14.09.2013 Views

Richteren

Richteren

Richteren

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

68:8,9. ook droop de hemel, ook<br />

dropen de wolken van water.<br />

5. De bergen vervloten Het was, of scheen<br />

niet anders dan of zulks geschiedde. Vergelijk<br />

Ps. 68:15,17, en Ps. 97:5. Men kan dit ook<br />

duiden op de heidense volken, Amorieten en<br />

Kanaänieten, aan de bergen wonende, die<br />

vanwege Israëls aankomst en de grote daden<br />

Gods die zij gehoord hadden, sidderden en<br />

beefden. Vergelijk Deut. 2:25; Joz. 5:1. van<br />

het aangezicht des HEEREN; zelfs<br />

Sinai Alles, wat zij achter zich lieten, als<br />

Sinaï, en waar zij naar toe trokken ontstelde<br />

zich. Of, gelijk als Sinaï gedaan had ten tijde<br />

toen God zijn wet gaf. Vergelijk Ps. 68:9. van<br />

het aangezicht des HEEREN, des<br />

Gods van Israel.<br />

6. In de dagen van Samgar, Zie boven,<br />

Richt. 3:31. den zoon van Anath, in de<br />

dagen van Jael, Zie Richt. 4:21, enz.<br />

hielden de wegen op, Dat is, de gemene-<br />

of herenwegen waren niet te gebruiken,<br />

vanwege rovers en straatschenders. en die<br />

op paden wandelden, Hebreeuws, de<br />

wandelaars der paden; dat is, die de gemene<br />

wegen plachten te gebruiken, zochten<br />

moeilijke omwegen, om de stropers en<br />

vijanden te ontgaan. gingen kromme<br />

wegen.<br />

7. De dorpen hielden op Ongemuurde<br />

plaatsen, als vlekken, dorpen, kleine steden,<br />

omdat er niemand veilig wonen kon, zo<br />

vervielen die en lagen woest en onbewoond.<br />

Anders, de landman, of, het landvolk,<br />

inwoners der dorpen, dorpslieden. in Israel,<br />

zij hielden op; totdat ik, Debora,<br />

opstond, dat ik opstond, een<br />

moeder in Israel.<br />

8. Verkoos hij Namelijk, Israël. nieuwe<br />

goden, De afgoden der heidenen; zo strafte<br />

God hen telkens met overlast van krijg en<br />

oorlog. dan was er krijg in de poorten;<br />

werd er ook een schild gezien, Zij<br />

waren zo moedeloos en verslagen dat men<br />

geen tegenweer zag. of een spies, onder<br />

veertig duizend in Israel?<br />

9. Mijn hart is tot wetgevers van Israel,<br />

die zich gewillig aangeboden hebben<br />

Zie boven, Richt. 5:2, en Richt. 4:6,10. onder<br />

het volk; looft den HEERE!<br />

10. Gij, die op witte ezelinnen rijdt,<br />

Gelijk grote en aanzienlijke lieden gewoon<br />

waren te doen. Zie onder, Richt. 10:4, en<br />

Richt. 12:14. gij, die aan het gerichte<br />

zit, Anders, die gij aan Middin woont;<br />

verstaande een plaats, waar des vijands<br />

aanstoot meest gevallen is. Zie Joz. 15:61. en<br />

gij, die over weg wandelt, Zie Richt. 5:6.<br />

spreekt er van! Anders, denkt, peinst er<br />

aan.<br />

11. Van het gedruis Anders, vanwege.<br />

der schutters, Dat is, krijgslieden, die met<br />

gedruis aankwamen om de waterscheppers te<br />

storen en overlast aan te doen, met<br />

plunderen, roven en anderszins. tussen de<br />

plaatsen, waar men water schept,<br />

spreekt aldaar te zamen Het<br />

Hebreeuwse woord wordt ook gevonden<br />

onder, Richt. 11:40. van de<br />

gerechtigheid des HEEREN, Dat is, de<br />

rechtvaardige daden des Heeren, door welke<br />

Hij zijn volk gewroken en van des vijands<br />

overlast bevrijd heeft. Vergelijk 1 Sam. 12:7;<br />

Micha 6:5, met de aantekeningen. van de<br />

gerechtigheden, Hebreeuws,<br />

gerechtigheden zijns dorps; dat is, bewezen<br />

aan de dorpen of landlieden. Vergelijk boven,<br />

Richt. 5:6. bewezen aan zijn dorpen in<br />

Israel; toen ging des HEEREN volk af<br />

Zij mochten weder vrijelijk of onbeschroomd<br />

de poorten uit en ingaan. tot de poorten.<br />

12. Waak op, waak op, Debora, waak<br />

op, waak op, spreek een lied! maak<br />

u op, Barak! en leid uw gevangenen<br />

gevangen, Hebreeuws, uw gevangenis. gij<br />

zoon van Abinoam.<br />

13. Toen deed Hij Dat is, de Heere gaf aan<br />

het overblijfsel van Israël de heerschappij<br />

over de groten en aanzienlijken des<br />

Kanaänietischen volks. Anders, Hij gaf de<br />

heerschappij des overgeblevenen vijands den<br />

heerlijken, of machtigen, groten des volks<br />

Israëls. Of, Hij deed het overgebleven volk

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!