Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
egon weder zo lang te worden als het was<br />
ten tijde, toen hij geschoren werd door<br />
bedrog van Delila. Anders, nadat hij<br />
geschoren was.<br />
23. Toen verzamelden zich de vorsten<br />
der Filistijnen, om hun god Dagon De<br />
afgod der Filistijnen, alzo genoemd omdat hij<br />
met zijn onderste deel een vis gelijk was de<br />
Filistijnen woonden aan de zee, en het<br />
bovenste een menselijke gedaante had. Zie<br />
van dezen 1 Sam. 5:2,3,4,5. Alzo hebben<br />
andere heidenen hun zeeafgoden gehad, als:<br />
Neptunus, Triton, Leucothea, enz. Sommigen<br />
menen dat deze afgod alzo genoemd is van<br />
het Hebreeuwse woord dagan, dat is, koren,<br />
omdat zij hem voor den god van den<br />
landbouw hielden. Van zulke afgoderij zie<br />
Rom. 1:23,25. een groot offer te<br />
offeren, en tot vrolijkheid; en zij<br />
zeiden: Onze god heeft onze vijand<br />
Simson in onze hand gegeven.<br />
24. Desgelijks als hem het volk zag,<br />
loofden zij hun god, want zij zeiden:<br />
Onze god heeft in onze hand<br />
gegeven onzen vijand, en die ons<br />
land verwoestte, en die onzer<br />
verslagenen velen maakte! Dat is, die<br />
een menigte van Filistijnen voor en na<br />
verslagen heeft.<br />
25. En het geschiedde, als hun hart<br />
vrolijk was, Hebreeuws, goed; dat is,<br />
vrolijk, van goede dingen, gelijk men zegt.<br />
Alzo onder, Richt. 18:20, en Richt. 19:6; Ruth<br />
3:7; 2 Sam. 13:28. dat zij zeiden: Roept<br />
Simson, dat hij voor ons spele. Of,<br />
lache, doe lachen, opdat wij ons pleizier en<br />
tijdverdrijf daaraan nemen; gelijk de koning<br />
Belsazar aan de gouden en zilveren vaten des<br />
heiligen tempels, Dan. 5, tot der afgoden<br />
roem en Gods oneer. En zij riepen<br />
Simson uit het gevangenhuis; en hij<br />
speelde voor hun aangezichten,<br />
Anders, dat hij speelde. en zij deden hem<br />
staan tussen de pilaren.<br />
26. Toen zeide Simson tot den<br />
jongen, die hem bij de hand hield:<br />
Laat mij gaan, Of, stel, leid mij. dat ik de<br />
pilaren betaste, op dewelke het huis<br />
gevestigd is, dat ik daaraan leune.<br />
Alsof hij vermoeid ware geweest van den<br />
arbeid des malens in de gevangenis, en het<br />
haastig aankomen in deze plaats.<br />
27. Het huis nu was vol mannen en<br />
vrouwen; ook waren daar alle<br />
vorsten der Filistijnen; en op het dak<br />
waren omtrent drie duizend mannen<br />
en vrouwen, Als zijnde plat, naar de wijze<br />
van die landen. Zie Deut. 22:8. die<br />
toezagen, als Simson speelde.<br />
28. Toen riep Simson tot den HEERE,<br />
en zeide: Heere, HEERE! gedenk toch<br />
mijner, en sterk mij toch alleenlijk<br />
ditmaal, o God! dat ik mij met een<br />
wrake voor mijn twee ogen Dit bad hij<br />
uit geloof, en werd van God verhoord, die<br />
hem, door het uitgraven zijner ogen door de<br />
Filistijnen, tot uitvoering van zijn beroep zo zij<br />
meenden onbekwaam gemaakt zijnde, deze<br />
occasie, dit voornemen, en deze extraordinaire<br />
sterkte gegeven, dit gebed<br />
ingegeven, en hem in zijn dood<br />
wonderbaarlijker victorie verleend heeft dan<br />
in zijn leven; tot eer van zijn heiligen naam,<br />
bespotting der afgoden en beschaming zijner<br />
vijanden; zie Richt. 16:30. aan de<br />
Filistijnen wreke.<br />
29. En Simson vatte de twee<br />
middelste pilaren, Hebreeuws, pilaren<br />
van het midden. op dewelke het huis<br />
was gevestigd, en waarop het<br />
steunde, Anders, en hij Simson steunde op<br />
of aan dezelve. de enen met zijn<br />
rechterhand, en den anderen met<br />
zijn linkerhand;<br />
30. En Simson zeide: Mijn ziel sterve<br />
met de Filistijnen; Dat is, hier zoveel, als:<br />
Ik zelf, mijn persoon sterve. Zie Gen. 9:5, en<br />
Gen. 12:5. en hij boog zich met kracht,<br />
Of, strekte zich uit; de pilaren van zich<br />
afstotende, en dezelve inbuigende. en het<br />
huis viel op de vorsten, en op al het<br />
volk, dat daarin was. En de doden,<br />
die hij in zijn sterven gedood heeft,<br />
waren meer, dan die hij in zijn leven<br />
gedood had.