincies. De Zeeuwse ondernemers<br />

worden beschreven door Willem van<br />

den Broeke (inleiding, Johan<br />

Doeleman - <strong>Zeeland</strong>ia en Izaak van<br />

Melle - Van Melle), Paul Brusse (Daan<br />

van der Have - D.J. van der Have),<br />

Ernst Homburg (Johan Hendrik<br />

Ochtman - Ochtman, Van der Vliet<br />

& comp.), Toon Franken (Cornelis<br />

Boudewijnse - The Vitrite Works) en<br />

Johan Francke (Arie Smit, Koninklijke<br />

scheepswerf De Schelde).<br />

Dirk de Vries, ‘Aardenburg anno 1662’.<br />

Een gevelsteen thuisgebracht. Artikel,<br />

verschenen in Doopsgezinde Bijdragen,<br />

nieuwe reeks 34 (2008) 21-32, dat<br />

verslag doet van de omzwervingen van<br />

een gevelsteen met een afbeelding van<br />

Aardenburg anno 1662. Van de gevel<br />

van Amstel 344, Amsterdams woonhuis<br />

van A.W. van Eeghen, via de haard van<br />

Laan Copes van Cattenburgh 101 in<br />

Den Haag, naar de voorhal van de<br />

doopsgezinde kerk ‘Het Lam’ in<br />

Aardenburg.<br />

Hans Warren, Er staat een huis aan<br />

Schelde. Slibreeks GROOT nr. 129.<br />

(Middelburg: <strong>Stichting</strong> CBK <strong>Zeeland</strong>,<br />

<strong>2009</strong>) 44 pag.; ill., tek.; ISBN 978-90-<br />

6354-133-0. Dit deel uit de Slibreeks<br />

bevat door Mario Molegraaf<br />

geselecteerde nog niet eerder uitgegeven<br />

gedichten van Hans Warren. Veelal<br />

geschreven in de jaren veertig en<br />

voorzien van Warrens eigen tekeningen,<br />

ook uit die tijd.<br />

• Tijdschriften<br />

Archief. Mededelingen van het<br />

Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der<br />

Wetenschappen (2008) 189 pag. In dit<br />

Archiefdeel zijn enkele (omgewerkte)<br />

scripties van Gentse studenten<br />

opgenomen. Behandelde onderwerpen<br />

zijn een vergelijking tussen de Vlaamse<br />

en Zeeuwse kaapvaart tijdens de<br />

Negenjarige Oorlog, de Middelburgse<br />

Commercie Compagnie en de Zeeuwse<br />

arbeidsmarkt voor zeelieden in de<br />

achttiende eeuw en de equipagemeesters<br />

van de Zeeuwse Admiraliteit<br />

in de achttiende eeuw. Wietse Veenstra<br />

schreef over de financiën van de<br />

Zeeuwse Admiraliteit in de achttiende<br />

eeuw en Gerrie Wisse schreef een<br />

uitgebreid artikel over Carolus<br />

Tuinman (1659-1728).<br />

Bulletin <strong>Stichting</strong> Oude Zeeuwse Kerken<br />

62 (<strong>2009</strong>) 1-20. G.J. Lepoeter geeft<br />

een overzicht van de bouwgeschiedenis<br />

van de Nicolauskerk in Wolphaartsdijk,<br />

Leendert M. van der Gouwe schreef<br />

over Jacqueline de Smidt, Vrouw van


Baarland (die in de zestiende eeuw<br />

leefde) en F.G.C. Rothuizen houdt<br />

een inleiding op zijn driedelige artikel<br />

over trappen.<br />

Nehalennia. Archeologie, cultuurhistorie,<br />

streektaal en volkscultuur van <strong>Zeeland</strong> en<br />

Goeree-Overflakkee 166 (<strong>2009</strong>) 1-48.<br />

Don Duco schrijft over de Zeeuwse<br />

tabakspijpen in ‘de geboorte van het<br />

Zeeuwse pijpmodel’, Doeke Roos<br />

verhaalt over Cornelis Evertsen de<br />

Jongste en diens verovering van New<br />

York op de Engelsen in 1673 en Aad<br />

de Klerk levert een bijdrage over het<br />

oudland van Schouwen en Walcheren<br />

in ‘het platte en het lage.’ Voor de rest<br />

staan er talloze kleinere bijdragen en<br />

de vaste rubrieken in dit nummer.<br />

Tradities. Tijdschrift over alledaagse<br />

dingen, tradities en rituelen van het<br />

Nederlands Centrum voor Volkscultuur<br />

besteedde de afgelopen jaargangen<br />

aandacht aan diverse Zeeuwse onderwerpen.<br />

Nr. 4 van 2008 bevatte<br />

‘Het Vrouweputje van Baarsdorp.<br />

Zoetwaterput als ‘bron van eenheid’’.<br />

In jaargang <strong>2009</strong> nr. 2 is opgenomen<br />

‘Tradities in IJzendijke. Vestingstadje<br />

viert streekgebonden erfgoed’, in het<br />

laatste nummer van dezelfde jaargang<br />

‘Het drijvende wiegje. De literaire<br />

traditie van verdronken geschiedenis’.<br />

Alle drie de bijdragen zijn geschreven<br />

door Jan J.B. Kuipers.<br />

<strong>Zeeland</strong>. Tijdschrift van het Koninklijk<br />

Zeeuwsch Genootschap der<br />

Wetenschappen, 18/nr.4 (<strong>2009</strong>) 121-<br />

160. Een nummer dat grotendeels aan<br />

Schouwen-Duveland is gewijd. Martin<br />

van den Broeke schreef ‘Zeer bevallige<br />

wandelingen’ over de aanleg van de<br />

Wandeling en het Slingerbos in<br />

Zierikzee (1828-1839), A. van Boven<br />

en M. Hollestelle bundelden hun<br />

krachten in een reeks gedichten<br />

voorzien van fraaie foto’s onder de kop<br />

‘poëzie en fotografie’. F.F.X. Smulders<br />

schreef een in memoriam over Leen de<br />

Broekert: ‘een leven ter vertolking van<br />

de taal der engelen’, over deze musicus<br />

en pedagoog.<br />

Zeeuws Tijdschrift 59/ 5/6 (<strong>2009</strong>) 1-98.<br />

Dit themanummer van Zeeuws<br />

Tijdschrift is bijna in zijn geheel gewijd<br />

aan de viering van het 150-jarige<br />

bestaan van de Provinciale Bibliotheek<br />

- nu Zeeuwse Bibliotheek. Willem van<br />

de Broeke schreef een artikel over de<br />

bibliothecarissen en vele andere auteurs<br />

belichten een verzameling of aspect van<br />

de collectie zoals de handschriften,<br />

bladmuziek, collecties, boekbanden,<br />

pamfletten, rederijkerskamers, kaarten,<br />

etc. Andere bijdagen gaan over Film by<br />

the Sea, de Zeeuwse Boekenprijs <strong>2009</strong><br />

en Samuel Coronel en natuurlijk de<br />

Zeeuwse Boeken Top 10.<br />

• Heem- en<br />

oudheidkundige bladen<br />

Schouwen-Duiveland<br />

In Stad en Lande. Historische bijdragen<br />

en mededelingen van de Vereniging Stad<br />

en Lande van Schouwen-Duiveland<br />

(oktober <strong>2009</strong>) schrijft B. Blikman-<br />

Ruiterkamp het artikel ‘Belgische<br />

vluchtelingen in Zierikzee: een<br />

bijzonder schilderij’. Het schilderij<br />

stamt uit het eerste kwart van de<br />

twintigste eeuw en is geschilderd door<br />

de Vlaming Alfons Blomme. Hij<br />

maakte het schilderij ter herinnering<br />

aan de vele Belgische vluchtelingen die<br />

tijdens de Eerste Wereldoorlog hun<br />

heil op Schouwen-Duiveland zochten.<br />

‘Leven in het Burgerweeshuis van<br />

Zierikzee’ is geschreven door<br />

J.B. Kerpestein, en hij brengt vooral<br />

de sociale zorg voor de wezen onder de<br />

aandacht.<br />

In ‘Praet’ wordt het scheidende<br />

bestuurslid Joop van Loo geïnterviewd,<br />

die nog lang niet van plan is op zijn<br />

lauweren te gaan rusten.<br />

De streekdrachtvereniging De Arke<br />

leverde een verslag van haar activiteiten.<br />

Verder de vraag wie er op een foto<br />

uit 1949 staat, de vermelding van een<br />

cursus oud schrift en een verslag van<br />

de voorjaarsvergadering voor leden op<br />

17 april <strong>2009</strong>.<br />

Walcheren<br />

De Wete, kwartaalblad van de Heemkundige<br />

Kring Walcheren (2010, 1),<br />

opent met een artikel van R. de Groot:<br />

‘Heerlijke rechten. De ambachtsheerlijkheid<br />

Melis- en Mariekerke’.<br />

Hij beschrijft het ontstaan van de<br />

ambachten op Walcheren en de rechten<br />

die verbonden waren aan het bezit van<br />

een heerlijkheid.<br />

De afdeling Vlissingen-Middelburg<br />

(Walcheren), plaatselijke afdeling van<br />

de Protestants-Christelijke Bond van<br />

Spoor- en Tramwegpersoneel (opgericht<br />

1903), wordt behandeld door J. Braat.<br />

Hij laat zien dat de afdeling de belangen<br />

van de werknemers behartigde,<br />

waarbij de bijbel een belangrijk houvast<br />

vormde. Toch kwam er in de loop van<br />

de tijd ruimte voor ontspannende<br />

activiteiten.<br />

F. van den Driest schrijft over het<br />

verbouwen van peulvruchten en het<br />

lezen van witte bonen. Peulvruchten<br />

speelden tot in de twintigste eeuw een<br />

belangrijke rol in de landbouw op<br />

Walcheren, maar in die tijd verdween<br />

wel de witte boon uit het zaaiplan. In<br />

zijn ‘Vadertje’ vertelt Van den Driest<br />

over het harde werken in het rasphuis,<br />

de oude gevangenis van Middelburg.<br />

Behalve hard werken werd er ook flink<br />

gedronken J. Simons beschrijft weer<br />

een boerderij in Koudekerke: Westerwijk<br />

aan de Dishoekseweg. De boerderij<br />

was oorspronkelijk een lusthof<br />

voor rijke en aanzienlijke families.<br />

Den Spiegel, kwartaalblad van de<br />

Vrienden van het mu<strong>ZE</strong>Eum en het<br />

Gemeentearchief Vlissingen (2010, 1),<br />

gaat voor een groot deel over de weerstations<br />

te Vlissingen van het KNMI.<br />

Op de omslag een prachtige aquarel<br />

van J.F. Schütz uit 1876, aangekocht<br />

met geld van de <strong>Stichting</strong> Hervormde<br />

Jeugdgebouwen. Het eerste weerstation<br />

van Vlissingen is op de aquarel afgebeeld.<br />

In ‘Een kathedraal voor de meteorologie<br />

in Vlissingen’ bespreekt W.<br />

Weber dit werk.<br />

J. Braat laat ons kennismaken met het<br />

KNMI-observatorium te Vlissingen.<br />

Het begin van de officiële waarnemingen<br />

op het weerstation kan gesteld<br />

worden op eind 1854. Bij velen was<br />

dit weerstation een belangrijk begrip.<br />

Het bestaan ervan zal zeker te danken<br />

zijn geweest aan alle bedrijvigheid<br />

door de havens, de spoorlijn en de<br />

Zeeuwse luchtlijn.<br />

Ook P. van Drunen haalt herinnerin-<br />

gen op aan een weerstation, en wel<br />

dat in West-Souburg, dat van 1947 tot<br />

1963 gevestigd was in een zogenaamde<br />

nissenhut. De auteur knoopt daar zijn<br />

herinneringen aan het oude<br />

Ambonezenkamp aan vast, een belangrijk<br />

stukje lokale geschiedenis. Daarna<br />

beschrijft Van Drunen de vergeten<br />

geschiedenis van een zeevaartschoolklasje<br />

tijdens de Tweede Wereldoorlog,<br />

een verhaal dat in de jubileumuitgave<br />

van de zeevaartschool niet opgenomen<br />

was.<br />

Het Polderhuis Blad, informatieblad<br />

over Westkapelle (januari 2010),<br />

schenkt aandacht aan The Royal<br />

Marines en aan de poging een<br />

herdenkingsbrug te bouwen in<br />

Westkapelle. Als schakel tussen zee<br />

en land geeft deze brug essentie aan<br />

het motto van de Royal Marines:<br />

‘Ter Zee en ter Land’.<br />

Er wordt uitgebreid stilgestaan bij de<br />

wisselexposities in het Polderhuis, die<br />

gezien de grote bezoekersaantallen een<br />

groot succes geworden zijn.<br />

E. Grim uit Westkapelle is de winnaar<br />

van de ‘Jury Schildersvakprijs <strong>2009</strong>’<br />

geworden; hij versloeg concurrerende<br />

schilderprojecten in heel Nederland.<br />

De Bevelanden<br />

De Spuije, tijdschrift van de<br />

Heemkundige Kring De Bevelanden<br />

en de Vereniging Vrienden van het<br />

Historisch Museum De Bevelanden<br />

(winter <strong>2009</strong>), opent met drie artikelen<br />

van A. Kort over Wilhelminadorp.<br />

Hij beschrijft een van de markante<br />

directeuren die de Wilhelminapolder<br />

heeft bestuurd, Henri Adriaan Hanken,<br />

die 42 jaar als directeur in functie was.<br />

Vervolgens de perikelen rond de<br />

verplaatsing van het gemeentehuis van<br />

Kattendijke naar Wilhelminadorp, een<br />

verplaatsing die de gemoederen danig<br />

verhitte. Het derde artikel gaat over de<br />

eerste school uit 1823 tot de huidige<br />

school uit 1968, de Stamperiusschool,<br />

genoemd naar de jeugdboekenschrijver<br />

Jacob Stamperius. Over de laatstgenoemde<br />

is er een bijdrage van<br />

T. de Jong, naar aanleiding van het<br />

feit dat de bakkerszoon Stamperius<br />

150 jaar geleden geboren werd.<br />

H. van Dam beschrijft zijn zoektocht<br />

naar de plaats van de seinpost<br />

‘Blikken Jan’, die eind 1807 in de<br />

Zuid-Kraaijert stond. Hij vertelt over<br />

Claude Chappe, de vader van de<br />

moderne communicatie, de werking<br />

van de optische telegraaf en diverse<br />

andere typen telegrafen.<br />

‘Geuzenterreur op Zuid-Beveland’ is<br />

van de hand van F. de Klerk. In de<br />

jaren 1572-1576 zijn er nogal eens<br />

ongeregelde benden Geuzen op het<br />

Bevelandse platteland rondgetrokken<br />

die een ware terreur uitoefenden. De<br />

auteur volgt een groepje dat in 1572<br />

op West-Zuid-Beveland onrust<br />

veroorzaakte. Verder nieuws over de<br />

tentoonstelling ‘De Zeeuwse Kraal<br />

Centraal’, een rechtszaak uit 1809 en<br />

verschillende boekbesprekingen.<br />

Zeeuws-Vlaanderen<br />

In Tijdschrift, bulletin van de<br />

Heemkundige Kring West-Zeeuws-<br />

Vlaanderen (<strong>2009</strong>, 4), vinden we<br />

het artikel ‘Een grimmig grensgeval.<br />

Overwegingen over een overval in<br />

Oostburg in1845’, door P. Ippel.<br />

Naar aanleiding van een veroordeling<br />

van achttien personen tot de doodstraf<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 20 maart 2010/01 • ERFGOED ALLERLEI<br />

wegens een overval op een boer in<br />

Oostburg - een straf die door de<br />

koning werd omgezet in langdurige<br />

tuchthuisstraf - behandelt de auteur<br />

drie vragen: de plaats van dit geval in<br />

het stramien van de negentiendeeeuwse<br />

strafrechtsgeschiedenis, het<br />

functioneren van het strafrecht in<br />

deze periode en de oorzaken van deze<br />

collectieve criminaliteit.<br />

I. van Damme schrijft over de kerken<br />

en kloosters in de Delta van de Schelde<br />

in de dertiende-veertiende eeuw,<br />

W. Dierick over het voormalige<br />

stadhuis van Aardenburg, dat als<br />

monument uit de wederopbouwperiode<br />

het bewaren meer dan waard is.<br />

Onder de titel ‘Het Sluis van weleer’<br />

worden herinneringen geplaatst die<br />

door G.E. Albregts genoteerd werden.<br />

Nout fietst in dit nummer over<br />

Boerenhol naar het Zwarte Gat, over<br />

de duinen naar de Zwarte Polder,<br />

Cadzand en Retranchement,<br />

Aardenburg en Sint-Kruis; onderweg<br />

ziet en bedenkt hij heel veel waar de<br />

heemkundigen baat bij kunnen<br />

hebben.<br />

De Nieuwsbrief, uitgave van de<br />

Heemkundige Vereniging Terneuzen<br />

(winter <strong>2009</strong>), begint met de<br />

geschiedenis van het Zeeuwsch-<br />

Vlaamsche rolluik- en -timmerbedrijf,<br />

geschreven door J.A. Oosterdijk. Het<br />

bedrijf bestond van 1911 tot 1962.<br />

E. Hamelink belicht het tegeltableau<br />

dat op de buitenmuur van de RK<br />

lagere jongensschool was aangebracht,<br />

en dat 27 november <strong>2009</strong> op een<br />

nieuwe bestemming onthuld werd,<br />

op de gevel van de Willibrordustoren<br />

in de Korte Kerkstraat. Hamelink<br />

verstrekt ook de gegevens van de in<br />

november aangebrachte plaquette in<br />

de bestrating bij het nieuwe woon-<br />

en winkelcentrum Schuttershof, en<br />

in een volgend stukje gaat hij in op<br />

de commanderij van de tempeliers,<br />

gevolgd door de plannen en de<br />

verwezenlijking van een gedenkteken<br />

voor de ramp met de s.s Cornelis.<br />

Van J.L. Platteeuw zijn de artikelen<br />

‘Registratie van kentekenbewijzen in<br />

<strong>Zeeland</strong> van het begin tot 1956’, en<br />

‘Ziekenhuizen in Terneuzen en<br />

Sluiskil’. In dat laatste begint de<br />

auteur met een overzicht van de - vaak<br />

kwalijke - praktijken van vroegere<br />

genezers, en vertelt dat pas sinds de<br />

negentiende eeuw meer vooruitgang<br />

in de geneeskunde werd bereikt. In<br />

1868 werd een oude school ingericht<br />

als ziekenhuis, in 1903 werd een<br />

nieuw ziekenhuis gebouwd. Na veel<br />

voorbereidend werk kwam er in 1951<br />

een moderner voor in de plaats, dat<br />

geopend werd door koningin Juliana.<br />

Het huidige ziekenhuis werd in 1989<br />

geopend, weer door Juliana, nu echter<br />

als prinses. Ook in Sluiskil was men<br />

druk doende geweest een ziekenhuisbouw<br />

te realiseren, dat in gebruik<br />

genomen werd in 1915, het Sint-<br />

Elisabeth Ziekenhuis.<br />

P.W. Stuij tenslotte maakt de lezer<br />

warm voor een bezoek aan de<br />

Zwartenhoekse Zeesluis. Een belangrijk<br />

man was bij de bouw van de fortificaties<br />

directeur De Freytag. De benarde<br />

positie van De Freytag - die wegens<br />

onenigheid met prins Frederik van<br />

Nassau was gearresteerd - wordt<br />

verklaard, evenals het onvermogen van<br />

de prins om weloverwogen besluiten


te nemen. De Zwartenhoekse Zeesluis<br />

was in de eerste plaats een inundatiesluis;<br />

het is zeker de moeite waard dit<br />

historisch erfgoed te waarderen en te<br />

bewaren.<br />

De Vereniging tot Behoud van de<br />

Historie van Philippine heeft haar 21 ste<br />

jaarboek uitgegeven (<strong>2009</strong>).<br />

‘De herinneringen van Pieter Jan<br />

Poulusse, brigadier der marechaussee te<br />

Philippine van 1879 tot 1882’, kwam<br />

in handen van L. van Driel tijdens zijn<br />

zoektocht naar materiaal voor een<br />

studie over de zoon van deze Poulusse.<br />

Na een inleiding door Van Driel volgen<br />

de memoires van Pieter Jan Poulusse<br />

vanaf zijn overplaatsing naar Sas van<br />

Gent in 1879.<br />

D. van der Zalm meldt de vondst<br />

van een oude dijkpaal in een tuin in<br />

de oude kern van Philippine, die een<br />

plaatsje heeft gekregen aan het wandelpad<br />

op de dijk langs het kanaal. Van<br />

der Zalm schrijft ook over een café<br />

Philippine, in de wijk Het Patershol<br />

in Gent, vervolgens over Dolf den<br />

Brusselaer, een van de oudste en<br />

markantste figuren van Philippine,<br />

en over de dorpsomroeper R. de Bock,<br />

overleden in 1983.<br />

Er volgen nog meer artikelen in dit<br />

jaarboek, zoals ‘De restauratie van de<br />

PI 77’ en ‘De Bakkemannen’ beide van<br />

S. Ploegaert, ‘De ware geschiedenis van<br />

de hengst D’n Bruinen’, met prachtig<br />

gekleurde illustraties door P. Hamer,<br />

en ‘Venster op het landschap’ van<br />

W. Wintein.<br />

W. Neyt geeft ‘Een verhaal van enkele<br />

dagen uit het leven van een verzetsstrijdster<br />

tijdens de eerste wereldoorlog’,<br />

gekopieerde bladzijden uit een<br />

niet achterhaald boek, die door de heer<br />

A.M. Schieman geschonken werden.<br />

Deze verzetsstrijdster, Gabrielle Petit,<br />

die tijdens de oorlogsjaren als spionne<br />

fungeerde, heeft een ‘open’ duiker als<br />

geheime vluchtweg gebruikt om<br />

Nederland te bereiken. Deze duiker<br />

was de 175 jaar oude duiker onder de<br />

Vrijendijk, waarover M. De Smet veel<br />

interessants weet te vertellen.<br />

‘Louise de Bettignies (1880-1918): een<br />

moderne Jeanne d’Arc’ is een stuk van<br />

professor A. Vanneste. Louise is slechts<br />

een jaar actief geweest in de inlichtingendiensten,<br />

vanaf het begin van de<br />

oorlog tot haar arrestatie in 1915. Toch<br />

heeft zij een indrukwekkende staat van<br />

dienst opgebouwd. Zij werd wel de<br />

Jeanne d ‘Arc van het noorden genoemd.<br />

Van de <strong>Stichting</strong> Heemkundige Kring<br />

Sas van Gent is de Kroniek <strong>2009</strong><br />

(nr. 42) binnengekomen.<br />

H. Wal<strong>dec</strong>k vertelt over een van de<br />

eerste automobilisten van Zeeuws-<br />

Vlaanderen, de suikerfabrikant Pierre<br />

Malotaux, die samen met een investeerder<br />

in 1901 een vergunning kreeg van<br />

Gedeputeerde Staten van <strong>Zeeland</strong> voor<br />

een vermoedelijk nieuwe F.N.<br />

(Fabrique Nationale). Deze vroege<br />

automobiel met het kenteken Z 203<br />

wordt uitvoerig beschreven in het<br />

artikel.<br />

H.A. van de Vijver geeft de geschiedenis<br />

van een familie Van de Vijver in<br />

Sas van Gent, te beginnen met<br />

Jan van de Vijvere die in 1639 in het<br />

Landtchijnsboek voorkomt.<br />

Vervolgens behandelt E. de Hoo het<br />

rijke molenverleden van Sas van Gent,<br />

waarna J. van Hecke verklaart dat,<br />

volgens H. Puylaert, Karel V de stichter<br />

is van het huidige Sas van Gent.<br />

In april <strong>2009</strong> werd gevierd dat de<br />

luidklok in de kerk van Philippine<br />

terugkwam, de klok die in 1648 voor<br />

het eerst in de toren werd gehangen.<br />

<strong>Zeeland</strong> in Japan, Japan in <strong>Zeeland</strong><br />

De merklap ‘Door Ons Gedaen’<br />

was van 19 september tot en met<br />

11 <strong>dec</strong>ember <strong>2009</strong> tentoongesteld<br />

in Huis ten Bosch Art Museum.<br />

Het museum trok in die periode<br />

een kwart miljoen bezoekers, voornamelijk<br />

Japanners. Niet iedereen<br />

zal de Zeeuwse merklap van begin<br />

tot het eind (na 125,62 meter!)<br />

hebben bekeken, maar aangenomen<br />

mag worden dat heel veel Japanners<br />

met bewondering en mogelijk zelfs<br />

met enige verbazing hebben gekeken<br />

naar de vele fraaie afbeeldingen in<br />

kruissteek van <strong>Zeeland</strong> anno 2000.<br />

In diezelfde periode, meer precies op<br />

15 november, keken enige honderden<br />

archeologen in de Schouwburg in<br />

Middelburg met evenveel<br />

bewondering naar een fraai staaltje<br />

van Japanse kunstnijverheid:<br />

een zeventiende-eeuws bordje in<br />

ko-kutani stijl, opgegraven aan de<br />

Dokkershaven, op het Scheldeterrein<br />

in Vlissingen.<br />

Op verzoek van het stadsbestuur van<br />

Nagasaki was Door Ons Gedaen<br />

(DOG) tot 12 januari 2010 ook nog<br />

te zien in het Museum for History and<br />

Culture in Nagasaki. Binnen twintig<br />

uur na de sluiting van de tentoonstelling<br />

in Huis ten Bosch werd de<br />

tentoonstelling in het museum in<br />

Nagasaki geopend. Een enorme<br />

prestatie die alleen kon lukken<br />

dankzij een goede voorbereiding,<br />

veel enthousiasme en een uitstekende<br />

samenwerking tussen enerzijds de<br />

mensen van het museum en de stad<br />

Nagasaki en anderzijds de mensen van<br />

de SCEZ. Een centrale positie nam<br />

het DOG-team in, dat deze keer<br />

bestond uit Mia Elmont en Eef en Jaap<br />

de Jonge. De opening van de tentoonstelling<br />

in het museum was op 14<br />

<strong>dec</strong>ember en voltrok zich met groot<br />

ceremonieel. Niet minder dan vijf<br />

hoogwaardigheidsbekleders verrichtten<br />

de officiële openingshandeling, te weten<br />

het gezamenlijk en op hetzelfde<br />

moment doorknippen van een lint.<br />

Een centrale positie nam staatssecretaris<br />

van Europese Zaken Frans<br />

Timmermans in. Hij werd geflankeerd<br />

door de gouverneur van de provincie<br />

Nagasaki Genjiro Kaneko, de locoburgemeester<br />

van Nagasaki Masanobu<br />

Chita, de directeur van het museum<br />

Ohori Satoshi en door Mia Elmont als<br />

vertegenwoordigster van de provincie<br />

en de SCEZ. Eef de Jonge vertelde in<br />

haar openingstoespraakje iets over het<br />

ontstaan van Door Ons Gedaen en<br />

bedankte alle betrokken partijen<br />

namens de provincie en de SCEZ<br />

voor de goede samenwerking.<br />

Het bijzondere Japanse bordje dat op<br />

15 november aan enige honderden<br />

archeologen werd gepresenteerd is<br />

gevonden in een Vlissingse beerput<br />

tussen duizenden andere scherven en<br />

botjes. De beerput hoorde bij een pand<br />

dat in de eerste helft van de zeventiende<br />

eeuw in bezit was van Cornelis<br />

Lampsins, op dat ogenblik de eigenaar<br />

van de grootste rederij van Nederland<br />

en de rijkste inwoner van Vlissingen.<br />

Hoewel het niet zeker is dat Lampsins<br />

ooit het pand zelf bewoonde, wijst de<br />

inhoud van de beerput in ieder geval<br />

richting een zeer elitaire levensstatus<br />

van de toenmalige bewoners. De<br />

beerput is op basis van het aanwezige<br />

aardewerk, glas en kleipijpen gedateerd<br />

in de periode 1610-1660. Het bordje<br />

is te dateren in de jaren 1640-1660 en<br />

behoort tot de oudste voorbeelden van<br />

keramiek in de ko-kutani (oude kutani)<br />

stijl binnen Europese archeologische<br />

contexten. De oorsprong van deze stijl<br />

is nog in nevelen gehuld. Tot op heden<br />

is onbekend welke plaats de bakermat<br />

is van dit type aardewerk.<br />

In de zeventiende eeuw kreeg<br />

Nederland het alleenrecht binnen<br />

Europa om handel te drijven met Japan.<br />

In het begin van de zeventiende eeuw<br />

werden de Portugezen met geweld uit<br />

Japan verjaagd, nadat ze te drieste<br />

pogingen hadden ondernomen om de<br />

lokale bevolking te kerstenen. De<br />

nuchtere Nederlandse handelsgeest<br />

werd door de Japanners duidelijk meer<br />

gewaardeerd, maar er golden zeer<br />

strenge regels. De Nederlanders<br />

‘Vijf man sterk’ (v.l.n.r.): museumdirecteur, gouverneur, staatssecretaris, loco-burgemeester<br />

en merklapambassadeur knippen tegelijkertijd het openingslint door (foto Jaap de Jonge).<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 21 maart 2010/01 • ERFGOED ALLERLEI<br />

De geschiedenis van de klok wordt<br />

geschreven door F. Cappaert en<br />

W. Westbroek.<br />

Verhalen over ‘De Geuzenhoek te<br />

Korsele, St. Maria Horebeke’,<br />

‘Canisvliet en het landschappelijk<br />

deficit’, en het ‘Industrieel Museum’<br />

volgen.<br />

Tijdens de feesten ter viering van<br />

het 400-jarig bestaan van Sas van Gent<br />

is in 1947 een toneelspel opgevoerd.<br />

Naast de bewaarde tekst bood<br />

E.A. Colpaert de redactie foto’s aan<br />

van de originele tekeningen van de<br />

<strong>dec</strong>orstukken. Zowel de volledige tekst<br />

als de afdrukken van de foto’s zijn in<br />

dit jaarboek geplaatst.<br />

Het Bulletin van de Oudheidkundige<br />

Kring De Vier Ambachten (<strong>2009</strong>, 3)<br />

bevat naast de huishoudelijke<br />

mededelingen een artikel van P. van<br />

de Velde over de jeugdjaren van<br />

Willem Imandt, onderwijzer in<br />

Sint-Jansteen, later schilder van<br />

‘mooi-Indië’. A.L. Kort geeft als<br />

aanvulling op zijn eerdere publicaties<br />

een artikel over de sjampetters in Axel,<br />

die het vaak moeilijk hadden om de<br />

orde te bewaren.<br />

Zeventiende-eeuws Japans aardewerk in<br />

ko-kutani stijl, opgegraven in Vlissingen<br />

in de winter van 2007-2008.<br />

mochten het land zelf niet binnen;<br />

ze opereerden vanaf 1641 vanuit het<br />

kunstmatige eiland Deshima voor de<br />

kust van Nagasaki. In 1646-1647 was<br />

Willem Verstegen, afkomstig uit<br />

Vlissingen, een van de eerste opperhoofden<br />

van deze handelsnederzetting.<br />

Het bewuste bordje dateert wellicht uit<br />

deze tijd. Het is verleidelijk om het<br />

bordje te zien in het licht van de jaarlijkse<br />

processie die de Nederlanders<br />

ondernamen naar de Japanse shogun (de<br />

militaire commandant) in Edo. Dit was<br />

de enige gelegenheid waarbij de<br />

Nederlanders het land binnenmochten<br />

en een hoogtepunt van hun verblijf<br />

aldaar. Op het hof van de shogun werden<br />

exotische relatiegeschenken uitgewisseld<br />

tussen de Japanners en de<br />

Nederlanders.<br />

De opgraving op het Scheldeterrein is<br />

in de winter van 2007-2008 uitgevoerd<br />

door ADC ArcheoProjecten, onder<br />

begeleiding van de Walcherse<br />

Archeologische Dienst in opdracht van<br />

de gemeente Vlissingen. Het archiefonderzoek<br />

werd verricht door het<br />

Gemeentearchief Vlissingen. Met dank<br />

aan Bernard Meijlink (Walcherse<br />

Archeologische Dienst) en Johan Claeys<br />

(ADC ArcheoProjecten).


<strong>Stichting</strong> De Zeeuwse Streekdrachten:<br />

nieuwe voorzitter en afscheid adviseur<br />

Speld voor Buitengewone Diensten, opgespeld<br />

bij Aad de Klerk tijdens zijn laatste vergadering<br />

als adviseur van de stichting.<br />

In een vergadering op 25 november <strong>2009</strong><br />

droeg Adrie Quaak de voorzittershamer over<br />

aan Siebe Kramer. Sinds het overlijden van<br />

voorzitter Riet Daamen in 2006 was Adrie<br />

Quaak waarnemend voorzitter.<br />

Hij karakteriseerde de functie van de nieuwe<br />

voorzitter als die van: oppertimmerman aan<br />

de weg. De stichting - een samenwerkingsverband<br />

van zes streekdrachtorganisaties:<br />

De Arke, Het Walcherse Costuum,<br />

Cultuur-behoud Westkapelle, Ons Boeregoed,<br />

Mooi <strong>Zeeland</strong> en de Axelse Klederdrachtgroep<br />

- wil nadrukkelijk aanwezig zijn bij<br />

allerlei provinciale gebeurtenissen, en Kramer<br />

wil daar zijn steentje aan bijdragen.<br />

Als burgemeester (van Kapelle) en als<br />

voorzitter van de Zeeuwse burgemeesterskring<br />

lijkt hij de geëigende persoon hiervoor.<br />

Tot het einde van de negentiende eeuw liepen<br />

de meeste mensen in <strong>Zeeland</strong>, zeker op het<br />

platteland, in streekdracht. Dat gold ook voor<br />

West-Zeeuws-Vlaanderen, het Eiland van<br />

Cadzand. Na 1900 is het aantal dragers van<br />

Cadzandse dracht echter snel verminderd.<br />

De meeste rokken, schorten, karkasjes,<br />

mantelines, mutsen en dergelijke zijn<br />

weggegooid of verdwenen. In samenhang<br />

daarmee is ook de kennis van de dracht<br />

achteruitgegaan.<br />

Toch is er nog heel wat van de Cadzandse<br />

dracht bewaard gebleven, zowel bij particulieren<br />

als in bewaarinstellingen, zoals musea.<br />

Bovendien is er nog een aantal mensen die<br />

zeer veel over de kostuums en accessoires<br />

weten.<br />

Op 8 januari werd te IJzendijke de <strong>Stichting</strong><br />

tot Behoud van de Cadzandse Dracht<br />

Hoogtepunt in de promotionele sfeer waaraan<br />

de stichting haar medewerking verleende<br />

waren de Senior Games <strong>2009</strong>. Komend jaar<br />

zijn er onder meer mogelijkheden bij de<br />

viering van Koninginnedag, bij de uitreiking<br />

van de Four Freedoms Awards, en bij de grote<br />

wielermanifestaties als de Tour de France en<br />

de Giro d’Italia. In de loop van 2010 wordt<br />

het thema streekdrachten operationeel op de<br />

website www.geschiedeniszeeland.nl.<br />

Hierop komt een uitvoerig uittreksel van het<br />

in 2005 verschenen standaardwerk van de<br />

stichting: De Zeeuwse Streekdrachten 1800-<br />

2000. Daarnaast komt er informatie op te<br />

staan over de stichting en de zes aangesloten<br />

organisaties.<br />

Op dezelfde vergadering werd afscheid<br />

genomen van Aad de Klerk. Hij was vanaf het<br />

begin van de stichting, ruim elf jaar geleden,<br />

bij de bestuursvergaderingen aanwezig als<br />

adviseur vanuit de SCEZ. Kernwoorden uit<br />

de speech van Adrie Quaak die hem<br />

karakteriseren: bescheiden, integer,<br />

organisatorisch netwerker om trots op te zijn.<br />

Uit handen van de nieuwe voorzitter ontving<br />

hij als dank namens de stichting als eerste de<br />

Speld voor Buitengewone Diensten, een<br />

originele facetspeld die ook het logo van de<br />

stichting siert. In zijn dankwoord verklaarde<br />

Aad niets met kleren te hebben, maar - als<br />

geograaf - alles met streekdracht. Hij adviseerde<br />

nog veel meer naar buiten te treden met<br />

deze vorm van erfgoed. SCEZ-directeur Wim<br />

Scholten prees Aad om het kunnen leggen van<br />

waardevolle verbindingen.<br />

<strong>Stichting</strong> tot Behoud<br />

van de Cadzandse dracht opgericht<br />

opgericht. De stichting heeft tot doel:<br />

- bij te dragen aan de instandhouding van<br />

een representatieve collectie Cadzandse<br />

dracht;<br />

- het vergroten en overdragen van de kennis<br />

over de Cadzandse dracht;<br />

- het meer bekendheid geven aan de<br />

oorsprong en ontwikkeling van de<br />

Cadzandse dracht.<br />

De stichting wordt geleid door een bestuur,<br />

bijgestaan door een aantal adviseurs.<br />

De stichtingsvoorzitter is mw. Jenny<br />

Rosendaal-Dees, t 0117-452850<br />

06-20424554, e adri_jenny@kpnplanet.nl.<br />

Het correspondentieadres van de stichting is:<br />

Lange Strinkweg 1, 4506 JG Cadzand,<br />

telefoon 0117-391234 en 06-12821445,<br />

e-mail adkeuninck@kpnplanet.nl.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 22 maart 2010/01 • ERFGOED ALLERLEI<br />

<strong>Stichting</strong> Het Werkend<br />

Trekpaard <strong>Zeeland</strong><br />

zoekt bestuursleden<br />

(foto Rianne Francke)<br />

<strong>Stichting</strong> Het Werkend Trekpaard <strong>Zeeland</strong> zet zich in voor de<br />

instandhouding van het werkende trekpaard als natuurlijke<br />

krachtbron in de landbouw en voor het behoud van oude werktuigen<br />

en vaardigheden. De stichting organiseert jaarlijks allerlei<br />

publieksactiviteiten. Om dit te kunnen blijven doen, zijn er<br />

broodnodig twee nieuwe bestuursleden nodig. Eén voor het bijhouden<br />

van de financiën en één voor het werven van nieuwe<br />

sponsors.<br />

De werkzaamheden van de penningmeester zullen bestaan uit<br />

het afhandelen van de betalingen en het opstellen van de jaarrekening.<br />

De ‘sponsormarketeer’ gaat zich bezighouden met het<br />

werven van sponsorgelden ten behoeve van de uit te voeren<br />

activiteiten, zoals het onderhouden van de werktuigen en<br />

machines van de stichting.<br />

Aan de stichting zijn een tiental trekpaardenhouders en 450<br />

donateurs verbonden. Samen met de trekpaardenhouders en een<br />

aantal vrijwilligers organiseert zij activiteiten op diverse locaties<br />

in <strong>Zeeland</strong>. Vaste items zijn de open dagen bij trekpaardenhouders<br />

en bij de boerderij van de stichting. Andere activiteiten<br />

zijn routes met authentieke wagens, rijtuigen en gerijen,<br />

oogst-demonstraties en ploegkampioenschappen, landbouwgrond<br />

bewerken bij Natuurmonumenten, donateuravonden<br />

organiseren en oude landbouwwerktuigen onderhouden.<br />

Wilt u ook tijd vrijmaken voor de stichting, meldt u dan aan<br />

bij het secretariaat van de stichting: Piet Hannewijk, Burg.<br />

Hackstraat 12, Wolphaartsdijk, 0113-581561,<br />

hannewijk24@zonnet.nl. Uw inzet loont de moeite, want bezig<br />

zijn met en voor dit levende culturele erfgoed is zeer leuk!<br />

Afsluiting Jaar van de Tradities<br />

<strong>2009</strong> was in heel Nederland het Jaar van de Tradities. Ook<br />

vanuit <strong>Zeeland</strong> werd veel bijgedragen aan het succes van dit<br />

jaar. De activiteiten werden (en worden nog steeds) bekend<br />

gemaakt via de website traditieszeeland.nl. Het Zeeuwse Jaar<br />

van de Tradities wordt op zaterdag 12 juni in Goes afgesloten<br />

met het symposium ‘Echt Zeeuws?!’ Het programma biedt<br />

een terugblik op het afgelopen jaar, dat liet zien hoe bijzonder<br />

vele tradities in <strong>Zeeland</strong> zijn en hoezeer velen in <strong>Zeeland</strong> hier<br />

nog waarde aan hechten. Enkele tradities worden ‘ten tonele<br />

gevoerd’. Tijdens deze dag wordt ook nader ingegaan op de<br />

resultaten van het onderzoeksrapport Volkscultuur in <strong>Zeeland</strong>:<br />

voor jong en oud! dat recentelijk verscheen.<br />

Voor meer informatie over programma en aanmelding:<br />

www.traditieszeeland.nl.<br />

‘De smaak van de 19 e eeuw’<br />

Open Monumentendag 2010 vindt dit jaar plaats in het<br />

weekend van 11 en 12 september en heeft als landelijke thema<br />

‘De smaak van de 19 e eeuw’.<br />

De negentiende eeuw heeft qua bouwstijlen een rijke verzameling<br />

gebouwen opgeleverd. Door de groeiende industrie en de<br />

toe-nemende macht van lokale overheden, maar ook door de<br />

toenemende kennis van de bouwtechniek en de technische toepassingsmogelijkheden<br />

van ‘nieuwe bouwmaterialen’, ontstonden<br />

er allerlei nieuwe typen gebouwen, vaak in verrassende vormen.<br />

Er werd daarbij teruggegrepen op verschillende historische<br />

bouwstijlen die door elkaar werden gebruikt, of in een<br />

nieuw jasje werden gestoken. Er wordt dan ook gesproken van<br />

stijlen als neogotiek, neorenaissance, neoclassicisme of eclecticisme.<br />

<strong>Zeeland</strong> heeft over de hele provincie verspreid vele bouwwerken<br />

die volgens deze neostijlen gebouwd zijn. Welke daarvan<br />

tijdens de OMD te bezichtigen zijn, wordt in de zomer van<br />

2010 bekendgemaakt via onder meer de landelijke website<br />

www.openmonumentendag.nl.


Colofon<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> is een uitgave van <strong>Stichting</strong> <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong><br />

en verschijnt vier keer per jaar. Deze nieuwsbrief informeert over<br />

archeologie, cultuurhistorie, erfgoededucatie, monumenten,<br />

musea en streektalen in <strong>Zeeland</strong>.<br />

Abonnementen en adreswijzigingen alleen schriftelijk<br />

via postbus 49 o.v.v. Zeeuws <strong>Erfgoed</strong>.<br />

redactie Marinus van Dintel, Aad de Klerk, David Koren,<br />

Jan Kuipers, Veronique De Tier, Tony Veenstra en Janneke de Wit<br />

eindredactie Saskia Buitenkamp, Marinus van Dintel, Aad de Klerk,<br />

en Jan Kuipers<br />

foto’s <strong>Stichting</strong> <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong>, tenzij anders vermeld.<br />

De SCEZ streeft er met de uiterste zorgvuldigheid naar om<br />

voorafgaand aan het moment van publicatie contact op te nemen<br />

met de rechthebbenden.<br />

De SCEZ kan op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld voor<br />

beeldmateriaal, door derden aangeleverd, waarop auteursrecht berust.<br />

opmaak <strong>dec</strong>reet, Ramon de Nennie, Middelburg<br />

druk Verhage & Zoon, Middelburg<br />

<strong>Stichting</strong> <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong><br />

Postbus 49 4330 AA Middelburg<br />

Bezoekadres Gebouw De Burg, Groenmarkt 13<br />

Telefoon 0118-670870 | Fax 0118-670880 | E-mail info@scez.nl<br />

Internet www.scez.nl<br />

KORTelings uit dienst<br />

Bram Dees is begin 2010 teruggetreden als coördinator van de door de<br />

SCEZ ondersteunde Werkgroep Industrieel <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong> (WIEZ).<br />

Meer dan tien jaar heeft Bram zich met hart en ziel ingezet voor het<br />

industrieel erfgoed in <strong>Zeeland</strong>. Als boegbeeld van de werkgroep heeft<br />

hij vele dingen opgepakt, waarbij de stoommachine in Sluiskil wel het<br />

grootste project is geweest. Met zijn grote inzet voor het behoud van dit<br />

unieke stuk erfgoed heeft Bram mede de geesten rijp gemaakt voor de<br />

vestiging van een volwaardig industrieel museum in Sas van Gent.<br />

Een mooi moment was de jubileumbijeenkomst die Bram in 2007<br />

organiseerde naar aanleiding van het 25-jarige bestaan van de WIEZ.<br />

De bijeenkomst werd gehouden in de voormalige goederenloods uit 1872,<br />

afkomstig van het spoorwegemplacement van Middelburg en nu deel<br />

uitmakend van het complex van de Stoomtrein Goes-Borsele. Diverse<br />

sprekers benadrukten het belang van de werkgroep en de noodzaak van<br />

verdere documentatie van het industrieel erfgoed in <strong>Zeeland</strong>. Hoewel<br />

teruggetreden als coördinator blijft Bram actief binnen de werkgroep,<br />

zij het als ‘gewoon’ lid.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 23 maart 2010/01<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong><br />

jaargang 9 nr. 1 • maart 2010<br />

Meegezonden<br />

- Zeeuws Archief Nieuws nr. 45<br />

Aan dit nummer droegen bij:<br />

• ARCHEOLOGIE Robert van Dierendonck, Henk Hendrikse,<br />

Nathalie van Jole, Hans Jongepier, Jan Kuipers<br />

en Ilona van der Weide-Haas<br />

• CULTUURHISTORIE Marinus van Dintel, Aad de Klerk<br />

en Iris Laboyrie<br />

• MONUMENTEN Marinus van Dintel, Wim Jakobsen, David Koren,<br />

Tony Veenstra en Jan van Zon<br />

• MUSEA Leo Adriaanse en Janneke de Wit<br />

• STREEKTALEN Veronique De Tier<br />

• MONUMENTAAL Tony Veenstra<br />

• ALGEMEEN Allie Barth en Henk Hendrikse<br />

• ALLERLEI Johan Francke, Piet Hannewijk, Wim van der Heijden,<br />

Wim Scholten, Truus Trimpe Burger-Mekking en Arco Willeboordse<br />

Aanlevering van kopij<br />

Voor het volgende nummer en/of reacties op deze nieuwsbrief bij<br />

voorkeur digitaal tot 12 april 2010, zeeuwserfgoed@scez.nl of<br />

via postbus 49, 4330 AA Middelburg o.v.v. kopij Zeeuws <strong>Erfgoed</strong>.<br />

Bij de omslag<br />

De Arendshoeve is een typisch Zeeuwse boerderij gelegen aan de<br />

rand van ’s-Heer Arendskerke. Het complex bestaat uit drie delen:<br />

een woonhuis, een schuur en een bakkeet. Het zijn drie rijksmonumenten<br />

op één erf. De oude bakkeet dateert van vóór 1600.<br />

Waarschijnlijk maakte het deel uit van een vroegere hoeve uit de<br />

vijftiende-zestiende eeuw. Omstreeks 1610 werd op het terrein een<br />

nieuwe boerderij gebouwd, een huis met daaraan vast in L-vorm<br />

een boerenschuur. Toen deze laatste circa 1870 geheel afbrandde,<br />

kwam er verderop op het terrein een grote, geheel gepotdekselde<br />

schuur te staan met drie mendeuren. Opmerkelijk is het raampje<br />

rechtsboven op de foto, een zogenaamde trompe l’oeil (gezichtsbedrog).<br />

Het dak is afgedekt met riet en de wolfseinden aan de<br />

kopse kant zijn versierd met <strong>dec</strong>oratieve houten windveren met wit<br />

kantmotief. Nog tot 2005 functioneerde deze bijzonder mooie<br />

boerderij als agrarisch bedrijf. Een uitvoering op schaal is sinds 26<br />

november <strong>2009</strong> in Madurodam te bekijken.


MOnuMENTaal<br />

Lamswaarde is een dorp in Zeeuws-Vlaanderen,<br />

en telt momenteel 820 inwoners (2010). Sinds<br />

1 januari 2003 maakt het deel uit van de<br />

gemeente Hulst. Oud-Lamswaarde ontstond<br />

als uithof van de Vlaamse Abdij van Boudelo,<br />

een Cisterciënzer abdij. Deze uithof is<br />

gedurende de Tachtigjarige Oorlog verwoest.<br />

Na 1615 ontwikkelde zich nabij deze locatie<br />

het huidige Lamswaarde. In 1871 begon men<br />

met de bouw van de huidige rooms-katholieke<br />

Heilige Corneliuskerk, naar een ontwerp van<br />

architect P. Stoffers. Deze zeer productieve<br />

architect was ook verantwoordelijk voor<br />

de RK Kerken in Aardenburg, Graauw,<br />

Biervliet, Nieuw-Namen, Hoofdplaat, Axel,<br />

Groede, Kloosterzande, Vogelwaarde en Clinge.<br />

In 1873 werd de Heilige Corneliuskerk<br />

door de Deken van Hulst ingewijd.<br />

(foto Jan Wijnacker)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!