Download als PDF - Het Depot
Download als PDF - Het Depot
Download als PDF - Het Depot
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Fragment<br />
102<br />
Hoe de tuin De Dreijen er meer dan een eeuw geleden precies<br />
uitzag, is lastig te reconstrueren. <strong>Het</strong> meeste houvast biedt het<br />
schetsontwerp dat de beroemde tuinarchitect Leonard Springer<br />
(1855-1940) publiceerde in 1896. Op 3 oktober van dat jaar opent<br />
toenmalige minister van Binnenlandse Zaken Samuel van Houten<br />
de Wageningse Rijkstuinbouwschool en haar proeftuin. In die tijd<br />
ligt de gecombineerde directeurswoning en schoolgebouw, nu lokaal<br />
bekend <strong>als</strong> ‘Plantentaxonomie’ of ‘Gebouw met de Klok’, min<br />
of meer centraal op het terrein. De omringende proef- en onderwijstuinen<br />
beslaan in totaal bijna vijf hectare. De westgrens reikt<br />
verder dan de huidige Arboretumlaan tot aan het Delhorstpad, de<br />
scheidslijn met de toenmalige begraafplaats. <strong>Het</strong> tuincomplex<br />
ligt dan aan de stadsrand van Wageningen en is voorzien van een<br />
mantel van dekheesters om het te beschermen tegen invallende<br />
noordelijke winden.<br />
lEONARD SPRINgER<br />
De terreininrichting weerspiegelt de denkbeelden van Springer,<br />
die vindt dat een grondige kennis van planten, bomen en struiken<br />
noodzakelijk is om tuinbouw en -kunst op een hoger plan te brengen.<br />
Alle takken van tuinbouw zijn op het terrein aanwezig: een<br />
groentetuin, een geometrische rozentuin, een pomologische tuin<br />
of boomgaard, druiven- en perzikenkassen, een ‘varengaarde’<br />
met waterkom voor inheemse waterplanten, een bloemisterij met<br />
meerdere serres en kwekerijen voor bomen, bol- en knolgewassen,<br />
eenjarige en vaste planten. Bovendien is plaats ingeruimd voor<br />
een oefentuin voor mozaïekcultuur en voor een arboretum of<br />
oefenpark met houtige gewassen.<br />
Voor dit arboretum reserveert Springer bijna een hectare aan de<br />
oostkant langs de Rijksstraatweg, de huidige Generaal Foulkesweg.<br />
De in landschapstijl aangelegde bomentuin is bedoeld om<br />
leerlingen kennis te laten nemen van de natuurlijke vorm van<br />
ANONIEME LUCHTFOTO VAN DE<br />
DREIJEN, BEGIN 20STE EEUW<br />
verschillende bomen en heesters. Deze boshoek maakt blijkbaar<br />
ook op de buitenwereld de meeste indruk, want de bushalte ter<br />
plaatse staat jarenlang algemeen bekend <strong>als</strong> ‘Tuinbouw-Arboretum’.<br />
In het Tijdschrift voor Tuinbouw van 1876 beschrijft Springer het<br />
tweeledig nut van dit oefenpark. ‘Ten eerste <strong>als</strong> arboretum, dat<br />
het grootst mogelijk aantal soorten van boomen en struiken zal<br />
bevatten voor ons klimaat en voor onze parken geschikt. Dit wordt<br />
niet alleen een leerschool voor de leerlingen, maar ook voor alle<br />
belanghebbenden, wanneer zij zich wenschen te vergewissen van<br />
den naam van den een of anderen boom of struik. Hier zullen de<br />
leerlingen tevens onderwezen worden in het onderhouden van parken<br />
en buitenplaatsen, in het behandelen van bomen en struiken,<br />
om ze in hun ware schoonheid te zien, waartoe op kweekerijen<br />
nooit of zelden gelegenheid is’, aldus Spinger.<br />
lOuISE bAAS bECkINg<br />
<strong>Het</strong> tuinencomplex gaat dertig jaar later in 1906 vrijwel geruisloos<br />
over in handen van de Rijks Hogere Land-, Tuin- en Boschbouwschool<br />
en in 1918 van de Landbouwhogeschool (LH). In 1913<br />
wordt het complex nog iets vergroot in noordelijke richting. <strong>Het</strong><br />
aantal soorten en variëteiten in het bosdeel is dan opgelopen tot<br />
rond de 1200. Loofbomen <strong>als</strong> eik, beuk, iep, populier en okkernoot<br />
staan vooral langs de straatweg, de coniferen meer centraal ten<br />
noordwesten. Conservatrice Louise Baas Becking, de ontwerper<br />
van de stijltuin rond de centrale vijver, meldt in 1918 dat het oorspronkelijke<br />
plan om van iedere soort drie exemplaren te poten is<br />
opgegeven. ‘<strong>Het</strong> geschiedt nog steeds bij kleine planten. De grotere<br />
planten (in ’t bijzonder de boomen) moeten, zoodra zij eene zekere<br />
ontwikkeling bereikt hebben, opgeruimd worden’, zo schrijft ze<br />
in de Mededelingen van de Rijks Hoogere Land-, Tuin- en Boschbouwschool.<br />
In de jaren dertig krimpt de tuin enigszins in, om nieuwbouw van<br />
het Botanisch Laboratorium mogelijk te maken. Met de aanleg van<br />
ANSICHTKAARTEN EN FOTO VAN<br />
DE WAGENINGSE RIJKSTUINBOUW-<br />
SCHOOL: DIRECTEURSWONING<br />
ANNEX SCHOOLGEBOUW. DE FOTO IS<br />
GEMAAKT BIJ DE OPENING VAN DE<br />
SCHOOL OP 3 OKTOBER 1896.<br />
de Arboretumlaan valt de afgesneden westelijke strook prijs aan<br />
woningbouw. De komst van de LH-afdeling Plantensystematiek<br />
en -geografie naar het Gebouw met de Klok in 1925 zorgt voor een<br />
accentverschuiving van praktische tuin- en bosbouw naar meer<br />
botanische aspecten van planten. Onderwijs en onderzoek zijn<br />
maatgevend voor de activiteiten in tuin en kassen.<br />
ZESDuIZEND SOORTEN<br />
Door gebrek aan brandstof gaat in de Tweede Wereldoorlog een<br />
flink deel van de tropische collectie verloren. Doordat Wageningen<br />
vanaf 1944 in de frontlinie ligt, is er ook veel schade aan gebouwen,<br />
kassen en tuin door granaatinslagen. Na de oorlog barst de<br />
tuin al spoedig uit haar jasje. <strong>Het</strong> bestuur van de Landbouwhogeschool<br />
besluit daarom in 1951 om voor 75.000 gulden het zwaar<br />
beschadigde landgoed ‘Belmonte’ op de bergrand aan te kopen.<br />
Een aantal bomen en struiken verhuist van De Dreijen met paard<br />
en wagen naar het 17 hectare grote Belmonte Arboretum.<br />
In de naoorlogse periode bloeien botanische tuinen <strong>als</strong> nooit te voren,<br />
mede dankzij de kruisbestuiving tussen kwekers en botanici.<br />
Bij het 75-jarig bestaan van de botanische tuinen in 1971 zijn er 16<br />
medewerkers om de collectie van zesduizend soorten en cultivars<br />
in beide tuinen te verzorgen. In het onderzoek zijn chromosoomstudies<br />
en taxonomie belangrijke speerpunten, terwijl er vanuit<br />
de handel veel belangstelling is voor sortimentsonderzoek aan<br />
siergewassen. Naast onderwijs en onderzoek ontwikkelt voorlichting<br />
zich tot een belangrijk derde aandachtsgebied. Daarnaast is<br />
recreatief bezoek in opkomst.<br />
luSTHOF VOOR lINNAEuS<br />
De bouw van een nieuw herbariumgebouw en een grote tropische<br />
kas in 1985 markeert het hoogtepunt van de naoorlogse bloei van<br />
de Wageningse botanie. Door de opkomst van nieuwe methoden<br />
en wetenschapsgebieden verliezen collecties vervolgens gaan-<br />
deweg terrein in onderwijs en onderzoek. Langzaam verdampen<br />
bij universiteiten bovendien de middelen voor de erfgoedtaak.<br />
Illustratief is de klacht van curator Jan Just Bos in het Wagenings<br />
Universiteitsblad van 1994. ‘Alleen in Leiden en Wageningen komen<br />
de studenten nog met planten in aanraking. Daar wordt nog<br />
aan determineren gedaan. De rest doet het niet meer, en wijdt zich<br />
uitsluitend aan de moleculaire technologische methoden; binnen<br />
de kortste keren denken ze dat dat enge groene spul in die reageerbuis<br />
een plant is,’ moppert Bos.<br />
<strong>Het</strong> krimpend tuinteam probeert de dalende academische rol te<br />
compenseren door meer accent te leggen op de publieksfunctie.<br />
De Wageningse tuinen krijgen in 2001 het predicaat ‘Geregistreerd<br />
Museum’ en worden steeds vaker ingezet bij publieksmanifestaties.<br />
Zo is het Belmonte Arboretum tussen 1976 en 2009<br />
negen keer gastheer van Beelden op de Berg en in 2007 wordt de<br />
complete Dreijentuin omgetoverd tot ‘Lusthof voor Linnaeus’.<br />
HET DEPOT<br />
Dat Beeldengalerij <strong>Het</strong> <strong>Depot</strong> het tuinbeheer heeft overgenomen,<br />
is tegen deze achtergrond - en tegen de achtergrond van de keuze<br />
van de universiteit zich voortaan te concentreren op de Campus<br />
in Wageningen Noord - welhaast een logische stap. De proeftuin<br />
van weleer kan zich nu in afgeslankte vorm en in samenspel met<br />
de al even mooie tuin rond Villa Hinkeloord ontwikkelen tot een<br />
heerlijke wandeltuin. Dat de functie van oefentuin daarmee niet<br />
ten einde is, mag overigens blijken uit de talloze bordjes bij de<br />
planten: wie zich ‘wenscht te vergewissen van den naam van den<br />
een of anderen boom of struik’, om met Springer te spreken,<br />
kan net <strong>als</strong> vroeger ook vandaag nog volop terecht in Arboretum<br />
De Dreijen.<br />
Gert van Maanen<br />
Fragment<br />
103