24.09.2013 Views

ZE-no4 DEC 2005 Q5B.qxd - Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland

ZE-no4 DEC 2005 Q5B.qxd - Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland

ZE-no4 DEC 2005 Q5B.qxd - Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

jaargang 11, maart 2012 01<br />

NIEUWSBRIEF VAN DE STICHTING<br />

CULTUREEL ERFGOED <strong>ZE</strong>ELAND


A R C H E O L O G I E C U L T U U R H I S T O R I E E R F G O E D E D U C A T I E M O N U M E N T E N M U S E A S T R E E K T A L E N<br />

Inhoudsopgave<br />

2 SCEZpresse<br />

ARCHEOLOGIE<br />

3 Archeologisch Nieuws<br />

4 Onderzoek en meldingen<br />

6 Opgraving voor het voetlicht:<br />

Hof Ramsburg, een tipje van de sluier<br />

JAARTHEMA<br />

7 <strong>Zeeland</strong> zwemt in het erfgoed<br />

CULTUURHISTORIE<br />

7 Het (vaak) vergeten water<br />

Het Zeeuwse Jaar van het (buiten- én binnen-) Water<br />

8 Geslaagde cursus over groene geschiedenis afgerond<br />

MUSEA<br />

9 Zeeuwse musea houden stand in turbulent jaar<br />

10 Museaal erfgoed inzichtelijk<br />

11 Museumvoorwerpen in de Zorg<br />

• Ontdek de Zeeuwse musea via de QR-code<br />

12 Volkscultuur Nieuws<br />

STREEKTALEN<br />

13 Streektaal Varia<br />

14 Ander nieuws<br />

ERFGOEDEDUCATIE<br />

15 Last minute! 14 maart nascholingsdag over de Canon<br />

• Jaar van de Historische Buitenplaats<br />

• Internationaal scholenproject over de Tweede Wereldoorlog<br />

MONUMENTEN<br />

16 De Zeeuwse boerderij in de gevarenzone?<br />

18 Monumentenronde:<br />

Platform Kastelen en Buitenplaatsen in <strong>Zeeland</strong><br />

19 Tijdloze boeren plavuizen<br />

20 Nieuwe Bierkaai en restauratie van het bruggenhoofd in Hulst<br />

<strong>Erfgoed</strong> Allerlei<br />

21 Publicaties<br />

23 Colofon | Kortelings<br />

24 MOnuMENTaal<br />

Bij de omslag<br />

<strong>Zeeland</strong> telde ooit, op de wisselende grens van water en land, ettelijke<br />

tijhavens. Bij hoogwater voeren de schepen zo’n haven binnen, om<br />

daarna bij laagwater droog te vallen. Na te hebben geladen of gelost<br />

konden de schepen bij opkomend tij vervolgens uitvaren. Vanaf 1850<br />

kenden veel tijhaventjes een (korte) bloeiperiode dankzij de teelt en<br />

het transport van suikerbieten. Door verzanding, aanslibbing en<br />

voortgaande bedijking raakten veel haventjes vroeger of later in<br />

onbruik. Het enkele malen verplaatste haventje van Nieuw-Namen<br />

kwam uiteindelijk te liggen in Emmadorp, in het tegenwoordige<br />

Verdronken Land van Saaftinge. Twee scheepswrakken, een sluisje en<br />

de vroegere havenmeesterswoning vormden lang de laatste sporen.<br />

Dijkverzwaring heeft inmiddels ook die laatste sporen uitgewist.<br />

(foto R.H.G. Kleingeld (DIHO); bron: Zeeuws Archief, Archief NIOO)<br />

SCEZpresse<br />

Op het moment dat ik dit stukje schrijf vriest het buiten dat het kraakt.<br />

Het is begin februari en <strong>Zeeland</strong> ligt onder een deken van sneeuw. Op een<br />

enkele plek wordt voorzichtig geschaatst. Sneeuw en ijs: het is allemaal water,<br />

en water staat in 2012 centraal. Het is het Zeeuws Jaar van het Water, een<br />

thema waar we vanuit de erfgoedsector veel over te melden hebben. Op de<br />

nieuwjaarskaart van de SCEZ stond het al: <strong>Zeeland</strong> zwemt in het erfgoed.<br />

Het is een knipoog naar het Goese Sas anno 1964, waar toen in het havenkanaal<br />

(uit 1810) en bij de sluis (uit 1892) volop werd gezwommen.<br />

Maritiem erfgoed is overal in de provincie te vinden. Het is erfgoed met een<br />

verhaal: de hoogaars waarmee werd gevist, het getijdehaventje waar de bieten<br />

werden geladen en gelost, het restant van een dijkversterking aangelegd met<br />

pure menskracht. Water in <strong>Zeeland</strong> betreft niet alleen het buitenwater maar<br />

ook het binnenwater, dat wordt nog wel eens vergeten. Een polder kon ook<br />

onder water komen te staan zonder dat daarvoor een dijk was doorgebroken.<br />

U leest er meer over elders in dit nummer.<br />

In 2012 wordt het provinciale cultuurbeleid voor de komende jaren (2013-<br />

2016) vastgesteld. Er is minder geld beschikbaar en er moeten keuzes worden<br />

gemaakt. Het is een gegeven dat tegelijkertijd inspireert tot nieuwe ideeën en<br />

samenwerkingsstructuren. In dat kader biedt de ontwikkeling van een<br />

Culturele Biografie van <strong>Zeeland</strong> een interessant perspectief. De Culturele<br />

Biografie gaat uit van het gegeven dat inwoners en bezoekers van <strong>Zeeland</strong><br />

de cultuurhistorie willen ontdekken en beleven en daar ook wat voor over<br />

hebben. Kennis- en informatieoverdracht, behoud door ontwikkeling,<br />

cultuurparticipatie, cultuurtoerisme, sociale cohesie en economische<br />

versterking gaan in dat geval hand in hand. Met de Culturele Biografie<br />

wordt erfgoed in de meest brede zin in een ruimtelijke context geplaatst,<br />

met plekken en locaties als herkenbare en betekenisvolle ankerplaatsen.<br />

De Culturele Biografie versterkt daarmee de voor <strong>Zeeland</strong> zo kenmerkende<br />

samenhang van landschap, natuur en erfgoed en stimuleert de verdere<br />

samenwerking en afstemming tussen de vele organisaties die op deze terreinen<br />

actief zijn. Een Plan van Aanpak onder de titel Zeeuwse Ankers is inmiddels<br />

gereed en de eerste stappen zijn gezet.<br />

Waar we dit jaar zeker ook de nodige aandacht aan zullen besteden is het<br />

immateriële erfgoed: de gebruiken, rituelen en tradities. Op 21 april wordt<br />

hierover door de SCEZ een conferentie gehouden. U bent van harte welkom.<br />

Ondertussen geef ik u alvast een vraag mee: welke Zeeuws tradities vindt u<br />

eigenlijk belangrijk (en verdienen een plekje op de Werelderfgoedlijst)?<br />

Wim Scholten, directeur<br />

Een paar paaltjes in de inlaag <strong>2005</strong> bij Ellewoutsdijk. Je zou er zomaar aan<br />

voorbijlopen. Ongeveer 1.900 jaar geleden staat hier een boerderij. Mensen,<br />

geiten en schapen leven er onder één dak. Een dak dat deels wordt gedragen<br />

door palen van zo’n 3.500 jaar oud, afkomstig van een prehistorisch moerasbos<br />

zes kilometer verder. Dat is een heel gesjouw geweest. Een dalende bodem<br />

maakt dat de bewoners midden tweede eeuw vertrekken. De zee krijgt vrij spel.<br />

Pas aan het einde van de tiende eeuw ontstaat weer bewoning. De vliedberg<br />

vlakbij, de Coudorpse berg, is er het bewijs van. Het dorp Coudorpe is al lang<br />

verdwenen. De kerk is gesloopt in het midden van de zestiende eeuw. Een paar<br />

paaltjes in een inlaag, maar wel een boeiend verhaal en een betekenisvolle plek.


Archeologisch Nieuws<br />

Onderzoek Romeins Aardenburg<br />

De verdedigingswerken belicht<br />

Werd in de vorige aflevering van deze reeks in<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> het Romeinse badgebouw van Aardenburg<br />

besproken, op moment van schrijven wordt de laatste<br />

hand gelegd aan de beschrijving van de andere gebouwen<br />

van de Romeinse nederzetting, waaronder de<br />

verdedigingswerken. De kern van de nederzetting bevond<br />

zich rond de huidige Sint-Baafskerk en bestond uit een<br />

stenen hoofdgebouw en andere gebouwen van hout/leem.<br />

Deze kern werd beschermd door een verdedigingsmuur<br />

met een vierhoekig grondplan van 150 bij 240 meter,<br />

waarvan het zuidwestelijk deel in 1975/1976 en 1979<br />

is opgegraven. De vesting bevatte ter verdediging aan<br />

de lange zijden en op de hoeken ronde torens met een<br />

diameter van circa 8 meter, die in het muurwerk waren<br />

opgenomen. Het geheel was omsloten met een V-vormige,<br />

circa 6 meter brede spitsgracht met een steile oever aan de<br />

buitenzijde en een minder steile oever aan de binnenzijde<br />

(type Fossa Punica). Poortgebouwen in het midden van<br />

elke zijden van de vesting boden toegang tot het<br />

binnenterrein.<br />

De vesting was opgetrokken uit met mortel vastgezette,<br />

vierkant gekapte blokken van zogenaamde Doornikse<br />

kalksteen: een harde, grijze steensoort uit de regio van<br />

Doornik. Van de muur resteerden bij de opgravingen - op<br />

enkele uitzonderingen na - nog slechts de uitbraaksporen.<br />

In de middeleeuwen werden Romeinse stenen gebouwen<br />

namelijk gesloopt om het bouwmateriaal opnieuw te<br />

kunnen gebruiken. Daarom is in de zandige ondergrond<br />

alleen nog maar een spoor van de oorspronkelijke muur<br />

zichtbaar, opgevuld met klei en puin. Deze sporen zijn<br />

over een lengte van 125 meter in kaart gebracht, vanaf<br />

de zuidwestelijke hoek van de ommuring tot aan het<br />

westelijke poortgebouw.<br />

Het poortgebouw is een bijzonder interessante<br />

constructie, bestaande uit twee ronde torens aan<br />

weerszijden van een rechthoekige doorgang. Uit de grote<br />

hoeveelheden puin die ter plaatse zijn aangetroffen blijkt<br />

dat de torens uit de gebruikelijke kalksteen waren<br />

opgetrokken, maar dat de constructie daartussen van<br />

tufsteen was gebouwd. Waarschijnlijk is voor deze<br />

steensoort gekozen vanwege zijn goede bewerkbaarheid,<br />

zodat een gewelfde doorgang kon worden gemaakt.<br />

Dit deel van de poort was - net als het badgebouw -<br />

gefundeerd op houten paaltjes, hetgeen aangeeft dat<br />

het een zeer zware constructie was. De feitelijke doorgang<br />

bestond vermoedelijk uit een hek of deur. De vele<br />

dakpanresten die hier zijn gevonden geven aan dat<br />

het gebouw een pannendak moet hebben gehad.<br />

Vanaf het hoofdgebouw op het binnenterrein liep een<br />

weg in westelijke richting via het poortgebouw de vesting<br />

uit, waarvoor over de spitsgracht een brug was aangelegd.<br />

Resten van deze weg zijn verder naar het westen bij<br />

recente opgravingen (2008) aangetroffen.<br />

Maatschappelijke stage in het archeologisch depot<br />

Elke woensdagmiddag zijn Deandra de Looff en<br />

Dieuwertje Roelse te vinden in het archeologisch depot<br />

van de SCEZ. De meisjes, allebei vijftien, liepen er eerst<br />

hun maatschappelijke stage van 32 uur. Deandra en<br />

Dieuwertje: “We zijn allebei heel erg geïnteresseerd in<br />

archeologie en willen het ook allebei gaan studeren.<br />

We zijn hier dankzij onze lerares Grieks, Antoinette van<br />

Duijn, ingerold. Elke week weer is het heel erg leuk om<br />

te doen, op de foto zijn we bezig met het noteren van<br />

de etiketten van de dozen die missen in de depots.<br />

Het is alsof je in een museum aan het werken bent,<br />

maar dan beter en veel leuker! Voorlopig gaan we zeker<br />

met heel veel plezier verder met het werk hier.”<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 3 maart 2012/01 • ARCHEOLOGIE<br />

Archeologie<br />

De sporen van het<br />

poortgebouw, blootgelegd<br />

bij de opgravingen in<br />

1976 ter hoogte van de<br />

Burchtstraat. Tegenwoordig<br />

is ter plaatse een<br />

reconstructie te bezichtigen.<br />

3Op één plaats in<br />

de uitbraaksporen resteerde<br />

nog een omgevallen deel<br />

van de muur van de<br />

Romeinse vesting van<br />

Aardenburg.<br />

Dieuwertje Roelse<br />

en Deandra de Looff.


Vondstmeldingen en<br />

archeologisch spreekuur<br />

Melding van<br />

archeologische vondsten<br />

dient te geschieden bij<br />

de SCEZ. Het materiaal<br />

wordt wanneer nodig<br />

geregistreerd en<br />

gedocumenteerd, maar<br />

blijft altijd in het bezit<br />

van de melder, tenzij deze<br />

het zelf wil afstaan. Uw<br />

melding van vondst(en) of<br />

waarneming(en) kan ook<br />

schriftelijk of telefonisch<br />

geschieden bij:<br />

SCEZ<br />

Postbus 49<br />

4330 AA<br />

Middelburg<br />

T 0118-670870<br />

E j.jongepier@scez.nl<br />

Daarnaast houdt<br />

de SCEZ op elke eerste<br />

dinsdagmiddag van de<br />

maand een archeologisch<br />

spreekuur. U kunt het<br />

spreekuur in locatie<br />

De Burg<br />

Groenmarkt 13<br />

te Middelburg<br />

bezoeken om voorwerpen<br />

te laten determineren<br />

(geldwaarde wordt niet<br />

getaxeerd), vondstmeldingen<br />

te doen,<br />

of allerlei vragen op het<br />

gebied van de Zeeuwse<br />

archeologie voor te leggen.<br />

De eerstvolgende<br />

archeologische<br />

spreekuren vinden plaats<br />

op de dinsdagmiddagen<br />

6 maart, 3 april, 1 mei<br />

en 5 juni<br />

van 15.30 tot 16.30 uur.<br />

Dank voor uw<br />

medewerking!<br />

Onderzoek en meldingen<br />

Afsluiting veldwerk nieuwe haven Hulst<br />

Begin oktober is het archeologisch veldwerk in de nieuwe<br />

haven van Hulst feestelijk afgesloten. Arcadis en Artefact<br />

zijn met hulp van de Werkgroep Archeologie Hulst<br />

begonen aan de evaluatie van het onderzoek in de<br />

Nieuwe Bierkaai Hulst (haven, deelgebied 2). Behalve de<br />

resten van de haven, compleet met bruggen, kademuren,<br />

scheepsresten en aanpalende huizen is ook een enorme<br />

hoeveelheid vondsten opgegraven. Naast het gebruikelijke<br />

aardewerk, leer en bot zijn ook veel metaalvondsten<br />

aangetroffen, zoals munten, muntgewichten, enkele<br />

pelgrimsinsignes, kogels, mortieren, delen van geschut,<br />

Proefsleuvenonderzoek ’s-Gravenhofplein, Hulst<br />

Tussen 15 en 19 december heeft Grontmij in<br />

samenwerking met Artefact een driedaags proefsleuvenonderzoek<br />

uitgevoerd op het ’s-Gravenhofplein in Hulst<br />

(Nieuwe Bierkaai, deelgebied 7). Op basis van historisch<br />

onderzoek werden ter plaatse resten van middeleeuwse<br />

bebouwing, zoutraffinage en het Minnebroedersklooster<br />

uit het einde van de vijftiende tot de zeventiende eeuw<br />

verwacht, alsook resten van het latere weeshuis.<br />

Onderzoek Staats-Spaanse Linies<br />

Retranchement<br />

In het kader van het Interreg IV-A-project Forten en<br />

Linies in Grensbreed Perspectief (Staats-Spaanse Linies)<br />

is in opdracht van de Provincie <strong>Zeeland</strong> een viertal<br />

onderzoeken uitgevoerd. In Retranchement vond een<br />

opgraving plaats op de locatie van de vermeende<br />

Slikpoort. Op basis van het eerder uitgevoerde geofysisch<br />

onderzoek werden resten van een poortgebouw verwacht.<br />

Ter plekke is echter slechts een bakstenen stookplaatsje<br />

gevonden. Op basis van de opgravingsgegevens en analyse<br />

van oude kaarten luidt de conclusie dat er nooit een<br />

poortgebouw heeft gestaan, maar dat er (in een latere<br />

fase van het fort) slechts een eenvoudige doorgang in de<br />

vestingwal was.<br />

Westelijk Staats-Vlaanderen met diverse forten en schansen<br />

behorend tot de Staats-Spaanse Linies; fragment van een<br />

kaart van <strong>Zeeland</strong> uit 1630.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 4 maart 2012/01 • ARCHEOLOGIE<br />

stukken van (Spaanse en Staatse) helmen en andere<br />

wapenuitrustingen, maar ook een grote hoeveelheid<br />

metalen kookgerei, hang- en sluitwerk, gereedschap<br />

enzovoort.<br />

De meest aansprekende vondst is een fraaie tweekoppige<br />

gekroonde adelaar (het stadswapen van Hulst en het<br />

wapen van Maximiliaan van Oostenrijk), die mogelijk<br />

onderdeel was van een schild of een standaard. Op basis<br />

van het selectievoorstel zal, gezien de enorme hoeveelheid<br />

vondsten en het beperkte nog beschikbare budget voor<br />

de analyses, slechts een deel van de vondsten regulier<br />

uitgewerkt en gerapporteerd kunnen worden.<br />

In de jaren zeventig zouden delen van de fundering van<br />

de kloosterkerk, het pandhof en begravingen tijdens de<br />

sanering van de voormalige brouwerij met de bulldozer<br />

zijn verwijderd. Het veldonderzoek bevestigt dat<br />

funderingen van de westmuur van de kerk merendeels<br />

zijn uitgebroken. Het noordwestelijke deel van de kerkfunderingen<br />

is beter bewaard gebleven. Daar zijn ook<br />

enkele begravingen teruggevonden.<br />

Draaibrug<br />

Door Archeologisch Adviesbureau RAAP is voorts een<br />

geofysisch onderzoek uitgevoerd bij Draaibrug, een buurtschap<br />

bij Aardenburg. Op basis van een bureauonderzoek,<br />

veldkartering en enkele boringen uitgevoerd door<br />

ArcheoMedia in 2007, verwachtte men hier restanten van<br />

de voormalige Bordeelschans. In 2010 voerde het ADC<br />

ter plaatse een booronderzoek uit. De conclusie luidde<br />

dat restanten van de Bordeelschans zich elders moesten<br />

bevinden. Het geofysisch onderzoek, dat bestond uit<br />

weerstandsmetingen en grondradaronderzoek met<br />

controleboringen, leverde evenwel op de locatie een<br />

schitterende plattegrond op van de schans. Ter plaatse<br />

zal door middel van een grondlichaam de ligging van het<br />

vestingwerk worden aangeduid.<br />

Onderzoek op de Bordeelschans bij Aardenburg-Draaibrug<br />

(RAAP).


Philippine<br />

In de vestingstad Philippine is in oktober een bodemsanering uitgevoerd<br />

en zijn de resten van de Stenen Beer voor een deel ontgraven.<br />

De werkzaamheden aan dit achttiende-eeuwse waterstaatkundige<br />

vestingwerk zijn archeologisch begeleid. De Stenen Beer wordt<br />

gerestaureerd en toegankelijk gemaakt voor het publiek.<br />

Passageulelinie<br />

De SCEZ adviseerde de Provincie <strong>Zeeland</strong> ook bij de opdrachtverstrekking<br />

voor onderzoek op twee locaties in de Passageulelinie bij IJzendijke.<br />

De firma MUG ingenieursbureau uit Leek voerde een bureauonderzoek<br />

uit voor Batterij De Keijzer en de redoute Schaapstelle. Voor de resten<br />

van de batterij komen meerdere locaties in aanmerking. De redoute<br />

Schaapstelle wordt op één kaart (Hattinga 1746) aan de buitenzijde van<br />

de dijk afgebeeld, op twee andere aan de binnenzijde (Wiltschut 1738<br />

en Hattinga 1750). Op de buitendijkse locatie is een geofysisch onderzoek<br />

uitgevoerd door de firma Medusa Explorations uit Groningen.<br />

<strong>ZE</strong>EUWS-VLAANDEREN<br />

Een prehistorische tranchetbijl uit Othene<br />

In het najaar van 2011 meldde de heer Richard Lensen uit Zaamslag<br />

de vondst van een stuk vuursteen bij de SCEZ. Het voorwerp had hij<br />

in mei gevonden langs een van de nieuw gegraven waterpartijen in de<br />

Koninginnepage, een nieuwe straat in de nieuwbouwwijk Othene-Zuid<br />

te Terneuzen. Aanvankelijk leek het een natuurlijk stuk vuursteen te zijn,<br />

maar bij nadere bestudering en determinatie door vuursteenspecialisten<br />

van de Universiteit Leiden bleek het te gaan om een prehistorische bijl en<br />

wel een kernbijl uit de midden-steentijd (mesolithicum, circa 8800-5000<br />

voor Christus). Het brok vuursteen was eerst ruw voorbewerkt tot een<br />

kernsteen en vervolgens is er op dusdanige manier een stuk afgeslagen<br />

(met een zogenaamde tranchetslag) dat er een snededeel ontstond.<br />

Op deze manier kon het stuk als bijl worden gebruikt. Het is de<br />

eerste keer dat een dergelijke bijl in <strong>Zeeland</strong> is gevonden.<br />

Er zijn op de pleistocene dekzandgronden op meerdere plaatsen in<br />

Zeeuws-Vlaanderen diverse vuurstenen voorwerpjes uit dezelfde tijd<br />

aangetroffen - bijvoorbeeld te Aardenburg, Sint-Kruis, Nieuw-Namen,<br />

Axel en het Verdronken Land van Saeftinghe - maar dat zijn in de meeste<br />

gevallen kleine pijlpunten, mesjes en schrabbertjes, die in kampementen<br />

van rondtrekkende jagers en verzamelaars in gebruik zijn geweest.<br />

Vermoedelijk is met het graven van de waterpartij te Othene-Zuid de top<br />

van het dekzand, die zich op ongeveer drie meter beneden het maaiveld<br />

bevindt, aangesneden en is de bijl mee omhoog gekomen.<br />

Een (tweede) vuurboet in Saeftinghe?<br />

Op 12 januari 2012 verrichtte de SCEZ archeologische waarnemingen<br />

en boringen op de slikken in het Verdronken Land van Saeftinghe.<br />

Aanleiding hiertoe waren vondstmeldingen door de heren R. Bleijenberg<br />

en M. Buise van een cirkelvormige bakstenen structuur, die na erosie van<br />

het slib in december vorig jaar is blootgespoeld. De structuur, die was<br />

gefundeerd op een kleiige ondergrond, bleek een geïsoleerd spoor te zijn<br />

met in de omgeving regelmatig aardewerkscherven uit voornamelijk de<br />

late middeleeuwen en botmateriaal van onder meer rund en varken.<br />

De blootgespoelde structuur bestaat uit nog minimaal vier steenrijen<br />

met versnijdingen naar buiten en is ongeveer 3,5 meter in diameter.<br />

De bakstenen zijn laatmiddeleeuwse kloostermoppen met een lengte<br />

van tussen de 25 en 30 centimeter. Mogelijk gaat het hier om hergebruikt<br />

materiaal; er zijn veel fragmenten bij. Volgens de vondstmelders kan de<br />

aangetroffen structuur wellicht een zogenaamde vuurboet zijn geweest,<br />

waarop een vuur werd gestookt. Deze vuurboeten dienden als kustvuur<br />

of baken voor de scheepvaart. In de directe omgeving is er in december<br />

2009 na erosie van het schor en het slik ook al een ontdekt.<br />

Rondom de in 2009 ontdekte vuurboet liggen momenteel veel verspoelde<br />

baksteenresten in driehoekvorm. De daar aangetroffen bakstenen zien er<br />

jonger uit dan die van de pas ontdekte vuurboet. De afstand tussen de<br />

twee vindplaatsen bedraagt naar schatting honderd meter.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 5 maart 2012/01 • ARCHEOLOGIE<br />

Een deel van de Linie van<br />

Communicatie tussen Hulst<br />

en Sas van Gent: de forten<br />

Ferdinandus, Miseri,<br />

Sint-Anna en Nassau.<br />

Abdsdale<br />

In de historische vestingatlas van <strong>Zeeland</strong> is ter hoogte van een nieuwe<br />

rotonde bij Absdale het voormalige fort Sint-Anna gepositioneerd. Op<br />

deze locatie vinden in de toekomst graafwerkzaamheden plaats voor de<br />

N290. Een nauwkeurige projectie van een kaart van Visscher-Roman uit<br />

1655 op de huidige topografische ondergrond, uitgevoerd door de firma<br />

Histomaps uit Hansweert, toont echter dat resten van dit fort langs de<br />

Plattendijk moet worden gezocht. Op die locatie zijn op het Actuele<br />

Hoogtebestand Nederland opvallende terreinverhogingen zichtbaar.<br />

Het fort Miseri kan op basis van de nieuwe projectie in het gehucht<br />

Absdale gezocht worden, ten zuiden van de provinciale weg.<br />

De mesolitische tranchetbijl uit Othene.<br />

Het voorwerp is 8,0 centimeter lang, 4,7 centimeter breed en heeft een<br />

doorsnede van 3,0 centimeter. Het bestaat uit grijze vuursteen en heeft<br />

aan een zijkant nog een restant van de buitenkant of korst (cortex) van<br />

de oorspronkelijke vuursteenknol. Of het een geïsoleerde vondst betreft<br />

of dat deze afkomstig is uit een kampement is nog niet bekend. Wat<br />

de prehistorische mens ermee heeft gedaan is evenmin duidelijk, maar<br />

te denken valt aan het afhakken van boomtakken. Al eerder zijn tijdens<br />

booronderzoek in het kader van de aanleg van de rondweg Zaamslag<br />

houtskoolfragmenten aangetroffen, afkomstig uit de top van het<br />

pleistocene dekzand. Houtskoolfragmenten kunnen wijzen op stookplaatsen<br />

in prehistorische kampementen. De bijl wordt momenteel<br />

tentoongesteld in het Schelpenmuseum te Zaamslag in een kleine<br />

expositie die gewijd is aan de prehistorie van de regio Terneuzen.<br />

De blootgekomen bakstenen structuur te Saeftinghe, mogelijk behorend<br />

tot een vuurboet (foto Marc Buise resp. Clem Reel).


WALCHEREN<br />

Restauratiewerken Fort Rammekens<br />

Dit voorjaar beginnen grootscheepse restauratiewerken bij Fort<br />

Rammekens in Ritthem. Onder coördinatie van Staatsbosbeheer slaan<br />

diverse onderzoeksdisciplines de handen ineen om de werken tot een goed<br />

einde te brengen. Naast uitgebreid milieuonderzoek worden de werken<br />

ook begeleid door een intensief bouwhistorisch onderzoek. De Walcherse<br />

Archeologische Dienst neemt het archeologisch onderzoek op zich.<br />

Fort Rammekens of Zeeburg is in 1547 gebouwd in opdracht van<br />

landvoogdes Maria van Hongarije om de scheepvaatroutes naar<br />

Middelburg en Antwerpen te controleren; het is het oudste nog bestaande<br />

zeefort van West-Europa. De rede voor het fort was een belangrijke<br />

ankerplaats voor de schepen van de in 1602 opgerichte Verenigde<br />

Oost-Indische Compagnie (VOC). Op het einde van de achttiende eeuw<br />

werd Rammekens ingericht als hospitaal. In de Franse tijd (1795-1813)<br />

moderniseerde men het fort nog op grote schaal, maar in 1867 verloor het<br />

definitief zijn functie. Vandaag de dag is Fort Rammekens een prachtige,<br />

tot de verbeelding sprekende plek met uniek natuurschoon en een boeiend<br />

verleden dat jaarlijks talrijke toeristen weet te lokken. ‘Rammekens oft Zee Burg’; kaart door Joan Blaeu, 1649.<br />

Opgraving voor het voetlicht<br />

Hof Ramsburg: een tipje van de sluier<br />

In de zomer van 2009 voerde de Walcherse Archeologische Dienst<br />

(WAD) aan de noordoostzijde van Middelburg, aan de Oude<br />

Veerseweg, een archeologische opgraving uit. Hier lag in de achttiende<br />

en negentiende eeuw het Hof Ramsburg. In de volgende editie van<br />

De Wete (april 2012) wordt in samenwerking met Martin van den<br />

Broeke een uitgebreid artikel aan dit onderzoek gewijd. Hier alvast<br />

een tipje van de sluier.<br />

De oudste tijdens het onderzoek gevonden sporen behoren tot middeleeuwse<br />

moernering; het grootste deel van het terrein is in deze periode<br />

afgegraven ten behoeve van de zoutwinning. De eerste bewoningssporen<br />

op het onderzoeksterrein zijn te koppelen aan het boerenbedrijf dat hier<br />

zeker vanaf het midden van de zeventiende eeuw gevestigd was. Op de<br />

kaart van Visscher-Roman (1655/56) staat op deze locatie een kleine<br />

boerderij met erf aangegeven. Het gaat om enkele greppels en sloten<br />

die een klein erf van circa 2.000 m 2 afbakenen. Aan de noordwestelijke<br />

zijde vormde een soort ‘tuinmuur’ mogelijk de begrenzing. Binnen dit<br />

areaal zijn gefragmenteerde resten van minstens drie gebouwen gevonden,<br />

verspreid gelegen rond een erf.<br />

Van het Hof Ramsburg zelf konden, ten gevolge van de rigoureuze<br />

sloop in de negentiende eeuw, enkel de funderingsgreppels worden<br />

gedocumenteerd. Het opgetekende hoofdgebouw is bescheiden van<br />

omvang en opzet. Het betreft een rechthoekige structuur van circa<br />

23,5 bij 10,5 meter. Aan de westelijke zijde van het hof bevond zich<br />

een half afgeronde verbreding naar het noordwesten toe. Aan de<br />

noordelijke zijde, waar de Oude Veerseweg ligt, moest een galerij<br />

met pilaren de status van het buiten extra benadrukken.<br />

Omvorming tot buitenplaats<br />

De meest opvallende vondst is een complex van drie kuilen waarin het<br />

volledige huisraad van een gegoede boerenfamilie uit het einde van de<br />

zeventiende tot het begin van de achttiende eeuw werd teruggevonden.<br />

Het aardewerken keuken- en tafelgerei, kleipijpmateriaal, glaswerk, metaal<br />

en dierlijk botafval geeft een prachtig beeld van het leven van deze familie<br />

in die periode. Het materiaal lijkt op één moment in de tijd integraal<br />

gedumpt te zijn. Op basis van de vondsten lijkt dat moment te dateren<br />

kort na 1715. Historisch onderzoek van Martin van den Broeke leert dat<br />

rond 1720 ene heer Balguerie het Hof Ramsburg betrekt en het omvormt<br />

tot buitenplaats. Werd er bij de aankoop of verkoop van de boerderij<br />

radicaal komaf gemaakt met de inboedel van de vorige bewoners?<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 6 maart 2012/01 • ARCHEOLOGIE<br />

Een vergiet uit het ‘huisraad van een gegoede boerenfamilie’<br />

Een ijzeren pan en pollepel in situ.<br />

Exotisch huisdier<br />

Eén opmerkelijke vondst uit deze bijzondere context kunnen we niet<br />

nalaten al even te vermelden. Tussen het dierlijke botmateriaal bevonden<br />

zich ook de resten van een cavia. Deze dieren werden vermoedelijk met<br />

Compagnieschepen meegevoerd uit Zuid-Amerika als curiosa. Het is de<br />

eerste maal dat dit dier in Nederland in een archeologische context uit<br />

deze vroege periode is gevonden. Bram Silkens, WAD


<strong>Zeeland</strong> zwemt in het erfgoed<br />

De Provincie <strong>Zeeland</strong> heeft 2012 uitgeroepen tot Zeeuws Jaar van<br />

het Water. Want water speelt een belangrijke rol in onze provincie.<br />

Het zorgt voor kennis, energie, recreatie, eten, werk en geld.<br />

Heel 2012 vinden er tal van wateractiviteiten plaats in <strong>Zeeland</strong>.<br />

Activiteiten die laten zien wat de combinatie zee en land ons gebracht<br />

heeft, wat we er anno nu aan kunnen beleven en welke stuwende kracht<br />

het water voor onze toekomst kan zijn. Ook verschillende<br />

erfgoedorganisaties laten zien hoe <strong>Zeeland</strong> door de loop der eeuwen<br />

leefde met het water en op welke wijze het water vandaag de dag nog<br />

steeds centraal staat. Een greep uit het aanbod:<br />

4Op Walcheren organiseert het Polderhuis Westkapelle, Dijk- en<br />

Oorlogsmuseum, het hele jaar door tentoonstellingen, themadagen en<br />

strandactiviteiten. De actuele tentoonstelling is ‘Water over dek en<br />

luiken’ met schilderijen van Bram Dingemanse.<br />

www.polderhuiswestkapelle.nl;<br />

4Op Schouwen-Duiveland organiseren het Watersnoodmuseum en<br />

Museum Goemanszorg meerdere tentoonstellingen. In Ouwerkerk is<br />

de actuele tentoonstelling ‘Before, During, After’ te zien met werk van<br />

twaalf fotografen uit Louisiana naar aanleiding van de orkaan Katrina<br />

en het hoge water als gevolg daarvan. www.watersnoodmuseum.nl;<br />

Het (vaak) vergeten water<br />

Het is me meer dan eens overkomen bij het houden van een lezing voor<br />

een gehoor van niet-Zeeuwen, wanneer een foto wordt getoond van een<br />

boerderij die rondom in het water ligt. Bij de toehoorders roept dat beeld<br />

herkenning op. Ze kennen hun geschiedenis en menen dus zeker te weten:<br />

dat is <strong>Zeeland</strong> na de Februariramp van 1953. Fout. Een enkeling heeft<br />

‘doorgeleerd’ en probeert het opnieuw: dan moet het Walcheren zijn, in<br />

de winter van 1944-1945, tijdens de gruwelijke oorlogsinundatie. Helaas,<br />

weer mis. De foto betreft wél Walcheren, maar onder omstandigheden<br />

die tot 1930 heel normaal waren en vrijwel jaarlijks terugkeerden.<br />

De lage poelgebieden stonden van het vroege najaar tot soms ver in het<br />

voorjaar onder water; onder ‘landwater’ zoals de bronnen het noemen:<br />

overtollig hemelwater dat geen kant opkon. De zeer gebrekkige afwatering<br />

vormde een al eeuwenlang spelend probleem dat als het ware zat<br />

ingebakken in de natuurlijke opbouw van het eiland.<br />

Rondom in het water gelegen boerderij op Walcheren (omgeving Hoogelande,<br />

winter 1915/1916): een vertrouwd beeld tot 1930, toen elektrische bemaling<br />

een einde maakte aan de periodieke overlast van (binnen)water<br />

(bron: Zeeuws Archief, Collectie De Bruyne, inv. nr. 134/119).<br />

Cultuurhistorie<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 7 maart 2012/01 • JAARTHEMA | CULTUURHISTORIE<br />

4In Dreischor wordt 1.000 jaar relatie met het water in beeld gebracht.<br />

Water heeft het eiland (voorheen de eilanden) gevormd; men heeft<br />

eeuwenlang de kost verdiend met het zoute water en tegenwoordig<br />

ook met zoet water in de aquacultuur. www.goemanszorg.nl;<br />

4Vanuit het Platform Maritiem <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong> organiseren aangesloten<br />

organisaties diverse maritiem-historische evenementen. Zo organiseert<br />

de <strong>Stichting</strong> Behoud Hoogaars op zaterdag 21 juli de Van Loon<br />

Hardzeildag op de Rede van Veere, waaraan 45 historische schepen,<br />

plat- en rondbodems deelnemen. In 2012 is het de 20ste keer een<br />

eerbetoon aan de legendarische hardzeildag die Hendrik Willem van<br />

Loon in 1928 voor Arnemuidse vissers organiseerde. Om uit de<br />

saaiheid van het dagelijks bestaan te ontsnappen, probeerde Van Loon<br />

“weer eens wat leven in den garnalenketel te krijgen”.<br />

www.hoogaars.nl, www.scez.nl/maritiemerfgoed.<br />

In het Jaar van het Water zal blijken dat ‘<strong>Zeeland</strong> zwemt in het erfgoed’.<br />

Zeeuwse erfgoedorganisaties die een bijdrage willen leveren aan dit<br />

themajaar met een tentoonstelling, lezing, excursie of evenement,<br />

kunnen dit aanmelden via info@jaarvanhetwater.nl en agenda@scez.nl.<br />

www.jaarvanhetwater.nl<br />

Het Zeeuwse Jaar van het (buiten- én binnen-) Water<br />

Zeker niet alleen op Walcheren zuchtte men onder deze last die vooral<br />

de landbouwkundige mogelijkheden beperkte, maar ook het verkeer<br />

hinderde. Andere delen van de provincie met een vergelijkbare opbouw<br />

hadden er hun eigen deel aan. Interessant in dit opzicht is de Atlas van<br />

de provincie <strong>Zeeland</strong> die schoolopziener C.J. Pické en gedeputeerde<br />

T.A. Lambrechtsen in 1877 deden verschijnen. Die duidt onder meer<br />

de lage streken aan “die bij eenigszins hoogen waterstand in den polder<br />

onder water” staan. Dat zijn enorme oppervlakten, variërend van delen<br />

van Tholen tot de Grote Putting bij Hengstdijk, en van het lage midden<br />

van Schouwen tot aanzienlijke delen van Zuid-Beveland. Pas na de nodige<br />

maatregelen kwam vroeger of later een einde aan deze onhoudbare situatie.<br />

Al vroeg zette men - aanvankelijk met wisselend succes - op Tholen en<br />

Schouwen windmolens en later ook stoomgemalen in; heel laat was men<br />

op Walcheren in 1930 met het elektrische gemaal Boreel.<br />

Zeeuwse polders konden dus ook onder water staan zonder dat daarvoor<br />

dijken waren doorgebroken. De buiten <strong>Zeeland</strong> gesignaleerde verwarring<br />

daarover is eigenlijk heel begrijpelijk, want ook de Zeeuwen zelf lijken<br />

deze vorm van wateroverlast te zijn vergeten. Die was voor de bewoners<br />

even vanzelfsprekend als de loop van de seizoenen, werd gelaten ondergaan<br />

en lijkt uit het collectieve geheugen te zijn gewist. De problemen moesten<br />

wel heel hoog oplopen, wilden ze in ruime kring aandacht trekken en dus<br />

in de bronnen doorklinken. De meeste belangstelling ging en gaat uit naar<br />

de heroïsche, tot de verbeelding sprekende en geld verslindende strijd<br />

tegen de ‘echte’ erfvijand van de Zeeuwen: het buitenwater. Naar de strijd<br />

op leven en dood die ook vandaag nog altijd permanente waakzaamheid<br />

vereist. Naar grote prestaties zoals de Westkappelse Zeedijk, de sluiting<br />

van het dijkgat bij Ouwerkerk en de bouw van de Stormvloedkering<br />

Oosterschelde.<br />

Op 6 januari is een nieuw Zeeuws themajaar officieel van start gegaan:<br />

het Jaar van het Water. En het moet gezegd: een Zeeuwser en tegelijk<br />

veelzijdiger onderwerp is nauwelijks te bedenken. Ook vanuit de<br />

erfgoedsector worden bijdragen aan het themajaar geleverd.<br />

4


Kaartfragment uit de<br />

‘Atlas van de provincie<br />

<strong>Zeeland</strong>’ uit 1877.<br />

Met de horizontale<br />

arcering worden delen van<br />

Zuid-Beveland aangeduid<br />

die regelmatig onder<br />

(binnen)water staan<br />

(bron: Zeeuws Archief,<br />

KZGW, Zel. Ill. I,<br />

inv. nr. 157-4).<br />

Het zou goed zijn om bij alle aspecten van het thema<br />

water, het binnen- of landwater niet te vergeten.<br />

Dat zou namelijk geen recht doen aan de geschiedenis<br />

van onze provincie en aan alle erfgoed dat deze<br />

geschiedenis opleverde. Zo zou bijvoorbeeld niet vergeten<br />

mogen worden dat de eerste waterschappen, al in de<br />

twaalfde eeuw, ontstonden om in gezamenlijkheid het<br />

binnenwater te reguleren en nog niet zozeer om het<br />

buitenwater te keren. Laten we dus ook niet vergeten dat<br />

de meeste Zeeuwse watergangen allesbehalve oernatuur<br />

zijn, maar moeizaam met de hand werden gegraven om<br />

het overtollige binnenwater af te voeren. Vandaag zijn<br />

ze dus óók erfgoed, zoals ook oude duikers en gemalen<br />

en uitwateringssluizen dat zijn.<br />

Mocht dit aspect van onze geschiedenis tot voor kort al<br />

zijn verwaarloosd, de recente geschiedenis en toekomstvoorspellingen<br />

plaatsten het inmiddels hoger dan ooit op<br />

de agenda. Klimaatveranderingen maken het binnenwater<br />

vandaag weer actueel. Het KNMI constateerde onlangs op<br />

Eind 2011 namen tien gemotiveerde cursisten deel aan de<br />

cursus ‘Grepen uit de groene geschiedenis van Walcheren’.<br />

Het was een vervolg op de cursus van een jaar tevoren.<br />

En ook nu was het weer een geslaagde vorm van samenwerking<br />

tussen de Zeeuwse Volksuniversiteit, Staatsbosbeheer<br />

en de SCEZ. Tijdens drie cursusavonden in<br />

SCEZ-locatie De Burg werden onderwerpen op het<br />

grensgebied van geschiedenis en ecologie behandeld.<br />

Wilbert Weber en Peter Maas belichtten ieder een aspect<br />

van Fort Rammekens; Robert Wielemaker nam<br />

de boerenerven en hun beplanting voor zijn rekening;<br />

en Aad de Klerk beschreef de historische omgang met<br />

het Walcherse binnenwater. In aansluiting op deze avond<br />

volgde een boeiende excursie onder leiding van<br />

Wouter Quist, aquatisch ecoloog bij het waterschap<br />

Scheldestromen. Helaas moest Chiel Jacobusse verstek<br />

laten gaan. In zijn plaats bood Peter Blom op het<br />

Zeeuws Archief inzicht in de rijke en gevarieerde bronnen<br />

die zich lenen voor nader onderzoek van deze en vele<br />

andere thema’s uit de groene geschiedenis, want te<br />

onderzoeken valt er nog genoeg!<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 8 maart 2012/01 • CULTUURHISTORIE<br />

basis van alle dagelijkse neerslagwaarnemingen sinds 1850<br />

dat de hoeveelheid neerslag in ons land met 10 tot 35% is<br />

toegenomen. En dat in de laatste vijftig jaar de (zomerse)<br />

toename vooral merkbaar was in de kustregio’s. Twee<br />

recente voorbeelden: op 21 december van het vorig jaar<br />

tapte Biervliet de meeste regen af van heel Nederland;<br />

het betekende overuren voor het gemaal Othene bij<br />

Terneuzen. In Friesland moest op 2 januari zelfs<br />

werelderfgoed worden ingezet om de wateroverlast dáár<br />

te beteugelen: het Ir. D.F. Wouda(stoom)gemaal bij<br />

Lemmer was even weer onmisbaar. Meer waterberging<br />

is dus noodzakelijk. Met het oog daarop werden en<br />

worden tal van Zeeuwse waterlopen verbreed en van<br />

natuurvriendelijke oevers voorzien. In plaats van<br />

oernatuur zou je ze vandaag dus beter als levend erfgoed<br />

kunnen betitelen. <strong>Zeeland</strong> en het water: dat moet een<br />

verhaal opleveren met meer dan één rode draad en met<br />

een open einde.<br />

Aad de Klerk, adviseur cultuurhistorie en landschap<br />

Geslaagde cursus over groene geschiedenis afgerond<br />

Deskundige uitleg bij een watergang met milieuvriendelijke<br />

oever in het hart van Walcheren.


Zeeuwse musea houden stand<br />

in turbulent jaar<br />

“Bezuinigingen: de rek is er uit”. Dat was de belangrijkste boodschap<br />

van de Nederlandse Museumvereniging bij haar nieuwjaarsreceptie,<br />

begin januari in Delft. Het jaar 2011 was door alle bezuinigingen<br />

een turbulent jaar, ook voor veel Zeeuwse musea. Afgelopen jaar<br />

bezochten 461.442 bezoekers een museum in <strong>Zeeland</strong>, zo bleek<br />

uit een inventarisatie van de SCEZ, begin 2012.<br />

De 41 musea die aan de inventarisatie deelnamen, konden daarmee helaas<br />

het record uit 2010 niet overtreffen. Zij trokken in 2011 gemiddeld 3%<br />

minder bezoekers dan in het topjaar 2010. Deze daling is deels te wijten<br />

aan het feit dat een aantal musea in <strong>Zeeland</strong> in 2011 tijdelijk gesloten<br />

waren.<br />

De echte uitschieter is, ook weer in 2011, het Watersnoodmuseum met<br />

60.080 bezoekers. Het Watersnoodmuseum wordt gevolgd door het<br />

Spoorwegmuseum Stoomtrein Goes-Borsele dat 2011 afsloot met<br />

ongeveer 42.500 bezoekers. Voor beide musea is dit een kleine daling ten<br />

opzichte van de groei in de voorgaande jaren. De vanouds grootste musea<br />

in <strong>Zeeland</strong>, het Zeeuws Museum en Zeeuws maritiem mu<strong>ZE</strong>Eum, sloten<br />

2011 beide af met ruim 36.000 bezoekers. Ook dat betekent een kleine<br />

daling van gemiddeld 5% ten opzichte van het jaar daarvoor. De Top 5<br />

in <strong>Zeeland</strong> wordt voltooid door Terra Maris met ruim 34.000 bezoekers,<br />

voor dit museum een winst van 10%. Terra Maris zet daarmee de<br />

stijgende lijn van de afgelopen twee jaar door. Een van de redenen<br />

hiervoor is de grote belangstelling voor het nieuwe Mottekasteel in de<br />

landschapstuin en het daarbij georganiseerde middeleeuws festijn.<br />

Speciale vermelding verdienen het Polderhuis Westkapelle met bijna<br />

30.000 bezoekers, het door bezuinigingen geplaagde Historisch Museum<br />

De Bevelanden met meer dan 27.000 bezoekers (een stijging van 30%)<br />

en Bevrijdingsmuseum <strong>Zeeland</strong> met ruim 22.000 bezoekers (een stijging<br />

van 22,5%). De stijging van Historisch Museum De Bevelanden komt<br />

door de landelijke belangstelling voor de wisselexpositie ‘Kantje Boord’,<br />

waar veel publiek van buiten <strong>Zeeland</strong> voor naar Goes trok.<br />

Landelijke vergelijking<br />

Op 21 december publiceerde de Nederlandse Museumvereniging een<br />

overzicht van de bezoekcijfers bij de 55 grootste musea in Nederland.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 9 maart 2012/01 • MUSEA<br />

Musea<br />

Daaruit bleek dat landelijk de bezoekersaantallen met ruim 1 miljoen<br />

zijn gestegen. Er zijn het afgelopen jaar zeker 18 miljoen bezoeken geteld,<br />

tegenover krap 16,9 miljoen het jaar daarvoor. De Nederlandse<br />

Museumvereniging geeft aan dat de stijging vooral te danken is aan de<br />

heropening van diverse musea, zoals Het Scheepvaartmuseum en de<br />

tijdelijke heropening van het Stedelijk Museum, beide in Amsterdam.<br />

Dit landelijke beeld stemt niet overeen met <strong>Zeeland</strong>. Hier zijn juist<br />

enkele musea gesloten wegens verbouwing/herinrichting (Stadhuismuseum<br />

Zierikzee), verhuizing (Schoolmuseum Schooltijd) of restauratie<br />

(OosterscheldeMuseum). <strong>Zeeland</strong> kende afgelopen jaar geen heropeningen<br />

van musea. Die staan voor 2012 en 2013 wel weer in de planning.<br />

Criteria voor bezoekcijfers<br />

Maar wat is nou veel of weinig? Hoe moet je de bezoekcijfers beoordelen?<br />

Het gemiddelde van de eerste 10 musea uit de inventarisatie van 2011 is<br />

ongeveer 35.000 bezoekers. Voor een plaatselijk museum is dit een goede<br />

score, voor een groter provinciaal museum niet veel. Dit heeft uiteraard<br />

weer alles te maken met de omvang van de collectie, het tentoonstellingsoppervlak<br />

en de beschikbare middelen voor promotie. De totale bevolking<br />

van <strong>Zeeland</strong> is beperkt en in dat opzicht zijn de bezoekersaantallen niet te<br />

vergelijken met de Randstad. Daartegenover staat een omvangrijk aantal<br />

toeristen die potentiële bezoekers van musea zijn. Het is belangrijk om<br />

aansluiting te vinden bij deze aanzienlijke toeristenstroom in <strong>Zeeland</strong>.<br />

Voor musea uit Middelburg, Vlissingen, Goes en Zierikzee geldt in het<br />

bijzonder een aandeel in het dagtoerisme. In ieder geval ligt hier nog wel<br />

een uitdaging voor een groot aantal Zeeuwse musea.<br />

Toch mogen de musea ook niet hun ‘vaste’ publiek vergeten. Een groeiend<br />

deel van het museumbezoek komt op het conto van de Museumkaart.<br />

En ook in 2011 nam het aantal Museumkaarthouders weer toe.<br />

Gemiddeld bezoeken Museumkaarthouders iets meer dan vijf keer per<br />

jaar een museum. Zij letten vooral op de positionering, programmering,<br />

publieksbenadering en presentatiewijze van de musea. Zoals altijd blijkt<br />

ook hier dat het niet alleen om de kwantiteit, maar vooral ook om de<br />

kwaliteit gaat.<br />

Documentatietafel in het Watersnoodmuseum<br />

(foto Ben Seelt, bron: laatzeelandzien.nl).


Omslag van projectplan<br />

‘<strong>Erfgoed</strong> Inzichtelijk’.<br />

Zeeuwse schatten online.<br />

Registratiegroep<br />

Streekmuseum<br />

De Meestoof (v.l.n.r.):<br />

Truus, Annemiek,<br />

Olga en Marja.<br />

Afronding Zeeuws project op 23 april<br />

Museaal erfgoed inzichtelijk<br />

Als een van de uitwerkingen van het provinciaal<br />

museumbeleid 2007-2012, Investeren in Zeeuwse musea,<br />

een duurzame kwestie, vroeg de Provincie <strong>Zeeland</strong> in<br />

2006 aan de SCEZ om de museale Collectie <strong>Zeeland</strong><br />

verder zichtbaar te maken. Het belangrijkste instrument<br />

daarvoor werd het project ‘<strong>Erfgoed</strong> Inzichtelijk<br />

- collectieregistratie in Zeeuwse musea’.<br />

Vanaf 2007 hebben niet alleen projectmedewerkers van de<br />

SCEZ, maar vooral ook vele tientallen vrijwilligers in de<br />

Zeeuwse musea aan dit project gewerkt. Ruim 100.000<br />

voorwerpen zijn door hun handen gegaan voor registratie en<br />

digitalisering. De schatten uit de depots en bijbehorende<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 10 maart 2012/01 • MUSEA<br />

verhalen zijn hierdoor toegankelijk geworden voor het<br />

publiek.<br />

Het project ‘<strong>Erfgoed</strong> Inzichtelijk’ loopt langzaam maar zeker<br />

op z’n einde. De afgelopen vijf jaar zijn enorme stappen<br />

gemaakt. Voor dit project zijn bijna alle musea overgestapt<br />

op dezelfde registratiesoftware, waardoor onderlinge<br />

uitwisseling gemakkelijker is geworden. Veel kennis over<br />

de museumobjecten, aanwezig in de hoofden van<br />

conservatoren, is vastgelegd zodat het verhaal achter de<br />

voorwerpen niet verloren gaat. Zo’n 20.000 voorwerpen<br />

worden inmiddels online gepresenteerd via het webportaal<br />

geschiedeniszeeland.nl en komende maanden zal dit aantal<br />

nog sterk uitbreiden.


‘<strong>Erfgoed</strong> Inzichtelijk’ in cijfers<br />

4 5 jaar looptijd 4 31 musea<br />

4 9 projectmedewerkers 4 85 vrijwilligers<br />

4 12 cursussen 4 125 cursisten<br />

4 125.000 voorwerpen, waarvan<br />

inmiddels 110.000 geregistreerd,<br />

75.000 gefotografeerd en 20.000 online.<br />

De projectmedewerkers van de SCEZ hebben<br />

de museumvrijwilligers extra ondersteund bij<br />

de registratiewerkzaamheden op de werkvloer;<br />

het invoeren en verwerken van registratiegegevens.<br />

Het doel was zo veel mogelijk<br />

collectiestukken vast te leggen en de vrijwilligers<br />

‘op weg’ te helpen om hiermee zelfstandig<br />

verder te gaan. Het volgen van een cursus bleek<br />

Museumvoorwerpen in de Zorg<br />

In de ouderenzorg wordt veel gewerkt met reminiscentieprojecten.<br />

Bepaalde herinneringen werken helend bij ouderen. Het cultureel<br />

erfgoed biedt goede mogelijkheden om hierop in te spelen. Het zien<br />

van een foto of het vasthouden van een gebruiksvoorwerp uit het<br />

verleden, het ruiken van een ‘ouderwetse’ geur of het horen van een<br />

verhaal in dialect kan allerlei associaties oproepen, die ouderen in een<br />

zorgstelling met elkaar in gesprek doen gaan.<br />

Voor de Zeeuwse musea liggen hier kansen voor verbreding van hun taak<br />

en hun maatschappelijk draagvlak. Een jaar geleden riep de SCEZ musea<br />

in <strong>Zeeland</strong> op om als ‘reminiscentieproject’ themakoffers samen te stellen,<br />

die kunnen worden gebruikt om herinneringen op te halen bij<br />

dementerende ouderen, of om programma’s voor deze doelgroep in het<br />

museum zelf te ontwikkelen. Hiertoe werd in maart 2011 een workshop<br />

georganiseerd, onder leiding van Karin van Leengoed, waar vertegenwoordigers<br />

van vijf musea aan deelnamen. Tijdens een terugkommiddag<br />

in december presenteerde een van de musea, De Schotse Huizen, het<br />

inmiddels ontwikkelde project in Zorgcentrum Nieuw-Sandenburgh in<br />

Veere. De inhoud van de koffer heeft twee thema’s: ‘Streekdracht’ en<br />

‘Leven op de boerderij’. Die slaan erg aan bij de deelnemers. Zodra<br />

de koffer open gaat komen veel reacties los. Iedereen heeft bij alle<br />

voorwerpen wel eigen verhalen, of het nu gaat om een bakblik of een<br />

kledingstuk. Ook mensen die gewoonlijk niet veel zeggen, komen volop<br />

aan het woord. Koepelorganisatie Zorgstroom is erg enthousiast over dit<br />

museumaanbod. Museum De Schotse Huizen trekt komende tijd met<br />

de koffer langs verschillende groepen uit de dagzorg op Walcheren.<br />

Twee andere musea, het OosterscheldeMuseum uit Yerseke en Museum<br />

Goemanszorg uit Dreischor, zullen het project begin 2012 voltooien.<br />

Het is de bedoeling dat de gezamenlijke musea hun aanbod voor Zeeuwse<br />

zorginstellingen in 2012 actief gaan promoten.<br />

Een eerste stap daartoe wordt gezet tijdens de Kennis- en Informatiedag<br />

met als thema ‘Zorg ontmoet kunst en cultuur uit <strong>Zeeland</strong>’ die Scoop<br />

op 25 april in Woonzorgcentrum Ter Reede in Vlissingen belegt.<br />

De SCEZ ontwikkelt momenteel ook een vertelprogramma rondom<br />

streektalen uit <strong>Zeeland</strong> voor zorginstellingen. In een komend nummer<br />

van Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> meer hierover.<br />

in deze vaak niet genoeg om de vrijwilligers<br />

geheel ‘zelfredzaam’ te maken. De extra helpende<br />

hand voor registratie of invoer was zeer<br />

belangrijk om als constante factor de gang erin<br />

te houden.<br />

Nu de extra ondersteuning afloopt hebben de<br />

musea voldoende handvatten om autonoom<br />

door te gaan op de ingeslagen weg. Registratiewerk<br />

is namelijk nooit voltooid. Er komen<br />

nieuwe collectiestukken binnen, er worden<br />

voorwerpen verplaatst. De gegevens moeten<br />

altijd actueel blijven.<br />

Op maandag 23 april wordt het registratieproject<br />

‘<strong>Erfgoed</strong> Inzichtelijk’ officieel voltooid<br />

Ontdek de Zeeuwse musea via de QR-code<br />

In <strong>Zeeland</strong> zijn, naar verhouding, veel musea. Er is altijd wel een museum in de buurt. Voor wie bij een<br />

museum aankomt en buiten nog even wat informatie over het museum wil inwinnen, bieden de Zeeuwse<br />

musea u binnenkort een unieke service. Op alle museumgevels wordt een bordje met QR-code aangebracht.<br />

Door deze te scannen met uw smartphone komt u op de mobiele website <strong>Zeeland</strong>Museumland.nl<br />

terecht. Hier vindt u de gewenste informatie. Mocht het betreffende museum nu net gesloten zijn, dan<br />

vindt u via de QR-code snel een museum in de buurt dat wel geopend is.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 11 maart 2012/01 • MUSEA<br />

met de presentatie van een boekje en een<br />

symposium met interessante sprekers.<br />

De Zeeuwse musea die hebben gewerkt aan het<br />

ontsluiten van de collectie worden hiermee<br />

bedankt. De behaalde resultaten zullen worden<br />

gepresenteerd, maar er zal zeker ook een blik op<br />

de toekomst zijn om de aanwezigen te<br />

inspireren en nieuwe kansen en mogelijkheden<br />

te laten zien. Voor de nabije toekomst betekent<br />

dat:<br />

4finetunen: kwaliteit foto’s en beschrijving;<br />

van basisregistratie naar een mooi verhaal;<br />

4duurzaamheid: de wijze van bewaren en<br />

ontsluiten voor toekomstige generaties;<br />

4collectiemobiliteit: de Collectie <strong>Zeeland</strong> is<br />

immers ‘van ons allemaal’.<br />

Museumvrijwilliger Jan Louwerse toont<br />

het bakblik uit de Veerse themakoffer.


VOLKSCULTUUR<br />

N I E U W S<br />

4 Ringrijden:<br />

Zeeuwse volkssport met een<br />

lange traditie.<br />

Handboogschieten:<br />

levend erfgoed<br />

(foto’s Peter Verdurmen).<br />

Conferentie Immaterieel<br />

<strong>Erfgoed</strong> in <strong>Zeeland</strong><br />

op 21 april 2012<br />

Immaterieel erfgoed in <strong>Zeeland</strong><br />

Begin 2012 ratificeert de Nederlandse regering het<br />

UNESCO Verdrag Immaterieel <strong>Erfgoed</strong>. Daarmee gaat<br />

ons land verplichtingen aan. Inventarisatie, documentatie<br />

en safeguarding van immaterieel erfgoed zullen het<br />

overheidsbeleid op dit terrein in de komende jaren<br />

bepalen. Komt Zeeuws immaterieel erfgoed straks ook<br />

op de Werelderfgoedlijst? Prijken ringrijden, krulbollen en<br />

de koenckelpotfanfare straks tussen de Spaanse flamenco,<br />

Portugese fado en het schaduwpoppenspel uit China?<br />

Bolus en babbelaar naast de Franse gastronomie?<br />

Wat is immaterieel erfgoed?<br />

Sociale gebruiken, rituelen en feestelijke gebeurtenissen,<br />

verhaal- en verteltradities, volkskunst en traditionele<br />

ambachtelijke vaardigheden zijn allemaal immaterieel<br />

erfgoed. Dat is levend erfgoed. We dragen het van<br />

generatie op generatie over en geven het steeds opnieuw<br />

vorm door er nieuwe elementen aan toe te voegen en<br />

verouderde te laten verdwijnen. Immaterieel erfgoed<br />

draagt bij aan de kwaliteit van ons bestaan. We ontlenen<br />

er identiteit en een gevoel van continuïteit aan. Bovendien<br />

vergroten besef en waardering van het eigen erfgoed het<br />

respect voor dat van anderen.<br />

Sommige gebruiken delen we in heel Nederland,<br />

bijvoorbeeld het Sinterklaasfeest, Koninginnedag of de<br />

1-aprilgrap. Ook delen we tradities rond de levensloop:<br />

van beschuit met muisjes bij de geboorte van een baby<br />

tot het verzorgen van graven door nabestaanden.<br />

Daarnaast zijn er veel tradities die streekgebonden zijn<br />

of beperkt blijven tot een dorp of stad. Ringrijden, straô,<br />

krulbollen, gaaischieten, het snijden van paeremessen,<br />

slabberjan, krentenbrood met krukels, … En ook het<br />

Om immaterieel erfgoed onder de aandacht van een groot publiek te<br />

brengen, is het jaar 2012 uitgeroepen tot landelijk Jaar van het<br />

Immaterieel <strong>Erfgoed</strong>. Meld activiteiten die u organiseert bij de SCEZ en<br />

wij zorgen dat deze via onze website en nieuwsbrief in de hele provincie<br />

publiciteit krijgen.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 12 maart 2012/01 • MUSEA<br />

stoeltjesrijden uit Wemeldinge, de koenckelpotfanfare uit<br />

Yerseke, het Cloveniersgilde in Scherpenisse. Ze behoren<br />

allemaal tot het rijke repertoire dat <strong>Zeeland</strong> kent.<br />

Worden Zeeuwse tradities nu Werelderfgoed?<br />

UNESCO is bij velen bekend van de Werelderfgoedlijsten.<br />

Ook voor het immaterieel erfgoed is er zo’n lijst.<br />

Op deze kleurrijke lijst staan bijvoorbeeld het carnaval in<br />

het Belgische Aalst, naaldkant uit het Franse Alençon en<br />

de Mongol Tuuli, een epische vertel- en muziektraditie<br />

uit Mongolië. Voor ernstig bedreigd erfgoed, dat urgent<br />

bescherming behoeft, is er een aparte lijst. Plaatsing op<br />

de Werelderfgoedlijst is een internationale erkenning van<br />

de uitzonderlijke betekenis van een traditie. Om op de<br />

internationale lijst te kunnen komen, moet een traditie<br />

eerst op de nationale lijst zijn geplaatst en vervolgens<br />

door de regering voor de internationale lijst worden<br />

voorgedragen. Nadat de staatssecretaris het UNESCO<br />

verdrag heeft ondertekend, zal er ook een nationale lijst<br />

voor immaterieel erfgoed komen. Op dit moment wordt<br />

daarvoor een procedure ontwikkeld. Verenigingen en<br />

organisaties die zich bezighouden met een vorm van<br />

immaterieel erfgoed kunnen straks een aanvraag doen<br />

voor plaatsing op deze lijst. De precieze voorwaarden zijn<br />

op dit moment nog niet bekend, maar nu al is duidelijk<br />

dat de betrokkenheid van de aanvragers belangrijk is om<br />

als nationaal erfgoed te worden erkend. Het erfgoed moet<br />

worden gedragen door de gemeenschap en de aanvragende<br />

vereniging of instelling moet zich willen inzetten om de<br />

traditie levend te houden.<br />

Jeanine Dekker,<br />

adviseur volkscultuur<br />

Op zaterdag 21 april organiseert de SCEZ een conferentie over<br />

immaterieel erfgoed in <strong>Zeeland</strong>. Verenigingen, musea en beleidsmakers<br />

zullen hiervoor worden uitgenodigd. Ook individuele belangstellenden<br />

zijn van harte welkom. Tijdens deze bijeenkomst zal informatie worden<br />

verstrekt over de manier waarop organisaties immaterieel erfgoed kunnen<br />

aanmelden voor de nationale lijst. Ook willen wij aandacht besteden aan<br />

de knelpunten die organisaties ervaren bij het levend houden van ‘hun’<br />

traditie. Zie voor meer informatie over deze conferentie de website<br />

www.traditieszeeland.nl. Verenigingen die overwegen hun traditie voor te<br />

dragen voor de nationale lijst kunnen voor advies contact opnemen met<br />

Jeanine Dekker, adviseur volkscultuur van de SCEZ, 0118-670617,<br />

jc.dekker@scez.nl.


•<br />

STREEKTAAL VARIA<br />

Cursus Kennismaking met het Zeeuws<br />

In het najaar van 2011 volgden twaalf enthousiaste<br />

cursisten de zevendelige cursus ‘Goed gebekt in het<br />

Zeeuws dialect. Kennismaking met het Zeeuws’.<br />

In zeven avonden kwamen de twaalf geïnteresseerden<br />

meer te weten over de geschiedenis van het Zeeuws, over<br />

de woordenschat en de klankleer, over de verschillen en<br />

de gelijkenissen. Aan de hand van verhalen, dialectkaarten<br />

en allerlei dialectologische achtergrondinformatie werden<br />

de Zeeuwse dialecten zichtbaar. Het waren zeven<br />

boeiende avonden. De twaalf enthousiaste deelnemers<br />

willen dan ook heel graag een vervolgcursus. We hopen<br />

uiteraard dat die er ooit komt.<br />

In februari startte een identieke cursus in Terneuzen met<br />

ongeveer twintig deelnemers. De inhoud van deze<br />

kennismakingscursus is identiek aan de cursus die eerder<br />

gegeven werd in Middelburg en in Zierikzee. Het<br />

startpunt is altijd de regio waar de cursus plaatsvindt.<br />

Website De Zeeuwse Klapbank<br />

Streektalen<br />

Aandachtige cursisten<br />

luisteren naar een Zeeuws<br />

verhaal.<br />

Gezellig napraten na de<br />

cursus over het Zeeuws.<br />

In 2012 wordt de website verder geactualiseerd. Het is de bedoeling dat u op de website<br />

antwoorden vindt op uw vragen over de Zeeuwse dialecten. Op de site vindt u nu bij<br />

achtergrondinformatie al de Zeeuwse bijdragen aan de diverse dialectenboeken van de<br />

voorbije jaren. In 2012 wordt deze rubriek verder ingevuld met oudere artikelen die niet<br />

meer zo gemakkelijk te vinden zijn. In het taalkundig tijdschrift Taal en Tongval<br />

bijvoorbeeld, verschenen de voorbije vijftig jaar enkele artikelen over het Zeeuws. Naar<br />

aanleiding van de vijftigste verjaardag van de Zeeuwse Dialect Vereniging (ZDV) was er<br />

zelfs een speciaal jubileumnummer. Ook de oude nummers van Nehalennia, het<br />

kwartaalblad van de ZDV, zullen over afzienbare tijd digitaal te raadplegen zijn op de site<br />

van de vereniging en via een link op die van ‘De Zeeuwse Klapbank’. We willen u daar<br />

via de pagina Actueel ook op de hoogte houden van nieuwe initiatieven of evenementen.<br />

Dat en nog veel meer vindt u op www.zeeuwseklapbank.nl.<br />

Regiobijeenkomst van Zeeuws-Vlaamse vrijwilligers<br />

Dat er over de dialecten in <strong>Zeeland</strong> heel wat te vertellen<br />

is, bleek al uit het feit dat zoveel mensen geïnteresseerd<br />

zijn in een cursus over dialecten. In Zeeuws-Vlaanderen is<br />

er een groep vrijwilligers actief bezig met het verzamelen<br />

van de Zeeuws-Vlaamse woordenschat. Deze verzameling<br />

woorden wordt gebruikt in het kader van een onderzoek<br />

aan de universiteit in Gent. Daar wordt het Woordenboek<br />

van de Vlaamse Dialecten gemaakt en de woordenschat<br />

van Zeeuws-Vlaanderen is daar een onderdeel van. Op de<br />

bijeenkomsten die twee à drie keer per jaar georganiseerd<br />

worden, worden vragenlijsten over diverse onderwerpen<br />

behandeld. De vragen lokken heel dikwijls veel reactie<br />

uit en meestal wordt er dan ook druk gediscussieerd over<br />

de Zeeuwse woordenschat. Medewerkers van het<br />

Woordenboek van de Vlaamse Dialecten tonen ook<br />

resultaten van eerder ingevulde lijsten. Op de bijeenkomst<br />

in november kwamen woorden voor ziekte en gezondheid<br />

aan bod.<br />

De adviseur streektalen wil in de loop van 2012 een<br />

vrijwilligerswerkgroep opzetten rond dialecten. Enkele<br />

vrijwilligers houden zich nu al bezig met het invoeren<br />

van vragenlijsten over de Zeeuwse woordenschat. Op basis<br />

van deze invoer is het mogelijk Zeeuwse dialectkaarten te<br />

tekenen. Andere vrijwilligers luisteren naar verhalen en<br />

www.scez.nl/cursuszeeuws<br />

maken een korte inhoud van deze gesprekken.<br />

Binnenkort zoeken we ook vrijwilligers om mee te helpen<br />

om het Woordenboek van de Zeeuwse Dialecten onder te<br />

brengen in een database. Dit past in een groter project,<br />

waarbij het de bedoeling is Vlaamse en Nederlandse<br />

dialectwoordenboeken te verzamelen in een database,<br />

waardoor het opzoeken en vergelijken met andere<br />

dialecten gemakkelijker wordt gemaakt. Sommige kleinere<br />

woordenboeken zijn immers niet zo gemakkelijk te<br />

vinden. In het voorjaar zal de adviseur streektalen een ontmoetingsdag<br />

organiseren voor eventuele geïnteresseerden,<br />

waar uitleg wordt gegeven over de diverse projecten.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 13 maart 2012/01 • STREEKTALEN<br />

Druk met het invullen<br />

van vragenlijsten.


De dialecten van<br />

Goeree-Overflakkee zijn<br />

te horen op een nieuwe<br />

cd Wiele saeme.<br />

Tien cursisten van<br />

de cursus ‘vertellen in<br />

dialect’ (door<br />

Pau Heerschap gegeven<br />

in Ouddorp)<br />

vertelden achttien<br />

verhalen en brachten deze<br />

samen op deze cd.<br />

Wiele saeme,<br />

een verzameling<br />

met verhalen van<br />

Goeree-Overflakkee.<br />

Ander nieuws<br />

Eind september (waarschijnlijk op 21 september) is er<br />

weer een streektaalconferentie. Deze keer is het thema<br />

‘dialecten en streektalen als immaterieel erfgoed’.<br />

De bijeenkomst vindt plaats in Gelderland, in de<br />

buurt van Nijmegen. Plaats en datum worden in een<br />

volgende Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> vermeld.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 14 maart 2012/01 • STREEKTALEN Ze<br />

Op 20 januari traden vijftien Zeeuwse liedjesschrijvers<br />

op in De Spot in Middelburg. Het werd een gezellige<br />

mix van Zeeuws, Nederlands en Engels, van jong en<br />

oud. Toon Moerland trad voor de eerste keer op in het<br />

Zeeuws, Engel Reinhoudt misschien al voor de<br />

duizendste keer.<br />

Toch slaagt deze oude rot in het vak er nog altijd in<br />

om iedereen mee te laten zingen in het Zeeuws! Ook<br />

de winnaar van de vorige Zing Zeeuws, Ries de Vuyst,<br />

was van de partij.<br />

Op 17 maart vindt in Aalter (op de grens tussen<br />

Oost- en West-Vlaanderen) de vierde Vlaamse<br />

Dialectendag plaats. Op het programma een lezing<br />

van Johan Taeldeman over overgangsdialecten, een<br />

muzikale ronde door Vlaanderen, een infomarkt en<br />

acht verschillende workshops over dialecten en<br />

digitalisering. Er is ook een workshop rappen in het<br />

dialect, speciaal voor jongeren. Informatie en inschrijven<br />

kan via www.variaties.be.<br />

Ambras kreeg op 10 december 2011 de Cultuurprijs<br />

van de Kunstraad Hulst overhandigd. Hun jarenlange<br />

inzet voor het dialect zal hiertoe zeker hebben<br />

bijgedragen.<br />

We feliciteren hen van harte. Zij waren samen met<br />

andere Zeeuwse groepen en zangers te horen op 3<br />

februari in Terneuzen op een Zeeuwse avond. Er is<br />

ook elk jaar een Zeeuwse avond in Brouwershaven. En<br />

toch vinden we dat er nog meer Zeeuws gezongen kan<br />

en mag worden. Daarom organiseert de SCEZ in<br />

samenwerking met de Zeeuwse Taele weer een Zing<br />

Zeeuws in 2012, in een nieuw jasje! Binnenkort hoort<br />

u meer. Zin om mee te zingen? Meer informatie op de<br />

website van de SCEZ: www.scez.nl/streektalen.<br />

Op de website van de Zeeuwse Dialect Vereniging<br />

vindt u vanaf nu de digitale versie van het boek<br />

Kinderversjes en volksliederen in <strong>Zeeland</strong>. Dit boek<br />

werd uitgegeven naar aanleiding van de vijftigste<br />

verjaardag van de dialectvereniging. Het boek is<br />

uitverkocht.<br />

Zo nu en dan vindt u het nog wel op een tweedehandsbeurs<br />

of bij een antiquariaat. Geniet op<br />

www.zeeuwsdialect.nl van deze kinderversjes en<br />

volksliederen die u misschien nog herkent uit uw<br />

jeugd.<br />

De jubileumuitgave ter gelegenheid van<br />

het 50-jarig bestaan is nu ook digitaal<br />

beschikbaar.


Last minute!<br />

14 maart nascholingsdag<br />

over de Canon<br />

Op woensdag 14 maart wordt een nascholingsdag voor docenten georganiseerd over<br />

de Canon van de Nederlandse geschiedenis. In een afwisselend programma wordt veel<br />

praktische informatie gegeven over het gebruik van de Canon in de klas, met speciale<br />

aandacht voor de rol van bibliotheken en jeugdboeken bij het Canononderwijs.<br />

Elke deelnemer ontvangt een nascholingscertificaat van de <strong>Stichting</strong> entoen.nu.<br />

Deze bijeenkomst is met name bedoeld voor docenten uit het primair onderwijs.<br />

De Canonkaravaan wordt georganiseerd door <strong>Stichting</strong> entoen.nu en Kunst van Lezen<br />

in samenwerking met Provincie <strong>Zeeland</strong>, SCEZ, Zeeuwse Bibliotheek en Scoop.<br />

Het programma van deze dag kunt u inkijken via<br />

www.entoen.nu/canonkaravaan/middelburg<br />

Als u zich voor deze dag nog niet heeft aangemeld, kunt u dat ook nog doen via<br />

het opgaveformulier op deze site. Voor ‘last minute’-aanmeldingen kunt u bellen<br />

of mailen met Josien Pootjes, 0118-670870 of jm.pootjes@scez.nl.<br />

Datum: 14 maart 2012<br />

Plaats: Abdijcomplex Middelburg<br />

Tijd: 10.00 tot 16.45 uur<br />

Jaar van de Historische Buitenplaats<br />

2012 is het themajaar van de historische buitenplaatsen. <strong>Zeeland</strong> is rijk<br />

aan (voormalige) buitenplaatsen. Op het webportaal<br />

geschiedeniszeeland.nl staan er alleen al op Walcheren 114 vermeld.<br />

Het venster Buitenhuizen is een van de vijftig vensters van de historische<br />

Canon. Tijdens het Jaar van de Historische Buitenplaats kunnen<br />

leerlingen zelf aan de slag op een historische buitenplaats. Zij doen dat<br />

met de Canonkaart ‘Alles over buitenplaatsen’. De Canonkaart is bestemd<br />

voor leerlingen van groep 7/8 van het basisonderwijs en leerlingen uit de<br />

onderbouw van het voortgezet onderwijs. De Canonkaart geeft antwoord<br />

op alle vragen over het rijke leven buiten de stad. Wat is een buitenplaats?<br />

Door wie werden ze gebouwd? Waarom werden ze gebouwd? Hoe werd<br />

er gewoond? Waar zijn ze te vinden? De Canonkaart wordt begeleid door<br />

een docentenhandleiding, een voorleesverhaal, een kijkwijzer voor het<br />

basisonderwijs en een kijkwijzer voor het voortgezet onderwijs.<br />

Het lespakket bestaat uit drie lessen. In de kennismakingsles wordt aan<br />

de hand van de Canonkaart besproken wat een buitenplaats is.<br />

In de buitenles gaan de leerlingen zelf op bezoek bij een buitenplaats.<br />

In de reflectieles wordt teruggekeken op datgene wat de leerlingen tijdens<br />

de afgelopen twee lessen hebben beleefd en geleerd. Meer informatie over<br />

Vanuit het Polderhuis Westkapelle is samen met de vmbo-afdelingen van<br />

het Calvijncollege, de Christelijke Scholengemeenschap Walcheren en de<br />

Gesamtschule Weierheide in Oberhausen (Duitsland) een internationaal<br />

project gestart over de Tweede Wereldoorlog. Het project heet<br />

‘The untold story’ en gaat over niet-vertelde verhalen van ooggetuigen en<br />

van de volgende generatie. Het project heeft een digitale uitwisseling<br />

tussen de leerlingen via eTwinning, de community voor scholen in<br />

Europa, en er komen ook diverse fysieke uitwisselingen tijdens de loop<br />

van het project (tot 2015).<br />

De docenten maken voor de leerlingen diverse opdrachten over oorlogsmonumenten,<br />

gedichten, een museumbezoek, of het afnemen van een<br />

interview. De resultaten van de leerlingen worden op eTwinning geplaatst<br />

en leerlingen kunnen vervolgens reageren op elkaars werk.<br />

<strong>Erfgoed</strong>educatie<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 15 maart 2012/01 • ERFGOEDEDUCATIE<br />

de Canonkaart en bijbehorend lesmateriaal en de wijze van bestellen of<br />

downloaden: www.heemschut.nl/educatie of via www.scez.nl/projector.<br />

Internationaal scholenproject over de Tweede Wereldoorlog<br />

Het project start vanuit het vak geschiedenis, maar heeft veel mogelijkheden<br />

voor vakoverstijgend werken met bijvoorbeeld aardrijkskunde,<br />

maatschappijleer, Engels. Omdat de voertaal Engels is, leent het project<br />

zich ook heel goed voor tweetalig onderwijs.<br />

Het project wordt ondersteund door Provincie <strong>Zeeland</strong>, Polderhuis<br />

Westkapelle, <strong>Stichting</strong> Bunkerbehoud, Wings to Victory, SCEZ, Zeeuwse<br />

Bibliotheek, Scoop en Kunsteducatie Walcheren.<br />

De komende jaren zal het project verder worden uitgebreid, bijvoorbeeld<br />

naar havo- en atheneumniveau. Er kunnen meer scholen en musea in<br />

<strong>Zeeland</strong> en in andere landen, die de Tweede Wereldoorlog hebben<br />

meegemaakt, aan meedoen. Als u meer informatie over dit project wilt of<br />

interesse heeft om mee te doen, kunt u contact opnemen met adviseur<br />

erfgoededucatie Josien Pootjes: jm.pootjes@scez.nl.


Monumenten<br />

De Zeeuwse boerderij in de gevarenzone?<br />

Carolien Bierens, eigenaar<br />

van het historische deel van<br />

de Kettinghoeve in Tholen,<br />

licht voor de camera van<br />

Omroep <strong>Zeeland</strong><br />

de herbestemming van<br />

de historische schuur toe.<br />

Afgelopen kerst werd in de landelijk pers melding<br />

gemaakt van de snelle teloorgang van het agrarisch<br />

erfgoed in Nederland. Volgens Judith Toebast,<br />

specialist landelijke bouwkunst bij de Rijksdienst<br />

voor het <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong> in Amersfoort, zullen<br />

door schaalvergroting en bedrijfsbeëindigingen steeds<br />

meer karakteristieke en monumentale boerderijen<br />

hun functie verliezen.<br />

Vervolgens vormt het vinden van een nieuwe bestemming<br />

voor de vrijgekomen boerderijen een groot probleem,<br />

ook in delen van <strong>Zeeland</strong>. Want wat voor bestemming<br />

kun je geven aan zo’n grote Zeeuwse landbouwschuur?<br />

Daarbij kun je niet elke schuur omvormen tot restaurant,<br />

zorgcentrum of kinderboerderij.<br />

Omroep <strong>Zeeland</strong><br />

Begin januari van dit jaar werd door Omroep <strong>Zeeland</strong> aan<br />

mij de vraag gesteld of het inderdaad zo slecht gesteld is<br />

met de Zeeuwse boerderij. De vraag leidde tot een groot<br />

aantal vervolgvragen: hoeveel historische boerderijen telt<br />

<strong>Zeeland</strong> en hoeveel verdwijnen er op jaarbasis? Wat is<br />

overigens een historische boerderij en hoeveel hebben er<br />

een beschermde status? Al gauw werd duidelijk dat het<br />

onderwerp genoeg informatie opleverde voor een radioen<br />

tv-uitzending. Voor de opnames koos ik enkele locaties<br />

in Tholen, omdat ik daar een aantal boerderijen kende,<br />

waarvan de eigenaars de problematiek goed zouden<br />

kunnen verwoorden. Tijdens de opnames op 17 januari<br />

kwamen diverse facetten van de problematiek ter sprake,<br />

zoals definiëring van de gehanteerde begrippen, het<br />

huidige boerderijenbestand in <strong>Zeeland</strong>, het aantal<br />

juridisch beschermde boerderijen, de (on)mogelijkheden<br />

van hergebruik en herbestemming en de vraag of het erg<br />

is als historische boerderijen uit het Zeeuwse landschap<br />

verdwijnen. Door de beperkte uitzendtijd bleven in de<br />

uitzendingen veel facetten onderbelicht, daarom wil ik<br />

in dit artikel nader op de materie ingaan.<br />

Definiëring van de gehanteerde begrippen<br />

In het taalgebruik over oude boerderijen worden diverse<br />

begrippen gehanteerd, die veelal (foutief) door elkaar<br />

gebruikt worden. Zo wordt gesproken over historische<br />

boerderijen, karakteristieke boerderijen, cultuurhistorisch<br />

waardevolle boerderijen en monumentale boerderijen.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 16 maart 2012/01 • MONUMENTEN<br />

Een historische boerderij hoeft echter niet karakteristiek<br />

of cultuurhistorisch waardevol te zijn. Om enige<br />

duidelijkheid te scheppen volgt hier een korte uitleg:<br />

allereerst het begrip ‘boerderij’. Bij een boerderij denken<br />

veel mensen aan het boerenwoonhuis en de landbouwschuur.<br />

Maar ook het gehele boerenerf, inclusief de<br />

erfbeplanting en de kleine erfonderdelen, kan tot een<br />

boerderij gerekend worden. Dit zorgt soms voor enige<br />

verwarring. Dan het begrip ‘historisch’. Veelal wordt<br />

voor historische boerderijen een datering van voor 1960<br />

gehanteerd. Voor 1960 werden boerderijen voornamelijk<br />

in streekeigen stijl gebouwd. Na 1960 verdwenen de<br />

streekeigen kenmerken, waardoor een boerderij in <strong>Zeeland</strong><br />

grote gelijkenissen kon vertonen met bijvoorbeeld een<br />

boerderij in het noorden van het land. Met de term<br />

‘karakteristiek’ wordt gerefereerd aan de specifieke<br />

kenmerken van een boerderij in een bepaalde streek,<br />

zoals bijvoorbeeld de vrijstaande erfbebouwing en het<br />

toegepaste potdekselwerk op de (karakteristieke) Zeeuwse<br />

boerderij. Cultuurhistorisch waardevolle boerderijen zijn<br />

die boerderijen die waardevol zijn vanwege onder andere<br />

de toegepaste architectuur, de ouderdom, de uniciteit,<br />

de streekeigenheid en/of de (bewoners)geschiedenis.<br />

Voor het begrip ‘cultuurhistorisch waardevol’ kan ook<br />

de term ‘monumentaal’ (met monumentale waarden)<br />

gebruikt worden. Meestal wordt monumentaal echter<br />

gebruikt in de betekenis van hebbende een juridisch<br />

beschermde status.<br />

Boerderijenbestand <strong>Zeeland</strong><br />

Bij de provinciale boerderijinventarisatie in 2004-<strong>2005</strong><br />

zijn in <strong>Zeeland</strong> bijna 5.000 historische boerderijen<br />

vastgelegd. Van dit aantal werden circa 3.200 boerderijen<br />

als cultuurhistorisch waardevol aangemerkt. Ruim 800<br />

boerderijen bleken zelfs zeer waardevol, hieronder<br />

bevonden zich ook de circa 150 rijksmonumenten en<br />

een tiental gemeentelijke monumenten. Anno 2012<br />

zijn bovengenoemde aantallen niet accuraat meer.<br />

De afgelopen jaren zijn door brand en sloop tientallen<br />

historische boerderijen of onderdelen daarvan verloren<br />

gegaan, daarnaast hebben verbouwingen voor de nodige<br />

aantasting van de cultuurhistorische waarden gezorgd.<br />

Bovenstaande ontwikkeling zal zich de komende jaren<br />

alleen maar versneld doorzetten.<br />

Is het erg als historische boerderijen verdwijnen?<br />

Blijft de vraag over of het erg is dat steeds meer<br />

historische boerderijen uit het Zeeuwse landschap<br />

verdwijnen. Zelf ben ik van mening dat niet alles<br />

behouden hoeft te worden, maar dat een kaalslag in<br />

het bestand cultuurhistorisch waardevolle boerderijen<br />

voorkomen moet worden: <strong>Zeeland</strong> was en is nog steeds<br />

in hoge mate een agrarische provincie. De Zeeuwse<br />

boerderij maakt dan ook deel uit van de Zeeuwse<br />

identiteit, waarbij de grote landbouwschuren bakens<br />

in het Zeeuwse landschap vormen. De teloorgang van<br />

de Zeeuwse boerderij gaat niet alleen de Zeeuwen zelf<br />

aan het hart, maar zal ook worden betreurd door de<br />

toerist die hier komt wandelen en/of fietsen. Deze<br />

toerist zal nu eenmaal de streekeigen erfbebouwing<br />

hoger kunnen waarderen dan de zoveelste catalogusboerderette<br />

met bijbehorende damwandloods.<br />

Marinus van Dintel,<br />

adviseur cultuurhistorie en monumenten


Rijksmonumentale<br />

boerderij Kettinghoeve,<br />

ook wel ‘t Huys Vermuyden<br />

De Kettinghoeve aan de Kettingdijk in Tholen stamt uit 1649 en is<br />

gebouwd voor een echtpaar uit twee rijke families: de familie Vermuyden en<br />

de familie Ketting. Het is een voor die tijd groot en rijk uitgevoerde<br />

boerderij, waarvan de huidige historische bebouwing bestaat uit een<br />

woonhuis met aangebouwde stenen landbouwschuur, een zomerhuis met<br />

aangebouwde wagenschuur en een varkenshok. Een rijk uitgevoerd<br />

toegangshek en een gedeelte van de oorspronkelijke omgrachting vormen<br />

eveneens cultuurhistorisch waardevolle elementen op dit erf.<br />

De Kettinghoeve is in 1976 ingeschreven in het rijksmonumentenregister.<br />

In datzelfde jaar is de boerderij ook gerestaureerd.<br />

De Kettinghoeve is al 150 jaar familiebezit. Momenteel is de boerderij in<br />

eigendom van de zussen Carolien en Lenny Bierens (waarbij het historische<br />

deel in eigendom is van Carolien). Zij zetten het akkerbouwbedrijf van hun<br />

moeder voort, hoewel zij vooral de opslag van landbouwproducten<br />

verzorgen. Deze opslag vindt overigens niet meer in de historische schuur<br />

plaats. Voor de moderne agrarische bedrijfsvoering is deze niet geschikt<br />

meer, daarom wordt de schuur tegenwoordig gebruikt als caravanstalling.<br />

Met de opbrengsten financiert de familie zoveel mogelijk de onderhoudsen<br />

verzekeringskosten van de historische erfbebouwing. De verzekeringskosten<br />

zijn fors, vanwege het rieten dak op de aangebouwde schuur.<br />

Daarnaast moet, ondanks subsidiegelden vanuit het Rijk, het grootste deel<br />

van de onderhoudskosten zelf opgebracht worden. De boerderij wordt door<br />

Carolien en Lenny, mede met dank aan de ouders, echter piekfijn<br />

onderhouden; zo wordt op dit moment (januari 2012) de laatste hand<br />

gelegd aan het herstel van het voegwerk. En zo blijft de Kettinghoeve een<br />

van de agrarische pronkstukken van Tholen.<br />

Het onderhoud aan<br />

de historische erfbebouwing<br />

vraagt de nodige aandacht,<br />

dit geldt zeker ook voor<br />

het houtwerk.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 17 maart 2012/01 • MONUMENTEN<br />

Historische boerderij Lutteldijk<br />

De historische erfbebouwing van boerderij Lutteldijk in Tholen.<br />

De historische bebouwing van boerderij Lutteldijk op de Postweg 12 in<br />

Tholen bestaat uit het woonhuis en de grote landbouwschuur. In opzet is<br />

het een tamelijk grote boerderij, waarvan de oorsprong tot in de achttiende<br />

eeuw teruggaat. De jaartalankers op een van de kopgevels van het woonhuis<br />

vermelden het jaar 1806. Voor begin 1800 is het een modern woonhuis;<br />

vrijstaand met de ingang centraal in de lange gevel en aan weerszijden de<br />

vensters. Blikvanger op het erf is de grote, versteende landbouwschuur,<br />

die mogelijk uit de eerste helft van de achttiende eeuw dateert. Opvallend<br />

aan de schuur zijn de fors uitgevoerde gebintconstructie en de in baksteen<br />

uitgevoerde gevels, die een zekere rijkdom uitstralen. De landbouwschuur<br />

heeft een hoge cultuurhistorische waarde, maar heeft geen monumentale<br />

status.<br />

Boerderij Lutteldijk is reeds een paar generaties in bezit van de familie<br />

Van Oorschot en heeft een agrarische bestemming. Huidige eigenaar<br />

Michel van Oorschot maakt voor de huidige bedrijfsvoering gebruik van<br />

een moderne damwandloods, die op enige afstand van de historische<br />

bebouwing staat. De historische landbouwschuur heeft al enige tijd geen<br />

functie meer. De kosten van onderhoud aan de schuur zijn daarentegen<br />

hoog. Met name de dakbedekking vraagt de nodige aandacht: een dakvlak<br />

is bedekt met riet, dat volledig versleten is en waarin diverse gaten geslagen<br />

zijn. Hoewel veel mensen in zijn omgeving hem aanraden de oude schuur<br />

plat te gooien, wil Van Oorschot de schuur behouden. Restauratie is echter<br />

kostbaar, vooral ook met het oog op het hergebruik: het stallen van enkele<br />

paarden en klein landbouwmaterieel. Op korte termijn zal Van Oorschot<br />

een beslissing moeten nemen over de toekomst van de schuur, aangezien het<br />

verval nu snel doorzet. Veel zal afhangen van de vraag of hij in 2012 gebruik<br />

kan maken van de beperkte financiële regelingen (via de provincie) die er<br />

bestaan voor agrarisch erfgoed zonder monumentale status.<br />

De eeuwenoude gebintconstructie van de landbouwschuur<br />

van boerderij Lutteldijk heeft menige storm doorstaan.


MONUMENTENRONDE<br />

Het initiatief om in <strong>Zeeland</strong> een platform op te richten speciaal voor<br />

buitenplaatsen en kastelen is ontstaan tijdens het landelijke Jaar van het<br />

Kasteel in <strong>2005</strong>. Er bleek behoefte te bestaan aan een platform als schakel<br />

tussen beleidsmakers, de verschillende organisaties die zich met dit<br />

bijzondere erfgoed bezighouden en eigenaren.<br />

In het Platform Kastelen en Buitenplaatsen in <strong>Zeeland</strong> werken de Provincie<br />

<strong>Zeeland</strong>, de SCEZ, de Nederlandse Kastelenstichting (NKS), Kastelenstichting<br />

Holland en <strong>Zeeland</strong>, <strong>Stichting</strong> In Arcadië, Staatsbosbeheer,<br />

Natuurmonumenten, Vereniging Zeeuwse Gemeenten, <strong>Stichting</strong> Landschapsbeheer<br />

<strong>Zeeland</strong>, <strong>Stichting</strong> Het Zeeuwse Landschap,<br />

eigenaren van particuliere buitenplaatsen en <strong>Stichting</strong><br />

Kastelen Lexicon Nederland (SKLN) samen.<br />

Voordelen zijn de korte lijnen en de mogelijkheid<br />

om gezamenlijk naar buiten te treden.<br />

Het platform is het coördinerend aanspreekpunt<br />

met als aandachtspunten:<br />

het vergroten van het bewustzijn inzake<br />

bescherming en behoud, het verankeren<br />

van de buitenplaatsen en kastelen met<br />

hun omgeving in de ruimtelijke<br />

ordening, erfgoededucatie, archeologie<br />

en cultuurtoerisme in <strong>Zeeland</strong>.<br />

Beeld van rijke historie<br />

Op het Nederlandse platteland nemen<br />

historische buitenplaatsen een bijzondere<br />

plaats in: kastelen of landhuizen met<br />

bijgebouwen, omringd door tuinen en parken.<br />

Sinds de late middeleeuwen lieten welgestelden op het<br />

platteland buitenplaatsen aanleggen als centrum van een<br />

grootgrondbezit, als jachthuis of als ‘lusthof’. Ook in <strong>Zeeland</strong> zijn zo vele<br />

buitenplaat sen ontstaan met elk een eigen karakter, afhankelijk van het<br />

moment van ontstaan en de smaak van de eigenaar.<br />

In de zeventiende en achttiende eeuw was <strong>Zeeland</strong> zeer welvarend, wat<br />

leidde tot een grote toename van het aantal buitenplaatsen. Rijke kooplieden,<br />

regenten en gegoede burgers lieten buitenplaatsen met fraaie<br />

classicistische tuinen aanleggen. Deze ontwikkeling bereikte een hoogtepunt<br />

in de achttiende eeuw. Veel bezittingen raakten in verval toen het<br />

economisch minder ging. Ook de Tweede Wereldoorlog, waaronder de<br />

inundatie van Walcheren in 1944 en de daarop volgende herinrichting en<br />

herverkaveling, eiste zijn tol.<br />

Unieke kasteelbergjes<br />

Typerend voor <strong>Zeeland</strong> als archeologisch erfgoed zijn de kasteelbergjes,<br />

waarvan circa 38 nog herkenbaar in het landschap aanwezig zijn. Deze<br />

bergjes waren in eerste instantie vaak aangelegd als woonhoogte; sommige<br />

zijn sinds de twaalfde eeuw opgehoogd tot verdedigingswerk door lokale<br />

ambachtsheren. De nog aanwezige bergjes vertegenwoordigen een<br />

belangrijke cultuurhistorische waarde.<br />

Behoud en bescherming<br />

De verstedelijking van het landschap vormt in toenemende mate een<br />

bedreiging voor buitenplaatsen en kastelen. Vaak zijn beleids- en plannenmakers<br />

onvoldoende op de hoogte van het feit dat het groen waarmee ze te<br />

maken hebben de status heeft van beschermd rijksmonument. Het platform<br />

pleit er sterk voor dat hier in de ruimtelijke ordening meer rekening<br />

mee wordt gehouden. Het is immers van nationaal belang dat het<br />

monumentale groen op een volwaardige manier meeweegt bij planologische<br />

beslissingen.<br />

Platform Kastelen<br />

en Buitenplaatsen in <strong>Zeeland</strong><br />

Zeeuwse kastelen en buitenplaatsen beter beschermen<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 18 maart 2012/01 • MONUMENTEN<br />

Inventarisatie buitenplaatsen<br />

Tot nu toe bestaat voor <strong>Zeeland</strong> geen goede inventarisatie van de buitenplaatsen.<br />

Het gaat daarbij om bestaande complexen, maar ook om restanten<br />

die onder het maaiveld bewaard zijn gebleven of andere sporen die aan<br />

voormalige buitenplaatsen herinneren, zoals lanen of vijverpartijen.<br />

Het platform ondersteunt de uitvoering van deze inventarisatie voor de<br />

Provincie <strong>Zeeland</strong>. De SKLN werkt aan een inventarisatie van Zeeuwse<br />

kastelen.<br />

Nationaal Landschap<br />

De rijksoverheid heeft in <strong>Zeeland</strong> drie (deel)gebieden<br />

uitgeroepen tot Nationaal Landschap: de Zak van<br />

Zuid-Beveland, Walcheren en West-Zeeuws-<br />

Vlaanderen. Deze drie gebieden hebben elk<br />

unieke regionale kenmerken die de overheid<br />

wil behouden en versterken.<br />

In het project ‘Verborgen Buitens’ werken<br />

drie platformorganisaties - SLZ, <strong>Stichting</strong><br />

In Arcadië en de SCEZ - samen om<br />

verdwenen buitenplaatsen in het<br />

Nationaal Landschap Walcheren weer<br />

zichtbaar te maken.<br />

3 Het Hof van Baarland is het restant<br />

van het gelijknamige kasteel, waarvan het<br />

hoofdgebouw in 1838 is afgebroken.<br />

Dag van het Kasteel<br />

Voor het platform is het eveneens belangrijk om<br />

het algemene publiek bewuster te maken van de<br />

geschiedenis, de waarde en de huidige betekenis van kastelen<br />

en historische buitenplaatsen. Ieder jaar vindt in het hele land op tweede<br />

Pinksterdag de ‘Dag van het Kasteel’, een initiatief van de NKS plaats.<br />

In <strong>Zeeland</strong> wordt deze open dag georganiseerd door het Platform Kastelen<br />

en Buitenplaatsen in <strong>Zeeland</strong>.<br />

Het Platform Kastelen en Buitenplaatsen in <strong>Zeeland</strong><br />

komt twee keer per jaar bijeen en heeft zijn secretariaat<br />

bij de SCEZ in Middelburg.<br />

Meer informatie:<br />

Platform Kastelen en Buitenplaatsen in <strong>Zeeland</strong><br />

p/a <strong>Stichting</strong> <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong><br />

Postbus 49<br />

4330 AA Middelburg<br />

info@scez.nl<br />

www.scez.nl/kastelenenbuitenplaatsen


Tijdloze boeren plavuizen<br />

Vloeren in woningen en boerderijen hebben door<br />

de eeuwen heen een stormachtige ontwikkeling<br />

doorgemaakt. Zeker de laatste 75 jaar zijn er nieuwe<br />

producten en werkwijzen bijgekomen waar de<br />

gemiddelde bewoner in vroeger tijden alleen maar<br />

van kon dromen. Een tijdloze en slijtvaste toepassing<br />

is de ongeglazuurde boerenplavuis, als antieke tegel<br />

of nieuw verkrijgbaar.<br />

Vloerafwerkingen van tapijt, hout, kunststof en (natuur)steen<br />

zijn in allerlei varianten te koop. Deze diverse<br />

producten zorgen voor een comfortabele vloer naar de<br />

wens van elke gebruiker.<br />

Honderden jaren geleden hadden eigenaren die keus niet<br />

en moesten ze het doen met het materiaal dat voorhanden<br />

was. De begane grondvloeren in houten woningen en<br />

boerderijen bestonden uit een aangestampte laag leem.<br />

Zolang deze laag droog bleef was het voor de bewoners<br />

een redelijk comfortabele ondergrond om op te wonen.<br />

Het materiaal was gratis en gemakkelijk te verwerken.<br />

Door weersinvloeden en vocht bleef in <strong>Zeeland</strong> de lemen<br />

vloer geen lang leven beschoren. Als oplossing kwam in<br />

het woongedeelte van de huizen een laag kleine keitjes op<br />

de zandgrond te liggen, al dan niet in patronen. Met de<br />

verstening van de woonhuizen in het westen van het land<br />

kwam de vloer van gebakken plavuizen in zwang.<br />

Deze rode plavuizen, estriken genaamd, zijn ongeglazuurd<br />

en hebben een afmeting van 22 x 22 centimeter. In menig<br />

Zeeuws woning zijn deze plavuizen in de kelder of op<br />

de keukenvloer gebruikt. Oorspronkelijk werden de<br />

plavuizen zo dicht mogelijk tegen elkaar gelegd in een bed<br />

van zand. Later werden de tegels ook wel in de kalkspecie<br />

gelegd en ook de onderlinge voegen werden met kalkspecie<br />

ingewassen. Tegenwoordig worden in de restauratie<br />

en nieuwbouw (nieuwe) estriken weer veelvuldig toegepast<br />

vanwege de warme uitstraling en het rustieke, tijdloze<br />

karakter van de vloertegels.<br />

De kleur van de tegels is afhankelijk van de herkomst<br />

van de klei en de manier van bakken. Estriken zijn veelal<br />

verkrijgbaar in diverse tinten rood, grijs en blauw.<br />

De grijsblauwe estriken verkrijgen hun kleur door het<br />

smoren. Bij smoren gaan de (rode) tegels opnieuw de oven<br />

in. Door tijdens het bakken de luchttoevoer af te sluiten,<br />

wordt de zuurstof aan de tegels onttrokken en kleuren de<br />

plavuizen tijdens dit proces grijsblauw.<br />

Antieke plavuizen of estriken worden ‘onder de draad’<br />

gelegd. Dit gebeurt omdat de tegels onregelmatig van<br />

dikte kunnen zijn. Voor het leggen adviseert de<br />

Monumentenwacht om een echte vakman in te schakelen.<br />

Iemand van de ‘oude stempel’ zal het als een uitdaging<br />

zien om een schitterend eindresultaat te maken van<br />

de plavuizen.<br />

Er zijn zowel nieuwe als antieke plavuizen te koop.<br />

Het voordeel van nieuwe plavuizen is dat de hoogteverschillen<br />

kleiner zijn waardoor de vloer verlijmd kan<br />

worden en niet in specie hoeft te worden gelegd. Als u<br />

een plavuizen vloer in huis heeft bent u in ieder geval<br />

verzekerd van een karakteristieke vloer die erg slijtvast is<br />

en haast geen onderhoud behoeft.<br />

Estriken zijn ongeglazuurd en om de vloer regelmatig<br />

schoon te maken is het het beste om zachte groene zeep<br />

te gebruiken. Past u dus op met schoonmaakmiddelen;<br />

deze kunnen onherstelbare schade aan de vloer<br />

toebrengen.<br />

Conditiemetingen door Monumentenwacht<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 19 maart 2012/01 • MONUMENTENN<br />

Rode en grijsblauwe estriken in een decoratief patroon gelegd.<br />

Opname van het interieur van het Van de Perrehuis in Middelburg<br />

volgens de NEN-2767-methode.<br />

In 2011 verrichtte de Monumentenwacht 639 inspecties. Twee bijzondere inspecties<br />

deed zij in Middelburg in opdracht van de Rijksgebouwendienst: het grootse<br />

achttiende-eeuwse Van de Perrehuis aan het Hofplein 16, het onderkomen van het<br />

Zeeuws Archief, en het statige zeventiende-eeuwse gebouw aan de Balans 11 waarin de<br />

Provincie <strong>Zeeland</strong> is gehuisvest.<br />

Tijdens deze inspecties zijn er inventarisaties uitgevoerd van alle in de gebouwen<br />

aanwezige materialen en in welke hoeveelheden deze in de panden zijn verwerkt. Verder<br />

is van alle materialen en constructies de conditie bepaald en de maatregelen die<br />

noodzakelijk zijn om de gebouwen in stand te houden. Twee monumentenwachters zijn<br />

hiervoor speciaal (NEN-2767) gecertificeerd om deze opnames te mogen uitvoeren.<br />

Het gehele monumentale bezit van de Rijksgebouwendienst in <strong>Zeeland</strong>, 14 objecten in<br />

totaal, is op deze manier in kaart gebracht.


Het gemetselde<br />

bruggenhoofd voor<br />

de restauratie.<br />

Nieuwe Bierkaai en restauratie<br />

van het bruggenhoofd in Hulst<br />

Een van de mooiste vestingsteden in Nederland is toch<br />

wel de plaats Hulst, gelegen in het oostelijke gedeelte van<br />

Zeeuws-Vlaanderen. Omgeven door verdedigingswallen,<br />

grachten en vier zware gemetselde toegangspoorten staat<br />

Hulst hoog op de toeristische ranglijst. Op initiatief van<br />

de gemeente Hulst is gekozen voor herontwikkeling van<br />

de Bierkaaistraat en omgeving. Het bestemmingsplan is<br />

aangepast waardoor een deel van de bebouwing ter<br />

plaatse werd gesloopt om een ruimtelijk aanzien te<br />

realiseren. Omdat het hier ging om winkels en woningen<br />

is er op andere locaties ruimte gevonden om deze weer<br />

te realiseren. Aan belangstelling heeft het project niet te<br />

klagen: veel mensen volgen, bijna dagelijks, de<br />

werkzaamheden.<br />

Tijdens het archeologisch onderzoek zijn onder andere<br />

resten van twee bruggen, de kademuren van de oude<br />

haven en delen van middeleeuwse schepen teruggevonden.<br />

Een gedeelte van de oude kademuur met natuurstenen<br />

trap wordt gerestaureerd en er worden twee bruggen<br />

aangebracht om de twee nieuwe kades met elkaar te<br />

verbinden. Er zijn verschillende initiatieven om<br />

evenementen te organiseren op en nabij de kades. Eén<br />

oud gemetseld bruggenhoofd van de in 1564 vermelde<br />

Steenbrugghe is weer zichtbaar gemaakt, de restauratie<br />

hiervan is door de gemeente Hulst in besteksvoorwaarden<br />

als restauratieopleidingsproject (ROP) opgenomen.<br />

Aannemersbedrijf Leenhouts uit Oostburg zal de<br />

restauratie uitvoeren. Bij dit soort van restauraties komt<br />

natuurlijk veel kennis van oude materialen kijken omdat<br />

hier een gedeelte onder water staat, een gedeelte op<br />

de waterlijn en een gedeelte boven de waterlijn. Voor de<br />

leerlingen die er aan komen te werken vormt dit weer een<br />

uitdaging om het tot een goed einde te brengen.<br />

Na restauratie zal het bruggenhoofd afgedekt worden door<br />

een grote glasplaat, zodat het beter tegen weersinvloeden<br />

beschermd is en zichtbaar voor het publiek blijft. Zo heeft<br />

de gemeente Hulst er weer een toeristisch element bij als<br />

onderdeel van de Nieuwe Bierkaai.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 20 maart 2012/01 • MONUMENTEN<br />

Kademuren te Middelburg<br />

In Middelburg is Bouwgroep Peters uit Middelbrug<br />

gestart met de restauratie van de kademuur langs de<br />

Rouaansekaai. Het gaat om een stuk muur van 270 meter<br />

lang. Aan de restauratie werken onder meer drie leerlingen<br />

metselen uit het beroepsonderwijs mee om het<br />

vakmanschap te leren. Ook watersportvereniging Arne<br />

en reïntegratiebedrijf LétÉ werken mee aan het herstel<br />

van de kademuur. Het eerste deel van de restauratie tussen<br />

de Koningsbrug en de Bellinkbrug moet in april klaar<br />

zijn. In oktober, na het vaarseizoen, wordt gestart met het<br />

andere deel van de kademuur tot aan de Spijkerbrug.<br />

Dat moet in mei 2012 hersteld zijn. De restauratie van de<br />

Rouaansekaai had een officieel moment, toen wethouder<br />

Frank Streng een bord onthulde, met daarop het<br />

restauratieplan. Behalve vanwege de vakwerkervaring en<br />

de reïntegratie, is het Middelburgse kademuurproject<br />

ook uniek omdat er serieus aandacht is voor de bijzondere<br />

en zeldzame muurplanten die op de oude kademuren<br />

groeien. In samenspraak met de <strong>Stichting</strong> Landschapsbeheer<br />

<strong>Zeeland</strong> zijn tijdens de voorbereiding van de<br />

restauratie allerlei muurplanten veiliggesteld.<br />

Leerlingen aan het werk aan de Middelburgse kademuren.<br />

Bouwgroep Peters is op dit moment ook bezig met de<br />

restauratie van de grachtmuren bij Slot Moermond in<br />

Renesse. Op dit project is één leerling metselen werkzaam.


<strong>Erfgoed</strong> Allerlei<br />

PUBLICATIES<br />

SCEZ kan geen aanvullende informatie<br />

verstrekken over de verkoop van<br />

verschenen publicaties.<br />

• Boeken<br />

en eenmalige uitgaven<br />

Lara Almercegui, met tekstbijdr. van<br />

Vinken van Kampen, Simon Blaas<br />

(tekstred.), Jacqueline Cijsouw, Geeske<br />

Pluijmers, Huizen in Sint Laurens<br />

(Middelburg: <strong>Stichting</strong> Beeldende<br />

Kunst, 2011) 423 pag.; ill., foto’s;<br />

ISBN 978-90-6190214-6. Boek waarin<br />

van alle huizen in Sint-Laurens per<br />

straat en huisnummer een foto is<br />

opgenomen en een beschrijving is<br />

toegevoegd van het bouwjaar en de<br />

(ver)bouwgeschiedenis.<br />

Herwig Deweerdt (tekst) en Pieter-<br />

Jan de Pue (foto’s), Westerschelde,<br />

droom van een stroom. Herinneringen<br />

aan Thijs Kramer (PurePrint:<br />

Oostkamp: 2011) 191 pag.; ill., foto’s;<br />

ISBN 978-90-8178-110-7. Fotoboek<br />

over de rivier de Schelde en alle<br />

daaraan gelegen industrie, natuur en<br />

mensen die er wonen. Bevat enkele<br />

beschouwingen van oud-collega’s en<br />

vrienden over gedeputeerde Thijs<br />

Kramer, die in 2006 op 51-jarige<br />

leeftijd overleed.<br />

Erik van der Doe, Perry Moree,<br />

Dirk J. Tang (red.), De gekaapte kaper.<br />

Brieven en scheepspapieren uit de<br />

Europese handelsvaart. Sailing Letters<br />

Journaal IV (Zutphen: Walburg Pers,<br />

2011) 142 pag.; ill., foto’s, grav., tek.,<br />

ISBN 978-90-5730-772-3. Bevat tien<br />

bijdragen van even zoveel auteurs en<br />

besprekingen van buitgemaakt briefverkeer.<br />

Drie daarvan betreffen<br />

Zeeuwse onderwerpen die besproken<br />

worden door Erik van der Doe (de<br />

Zierikzeese kreeftenhandel rond 1781<br />

aan de hand van drie opgebrachte<br />

hoekers die terugkwamen uit<br />

Noorwegen), Liesbeth van der Geest<br />

(een verzoek tot armenzorg per<br />

beurtschip naar Zierikzee in 1804) en<br />

Johan Francke (zwendel en juridische<br />

strijd om de Stadt Coppenhagen - die<br />

vanuit Vlissingen wordt geëquipeerd -<br />

en haar lading). Met uitgebreide<br />

verantwoording, inleiding en<br />

toelichting, register en summary.<br />

Marjan Groothuis, In het licht van<br />

Walcheren. Schildersweek Domburg<br />

2011 (Vlissingen: Den Boer/de Ruiter,<br />

2011) 96 pag.; ill., foto’s, tek.; ISBN<br />

978-90-798-7545-7. Jaarlijkse uitgave<br />

van de Domburgse schilderswerk<br />

waarin alle deelnemende kunstenaars<br />

en hun ‘door het Zeeuwse licht<br />

geïnspireerde’ werk voor het voetlicht<br />

verschijnen. De enige op Walcheren<br />

actieve en deelnemende kunstnaar is<br />

Michiel Paalvast.<br />

Gerard van der Hoeven (tekst hfdst. 1<br />

t/m 4), Hans Bommeljé (vormgeving),<br />

Johan Francke (eindred. en tekst deel<br />

0), Piekboek. 40 jaar de Piek in<br />

Vlissingen, 1970-2010 5 dln.<br />

(Vlissingen: de Cultuurwerf/de Piek,<br />

2011) XVIII, 127 pag.; ill., foto’s, tek.;<br />

ISBN 978-90-9026260-4. Uit vijf<br />

deeltjes bestaande geschiedenis van<br />

Vlissingens bekendste poppodium dat<br />

in 1970 als sleep-in van start ging.<br />

Elk decennium wordt in een deeltje<br />

besproken, waarbij optredens,<br />

activiteiten, organisatie en medewerkers<br />

aan bod komen. Voorzien van vele<br />

foto’s en affiches die het roerige<br />

verleden van het podium kleur geven.<br />

Alex van Heezik, De kering. Over de<br />

bouwers van de stormvloedkering<br />

Oosterschelde (Diemen, 2011) 275 pag.;<br />

ill., foto’s, tab., graf., tek., krt.; ISBN<br />

978-90-8571353-1. Het boek, een<br />

uitgave van onder meer Rijkswaterstaat,<br />

omvat vijf hoofdstukken over de<br />

Stormvloedramp, het Deltaplan en<br />

de start van de werken hieraan; een<br />

hoofdstuk over de discussie omtrent<br />

de afsluiting van de Oosterschelde die<br />

tussen 1967 en 1974 woedde, het<br />

ontwerp en de organisatie achter het<br />

bouwen van de dam; de bouw van de<br />

stormvloedkering tussen 1977 en 1986<br />

en de betekenis van de stormvloedkering.<br />

Met lijst van gebruikte bronnen<br />

en literatuur, bronvermelding en<br />

register.<br />

Ineke Jumelet, Jaap Wiebrens,<br />

Jacob de Ronde en Barend van Lange<br />

(samenst.), ‘Een eeuw Bruse vloot’ 1911-<br />

2011 (Bruinisse: <strong>Stichting</strong> Brusea,<br />

2011) 387 pag.; ill., foto’s. In juni<br />

2011 werd in het Visserijmuseum in<br />

Bruinisse ‘Een eeuw Bruse vloot’<br />

gepresenteerd. Het boek biedt een<br />

schat aan informatie over de Bruse<br />

vissersvloot in de periode 1911-2011.<br />

In ruim 380 pagina’s komen onderwerpen<br />

aan bod als mosselkweek en<br />

handel, de crisis, de Tweede<br />

Wereldoorlog en de gevolgen voor de<br />

mosselhandel van de komst van de<br />

Deltawerken. Ook de persoonlijke<br />

ervaringen van vissers staan erin.<br />

Daarbij is het boek rijk voorzien van<br />

beeldmateriaal. Beide uitvoeringen zijn<br />

te bestellen via bvange@zeelandnet.nl.<br />

De zwart-wit uitvoering is tevens te<br />

bestellen via www.uniboek.com.<br />

Kees de Koning (samenst.), Oud-<br />

Vossemeer veertig jaar in het nieuws<br />

1970-2010 (Sint-Annaland:<br />

Eendrachtbode, 2011) 120 pag.; ISBN<br />

978-90-9026441-7. Bundeling van<br />

foto’s, voorzien van commentaar,<br />

afkomstig uit het beeldarchief van de<br />

Eendrachtbode. Hiertoe werden alleen<br />

van Oud-Vossemeer (dat 600 jaar oud<br />

is) foto’s geselecteerd uit de periode<br />

1970-2010.<br />

Jan de Ruiter, Engel Reinhoudt,<br />

Piet Grim (fotografie), De schoonheid<br />

van de Zak, met cd (Kloetinge:<br />

De Grote Roeibaerse, 2011) 119 pag.;<br />

ill., foto’s; ISBN 978-90-811356-0-3.<br />

Het boek bestaat naast tekst vooral uit<br />

veel hedendaagse foto’s. Na de<br />

ontstaansgeschiedenis van de Zak volgt<br />

een beschrijving van alle dorpen,<br />

gehuchten en buurtschappen in de Zak<br />

door Jan de Ruiter. Engel Reinhoudt<br />

voert de lezer langs allerlei gezichtsbepalende<br />

en minder opvallende<br />

plaatsen in de Zak. Afsluitend zorgt<br />

Piet Grim voor een sfeerbeeld aan<br />

foto’s. Met opgave van bronnen en<br />

een cd met liedjes van Peter Dieleman<br />

en Engel Reinhoudt.<br />

Dorothé Tempelman-Venselaar, met<br />

tek. van Danker Jan Oreel, Zeeuwen<br />

door de eeuwen (Goes, 2011) 108 pag.;<br />

ill., tek., foto’s, krt. In 36 verhalen vertelt<br />

de schrijfster in een toegankelijke<br />

stijl de geschiedenis van <strong>Zeeland</strong> van<br />

37.000 voor Christus tot 1990. Daarbij<br />

worden ook wat minder voor de hand<br />

liggende personen zoals Susanna Maria<br />

Lonque, het Natuurkundig<br />

Genootschap voor Dames, Tilly de<br />

Doelder (Willink) gekozen. Elk verhaal<br />

is voorzien van een kadertekst waarin<br />

de feitelijke gebeurtenissen kort worden<br />

weergegeven. Bevat onder meer<br />

bijdragen over Jacoba van Beieren,<br />

Jacob Cats, Jacob Roggeveen, Betje<br />

Wolff en Aagje Deken.<br />

Frank Verhallen, met een bijdr. van<br />

Bart Jungmann, Kijk! Dat is Freek.<br />

Het oeuvre van Freek de Jonge<br />

(Rotterdam: de Buitenspelers, 2011)<br />

640 pag.; ill., foto’s; ISBN 978-90-<br />

7135922-4. In chronologische rangschikking<br />

wordt het gehele oeuvre van<br />

Freek de Jonge besproken, waarbij<br />

zowel theatershows, boeken als toneelstukken<br />

aan bod komen.<br />

Daarnaast komen zijn collega’s en verwanten<br />

aan het woord en worden zijn<br />

woonplaatsen besproken. De periode<br />

<strong>Zeeland</strong> is in 12 pagina’s beschreven.<br />

Met register en colofon.<br />

• Tijdschriften<br />

Napoleon in Nederland 1811-2011.<br />

<strong>Zeeland</strong> & Brabant, Vol. 4 1/nr.4<br />

(2011) 59 pag.; ill., foto’s, krt., tek.,<br />

grav.; ISSN: 22112693. Nieuw<br />

tijdschrift dat het vierde deel aan<br />

Napoleons bezoek en invloed in<br />

<strong>Zeeland</strong> en Brabant besteed.<br />

Bijdragen zijn van Jan J. Kuipers,<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 21 maart 2012/01 • ERFGOED ALLERLEIN<br />

Arco Willeboordse, Marinus Klein,<br />

Hans van der Eeden, Edwin Hamelink,<br />

Huib Geuze, Roy de Beunje en Anja<br />

Krabben. Bevat een klein twintigtal<br />

artikeltjes over specifieke onderwerpen<br />

zoals Vlissingen, Veere en Terneuzen en<br />

het keizerlijk bezoek.<br />

<strong>Zeeland</strong> 20/4 (2011) 121-160. Dit<br />

nummer is vrijwel geheel gewijd aan de<br />

200-jarige invoering van de burgerlijke<br />

stand. Leo Hollestelle schrijft daarover<br />

‘De staat der Zeeuwen. De burgerlijke<br />

stand in <strong>Zeeland</strong> tot en met 1910’; Jan<br />

Zwemer sluit zijn artikel over huwelijken<br />

en sociaal-economische omstandigheden<br />

op de Zeeuwse eilanden voor<br />

1880 af met het tweede deel hiervan.<br />

Van de hand van Andre van der Veeke<br />

en J. Verschoore is er een poëtische bijdrage<br />

met kunst onder de titel ‘dit<br />

monotone avontuur.’<br />

• Heem- en<br />

oudheidkundige bladen<br />

Schouwen-Duiveland<br />

Stad en Lande, Historische bijdragen en<br />

mededelingen van de Vereniging Stad en<br />

Lande van Schouwen-Duiveland<br />

(november 2011) opent met ‘Een tweeluik<br />

met raadsels’, een diptiek van<br />

Het Keeten met de raderstoomboot<br />

Prinses Marianne (auteur B. Blikman-<br />

Ruiterkamp). Het gaat om een indrukwekkend<br />

schilderij in de collectie van<br />

de Gemeentelijke Musea te Zierikzee,<br />

geschonken door Jacob Mees in 1964;<br />

in 1982 zijn beide delen gerestaureerd<br />

door J. Deuss en L. Marchand.<br />

S. den Haan brengt de lezer nog eens<br />

naar oud-Schuddebeurs rond 1820, en<br />

schrijft over de kermis met het vogelschieten,<br />

de muziekuitvoeringen en<br />

het paardenspel.<br />

In de meidagen van 1940 moest een<br />

groepje NJN’ers hun pinksterkamp<br />

in Renesse afbreken en zien thuis te<br />

komen in Delft en Den Haag.<br />

F. Beekman heeft de herinneringen van<br />

de deelnemers - door T. Duijm samengevoegd<br />

- voor de lezers naverteld.<br />

In een luiermand aan het begin van de<br />

twintigste eeuw verzamelde een boerengezin<br />

toch wat andere zaken dan nu,<br />

honderd jaar later, zo vernemen we<br />

van R. van Langeraad KAzn.<br />

Over de bijzondere vondst van een<br />

gedenksteen uit de voormalige<br />

meestoof ‘De Nijverheid’ in Capelle,<br />

ooit gebruikt als stoepsteen, licht<br />

F. Westra ons in.<br />

In de Kroniek van het land van de<br />

zeemeermin (Schouwen-Duiveland<br />

2011), het jaarboek van de Vereniging<br />

Stad en Lande, laat M. van den Broeke<br />

zien dat tuinen in en rond de stad<br />

gedurende lange tijd een belangrijke<br />

functie vervulden als ontspanningsmogelijkheid.<br />

Ze gaven uiting aan de<br />

welvaart van een stad. Na het midden<br />

van de twintigste eeuw werden ze<br />

dikwijls in gebruik genomen als


moestuin en nog later meest volgebouwd<br />

of omgetoverd tot parkeerplaats.<br />

Over ‘Honderd jaar Nutstuinen in<br />

Zierikzee’ vertelt W. Klaassen. Hoewel<br />

het een interessant onderwerp is, is het<br />

niet gemakkelijk te lezen, daar de<br />

binder nogal wat pagina’s van twee<br />

artikelen door elkaar heeft gehusseld.<br />

A. Clobus onderzoekt het metselaarsambacht<br />

en de positie van de<br />

metselaars te Zierikzee. Hij schrijft over<br />

het metselaarsgilde, de omwenteling in<br />

de Franse tijd met de verdwijning van<br />

de gilden en eindigt met de<br />

veranderingen in de negentiende eeuw.<br />

‘Een nieuwe toekomst voor de slavenkas’<br />

is van de hand van H. Uil.<br />

De slavenkas was gesticht in 1735 om<br />

Zierikzeese zeelui los te kopen die<br />

gevangen waren door Barbarijse zeerovers.<br />

Het fonds werd later een oudedagsvoorziening<br />

voor Zierikzeese zeelui,<br />

maar door verkeerd beheer kwam het<br />

fonds in financiële moeilijkheden. De<br />

slavenkas moest een nieuwe toekomst<br />

zoeken en de ontwikkelingen in de<br />

negentiende en twintigste eeuw die<br />

daartoe leidden worden in dit artikel<br />

gevolgd.<br />

A. Damman schrijft over ‘Pieter<br />

Adriaan Hubregtse, schoolmeester in<br />

Burgh van 1875 tot 1921’ en B.<br />

Blikman-Ruiterkamp over ‘Willem<br />

Pieter van Pagé, een ras ondernemer.<br />

Verstand van brandstoffen, dranken<br />

en nog veel meer’.<br />

De periode 1940-1943, de tijd dat<br />

dominee Joop Siezen (1911-1990)<br />

predikant in Dreischor was, wordt<br />

beschreven door zijn zoon B. Siezen.<br />

Sint-Philipsland<br />

De Cronicke van den lande van<br />

Philippuslandt (oktober 2011) schenkt<br />

aandacht aan het erfgoed De<br />

Eendenkooi te Anna Jacobapolder<br />

(auteur H. Quist). Dezelfde auteur<br />

heeft ook een verhaal in dialect<br />

geleverd: ‘Op z’n Fluplans hezeid’.<br />

J. Kempeneers schreef ‘Een varken in<br />

de kuip, kolen in ’t kot en aardappelen<br />

in de schuur, wat zijn we rijk’.<br />

In ‘Wil je in mijn poëzie schrijven’<br />

maken we kennis met een paar<br />

persoonlijke versjes uit zo’n album.<br />

Het artikel ‘Abraham Wissepolder, de<br />

laatste bedijking met handkracht, is<br />

geschreven naar aanleiding van onze<br />

crisis. Tijdens de crisis van de jaren<br />

dertig van de vorige eeuw - de werkloosheid<br />

was schrikbarend hoog - werd<br />

op Sint-Philipsland zoveel mogelijk<br />

werk verricht dat in werkverschaffing<br />

gedaan kon worden. Zo ook de<br />

bedijking van de Abraham Wissepolder,<br />

ontstaan door bedijking van het schor<br />

dat tegen de Anna Jacobapolder lag<br />

(auteur J. Kempeneers).<br />

Aan de bekende biggenmarkt in<br />

Sint-Annaland haalt K. Fase<br />

herinneringen op. Jammer dat de<br />

biggenmarkt in de jaren zestig van<br />

de vorige eeuw ter ziele is gegaan.<br />

De drank speelde trouwens net zo’n<br />

grote rol als de biggen.<br />

Onderwijzer Lein Blaas uit Tholen<br />

schreef de gebeurtenissen op van de<br />

angstige meidagen 1940; K. Fase vulde<br />

het verslag over de angst en<br />

onzekerheid uit die dagen aan,<br />

onder andere met persoonsgegevens.<br />

De botvisserij blijkt eeuwen oud te<br />

zijn, geschiedschrijver Mattheus<br />

Smallegange meldt het al in 1696.<br />

A. Blaas vertelt het verhaal van de<br />

botvisserij: er blijkt niet veel veranderd<br />

te zijn in de methode van vissen. Na<br />

1970 is het beroep verdwenen doordat<br />

het niet meer lonend was; de vissers<br />

gingen over op de palingvisserij.<br />

F. van den Kieboom schrijft over een<br />

bezoek van kroonprins Willem, prins<br />

van Oranje, aan Tholen in 1852. Hij<br />

wordt rondgeleid door de uit Tholen<br />

afkomstige jonkheer De Casembroot,<br />

die benoemd was als gouverneur en de<br />

jonge Willem moest begeleiden bij zijn<br />

opvoeding. De Casembroot vond het<br />

belangrijk dat de kroonprins kennis<br />

maakte met het land waar hij koning<br />

zou worden en samen bezochten zij<br />

verschillende delen van het land.<br />

K. de Koning zocht de geschiedenis<br />

van de handboogschutterij en sociëteit<br />

Non Semper uit.<br />

Walcheren<br />

In De Wete gedaan aan de leden van de<br />

Heemkundige Kring Walcheren (2012,1)<br />

bijt J. Braat het spits af met het artikel<br />

‘Hooggeëerd publiek. Circus op<br />

Walcheren’. Hij schrijft over de<br />

circussen die tot 1940 Middelburg<br />

bezochten.<br />

P. de Bruyne stuurde een verhaal dat<br />

zijn vader heeft geschreven over de<br />

Loskade in Middelburg, de kade die is<br />

ontstaan bij de aanleg van het Kanaal<br />

door Walcheren na 1871.<br />

‘Het Blauwe Hof of Vrijburg.<br />

Buitenplaats en boerderij onder<br />

West-Souburg’ is van J. Simons.<br />

De naam Vrijburg is bewaard als<br />

aanduiding van een stadsgewestelijk<br />

industrie- en sportterrein.<br />

Een oud ‘Westkappels zeerecht’ dat in<br />

de Middeleeuwen in Westkapelle van<br />

kracht was is van de hand van<br />

I. Herbers, en het Vadertje van F. van<br />

den Driest gaat over een Westkappels<br />

gezegde waarin de Westkappelaar zijn<br />

vrouw vergelijkt met de Westkappelse<br />

dijk.<br />

Het kwartaaltijdschrift van de<br />

Vereniging Vrienden van het<br />

mu<strong>ZE</strong>Eum en het Gemeentearchief<br />

Vlissingen Den Spiegel (2012,1)<br />

opent met een herdenkingsartikel door<br />

A. Verdonk-Rodenhuis: ‘M.H.F. van<br />

der Sluis-Janssens. Mariette van der<br />

Sluis maakte lang deel uit van het<br />

bestuur van de ‘vereniging’ en was<br />

zeventien jaar een trouw redactielid<br />

van Den Spiegel.<br />

In 1315 kreeg de ambachtsheerlijkheid<br />

Vlissingen stadsrecht van Willem III,<br />

graaf van Holland en <strong>Zeeland</strong>. Om<br />

dit zevende eeuwfeest te vieren komt<br />

een artikelenreeks in Den Spiegel:<br />

‘Zichtbaar verleden (Vlissingen 1315-<br />

2015)’. P. van Druenen schreef het<br />

eerste artikel: ‘Stadslucht maakt vrij’.<br />

C. Heijkoop vertelt een boeiend<br />

verhaal over de voormalige Vlissingse<br />

loodsschoener No 4 still going strong,<br />

een vaartuig dat nog steeds op de<br />

wereldzeeën vaart.<br />

‘Frans Naerebout kreeg het lef met<br />

de paplepel ingegoten’<br />

(auteur A. Scheijde) gaat over een<br />

minder bekend avontuur van de<br />

bekende Vlissinger: de inname van een<br />

Engels schip Endeavour, dat hij en zijn<br />

broer opbrachten naar Vlissingen.<br />

S. Hendrikse geeft een rectificatie van<br />

het grafschrift van de grafzerk van de<br />

familie Lampsins in de Sint-Jacobskerk<br />

en D. Broers probeert een goede<br />

verklaring te vinden voor de<br />

geschiedenis van de Neptunus van de<br />

Beursbrug.<br />

Arneklanken, het kwartaalblad van de<br />

Historische Vereniging Arnemuiden<br />

(2011,4), is een dubbeldik nummer.<br />

G. de Nooijer vertelt over onweer in<br />

Arnemuiden en L. van Belzen vervolgt<br />

zijn speurwerk naar het geslacht<br />

Van Belzen.<br />

P. Feij verhaalt de reacties in<br />

Arnemuiden op de komst van<br />

Willem I na de Franse tijd.<br />

Over de jaren 1897, 1898 en 1899<br />

schrijft J. Adriaanse een artikel met<br />

veel illustraties. In een ander stuk zet<br />

hij de drie vliedbergen en het dorp<br />

Nieuwerkerke in het zonnetje.<br />

In ‘Cohier van den duysentsten<br />

penninck over de stadt Arnemuyden’<br />

legt J. Simons Siereveld de lezer uit<br />

wat dit te betekenen heeft voor de<br />

economische geschiedenis van de stad.<br />

C. de Ridder interviewt Leonard den<br />

Beer Poortugael, en L.C. Schouls<br />

belicht de komende veranderingen in<br />

het museum. De jaargang 2011 wordt<br />

afgesloten met een bijlage waarin<br />

L. van Belzen laat weten waar de<br />

voorouders in 1812/1813 woonden.<br />

Het Polderhuis Blad (december 2011)<br />

biedt naast huishoudelijke<br />

mededelingen een artikel van<br />

E.J. Weterings, onder andere over<br />

de herdenking van de stranding van de<br />

City of Benares honderd jaar geleden.<br />

Hij interviewt ook voormalig schipper<br />

bij de Westkappelse vestiging van<br />

de Koninklijke Nederlandse Redding<br />

Maatschappij, Ander van Rooijen.<br />

De Bevelanden<br />

In De Spuije (winter 201), tijdschrift<br />

van de Heemkundige Kring<br />

De Bevelanden en de Vereniging<br />

Vrienden van het Historisch Museum<br />

De Bevelanden, schrijft J. Boogaard<br />

over leven en werk van Johannes Jacob<br />

Ochtman (1807-1927). Zijn naam<br />

leeft voort in de Ochtmanprijs, voort-<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 22 maart 2012/01 • ERFGOED ALLERLEIN<br />

gekomen uit een stichting met de naam<br />

‘J.J. Ochtmanfonds’, dat later werd<br />

ondergebracht bij het Goese Lyceum<br />

voor beroepsonderwijs. Aan het eind<br />

van elk schooljaar wordt een prijs<br />

uitgereikt aan leerlingen met bijzondere<br />

inzet.<br />

Naar aanleiding van de restauratie<br />

van het monument opgericht als<br />

herinnering aan Johannes ab Utrecht<br />

Dresselhuis in Wolphaartsdijk, verhaalt<br />

G.J. Lepoeter over deze veelzijdige<br />

man.<br />

H. van Dam zet de hond Rifleman<br />

Khan in het zonnetje, die in 1944<br />

een medaille verdiende voor dapper<br />

gedrag in de Tweede Wereldoorlog:<br />

de Dickin medaille, genoemd naar de<br />

oprichtster van een Britse instantie die<br />

zich inzet voor het welzijn van dieren.<br />

K. Sluijter vertelt over poppenhuizen<br />

en C. van den Bovenkamp toont de<br />

passie voor tegels van Evert van Gelder,<br />

die een expositie heeft in het Goese<br />

museum van tegels met een algemeen<br />

Bijbels beeld.<br />

De elfjarige Bart Leloux doet verslag<br />

van zijn excursie naar het<br />

Karrenmuseum in Essen.<br />

Zeeuws-Vlaanderen<br />

De Nieuwsbrief van de Heemkundige<br />

Vereniging Terneuzen (december 2011)<br />

gaat over het bedrijf N.V. ‘De Hoop’,<br />

gesticht door G.F.P. van der Peijl in<br />

1911. De invloed van de familie Van<br />

der Peijl is altijd groot geweest en<br />

gebleven. De Hoop heeft gedurende<br />

zijn bestaan veel activiteiten in de<br />

bouwwereld ontplooid op het gebied<br />

van materialen voor wegenbouw,<br />

waterbouw en de verkoop van zand,<br />

grind, cement en wapeningstaal. Na<br />

de Tweede Wereldoorlog begon de<br />

wederopbouw, waardoor de hele bouwwereld<br />

een grote stimulans kreeg. Ook<br />

bij het Deltaplan was De Hoop nauw<br />

betrokken. In de jaren negentig toen<br />

de doe-het-zelf zaken op een hoogtepunt<br />

waren werden grote investeringen<br />

gedaan in Karwei-en Gamma-zaken.<br />

(de auteurs van dit nummer zijn<br />

K. Stoffels en E. Hageman).<br />

Na de huishoudelijke mededelingen<br />

in het jaarboek van de Vereniging tot<br />

behoud van de historie van Philippine<br />

(2011) schrijft D. van der Zalm over<br />

de laatste douaneambtenaar die als<br />

hulpontvanger een volledige dagtaak<br />

had op het douanekantoor te<br />

Philippine: Leo Wieme. Wieme had<br />

een passie voor vogels waarvoor hij alles<br />

over had, en hij was enthousiast lid van<br />

de toneelvereniging Esmoreit.<br />

‘Omnibusdienst tussen Philippine en<br />

Boekhoute station. Veolia anno 1907’<br />

is het volgende stukje, gevolgd door<br />

het ontstaan van het wandelpad langs<br />

het Philippinekanaal. Bij het nieuwe<br />

wandelpad zijn fotopanelen geplaatst<br />

die voor wat verwarring zorgen: ter<br />

beoordeling van de lezers is de<br />

informatie op de borden bij het 4


Colofon<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> is een uitgave van <strong>Stichting</strong> <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong><br />

en verschijnt vier keer per jaar. Deze nieuwsbrief informeert over<br />

archeologie, cultuurhistorie, erfgoededucatie, monumenten,<br />

musea, streektalen en volkscultuur in <strong>Zeeland</strong>.<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> wordt mede mogelijk gemaakt door de Provincie<br />

<strong>Zeeland</strong>. Abonnementen en adreswijzigingen alleen schriftelijk<br />

via postbus 49 o.v.v. Zeeuws <strong>Erfgoed</strong>.<br />

redactie Marinus van Dintel, Aad de Klerk, Jan Kuipers,<br />

Veronique De Tier en Janneke de Wit<br />

eindredactie Saskia Buitenkamp, Aad de Klerk en Jan Kuipers<br />

foto’s <strong>Stichting</strong> <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong>, tenzij anders vermeld.<br />

De SCEZ streeft er met de uiterste zorgvuldigheid naar om<br />

voorafgaand aan het moment van publicatie contact op te nemen<br />

met de rechthebbenden.<br />

De SCEZ kan op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld voor<br />

beeldmateriaal, door derden aangeleverd, waarop auteursrecht berust.<br />

opmaak decreet, Ramon de Nennie, Middelburg<br />

druk Meulenberg, Middelburg<br />

contact <strong>Stichting</strong> <strong>Cultureel</strong> <strong>Erfgoed</strong> <strong>Zeeland</strong><br />

Postbus 49 4330 AA Middelburg<br />

Bezoekadres locatie De Burg, Groenmarkt 13<br />

T 0118-670870 | F 0118-670880 | E info@scez.nl<br />

artikel geplaatst.<br />

Een stuk over de Isabellasluis is overgenomen<br />

uit het Sluisch Weekblad<br />

van 14 en 21 februari 1873, met een<br />

nabeschouwing door D. van der Zalm.<br />

Aannemingsbedrijf Haers bestaat<br />

honderd jaar en hiervan brengt Van<br />

der Zalm verslag uit.<br />

S. van Waes vertelt over de positieve<br />

bijdrage die het mosselmonument<br />

aan de cultuur van Philippine levert.<br />

In het jaarboek wordt melding gemaakt<br />

van enkele schilderijen, geschonken<br />

door de familie De Caluwé uit Biervliet<br />

en geschilderd door F. Ploegaert. Ze<br />

hebben een mooie plaats gekregen in de<br />

bestuurskamer van de vereniging.<br />

In 1894 is in Philippine een dubbele<br />

moord gepleegd volgens de<br />

Middelburgsche Courant, zo laat S.<br />

Ploegaert ons weten.<br />

Het Bulletin van de Oudheidkundige<br />

Kring ‘De Vier Ambachten’(2011, 3)<br />

geeft huishoudelijke mededelingen, verslagen<br />

van de excursiecommissie, de<br />

bibliotheekcommissie en de <strong>Stichting</strong><br />

Museum ‘De Vier Ambachten’.De<br />

Werkgroep Archeologie doet verslag<br />

van de activiteiten in de Bierkaai.<br />

In een artikel over immaterieel erfgoed<br />

wordt achtergrondinformatie gegeven<br />

over gebruiken die zijn verdwenen of<br />

dreigen te verdwijnen.<br />

Het jaarboek 2011 van de<br />

Heemkundige Kring West-Zeeuws-<br />

Vlaanderen, Verbonden door woorden,<br />

samengesteld door A. Bauwens en M.<br />

de Groote,<br />

dient ter viering van het vijftigjarig<br />

bestaan van de heemkundige kring. In<br />

een lang inleidend hoofdstuk is een<br />

aanzet gegeven tot analyse van vijftig<br />

jaar heemkunde<br />

in West-Zeeuws-Vlaanderen door artikelen<br />

samen te voegen in een aantal<br />

thema’s. Daarna volgt een bloemlezing<br />

van zo’n 350 pagina’s, samengesteld uit<br />

alle ooit<br />

verschenen stukken in het<br />

Mededelingenblad en Tijd/Schrift. Een<br />

bijzonder boek van een bijzondere vereniging!<br />

In Tijd/Schrift (2011,4) gaat het over de<br />

paardenfokkerij in West-Zeeuws-<br />

Vlaanderen (I. van Damme), West-<br />

Zeeuws-Vlamingen die emigreren naar<br />

Amerika (M. de Groote) en over Daan<br />

Haak, een markante veearts (M. Haak).<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong><br />

jaargang 11 nr. 1 • maart 2012<br />

Meegezonden<br />

- Zeeuws Archief Nieuws nr. 53<br />

Aan dit nummer droegen bij<br />

• ARCHEOLOGIE Guus Besuijen (Hazenberg Archeologie),<br />

Hans Jongepier, Marcel de Koning, Jan Kuipers en Bram Silkens<br />

(WAD)<br />

• CULTUURHISTORIE Aad de Klerk<br />

• ERFGOEDEDUCATIE Josien Pootjes<br />

• MONUMENTEN Marinus van Dintel, Ronald van Immerseel,<br />

Wim Jakobsen en Jan van Zon<br />

• MUSEA Leo Adriaanse, Jeanine Dekker en Janneke de Wit<br />

• STREEKTALEN Veronique De Tier<br />

• MONUMENTAAL Jeanine Dekker<br />

• JAARTHEMA Leo Adriaanse<br />

• ALLERLEI Johan Francke en Truus Trimpe Burger-Mekking<br />

Aanlevering van kopij<br />

Voor het volgende nummer en/of reacties op deze nieuwsbrief bij<br />

voorkeur digitaal tot 16 april 2012, zeeuwserfgoed@scez.nl of<br />

via postbus 49, 4330 AA Middelburg o.v.v. kopij Zeeuws <strong>Erfgoed</strong>.<br />

www.scez.nl<br />

Zeeuws <strong>Erfgoed</strong> 23 maart 2012/01 • KORTELINGS<br />

KORTelings in dienst<br />

Karel-Jan Kerckhaert, adviseur archeologie<br />

Vanaf 2 januari 2012 is Karel-Jan Kerckhaert voltijd gedetacheerd bij<br />

de SCEZ als adviseur archeologie. Hij vervangt in deze functie Ilona<br />

van der Weide-Haas die vanaf februari met zwangerschapsverlof gaat.<br />

Samen met adviseur Marcel de Koning geeft Karel-Jan uitvoering aan<br />

de Archeologische Dienstverlening voor Zeeuwse gemeenten en de<br />

Provincie <strong>Zeeland</strong>.<br />

Geboren in Hengstdijk (Zeeuws-Vlaanderen) is hij twaalf jaar geleden<br />

na een korte uitstap naar Gent uiteindelijk richting Amsterdam getrokken<br />

om daar aan de Vrije Universiteit de studie archeologie en prehistorie<br />

te volgen. Tijdens zijn studie heeft hij zich voornamellijk beziggehouden<br />

met de archeologie van de late prehistorie en de Romeinse tijd in de lage<br />

landen.<br />

Het merendeel van zijn werkervaring heeft Karel-Jan opgedaan in het<br />

veld tijdens zijn werkzaamheden voor het Archeologisch Instituut van<br />

de Vrije Universiteit-Hendrik Brunsting <strong>Stichting</strong> (ACVU-HBS).<br />

Naast het uitvoeren van grootschalig vlakdekkend onderzoek heeft hij<br />

zich hier kunnen bekwamen in een aparte vorm van archeologie,<br />

namelijk het bergen van muntschatten.


MOnuMENTaal<br />

De straô is een jaarlijks terugkerende traditie op Schouwen-Duiveland. De eerste vermelding ervan dateert uit het midden van de zeventiende eeuw. Tijdens<br />

de straô gaan ruiters met hun versierde paarden in optocht naar het strand. Daar sturen ze de paarden de branding in. Zo’n zout zeebad was een probaat<br />

middel om de paardenbenen en -hoeven te reinigen van ziektekiemen nadat de dieren een winter op stal hadden gestaan. Eeuwenlang reden alleen boerenzonen<br />

en knechten de straô. Tegenwoordig mogen ook vrouwen meedoen. De ruiters zaten op ongezadelde paarden, gekleed in een witte broek, met<br />

hoge zwarte schoenen en een pet op het hoofd. Deze kledinggebruiken zijn inmiddels wat verwaterd, maar hier en daar wordt geprobeerd ze nieuw leven<br />

in te blazen. De ruiters met de meeste straô-ervaring voerden de stoet aan. Zij bliezen op koperen toeters. Na het rituele bad keerde de stoet terug naar het<br />

dorp. Ook nu nog vinden in de dorpen allerlei festiviteiten plaats. In de negentiende eeuw werden er in kraampjes steevast schrôôsels (platte dunne kruidenkoeken)<br />

en appelsienen verkocht. De eerste straô vindt traditiegetrouw acht weken voor Pasen plaats in Renesse. De straô in het Schouwse Serooskerke,<br />

dit jaar op 17 maart, is altijd de laatste in het seizoen (foto’s Dirk-Jan Gjeltema).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!