You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Lev. 17:7, en Lev. 20:5, gelijk zij gedaan<br />
hebben met de koperen slang door Mozes<br />
opgericht; 2 Kon. 18:4. en het werd<br />
Gideon en zijn huis tot een valstrik.<br />
Vergelijk Exod. 23:33, en Exod. 34:12; Deut.<br />
7:16. De zin is dat het Gideon als hebbende<br />
onbedachtelijk het volk, tot afgoderij zeer<br />
genegen zijnde, de gelegenheid gegeven tot<br />
zonde is gerekend, en zijn huis ten verderve<br />
gestrekt heeft. Zie Richt. 9.<br />
28. Alzo werden de Midianieten ten<br />
onder gebracht voor het aangezicht<br />
der kinderen Israels, en hieven hun<br />
hoofd niet meer op. Hebreeuws, deden<br />
niet toe, of, voeren niet voort hun hoofd op te<br />
heffen. En het land was stil veertig<br />
jaren, in de dagen van Gideon. Dat is,<br />
zolang Gideon leefde.<br />
29. En Jerubbaal, Dat is, Gideon. Zie<br />
boven, Richt. 7:1. de zoon van Joas, ging<br />
henen en woonde in zijn huis. De<br />
regering des volks, die hem was aangeboden,<br />
niet aannemende, henlieden nochtans met<br />
zijn autoriteit en aanzien dienende, tot<br />
onderhouding van den reinen godsdienst en<br />
bescherming hunner vrijheid, gelijk uit Richt.<br />
8:28,33 is af te nemen. Geheel anders deed<br />
zijn onechte zoon Abimelich, Richt. 9.<br />
30. Gideon nu had zeventig zonen,<br />
die uit zijn heupe voortgekomen<br />
waren; Zie Gen. 46:26. want hij had<br />
vele vrouwen.<br />
31. En zijn bijwijf, Zie van bijwijven, Gen.<br />
22:24. hetwelk te Sichem was, Gelegen<br />
op een berg in Efraïm, niet ver van Samaria,<br />
ten westen van Ofra, waar Gideon woonde.<br />
Zie Gen. 12:6, en Gen. 33:18. Het was een van<br />
de vrijsteden; Joz. 20:7. Hieromtrent zijn ook<br />
Jozefs beenderen begraven; Joz. 24:32.<br />
baarde hem ook een zoon; en hij<br />
noemde zijn naam Hebreeuws, stelde,<br />
zette. Abimelech. Dien de Sichemieten, na<br />
Gideons dood, tot een koning maakten,<br />
voorbijgaande, ja dodende al de echte zonen<br />
van Gideon, behalve Jotham, die zich verborg.<br />
Zie Richt. 9.<br />
32. En Gideon, de zoon van Joas,<br />
stierf in goeden ouderdom;<br />
Hebreeuws, grauwigheid, grijzigheid. Zie Gen.<br />
15:15. en hij werd begraven in het<br />
graf van zijn vader Joas, te Ofra, des<br />
Abi-ezriets. Zie boven, Richt. 6:11.<br />
33. En het geschiedde, als Gideon<br />
gestorven was, dat de kinderen<br />
Israels zich omkeerden, en de Baals<br />
nahoereerden; en zij stelden zich<br />
Baal-Berith tot een God.<br />
34. En de kinderen Israels dachten<br />
niet aan den HEERE, hun God, Die<br />
hen gered had van de hand van al<br />
hun vijanden van rondom.<br />
35. En zij deden geen weldadigheid<br />
bij het huis van Jerubbaal, Zie onder,<br />
Richt. 9:5,16,17,24,56,57. dat is Gideon,<br />
naar al het goede, dat hij bij Israel<br />
gedaan had.<br />
<strong>Richteren</strong> 9<br />
1. Abimelech nu, de zoon van<br />
Jerubbaal, ging henen naar Sichem,<br />
Zie boven, Richt. 8:31. tot de broeder<br />
zijner moeder; Dat is, bloedverwanten en<br />
vrienden. Alzo, Richt. 9:3,18. en hij sprak<br />
tot hen, en tot het ganse geslacht<br />
van het huis van den vader zijner<br />
moeder, zeggende:<br />
2. Spreekt toch voor de oren van alle<br />
burgers van Sichem: Hebreeuws, heren,<br />
meesters, mannen, burgers. Zie van het<br />
Hebreeuwse woord Baäl, Gen. 14:13. Wat is<br />
u beter, dat zeventig mannen, alle<br />
zonen van Jerubbaal, over u<br />
heersen, of dat een man over u<br />
heerse? Hij wil zeggen, dat het buiten<br />
twijfel het beste is, verstaande door dezen<br />
éénen man, zichzelven. Gedenkt ook, dat<br />
ik uw been en uw vlees ben. Van<br />
moeders zijde uit Sichem gesproten, en velen<br />
onder u in bloede bestaande. Zie van deze<br />
manier van spreken, Gen. 2:23, en Gen. 29:14.<br />
3. Toen spraken de broeders zijner<br />
moeder van hem, voor de oren van<br />
alle burgers van Sichem, al dezelve<br />
woorden; en hun hart neigde zich