UIT HARTSTOCHT EN WOEDE HET MOOISTE ... - Privé-domein
UIT HARTSTOCHT EN WOEDE HET MOOISTE ... - Privé-domein
UIT HARTSTOCHT EN WOEDE HET MOOISTE ... - Privé-domein
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
INLEIDING<br />
MUZIEKDOMEIN<br />
De voorliggende bloemlezing van <strong>Privé</strong>-<strong>domein</strong>-fragmenten over muziek en musici zou moeten<br />
beginnen met de vaststelling dat het schrijven over muziek het doodgeboren kind is van de<br />
literaire ambitie het onzegbare te zeggen. Voor de hoogste menselijke ervaringen zijn geen<br />
woorden. Elke geschreven hommage aan muziek vertoont, bij alle schittering van welgekozen<br />
adjectieven, dezelfde hulpeloosheid als de ogen van een droevig kind dat niet kan zeggen wat<br />
het voelt. De blik van een geliefde, het uitzicht op de Matterhorn, het laatste strijkkwartet van<br />
Beethoven – elke vertaling legt het af tegen het origineel.<br />
Juist daarom zullen mensen nooit ophouden over muziek het laatste woord te willen zeggen.<br />
De drang is te sterk, zoals ook bij de confrontatie met de natuur of met de liefde niemand<br />
gehoorzaamt aan de nederige plicht van horen, zien en zwijgen. Muziek ruikt zo naar vrijheid;<br />
waar woorden stokken, stromen de noten raadselachtig ongebonden door. Tegelijkertijd<br />
belemmert zij die vrijheid, door de literair begaafde luisteraar tot de gevangene te maken van<br />
zijn eigen zwakheid; alles van waarde maakt hem weerloos, een pathetische verslaafde die zo<br />
vroom gelooft in wat hem heeft betoverd dat hij van die schoonheid móét getuigen, desnoods<br />
door roeien en ruiten gaand. En hij kan het niet. Hij wordt de loonslaaf van een kunst die hem<br />
het paradijs beloofde.<br />
Die dubbelzinnigheid alleen al is voor muziekgevoelige naturen om dol van te worden. Zij<br />
stuiten hardhandig op de paradox van het meesterwerk, een kunststuk dat zich weliswaar helder<br />
en voor iedereen begrijpelijk lijkt uit te drukken, maar op een wijze die zich op geen enkele<br />
manier laat verbaliseren.<br />
Ziedaar de aantrekkingskracht van de muziek op de schrijver, en van het schrijven over<br />
muziek op de lezer. De hulpeloosheid die de schrijvende luisteraar bij het optekenen van zijn<br />
gevoelens overvalt, is voor zijn dankbare publiek behalve aandoenlijk ook aangrijpend. Net als<br />
gewone mensen zijn ook schrijvers op hun mooist wanneer ze met de kwetsbaarheid van<br />
stervelingen op hun tenen durven te staan in een poging de hemel te raken. Want in die hemel<br />
klinkt muziek, daar zal geen muzisch mens aan willen twijfelen. Als bron van troost en als<br />
symbool van de verbondenheid met anderen is het een medium zonder concurrentie.<br />
Vandaar dat ook in de egodocumenten van de serie <strong>Privé</strong>-<strong>domein</strong> de verwondering over de<br />
magische aantrekkingskracht van muziek zich met geen span paarden laat bedwingen, noch bij<br />
de relatieve buitenstaanders, de muziekbewonderaars, noch bij de muziekbeoefenaars onder de<br />
auteurs: de musici, de componisten. Van voetnoot tot paukenslag, steeds klinkt er muziek tussen<br />
de regels. Soms in de vorm van een vluchtige mededeling, zoals wanneer Friedrich Hölderlin in<br />
brieven aan familieleden vraagt hem zijn fluit te sturen. Maar veel vaker neemt de diepgevoelde<br />
binding met muziek de gedaante aan van een regelrechte liefdesverklaring, dikwijls in<br />
combinatie met een obsessieve jacht op het onvindbare geheim achter het wonder.<br />
Een regelmatig terugkerend element in de <strong>Privé</strong>-<strong>domein</strong>-reeks is de bewondering voor Bach,<br />
die bij verschillende auteurs zijn toehoorders met stomheid slaat. In De behouden tong schrijft<br />
Elias Canetti over zijn moeder: ‘Na het bezoek aan de Matthäus-Passion was zij in een<br />
gemoedsgesteldheid die ik alleen al daarom niet vergat, omdat zij dagenlang niet in staat was<br />
een behoorlijk gesprek met mij te voeren. Een week lang was zij niet eens tot lezen in staat. [...]<br />
Op een avond kwam zij met tranen in haar ogen bij mij op de slaapkamer en zei: “Nu is het<br />
afgelopen met de boeken, ik zal nooit meer kunnen lezen.” ’<br />
Ook in Mijn Vlaamse jaren van Jeroen Brouwers duikt de Matthäus op, ‘getoonzet door de<br />
vriendelijke en nederige Bach, Johann Sebastian, geen snor, geen sikje, nooit dronken, nooit<br />
ondeugend, maar wel het corpulente lijf vol onuitsprekelijk verdriet, vanwege heimwee naar<br />
2