ZE-no4 dec 2010 - Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland
ZE-no4 dec 2010 - Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland
ZE-no4 dec 2010 - Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
jaargang 9, <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong> 04<br />
NIEUWSBRIEF VAN DE STICHTING<br />
CULTUREEL ERFGOED <strong>ZE</strong>ELAND
ARCHEOLOGIECULTUURHISTORIEERFGOEDEDUCATIEMONUMENTENMUSEASTREEKTALEN<br />
Inhoudsopgave<br />
2 SCEZpresse<br />
CULTUURHISTORIE<br />
3 Hoe mooi (of hoe lelijk) is <strong>Zeeland</strong> eigenlijk?<br />
4 Lijst van Leemten op geschiedeniszeeland.nl<br />
MONUMENTEN<br />
5 Nieuwe toekomst voor bedreigd erfgoed<br />
6 Themamiddag historische landbouwschuren<br />
• Rapport ‘Havens en ligplaatsen’ digitaal beschikbaar<br />
7 Nieuw rapportagesjabloon voor monumentenwacht<br />
• Huien van de kerktoren<br />
8 Klimoefeningen, en net iets meer...<br />
9 Zorgen over kerken gedeeld<br />
10 Wijzigingen in het Brim<br />
11 Fort Ellewoutsdijk: van verdedigingswerk tot opleidingsproject<br />
12 Monumentenronde: <strong>Stichting</strong> Bunkerbehoud<br />
ALGEMEEN<br />
13 Een kijkje in Het Schuitvlot, de tweede locatie van de SCEZ:<br />
Drukbezochte Open Monumentendag<br />
ARCHEOLOGIE | ERFGOEDEDUCATIE<br />
14 Themadag Archeologie & Publiek<br />
ARCHEOLOGIE<br />
16 Archeologisch Nieuws<br />
• Onderzoek en meldingen<br />
19 Vondst voor het voetlicht:<br />
Middeleeuws vuurscherm uit Sluise bodem<br />
MUSEA<br />
20 Volkscultuur Nieuws<br />
21 Schoolkinderen gaan de strijd aan tegen het water<br />
• Boeiende nacht over waterwerken en landwinnen<br />
ERFGOED ALLERLEI<br />
22 Publicaties<br />
STREEKTALEN<br />
24 Streektaal Varia<br />
• De Zeeuwse Dialectdag en een luisterboek<br />
25 Streektaaloverleg en Streektaalconferentie<br />
• Kennismakingscursus Zeeuws<br />
• Zeeuwse Klapbank: immaterieel erfgoed<br />
• Bijeenkomst Zeeuws-Vlaamse informanten<br />
26 Thools dictee<br />
• Zing Zeeuws<br />
27 Colofon<br />
• Bij de Omslag<br />
• MOnuMENTaal: Zoemhout<br />
32 MOnuMENTaal<br />
De RK kerk Onze Lieve Vrouwe ten Hemelopneming. Gebouwd in<br />
1953/54 door de architecten A. Siebers en W. van Dael.<br />
In 2008 aangewezen als rijksmonument.<br />
Op de achtergrond de koorschildering van E. Dekker uit 1955<br />
met als onderwerp de Hemelvaart van Maria.<br />
SCEZpresse<br />
De verkiezingen in het afgelopen jaar hebben het politieke landschap<br />
veranderd. De economische crisis werkt door in collegeprogramma’s en<br />
regeerakkoord. Dat zal voor het collegeprogramma van Gedeputeerde Staten<br />
van <strong>Zeeland</strong> na de provinciale verkiezingen van 2 maart niet anders zijn.<br />
Op alle overheidsniveaus is sprake van drastische bezuinigingsmaatregelen.<br />
Kiezen is belangrijker dan ooit. Niet álles kan meer in stand worden<br />
gehouden. Dat geldt ook voor de cultuursector in <strong>Zeeland</strong>. De goede keuzes<br />
sluiten aan op de kernkwaliteiten en de bijzonderheden van onze prachtige<br />
provincie. Veel daarvan is terug te vinden in het landschap. Niet het politieke<br />
maar het échte landschap. Dan gaat het over water, ruimte, cultuurhistorie,<br />
natuur, monumenten en erfgoed. Dat is het ware kapitaal van <strong>Zeeland</strong>. Het<br />
is kapitaal waarvan ik vind dat het in maatschappelijk en economisch opzicht<br />
nog onvoldoende wordt benut. Er moet snel een cultuurprofiel voor <strong>Zeeland</strong><br />
komen dat hier op inspeelt. Dat zal dan niet alleen onderscheidend zijn,<br />
maar ook nog eens profijt opleveren.<br />
Hoe houden we in deze periode van bezuinigingen de kwaliteit van ruimte,<br />
erfgoed en landschap op peil? Hoe zorgen we ervoor dat de kwaliteitsbepalende<br />
elementen niet verloren gaan? Denk bijvoorbeeld aan de vele<br />
historische kerken, die in toenemende mate hun oorspronkelijke functie<br />
verliezen. Op 4 november ging het hierover in een bijeenkomst van het<br />
Platform Historische Kerken <strong>Zeeland</strong>. De bijeenkomst werd gehouden in<br />
een van de jongste rijksmonumenten van <strong>Zeeland</strong>: de in 1954 in gebruik<br />
genomen parochiekerk Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming in Philippine.<br />
Maar ook deze bijzondere kerk verliest binnen afzienbare tijd zijn functie en<br />
wat dan? Dan komt het aan op een zorgvuldige samenwerking van alle<br />
betrokken partijen, waardoor de juiste keuzes gemaakt kunnen worden en<br />
de juiste maatregelen kunnen worden getroffen. Dat betekent dat de regelgeving<br />
praktischer moet worden, de subsidieregelingen efficiënter en dat er<br />
moet worden geïnvesteerd in herbestemming en nevengebruik. Dat betekent<br />
ook een meer pragmatische, ontwikkelingsgerichte aanpak, meer publiekprivate<br />
financiering, het bundelen van kennis en vooral ook het maximaliseren<br />
van het maatschappelijk draagvlak. We weten wat ons de komende jaren te<br />
doen staat.<br />
Weinig erfgoed blijft zoals het oorspronkelijk was. Alles verandert en niets is<br />
voor de eeuwigheid. Wat ons niet van de plicht ontheft om zorgvuldig met<br />
ons erfgoed om te gaan. De nieuwjaarskaart van de SCEZ verbeeldt iets van<br />
die voortdurende verandering op de verschillende werkterreinen: archeologie,<br />
cultuurhistorie, erfgoededucatie, monumenten, musea en streektalen.<br />
De nieuwjaarskaart is ook een verwijzing naar de actualiteit van volgend jaar.<br />
Het jaar 2011 is door het NCV uitgeroepen tot het Jaar van het Immaterieel<br />
<strong>Erfgoed</strong> (evenals 2012). Het is tevens het Europese Jaar van de Vrijwilliger. In<br />
2011 gaat ook nog eens het Nationaal Programma Herbestemming van start.<br />
Ik wens u goede dagen en een voorspoedig Nieuwjaar.<br />
Wim Scholten, directeur
Landschapsminnend <strong>Zeeland</strong> stond deze zomer op zijn achterste benen.<br />
Men was getroffen door het bericht dat het Zeeuwse landschap het<br />
rapportcijfer 2,2 had gekregen, een kwalificatie bijna net zo slecht als<br />
die voor Drenthe (met een 2,1) en voor Flevoland (met een 1,7).<br />
Het hoogste cijfer was Friesland ten deel gevallen: 7,2. Vrijwel iedere<br />
Zeeuw die er in dit verband toe doet, sprak schande van deze onheuse<br />
bejegening van ‘ons’ landschap en vond vele ingezondenbrievenschrijvers<br />
aan zijn zijde. De teneur van de meeste reacties was: hier moest wel<br />
broddelwerk zijn geleverd; en: <strong>Zeeland</strong> is wél mooi, wat deskundigen van<br />
elders ook mogen vinden.<br />
Het was de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap (VNC), onder<br />
andere bekend van het sterspotje ‘Nederland weer mooi’, die zich het<br />
negatieve oordeel over het Zeeuwse landschap aanmatigde. Om de schijn<br />
van subjectiviteit (want wat is in wiens ogen eigenlijk mooi?) te vermijden,<br />
hanteerde ze daarbij enkele criteria. Grote wateren werden bij het<br />
oordeel buiten beschouwing gelaten. Veel natuurgebied en veel bos<br />
zouden bijdragen aan een hoge score. Dat zou ook gelden voor die<br />
delen van het landschap waar de oorspronkelijke verkaveling en een<br />
zekere kleinschaligheid herkenbaar zijn gebleven in de blauwe<br />
dooradering met sloten en de groene belijning met houtwallen en heggen.<br />
Geen wonder dat met deze maatstaven gemeten het Zeeuwse landschap<br />
er bekaaid vanaf komt. Grote wateren zijn in onze provincie juist alles<br />
overheersend, terwijl bos vanouds de grote afwezige is. <strong>Zeeland</strong> heeft<br />
zwaar geleden onder rampspoeden en is - mede tengevolge daarvan -<br />
de meest ruil- en herverkavelde van alle provincies. De vroegere<br />
eilandenstructuur bracht in de vorige eeuw relatief veel infrastructurele<br />
werken met zich mee die het landschap vaak bruut doorsnijden.<br />
De door de VNC bespeurde lelijkheid is dus voor een deel te verklaren<br />
en hangt voor een ander deel samen met de gebruikte criteria. Soms slaat<br />
men de plank ver mis. Walcheren te typeren als “een leeg en kaal land<br />
waar je wegwaait”, getuigt van pure onkunde. De zogenaamde<br />
Belvederegebieden noemt men leeg. Alsof de Zak van Zuid-Beveland<br />
met zijn vele boomdijken leeg is! <br />
Cultuurhistorie<br />
Hoe mooi (of hoe lelijk) is <strong>Zeeland</strong> eigenlijk?<br />
<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 3 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • CULTUURHISTORIE<br />
Onmiskenbaar mooi: heggengebied bij Nisse<br />
(foto Natuurmonumenten).<br />
Mooi of minder mooi? Akkerland net buiten Middelburg.
Is <strong>Zeeland</strong> dus mooier dan de schoolmeesters van de VNC ons willen<br />
doen geloven? Ja en nee. Natuurlijk telt <strong>Zeeland</strong> heel veel mooie plekken.<br />
Diverse organisaties en vele vrijwilligers zetten zich er dagelijks voor in om<br />
al dat moois te behouden en zo mogelijk uit te breiden. Ook is het goed<br />
te bedenken dat wie de historie - in <strong>Zeeland</strong> vaak gerelateerd aan het<br />
water - van een plek of een landschap beter kent, daar meer waardering<br />
voor opbrengt. Natuurlijk, smaken verschillen, maar een grootschalig<br />
verkavelde, weidse polder kan ongelooflijk mooi zijn. Er zijn zelfs mensen<br />
die de schoonheid van hoogspanningsmasten bezingen.<br />
Maar toch. Laten we onszelf ook niet te rijk rekenen aan landschappelijk<br />
schoon. De voor de recreatie ingerichte gebieden achter de Schouwse,<br />
Walcherse en Zeeuwsvlaamse kust zijn in een aantal gevallen ronduit<br />
lelijk. Juist daar ontvangt <strong>Zeeland</strong> zijn gasten, dus zijn dit de visitekaartjes<br />
die we afgeven. Nog altijd ook lijken daar nieuwe projecten in de pijplijn<br />
Lijst van Leemten op<br />
geschiedeniszeeland.nl<br />
Sinds een aantal maanden is de zogenaamde ‘Lijst van Leemten’ als<br />
pdf-document op www.geschiedeniszeeland.nl te vinden. Hierdoor<br />
hebben zowel onderzoekers als geïnteresseerden gemakkelijk inzicht<br />
in onderwerpen uit de Zeeuwse geschiedenis waarover tot op heden<br />
nog weinig of geen literatuur verschenen is.<br />
De Lijst van Leemten werd in 1984 voor het eerst gepubliceerd met als<br />
doel het wetenschappelijk onderzoek naar deze onderwerpen te promoten.<br />
De lijst, die tot voor kort alleen in brochurevorm verkrijgbaar was, wordt<br />
regelmatig geactualiseerd door medewerkers van het Zeeuws Archief,<br />
de Zeeuwse Bibliotheek, de SCEZ en de Werkgroep CultuurHistorie<br />
van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen.<br />
Dit gebeurt naar aanleiding van recent verschenen publicaties.<br />
De Lijst van Leemten is overigens niet compleet; sommige onderwerpen<br />
zijn bewust niet opgenomen omdat er weinig of geen bronnenmateriaal<br />
voorhanden is. Maar ook zullen onderwerpen aan de aandacht van de<br />
opstellers ontsnapt zijn. Indien u een onderwerp op de lijst mist, dan<br />
kunt u dit aanmelden via onderzoek@geschiedeniszeeland.nl.<br />
Via bovenstaand e-mailadres kunt u ook uw eigen onderzoek aanmelden.<br />
Hierdoor draagt u bij aan het actueel houden van de lijst.<br />
Naast de Lijst van Leemten vindt u op geschiedeniszeeland.nl ook alle<br />
adressen en organisaties op het gebied van cultuurhistorisch erfgoed in<br />
<strong>Zeeland</strong>. Aarzel niet om contact op te nemen, de medewerkers van de<br />
desbetreffende organisaties zullen u graag met uw onderzoek helpen.<br />
Omslag van de brochure ‘Lijst van Leemten’ uit 1999.<br />
te zitten. Onze bedrijventerreinen zijn per definitie niet om aan te zien.<br />
En dan de uitbreiding van dorp en stad: welke verdient er een<br />
schoonheidsprijs?<br />
Dankzij de VNC-rapportage stond het landschap wekenlang hoog op<br />
de agenda. Dat was misschien wel de belangrijkste winst. Daarnaast:<br />
gepaste trots op ons Zeeuwse landschap is zeker niet misplaatst, maar<br />
oprechte bezorgdheid over het vele lelijks en de voortwoekerende<br />
verrommeling moet misschien wel de boventoon voeren. Want een<br />
mooi landschap met veel erfgoed blijkt een omgeving op te leveren<br />
waarin zowel mensen zich welbevinden als de economie gedijt.<br />
Dat zijn in deze barre tijden belangrijke zekerheden.<br />
Aad de Klerk,<br />
adviseur cultuurhistorie en landschap<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 4 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • CULTUURHISTORIE
Nieuwe toekomst<br />
voor bedreigd erfgoed<br />
Op de website www.meldpunterfgoedzeeland.nl kan een breed<br />
publiek melding maken van bedreigd, onbekend en/of<br />
ondergewaardeerd erfgoed in <strong>Zeeland</strong>. Hierdoor wordt dit erfgoed<br />
in een zo vroeg mogelijk stadium geïnventariseerd en kunnen<br />
desgewenst behoudsmaatregelen getroffen worden.<br />
Sinds de start van het Meldpunt in februari 2009 zijn ruim 150<br />
meldingen gedaan. Hoewel er veel meldingen binnenkomen van<br />
onbekend en ondergewaardeerd erfgoed, heeft een aanzienlijk gedeelte<br />
van de meldingen betrekking op erfgoed dat met sloop bedreigd wordt.<br />
Bij deze laatste categorie meldingen is het van belang dat nog eens kan<br />
worden nagegaan of alle wegen tot behoud en eventueel herbestemming<br />
bewandeld zijn. De onderstaande voorbeelden met (uiteindelijk) een<br />
goede afloop maken dit duidelijk.<br />
Hof Kromwege in Oost-Souburg<br />
Afgelopen maanden is in Oost-Souburg hard gewerkt aan de restauratie<br />
van de zeventiende-eeuwse woning van Hof Kromwege, gelegen aan<br />
de Kromwegesingel 18. Jarenlang was het boerenwoonhuis onbewoond<br />
en bevond het zich in een dermate vervallen staat, dat voor toekomstig<br />
behoud gevreesd moest worden. Doordat het dak op verschillende<br />
plaatsen open lag, ging het verval extra hard. Op het laatste moment kon<br />
het tij worden gekeerd voor dit rijksmonument uit 1664. De huidige<br />
eigenaar, wooncorporatie Woonburg, heeft de afgelopen maanden het<br />
casco laten opknappen. Hierbij werd het houtwerk grotendeels vervangen<br />
en werd ook het metselwerk hersteld. De woning krijgt een (tijdelijke)<br />
nieuwe bestemming als informatiecentrum voor de nog te bouwen brede<br />
school op het omliggende terrein. Helaas kon voor het nabijgelegen<br />
varkenshok blijkbaar geen herbestemming gevonden worden; het eveneens<br />
vervallen, maar behoudenswaardige erfonderdeel kon afgelopen zomer<br />
niet aan de slopershamer ontkomen.<br />
Het Zuiderhoofd in Westkapelle<br />
Het Zuiderhoofd in Westkappelle verkeert al geruime tijd in slechte staat<br />
van onderhoud. Hierdoor wordt het elk jaar vanuit veiligheidsredenen<br />
voor het publiek afgesloten. Om verder verval en eventueel sloop op<br />
termijn tegen te gaan heeft het waterschap Zeeuwse Eilanden afgelopen<br />
zomer bekend gemaakt op korte termijn het Zuiderhoofd op te laten<br />
knappen. De kosten ervan, circa €450.000 zullen grotendeels voor<br />
rekening komen van de gemeente Veere, Projectbureau Zeeweringen,<br />
sportvisserij Zuid-West Nederland, sportvisserij Nederland en het<br />
waterschap. Alle genoemde partijen zijn op een bepaalde manier<br />
betrokken bij het Zuiderhoofd. Zo liggen beheer en onderhoud van<br />
het paalhoofd bij het waterschap en van het plankier bij de gemeente.<br />
Bij het opknappen van het Zuiderhoofd wordt rekening gehouden<br />
met een financiële bijdrage van de Provincie <strong>Zeeland</strong>.<br />
Door de slechte staat van onderhoud is het Zuiderhoofd<br />
niet toegankelijk voor het publiek.<br />
Monumenten<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 5 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • MONUMENTEN<br />
Zij- en achtergevel van de zeventiende-eeuwse woning van Hof Kromwege.<br />
In het metselwerk van de woning zijn nog veel bouwsporen zichtbaar.<br />
Kuststrook ten zuiden van het Zuiderhoofd.
Een rondleiding door<br />
de onlangs gerestaureerde<br />
landbouwschuur van<br />
boerderij Land en Zeezicht<br />
maakte deel uit van het<br />
programma.<br />
Themamiddag historische landbouwschuren<br />
Op 15 september organiseerde de SCEZ in samenwerking<br />
met de Rijksdienst voor het <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong><br />
een themabijeenkomst over de instandhouding van<br />
historische landbouwschuren. De themamiddag was<br />
specifiek bedoeld voor de monumentenambtenaren<br />
van de Zeeuwse gemeenten, daarnaast waren direct<br />
betrokken organisaties zoals de Boerderijenstichting<br />
<strong>Zeeland</strong>, <strong>Stichting</strong> Landschapsbeheer <strong>Zeeland</strong> en<br />
de stichting Dorp, Stad en Land uitgenodigd. De<br />
bijeenkomst vond plaats in de onlangs gerestaureerde<br />
landbouwschuur van de rijksmonumentale boerderij<br />
Land en Zeezicht in Kamperland.<br />
Rol Zeeuwse gemeenten<br />
De themabijeenkomst werd georganiseerd met het oog<br />
op de rol die de Zeeuwse gemeenten kunnen spelen bij<br />
het behoud van cultuurhistorisch waardevolle landbouwschuren.<br />
Veel van deze schuren verdwijnen onnodig uit<br />
het Zeeuwse landschap, mede doordat boerderijeigenaren<br />
onvoldoende op de hoogte zijn van de mogelijkheden<br />
voor behoud en herbestemming. Het is onder andere aan<br />
Rapport ‘Havens en ligplaatsen’ digitaal beschikbaar<br />
Het rapport Havens en ligplaatsen in de Zeeuwse Delta is nu ook als pfd-document<br />
te raadplegen. Het rapport, dat in 2008 door het Platform Maritiem <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong><br />
werd opgesteld, staat sinds kort op de algemene SCEZ-website, www.scez.nl.<br />
In het rapport wordt een overzicht gegeven van havens en ligplaatsen voor historische schepen<br />
in <strong>Zeeland</strong>. Hierbij is zowel rekening gehouden met het type als de afmetingen van de schepen.<br />
Vooral de eigenaren van de grotere schepen, veelal in gebruik als charterschepen, ondervinden<br />
knelpunten bij het varend houden van hun erfgoed; steeds meer lig- en passantenplaatsen<br />
verdwijnen of dreigen op korte termijn te verdwijnen. Daarbij is het aanbod van voorzieningen<br />
zoals water en elektra niet overal voldoende en ontberen havens vaak veilige af- en opstapplaatsen.<br />
Voor een duurzame instandhouding is het van groot belang dat bij toekomstige ruimtelijke<br />
ontwikkelingen het varend erfgoed zoveel mogelijk een centrale rol krijgt toebedeeld.<br />
In het rapport wordt hierop ingespeeld door de huidige lig- en aanlegplaatsen zo goed<br />
mogelijk weer te geven en mogelijkheden voor de toekomst duidelijk te vermelden.<br />
Het rapport kunt u vinden op: www.scez.nl/havens-en-ligplaatsen<br />
Historische schepen aan de Loskade in Middelburg tijdens Koninginnedag <strong>2010</strong>.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 6 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • MONUMENTEN<br />
de gemeenten om deze eigenaren zo goed mogelijk<br />
te informeren en te adviseren.<br />
Ondersteuning zou kunnen plaatsvinden in natura<br />
(aanbieden van faciliteiten, het verstrekken van hulp<br />
en advies), als door het verlenen van financiële<br />
bijstand (onkostenvergoeding of subsidieverstrekking).<br />
Draagvlak<br />
Beleidsmatig kan binnen gemeenten bescherming zoveel<br />
mogelijk geborgd worden binnen de beleidsterreinen<br />
RO (bestemmingsplan, welstandsnota) en monumentenzorg<br />
(gemeentelijke monumentenlijst, specifieke<br />
subsidieregelingen). De aanwezige monumentenambtenaren<br />
onderschreven het belang hiervan, maar<br />
de meesten benadrukten dat binnen de eigen gemeente<br />
weinig draagvlak hiertoe bestaat. Zeker met het oog op<br />
de bezuinigingen heeft monumentenzorg geen prioriteit<br />
en wordt veel overgelaten aan het particuliere initiatief.<br />
Niet in alle gemeenten blijkt er echter sprake van een<br />
negatieve teneur; zo vervult binnen <strong>Zeeland</strong> de gemeente<br />
Borsele nog steeds een voorbeeldfunctie als het gaat om<br />
behoud van agrarisch erfgoed. De monumentenambtenaar<br />
van de gemeente wist dit in zijn presentatie goed te<br />
verwoorden.<br />
Positieve reacties<br />
Naast bovengenoemde presentatie werden ook inleidingen<br />
gegeven door de mede-eigenaar van boerderij Land en<br />
Zeezicht, de SCEZ, de Provincie <strong>Zeeland</strong> en de Rijksdienst<br />
voor het <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong>. De regiovertegenwoordiger<br />
van de rijksdienst lichtte een tipje van de sluier<br />
op over de inhoud van de nieuwe beleidsfolder van de<br />
rijksdienst over herbestemming van agrarisch erfgoed.<br />
Deze folder zal ook in <strong>Zeeland</strong> een toegevoegde waarde<br />
hebben in de informatievoorziening over behoud en<br />
herbestemming.<br />
De aanwezigen waren positief over het verloop van de<br />
themamiddag en konden zich vinden in de woorden van<br />
de (mid)dagvoorzitter dat deze bijeenkomst vooral gezien<br />
moet worden als een aftrap voor een nadere uitwerking<br />
van de problematiek in de nabije toekomst.
Nieuw rapportagesjabloon voor monumentenwacht<br />
Vanaf 5 oktober werkt de monumentenwacht bij het<br />
vervaardigen van haar inspectierapporten met een<br />
geheel nieuw inspectiesjabloon, Inspectio genaamd.<br />
Het sjabloon is ontwikkeld door de Vereniging<br />
Monumentenwacht Nederland, de overkoepelende<br />
organisatie in Amersfoort waarbij alle provinciale<br />
monumentenwachten zijn aangesloten.<br />
Dit sjabloon is voor het eerst ingebruikgenomen in 2005<br />
voor de uitvoering van nulmetingen van alle historische<br />
molens, in het kader van de invoering van de Brimsubsidieregeling.<br />
Het oude rapportagesjabloon was<br />
samengesteld op basis van een Wordbestand, het nieuwe<br />
sjabloon is ontwikkeld op basis van een databasebestand.<br />
Het zogenaamde ‘molensjabloon’ is vanaf 2005 verder<br />
ontwikkeld en aangevuld. Inmiddels is het tot volle<br />
tevredenheid al enkele jaren in gebruik bij de<br />
monumentenwachten van Zuid-Holland en Utrecht.<br />
Er kunnen nu meer gegevens van een object in het<br />
rapport worden opgenomen. Hierdoor kan op eenvoudige<br />
wijze de bouwkundige staat van een object door de jaren<br />
heen worden gevolgd. In de database kunnen ook extra<br />
gegevens worden ingevoerd, die bruikbaar zijn bij het<br />
opstellen van PIP’s - de periodieke instandhoudingsplannen<br />
- die nodig zijn voor de aanvraag van een<br />
Brim-subsidie.<br />
Een ander voordeel van Inspectio is de mogelijkheid om<br />
ontwikkelingsgegevens te raadplegen van een of meerdere<br />
bouwonderdelen van verschillende objecten. De behoefte<br />
aan dit soort gegevens neemt landelijk steeds meer toe,<br />
en was een zeer arbeidsintensieve (handmatige) en<br />
kostbare aangelegenheid.<br />
Huien van de kerktoren<br />
Eind jaren zestig - in zijn jeugd op weg naar school<br />
in een klein dorp op Walcheren - kwam hij altijd langs<br />
de dorpskerk met zijn statige toren. Ontzagwekkend<br />
en vroom stond de toren in de lucht te priemen.<br />
Over die toren deed een verhaal de ronde. Pas jaren<br />
later verneemt Wim Jakobsen, intussen monumentenwachter,<br />
het ware verhaal.<br />
“Ik verheugde me evenals mijn leeftijdgenoten al op het<br />
moment dat er een feestdag was. Dan werd de vlag uit<br />
een luik van de torenspits gestoken, om zo de hele dag<br />
de vaderlandse driekleur aan de dorpsgemeenschap te<br />
tonen. Tegen het vallen van de avond verzamelde de<br />
dorpsjeugd zich voor het toegangshek van de toren.<br />
Als de gemeentewerkman de vlag naar binnen ging halen,<br />
mochten er enkele gelukkigen mee de toren in en de<br />
wenteltrap op. Eenmaal bovengekomen had je vanuit het<br />
vlaggenluik een prachtig uitzicht over de omgeving. In die<br />
tijd hoorde ik van de gemeentewerkman voor het eerst het<br />
verhaal dat de toren gebouwd was op huiden. Diep onder<br />
de grond lagen volgens hem koeienvellen waarop men<br />
begonnen was met de bouw van de toren.<br />
Jaren later kwam ik het verhaal weer tegen. En niet alleen<br />
op ons dorp maar in elk dorp of iedere stad doet dit<br />
verhaal van de koeienhuiden de ronde. Inmiddels hebben<br />
De invoering van het inspectiesjabloon heeft behalve de<br />
diverse toepassingsmogelijkheden voor de monumentenwacht<br />
zelf, ook voordelen voor anderen. Wat zal de<br />
abonnee bijvoorbeeld van Inspectio merken? Hij ontvangt<br />
in het vervolg een uitgebreider inspectierapport, waarin<br />
nog meer aandacht wordt besteed aan nuttige en<br />
praktische hersteladviezen, waarmee hij direct aan de slag<br />
kan gaan. Op deze wijze kan de monumentenwacht ook<br />
naar de abonnee de dienstverlening verbeteren en verder<br />
uitbreiden.<br />
diverse mensen onderzoek gedaan naar de waarheidsgetrouwheid<br />
van dit verhaal en wat blijkt: er is nog nooit<br />
een stukje koeienhuid teruggevonden die op deze wijze<br />
werd gebruikt. Waarom zou men dit immers doen,<br />
kostbare huiden onder een fundering stoppen en hiermee<br />
de draagkracht van de ondergrond voor de bouw van een<br />
toren verbeteren?<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 7 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • MONUMENTEN<br />
<br />
(bron: <strong>Stichting</strong> Platform<br />
Fundering Nederland).
Tonnen fundering.<br />
In de ton bevinden zich<br />
lange houten palen,<br />
de slieten (foto <strong>Stichting</strong><br />
Platform Fundering<br />
Nederland).<br />
De torenspits als<br />
oefen- en toonmodel<br />
(foto Niek Beeke).<br />
Nee, we moeten het eerder zoeken in een verbastering<br />
van benamingen en de daarmee gepaard gaande spraakverwarringen.<br />
Het bouwen van een pand begint met<br />
maken van een goede fundering op een vaste ondergrond.<br />
Als men direct op een vaste grondslag de fundering van<br />
een gebouw plaatst, noemt men dat funderen op staal.<br />
Staedel, stael of staal is een ander woord voor ondergrond.<br />
In een omgeving met een slappe ondergrond waar niet op<br />
staal kan worden gefundeerd, werden er houten heipalen<br />
de grond in geslagen. In die gevallen waar men op staal<br />
kon funderen maar toch de ondergrond wat wilde<br />
verbeteren, werden er ronde houten tonnen ingegraven<br />
tot ruim onder het plaatselijke grondwaterpeil. Deze<br />
tonnen of vierkant roosterwerk zonder bodem of deksel,<br />
werden rondom goed aangevuld met aarde en in de ton<br />
werden dunne boomstammen (slieten) met een lengte<br />
van enkele meters de grond ingeslagen/geheid. Deze<br />
tonnen met boomstammen werden huien genoemd.<br />
Had men zo’n serie huien geslagen, dan werden daaroverheen<br />
zware eiken balken geplaatst, waar dan vervolgens de<br />
voet van het gebouw op werd gelegd.<br />
In het woord heien zit nu net de spraakverwarring. Een<br />
oud woord voor heien is haaien of huien. Het huien diende<br />
dus om de draagkracht van de ondergrond van een<br />
gebouw te vergroten.<br />
Met enig fantasie en spraakverbastering lijkt huien inderdaad<br />
op huiden. En zo is weer een volksverhaal ontstaan.<br />
Een verhaal dat mysterieus en spannend tegelijk is.<br />
Zouden de dorpsbewoners werkelijk hun dieren geofferd<br />
hebben voor de bouw van de toren? Om de traditie voort<br />
te zetten heb ik dit verhaal van de huiden ook aan mijn<br />
kinderen doorverteld. Gelukkig lezen ook zij Zeeuws<br />
<strong>Erfgoed</strong>!”<br />
Klimoefeningen, en net iets meer...<br />
Op de aankondiging van de Open Dag van Het Schuitvlot stond het al vermeld:<br />
“Klimoefeningen”. Voor deze gelegenheid had de monumentenwacht in het depot één<br />
dakvlak van een torenspits nagebouwd op ware grootte. Behalve om tijdens zo’n evenement<br />
bezoekers zelf naar boven te laten klimmen, dient de spits nog twee andere doelen.<br />
Raar ding eigenlijk, die ‘torenspits’, hij is duidelijk niet helemaal afgewerkt. Maar een klein<br />
deel is met leien gedekt, een nog kleiner deel met pannen. Verder zie je dat er klim- of staphaken,<br />
ladderhaken en veiligheidsogen op zijn aangebracht. Op de Open Dag was het voor<br />
de kinderen al snel duidelijk hoe het voelt om zelf eens monumentenwachter te zijn.<br />
Helemaal zelfstandig mochten ze naar boven klimmen, als ze tenminste groot genoeg<br />
waren voor een van de beschikbaar gestelde veiligheidsgordels. Natuurlijk wel beveiligd<br />
met een extra lijn, in handen van een ervaren lid van de klimploeg van de wacht.<br />
Na een geslaagde klim naar boven kon de afdaling vanaf de bestaande balustrade beginnen<br />
aan een klimlijn, die in de handen van de eerder genoemde begeleider rustte. Voor de<br />
kinderen een spannende activiteit. Voor de toeschouwers een demonstratie van het gebruik<br />
van de veiligheidsvoorzieningen zoals die door monumentenwacht wordt geadviseerd om<br />
te kunnen werken op en aan uw monument.<br />
En daar staat hij dan, de klimtoren. Dankzij de opengewerkte constructie ziet u alles, als<br />
door de ogen van de vakman, de wijze van bevestigen, de verdere afwerkingen. Voor de<br />
monumentenwacht zelf is hij ook van nut. Vanaf nu kunnen de wachters namelijk binnenshuis<br />
hun klimvaardigheden op peil houden en bovendien elkaar en anderen instructie geven.<br />
Maar hij staat er vooral voor u, als abonnee, aannemer, (kerk)bestuur of belangstellende.<br />
Met de spits als toonmodel kan de monumentenwacht zijn adviezen omtrent het plaatsen<br />
van voorzieningen concreet visualiseren en onderschrijven. Hierdoor krijgt u een duidelijk<br />
beeld van de (technische) mogelijkheden, voordat u tot plaatsing van de voorzieningen<br />
overgaat volgens de arbonorm. De monumentenwacht geeft ook graag aanvullend advies<br />
over (fraaie) afwerking e.d.<br />
Afspraak maken<br />
Wilt u meer weten over de diverse mogelijkheden of welke veiligheidsvoorzieningen geschikt<br />
zijn voor uw monument, maak dan (op een vrijdagochtend) een afspraak met het secretariaat<br />
van de monumentenwacht: 0118-670870. Op locatie Het Schuitvlot aan de Looierssingel in<br />
Middelburg kunt u dan terecht voor specialistisch advies van onze monumentenwacht.<br />
Met dank aan de firma Bové Draadproducten uit Ravenstein en de firma Jobse uit Middelburg<br />
voor het ter beschikking stellen van deze gecertificeerde veiligheidsvoorzieningen.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 8 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • MONUMENTEN
Zorgen over kerken gedeeld<br />
Op 21 september vond op het gemeentehuis van Reimerswaal een<br />
dialoogavond tussen kerk en overheid plaats over instandhouding<br />
van de in deze gemeente aanwezige kerkgebouwen. De gemeente<br />
Reimerswaal werd vertegenwoordigd door wethouder Jaap Sinke en<br />
er waren vertegenwoordigers van de vele kerkgenootschappen die<br />
de gemeente rijk is. De avond werd geleid door Peter van Hecke,<br />
voorzitter en initiatiefnemer van het Platform Historische Kerken<br />
<strong>Zeeland</strong> (ondersteund door de SCEZ).<br />
Het doel was uitwisseling: enerzijds om de problemen die er zijn in<br />
kaart te brengen en anderzijds om met elkaar te kijken naar mogelijke<br />
oplossingen. Te vaak proberen kerken immers binnen eigen kring<br />
problemen op te lossen terwijl soortgelijke problemen ook elders<br />
voorkomen en ook bepaalde oplossingsrichtingen al beproefd zijn.<br />
Diverse onderwerpen passeerden de revue. Technische problemen<br />
zoals scheurvorming en onderhoud, maar ook problemen waarbij<br />
een kerkelijke gemeente voor de keuze staat een van de twee<br />
gebouwen af te stoten. In dit laatste geval werden de alternatieven<br />
besproken: welke vormen van her- of nevenbestemming zijn mogelijk<br />
om het andere gebouw te sparen, en welke factoren dienen in een<br />
dergelijk proces meegewogen te worden? Vanuit de aanwezigen<br />
kwamen bijvoorbeeld de tips om gemeenteleden mee te laten denken<br />
over de (her)bestemming van beide kerken, maar ook om - als het<br />
onvermijdelijk is - een besluit tot sluiting snel te nemen zodat de<br />
gemeenteleden kunnen wennen aan het idee. Vanzelfsprekend<br />
vormden exploitatie en financiële situatie van de kerken ook een<br />
belangrijk thema. Hierbij zijn diverse organisaties genoemd die<br />
kerkelijke gemeenten van dienst kunnen zijn.<br />
De SCEZ gaf ook allerhande beleidsmatige informatie. De wethouder<br />
concludeerde aan het einde van de avond veel nieuwe dingen gehoord<br />
te hebben. De uitwisseling werd door de aanwezigen als waardevol<br />
ervaren. Met name om te horen hoe ‘anderen’ het doen, om eens<br />
over de muren van het gebouw heen te kijken en om kennis te delen.<br />
De volgende dialoogavond die vanuit het Platform Historische<br />
Kerken <strong>Zeeland</strong> georganiseerd zal worden, zal plaatsvinden in<br />
Terneuzen, voorjaar 2011.<br />
De in expressionistische stijl gebouwde Petruskerk in Vlissingen, voorbeeld van een leegstaande kerk, wachtend op herbestemming (foto’s Ramon de Nennie).<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 9 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • MONUMENTEN
Park Zorgvliet te<br />
Ellewoutsdijk is een van<br />
de voorbeelden van<br />
rijksmonumentale parken<br />
die in 2011 ook van de<br />
Brim-regeling gebruik<br />
kunnen gaan maken.<br />
Wijzigingen in het Brim<br />
De regeling voor de duurzame instandhouding van<br />
rijksmonumenten Brim zal per 1 januari 2011<br />
worden gewijzigd en ‘Brim 2011’ worden genoemd.<br />
De overheid wil met deze regeling een financiële<br />
bijdrage bieden aan monumenteneigenaren voor<br />
de extra kosten die ze maken om hun monument in<br />
goede staat te houden door het sober en planmatig<br />
te onderhouden.<br />
De belangrijkste wijzigingen betreffen de inhoud van de<br />
regeling: deze wordt uitgebreid naar nieuwe monumentcategorieën.<br />
Zo kunnen bijvoorbeeld archeologische,<br />
maar ook ‘groene monumenten’ als tuinen, parken en<br />
begraafplaatsen voortaan aanspraak maken op subsidie<br />
voor de instandhouding. De systematiek van het Brim<br />
2011 is nagenoeg hetzelfde gebleven als die van het ‘oude’<br />
Brim. De uitgangspunten blijven dan ook ongewijzigd:<br />
planmatig onderhoud, eenvoudiger regelgeving, korte<br />
procedures en voldoende waarborg voor de kwaliteit<br />
van de monumentenzorg. Er is echter één belangrijke<br />
wijziging te melden: onder het Brim moest een aanvraag<br />
betrekking hebben op datgene wat als één beschermd<br />
monument in het monumentenregister was ingeschreven.<br />
Dat kwam neer op één aanvraag per monumentnummer.<br />
Deze eis is in het Brim 2011 losgelaten, omdat het<br />
register minder geschikt bleek om de subsidieverdeling<br />
op te baseren. Vergelijkbare monumenten zijn namelijk in<br />
de loop der jaren op verschillende manieren geregistreerd.<br />
Eigenaar staat centraal<br />
Uitgangspunt in het Brim 2011 is dat niet de registratiewijze<br />
van het monument, maar de eigenaar centraal staat.<br />
In de systematiek van het Brim 2011 wordt uitgegaan van<br />
een ‘zelfstandig onderdeel’ van een beschermd monument.<br />
Veel beschermde monumenten zijn één geheel, zonder<br />
dat verschillende zelfstandige onderdelen te onderscheiden<br />
zijn. Het komt echter regelmatig voor dat een gebouwd<br />
monument bestaat uit meerdere zelfstandige onderdelen.<br />
In dergelijke gevallen kan ook voor zo’n zelfstandig<br />
onderdeel een lening of subsidie worden aangevraagd.<br />
Door ontkoppeling van instandhoudingsregeling en<br />
monumentenregister is onder het Brim 2011 niet langer<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 10 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • MONUMENTEN<br />
relevant of sprake is van een zogenaamde ‘complexbescherming’.<br />
De gedachte achter subsidiëring van<br />
complexen was de samenhang tussen beschermde<br />
monumenten in stand te houden. Deze doelstelling kon<br />
echter niet op een voor alle monumenteigenaren gelijke<br />
wijze worden bewerkstelligd. Er zijn immers ook<br />
complexen die niet als zodanig zijn geregistreerd.<br />
Voor een aantal eigenaren van woonhuizen die onderdeel<br />
uitmaken van een complex komt hiermee de aanspraak op<br />
subsidie, zoals die bestond onder het Brim, te vervallen.<br />
Ook hiermee is een ongelijke situatie opgeheven.<br />
Er bestaan immers ook woonhuizen die een samenhang<br />
vertonen met naastgelegen monumenten, zonder dat<br />
sprake is van een complexbescherming. Dit onderdeel is<br />
dan ook uit het Brim 2011 geschrapt, hetgeen een<br />
vereenvoudiging van de regeling oplevert.<br />
Woonhuiseigenaren komen onder het Brim 2011 in<br />
aanmerking voor een lening. Dit geldt ook voor eigenaren<br />
van woonhuizen die als zelfstandig onderdeel kunnen<br />
worden aangemerkt, zoals woonhuizen die met een<br />
fabriek of een kerk onder één monumentnummer zijn<br />
ingeschreven in het monumentenregister.<br />
Woonhuizen, kerkgebouwen en ‘overige’<br />
Met de ontkoppeling van het register is tevens het aantal<br />
categorieën monumenten in het Brim 2011 teruggebracht<br />
van vijf naar drie: woonhuizen, kerkgebouwen en<br />
‘overige’. Het is overigens wel van belang te constateren<br />
dat eigenaren vroeg moeten zijn met hun subsidieaanvraag.<br />
Steeds meer mensen weten immers de weg te<br />
vinden en steeds meer monumentcategorieën kunnen<br />
gebruik maken van de regeling. Dit betekent dat het geld<br />
ook steeds eerder opraakt en mensen een jaar moeten<br />
wachten alvorens zij opnieuw kunnen meedingen naar<br />
subsidie op basis van een periodiek instandhoudingsplan<br />
van zes jaar.<br />
Meer informatie over de regeling is te vinden op<br />
www.cultureelerfgoed.nl en www.monumenten.nl.<br />
De SCEZ zal met het Rijk overleggen in hoeverre er<br />
(extra) voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd zullen<br />
worden om burgers en beleidsmakers voor te lichten<br />
over deze nieuwe regeling.
Fort Ellewoutsdijk:<br />
van verdedigingswerk tot opleidingsproject<br />
Fort Ellewoutsdijk heeft een bijzondere geschiedenis.<br />
Het is onderdeel van een negentiende-eeuwse<br />
verdedigingslinie. Het fort is gebouwd tussen 1835<br />
en 1839, na de afscheiding van België. Het fort moest<br />
voorkomen dat vijandelijke schepen naar Antwerpen<br />
konden varen. Samen met kanonnen op de vesting<br />
van Terneuzen verdedigde Fort Ellewoutsdijk de<br />
Westerschelde.<br />
Het fort werd gebouwd in de vorm van een zeshoek en<br />
was volledig omgracht. Aan de buitenzijde is het vestingwerk<br />
80 meter breed en 110 meter lang. De buitenmuren<br />
die rechtstreeks uit het water oprijzen zijn 10 meter hoog.<br />
In het muurwerk aan de zeezijde bevinden zich 19 rechthoekige<br />
bomvrije ruimten die voorzien zijn van in zwaar<br />
metselwerk uitgevoerde tongewelven. Bovenop de<br />
gewelven is 2 meter grondbedekking aangebracht.<br />
Daarbovenop lag oorspronkelijk een aarden borstwering<br />
waarachter de kanonnen stonden opgesteld en aan de<br />
bovenzijde is het metselwerk met een dikke laag grond<br />
bedekt. Vóór de uitvinding van het getrokken geschut<br />
en de brisantgranaat (jaren 80 van de 19 de eeuw) was<br />
fort Ellewoutsdijk bomvrij. In totaal konden er 500<br />
manschappen in het fort gelegerd worden.<br />
In de Tweede Wereldoorlog kwam het fort in Duitse<br />
handen en zijn bunkers aangebracht. Fort Ellewoutsdijk<br />
heeft toen als gevangenis gediend. Bijzonder is dat er na<br />
de oorlog NSB-ers gevangenen gezeten hebben.<br />
Voordat Natuurmonumenten het fort in 1981 in beheer<br />
kreeg, heeft het als opslagplaats voor Defensie gediend.<br />
Op 30 augustus is gestart met de restauratie van het fort.<br />
Zo moet er onder meer bestrating van het binnenplein<br />
worden verbeterd, voegwerk worden hersteld en vocht<br />
worden bestreden. De restauratie is hard nodig om het<br />
rijksmonument duurzaam te behouden en om deze reden<br />
is het fort tot begin 2011 niet toegankelijk. Het fort ligt<br />
in een wandelroute met daaraan een (vogel)uitkijkpunt<br />
van waar men een bijzonder mooi uitzicht heeft over<br />
de Westerschelde. Natuurmonumenten zoekt nog naar<br />
een geschikte herbestemming van het fort na restauratie.<br />
Daarbij wordt gedacht aan een verdere openstelling van<br />
het fort door bijvoorbeeld het publiek te informeren over<br />
de geschiedenis van het fort en de Westerschelde. Ook is<br />
het idee om er een kleine horecaonderneming te vestigen.<br />
Begin februari 2011 zou de restauratie gereed moeten<br />
zijn. De gemeente Borsele zal ook bijdragen aan het<br />
onderbrengen van tentoonstellingen en exposities in<br />
het fort. Natuurmonumenten heeft als opdrachtgever<br />
de volledige medewerking verleend om de restauratie van<br />
het fort als restauratie opleidingsproject te laten uitvoeren.<br />
Voor de leerling-restauratiemetselaar is het een hele klus<br />
om de dikke zware muren weer op een goede manier te<br />
herstellen. Opgemerkt moet worden dat door kogelinslagen<br />
beschadigde stenen gehandhaafd worden; het<br />
zijn immers sporen die de historie van het fort illustreren.<br />
Voor de leerling restauratietimmerman zit ook veel werk<br />
in het herstel van de deuren, waarvan sommige 10<br />
centimeter dik zijn. De kozijnen moeten gerestaureerd<br />
worden en luiken en ramen moeten weer goed draai- en<br />
sluitbaar gemaakt worden. Elke week worden er foto’s<br />
gemaakt van de restauratie; deze staan op de website<br />
van Natuurmonumenten onder Natuurgebieden:<br />
www.natuurmonumenten.nl<br />
Lopende ROP-projecten<br />
Het Fort Ellewoutsdijk is niet het enige restauratieproject<br />
waar leerlingen opgeleid worden. De volgende projecten<br />
zijn door opdrachtgevers inmiddels ook aangemerkt als<br />
Restauratie Opleidingsproject (ROP):<br />
- NH Kerk in Nisse<br />
- NH Kerk in Oost-Souburg<br />
- Oostpoort in Sluis<br />
- Belfort in Sluis<br />
- Molen De Jager in Oud-Vossemeer<br />
- Hof Kromwege in Oost-Souburg<br />
- voormalige Brouwerij Van Waes-Boodts in Westdorpe<br />
- Stadhuismuseum in Zierikzee<br />
- diverse kerktorens op Schouwen-Duiveland<br />
- RK Kerk in Kloosterzande<br />
- NH Kerk in Wilhelminadorp<br />
www.scez.nl/rop-zeeland<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 11 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • MONUMENTEN<br />
Een leerling timmeren<br />
brengt de betonbekisting<br />
aan de bovenrand van<br />
het fort aan.<br />
Dit onder toezicht van de<br />
leermeester/uitvoerder van<br />
het project.
MONUMENTENRONDE<br />
<strong>Stichting</strong> Bunkerbehoud<br />
Doel en werkzaamheden<br />
De <strong>Stichting</strong> Bunkerbehoud is in 1999 opgericht met als doel het<br />
behouden, beschermen en restaureren van waardevolle bunkers en<br />
verdedigingswerken. Inmiddels heeft de stichting meerdere bunkers<br />
gerestaureerd en in beheer. Deze worden regelmatig voor het publiek<br />
opengesteld. De <strong>Stichting</strong> Bunkerbehoud is inmiddels uitgegroeid tot<br />
een volwaardige vestingbouwkundige organisatie, die op het gebied<br />
van vestingwerken uit de Tweede Wereldoorlog leidend is in Nederland.<br />
De werkzaamheden van de stichting zijn de laatste jaren fors uitgebreid<br />
en onder te verdelen naar de drie kernactiviteiten:<br />
- Bezoekersfunctie: verschillende museumbunkers in Zoutelande,<br />
Vlissingen en Middelburg;<br />
- Kenniscentrum: op het gebied van vestingbouw in <strong>Zeeland</strong><br />
en specifiek van de Slag om de Schelde. Hierbij worden battlefield<br />
tours en rondleidingen georganiseerd voor groepen belangstellenden,<br />
waaronder de militaire academies uit binnen- en buitenland;<br />
- Adviestaak: het geven van gevraagd (en ongevraagd) advies aan<br />
overheden en particulieren op het gebied van het behoud<br />
van vestingbouw, zoals bij het Walcherse Landfront,<br />
bunkers op Schouwen-Duiveland en in Zeeuws-<br />
Vlaanderen.<br />
Moderne vestingbouw<br />
De stichting richt zich hoofdzakelijk op moderne<br />
vestingbouw. Daarmee bedoelen wij betonnen<br />
verdedigingswerken vanaf de Eerste Wereldoorlog.<br />
Het belangrijkste aandachtsgebied van de stichting<br />
is de Atlantikwall, een verdedigingslinie aangelegd<br />
door de Duitsers tussen 1942-1944 die liep van<br />
Noorwegen tot aan de Frans-Spaanse grens.<br />
De Nederlandse kust, gelegen voor het Duitse<br />
moederland, werd krachtig verdedigd. De Zeeuwse<br />
Delta en met name West-Zeeuws-Vlaanderen en<br />
Walcheren werden zwaar verdedigd met duizenden<br />
bunkers en versperringen. Dit gebeurde in verband met de<br />
strategische positie van deze regio’s aan de monding van de Westerschelde,<br />
de toegang tot de wereldhaven Antwerpen. Na de Tweede Wereldoorlog<br />
verdwenen veel bunkers en andere verdedigingswerken onder de slopershamer,<br />
thans rest nog slechts 10% van wat ooit gebouwd is.<br />
Werk in uitvoering aan de zogenaamde Bunkerroute 2 e fase, bij<br />
de rotonde Rondweg Koudekerke-Duinstraat (foto <strong>Stichting</strong> Bunkerbehoud).<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 12 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • MONUMENTEN<br />
Toenemende belangstelling<br />
De laatste jaren is er een grote belangstelling ontstaan voor de eerder<br />
genoemde restanten uit de Tweede Wereldoorlog. Ook bij de overheden<br />
is het besef gegroeid om representatieve onderdelen te bewaren als tastbare<br />
herinnering aan de voor <strong>Zeeland</strong> zo ingrijpende Tweede Wereldoorlog.<br />
Met name in relatie tot de ‘vergeten slag’ om de Schelde worden de nog<br />
aanwezige vestingwerken gezien als belangrijke relicten die in direct<br />
verband staan met het bombardement van Breskens in september 1944,<br />
de inundatie van Walcheren in oktober 1944 en de direct daaropvolgende<br />
landingen bij Westkapelle en Vlissingen op 1 november.<br />
Internationaal symposium Atlantikwall<br />
Een recente activiteit van de stichting was een tweedaags internationaal<br />
Atlantikwall-symposium, dat begin september voor het eerst in Nederland<br />
werd georganiseerd. De eerste dag werd gehouden bij de Rijksdienst voor<br />
het <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong> te Amersfoort. Aan de directeur van de Rijksdienst<br />
werd door de samenwerkende bunkerorganisaties in Nederland<br />
een selectievoorstel van beschermingswaardig Atlantikwall-erfgoed<br />
aangeboden. De tweede dag van het symposium vond plaats in<br />
Middelburg en kenmerkte zich als een ‘velddag’, met een rondrit<br />
langs het Walcherse Landfront. Momenteel wordt dit<br />
Walchers Landfront ontsloten door enkele fietsroutes<br />
en is het onderwerp voor verdere studie naar landschappelijke<br />
ontwikkeling.<br />
Toekomstvisie<br />
Als erfgoedorganisatie wil de Zeeuwse <strong>Stichting</strong><br />
Bunkerboud haar rol in Nederland verder<br />
uitbouwen en het belang van de bunker als<br />
waardevol cultureel erfgoed onder de aandacht<br />
brengen. Dat in <strong>Zeeland</strong> daadwerkelijk om de<br />
Atlantikwall is gevochten en de Slag om de Schelde<br />
medebepalend is geweest voor het verloop van de<br />
Tweede Wereldoorlog, zijn hierbij belangrijke<br />
aandachtspunten.<br />
Kerngegevens<br />
De <strong>Stichting</strong> Bunkerbehoud heeft:<br />
- circa 30 actieve vrijwilligers<br />
- circa 250 donateurs<br />
- circa 20.000 bezoekers op jaarbasis bij de museumbunkers<br />
en Battle-field tours<br />
- een halfjaarlijks mededelingen- en informatieblad in kleur<br />
voor de donateurs en relaties
Een kijkje in Het Schuitvlot, de tweede locatie van de SCEZ<br />
Drukbezochte Open Monumentendag<br />
11 september <strong>2010</strong> was een prachtige dag met veel zonneschijn, waarop in heel <strong>Zeeland</strong> weer veel<br />
te beleven viel: de zaterdag van de Open Monumentendag. Velen waren dan ook als vrijwilliger of<br />
bezoeker op stap om hun bijdrage te leveren aan deze feestelijke dag.<br />
Ook voor de SCEZ en een groot deel van haar medewerkers was die zaterdag bijzonder, omdat<br />
het Open Dag was in haar tweede huisvesting Het Schuitvlot aan de Looierssingel in Middelburg.<br />
In juni verscheen over dit pand - de voormalige brandweerkazerne - al een special bij Zeeuws <strong>Erfgoed</strong>,<br />
en op 11 september werden de deuren van de verbouwde locatie opengezet voor belangstellenden<br />
en nieuwsgierigen die toch ook wel eens wilden zien wat er allemaal was veranderd in het gebouw.<br />
Op het terrein aan de achterzijde speelde zich ook van alles af. Daar stonden in de felle zon de<br />
roodglimmende Magirus, de bluswagen van de brandweer uit 1931, en de eveneens historische<br />
Opel Blitz uit 1958. Twee brandweerlieden van het Stadsgewest gaven uitleg over beide wagens.<br />
Bij de kraam van leerbewerkster Judith konden geïnteresseerden zich laten informeren over leren<br />
schoeiselen oude bewerkingstechnieken uit de middeleeuwen.<br />
In de garage- en opslagruimte van de monumentenwacht stonden verschillende tentoonstellingen<br />
opgesteld, waaronder de verrijdbare <strong>Erfgoed</strong>mobiel en de Zeeuwse Klapbank. Rondom was een<br />
erfgoedmarkt met diverse kraampjes ingericht. Voor wie meer wilde weten over het archeologisch<br />
depot en de ondergrondse bunker werden rondleidingen verzorgd, onder andere door de vrijwilligers<br />
van <strong>Stichting</strong> Bunkerbehoud onder leiding van Hans Sakkers. Vrijwilligers van de Archeologische<br />
Werkgemeenschap Nederland, afdeling <strong>Zeeland</strong>, presenteerden zich in passende middeleeuwse kledij<br />
bij een nagebootste beerput met voorwerpen en een mooie kraam.<br />
De Open Dag trok vele - naar schatting ruim zevenhonderd - nieuwsgierige bezoekers vanuit<br />
Middelburg en van ver daarbuiten. De SCEZ wil graag iedereen bedanken die deze dag tot een succes<br />
heeft gemaakt! Het beeldverslag van deze Open Dag laat u meeproeven van de sfeer.<br />
<strong>Erfgoed</strong>markt met tentoonstellingen (foto Niek Beeke). | Demonstratie van het ambacht leerbewerking.<br />
Klimmen als een monumentenwachter (foto Niek Beeke).<br />
Hans Sakkers in het ‘hart’ van de bunker.<br />
Uitlegruimte voor bodemvondsten (foto Niek Beeke). | Mobiel erfgoed: de Magirus 1931.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 13 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • ALGEMEEN
Archeologie Themadag Archeologie<br />
Zaterdag 9 oktober namen 78 personen in de Mauritshof in IJzendijke deel aan de<br />
grensoverschrijdende Themadag Archeologie & Publiek, georganiseerd door de provincies<br />
Oost- en West-Vlaanderen en <strong>Zeeland</strong>, met een belangrijke bijdrage van de SCEZ.<br />
Al tijdens de koffie en ook in de lunchpauze kon kennis genomen worden van een groot<br />
aanbod aan educatieve archeologische projecten van het Ten Duinen Museum in Koksijde,<br />
de archeologische dienst Raakvlak uit Brugge, de provinciale archeologische musea van<br />
Oost-Vlaanderen te Ename en Velzeke en de SCEZ (onder andere met de <strong>Erfgoed</strong>mobiel).<br />
Gedeputeerde Harry van Waveren constateerde in zijn welkomstwoord dat archeologie in <strong>Zeeland</strong> in<br />
een rustiger vaarwater was gekomen en dat de tijd nu rijp was om juist aandacht te besteden aan het<br />
onderwerp van deze dag. Zijn collega, Marleen Titeca-Decraene van West-Vlaanderen, benadrukte<br />
ook het belang van grensoverschrijdende samenwerking. Nadat Robert van Dierendonck (SCEZ)<br />
en Luc Bauters, provinciaal archeoloog van Oost-Vlaanderen, in het kort het archeologisch beleid<br />
aan weerszijden van de grens met elkaar hadden vergeleken, werd het thema van de dag ingeleid door<br />
Evert van Ginkel van de Nederlandse <strong>Stichting</strong> Archeologie en Publiek. Daarbij schetste Van Ginkel in<br />
het kort alle bekende mogelijkheden die op dit moment benut worden om archeologie dichter bij het<br />
publiek te brengen, van publieksboek tot website over archeologische resultaten en van informatiebord<br />
tot kunstwerk op een vindplaats. Naast de bekende voorbeelden zag hij vooral op het gebied van<br />
de nieuwe media grote kansen om het publiek te bereiken. Maarten Berkers blikte terug op de dag van<br />
het Forum Vlaamse Archeologie die in april aan het thema was gewijd onder andere met een filmpje<br />
waarin de Mechelse marktgangers gevraagd werd naar hun belangstelling voor archeologie en de rol<br />
die zij archeologie wilden toekennen. Ondanks het feit dat te Mechelen een grote opgraving met veel<br />
publiciteit aan de gang was, bleken mensen toch niet op de hoogte, terwijl anderen het archeologisch<br />
belang (te) hoog inschatten.<br />
Levendige discussie<br />
Onder leiding van Evert van Ginkel ontspon zich daarna een levendige discussie over de publiekswerking<br />
in de archeologie. Belangrijke constateringen hierin waren dat het publiek altijd graag wil<br />
weten wat het resultaat is van archeologisch onderzoek. Publiekswerking is echter vaak niet opgenomen<br />
bij archeologisch onderzoek en, als dat wel het geval is, sneuvelt het als sluitpost meestal in het<br />
kostenplaatje. Door de deelnemers werd aangedrongen op initiatieven van de overheden, zeker als ze<br />
opdrachtgever zijn van het onderzoek, dat dan ook deels door de belastingbetaler wordt bekostigd.<br />
Maar ook de archeologen moeten bereid zijn de leuke en belangrijke dingen van hun vak te laten zien<br />
en zelf initiatieven nemen, om het belang van de archeologie voor het publiek bij overheden, projectontwikkelaars<br />
en bouwers in beeld te brengen. Veel bewoners van een nieuwbouwwijk hechten aan<br />
de geschiedenis en de identiteit van hun nieuwe omgeving. Communicatie is een apart vak en<br />
archeologen hebben mediatraining nodig om hun nieuws aan de man te brengen.<br />
Leerzame workshops<br />
De middag was ingeruimd voor vier workshops die tweemaal werden gegeven. Bij de workshop<br />
‘Verbeelding’ riep een prikkelende stelling van Bernard Meijlink (Walcherse Archeologische Dienst)<br />
dat de publieksvraag en dus de politiek het onderwerp van archeologisch onderzoek bepaalt, een<br />
scherpe discussie op: archeologisch onderzoek moet geënt blijven op wetenschappelijke vraagstellingen.<br />
Stefaan Gheysen (Westtoer) waarschuwde te waken voor te veel verbeelding in het landschap: publiek<br />
was volgens hem alleen maar geïnteresseerd in topvondsten. Jan van Damme (PZC) en Stijn Lybeert<br />
(Focus-wtv) gaven in de workshop ‘Media’ verhelderend inzicht in het proces van nieuwsverwerking<br />
door de pers. Daarbij blijken persoonlijke contacten met journalisten van eminent belang. Een<br />
nieuwsbericht dient ook aan een aantal criteria te voldoen om kans op publiciteit te maken en voor tv<br />
is verrassend beeld erg belangrijk. In de workshop ‘Musea’ stelde Katelijne Vertongen (Museum Brugge)<br />
dat de doelgroep van de museumbezoeker bij de inrichting van een museale opstelling sterk bepaalt wat<br />
visueel en tekstueel aangeboden wordt en beperkingen stelt aan wat de archeoloog wil vertellen.<br />
Paul Bailleul (Bailleul Ontwerpbureau) maakte duidelijk dat ook politieke wil en politieke invloed<br />
nodig zijn om een goed project tot stand te brengen. Hieronder wordt wat uitgebreider ingegaan op<br />
de workshop ‘Onderwijs’.<br />
Na een inleidende lezing van Mathieu De Meyer, projectleider Forten en Linies in Grensbreed<br />
Perspectief, over de vestingwerken van IJzendijke, werd in drie groepen een rondwandeling gemaakt<br />
langs de vestingwerken en het Museum Het Bolwerk en werd in de Mauritshof nog een hapje en een<br />
drankje genuttigd. Van de themadag zal nog een uitgebreid verslag worden gepubliceerd.<br />
Evert van Ginkel van de Nederlandse <strong>Stichting</strong> Archeologie en Publiek.<br />
Discussie met de zaal.<br />
Gebak in stijl.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 14 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • ARCHEOLOGIE | ERFGOEDEDUCATIE
& Publiek <strong>Erfgoed</strong>educatie<br />
(Hoe) past archeologie in het onderwijs?<br />
Evert van Ginkel stelde in zijn lezing dat er weinig zicht en greep is op de behandeling van<br />
archeologie in lesmethodes. Er zijn geen evaluaties uitgevoerd, waardoor het niet bekend is of<br />
producten aansluiten bij of worden gebruikt in het onderwijs. Archeologie is slecht vertegenwoordigd<br />
in de Nederlandse Canon. “We doen maar wat”, stelt Van Ginkel. Binnen de<br />
workshop ‘Onderwijs’ werd bekeken of dat echt zo is.<br />
De workshop werd verzorgd door Geert Berings, lector geschiedenis en vakdidactiek<br />
geschiedenis aan de lerarenopleiding van de Arteveldehogeschool Gent, en Josien Pootjes,<br />
adviseur erfgoededucatie van de SCEZ.<br />
Onderwijsstructuur<br />
Geert Berings bekeek de structuur van het onderwijs in België. Wat zijn daarbinnen de problemen en<br />
waar liggen de kansen voor archeologie? In België wordt bij het vak geschiedenis in het secundair (voortgezet)<br />
onderwijs gewerkt volgens een chronologische tijdlijn. De tijd vanaf de prehistorie, of ‘Tijd van<br />
jagers en boeren’ tot aan de ‘Tijd van televisie en de computer’ (vanaf 1950), wordt veelal maar één<br />
keer behandeld. Deze chronologische aanbieding van de geschiedenistijdvakken biedt daarom weinig<br />
mogelijkheden om in hogere leerjaren archeologie aan te bieden. Een excursie naar een archeologisch<br />
museum is niet voor de hand liggend als op dat moment het tijdvak televisie en computers wordt<br />
aangeboden. Om leerlingen van de hoogste klassen bij hun keuzes voor een vervolgstudie te interesseren<br />
voor het vak archeologie, is dus weinig mogelijkheid. In Nederland zijn er in het primair onderwijs<br />
diverse geschiedenismethodes die chronologisch concentrisch werken; de tijdperiodes komen een paar<br />
keer terug. Binnen alle geschiedenismethodes wordt ruimte gemaakt voor archeologie opdrachten.<br />
De begrippen archeologie en de archeoloog worden behandeld.<br />
Berings had diverse materialen, zoals werkboekjes en dvd’s bekeken. De regelgeving omtrent archeologie<br />
verandert zo snel, dat na twee jaar deze producten echt verouderd zijn. Zijn zoektocht naar internetinformatie<br />
over archeologie en educatie leverde bedroevend weinig op. Een enthousiaste leraar zal hier<br />
slecht de informatie vinden die hij zoekt. Een uitzondering vormt de overzichtelijke website van het<br />
Provinciaal Archeologisch Museum Velzeke: www.pam-velzeke.be.<br />
Archeologieprojecten<br />
Josien Pootjes bekeek de mogelijkheden van archeologie in het onderwijs vanuit het aanbod.<br />
Het aanbod is voor docenten te vinden op www.scez.nl/projector en op de provinciale site<br />
www.cultuureducatiezeeland.nl. Hoe kunnen de archeologieprojecten binnen het onderwijs ingezet<br />
worden? Het project ‘Uit de put’, voorheen gepresenteerd in de <strong>Erfgoed</strong>mobiel, werd uitgebreid<br />
getoond. Verder bestaat er aanbod in de vorm van leskisten, museumeducatie, digitale projecten met<br />
een verwijzing naar www.kich.nl (‘KennisInfrastructuur CultuurHistorie’: kaarten met archeologische<br />
waarden), gastlessen in samenwerking met de vrijwilligers van de AWN (Archeologische<br />
Werkgemeenschap Nederland, afdeling <strong>Zeeland</strong>) en worden er uitstapjes geregeld van scholen naar<br />
opgravingssites. De SCEZ biedt een snuffelstage aan voor leerlingen uit de hoogste klassen van het vwo.<br />
Kansen voor archeologieprojecten zijn er volgens Pootjes binnen de zogenoemde ‘Leonardoscholen’<br />
en het gymnasiumonderwijs. Leonardoscholen zijn opgezet voor hoogbegaafde leerlingen, die veelal<br />
doorstromen naar de gymnasia. Deze scholen vragen ook om extra aanbod buitenom de reguliere lessen.<br />
Het gymnasiumonderwijs biedt onderwijs over de cultuur van de klassieke oudheid.<br />
Het ‘Nieuwe Leren’, een term waar vele vernieuwende onderwijsvormen vanaf 2000 onder vallen en<br />
die tot doel heeft om ‘beter’ onderwijs aan te bieden, biedt eveneens kansen. In de basisscholen wordt<br />
bij geschiedenis de ‘beleving’ belangrijk. Leren moet plaatsvinden in een authentieke omgeving. Dat<br />
kan door mensen en materialen in de school te halen en door leerlingen buiten de school te laten leren.<br />
Vaardigheden (competenties) moeten aangeleerd worden, zoals samenwerken, overleggen, ICT<br />
(computeronderwijs). Allemaal kansen voor archeologielessen.<br />
Bij de discussie kwamen vragen los over de mogelijkheden om met leerlingen een opgraving te bezoeken.<br />
Kunnen leerkrachten wellicht via Twitter een waarschuwing krijgen als die mogelijkheid zich voordoet?<br />
Kunnen studenten van de lerarenopleidingen worden ingezet om rondleidingen te verzorgen op de site?<br />
Vragen die de moeite waard zijn om verder te onderzoeken. Scholen in <strong>Zeeland</strong> kunnen hierover contact<br />
opnemen met de adviseur erfgoededucatie, Josien Pootjes, 0118-670604, jm.pootjes@scez.nl.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 15 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • ARCHEOLOGIE | ERFGOEDEDUCATIE<br />
Discussie met de zaal.<br />
Workshop ‘Onderwijs’.<br />
Archeologieprojecten op de markt.
Opgraving in Aardenburg,<br />
perceel Van der Hooft<br />
(1966). Tweede man van<br />
links (zonder pet): ir. J.A.<br />
Trimpe Burger.<br />
Archeologisch Nieuws<br />
Onderzoek Romeins Aardenburg gestart<br />
Op 6 september ging het Odyssee-project van de eerste<br />
uitwerking van Romeins Aardenburg van start. Op de<br />
startvergadering in Middelburg zijn de eerste werkafspraken<br />
gemaakt en is de voorlopige indeling van<br />
het eind 2011 te verschijnen rapport vastgelegd. In dat<br />
rapport wordt ook een deelonderzoek opgenomen, dat<br />
Wouter Dhaeze voor zijn promotie aan de Universiteit<br />
Gent heeft uitgevoerd en beschreven. De resultaten van<br />
zijn studie komen met deze publicatie ook beschikbaar<br />
voor het project.<br />
Guus Besuijen van Hazenberg Archeologie heeft voor<br />
zijn werkzaamheden een werkplek gekregen in locatie<br />
Het Schuitvlot (SCEZ). Hij is bezig met het ordenen<br />
van de gegevens van circa 1.400 fragmenten versierde<br />
terra sigillata, die al grotendeels beschreven zijn door<br />
de opgraver, de voormalige provinciaal archeoloog<br />
Jan Trimpe Burger. De data van de 340 stempels op terra<br />
sigillata zijn al geordend en ter beschikking gesteld aan<br />
Ester van der Linden (Hazenberg Archeologie), die de<br />
Onderzoek en meldingen<br />
WALCHEREN<br />
Duizend jaar oude boerderij Domburg<br />
Op de locatie van het voetbalveldje bij de Golfslag te<br />
Domburg is door de gemeente Veere de bouw van een<br />
nieuwe school gepland. De Walcherse Archeologische<br />
Dienst (WAD) voerde hier in de zomer van <strong>2010</strong> een<br />
opgraving uit die op grote belangstelling van het publiek<br />
en de media kon rekenen. Het vooronderzoek, uitgevoerd<br />
door de WAD en SOB Research, had al aangetoond dat<br />
het hier om een interessante locatie ging, net ten zuiden<br />
van de vroegmiddeleeuwse ringwalburg en op de rand<br />
van de hoger gelegen kreekrug.<br />
Tijdens de opgraving werden de resten van een boerderij<br />
en erf van omstreeks 1000 na Chr. gevonden.<br />
De plattegrond is nagenoeg compleet en meet ongeveer<br />
10 bij 6 meter. Rond de boerderij bevonden zich<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 16 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • ARCHEOLOGIE<br />
gegevens controleert en aanvult naar de recente stand<br />
van kennis.<br />
Ook aan de munten wordt gewerkt: daarbij is<br />
geconstateerd dat een deel ervan in kwaliteit achteruit is<br />
gegaan, en dat nieuwe bestudering voor dat deel niet meer<br />
mogelijk is. Benno Ridderhof van het bedrijf Mud, Blood<br />
en Beer (MBB) is al enige tijd bezig met het bewerken<br />
van de gescande opgravingstekeningen van Aardenburg,<br />
zodat deze tekeningen aan elkaar gekoppeld, en de<br />
vondstgegevens aan de sporen gelinkt kunnen worden.<br />
Deze tekeningen zijn dan weer digitaal te bewerken voor<br />
analyse van de gedateerde sporen en voor publicatie in<br />
het rapport.<br />
Vorderingen en informatie over het project worden bijgehouden<br />
op de websites www.erfgoednederland.nl/odyssee en<br />
www.romeinsekust.nl. Presentatie van de onderzoeksresultaten<br />
vindt in 2012 ook plaats in een tentoonstelling in<br />
het Gemeentelijk Archeologisch Museum in Aardenburg.<br />
verschillende grachten en kuilen die in de tiende en<br />
elfde eeuw gedateerd kunnen worden. De boerderij is<br />
drieschepig en komt sterk overeen met plattegronden<br />
gevonden bij opgravingen in Oost-Souburg. De complexe<br />
oversnijdingen van de sporen tonen aan dat er op het<br />
terrein sprake is van verschillende fases van gebruik.<br />
Opvallend is de vondst van een aantal middeleeuwse<br />
benen fragmenten van glissen, een soort primitieve<br />
schaatsen. Misschien bevond zich hier wel, aan de rand<br />
van het dorp bij de laaggelegen poelgronden, een mooi<br />
schaatsplekje?<br />
De WAD is druk bezig met het bekijken van alle<br />
vondsten en het ontrafelen van de sporen. De resultaten<br />
worden gepubliceerd in een Walchers Archeologisch<br />
Rapport.
Actiefoto van de opgraving bij de Golfslag, Domburg<br />
(foto WAD).<br />
Boerderij uit Oost-Souburg, te vergelijken<br />
met die uit Domburg.<br />
Middeleeuwse agrarische sporen Oostkapelle<br />
Bij Oostkapelle wil de gemeente Veere aan de<br />
Brouwerijstraat 36b in de nabije toekomst woningen<br />
bouwen. Het perceel is gelegen op een brede kreekrug<br />
aan de zuidoostelijke rand van het dorp, vlakbij de<br />
camping ‘In de Bongerd’.<br />
De Walcherse Archeologische Dienst heeft hier in de<br />
zomer van <strong>2010</strong> een kleine opgraving uitgevoerd. Hierbij<br />
werden sporen gevonden van een middeleeuwse akkerlaag<br />
uit de dertiende en veertiende eeuw. Onder deze laag<br />
<strong>ZE</strong>EUWS-VLAANDEREN<br />
Middeleeuwse fundamenten buiten Biervliet<br />
Op 13 oktober is door de SCEZ, een AWN-lid en een<br />
medewerker van Artefact een grote bakstenen fundering<br />
opgemeten langs de N61 bij Biervliet. De vondstmelding<br />
kwam van de heer G. van der Maas van Rijkswaterstaat.<br />
De fundering was aangetroffen in een put, die in opdracht<br />
van Rijkswaterstaat was gegraven in verband met munitieonderzoek.<br />
Van dit terrein waren nog geen archeologische<br />
kwamen in de top van de kreekrug minstens twee<br />
cirkelvormige greppels van circa 5-7 meter in diameter<br />
te voorschijn die te interpreteren zijn als resten van<br />
hooimijten. De sporen waren maar ondiep bewaard en<br />
bevatten aardewerk uit de twaalfde/dertiende eeuw.<br />
In de nabije omgeving van de hooimijten bevond zich<br />
een aantal kuilen en smalle greppels. Ook werd een reeks<br />
kleine paalgaatjes opgetekend die iets jonger leken te zijn<br />
en zeer waarschijnlijk tot een hekwerk of een soortgelijke<br />
constructie behoord hebben. Al deze sporen zijn toe te<br />
schrijven aan agrarische activiteiten aan de rand van<br />
Oostkapelle.<br />
Middeleeuwse hooimijten worden in verschillende opgravingen<br />
in <strong>Zeeland</strong> aangetroffen, zoals bij de N57 bij<br />
Serooskerke, de Absdaalseweg bij Hulst en in Zaamslag.<br />
Hun grootte verschilt sterk, van 1,5-9 meter in diameter.<br />
Alle lijken dienst gedaan te hebben als tijdelijke opslag<br />
van diverse gewassen. Bij onderzoek naar de inhoud van<br />
een van de greppels, gevonden bij het onderzoek van de<br />
nieuwe N57 te Serooskerke, werden verkoolde zaden van<br />
diverse soorten als broodtarwe, gerst, erwt (en wikke), vlas<br />
en huttentut (olie) vastgesteld (vermoedelijk als gevolg van<br />
het ‘eesten’, conservering met behulp van verhitting). De<br />
gewassen werden op de grond opgeslagen, al dan niet op<br />
een verhoging met grond uit de gracht/greppel. Ook zijn<br />
er soms bescheiden houten constructies gebruikt.<br />
Archeologisch onderzoek aan de Brouwerijstraat, Oostkapelle.<br />
vondsten in de landelijke database Archis geregistreerd.<br />
De fundering bevindt zich buiten de grenzen van het<br />
middeleeuwse Biervliet. Na het schoonmaken bleek het<br />
te gaan om een muur van een zeer groot gebouw: een<br />
gasthuis, klooster of versterkt huis - mogelijk het<br />
befaamde kasteel van Biervliet, dat overigens ook aan<br />
de oostzijde van middeleeuws Biervliet wordt gesitueerd.<br />
De 16 meter lange zichtbare fundering had nog twee<br />
zijstukjes, waarvan er één nog in de (zuidelijke) putwand<br />
doorliep. Het andere stuk hield op, maar was niet<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 17 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • ARCHEOLOGIE<br />
<br />
‘<br />
Een glis en een bakpan<br />
met holle steel (fragment)<br />
uit opgraving de Golfslag<br />
in Domburg (foto WAD).<br />
Vondstmeldingen en<br />
archeologisch spreekuur<br />
Melding van archeologische<br />
vondsten dient te<br />
geschieden bij de SCEZ.<br />
Het materiaal wordt wanneer<br />
nodig geregistreerd<br />
en gedocumenteerd, maar<br />
blijft altijd in het bezit<br />
van de melder, tenzij deze<br />
het zelf wil afstaan. Uw<br />
melding van vondst(en)<br />
of waarneming(en) kan<br />
ook schriftelijk of<br />
telefonisch geschieden bij:<br />
SCEZ<br />
Postbus 49<br />
4330 AA Middelburg<br />
T 0118-670870<br />
E j.jongepier@scez.nl<br />
Daarnaast houdt de<br />
SCEZ op elke eerste<br />
dinsdagmiddag van de<br />
maand een archeologisch<br />
spreekuur. U kunt het<br />
spreekuur in locatie<br />
De Burg<br />
Groenmarkt 13<br />
te Middelburg<br />
bezoeken om voorwerpen<br />
te laten determineren<br />
(geldwaarde wordt niet<br />
getaxeerd), vondstmeldingen<br />
te doen, of allerlei<br />
vragen op het gebied van<br />
de Zeeuwse archeologie<br />
voor te leggen.<br />
De eerstvolgende<br />
archeologische spreekuren<br />
vinden plaats op<br />
de dinsdagmiddagen<br />
7 <strong>dec</strong>ember, 4 januari,<br />
1 februari en 1 maart<br />
van 15.30 tot 16.30 uur.<br />
Dank voor uw<br />
medewerking!
Fundering van een groot<br />
middeleeuws gebouw langs<br />
de N61 bij Biervliet.<br />
Kogelpotje (Schinveld) uit<br />
Oud-Hontenisse, datering<br />
twaalfde/dertiende eeuw.<br />
Schedel van ‘Francien’,<br />
gevonden in Oud-<br />
Hontenisse.<br />
afgebroken. Het baksteenformaat bedroeg 28 x 14 x 7 en<br />
28 x 13,5 x 6,5 centimeter; deze wijzen op een middeleeuwse<br />
datering, rond 1300. In de akker is in zuidwestelijke<br />
richting nog geprikt om de fundering eventueel te volgen;<br />
daaruit bleek dat die nog minimaal 20 meter in<br />
dezelfde richting doorloopt. De oriëntatie van de fundering<br />
is ongeveer westzuidwest-oostnoordoost. De naast de<br />
fundering aangetroffen aardewerkfragmenten dateren uit<br />
het begin van de veertiende eeuw.<br />
‘Francien’ uit Oud-Hontenisse<br />
Een Antwerpse fotograaf vond op 6 september bij toeval<br />
in de omgeving van Kruisdorp, buitendijks in het slik,<br />
een menselijke schedel. De vinder meldde de vondst bij<br />
de politie in Hulst, waarna de schedel is opgehaald voor<br />
deponering in het Zeeuws Archeologisch Depot en<br />
eventueel verder onderzoek. De schedel is vermoedelijk<br />
van een vrouw, en waarschijnlijk afkomstig van het in<br />
1509 verdronken dorp Oud-Hontenisse. Op het<br />
politiebureau kreeg de vrouw de naam Francien.<br />
In dezelfde omgeving ontdekte de heer M. Jansen<br />
uit Geleen in het begin van de jaren zeventig een<br />
onbeschadigd kogelpotje van circa 12 centimeter.<br />
Het lichtgekleurde potje had enkele rode verfstrepen<br />
op wand en bodem, en kan in het productiecentrum<br />
Schinveld (Zuid-Limburg) zijn vervaardigd (datering<br />
twaalfde/dertiende eeuw). Hij meldde het voorwerp<br />
op 12 oktober bij de SCEZ aan, waarna hij het in<br />
bruikleen overdroeg aan mevrouw J. Meijers van<br />
de <strong>Stichting</strong> Het Zeeuwse Landschap voor opstelling<br />
in het bezoekerscentrum Saeftinghe te Emmadorp.<br />
Het gave potje dateert uit de vroegste periode van<br />
Oud-Hontenisse, dat als<br />
Guntenesse in 1183 voor<br />
het eerst wordt vermeld.<br />
Nieuwe sporen<br />
Johannieters<br />
Zaamslag<br />
Op 9 september<br />
heeft de SCEZ<br />
met hulp van<br />
AWN-leden een<br />
bakstenen<br />
funderingsstuk<br />
schoongemaakt en<br />
ingemeten in een nieuw<br />
gegraven sloot langs de<br />
Groeneweg bij Zaamslag,<br />
in opdracht van Waterschap<br />
Zeeuws-Vlaanderen.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 18 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • ARCHEOLOGIE<br />
Het nieuw gegraven slootprofiel werd eerder onderzocht<br />
op archeologische resten. Na het blootleggen van de fundering<br />
bleek het waarschijnlijk te gaan om een vierkante<br />
poer van 1,60 x 1,60 meter, die als fundering van een<br />
spaarboog diende.<br />
In het sloottalud is met de prikstok geprikt om de<br />
fundering eventueel te volgen, maar die liep in westelijke<br />
richting niet verder door. In oostelijke richting was de<br />
begrenzing al vastgesteld. De oriëntatie van het gebouw<br />
waarvan de poer deel uitmaakte, was ongeveer westzuidwest-oostnoordoost.<br />
Dat is dezelfde oriëntatie als die van<br />
een funderingsstuk dat in 2009 in de wegsloot langs<br />
de provinciale weg is aangetroffen. De afstand tussen<br />
de twee funderingsstukken bedraagt ongeveer 30 meter.<br />
Tempeliers, Johannieters, Franciscanen<br />
De fundering bestond voornamelijk uit stukken baksteen;<br />
er waren weinig gave exemplaren aanwezig. Het formaat<br />
van de rode bakstenen bedroeg 26 x 13 x 6 centimeter.<br />
Het binnenste gedeelte van de poer was niet dichtgemetseld,<br />
maar volgegooid met stukken baksteen.<br />
De poer bevond zich op 1,40 meter beneden maaiveld<br />
en bleek nog een meter dieper door te lopen. De poer<br />
was door het (intacte) veen gegraven en rust naar alle<br />
waarschijnlijkheid op pleistoceen zand.<br />
Op een iets hoger niveau in het westelijke talud van<br />
de sloot kwam uit noord-noordwestelijke richting een<br />
andere fundering tevoorschijn. Hoewel de bakstenen min<br />
of meer in verband lagen was deze fundering iets meer<br />
‘verrommeld’. Het zal een tussenmuur zijn geweest tussen<br />
beide funderingen, die als buitenmuur van een groot<br />
gebouw kunnen worden geïnterpreteerd.<br />
Dit is vermoedelijk het in middeleeuwse oorkonden<br />
genoemde hospitaal van de Hospitaalridders of<br />
Johannieters (sinds 1540 een klooster van de derde orde<br />
van Sint-Franciscus). Iets ten westen van het hospitaal<br />
bevond zich vanaf het eind van de dertiende eeuw een<br />
commanderij van de tempeliers. De complexen verdronken<br />
in 1586 als gevolg van inundatie. Uit het profiel van<br />
de sloot zijn enkele aardewerkfragmenten verzameld.<br />
Deze dateren voornamelijk uit de vijftiende eeuw.<br />
Middeleeuwse bakstenen poer in een sloot langs<br />
de Groeneweg te Zaamslag.
Een middeleeuwse afvalkuil aan de Hoogstraat in Sluis<br />
leverde een bijzondere vondst op: een vuurscherm uit<br />
omstreeks 1350, voorzien van een ‘portret’.<br />
Medewerkers van het Provinciaal Archeologisch<br />
Centrum <strong>Zeeland</strong> (PACZ), nu onderdeel<br />
van de SCEZ, voerden in oktober 2000<br />
een archeologische verkenning uit wegens<br />
de voorgenomen bouw van een appartementencomplex<br />
aan de Hoogstraat in<br />
Sluis. Leden van de Archeologische<br />
Werkgemeenschap voor Nederland<br />
(AWN), afdeling <strong>Zeeland</strong>, verleenden<br />
medewerking.<br />
Na het onderzoek is de bouwput verder<br />
uitgegraven tot het gewenste niveau en<br />
zijn de werkzaamheden gevolgd door<br />
enkele amateurarcheologen, in de hoop<br />
nog niet waargenomen bewoningssporen<br />
aan te treffen. Tijdens die<br />
waarneming is ook het restant van<br />
een laatmiddeleeuwse afvalkuil<br />
aangetroffen.<br />
De vondsten daaruit zijn overgedragen<br />
aan het Zeeuws Archeologisch Depot<br />
van de SCEZ (ZAD).<br />
Vondst voor het voetlicht<br />
Middeleeuws vuurscherm uit Sluise bodem<br />
Tegen brandgevaar<br />
Het vondstmateriaal uit de kuil bestond uit<br />
gebruikelijke keramiek zoals fragmenten van<br />
steengoedkannen en scherven rood- en grijsbakkend<br />
aardewerk. Ook werden enkele<br />
glasfragmenten verzameld, waaronder een<br />
klein fragment van een glas-in-loodraam met de afbeelding van een<br />
vogeltje. Tussen al deze zaken bevonden zich twee zeer interessante<br />
voorwerpen. Het eerste is een deksel, vervaardigd uit Spaans<br />
goudlustermajolica met een fragment van een bijpassende kom.<br />
Het andere vormt het onderwerp van deze bijdrage: een vuurscherm<br />
van roodbakkend aardewerk met loodglazuur en koperoxide. Direct<br />
in het oog springend hierop is het ‘aanziende’ portret van vermoedelijk<br />
een man.<br />
Een vuurscherm is een halfrond met de hand vervaardigd voorwerp,<br />
bedoeld om de vuurresten in de haard zodanig af te dekken dat<br />
eventuele vonken geen brand konden stichten. Een ander in de<br />
middeleeuwen vaak voorkomend voorwerp met dezelfde functie is<br />
de vuurklok of vuurstolp.<br />
Aan de bovenzijde van het vuurscherm zijn twee luchtgaten<br />
aangebracht die ervoor zorgen dat het smeulende vuur ’s nachts aan<br />
bleef. Vuur maken was nu eenmaal een tijdrovende bezigheid; als<br />
het uit was moest men buitenshuis om vuur gaan, waarvoor betaald<br />
moest worden.<br />
Aan de bovenzijde van het scherm zit een handgreep met omgeslagen<br />
randen, om het makkelijk te kunnen verplaatsen. Aan de binnenzijde<br />
van vuurschermen vinden we vaak een roetkorst, waardoor ook<br />
scherven van vuurschermen door de archeoloog makkelijk te<br />
herkennen zijn.<br />
Vuurscherm van roodbakkend aardewerk<br />
met aanziend portret van een man.<br />
Bodemvondst uit Sluis, 2000.<br />
Hoogte 34 centimeter, gerestaureerd.<br />
Datering 14 e eeuw, inv. nr. 506-14.<br />
Van klok naar scherm<br />
Naast het feit dat het Sluise vuurscherm met een<br />
expressieve kop is versierd, is de vorm van het<br />
voorwerp ook van belang. De meeste uit<br />
opgravingen bekende middeleeuwse<br />
voorwerpen met dezelfde functie zijn<br />
namelijk vuurklokken. Pas toen de<br />
haard van de centrale plaats in de<br />
woning naar de wand verhuisde,<br />
kreeg het voorwerp zijn halfronde<br />
vorm. Dit betekende ook dat de<br />
woning inmiddels stenen in<br />
plaats van houten wanden had.<br />
Vuurklokken zijn doorgaans dus<br />
ouder dan vuurschermen.<br />
Aanziende portretten zoals op<br />
ons vuurscherm zien we<br />
bijvoorbeeld ook op tin/loden<br />
broches uit dezelfde periode,<br />
circa het midden van de<br />
veertiende eeuw, en op<br />
munten uit deze tijd,<br />
bijvoorbeeld de penny’s van de<br />
verschillende Edwards uit Engeland.<br />
Voorbeelden van gepubliceerde vuurschermen<br />
met dit type portretten zijn mij onbekend;<br />
we mogen het vuurscherm uit Sluis dan ook als<br />
redelijk uniek beschouwen.<br />
In de literatuur vond ik alleen een vermelding<br />
van een applique in de vorm van een vrouwenhoofd,<br />
op een fragment van een vuurscherm<br />
gevonden in Sommelsdijk. *) Overigens is het vuurscherm uit Sluis<br />
óók een fragment, maar er bleek voldoende van bewaard om een<br />
verantwoorde reconstructie mogelijk te maken.<br />
Deze restauratie is uitgevoerd door de heer P. Leenhouwers uit Sluis.<br />
Hierdoor is het weer mogelijk om dit exemplaar bij diverse<br />
presentaties zoals tentoonstellingen in te zetten. Voorlopig wordt<br />
het vuurscherm opgesteld in de archeologievitrine van het Zeeuws<br />
Archeologisch Depot in locatie Het Schuitvlot aan de Looierssingel<br />
in Middelburg.<br />
Henk Hendrikse,<br />
depotbeheerder<br />
Broche van tin/lood<br />
afkomstig uit de opgraving<br />
Korte Nobelstraat,<br />
Zierikzee, 2003.<br />
Diameter 1,9 centimeter,<br />
datering 14 e eeuw.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 19 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • ARCHEOLOGIE<br />
*) Rias Olivier (red.), Bodemvondsten uit Goeree-Overvlakkee, 25 jaar<br />
archeologisch en historisch onderzoek door De Motte (Ouddorp 1994), 179.
Musea Volkscultuur Nieuws<br />
2011-2012 Jaren van het Immaterieel <strong>Erfgoed</strong><br />
Op 15 oktober werd tijdens het symposium‘Waarborgen voor de<br />
toekomst. Immaterieel erfgoed in de praktijk’ in Maarssen, georganiseerd<br />
door het Nederlands Centrum voor Volkscultuur (NCV), officieel het<br />
landelijk Jaar van de Tradities afgesloten. Datzelfde NCV heeft 2011 en<br />
2012 uitgeroepen tot Jaren van het Immaterieel <strong>Erfgoed</strong>. Binnenkort<br />
wordt de zorg voor het immaterieel erfgoed formeel geregeld als Nederland<br />
de UNESCO-conventie ter bescherming van het immaterieel erfgoed<br />
ondertekent. UNESCO formuleert het immaterieel erfgoed ook wel als<br />
het “niet tastbaar levend cultureel erfgoed”. Zij hecht er veel waarde aan<br />
dat de vele plaatselijke organisaties, die zich inzetten voor het immaterieel<br />
erfgoed, betrokken worden bij de uitvoering van de conventie.<br />
Tradities en gebruiken zijn levend erfgoed en kunnen niet worden<br />
geconserveerd in tegenstelling tot het materieel erfgoed. Tradities,<br />
Reünie DOG-borduurders<br />
Het is al weer tien jaren geleden dat het project de langste<br />
merklap van de wereld ‘Door Ons Gedaen’ van start ging.<br />
Op 11 november werd in depotlocatie Het Schuitvlot<br />
een reünie voor de borduurders georganiseerd. Het was<br />
een hartelijk weerzien van 75 reünisten die allen zeer<br />
geboeid luisterden naar de presentatie van Eef de Jonge.<br />
In de presentatie werd teruggekeken op de fijne<br />
samenwerking en de vele successen van DOG. Mia<br />
Elmont inventariseerde met de borduurders de ideeën<br />
voor een nieuw textielproject waarbij mogelijk ook de<br />
jeugd betrokken zal worden. Met een kijkje in het depot,<br />
waar de merklap uitgerold lag, werd de bijeenkomst<br />
afgesloten.<br />
De reünie van de langste merklap werd ook<br />
bijgewoond door twee trotse jonge borduursters.<br />
T-shirttentoonstelling ‘Tradities’ gratis te huur<br />
Tien Zeeuwse tradities zijn op T-shirts afgebeeld en van een verklarende tekst voorzien.<br />
De tentoonstelling is compact en samengesteld door het Nederlands Centrum voor<br />
Volkscultuur in samenwerking met de SCEZ. Deze makkelijk rond te vervoeren<br />
tentoonstelling kan gratis in bruikleen worden gevraagd door erfgoedinstellingen,<br />
verenigingen en scholen. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met adviseur<br />
volkscultuur Hesther van den Donk, 0118-670617, hpsm.vanden.donk@scez.nl.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 20 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • MUSEA<br />
gebruiken en dialecten verdwijnen wanneer ze niet meer worden<br />
onderhouden. De gemeenschap zelf draagt de zorg hiervoor en is<br />
verantwoordelijk om het kwetsbare erfgoed in stand te houden. Het<br />
immaterieel erfgoed is de culturele bagage die ons vormt en ieder van ons<br />
met zich meedraagt. Kennis van elkaars gewoonten en gebruiken zorgt<br />
voor een sociale cohesie in de samenleving. Immaterieel erfgoed boeit<br />
omdat het over de eigen omgeving en het verleden gaat, en bindt mensen<br />
aan hun omgeving en aan elkaar.<br />
<strong>Zeeland</strong> zal, met de komst van een adviseur volkscultuur bij de SCEZ, in<br />
de komende twee jaar aansluiting zoeken bij de landelijke projecten zoals<br />
‘levenslooprituelen’ en ‘what’s in a name’, rituelen rond namen en naamgeving.<br />
Ook zal, na ratificatie van de UNESCO-conventie, worden<br />
bijgedragen aan een nationale inventarisatie van het immaterieel erfgoed.<br />
Koninklijke onderscheiding<br />
voor Wim van der Heijden<br />
Op 20 oktober, tijdens een vergadering van het<br />
algemeen bestuur van de <strong>Stichting</strong> De Zeeuwse<br />
Streekdrachten in locatie De Burg, werd aftredend<br />
secretaris Wim van der Heijden (links op de foto)<br />
onverwacht verrast.<br />
De Middelburgse wethouder Aalberts kwam binnen<br />
met de boodschap dat het Hare Majesteit had behaagd<br />
Wim te onderscheiden met het ridderschap in de Orde<br />
van Oranje-Nassau. En dat vooral, maar niet uitsluitend<br />
voor zijn inzet op het gebied van de Zeeuwse streekdrachten.<br />
Zo was Wim medeoprichter van de <strong>Stichting</strong><br />
De Zeeuwse Streekdrachten en heeft hij zich samen met<br />
echtgenote Liza ingezet voor de totstandkoming van het<br />
boek<br />
De Zeeuwse streekdrachten 1800-2000. Daarnaast was<br />
Wim onder meer medeoprichter van de Heemkundige<br />
Kring Walcheren, en actief in kerk (in Kleverskerke) en<br />
museum (in Arnemuiden).
Schoolkinderen gaan de strijd aan tegen het water<br />
Voor het verplaatsen van de zandzakken naar de waterkant<br />
werd al snel een rij gemaakt (foto’s Fred Ernst).<br />
De nationale Week van de Geschiedenis is op 15 oktober officieel geopend bij Deltapark Neeltje Jans met een grote waterstrijd. Twee Zeeuwse<br />
basisschoolklassen van De Wegwijzer uit Serooskerke en De Vossenburch uit Midddelburg bouwden dijken met de zandzakken van de Week. Een<br />
strijd tegen het water en tegen elkaar: wie bouwt de stevigste dijk?<br />
Valentijn Byvanck, inhoudelijk directeur van het Nationaal Historisch Museum, gaf het startsein. Het werkeiland Neeltje Jans - als onderdeel van<br />
de Oosterscheldekering - is een historische locatie die aansluit op het thema van dit jaar ‘Land en Water’.<br />
Boeiende nacht over waterwerken en landwinnen<br />
De Zeeuwse MuseumNa|8 op vrijdagavond 22 oktober heeft 1.831 bezoekers in het donker van de nacht naar de musea getrokken. Mensen<br />
genoten van activiteiten rondom thema’s als: ‘(onderwater)werk’, ‘met de VOC in zee’, ‘water: bedreiging en uitdaging’, ‘herinneringen aan de<br />
Deltawerken’, ‘Dijkval: verloren Zuidland’, ‘Weemoed en Wildernis: veranderingen op Tiengemeten’, ‘Wrakkenroute’, ‘De Schelde: vergeten trots’<br />
en ‘Let op de dijk!’.<br />
In het schoolklasje van Streekmuseum<br />
De Meestoof werd op eenvoudige wijze het<br />
TV spelletje Timboektoe nagespeeld, met als<br />
hoofdprijs de Meestoof Timboektoebokaal <strong>2010</strong><br />
(foto Streekmuseum De Meestoof).<br />
Overal ‘land en water’ in het Zeeuws maritiem<br />
mu<strong>ZE</strong>Eum. Een wedstrijdje oorlogvoeren door<br />
met kanonnen op schepen te schieten.<br />
Optreden van het fluitensemble van<br />
de Zeeuwse Muziekschool in Historisch Museum<br />
De Bevelanden.<br />
Directeur Maaike Klunne-Mol spreekt<br />
het publiek toe in het Watersnoodmuseum,<br />
na afloop van de theatervoorstelling<br />
(scene uit Dijkval) en uitvoering van<br />
muziekkorps Kunst en Eer met koor Waisisi.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 21 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • MUSEA<br />
De winnende school De Wegwijzer uit Serooskerke met hun<br />
zelfgebouwde dijk van zandzakken. Yell, yell, yell, De Wegwijzer wint wel!<br />
Kinderen vermaakten zich prima met het<br />
computersimulatiespel Dijkwacht bij Museum<br />
Het Polderhuis in Westkapelle. Inspecteer<br />
de waterkering en voorkom zo een dijkdoorbraak.
<strong>Erfgoed</strong> Allerlei<br />
PUBLICATIES<br />
SCEZ kan geen aanvullende informatie<br />
verstrekken over de verkoop van<br />
verschenen publicaties.<br />
• Boeken<br />
en eenmalige uitgaven<br />
Tom Boudewijns, Motor- en autotoertochten.<br />
Tweede Wereldoorlog. Deel 1:<br />
Nederland (Noord-Brabant, <strong>Zeeland</strong>,<br />
Zuid-Holland) (Alkmaar: de Alk, <strong>2010</strong>)<br />
160 pag.+ cd, ISBN 978-90-6013<br />
-321-7. In deze reisgids van de Tweede<br />
Wereldoorlog zijn tien motor- en autotochten<br />
opgenomen. De vijfde, zesde<br />
en zevende tocht voeren door <strong>Zeeland</strong><br />
van Brasschaat naar Sas van Gent (136<br />
km.), van Sas van Gent tot Domburg<br />
(168 km.) en van Domburg naar<br />
Oostvoorne (139 km.). De gids geeft<br />
een reisbeschrijving en allerlei kruisbestuivingen<br />
met andere bezienswaardigheden;<br />
achtergrondinformatie<br />
over de gebeurtenissen tijdens de<br />
Tweede Wereldoorlog ontbreekt<br />
nagenoeg.<br />
Phons Bakx, Zoemhout: De wereldomvatttende<br />
cultuurgeschiedenis van<br />
een zoemtoon (Middelburg: <strong>Stichting</strong><br />
Antropodium, <strong>2010</strong>) 244 pag.; foto’s;<br />
www.antropodium.nl. Encyclopedische<br />
uitgave en catalogus over het oeroude<br />
klankinstrument zoemhout, waarin<br />
Zeeuws kunstenaar Bakx zijn artistieke<br />
werk verbindt met de cultuurwetenschap.<br />
Het boek behandelt de<br />
mechanische werking, de akoestische<br />
eigenschappen en alle 32 antropologen<br />
en godsdienstpsychologen die het<br />
magische instrument ooit hebben<br />
bestudeerd. Met foto’s van 158 door<br />
Bakx zelf gemaakte replica’s. Op 22<br />
oktober <strong>2010</strong> vond het (Ludiek)<br />
Wereldkampioenschap Zoemhoutslingeren<br />
plaats in Middelburg.<br />
Zie ook MOnuMENTaal, pag. 28.<br />
Barbara Van den Bossche en Rinus<br />
Willemsen, Biervliet tussen eb en overvloed<br />
(Terneuzen: Gemeente Terneuzen,<br />
<strong>2010</strong>) 238 pag.; ill., foto’s; ISBN 978-<br />
90-804637-4-5. De geschiedenis van<br />
Biervliet en omgeving in dertien<br />
hoofdstukken, waarbij Barbara Van<br />
den Bossche de oudste fase en de stad<br />
Biervliet als onderdeel van het graafschap<br />
Vlaanderen behandelt, waarna<br />
Rinus Willemsen het verhaal na 1572<br />
vervolgt. Met twaalf bijlagen (met o.a.<br />
de Keur van 1358, lijsten van burgemeesters,<br />
predikanten en pastoors),<br />
begrippen- en jaartallenlijst en index.<br />
Ton Crijnen en Ina Herbers, P.C.<br />
Callenfels. Het veelbewogen leven van<br />
de NSB-burgemeester van Vlissingen en<br />
Woerden (Soesterberg: Uitgeverij<br />
Aspekt, <strong>2010</strong>) 212 pag.; ISBN 978-<br />
90-59-119666. Piet Callenfels was<br />
NSB-burgemeester van Vlissingen en<br />
Woerden. De auteurs proberen met<br />
deze studie het ontstane beeld van<br />
Callenfels in het juiste perspectief te<br />
plaatsen. De studie omvat tien hoofdstukken<br />
voorzien van eindnoten die<br />
over de oorlogsjaren, vlucht, proces<br />
en latere jaren handelen. Er is een<br />
nawoord, lijst van geraadpleegde<br />
literatuur, bronnen, een dankwoord<br />
en persoonsregister.<br />
Lo van Driel, ‘Met de rug naar de zee.<br />
Cadzands mengelwerk’, Bijdragen tot<br />
de geschiedenis van West-Zeeuws-<br />
Vlaanderen 38 (Aardenburg:<br />
Heemkundige Kring West-Zeeuws-<br />
Vlaanderen <strong>2010</strong>) 424 pag. Een vuistdik<br />
verzamelwerk met tien artikelen<br />
die zich afspelen in West-Zeeuws-<br />
Vlaanderen. Van Driel gaat bijvoorbeeld<br />
dieper in op de kwestie Jobse<br />
over een ontspoorde bovenmeester, de<br />
Franse intocht in Aardenburg in 1794<br />
en het feest in 1872 aldaar; verder twee<br />
artikelen over Van Dale en ook twee<br />
artikelen over Cadzand en het slotartikel<br />
over een ‘onbekende’ vrouw die<br />
een ander licht werpt op het leven van<br />
J. de Hullu. Bevat voetnoten, per artikel<br />
beredeneerde lijst van archivalia,<br />
lijst van geraadpleegde literatuur, vier<br />
bijlagen en een persoonsnamenregister.<br />
Mart van Duijvenvoorde, Tussen<br />
Oudewater en Middelburg.<br />
Herinneringen van een geelbuik (Soest:<br />
Boekscout, <strong>2010</strong>) 341 pag.; ISBN 978-<br />
94-6089-537-1. Levensverhaal van<br />
Mart van Duijvenvoorde, die in<br />
Oudewater werd geboren maar voor<br />
de oorlog naar <strong>Zeeland</strong> verhuisde.<br />
Er wordt verteld over de Tweede<br />
Wereldoorlog, de militaire dienstplicht<br />
in Nederlands-Indië en de Watersnoodramp<br />
van 1953, aangevuld met latere<br />
reisverhalen. Het boek kent geen<br />
hoofdstukindeling, maar wel opeenvolgende<br />
paragrafen.<br />
Theo Giele, Herinnering aan de<br />
verdwenen stad (Raamsdonksveer:<br />
Vèrse Hoeven, <strong>2010</strong>) 128 pag.; ill.,<br />
foto’s; ISBN 978-90-75703-40-5.<br />
Verhalen en foto’s van Middelburg<br />
van voor het bombardement van 17<br />
mei 1940. De korte verhalen van<br />
ooggetuigen verschenen eerder in de<br />
PZC en zijn in dit boek gebundeld.<br />
Jan de Jonge, Van Hoogstammen en<br />
Land en Heren van Stand. Een geschiedenis<br />
van de fruitteelt op Zuid-Beveland.<br />
De Zeeuwsche Fruitteelt Maatschappij<br />
(Goes: Heemkundige Kring<br />
De Bevelanden; <strong>Stichting</strong> Vrienden van<br />
het Fruitteeltmuseum, <strong>2010</strong>), 112 pag.<br />
ISBN 978-90-70298-26-5. Aan de<br />
hand van de geschiedenis van de NV<br />
Zeeuwsche Landmaatschappij (1895-<br />
1902) en de NV Zeeuwsche Fruitteelt<br />
Maatschappij (1902; in 1958 opgegaan<br />
in ‘De Bathpolders’) wordt de historie<br />
van de fruitteelt op Zuid-Beveland<br />
verteld. Met een apart hoofdstuk<br />
over de - ook op dit terrein - toonaangevende<br />
families als Van den Bosch,<br />
Kakebeeke, Lenshoek, Fransen van de<br />
Putte en Van der Have. Met bijlagen<br />
met gegevens over personeel,<br />
bestuurders en aandeelhouders.<br />
A.P. de Klerk, ‘Zuidwestelijk zeekleilandschap’<br />
geeft een geactualiseerde<br />
samenvatting van de ontstaansgeschiedenis<br />
van het Zeeuwse landschap.<br />
Onderdeel van: S. Barends e.a.<br />
(red.), Het Nederlandse landschap.<br />
Een historisch-geografische benadering<br />
(Utrecht: Matrijs, tiende herziene druk,<br />
<strong>2010</strong>), pag. 32-45.<br />
Jan J.B. Kuipers & Gert P. Kuipers,<br />
Hannelore. Kind van een Duitse moeder<br />
in oorlogstijd, 1940-1947 (Vlissingen:<br />
Den Boer/de Ruiter, <strong>2010</strong>) pag.; ill.,<br />
foto’s; ISBN 978-90-79875-13-9.<br />
Aangrijpend verhaal over onrecht van<br />
Hannelore Meijaard, een kind van een<br />
Duitse moeder en Nederlandse vader<br />
die in Ovezande woonde toen de<br />
oorlog uitbrak. Als gevolg daarvan<br />
verandert de positie van het gezin in<br />
het dorp op slag. Het huis brandt af<br />
nadat het is aangestoken en de vader<br />
wordt na de oorlog geïnterneerd. Met<br />
verantwoording, bronnen- en literatuurlijst,<br />
en een bijlage.<br />
Adrie de Kraker,<br />
‘Landschapsonderzoek in de Zeeuwse<br />
Delta, 1990-<strong>2010</strong>’ biedt een overzicht<br />
van het cultuurhistorisch onderzoek<br />
van het Deltalandschap in de voorbije<br />
twintig jaar en doet enkele aanbevelingen<br />
voor toekomstig onderzoek.<br />
De bijdrage vormt een hoofdstuk in:<br />
G.J. Borger, Ph. Breuker en H. de Jong<br />
(red.), Van Groningen tot <strong>Zeeland</strong>.<br />
Geschiedenis van het cultuurhistorisch<br />
landschapsonderzoek naar het kustlandschap<br />
(Hilversum: Verloren, <strong>2010</strong>),<br />
pag. 123-144 en 161-164 (literatuur).<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 22 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • ERFGOED ALLERLEI<br />
Ruud Paesie, Zeeuwse kaarten voor de<br />
VOC. Het kaartenmakersbedrijf van de<br />
Kamer <strong>Zeeland</strong> in de 17 de en 18 de eeuw<br />
(Zutphen: Walburg Pers, <strong>2010</strong>) 104<br />
pag.; ill., foto’s, tek., krt.; ISBN 978-<br />
90-5730-678-5. Naast de bekende<br />
Amsterdamse kaartenmakers Blaeu<br />
blijkt ook in <strong>Zeeland</strong> een familiebedrijf<br />
actief te zijn geweest in de productie<br />
van geheime, voor de VOC bestemde<br />
zeekaarten: Arent Roggeveen, zijn<br />
oudste zoon Johan en diens stiefzoon<br />
Abraham Anias.<br />
Doeke Roos, Rinus van Es (red.) en<br />
Agnes van der Veen (fotogr.), Loodsen<br />
bij nacht en ontij. De ‘erfgenamen’ van<br />
Frans Naerebout. 125 jaar loodsen op en<br />
om de Schelde (Vlissingen: Vereniging<br />
Nederlandse Loodsen Sociëteit, cop.<br />
2009) 207 pag.; ill., foto’s, tek., krt.,<br />
tab.; ISBN 978-90-8144471-2. Uitgave<br />
ter gelegenheid van het 125-jarig<br />
bestaan van de Vereniging Nederlandse<br />
Loodsen Sociëteit. Roos behandelt in<br />
zes hoofdstukken het ontstaan van het<br />
loodswezen in 1814 tot en met heden.<br />
Een zevende hoofdstuk gaat over de<br />
activiteiten van de loodsen. Verder zijn<br />
er een in memoriam, nabeschouwing,<br />
dankwoord, lijst van bronnen en<br />
literatuur, illustratieverantwoording,<br />
naamlijst met Scheldemond loodsen<br />
van 1814 tot heden en een index.<br />
Henk Smeets & Corzas Nanuruw,<br />
Molukkers in <strong>Zeeland</strong>, 1951-2009<br />
(Utrecht/Middelburg: Museum<br />
Maluku, 2009) 217 pag.; ill., foto’s;<br />
ISBN 978-90-74352-16-1.<br />
Deze overzichtsstudie over de tijd dat<br />
de Molukkers in <strong>Zeeland</strong> verblijven tot<br />
heden, is opgedeeld in twee stukken: de<br />
kampen en de wijken. Het eerste deel<br />
handelt onder meer over aankomst,<br />
opvang, de gemeenschap, dagelijks<br />
leven en contact met de omgeving.<br />
Het tweede deel behandelt de bouw<br />
van de wijken, opkomst van de RMS,<br />
welzijnswerk, religie, cultuur en<br />
openbare orde en de omgang met<br />
de Nederlandse samenleving. Bevat<br />
een lijst van bronnen en literatuur,<br />
interviews, personenregister en<br />
afkortingenlijst.<br />
Cees Steutel, Adri Meerman en<br />
Jacques de Hond met een bijdr. van<br />
Jules Braat, Joods Vlissingen. Een roerige<br />
en bewogen geschiedenis (Vlissingen:<br />
Den Boer/de Ruiter, <strong>2010</strong>) 192 pag.;<br />
ill., foto’s; ISBN 978-90-79-875177-7.<br />
De auteurs bespreken samen de<br />
ondergang van een aantal stadgenoten<br />
en bedrijven. Bevat tientallen korte<br />
hoofdstukjes met onder meer<br />
biografische hoofdstukken over<br />
personen en bedrijven, maar vooral
de cultuur, synagoges, vluchtelingen<br />
in het interbellum, onderwijs, etc.<br />
Met bijlagen waaronder een persoonsnamenregister<br />
en woordenlijst.<br />
A.G. Verhulst, Dagboek 1943-1945.<br />
Krijgsgevangen in Stalag IV-B ([S.l.]:<br />
Lulu.com, 2009) 324 pag.; ill., tek.;<br />
ISBN 978-91-4457-5548-9. Integrale<br />
weergave van de dagboeken die door<br />
de Middelburger Verhulst werden<br />
bijgehouden als krijgsgevangen dwangarbeider<br />
in Stalag IV-B in Mühlberg<br />
aan de Elbe. Hij schreef dagelijks over<br />
zijn ervaringen in het kamp, de<br />
contacten met zijn medegevangenen,<br />
het thuisfront en hoe in het kamp de<br />
oorlog ervaren werd. In het boek wordt<br />
de periode van aankomst in het kamp<br />
in juli 1943 tot en met de reis naar<br />
huis in mei 1945 verteld. Titelpagina<br />
vermeldt ook het kampnummer<br />
97.401.<br />
J.P.B. Zuurdeeg, Oud-Vossemeer en<br />
Roosevelt (Tholen: gemeente Tholen,<br />
<strong>2010</strong>) 40 pag.; ill., foto’s, krt., tek.<br />
Genealogische beschrijving van<br />
de Zeeuwse oorsprong van de<br />
Amerikaanse presidentenfamilie.<br />
• Tijdschriften<br />
Zeeuws Tijdschrift 60/ 3/4 (<strong>2010</strong>)<br />
1-106. Een grote hoeveelheid onderwerpen<br />
in dit ZT, met literaire<br />
invulling van Floortje Zwigtman en<br />
Franca Treur, historische onderwerpen<br />
in de vorm van de financiën van Jacob<br />
Roggeveen, de slaven van het Zeeuwse<br />
schip ‘Witte Leeuw’, Napoleon in<br />
Vlaanderen en de Zeeuwse veldwachters,<br />
kunstbijdragen over Tinkebell,<br />
Lydia Schoutens verdronken dorpen<br />
monument en Nanda Runge en nog<br />
vele andere onderwerpen en interviews.<br />
• Heem-<br />
en oudheidkundige bladen<br />
Tholen<br />
De Nieuwsbrief van de<br />
Heemkundekring Stad en Lande van<br />
Tholen (september <strong>2010</strong>) is gevuld<br />
met huishoudelijke mededelingen.<br />
Daarnaast heeft de kring Grepen uit<br />
Oud-Vossemeers verleden uitgegeven<br />
(augustus <strong>2010</strong>). Zeshonderd jaar<br />
geleden is de grondslag gelegd voor<br />
het dorp Oud-Vossemeer, de aanleiding<br />
voor de redactie om het achtste jaarboek<br />
van de heemkundekring volledig<br />
te wijden aan dat dorp.<br />
K. de Koning begint met ‘…Haer<br />
Landt van Vossemaer…’, waarin hij<br />
probeert de onzekerheden rond het<br />
ontstaan van Oud-Vossemeer op te<br />
lossen. In 1410 heeft graaf Willem van<br />
Beieren land ten noorden van Tholen<br />
verkocht om dat in te polderen. De<br />
verschillende meningen van de historici<br />
Ermerins, Hollestelle en anderen<br />
worden door de auteur gegeven; ook<br />
behandelt hij het ontstaan van de naam<br />
van het dorp. Verder schrijft<br />
De Koning een artikel over het wapen<br />
van de voormalige gemeente. In de<br />
grote zaal van het ambachtsherenhuis<br />
in Oud-Vossemeer zijn een groot aantal<br />
familiewapens afgebeeld, en de auteur<br />
bespreekt de personen die achter die<br />
achttiende-eeuwse wapens schuilgaan.<br />
B. van den Aarssen schrijft ‘De ronde<br />
van 31 augustus 1948’, een artikel<br />
waarin hij laat zien wat Oud-Vossemeer<br />
onderscheidt van andere kernen in de<br />
gemeente: een eigen wielerronde.<br />
De ronde van 1948 was de eerste koers<br />
in het dorp, die gewonnen werd door<br />
Wim van Est, beroemd coureur.<br />
Sindsdien wordt er jaarlijks een koers<br />
gereden.<br />
N. Slager-den Engelsman haalt<br />
herinneringen op aan de gang van<br />
zaken op een gemaal; het eerste<br />
stoomgemaal op Tholen verrees in<br />
1900 en twee generaties Den<br />
Engelsman woonden en werkten er<br />
in dienst van het waterschap.<br />
H. Zuurdeeg verzorgt een bloemlezing<br />
uit zijn verzamelde gegevens over<br />
straatnamen op Tholen en Sint-<br />
Philipsland.<br />
Walcheren<br />
De Wete, gedaan aan de leden van de<br />
Heemkundige Kring Walcheren (<strong>2010</strong>,<br />
4), laat enkele deskundigen terugkijken<br />
op de ontwikkelingen in de laatste tien<br />
jaar. ‘Walcheren in <strong>2010</strong>. Een terugblik<br />
en een vooruitblik’ is door bestuurslid<br />
L. Faasse geschreven als inleiding op<br />
de stukken van die deskundigen:<br />
‘Landbouw op Walcheren anno <strong>2010</strong>’<br />
van J. Kodde, ‘Wonen, werken en<br />
verkeer op Walcheren anno <strong>2010</strong>’ door<br />
C.J. Colijn, ‘Natuur en landschap op<br />
Walcheren anno <strong>2010</strong>’ door M.A.<br />
Hemminga en als laatste ‘Recreatie op<br />
Walcheren anno <strong>2010</strong>’ van de hand<br />
van H.J. van Koeveringe. Volgend jaar<br />
bestaat de Heemkundige Kring<br />
Walcheren veertig jaar, en zullen dezelfde<br />
mensen vooruitblikken naar 2025.<br />
M. van den Broeke schrijft over het<br />
woonverblijf van de ambachtsheren<br />
van Melis- en Mariekerke; een verslag<br />
over een opgraving van twee jaar<br />
geleden naar het huis te Meliskerke<br />
is bij het artikel gevoegd.<br />
A. Dekker levert een bijdrage over<br />
de jaren dertig van de vorige eeuw.<br />
Hij werkte toen als jongmaatje bij de<br />
oude wagenmakerij van Frans de Roo<br />
in Oostkapelle. Hij laat zien dat zonder<br />
moeilijke theoretische opleiding uitstekende<br />
vakmensen gevormd werden.<br />
Het gereedschap van de wagenmaker is<br />
nog te zien in de oudheidkamer in de<br />
toren van de NH Kerk in Oostkapelle.<br />
F. van den Driest schrijft naar aanleiding<br />
van het jaar van de fiets over fietsen<br />
en fietspaden op Walcheren. In zijn<br />
‘Vadertje’ vertelt hij over het gebruik<br />
van de meitak. De meningen over de<br />
herkomst van het gebruik blijken nogal<br />
verdeeld te zijn.<br />
In Den Spiegel, kwartaalblad van de<br />
Vereniging Vrienden van het<br />
mu<strong>ZE</strong>Eum en het Gemeentearchief<br />
Vlissingen (<strong>2010</strong>, 4), behandelt J. de<br />
Ridder de geschiedenis van de timmerfabriek<br />
in de bijdrage ‘Van timmerwinkel<br />
tot stadsmonument’. De bouwgrond<br />
werd in 1907 aangekocht en in<br />
1914 wilde de directie van de<br />
Koninklijke Maatschappij De Schelde<br />
het werk voltooid hebben. Nadat veel<br />
‘hinderwethobbels’ overwonnen waren<br />
kwam het gebouw te staan op de hoek<br />
van de Aagje Dekenstraat en de<br />
Koningsweg. Het reilen en zeilen van<br />
de timmerfabriek tot op heden kunnen<br />
we dankzij dit artikel volgen.<br />
P. van Druenen doet uit de doeken hoe<br />
Omroep <strong>Zeeland</strong> in Souburg terecht<br />
kwam, wat daaraan voorafging en wat<br />
er verder gebeurde in ‘Heb je nog wat<br />
leeg staan?’ Behalve ‘omroepnieuws’<br />
krijgen we ook een stukje onderwijsgeschiedenis<br />
te lezen en informatie over<br />
het gemeentehuis van Souburg.<br />
D. Otten vertelt hoe honderd jaar<br />
VOC-cartografie aan de vergetelheid<br />
zal worden onttrokken door het boek<br />
Zeeuwse kaarten voor de VOC. Het<br />
kaartenmakersbedrijf van de Kamer<br />
<strong>Zeeland</strong> in de 17 de en 18 de eeuw’,<br />
geschreven door maritiem historicus<br />
R. Paesie.<br />
Arneklanken van de Historische vereniging<br />
Arnemuiden (<strong>2010</strong>, 3) begint<br />
zoals gewoonlijk met een sfeerimpressie<br />
in woord en beeld van G. de Nooijer.<br />
L. van Belzen behandelt in zijn genealogische<br />
rubriek de familie Schuit in<br />
Arnemuiden.<br />
Een selectie berichten over Arnemuiden,<br />
verzameld door J.C. Bliek uit kranten,<br />
geven in dit en in latere nummers van<br />
het tijdschrift, een beeld van het sociale<br />
leven in de betreffende tijd.<br />
Met P. Feij bezoeken we de periode<br />
waarin Lodewijk Napoleon over ons<br />
land regeerde in de Franse tijd.<br />
J. Adriaanse biedt het negende vervolgartikel<br />
aan over de afgelopen honderdvijftig<br />
jaar geschiedenis van<br />
Arnemuiden. Dit keer gaat het over de<br />
verkoop van het cultuurhistorisch<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 23 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • ERFGOED ALLERLEI<br />
belangrijke carillon aan een koopman<br />
in oud roest.<br />
In Arnemuiden worden belangrijke<br />
archeologische vondsten bewaard, zoals<br />
de middeleeuwse ampul, gevonden bij<br />
een opgraving aan de Clasinastraat, die<br />
beschreven wordt door L.C. Schouls en<br />
R. Schroevers.<br />
A. Verouden heeft in Brussel het kohier<br />
aangetroffen van de honderdste<br />
penning uit 1570 over een bloedbad in<br />
1572, aangericht door de Spanjaarden.<br />
Daarna licht hij de kerkenraadsnotulen<br />
van 1603-1605 toe.<br />
Over een unieke hoogaars - ‘De vrouw<br />
Adriana’ Arnemuiden 17 - vertelt J.<br />
Lindenbergh-Beunk.<br />
De Bevelanden<br />
De Spuije, het tijdschrift van de<br />
Heemkundige Kring De Bevelanden<br />
en de Vereniging Vrienden van het<br />
Historisch Museum De Bevelanden<br />
(zomer <strong>2010</strong>), begint met een stuk over<br />
de Eerste Wereldoorlog: ‘Klein leed in<br />
de Grote Oorlog’ door A.J. Barth.<br />
Het gaat over militairen en zeelieden<br />
die dood aanspoelden op de kust van<br />
Noord-Beveland. De meesten naamloos,<br />
slechts van enkelen is bekend<br />
wie ze waren.<br />
Nicolaas van der Vesten werd in 1562<br />
benoemd tot deken van het kapittel in<br />
de kerk van Kapelle. De notariële akte<br />
waarin die benoeming werd vastgelegd<br />
wordt besproken door G.J. Lepoeter.<br />
W. Schackmann heeft een artikel<br />
geschreven over enkele Bevelandse<br />
families die vanaf 1818 naar Zuidwest-<br />
Drenthe vertrokken, financieel<br />
gesteund door beter gesitueerden.<br />
Zij probeerden een nieuw bestaan<br />
op te bouwen in de landbouwkolonies<br />
Frederiksoord, Willemsoord en<br />
Wilhelminaoord.<br />
Ook in dit nummer aandacht voor de<br />
opening van een wandelpad in ’s-Heer<br />
Hendrikskinderen, voor een kunstmanifestatie<br />
in het Goese havengebied<br />
en voor de publicatie van het boek<br />
De geschiedenis van de Zeeuwsche<br />
Fruitteeltmaatschappij, geschreven door<br />
J.P. de Jonge.<br />
Zeeuws-Vlaanderen<br />
De Nieuwsbrief van de Heemkundige<br />
Vereniging Terneuzen (<strong>2010</strong>,<br />
september) is voor een groot gedeelte<br />
gewijd aan de telefoon. ‘De telefoon<br />
van toen en nu’ van A.G. Eggebeen,<br />
‘Waar staat de afkorting UV voor?’<br />
en ‘Eerste UV-knooppuntcentrale in<br />
het telefoondistrict Breda’ van<br />
E. Hamelink. UV blijkt te staan<br />
voor Unk Verkeerscentrale; professor<br />
Unk heeft bij Philips de snel lopende<br />
kiezer U55 (55 standen) ontwikkeld.<br />
In 1974 werd in Terneuzen een UV in
gebruik genomen.<br />
E. Hamelink schrijft ‘Historisch<br />
onderzoek naar de aanlegplaats met<br />
toeleidende brug van de voormalige<br />
veerdienst in de oude veerhaven te<br />
Terneuzen’. De brug met aanleginrichting<br />
in Terneuzen is na het<br />
beëindigen van de veerdienst<br />
Terneuzen-Hoedekenskerke voor<br />
verschillende doeleinden gebruikt. Uit<br />
het artikel blijkt dat brug en ponton in<br />
de Oude Veerhaven een belangrijke<br />
functie vervulden. Daarom zou de brug<br />
behouden moeten blijven en een nieuw<br />
ponton gemaakt moeten worden<br />
volgens de auteur.<br />
Van E. Hamelink is ook het artikel<br />
‘De economische gevolgen van de<br />
komst van de “Nieuwe” sluis bij<br />
De verhalenvertellers<br />
die meehielpen met het<br />
eerste luisterboek<br />
(foto BvLmedia.nl).<br />
Terneuzen in 1910: 100 jaar<br />
middensluis in Terneuzen’.<br />
In Tijdschrift, het Bulletin van de<br />
Heemkundige Kring West-Zeeuws-<br />
Vlaanderen (<strong>2010</strong>, juni), fietst Nout<br />
somber rond. Hij heeft de indruk dat<br />
zijn geestelijke vader, Maurits van<br />
IJzendijke, zal gaan verdwijnen, evenals<br />
Nout zelf. Met de afgezaagde kop van<br />
Maurits achterop zijn bagagedrager<br />
fietst Nout weg… tot waar er geen<br />
verschil meer was tussen de lucht en<br />
de lichte spiegeling op het asfalt.<br />
A.L. Kort schrijft ‘Armenzorg in<br />
<strong>Zeeland</strong>’. Deze zorg werd vroeger<br />
veelal geregeld door kerkelijke en<br />
gemeentelijke armbesturen. Door de<br />
toenemende welvaart in de twintigste<br />
Streektalen<br />
STREEKTAAL VARIA<br />
•<br />
De Zeeuwse Dialectdag en een luisterboek<br />
Op de derde zaterdag van oktober houdt de Zêêuwse<br />
Dialect Verênigieng altijd een Zeeuwse dialectdag, die<br />
elk jaar honderdvijftig leden of meer bij elkaar brengt in<br />
Nieuwdorp. De dag stond deze keer in het teken van<br />
het jaar van de fiets. Na de algemene ledenvergadering<br />
vertelde prof. dr. J. Taeldeman van de Universiteit Gent<br />
over de benamingen voor de fiets in het Zeeuws.<br />
De gegevens waren gebaseerd op de vragenlijsten die via<br />
Nehalennia en een oproep in dit blad zijn verspreid. In<br />
tegenstelling tot Vlaanderen bestaan er weinig dialectische<br />
benamingen voor de fiets in het Zeeuws. De fiets is<br />
immers relatief nieuw en de woordenschat is dan ook<br />
grotendeels Algemeen Nederlands. In Vlaanderen gebruikt<br />
men veel meer Franse termen. Een uitzondering is<br />
dikwijls het Land van Hulst of de grensstreek. Daar vind<br />
je soms dezelfde woorden als in het nabije Waasland.<br />
Johan Taeldeman toonde enkele kaartjes om de<br />
verspreiding van de termen te illustreren. Het woord<br />
voor fiets is in Vlaanderen meestal velo. Een stuur is in<br />
Vlaanderen bijvoorbeeld een guidon. Oudere Zeeuwen<br />
herinneren zich nog wel de dialectische uitspraak stier.<br />
eeuw werd het terrein van de armenzorg<br />
kleiner. Maar tot lang na de<br />
Tweede Wereldoorlog bleven de armbesturen<br />
een vangnet voor mensen die<br />
buiten de verzorgingsstaat vielen.<br />
In ‘De Draad. Over een levensgevaarlijke<br />
afrastering tussen Nederland en<br />
België 1915-1918’ (auteur A.R.<br />
Bauwens) lezen we over een elektrisch<br />
hekwerk tussen het drielandenpunt en<br />
Knokke, aangebracht in 1915 door de<br />
Duitsers, om smokkel tegen te gaan.<br />
Aanvankelijk had de draadversperring<br />
een afschrikkende werking, maar er<br />
kwamen steeds meer handige jongens<br />
die de grens wisten te passeren.<br />
Regelmatig stond in de krant dat<br />
bij vluchtpogingen naar Zeeuws-<br />
Vlaanderen mensen waren<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 24 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • ERFGOED ALLERLEI<br />
omgekomen. Na de wapenstilstand was<br />
deze ‘draad’ spoedig verdwenen, maar<br />
nog steeds vallen er slachtoffers in<br />
gebieden waar heersers de boze buitenwereld<br />
proberen te weren door muren<br />
en hekwerken.<br />
R.H.M. van Immerseel geeft als slot<br />
nog een voorbeeld van een kunstmatig<br />
ontstane rots en ruïne in Zeeuws-<br />
Vlaanderen, in de tuin van de<br />
Heer Benteijn te IJzendijke. De firma<br />
Moerkoert uit Utrecht ontwierp<br />
rotspartijen, kneppelhouten bruggen en<br />
rotswanden voor serres, alles in<br />
cementrustiek uitgevoerd. Het buiten<br />
Rustwijk van eigenaar Benteijn, waar<br />
door Moerkoert een rots en ruïne<br />
waren gebouwd, is in zijn geheel<br />
verdwenen.<br />
De rem heet in Vlaanderen nog altijd frein. Een vork is in<br />
Vlaanderen een fourche, in <strong>Zeeland</strong> wordt vork in het<br />
woord voorvork dan wel als vurke uitgesproken.<br />
Mooie woorden zijn er wel voor het spatbord. Dat heet<br />
in <strong>Zeeland</strong> onder andere spetterbord of slikvanger.<br />
In Vlaanderen gardeboe of moorschelp. Volgend jaar<br />
wordt de lezing gepubliceerd in Nehalennia.<br />
Na de lezing kwamen allerlei liedjes en sketches uit<br />
de diverse regio’s met en over de fiets aan bod. Op het<br />
einde van het ochtendprogramma stelde de dialectvereniging<br />
haar eerste luisterboek voor. George Sponselee<br />
uit Hulst kreeg het eerste exemplaar. Hij is een van de<br />
vertellers die een plaats kreeg en verdiende op deze cd.<br />
Hij werd in de bloemetjes gezet, omdat het zijn laatste<br />
publieke optreden was. Ook alle andere vertellers werden<br />
even op het podium gevraagd. Het luisterboek Moet je<br />
eens even luisteren ... bestaat uit twee cd’s met verhalen van<br />
heel <strong>Zeeland</strong>, van Goeree tot het Land van Hulst, goed<br />
voor 140 minuten luisterplezier. De cd is te koop bij de<br />
Zeeuwse Dialect Vereniging (informatie bij Rinus<br />
Willemsen, rwillemsen@zeelandnet.nl, 0115-481521).
Streektaaloverleg<br />
en Streektaalconferentie<br />
Op 23 en 24 november kwamen de Nederlandse en<br />
Vlaamse streektaalconsulenten, -adviseurs of -functionarissen<br />
bijeen in Enschede, in de Twentse Welle. De eerste<br />
dag was een overleg gepland waarbij de activiteiten in de<br />
diverse regio’s aan bod kwamen. Dit jaarlijkse overleg is<br />
interessant omdat er op die manier veel informatie wordt<br />
doorgegeven en we van elkaar kunnen leren.<br />
Op 24 november was er de vijfde streektaalconferentie,<br />
die dit jaar in het teken van de zorg stond. Een tachtigtal<br />
deelnemers verdeeld over beleidsmensen, mensen uit de<br />
zorg en mensen die zich met streektaal bezighouden kwamen<br />
samen in Prismare, een cultureel centrum dat in de<br />
wijk ligt waar ooit de vuurwerkramp gebeurde.<br />
De lezingen waren divers. Interessant was bijvoorbeeld de<br />
lezing van de neurochirurg Hans van der Aa, die uitlegde<br />
wat er in de hersenen allemaal kan gebeuren en wat voor<br />
effect dat kan hebben op de taal. Maar de focus lag toch<br />
op het feit dat mensen die in hun eigen taal aangesproken<br />
worden, zich heel wat geruster voelen bij artsen en verplegend<br />
personeel. Een verpleegkundige kwam dat vanuit de<br />
praktijk toelichten. In de namiddag werd een lespakket<br />
gepresenteerd, ontwikkeld door de IJsselacademie in<br />
Kennismakingscursus Zeeuws<br />
Kampen. Dit lespakket gaat naar alle opleidingen in<br />
Overijssel waar studenten les volgen die later in de zorg<br />
terechtkomen. Ze krijgen via dit pakket meer informatie<br />
over de streektaal. Er is ook een speciale website bij dit<br />
project (www.streektaalindezorg.nl). Het is een interessant<br />
initiatief dat navolging verdient in de andere provincies.<br />
In november is gestart met de cursus ‘Goed gebekt in het Zeeuws dialect!’. De adviseur streektalen gaf aan vijftien<br />
deelnemers een kennismakingscursus over het Zeeuws. In de diverse lessen werd een overzicht gegeven van de<br />
geschiedenis van de Zeeuwse dialecten, en kregen de deelnemers een beter zicht op de grammatica, de klankleer,<br />
de woordenschat van de diverse Zeeuwse dialecten. Indien er voldoende belangstelling is, wordt de cursus volgend<br />
jaar weer herhaald, of komt er een vervolgcursus. Belangstellenden kunnen dat altijd laten weten door een e-mail<br />
te sturen aan de adviseur streektalen Veronique De Tier: v.de.tier@scez.nl.<br />
Zeeuwse Klapbank:<br />
immaterieel erfgoed<br />
Het is een beetje een moeilijk begrip, immaterieel<br />
erfgoed. Dat is erfgoed dat niet-tastbaar is. Voorbeelden<br />
daarvan zijn uiteraard tradities, maar ook taal, en dan<br />
in het bijzonder onze eigen streektaal, in ons geval de<br />
Zeeuwse dialecten. Op 15 oktober werd in Maarssen de<br />
aftrap gegeven voor 2011-2012 Jaren van het Immaterieel<br />
<strong>Erfgoed</strong>. Op de informatiemarkt werden allerlei<br />
initiatieven getoond waarbij immaterieel erfgoed op een<br />
innovatieve manier werd aangepakt. Ook de Zeeuwse<br />
Klapbank was uitverkoren om op deze dag aan het<br />
publiek getoond te worden als een ‘best practice’, zoals<br />
dat tegenwoordig genoemd wordt. De belangstelling was<br />
groot. De Zeeuwse dialecten stonden weer eens op de<br />
kaart.<br />
Ook u kunt zich nog eens onderdompelen in de Zeeuwse<br />
dialecten, want alle fragmenten en verhalen uit deze<br />
multimediale tentoonstelling staan nu ook online.<br />
Luistert u maar eens naar www.zeeuwseklapbank.nl.<br />
Het is de bedoeling dat deze site in de jaren van het<br />
immaterieel erfgoed verder uitgebouwd wordt met allerlei<br />
interessante weetjes en achtergronden over de Zeeuwse<br />
dialecten. Op dit ogenblik vindt u er behalve het geluid<br />
ook al de dialectenkrant, verwijzingen naar andere taalsites,<br />
dialectkaarten en nieuws over de Zeeuwse dialecten.<br />
We hopen dat u nu en dan eens gaat kijken.<br />
www.zeeuwseklapbank.nl<br />
De cultuurgedeputeerde<br />
van Overijssel Dick<br />
Buursink (l) ontvangt<br />
van Albert Bartelds,<br />
consulent streektalen<br />
Overijssel, het eerste<br />
exemplaar van de lesbrief.<br />
Bijeenkomst Zeeuws-Vlaamse informanten<br />
van het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten<br />
Op 26 september kwamen de invullers van de vragenlijsten voor het project<br />
‘Woordenboek van de Vlaamse Dialecten’ bij elkaar in Biervliet. Na de bolus en<br />
de koffie was er eerst het informatieve gedeelte. Prof. dr. Magda Devos lichtte de stand<br />
van zaken toe. Op dit ogenblik wordt de laatste hand gelegd aan de aflevering over het<br />
menselijk lichaam. Liesbet Triest toonde een aantal interessante woordkaarten uit deze<br />
aflevering en besprak etymologie en herkomst van deze woorden. Veronique De Tier<br />
lichtte toe wat er in <strong>Zeeland</strong> nog zou gebeuren de volgende maanden.<br />
Daarna volgde het toeristische gedeelte. Rinus Willemsen, de coördinator van het Zeeuws-<br />
Vlaamse project, toonde de maquette van Biervliet en gaf uitleg bij de geschiedenis van<br />
Biervliet. Daarna kregen de aanwezigen een korte rondleiding door Biervliet. Bij een<br />
hapje en een drankje werd ten slotte afscheid genomen van de promotor van het project,<br />
Magda Devos. Op 1 oktober ging zij op emeritaat. Ze blijft echter nog met hart en ziel<br />
verder werken aan het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 25 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • STREEKTALEN<br />
De Zeeuws-Vlaamse medewerkers aan het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten<br />
krijgen uitleg bij de maquette van Biervliet.
De deelnemers aan<br />
het eerste Thoolse dictee.<br />
Terwijl de jury nakijkt,<br />
speelt het publiek<br />
‘petje op, petje af’.<br />
Geslaagd Thools dictee<br />
Het werd een mooie avond in Oud-Vossemeer. Het eerste<br />
Thoolse dictee, dat op 3 november werd georganiseerd,<br />
was zeer geslaagd. Een volle zaal en enthousiaste deel-<br />
Zing Zeeuws <strong>2010</strong> in De Klomp te Ovezande<br />
Op 6 november was het weer zover. In Ovezande werd de finale van de wedstrijd ‘Zing<br />
Zeeuws!’ gehouden. Er waren twee categorieën. In de categorie tekst en muziek dongen<br />
tien deelnemers mee naar drie hoofdprijzen. De tweede categorie was dit jaar moeilijker<br />
gemaakt dan de vorige jaren, en dat was ook te merken aan het deelnemersveld.<br />
Slechts drie tekstschrijvers slaagden er in een groep of zanger te vinden om hun lied uit<br />
te voeren. Ze vielen dan ook allemaal in de prijzen deze keer. Het werd een gezellige<br />
avond, met heel diverse optredens. De Stamgasten traden op in gezinsverband. Tess (12),<br />
Henk (11) en Pjer (10) brachten samen met hun vaders hun nummer. Er was ook een<br />
Zeeuws-Vlaamse tango.<br />
De deelnemers kwamen uit heel diverse regio’s maar dit jaar was Zeeuws-Vlaanderen<br />
opvallend aanwezig. Er waren oudere deelnemers en jongere.<br />
De winnaars van de eerste categorie waren Ries de Vuyst, Fûck en Eigen Wies.<br />
In de categorie teksten won Gijs Kamphuis voor Jan Lauret en Hanny de Backere.<br />
De publieksprijs - dit jaar een boerinnetje gemaakt door Jan Davidse (l) - ging naar<br />
de jonge groep Fûck, die twee keer in de prijzen viel. De prijzen werden uitgereikt<br />
door cultuurgedeputeerde Harry van Waveren (r).<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 26 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • STREEKTALEN<br />
nemers, wat kan een organisatie zich nog meer wensen?<br />
Niet alleen de achttien deelnemers, maar ook de meeste<br />
mensen in de zaal probeerden het Thoolse dictee mee te<br />
schrijven. Nel Slager las het dictee voor. Een dictee van<br />
22 zinnen is wel een serieuze opdracht, ook voor de jury<br />
die de dictees mocht corrigeren. Anita Goedegebuure<br />
werd de winnaar. Zij maakte 18 fouten. De nummer<br />
twee en de nummer drie hadden beiden 21 fouten.<br />
Terwijl de jury het dictee nakeek werd het publiek<br />
beziggehouden met muziek, met een overzicht van leuke<br />
Thoolse uitdrukkingen en met een quiz (petje op, petje<br />
af). De laatste deelnemers (ongeveer tien mensen stonden<br />
nog recht) kregen de vraag wat tikketêêle betekende en<br />
dat was de genadeslag voor negen van hen. Slechts<br />
één deelnemer bleef staan en kreeg de mand met streekproducten.<br />
De algemene indruk van deelnemers, publiek en<br />
organisatie was zeer positief. Het is de bedoeling dit<br />
dictee elk jaar te organiseren op de eerste woensdag van<br />
november. Dat is een mooi voornemen, niet omdat we<br />
nu per se dialect moeten leren schrijven, maar door een<br />
dictee te maken, word je je wel heel erg bewust van je<br />
eigen dialect en wat de verschillen zijn met het<br />
Nederlands. Een idee voor andere regio’s? In Oud-<br />
Vossemeer was het een heel leuke avond met heel veel<br />
belangstellenden!<br />
Ries de Vuyst, winnaar van de eerste prijs voor<br />
tekst en muziek met het lied Zwaktebod.<br />
De jongste deelnemers van ‘Zing Zeeuws <strong>2010</strong>’,<br />
de Stamgasten uit Ellemeet met een van de vaders.
Colofon<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> is een uitgave van <strong>Stichting</strong> <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong><br />
en verschijnt vier keer per jaar. Deze nieuwsbrief informeert over<br />
archeologie, cultuurhistorie, erfgoededucatie, monumenten,<br />
musea en streektalen in <strong>Zeeland</strong>.<br />
Abonnementen en adreswijzigingen alleen schriftelijk<br />
via postbus 49 o.v.v. Zeeuws <strong>Erfgoed</strong>.<br />
redactie Marinus van Dintel, Aad de Klerk, David Koren,<br />
Jan Kuipers, Veronique De Tier, Tony Veenstra en Janneke de Wit<br />
eindredactie Saskia Buitenkamp, Aad de Klerk, Jan Kuipers<br />
en Veronique De Tier<br />
foto’s <strong>Stichting</strong> <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong>, tenzij anders vermeld.<br />
De SCEZ streeft er met de uiterste zorgvuldigheid naar om<br />
voorafgaand aan het moment van publicatie contact op te nemen<br />
met de rechthebbenden.<br />
De SCEZ kan op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld voor<br />
beeldmateriaal, door derden aangeleverd, waarop auteursrecht berust.<br />
opmaak <strong>dec</strong>reet, Ramon de Nennie, Middelburg<br />
druk Verhage & Zoon, Middelburg<br />
<strong>Stichting</strong> <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong><br />
Postbus 49 4330 AA Middelburg<br />
Bezoekadres locatie De Burg, Groenmarkt 13<br />
Telefoon 0118-670870 | Fax 0118-670880 | E-mail info@scez.nl<br />
Internet www.scez.nl<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong><br />
jaargang 9 nr. 4 • <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong><br />
Meegezonden<br />
- Zeeuws Archief Nieuws nr. 48<br />
Bij de Omslag MOnuMENTaal<br />
De vuurtoren van Breskens, ook wel de vuurtoren van<br />
Nieuwesluis genoemd, is de oudste nog bestaande<br />
gietijzeren vuurtoren van Nederland. De toren werd<br />
gebouwd in 1866-1867, naar een ontwerp van de<br />
Nederlandse architect Quirinus Harder. Harder<br />
ontwierp diverse vuurtorens uit gietijzer, dat als<br />
constructiemateriaal in het midden van de negentiende<br />
eeuw nieuw was.<br />
Bij de vuurtoren van Breskens is het gietijzer ook in<br />
toegepaste vorm terug te vinden, onder andere in de<br />
balustrade van het lichthuis en de gietijzeren<br />
trappen in het interieur. Bij de bouw werden overigens<br />
ook andere materialen gebruikt; zo kreeg het ijzeren<br />
lichthuis een koperen koepel als bekroning.<br />
Oorspronkelijk was de achtkantige, taps toelopende<br />
vuurtoren voorzien van een vast licht. Hiermee<br />
vormde hij samen met het zuidwestelijker geplaatste<br />
kustlicht een lichtlijn langs de kust van de<br />
Westerschelde. Toen na de Tweede Wereldoorlog dit<br />
tweede kustlicht niet meer in werking werd gesteld,<br />
kreeg de vuurtoren van Breskens een licht dat elke tien<br />
seconden onderbroken wordt. Ook werd de vuurtoren<br />
in een ander jasje gestoken; de vooroorlogse roodwitte<br />
banden werden vervangen door de huidige<br />
zwart-witte banden.<br />
In 1982 werd de vuurtoren van Breskens aangewezen<br />
als rijksmonument. In de bescherming is niet alleen<br />
het exterieur, maar ook het interieur, waaronder het<br />
Fresnel-optiek van Barbier, Bénard & Turenne,<br />
opgenomen.<br />
Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 27 <strong>dec</strong>ember <strong>2010</strong>/04 • COLOFON | BIJ DE OMSLAG<br />
Aan dit nummer droegen bij<br />
• ARCHEOLOGIE Robert van Dierendonck, Henk Hendrikse,<br />
Hans Jongepier, Jan Kuipers, Bernard Meijlink en Bram Silkens<br />
• CULTUURHISTORIE Marinus van Dintel en Aad de Klerk<br />
• ERFGOEDEDUCATIE Josien Pootjes<br />
• MONUMENTEN Marinus van Dintel, Cor Heijkoop, Wim Jakobsen,<br />
David Koren, Henk van de Schraaf, Coert van Spall en Jan van Zon<br />
• MUSEA Hesther van den Donk en Janneke de Wit<br />
• STREEKTALEN Veronique De Tier<br />
• MONUMENTAAL Phons Bakx<br />
• ALGEMEEN Tony Veenstra<br />
• ALLERLEI Johan Francke en Truus Trimpe Burger-Mekking<br />
Aanlevering van kopij<br />
Voor het volgende nummer en/of reacties op deze nieuwsbrief bij<br />
voorkeur digitaal tot 17 januari 2011, zeeuwserfgoed@scez.nl of<br />
via postbus 49, 4330 AA Middelburg o.v.v. kopij Zeeuws <strong>Erfgoed</strong>.<br />
Alhoewel geen typisch Zeeuws gebruik, wint het oeroude<br />
zoemhoutslingeren aan populariteit in <strong>Zeeland</strong>. In de historische<br />
ambiance van het middeleeuwse Abdijcomplex in Middelburg waagden<br />
tientallen mededingers en omstanders in oktober een poging om<br />
de titel ‘ludiek wereldkampioen zoemhoutslingeren’ voor de drie<br />
categorieën schoonslingeren, middelgewicht- en zwaarslingeren in<br />
de wacht te slepen. Het zoemhout, ook wel snorrebot genoemd<br />
indien van been, gewei of hoorn gemaakt, bestaat uit een houten<br />
plankje dat aan één uiteinde met een koord verbonden is en waaraan<br />
het in de rondte wordt geslingerd. Hoewel het zoemhout in de<br />
geschiedenis zeer omvangrijk is beschreven, beschrijft het zelf niet<br />
meer dan een cirkelbaan in de lucht. Dat is althans de basis om het<br />
zoemhout rond te draaien. Maar er gebeurt nog iets anders met het<br />
plankje voordat er een toon klinkt. Het plankje moet tijdens de<br />
rotatie ook nog eens snel rond zijn eigen as aan het koord rondwervelen.<br />
Pas als dit gebeurt, ontstaat er een snorrende zoemtoon.<br />
De wetenschap is verdeeld over de betekenis van dit muziekinstrument<br />
(zie verder bij Publicaties).
MOnuMENTaal<br />
(foto’s Ramon de Nennie)