Zomer 2010 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
Zomer 2010 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
Zomer 2010 - Stichting Tubereuze Sclerosis Nederland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
nummer 111 | zomer <strong>2010</strong><br />
TSC Contact<br />
Gedrag<br />
<strong>Nederland</strong>s met Gebaren voor kinderen met een communicatie beperking |<br />
Herstelkracht van gezond hersenweefsel |<br />
Milde gevallen? Vaak misleidende titel |<br />
Leren voor Later |<br />
15<br />
20<br />
22<br />
28<br />
www.stsn.nl
Dagelijks bestuur STSN<br />
Hans Ploegmakers, voorzitter<br />
Marlies van Zuilen, secretaris<br />
Theo Rijkelijkhuizen, penningmeester<br />
Secretariaat STSN<br />
Marlies van Zuilen<br />
Telefoon: 030-7070554<br />
Couwenhoven 53-09, 3703 ES Zeist<br />
E-mailadres: info@stsn.nl<br />
Website: www.stsn.nl<br />
Redactie<br />
Haike Doornbos<br />
Corinne Kijl<br />
Cora Moret<br />
Vormgeving<br />
Mieke Kroondijk<br />
E-mailadres: invorm@casema.nl<br />
Adres TSC Contact<br />
Hoogstraat 20, 4285 AH Woudrichem<br />
E-mailadres: redactie@stsn.nl<br />
TSC-Poli UMC Utrecht<br />
Polikliniek Interne Geneeskunde:<br />
Telefoon: 088-7555555<br />
Dr. B.A. Zonnenberg:<br />
Telefoon: 088-7553232, zoemer 1154<br />
TSC-Poli: elke week op afspraak<br />
Telefoon: 088-7553232<br />
Sylvia Tóth Centrum Utrecht<br />
Wilhelmina Kinderziekenhuis<br />
Secretariaat telefoon: 088-7553898<br />
Klinische Genetica<br />
Erasmus MC, Rotterdam<br />
Dr. Anneke Maat-Kievit<br />
Telefoon: 010-4636915<br />
(maandag, dinsdag en donderdag)<br />
Multidisciplinaire<br />
TSC polikliniek voor kinderen<br />
Erasmus MC, Sophia Kinderziekenhuis,<br />
Rotterdam<br />
Drs. M.C.Y. de Wit, kinderneuroloog<br />
Drs. G.C.B. de Heus, kinderarts<br />
E-mail: tubereuzesclerose@erasmusmc.nl<br />
Telefoon: 010-7036341<br />
(polikliniek kinderneurologie)<br />
TSC-poli maandelijks op afspraak<br />
Bank<br />
Rabobank rekeningnummer: 11.89.41.127<br />
ABN-AMRO Bank<br />
rekeningnummer: 56.84.43.640<br />
Voor België:<br />
KBC Bank Turnhout<br />
rekeningnummer: 730-1401238-69,<br />
t.n.v. STSN<br />
inhoud<br />
4 | Bestuursmededelingen<br />
6 | Lotgenotenrubriek<br />
10 | Sponsor de STSN<br />
13 | Column Lara<br />
15 | <strong>Nederland</strong>s met Gebaren voor kinderen met<br />
een communicatie beperking<br />
18 | TSC en autisme<br />
20 | Artikel:<br />
‘Herstelkracht van gezond hersenweefsel’<br />
22 | Artikel:<br />
‘Milde gevallen? Vaak een misleidende titel’<br />
25 | STSN-er in beeld<br />
26 | Mijn verhaal<br />
28 | Artikel:<br />
‘Leren voor Later’<br />
32 | Column vliegende reporter<br />
34 | Boeken in het daglicht<br />
36 | Tip en truc hoek<br />
38 | Nieuws<br />
zomer <strong>2010</strong> | TSC Contact
van de redactie<br />
Beste lezers,<br />
Toen onze dochter vijf jaar oud was, openbaarde<br />
zich TSC middels epileptische aanvallen.<br />
Onze vrolijke, onbevangen kleuter veranderde in<br />
een angstig, in zichzelf gekeerd kind.<br />
Al snel hadden wij in de gaten dat duidelijkheid en<br />
regelmaat het beste voor haar waren, dus ons<br />
gezin stemde af op die behoefte. Dat was niet<br />
altijd gemakkelijk en vergde de nodige improvisatie<br />
van de rest van de gezinsleden.<br />
Onze dochter verwoordde haar gevoel van toen<br />
als volgt: “Het is net alsof ik op een vulkaan leef,<br />
ik weet nooit wanneer de uitbarsting komt”.<br />
Inmiddels weten wij allemaal alles van vulkanen;<br />
we zijn bekend met de gevolgen van uitbarsting<br />
en de daarbij behorende vulkaanas. Het heeft de<br />
regelmaat van velen van ons behoorlijk beïnvloed.<br />
Daarbij behoren een verscheidenheid aan reacties:<br />
mensen maken er het beste van, zijn gelaten of<br />
worden opstandig.<br />
Het is iets oncontroleerbaars en daar houden wij<br />
niet van. We zijn gewend om de controle te hebben<br />
over ons eigen leven en geen controle maakt<br />
onzeker. Gelukkig kwam de wind en ging de vulkaan<br />
weer slapen.<br />
Wanneer je bekend bent met TSC, is dat een gegeven;<br />
TSC gaat niet slapen of wordt weggeblazen<br />
door de wind. Het heeft constant invloed op je<br />
leven en hoe je daar op dat moment instaat; soms<br />
rustig, een ander moment onzeker. Dat vertaalt<br />
zich in gedrag. Op dit moment lijkt het of we ons<br />
in een stroomversnelling bevinden; middels onderzoek<br />
wordt er steeds meer bekend over de relatie<br />
TSC en gedrag. Behandeling komt dichterbij.<br />
Wij, als redactie, hebben verschillende mogelijkheden<br />
voor u belicht en hebben daarbij voor ogen<br />
gehouden: ‘Als je altijd doet wat je hebt gedaan,<br />
zul je altijd krijgen wat je kreeg’; veel aandacht<br />
voor een andere benadering en vernieuwing!<br />
Kunnen wij een vulkaan beïnvloeden? Helaas niet.<br />
Wat we wel kunnen doen is kijken naar de gevolgen<br />
van de uitbarsting; daarna as wegblazen en<br />
kijken naar de vruchtbare grond die ontstaat na<br />
een uitbarsting. In de lente wordt er gezaaid en in<br />
de zomer groeien de gewassen; dat geeft even<br />
rust en biedt ons de mogelijkheid te genieten.<br />
Wij wensen u een heerlijke zomer!<br />
Namens de redactie,<br />
Haike Doornbos<br />
111<br />
ISSN 1570 - 5145 | jaargang 28 | nummer 111 | zomer <strong>2010</strong><br />
TSC Contact | zomer <strong>2010</strong> 3
4<br />
bestuursmededelingen<br />
Datum voor symposium: 23 september 2011<br />
De vermoedelijke datum voor het TSC Lustrumsymposium<br />
is vrijdag 23 september 2011. We hebben<br />
van de Raad van Bestuur van het UMC Utrecht<br />
weer medewerking toegezegd gekregen om het te<br />
organiseren in het UMC Utrecht gebouw. We willen<br />
naast medische en gedragsspecialisten en onderzoekers<br />
uit <strong>Nederland</strong> en België ook een flink aantal<br />
plekken voor betrokken STSN-leden inruimen.<br />
Dus misschien handig om deze datum alvast te<br />
noteren.<br />
Grote belangstelling voor gezinsdag<br />
Als dit blad uitkomt is de STSN gezinsdag al weer<br />
voorbij. We zijn blij dat de belangstelling voor<br />
deze dag erg groot is. Binnen enkele dagen na het<br />
publiceren van de uitnodiging was het maximum<br />
aantal deelnemers al bereikt. Mocht je achter het<br />
net hebben gevist of deze keer verhinderd, dan<br />
kan ik zeggen dat we de gezinsdag ter gelegenheid<br />
van ons lustrum volgend jaar nog wat groter<br />
gaan opzetten. Maar houd eerst de STSN contactdag<br />
nog in de gaten: zaterdag 9 oktober in<br />
Beekbergen (Parc Spelderholt).<br />
Programma contactdag bijna rond<br />
Er wordt hard gewerkt aan een interessant programma<br />
voor de contactdag. Je kunt het best de<br />
site www.stsn.nl in de gaten houden. Er zal ook<br />
een speciaal programma voor begeleiders zijn.<br />
Dus je kunt alvast eens kijken wie je graag ook<br />
zou willen uitnodigen voor deze dag. Een geweldige<br />
kans voor begeleiders om met collega’s uit het<br />
hele land ervaringen en kennis uit te wisselen en<br />
op die manier ‘bijgeschoold’ te worden.<br />
Of zoals iemand me zei: ‘dan horen ze het ook<br />
eens van een ander!’ De nieuwe film over TSC zal<br />
dan ook in première gaan! Zaterdag 9 oktober,<br />
Parc Spelderholt te Beekbergen bij Apeldoorn.<br />
Zet het alvast in de agenda!<br />
18 plus<br />
Op initiatief van de moeder van Shelley, dochter<br />
van ruim 20, is er een klein onderzoekje gedaan<br />
onder een 25-tal ouders met een kind van 18 plus.<br />
Een flink aantal van hen voelde ervoor om op de<br />
komende contactdag een aparte gespreksgroep te<br />
houden om ervaringen uit te wisselen en eventueel<br />
tekst Hans Ploegmakers<br />
met elkaar een vervolgbijeenkomst te organiseren.<br />
Dit zal in het programma worden ingepast.<br />
Ook bleek men wel te voelen voor een actievere<br />
deelname aan het forum op de STSN website,<br />
zeker als er een aparte knop op het forum zou zijn<br />
voor deze groep. Terughoudendheid ten opzichte<br />
van de vele jonge ouders die actief zijn op het<br />
forum bleek hen in een aantal gevallen te weerhouden<br />
vragen te stellen en bijdragen te leveren.<br />
Bij de aanpassing van het forum wordt hier rekening<br />
mee gehouden.<br />
Forum wordt aangepast<br />
Recent is er een wisseling van de wacht geweest<br />
bij het beheer van het forum op onze website.<br />
Met dank aan Steven, heeft Edda deze vrijwilligersfunctie<br />
op zich genomen. Ze vond het een prima<br />
gelegenheid om het gebruik van het forum na<br />
twee jaren eens tegen het licht te houden en te<br />
kijken welke veranderingen handig zouden zijn.<br />
Een mooie gelegenheid ook voor jullie om nog<br />
eens goed naar de mogelijkheden van zo’n forum<br />
te kijken en je ook aan te melden bij het forum.<br />
Dik 100 mensen zijn je al voorgegaan.<br />
Huisartsenbrochure<br />
In de serie ‘Informatie voor de huisarts’ verscheen<br />
afgelopen najaar de brochure over <strong>Tubereuze</strong><br />
Sclerose Complex. Belangrijk om de huisarts snel<br />
en effectief te informeren over een van die aandoeningen<br />
die zij of hij maar weinig tegenkomt in de<br />
eigen praktijk.<br />
Een exemplaar van de brochure werd eind 2009<br />
met het TSC Contact meegezonden om aan de<br />
eigen huisarts te geven, zodat die zo weer goed<br />
op de hoogte raakt van TSC. Op www.stsn.nl is de<br />
brochure ook terug te vinden. Heb je de brochure<br />
al doorgespeeld aan je huisarts? Het is natuurlijk<br />
een prima idee om er op deze manier zelf aan bij<br />
te dragen dat je huisarts goed op de hoogte raakt<br />
of blijft van TSC. En heb je ook al reacties? Vraag<br />
er eens om! Onlangs hebben we als bestuur met<br />
een onderzoekster die namens de VSOP optrad,<br />
onze ervaringen met de brochure en die van derden<br />
(voorzover bekend natuurlijk) besproken.<br />
Elders in dit blad is er meer over te lezen, want we<br />
zijn nog steeds geïnteresseerd in die ervaringen.<br />
zomer <strong>2010</strong> | TSC Contact
Lotgenotencontact gaat belpunt krijgen<br />
We zijn in het bestuur bezig met het opzetten van<br />
een belpunt voor leden. Het is een van de acties<br />
die uit ons beleidsplan lotgenotencontact van<br />
2009 komen. Dat gaan we zorgvuldig voorbereiden.<br />
Inmiddels hebben we drie van onze<br />
leden/vrijwilligers geselecteerd, dus deze belangrijke<br />
stap is gezet. Zij volgen binnenkort nog een<br />
extra opleiding en dan is het de verwachting dat<br />
zij per 1 oktober aan de slag kunnen. In het volgende<br />
TSC Contact meer hierover.<br />
Vierde lid Comité van Aanbeveling<br />
In het vorige nummer stond een interview met een<br />
nieuw lid van het Comité van Aanbeveling, professor<br />
Blijham. Inmiddels is dat Comité uitgebreid<br />
met een vierde lid, namelijk dr. Van der Vlist,<br />
kinderarts. In het volgende TSC Contact een interview<br />
met hem. Na de zomer zal het bestuur voor<br />
het eerst met het complete Comité bijeen komen.<br />
[advertentie]<br />
<strong>Stichting</strong> Michelle kent weer subsidies toe<br />
Eind 2009 heeft de <strong>Stichting</strong> Michelle een zogenaamde<br />
Call for Proposals uitgeschreven voor<br />
wetenschappelijk onderzoekers op het gebied van<br />
TSC. Daarop kwamen enkele uitstekende onderzoeksvoorstellen<br />
binnen. Het Wetenschappelijk<br />
Advies College van de <strong>Stichting</strong> Michelle adviseerde<br />
daarover, waarna twee van de zes voorstellen<br />
gehonoreerd konden worden met subsidies van bij<br />
elkaar € 50.000,-. Ook werd besloten tot een bijdrage<br />
aan het lustrumsymposium van de STSN.<br />
Voor meer informatie www.stichtingmichelle.nl. ■<br />
TSC Contact | zomer <strong>2010</strong> 5
6<br />
lotgenotenrubriek<br />
Verslag bijeenkomst<br />
voor ouders van jonge kinderen met TSC<br />
Zaterdagmiddag 17 april <strong>2010</strong> was er een bijeenkomst voor ouders van jonge kinderen met TSC.<br />
De opkomst was zeer goed en het was prachtig weer die dag. Daar hebben we lekker gebruik van gemaakt<br />
door met de groepen naar buiten te gaan en het grootste deel van het programma daar voort te zetten.<br />
Het onderwerp van de contactmiddag was: “Mijn<br />
kind heeft TSC, maar hoe gaat het met mij”. Best<br />
een moeilijk onderwerp, jezelf afvragen wat het<br />
allemaal met je doet: Hoe gaat het met mij, met<br />
mijn sociale leven, heb ik dat nog wel? Doen we<br />
nog wel eens iets samen? Hoe heb ik het verwerkt<br />
of heb ik nog niet verwerkt?<br />
Zulk soort vragen kan ineens heel confronterend<br />
zijn als je alleen maar bezig bent met zorgen voor<br />
je kind en gezin en met zorgen maken om je kind.<br />
Dan ook nog die hele medische mallemolen, dan<br />
ben je geneigd jezelf te vergeten, jezelf weg te cijferen.<br />
tekst Corinne Kijl foto Jacquelien van der Ploeg<br />
Deelnemers en begeleiders van de bijeenkomst<br />
De indeling van de groepen werd gemaakt op<br />
leeftijd van de kinderen met TSC.<br />
De grootte van de groep was nu dusdanig dat<br />
iedereen voldoende aan het woord kon komen.<br />
Opvallend was dat de problemen die bij de groep<br />
met de ouders van de jongste kinderen met TSC<br />
naar voren kwamen ook weer in de andere groep<br />
terugkwamen maar in een andere fase, bijvoorbeeld<br />
het verschil in verwerking tussen de partners,<br />
de volgende leeftijdsgroep schakelt hulp in<br />
van derden om beter met elkaar te communiceren.<br />
De daaropvolgende groep gaat weer meer samen<br />
doen en wisselt elkaar af met het trekken van de<br />
zomer <strong>2010</strong> | TSC Contact
kar als de ander het even weer moeilijk heeft.<br />
De meeste medische problematiek (mn. epilepsie<br />
niet onder controle) komt voor bij de groep met de<br />
jongste kinderen; men komt nauwelijks aan verwerken<br />
toe.<br />
Onderwerpen zoals acceptatie, sociale netwerk,<br />
werk, wel of geen afleiding, hebben ook de revue<br />
gepasseerd.<br />
Aan het eind van de dag hebben we geëvalueerd,<br />
nog even nagepraat en naar de foto’s van onze<br />
Huisartsenbeurs<br />
Alle leden hebben aan hun eigen<br />
huisarts vast al de huisartsenbrochure<br />
gegeven, maar met deze<br />
actie hebben wij nog niet alle huisartsen<br />
bereikt. Dit was onze kans.<br />
Aan het eind van de dag waren al<br />
onze brochures op.<br />
Wij hebben veel huisartsen (ook in<br />
opleiding) gesproken en zij waren<br />
blij met onze mooie en informatieve<br />
brochure. Gelukkig hoorden wij<br />
regelmatig dat zij TSC wel kennen;<br />
sommigen hebben ook patiënten<br />
met TSC. Eén huisarts vertelde dat<br />
hij de brochure al van de ouder<br />
van een patiënt ontvangen had.<br />
Dat is goed om te horen! Al met al<br />
weer een zinvolle dag. ■<br />
prachtige kinderen gekeken.<br />
Het was weer een leerzame en geslaagde bijeenkomst.<br />
Even weer herkenning en begrip vinden<br />
zonder alles te moeten uitleggen.<br />
De tips die zijn gegeven tijdens deze bijeenkomst,<br />
vindt u terug in onze rubriek: Tip en Truc hoek. ■<br />
Zaterdag 6 maart jl. gingen Willem Verhey (beurscoördinator), Theo Rijkelijkhuizen en Jacquelien van der<br />
Ploeg naar de huisartsenbeurs in Rotterdam. Bepakt met foldermateriaal, allerlei boekjes over TSC en …..<br />
dit keer 300 stuks huisartsenbrochures.<br />
tekst Jacquelien van der Ploeg<br />
Jacqueline van der Ploeg<br />
TSC Contact | zomer <strong>2010</strong> 7
‘Piekeren en malen’,<br />
thema van de HBO/MBO lotgenotencontactdag<br />
Zaterdagochtend 8 mei <strong>2010</strong> was het weer tijd voor de jaarlijkse TSC-Talk voor de MBO-HBO groep en hun<br />
partners. Het thema was piekeren en terugkerende gedachtes. We wilden van start gaan met een kort rond-<br />
je over nieuwe ontwikkelingen en de zaken die ons op dat moment het meeste bezig hielden; het werd geen<br />
kort rondje.<br />
8<br />
verslag Marcel Scholtens, Sabine Oltheten, Arni Hubbeling<br />
De MBO-HBO groep en hun partners<br />
zomer <strong>2010</strong> | TSC Contact
Eén lotgenoot heeft ernstige problemen met de<br />
TSC in de nieren en leeft op morfine.<br />
Verschillende anderen hadden zorgen die niet met<br />
TSC te maken hadden: verlies van werk, onzekerheid<br />
over behoud van baan, ziekte van echtgenoot,<br />
echtscheiding en teveel werkdruk. Het was bewonderenswaardig<br />
te zien met hoeveel liefde, kracht<br />
en vechtlust zij hiermee omgaan. Daarbij ontvingen<br />
we een nieuwe deelneemster, onze jongste<br />
van 18 jaar. Zij vertelde over haar opleiding en<br />
stage en het voor de anderen herkenbare onbegrip<br />
aan de zijde van de school en werkbegeleider over<br />
de gevolgen van TSC: een trager tempo, niet twee<br />
dingen tegelijk kunnen doen etc.<br />
Na bijgepraat te zijn was er een heerlijke lunch<br />
waarna we een wandeling hebben gemaakt.<br />
Bij terugkomst gingen we uiteen in twee groepen,<br />
TSC-ers en Partners om ons te wijden aan het<br />
thema van de dag: piekeren en malen.<br />
De partnergroep bestond dit jaar uit twee personen.<br />
Al snel bleken de ervaringen met TSC in het<br />
dagelijks leven zo uiteen te lopen, dat er werd<br />
overgegaan op het bespreken van persoonlijke<br />
ervaringen.<br />
In de TSC-groep bleek iedereen het thema bij zichzelf<br />
te herkennen, maar de situaties en mate waarin<br />
het overheerst, verschilden per individu. Bij<br />
sommigen is het op dit moment niet een thema<br />
wat de gemoedsrust al teveel verstoort. Maar bij<br />
degenen die dwangmatig zijn of nu onder druk<br />
staan door een teveel aan taken is, er vaak sprake<br />
van stress en dus piekeren en malen. Denk aan het<br />
doen van een opleiding naast het werk en een<br />
gezin met jonge kinderen.<br />
Van de door de deelnemers naar voren gebrachte<br />
situaties, die piekeren en terugkerende gedachtes<br />
teweegbrengen, noemen we een paar voorbeelden:<br />
- zeer moeilijk verwerken van schrik en emotionele<br />
gekwetstheid en daardoor een drang om<br />
dezelfde verhalen steeds te moeten vertellen.<br />
- repeterend blijven nadenken over een situatie<br />
waar iets is misgelopen. Ook als je er zelf geen<br />
schuld aan hebt toch blijven nadenken over wat<br />
je allemaal anders had kunnen doen.<br />
- dwangmatigheid, een paar keer controleren of je<br />
de deur wel echt op slot hebt gedraaid of het op<br />
een speciale manier rechtleggen van dingen.<br />
- paniek bij een studieopdracht die je niet kan<br />
overzien qua moeilijkheid of tijdsinvestering<br />
met als gevolg ronddraaien in hetzelfde gedachtekringetje.<br />
Een ander effect van schrik, niet overzien of niet<br />
begrijpen kan betekenen dat je het contact met<br />
jezelf verliest. In plaats van piekeren en malen<br />
komt er dan juist een leegte, "een leeg hoofd"<br />
zoals een deelnemer het uitdrukte. Er treedt dan<br />
een gevoel van vervreemding van jezelf op, een<br />
soort splitsing waarbij hoofd en lichaam niet meer<br />
als een geheel aanvoelen.<br />
Sommige deelnemers hebben op dit moment heel<br />
bewust een goede balans geschapen tussen rust<br />
en inspanning. Dat is heel mooi en indrukwekkend<br />
om te zien. Anderen zijn daarin zoekende of hebben<br />
hierin nog een weg te gaan. De dertigers in<br />
onze groep en sommige twintigers verkeren in een<br />
leeftijdsfase waarin de prestatiedwang in onze<br />
maatschappij best drukt, een verantwoordelijke<br />
baan, een studie en daarnaast vaak een relatie of<br />
gezin. Zeker als je van huis uit ook gewend bent<br />
om je aan te passen aan "wat men van je verwacht"<br />
kun je jezelf makkelijk voorbij gaan lopen om te<br />
voldoen aan … Voor je het weet kom je in een<br />
structurele versnelling terecht waarbij je uiteindelijk<br />
te lang te veel onder druk komt te staan.<br />
Dat is als je TSC hebt niet behulpzaam. In vorige<br />
jaren kwamen we vaak uit op het begrip<br />
"aanvaarding van jezelf, dus mèt de effecten van<br />
TSC". Dat speelt natuurlijk nog steeds.<br />
Het is goed om reëel te zijn en van jezelf te weten<br />
welke dingen jou meer moeite kosten.<br />
Het is een daad van liefde om daar rekening mee<br />
te houden en dat te aanvaarden. Dat betekent dat<br />
je heel bewust afweegt en keuzes maakt.<br />
Concluderend kunnen we stellen dat het met TSC<br />
altijd belangrijk is om een zekere buffer aan energie<br />
te houden, dus een goede balans van rust, ontspanning<br />
en inspanning. Schep ruimte zodat je<br />
energie hebt om wat op te vangen als je brein<br />
weer als een rijdende trein doorstoomt en het niet<br />
lukt om niet te malen. Stem je keuzes af op wie jij<br />
echt bent. ■<br />
TSC Contact | zomer <strong>2010</strong> 9
10<br />
sponsoring<br />
Sponsor de STSN<br />
In dit nummer van het TSC Contact zoals gebruikelijk de rubriek ‘Sponsor de STSN’.<br />
Marathon van Wenen<br />
Op 18 april werd door ‘het team Dirk’ de Marathon<br />
van Wenen gelopen: het hoogtepunt van een reeks<br />
activiteiten voor de STSN. We vreesden dat dit<br />
superinitiatief de mist, of eigenlijk de aswolk, in<br />
zou gaan, omdat er geen vluchten mogelijk waren<br />
door het sluiten van het luchtruim boven een groot<br />
deel van Europa. Dat ook deze omstandigheden<br />
hen niet konden tegenhouden leest u elders in dit<br />
blad en ook op<br />
http://lopenvoorstsn.blogspot.com. Wij brengen<br />
als bestuur ook op deze plaats onze dank uit voor<br />
deze geweldige actie! Op 12 juni, tijdens de STSN<br />
gezinsdag wordt het eindresultaat bekend<br />
gemaakt met het uitreiken van een cheque.<br />
Op zoek naar adverteerders in het<br />
TSC Contact<br />
Zoals u weet zoeken wij geschikte adverteerders<br />
voor het TSC Contact. Sinds het vorige blad hebben<br />
we afspraken kunnen maken met Robo-toys<br />
(Robo educational toys). Maar we willen er meer!<br />
Mocht u een idee hebben over een geschikt bedrijf<br />
en product, laat dat dan even weten bij de redactie<br />
van dit blad. Wij kunnen dan een brief sturen met<br />
daarin de mogelijkheden en het kostenplaatje.<br />
Vanaf € 500,- per jaar is al een advertentie mogelijk.<br />
Met zo’n advertentie wordt de aandacht van<br />
onze lezers (blad én website) gevestigd op bedrijf<br />
en product en wordt tevens het werk van de STSN<br />
ondersteund.<br />
Sponsoring lustrum<br />
In 2011 viert de STSN haar zesde lustrum. De eerste<br />
sponsor is er! De <strong>Stichting</strong> Michelle heeft het<br />
eerste bedrag toegezegd voor het wetenschappelijk<br />
symposium!<br />
Voor onze lustrumactiviteiten hebben we dringend<br />
nog meer sponsoren nodig. Vandaar mijn oproep:<br />
hebt u een idee of een ingang bij een potentiële<br />
sponsor, laat het dan even weten aan het bestuur:<br />
het telefoonnummer van het secretariaat vindt u in<br />
de colofon. Graag uw hulp!<br />
tekst Hans Ploegmakers<br />
Cadeautip:<br />
Sterke portretten nu voor slechts 5 euro!<br />
Geef ons laatste jubileumboek ‘Sterke portretten.<br />
Wij hebben TSC’ cadeau aan familieleden, vrienden,<br />
bekenden, buren, leerkrachten, begeleiders<br />
enz. Te bestellen bij ons secretariaat en via de site<br />
www.stsn.nl. Onze voorraad moet er nu uit: nu<br />
met korting van € 15,- voor slechts € 5,-!<br />
In onze webwinkel kunt u natuurlijk nog veel meer<br />
interessants vinden.<br />
Periodieke schenking<br />
Aan de STSN een schenking doen kan een interessant<br />
fiscaal voordeel voor u betekenen. Omdat de<br />
STSN door de Belastingdienst wordt erkend (de<br />
ANBI-status), kunt u in één klap de STSN blij<br />
maken en tegelijk zelf een fiscaal voordeel hebben.<br />
Dat kunt u bijvoorbeeld via een akte van<br />
schenking bij de notaris regelen. Voor informatie<br />
kunt u altijd contact opnemen met onze penningmeester<br />
Theo Rijkelijkhuizen. ...Help ons helpen.<br />
Nieuwe ideeën en initiatieven voor sponsoring<br />
blijven welkom! ■<br />
zomer <strong>2010</strong> | TSC Contact
Vijf finishers in Wenen Marathon<br />
Zondag 18 april was het dan eindelijk zover, de marathon van Wenen. Door het uitvallen van de vluchten<br />
boven heel Europa hing de deelname aan een zijden draadje. Na overleg op vrijdagmiddag 16 april<br />
om 16.00 uur besloten acht teamleden de reis met de auto te doen. Dit was een hele toer, letterlijk<br />
(1167 kilometer) en figuurlijk!<br />
Ik had er zo naar uitgekeken, 3 maanden trainen<br />
en dan mijn eerste marathon lopen. Het zal toch<br />
niet waar zijn? Een aswolk boven Europa en het<br />
vliegverkeer ligt plat. Wat nu! Mijn standpunt staat<br />
vast: ik wil naar Wenen toe wat er ook gebeurt.<br />
Gelukkig dachten er meer zo over dus ... gaan we<br />
met de auto.<br />
Na 3 maanden trainen, wat mij zeer voorspoedig<br />
afging, was ik vol vertrouwen afgereisd naar<br />
Wenen. Men zegt dat je de eerste marathon altijd<br />
uit zal lopen en er van moet genieten, dus wat kan<br />
mij gebeuren. Je moet niet naar de tijd kijken maar<br />
ja wat doe je als er een sponsor zegt: Ik verdubbel<br />
het bedrag als je hem binnen de 4 uur loopt. Dus<br />
gespannen start ik zondagochtend de Marathon.<br />
Na 10 km lig ik voor op schema maar het gaat zo<br />
tekst en foto Dirk Verdoes<br />
Dirk Verdoes, tweede van links<br />
lekker dus maar doorgaan, ik zie wel wanneer de<br />
man met de hamer komt. Tot 35 km gaat het goed<br />
maar dan lopen de benen langzaam vol en het is<br />
nog 7 km te gaan. Zou ik het halen binnen de 4<br />
uur? Eigenlijk wist ik het wel, ik ga hem uitlopen<br />
voor Jelle en binnen de 4 uur, het moet. En ja hoor<br />
na 3 uur en 51 minuten kom ik de finish over. Het<br />
is gelukt. Wat geeft dit een goed gevoel voor<br />
mezelf maar ook voor de stichting. Ook mijn<br />
medelopers finishte allen binnen de 4 uur. Door te<br />
finishen haalden de lopers een aanzienlijk bedrag<br />
binnen voor de STSN. Het exacte bedrag zal op<br />
12 juni tijdens de gezinsdag van de STSN bekend<br />
gemaakt worden, bij de officiële overhandiging<br />
van de cheque. ■<br />
TSC Contact | zomer <strong>2010</strong> 11
12<br />
Oproep sponsoring en fondsenwerving<br />
lustrumjaar 2011<br />
In 2011 viert de STSN alweer haar 6de lustrum en wordt het 4de TSC Symposium georganiseerd.<br />
Een jaar waarin we proberen de diverse STSN-activiteiten met extra feestelijkheid en kwaliteit te<br />
organiseren en verzorgen. De STSN is reeds druk doende om het 6de lustrum tot een succes te maken!<br />
Een onderdeel hiervan is in een vroeg stadium de fondsenwerving en sponsormogelijkheden in kaart<br />
te brengen en op te starten.<br />
Nu heeft de STSN niets te klagen over de inzet<br />
en slagvaardigheid waarmee leden en betrokkenen<br />
bijdragen aan onze fondsenwerving! De<br />
afgelopen jaren zijn er verschillende initiatieven<br />
geweest waarbij één van de doelen was geld<br />
voor de STSN en haar werk bijeen te brengen.<br />
De STSN is de diverse initiatiefnemers en bijdragers<br />
hier zeer erkentelijk voor.<br />
Toch willen we met het oog op het lustrumjaar<br />
een ieder vragen eens na te gaan of er in de<br />
directe omgeving mogelijkheden zijn om bedrijven,<br />
instanties of personen te benaderen met<br />
het verzoek de STSN te sponsoren of ondersteunen.<br />
Om tijd en energie zo goed mogelijk<br />
te gebruiken zou de STSN graag gericht instanties<br />
benaderen via een bekend ‘warm contact’.<br />
OPROEP<br />
lustrumjaar 2011<br />
Hersenen: een hoofdzaak!<br />
Eén op de vijf <strong>Nederland</strong>ers wordt in zijn leven geconfronteerd<br />
met een hersenaandoening. Een beroerte,<br />
dementie, hersenletsel, schizofrenie: het dagelijks leven<br />
wordt in de war geschopt door neurologische of psychiatrische<br />
aandoeningen. De problemen met bijvoorbeeld<br />
denken, planning en geheugen zijn groot, maar vaak<br />
onzichtbaar aan de buitenkant.<br />
Alleen wetenschappelijk onderzoek kan èchte oplossingen<br />
bieden. Daarom financiert de Hersenstichting <strong>Nederland</strong><br />
het hersenonderzoek. Ook goede voorlichting over<br />
[advertentie]<br />
Bent u dat ‘warme contact’ en heeft u een concrete<br />
mogelijkheid voor ogen, meldt u dan bij<br />
het bestuur van de STSN. Gegevens vindt u in<br />
de colofon. Al naar gelang noodzakelijk zijn wij<br />
bereid de sponsorvraag te ondersteunen met<br />
een brief, informatie over TSC en de STSN of<br />
een persoonlijke afvaardiging. Om onze vraag<br />
vroegtijdig kenbaar te maken bij potentiële<br />
sponsors, streven we er naar medio zomer<br />
<strong>2010</strong> onze fondsenwerving vol op stoom te<br />
laten komen.<br />
Graag horen wij van u!<br />
Jan-Paul Wagenaar, bestuur STSN<br />
hersenaandoeningen is belangrijk. Laat de hersenen ook<br />
úw zorg zijn. Word donateur, help mee met de collecte of<br />
maak een gift over.<br />
Koediefstraat 5, 2511 CG Den Haag<br />
telefoon 070-360 48 16 - giro 860<br />
info@hersenstichting.nl<br />
www.hersenstichting.nl<br />
zomer <strong>2010</strong> | TSC Contact
Lara<br />
column<br />
Geschreven door Sandra Visch, getrouwd met Marlon en mama van Lara (4 jaar) en Tessa (1 jaar).<br />
Lara heeft TSC.<br />
School<br />
Een half jaar terug: “wat, wat, wat, wat, wat, wat,<br />
wat eten we vanavond?” en “waar, waar, waar,<br />
waar, waar, waar is Tessa?”. Lara was toen net<br />
begonnen op school en begon ineens enorm te<br />
stotteren. Elk zinnetje begon ze stotterend. Een<br />
duidelijk teken dat ze niet lekker in haar vel zat.<br />
Het dagelijks vele huilen op school was natuurlijk<br />
een nog duidelijker signaal. Lara zit nu een half<br />
jaar op school en het gaat goed. Ze heeft een<br />
vriendinnetje in de klas en dat maakt een groot<br />
verschil. Het pictogrammenbord dat we gemaakt<br />
hebben, heeft ook zeker geholpen. En Lara snapt<br />
de regeltjes in de klas een stuk beter en dat geeft<br />
haar een hoop duidelijkheid en rust. Ze gaat nu<br />
met plezier naar school en dat is een grote opluchting<br />
voor ons. Stotteren doet ze nu amper meer.<br />
Ondanks het feit dat het nu veel beter gaat, zijn<br />
we druk geweest met scholen bezoeken en informatie<br />
inwinnen om te kijken naar welke school<br />
Lara volgend schooljaar zal gaan. Want school en<br />
wij zijn het er wel over eens, mede gezien de uitslagen<br />
van de testen, dat het voor Lara beter zou<br />
zijn als ze naar een school gaat waar meer tijd en<br />
aandacht voor haar is. Ze heeft veel uitleg en<br />
begeleiding nodig en dat kan ze nu niet krijgen.<br />
Zoals ik in een vorige column (winter 2009)<br />
schreef, zijn we op zoek gegaan naar Speciaal<br />
Onderwijs (cluster-3). Helaas vonden we in onze<br />
omgeving niet de school waar Lara goed op haar<br />
plek zou zijn. We zijn ook gaan kijken op het<br />
Speciaal Basisonderwijs (SBO) en we kwamen tot<br />
de conclusie dat Lara daar op dit moment het<br />
beste past. We hebben besloten de aanvraag voor<br />
een cluster-3 indicatie stop te zetten en hebben in<br />
december '09 via Lara's huidige school de procedure<br />
gestart voor het SBO. Mede doordat je afhankelijk<br />
bent van (vlotte) medewerking van de school<br />
hebben we weinig invloed op deze procedure en<br />
duurt het allemaal langer dan verwacht. Voordat<br />
de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL)<br />
tekst en foto Sandra Visch<br />
Sandra en Lara<br />
een besluit neemt, geeft eerst de Bovenschoolse<br />
Commissie Leerlingenzorg (BCL) een advies af.<br />
Daarvoor vindt nog een gesprek plaats met de<br />
orthopedagoge van de BCL. Het gesprek met haar<br />
op 4 februari was prettig en daarop volgde op 15<br />
februari het advies van de BCL om een positieve<br />
beschikking voor bepaalde tijd (1 jaar) af te geven.<br />
Daarna moest de school nog wat stukken aanvullen<br />
en vervolgens kon de PCL erover gaan vergaderen.<br />
In hun vergadering op 19 april nam de PCL een<br />
beslissing. Op 21 april viel deze bij ons in de bus.<br />
Tot onze verbazing en teleurstelling lag daar<br />
ineens een negatieve beschikking. In drie regels<br />
werd de afwijzingsgrond geformuleerd, erop neerkomend<br />
dat een cluster-3 aanvraag gerechtvaardigd<br />
is. Dat was alles. Nog diezelfde avond<br />
TSC Contact | zomer <strong>2010</strong> 13
en ik aan de slag gegaan met informatie opzoeken<br />
en ben ik begonnen aan het bezwaarschrift.<br />
Na een week had ik drie pagina's vol met argumenten<br />
getypt om aan te geven dat de beslissing<br />
van de PCL niet juist is. Het bezwaar is op de post<br />
en nu kunnen we weer even niets anders dan<br />
wachten. Maar ze kunnen geen beslissing afgeven<br />
zonder ons gehoord te hebben, dus er kan niet<br />
ineens een vervelende beslissing in de bus vallen.<br />
Ik heb ze verzocht om ons bezwaar spoedig te<br />
behandelen, want een overgang naar een andere<br />
school moeten we uiteraard goed regelen. Maar<br />
gezien de “snelheid” tot nu toe van deze procedure<br />
probeer ik er niet teveel van te verwachten.<br />
Het resultaat kan voor mij maar 1 ding zijn: een<br />
gegrondverklaring van ons bezwaarschrift. Deels<br />
ben ik ervan overtuigd dat ik ze omver blaas met<br />
14<br />
nieuws<br />
Community Breakfast<br />
Binnenkort is het weer zover, dan organiseert het<br />
Revalidatiefonds voor het 4e jaar op rij, het zogenaamde<br />
Community Breakfast. Jongeren met een<br />
lichamelijke beperking of chronische ziekte en topmanagers<br />
uit bedrijfsleven en overheid ontmoeten<br />
elkaar tijdens een informeel ontbijt. Samen wisselen<br />
zij ideeën uit over arbeidsparticipatie en wordt<br />
voor beide partijen duidelijk wat er nodig is om<br />
‘werken met een handicap’ mogelijk te maken.<br />
Voorafgaand aan het ontbijt krijgen de jongeren<br />
een training en leren zij hoe zij zichzelf kunnen<br />
presenteren tijdens bijvoorbeeld een sollicitatie.<br />
Ben jij:<br />
• tussen de 18 en 32 jaar<br />
• heb je een lichamelijke beperking of chronische<br />
ziekte<br />
• studeer je binnenkort af<br />
• ben je op zoek naar een stage- of ervaringsplek<br />
of een baan<br />
• zie jij het als een uitdaging om met topmanagers<br />
in gesprek te gaan over de mogelijkheden<br />
rondom werk?<br />
mijn argumenten, maar aan de andere kant twijfel<br />
ik of ze er wel echt voor open staan. Als zij overtuigd<br />
blijven van hun gelijk...maar daar wil ik niet<br />
aan denken.<br />
Pas liep ik met Lara langs scholen bij ons in de<br />
buurt en toen zei Lara: “als ik op een andere<br />
school zit mag ik ook met een busje”. Ze heeft volgens<br />
mij echt geen idee wat er allemaal speelt,<br />
maar ik vond het wel bijzonder dat ze dat zei. Ze<br />
is de laatste tijd erg bezig met 'als ik...dan...'.<br />
“Als ik groter ben, mag ik ook Lelli Kelly schoenen”<br />
(=glitterschoenen met hakje!) en “als ik goed kleertjes<br />
pas, dan mag ik chocola”. Nou...ALS we een<br />
positieve beschikking krijgen, DAN eten we heel<br />
veel chocola! Ik ga de voorraadkast alvast vullen!!■<br />
bron Nieuwsbrief YUUB<br />
Meld je dan nu aan!<br />
De ontbijten vinden plaats op 22 april in<br />
Amersfoort en op 7 oktober (locatie is nog niet<br />
bekend). Tevens vindt er dit jaar een High Tea<br />
plaats met 2e Kamerleden en mogelijk ook<br />
ministers bij de 2e Kamer in Den Haag. Wil jij meedoen<br />
aan een Community Breakfast of de High Tea<br />
in Den Haag? Reageer dan snel en stuur een email<br />
met je CV en je motivatie (welke bijdrage kan jij<br />
als jongere leveren aan de ontbijttafel?) naar:<br />
mirjam.vanginkel@revalidatiefonds.nl<br />
We nemen daarna zo spoedig mogelijk contact<br />
met je op en informeren je dan over de verdere<br />
gang van zaken en de exacte data.<br />
Let op VOL is VOL!<br />
Voor meer informatie:<br />
Mirjam van Ginkel (projectcoördinator)<br />
Telefoon: 030-6572022 Mobiel: 06-10053911<br />
Email: mirjam.vanginkel@revalidatiefonds.nl ■<br />
zomer <strong>2010</strong> | TSC Contact
gebarentaal<br />
<strong>Nederland</strong>s met Gebaren voor kinderen met een<br />
communicatie beperking<br />
Wat is <strong>Nederland</strong>s met Gebaren?<br />
<strong>Nederland</strong>s met Gebaren (NmG) is een communicatiesysteem<br />
waarbij het <strong>Nederland</strong>s meer visueel<br />
gemaakt wordt door middel van duidelijke articulatie,<br />
gebaren, mimiek en vingerspelling. Het is eenvoudig<br />
gezegd een combinatie van de <strong>Nederland</strong>se<br />
taal en de <strong>Nederland</strong>se Gebarentaal. Door het<br />
<strong>Nederland</strong>s en de <strong>Nederland</strong>se Gebarentaal als het<br />
ware met elkaar te mengen, ontstaat de ‘contacttaal’<br />
NmG. NmG kan helpen om de beide talen<br />
meer toegankelijk te maken voor mensen die vanwege<br />
een gehoorbeperking of taalstoornis normaliter<br />
geen volledige toegang hebben tot de taal die<br />
zij prefereren; ofwel het <strong>Nederland</strong>s, ofwel de<br />
<strong>Nederland</strong>se Gebarentaal, om zo te komen tot<br />
communiceren. Voor meer informatie omtrent het<br />
verschil tussen <strong>Nederland</strong>s met Gebaren en de<br />
<strong>Nederland</strong>se Gebarentaal verwijzen we u graag<br />
naar de website van het Gebarencentrum<br />
www.gebarencentrum.nl.<br />
Praktijkervaringen<br />
Annelies Vriends en Sabrina Moors, beiden docent<br />
<strong>Nederland</strong>s met Gebaren geven de cursus NmG<br />
(module 1 en module 2) aan zowel de familie als<br />
aan personen die beroepsmatig te maken hebben<br />
met kinderen met communicatieve beperkingen.<br />
Annelies en Sabrina zijn beide werkzaam als logopedist<br />
in een ziekenhuis. Daar hebben ze de ervaring<br />
dat het gebruiken van NmG, kinderen met een<br />
communicatieve beperking en hun omgeving, kan<br />
helpen in de communicatie.<br />
Beide logopedisten zien in praktijk dat NmG kinderen<br />
kan ondersteunen in de communicatie en dat<br />
het gebruik van gebaren taal uitlokt. Vaak wordt<br />
gedacht dat kinderen niet of minder gaan praten<br />
omdat ze een gebaar in plaats van een woord<br />
gebruiken, dit is volgens Annelies en Sabrina zeker<br />
niet het geval. Kinderen die een woord verbaal niet<br />
kunnen zeggen maar wel kunnen gebaren kunnen<br />
zich op deze manier toch uiten, dit voorkomt<br />
frustraties. Daarnaast begrijpen kinderen taal beter<br />
tekst Annelies Vriends/Sabrina Moors bron Gebarencentrum <strong>Nederland</strong><br />
door de visuele ondersteuning. Je laat met een<br />
gebaar zien waar je over praat. Kinderen kunnen<br />
door het gebruiken van een gebaar duidelijker<br />
aangeven wat ze bedoelen maar ook kan het<br />
maken van een gebaar een woord oproepen. Als<br />
kinderen eenmaal het woord kunnen zeggen wordt<br />
het gebaar vaak weggelaten.<br />
Het is van belang dat zoveel mogelijk mensen in<br />
de omgeving van het kind de gebaren gebruiken in<br />
de communicatie. Door middel van imitatie leert<br />
het kind de gebaren makkelijker onthouden en<br />
zelf gebruiken. Zoals gezegd is het gebruik van<br />
NmG echt ter ondersteuning van de verbale communicatie<br />
in het <strong>Nederland</strong>s. De <strong>Nederland</strong>se<br />
grammatica en zinsstructuur worden aangehouden.<br />
NmG kan dus wel de gesproken taalverwerving<br />
en ontwikkeling ondersteunen, maar kan op<br />
zichzelf nooit een surrogaat zijn voor het<br />
<strong>Nederland</strong>s.<br />
NmG in het onderwijs<br />
NmG (en andere ondersteunende gebarensystemen)<br />
worden veel in het onderwijs aan dove en<br />
slechthorende kinderen gebruikt maar ook bij kinderen<br />
met ernstige spraak-taal moeilijkheden.<br />
NmG biedt leraren de mogelijkheid om het<br />
<strong>Nederland</strong>s toegankelijker te maken voor leerlingen,<br />
die vanwege auditieve beperkingen en/of<br />
taal- en/of spraakstoornissen geen volledige toegang<br />
hebben tot alleen het <strong>Nederland</strong>s. NmG is<br />
daarom uitermate geschikt als middel om een klas<br />
met dove, slechthorende en kinderen met ernstige<br />
spraak-taal moeilijkheden te instrueren en als<br />
interactiemethode.<br />
Cursusinformatie<br />
Annelies en Sabrina geven de basiscursus module<br />
1 die bestaat uit 10 lessen, of een cursus op maat<br />
aangepast aan de doelgroep. In de cursus wordt<br />
aan de cursisten het volgende geleerd: gebaren<br />
maken en begrijpen, met deze gebaren zinnen te<br />
maken zodat vragen kunnen worden gesteld, ant-<br />
TSC Contact | zomer <strong>2010</strong> 15
woord op een vraag geven, korte gesprekjes voeren<br />
enz. Tijdens de cursus worden ongeveer 700<br />
gebaren aangeleerd die in het dagelijkse leven<br />
gebruikt kunnen worden. Alles wat in deze module<br />
aangeboden wordt is gericht op de communicatie<br />
met kinderen van 0 tot ongeveer 16 jaar.<br />
Afhankelijk van de groepssamenstelling wordt het<br />
lexicon aangepast aan de leeftijd van de kinderen.<br />
De cursus wordt gegeven aan familieleden en kennissen<br />
van personen met een communicatieve<br />
16<br />
beperking (slechthorendheid of spraak- en taalproblemen)<br />
en aan personen die beroepsmatig te<br />
maken hebben met cliënten met communicatieve<br />
beperkingen (logopedisten, leerkrachten en klassenassistenten<br />
binnen het speciaal onderwijs,<br />
medewerkers van zorginstellingen/revalidatiecentra,<br />
studenten en andere geïnteresseerden). Voor<br />
meer informatie/inlichtingen verwijzen wij u naar<br />
de redactie van dit blad. ■<br />
Verslag van een cursus:<br />
‘Communiceren met ondersteunende gebaren’<br />
Ik wil me even voorstellen, mijn naam is Gerdie Rooijackers en ik ben de mama van Ties. Ties is 2 jaar oud<br />
en heeft TSC. Dit is ontdekt na 28 weken zwangerschap, door tubers in het hartje. Ties heeft nu TSC in het<br />
hartje, de hersenen en in de huid.<br />
Als gevolg van TSC begonnen de epileptische aanvallen<br />
toen Ties 3 maanden oud was, hij heeft<br />
hierdoor een lichamelijke en geestelijke achterstand.<br />
Toen hij 1 jaar oud was, maakte Ties weinig<br />
tot geen geluid en ook het brabbelen kwam niet<br />
op gang. Onze neuroloog verwees ons daarom<br />
naar een pre-logopediste. Dit is een logopediste<br />
die gespecialiseerd is in wat belangrijk is voor het<br />
praten, zoals het goed leren eten en drinken, om<br />
zodoende het praten te stimuleren. Zij wees ons al<br />
tekst en foto Gerdie Rooijackers<br />
snel op het feit dat gebaren gebruiken belangrijk<br />
is om dingen duidelijk te maken. We konden hiervoor<br />
als ouders een cursus volgen via het audiologisch<br />
centrum. Omdat een vriendin van mij een<br />
dochter met het syndroom van Down heeft van<br />
4 jaar die nog niet praat, waren we niet onbekend<br />
met het gebruik van gebaren. We zijn aan het<br />
informeren gegaan en kwamen al snel terecht bij<br />
de cursus die Sabrina aanbiedt. Wij vonden het<br />
namelijk erg belangrijk dat niet alleen wij met Ties<br />
MAN MAMA OMA OMA... OMDAT OM-DE-BEURT OP BEZOEK-GAAN OPA<br />
zomer <strong>2010</strong> | TSC Contact
kunnen communiceren, maar dat ook alle mensen<br />
die veel in zijn omgeving zijn dat kunnen. En ook<br />
de mogelijkheid om de cursus thuis in groepsverband<br />
te volgen stond ons erg aan. Iedereen waar<br />
we Ties aan over durfden te laten, wilden we<br />
immers de mogelijkheid aanbieden om mee te<br />
doen. Daarnaast kon op deze manier Ties lekker<br />
thuis blijven.<br />
In september 2009 zijn we met negen personen<br />
van start gegaan; de twee oma’s, opa, de drie tantes,<br />
de oppas, mijn man en ik. De cursus NMG-1,<br />
<strong>Nederland</strong>s met ondersteunende gebaren bestond<br />
uit 10 lessen waarin we ongeveer 700 gebaren<br />
leerden. De lessen duurden 2 uur en daarna werd<br />
er natuurlijk nog gezellig wat gedronken. Na de<br />
eerste les duizelde het ons een beetje, er kwam<br />
erg veel op ons af en we kregen ook flink wat<br />
huiswerk mee. Gedurende de lessen raakte je hieraan<br />
gewend en na iedere les ging iedereen met<br />
veel enthousiasme thuis aan het oefenen. We hebben<br />
allemaal een naamgebaar verzonnen voor onszelf,<br />
zodat we ook in gebaren duidelijk kunnen<br />
maken wie we zijn. Voor Ties spreek je dus de<br />
woorden uit en tegelijkertijd maak je het gebaar.<br />
De gebaren die we leerden zijn woorden die je de<br />
gehele dag door gebruikt. Natuurlijk papa, mama<br />
en de gehele familie, verder alles rondom eten,<br />
slapen, kleding, dieren enz. Ook leerden we kinderliedjes<br />
en de gebaren rondom sinterklaas en<br />
kerst. Doordat we de gebaren zijn gaan gebruiken,<br />
is Ties zich veel meer visueel gaan ontwikkelen.<br />
Wanneer hij iets hoort, kijkt hij je nu ook direct<br />
aan en kijkt naar het gebaar. Op dit moment kijkt<br />
hij ook naar datgene waar je het over hebt. Als<br />
papa bijvoorbeeld thuis komt, maak ik het gebaar<br />
papa en thuis, vervolgens gaat hij kijken waar<br />
papa is. Ook wanneer we het gebaar voor melk<br />
maken, kijkt hij meteen naar de koelkast. Het is de<br />
bedoeling dat hij zelf straks ook de gebaren gaat<br />
Gerdie en Ties<br />
maken, zodat hij zichzelf duidelijk kan maken naar<br />
ons toe. We zijn dit nu aan het stimuleren.<br />
We hebben de cursus als zeer waardevol<br />
beschouwd. Het heeft ons geleerd om op een<br />
andere manier te communiceren met Ties.<br />
Daarnaast is het prettig dat je het met veel bekenden<br />
hebt geleerd, je stimuleert elkaar om de gebaren<br />
te leren, maar wat zeker zo belangrijk is, is om<br />
ze te blijven gebruiken. ■<br />
MELK MENS MIDDAG AVOND... BABY BAD BAL MAN<br />
TSC Contact | zomer <strong>2010</strong> 17
18<br />
artikel<br />
TSC en autisme<br />
Onderstaand artikel is een samenvatting van een Amerikaans onderzoek naar de relatie TSC en autisme.<br />
Ook in <strong>Nederland</strong> wordt op dit moment onderzoek gedaan naar de relatie tussen TSC en autisme.<br />
Wanneer de eerste resultaten van dit onderzoek bekend worden gemaakt, zullen wij u hieromtrent<br />
informeren.<br />
Onderzoek heeft uitgewezen dat autisme een “verbindingsstoornis”<br />
in de hersenen is. Bij de ziekte<br />
<strong>Tubereuze</strong> <strong>Sclerosis</strong> Complex (TSC), welke<br />
gewoonlijk geassocieerd wordt met autisme, wordt<br />
een link gelegd naar een stoornis van de uitlopers<br />
van zenuwcellen die de verbinding tussen deze<br />
cellen verzorgen. Bij het bestuderen van de zeldzame<br />
ziekte <strong>Tubereuze</strong> <strong>Sclerosis</strong> Complex werd door<br />
onderzoekers in het Children’s Hospital Boston<br />
steeds meer aanvullend bewijs geleverd dat de storingen<br />
in het autistisch spectrum, waaraan 25 tot<br />
50% van deze patiënten lijdt, veroorzaakt worden<br />
door het onvermogen van de neuronen (zenuwcellen)<br />
in de zich ontwikkelende hersenen, om op de<br />
juiste manier contact met elkaar te maken. Dit<br />
leidt tot gebrekkige doorsturing van informatie.<br />
Deze ontdekking kan ook de verklaring zijn voor<br />
het feit dat veel TSC-patiënten lijden aan epileptische<br />
aanvallen en een achterstand in de verstandelijke<br />
ontwikkeling. Deze studie werd online gepubliceerd<br />
in Nature Neuroscience op 10 januari<br />
<strong>2010</strong>.<br />
TSC veroorzaakt goedaardige tumoren door het<br />
hele lichaam, inclusief de hersenen. Echter, zelfs<br />
wanneer deze tumoren niet aanwezig zijn, kunnen<br />
bij TSC-patiënten wel degelijk autisme, epilepsie of<br />
verstandelijke beperkingen voorkomen. Onder leiding<br />
van Dr. Mustafa Sahin hebben onderzoekers<br />
van de afdeling kinderneurologie van het CHB<br />
bewijzen naar voren gebracht, dat door een mutatie<br />
in een van de genen die TSC veroorzaakt, het<br />
TSC2-gen, de groeiende verbindingsdraden (uitlopers)<br />
van de zenuwcellen niet goed in staat zijn<br />
om in de zich ontwikkelende hersenen de juiste<br />
plaats van bestemming te vinden.<br />
bron persbericht van het Children’s Hospital Boston (CHB)<br />
door James Newton vertaling Marjan Bravenboer<br />
Bij het bestuderen van een bekende zenuwbaan –<br />
tussen het netvlies en de achterliggende hersenen<br />
– toonden Sahin c.s. aan, dat wanneer de zenuwcellen<br />
van de proefdieren (muizen) de afwijking<br />
TSC2 vertoonden, de uitlopers van deze cellen niet<br />
in staat bleken om op de juiste plaats aan te hechten.<br />
Nader onderzoek wees hierbij uit dat de groeiknoppen<br />
aan de uiteinde van de uitlopers niet<br />
gehoorzaamden aan de aanwijzingen van een<br />
groep moleculen onder de naam ephrinen.<br />
Sahin: “Normaal gesproken zorgen deze ephrinen<br />
ervoor dat de uitlopers stoppen met groeien, maar<br />
als er TSC in het spel is zijn de groeiknoppen<br />
ongevoelig voor de ephrinen en blijven doorgroeien”.<br />
Met aanvullende experimenten werd aangetoond<br />
dat het gebrek aan gevoeligheid voor<br />
ephrine-signalen veroorzaakt werd door activering<br />
van een moleculaire route, de mTOR-route, waarvan<br />
de activiteit toeneemt als de zenuwcellen een<br />
tekort hebben aan TSC2. Bij het zoeken naar<br />
zenuwuiteinden bij de muizen bleek dat veel<br />
zenuwuiteinden afkomstig van het netvlies uiteindelijk<br />
hun bestemming in de hersenen niet gevonden<br />
hadden.<br />
Hoewel deze studie alleen betrekking had op de<br />
verbindingen van het netvlies met de hersenen,<br />
nemen de onderzoekers aan dat deze bevindingen<br />
ook algemene geldigheid hebben op de organisatie<br />
van de zich ontwikkelende hersenen. Men veronderstelt<br />
dat bij autisme sprake is van afwijkende<br />
bedrading in de zenuwcellen in die gedeelten van<br />
de hersenen die betrokken zijn bij de sociale interacties<br />
en die dus invloed hebben op het sociale<br />
gedrag van de patiënt.<br />
“Tot op heden hebben we autisme beschouwd als<br />
zomer <strong>2010</strong> | TSC Contact
een ontwikkelingssyndroom dat het maken van<br />
verbindingen in de hersenen in de weg staat; er<br />
zijn ofwel teveel, ofwel te weinig aansluitingen tussen<br />
de verschillende onderdelen van de hersenen”,<br />
aldus Sahin. “Bij de proeven op muizen vonden we<br />
een overvloed aan verbindingen, in overeenstemming<br />
met het vermoeden dat autisme veroorzaakt<br />
zou kunnen worden door een te grote toevloed<br />
aan zintuiglijke prikkels, en/of door een gebrekkige<br />
filtratie van informatie”.<br />
Sahin hoopt dat deze afwijking van de bedrading<br />
in de hersenen gecorrigeerd kan worden door<br />
medicatie die inwerkt op de verantwoordelijke<br />
moleculaire route. De mTOR-route blijkt de belangrijkste<br />
veroorzaker te zijn van verschillende stoornissen<br />
aan de uitlopers van zenuwcellen.<br />
Medicijnen die mTOR kunnen onderdrukken zijn<br />
reeds goedgekeurd door de FDA (Food- and Drug<br />
Administration, een soort keuringsdienst van<br />
waren, vert.) Bijvoorbeeld: één van de remmers van<br />
mTOR, het middel rapamycine, wordt gewoonlijk<br />
gebruikt om afstoting van een getransplanteerd<br />
orgaan tegen te gaan. Sahin is van plan om later in<br />
het jaar een klinische proef met een rapamycineachtige<br />
stof te doen bij ca. 50 TSC-patiënten om te<br />
onderzoeken of deze stof de waarneming van<br />
zenuwcellen, autisme en epilepsie kan verbeteren.<br />
In 2008 publiceerden Sahin c.s. in Genes &<br />
Development een onderzoek dat verwant is aan<br />
bovenstaand onderzoek. Dit toonde aan dat wanneer<br />
TSC1 en TSC2 geïnactiveerd werden, één hersencel<br />
meerdere zenuwuitlopers liet groeien, wat<br />
niet normaal is. Hierdoor werd abnormale verbinding<br />
van hersencellen in de hand gewerkt.<br />
Opnieuw bleek hierbij de mTOR-route betrokken te<br />
zijn. Nadat de mTOR-werking met rapamycine<br />
werd geremd groeiden de neuronen op de normale<br />
manier, met slechts één uitloper per cel.<br />
Bij een studie in het Computational Radiology<br />
Laboratory at Children’s door Sahin en zijn collega<br />
Simon Warfield, PhD, werd gebruik gemaakt van<br />
dit onderzoek op muizen. De hersenen van tien<br />
TSC-patienten werden bestudeerd, waarvan er<br />
zeven ook autisme of een ontwikkelingsstoornis<br />
hadden; de zes personen van de controlegroep<br />
hadden geen stoornis. Er werd gebruik gemaakt<br />
van een ver ontwikkeld MRI-systeem. Zij noteerden<br />
voor de TSC-groep wanordelijke en structureel<br />
abnormale kanalen voor de zenuwuiteinden, met<br />
name in de visuele en sociale leergebieden in de<br />
hersenen. De zenuwuiteinden hadden ook weinig<br />
myeline, een vettige coating waardoor zenuwcellen<br />
gemakkelijker elektrische signalen kunnen doorzenden.<br />
(Bij andere onderzoeken, die gedaan werden<br />
in samenwerking met David Kwiatkowski in<br />
het Women’s Hospital in Brigham, bleek dat toediening<br />
van Rapamicine de myelinevorming bij<br />
muizen normaliseerde).<br />
Sahin bestudeerde ook extra genen waarvan eerder<br />
ontdekt was dat ze niet aanwezig, of dubbel<br />
aanwezig waren bij autisten. Hij ontdekte hierbij<br />
dat wanneer sommige van deze genen niet actief<br />
zijn, dit zenuwcellen aanzet tot het vormen van<br />
meerdere zenuwuiteinden. Deze abnormaliteit<br />
blijkt te kunnen worden teruggedraaid met behulp<br />
van rapamycine.<br />
“Het is mogelijk dat veel van de genen die bij<br />
autisme betrokken zijn, samenkomen in een paar<br />
gewone routes die de bedrading van zenuwcellen<br />
controleren”, aldus Sahin. “Zeldzame genetische<br />
afwijkingen als TSC geven ons sleutelaanwijzingen<br />
over mechanismen in de hersenen die ziekten in<br />
het autistisch spectrum veroorzaken.”<br />
Nieuwe inzichten in de neurobiologie van deze<br />
afwijkingen kunnen er mogelijk toe leiden dat<br />
nieuwe behandelwijzen ontwikkeld worden.<br />
Niet alleen TSC-patiënten kunnen hiermee worden<br />
geholpen; ook andere kwalen op het gebied van de<br />
neurologische ontwikkeling, die veroorzaakt worden<br />
door een tekort aan myeline of door foutieve<br />
verbindingen van de zenuwuiteinden in de hersenen<br />
zoals bij autisme, epilepsie of verstandelijke<br />
beperktheid, kunnen hiermee vooruit geholpen<br />
worden. ■<br />
TSC Contact | zomer <strong>2010</strong> 19
20<br />
artikel<br />
De herstelkracht van gezond hersenweefsel<br />
Hoe goed een patiënt herstelt na epilepsiechirurgie is afhankelijk van het resterende brein. Tot dusver werd<br />
nauwelijks onderzocht hoe gezond -of ziek- dat resterende brein is. Kinderneuroloog Kees Braun doet dat<br />
wel. Sinds december 2008 onderzoekt hij samen met Wim Otte en Kim Boshuizen de herstelkracht van het<br />
gezonde hersenweefsel. De eerste resultaten.<br />
Bij epilepsie – en zeker bij de epilepsiechirurgie –<br />
is het onderzoek vrijwel altijd gericht op het zieke<br />
hersenweefsel. Waar zit de bron van de epilepsie<br />
precies? Is die bron te verwijderen of zitten er<br />
functies die de patiënt niet kan missen? ‘Heel<br />
belangrijk onderzoek’, zegt kinderneuroloog Kees<br />
Braun van het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ),<br />
‘maar in ons onderzoek doen we het omgekeerde.<br />
We kijken bij kinderen met epilepsie naar de functie<br />
en structuur van het gezonde hersenweefsel<br />
dat overblijft na een operatie. Soms blijft slechts<br />
één hersenhelft over, zoals na een hemisferectomie<br />
(het chirurgisch uitschakelen van één hersenhelft,<br />
red.) De kwaliteit van dit hersenweefsel<br />
bepaalt waarschijnlijk de herstelmogelijkheden van<br />
bron Episcoop 1/<strong>2010</strong> tekst Pieter Lomans foto Frank van Dam<br />
Kim Boshuizen en Kees Braun<br />
het kind. Wij willen weten hoe gezond dit weefsel<br />
is. Is het helemaal in orde of zijn er mischien toch<br />
afwijkingen in de structuur en de functie,<br />
waardoor het herstelvermogen wordt beperkt? De<br />
antwoorden zoeken we zowel in de mens als bij<br />
ratten.’<br />
Hersennetwerken<br />
Vernieuwend hersenonderzoek vraagt vaak om<br />
slimme, innovatieve technieken. Dat geldt ook<br />
voor het door het Nationaal Epilepsie Fonds gesubsidieerde<br />
onderzoek van Braun. Zo gebruikt hij<br />
voor het vaststellen van structurele en funcionele<br />
afwijkingen in de hersenen onder andere diffusie<br />
tensor imaging (DTI) en resting-state fMRI. Braun:<br />
zomer <strong>2010</strong> | TSC Contact
‘Met DTI kun je heel goed de structuur van de<br />
‘witte stof’ in beeld brengen. Die witte stof bevat<br />
de ‘telefoonkabels’ waarmee de onderdelen van<br />
het brein met elkaar communiceren. DTI kan subtiele<br />
veranderingen in de architectuur van de witte<br />
stof zichtbaar maken, die mogelijk het gevolg zijn<br />
van focale (plaatselijke) epilepsie.’ Resting-state<br />
fMRI is een heel nieuwe manier om naar netwerken<br />
in de hersenen te kijken. De technieken die<br />
gebruikt worden om deze netwerkstructuren te<br />
analyseren, zijn voor een belangrijk deel ontwikkeld<br />
door Kees Stam, hoogleraar klinische neurofysiologie<br />
in het VUmc. Braun: ‘Met functionele MRI<br />
(fMRI) kijk je naar de activiteit van het brein. In dit<br />
geval naar een brein in rust. Terwijl de patiënt niks<br />
doet – of terwijl de rat slaapt of onder narcose is<br />
gebracht – registreert de techniek de signaalveranderingen<br />
in het hersenweefsel. Vervolgens wordt<br />
bepaald in hoeverre de signaalveranderingen in<br />
verschillende hersengebieden met elkaar overeenkomen.<br />
Die gegevens zeggen iets over de functionele<br />
verbindingen tussen deze hersengebieden.<br />
Kortom, resting-state fMRI zegt iets over de manier<br />
waarop, en de efficiëntie waarmee, bepaalde<br />
onderdelen van het brein in een groot netwerk met<br />
elkaar verbonden zijn.<br />
Verandering in bekabeling<br />
Beide technieken zijn door Braun en zijn onderzoekers<br />
toegepast in een nieuw diermodel voor epilepsie.<br />
Ratten krijgen een stofje ingespoten in de<br />
hersenschors, waardoor zeer lokaal epileptische<br />
aanvallen ontstaan. Bij zo’n aanval staat de rat stil,<br />
trilt hij even met zijn snorharen en gelaatspieren<br />
en gaat dan weer verder. Braun: ‘In dit dierexperimenteel<br />
onderzoek, dat wordt uitgevoerd door<br />
Wim Otte, tonen we met resting-state fMRI aan, dat<br />
veranderingen in het brein veel verder gaan dan de<br />
plaats waar het stofje is ingespoten. Het hele netwerk<br />
verandert na enige tijd en die verandering<br />
lijkt samen te hangen met de optredende aanvallen.’<br />
DTI-onderzoek wijst uit dat de banen witte<br />
stof in de hersenen na het opwekken van epilepsie<br />
óók een afwijkende structuur krijgen. ‘We zijn<br />
benieuwd of die veranderingen in de witte stof<br />
samenhangen met de veranderingen in het netwerk’,<br />
zegt Braun. Daarnaast wordt met de verschillende<br />
MRI-technieken ook het effect van een<br />
hemisferectomie op de resterende hersenhelften<br />
van de rat onderzocht. Braun wil beide modellen<br />
combineren, om te zien of veranderingen in het<br />
brein door epilepsie omkeerbaar zijn na de epilepsiechirurgie.<br />
Afwijkingen op MRI<br />
Ook in het klinisch onderzoek zijn grote vorderingen<br />
gemaakt. Onderzoeker Kim Boshuizen heeft<br />
MRI-beelden bekeken van bijna alle kinderen die in<br />
Utrecht door middel van hemisferectomie zijn<br />
behandeld. Toont de MRI duidelijk zichtbare afwijkingen<br />
in de gezonde hersenhelft voor de operatie,<br />
dan is de kans kleiner dat het kind na de operatie<br />
aanvalsvrij wordt. Bovendien zijn de kansen<br />
op cognitief herstel na de operatie kleiner. Braun:<br />
‘Dat is een eerste bevestiging van een thema dat<br />
we in dit project willen toetsen.’<br />
Europees onderzoek<br />
De rol van anti-epileptica in het herstel na de operatie<br />
vormt een ander onderzoeksthema. Braun:<br />
‘Als je denkt dat de kinderen na de operatie zijn<br />
genezen, wanneer zou je dan in principe kunnen<br />
stoppen met medicatie? We weten dat ongeveer<br />
zeventig tot tachtig procent van de patiënten aanvalsvrij<br />
wordt. Toch gaan veel artsen soms nog<br />
jarenlang door met anti-epileptica. Over de veiligheid<br />
van het vroeger afbouwen van medicatie na<br />
de operatie is nog weinig bekend.’ Sterker nog,<br />
misschien belemmeren medicijnen na de operatie<br />
het cognitieve herstelvermogen zelfs. ‘Vaak zeggen<br />
ouders dat het beter gaat met hun kind na het<br />
afbouwen, dat ze alerter zijn, het beter doen op<br />
school. Toch bouwen artsen niet af, omdat de<br />
angst bestaat dat het (te) vroeg onttrekken van<br />
medicijnen de kans op terugkeer van aanvallen<br />
vergroot en dat die aanvallen daarna moeilijker of<br />
zelfs niet meer onder controle zijn te krijgen.’ Om<br />
daarover meer duidelijkheid te krijgen verzamelde<br />
Boshuisen alle gegevens over het medicijngebruik<br />
van ruim 750 kinderen in vijftien centra in acht<br />
Europese landen. ‘Een unieke studie’, zegt Braun,<br />
‘die aangeeft dat artsen onder andere geneigd zijn<br />
om sneller af te bouwen als een kind veel medicijnen<br />
gebruikt, als de epileptische haard helemaal is<br />
verwijderd of als er een hemisferectomie heeft<br />
plaatsgevonen. En wórdt er op goede gronden<br />
afgebouwd, dan lijkt het niet zoveel uit te maken<br />
of het heel vroeg of tamelijk laat gebeurt. Een<br />
grote Europese studie naar de mogelijk gunstige<br />
effecten van een verantwoorde vroege medicijnonttrekking<br />
is de volgende stap.’ ■<br />
TSC Contact | zomer <strong>2010</strong> 21
22<br />
artikel<br />
Milde gevallen? Vaak een misleidende term<br />
Toen Arni Hubbeling en ik in 2000 in Edinburgh ons onderzoek naar TSC en gedrag presenteerden op het<br />
internationale congres van de TSA ontmoetten wij aan het diner een jonge vrouw. Zij legde ons uit dat zij<br />
een “mild case” was, een “licht geval”. Zij maakte aan ons duidelijk, dat het feit, dat zij een “mild case” was,<br />
niet betekende dat zij ook een makkelijk leven had. In haar intellectuele en emotionele ontwikkeling had zij<br />
nooit problemen ervaren. Bij haar waren de problemen vooral lichamelijk. Ze had slechte nieren en vertelde<br />
dat ze veel pijn leed. De consequenties voor haar dagelijks leven waren groot; zo was zij door haar<br />
ziekteverschijnselen niet in staat om te werken. Het was haar grote ideaal om de belangen te behartigen<br />
van jongeren met TSC in een vergelijkbare positie als zij. Zij speelde dan ook een actieve rol in de<br />
patiëntenvereniging in Groot Brittannië.<br />
Het blijft belangrijk om te benadrukken dat TSC níet<br />
hoeft te leiden tot problemen in de emotionele ontwikkeling.<br />
Dit artikel is geschreven vanuit de ervaringen<br />
binnen de hulpverlening aan mensen met TSC<br />
die in de problemen geraakt zijn en daarom een<br />
beroep hebben gedaan op het TSC-expertiseteam dat<br />
gespecialiseerd is in psychische problemen bij TSC.<br />
Dat gedragsproblemen veel voorkomen bij personen<br />
met TSC en een verstandelijke handicap was al eerder<br />
beschreven (Hunt, 1993)<br />
Uit het onderzoek van Arni Hubbeling en Johan<br />
Mulder (Hubbeling en Mulder, 2000) bleek echter, dat<br />
ook een aantal mensen uit de groep met een<br />
gemiddelde of bovengemiddelde intelligentie te kampen<br />
hadden met forse emotionele problemen. Binnen<br />
de STSN is in de loop der jaren steeds meer aandacht<br />
gekomen voor deze problematiek. Zo is er een<br />
systeem van gespreksgroepen ontwikkeld waarin<br />
men elkaar ontmoet en gezamenlijke problemen kan<br />
bespreken.<br />
Naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek<br />
is in 2003 het TSC-expertiseteam opgericht voor<br />
begeleiding bij gedragsproblemen. Het team bestaat<br />
uit een arts, een begeleidingsadviseur en een GZpsycholoog.<br />
Het team wordt ingezet door het<br />
Centrum voor Consultatie en Expertise, het CCE. De<br />
CCE’s kunnen het TSC-expertiseteam inzetten op verzoek<br />
van ouders of hulpverleners als de reguliere<br />
hulp vastloopt. Dit gebeurt nog al eens, omdat TSC<br />
tekst Johan Mulder, GZ-psycholoog TSC-expertiseteam<br />
behoorlijk complexe beelden in het gedrag kan<br />
geven. Het team doet dan diagnostisch onderzoek.<br />
Dit gebeurt met betrokkene zelf en de mensen om<br />
de persoon heen. Het team geeft adviezen aan de<br />
persoon zelf of aan de mensen die betrokkene verzorgen<br />
of hulp verlenen aan betrokkene.<br />
Oorspronkelijk verleende het CCE alleen maar haar<br />
diensten binnen de zorg voor mensen met een verstandelijke<br />
beperking. Echter vanaf 2003 heeft het<br />
CCE haar werkterrein verbreed naar onder meer de<br />
psychiatrie en naar de ouderenzorg. Voor het TSCexpertiseteam<br />
is dit een belangrijke stap geweest,<br />
omdat het nu ook mogelijk werd om als het nodig<br />
was het team in te zetten voor mensen met een<br />
gemiddelde en bovengemiddelde intelligentie.<br />
In 2006 heeft het TSC-team in opdracht van het CCE<br />
een onderzoek gedaan naar de problemen bij de<br />
mensen die waren aangemeld (van Belle-Kusse,<br />
2006). Er bleken vijf aanmeldingen te zijn van personen<br />
met een IQ boven de 85. Het gaat hierbij om kinderen<br />
en volwassenen. Een aantal mensen hiervan<br />
meldde zichzelf aan om hulp te vragen.<br />
Tussen 2006 en <strong>2010</strong> is er opnieuw een aantal aanmeldingen<br />
geweest van personen met een IQ boven<br />
de 85. Er is zelfs een verschuiving te zien naar aanmeldingen<br />
van personen met een hoger IQ, die geen<br />
gebruik maken van de zorg voor mensen met een<br />
verstandelijke handicap.<br />
De kinderen die aangemeld werden zaten op verschillende<br />
typen scholen. Het reguliere basisonderwijs,<br />
zomer <strong>2010</strong> | TSC Contact
?<br />
?<br />
speciale scholen voor kinderen met leermoeilijkheden<br />
of gedragsproblemen, of een school verbonden aan<br />
de dagbehandeling binnen de kinderpsychiatrie.<br />
Bij al deze kinderen bleken er problemen te zijn in<br />
het contact. Contacten binnen een groep verliepen<br />
moeizaam of er waren veel conflicten. Een aantal kinderen<br />
kon dit ook goed zelf verwoorden. Verder worden<br />
regelmatig gedragsproblemen beschreven:<br />
onvoorspelbaar gedrag, rigide gedrag, agressief<br />
gedrag en moeite met omschakelen.<br />
Verder had elk kind een eigen patroon van specifieke<br />
leerproblemen.<br />
De problemen deden zich niet altijd overal voor.<br />
Soms alleen thuis of juist alleen op school.<br />
De kinderen werden aangemeld omdat de reguliere<br />
methoden zoals die op deze scholen toegepast werden,<br />
niet goed bleken te werken.<br />
Bij verder diagnostisch onderzoek kwamen we er telkens<br />
weer op uit, dat er eisen aan deze kinderen<br />
gesteld werden waar zij niet goed aan konden voldoen.<br />
Van een kind wordt toch al snel verwacht, dat<br />
het zijn sociale contacten zelf regelt en dat het kind<br />
zelf zijn handelen plant, hoe kinderlijk ook. Dit zijn<br />
vaardigheden die deze kinderen niet van nature blijken<br />
te beheersen. Ze maken zich deze vaardigheden<br />
ook niet zo maar door trainingen eigen. Vaak wordt<br />
?<br />
wel vooruitgang beschreven, maar ondersteuning van<br />
buitenaf blijft nodig.<br />
Mijn stelling is, dat het belangrijk is om te weten<br />
welke problemen samenhangen met de TSC. Als<br />
opvoeders de problemen herkennen, kunnen ze er<br />
rekening mee houden en hun begeleidingswijze aanpassen.<br />
Het voorkomt dat er eisen worden gesteld<br />
waar de kinderen niet aan kunnen voldoen. Dit voorkomt<br />
weer gevoelens van angst, onmacht, minderwaardigheid<br />
en frustratie.<br />
De interventie van het TSC-team bestaat in deze<br />
gevallen uit een gedetailleerde beschrijving van de<br />
problemen die het kind heeft samenhangende met<br />
de TSC en uit adviezen voor het opstellen van een<br />
passend begeleidingsplan. Zo nodig kan het CCE in<br />
overleg met de aanmelder besluiten of er nog verdere<br />
training van opvoeders of hulpverleners nodig is<br />
om het begeleidingsplan ook daadwerkelijk goed te<br />
kunnen uitvoeren.<br />
De laatste jaren zijn er steeds meer aanmeldingen<br />
van volwassenen met een gemiddeld of bovengemiddeld<br />
IQ. Zij melden zich vaak zelf aan; op advies<br />
van de behandelend arts of door zelf te zoeken op<br />
internet.<br />
Veelal beschrijven zij een levensgeschiedenis waarin<br />
zij al vanaf de kindertijd problemen<br />
ervaren. Een relatie met de TSC werd<br />
echter niet gelegd. Dit is ook niet verwonderlijk,<br />
gezien het feit, dat binnen<br />
de <strong>Nederland</strong>se situatie pas rond 2000<br />
het verband tussen TSC en mogelijke<br />
psychische problemen werd gelegd.<br />
Zij melden zich aan, omdat er problemen<br />
zijn op het werk of in de persoonlijke<br />
levenssfeer. Vaak is er contact<br />
geweest met hulpverleners, maar de<br />
hulpverlening blijkt niet het gewenste<br />
resultaat op te leveren.<br />
Voor de aanmelding neemt betrokkene<br />
contact op met het CCE in de betrokken<br />
regio. Vindt het CCE de problematiek<br />
zwaar genoeg om ermee aan de<br />
gang te gaan, dan wordt een kennismakingsgesprek<br />
gepland. In het kennismakingsgesprek<br />
met Johan Mulder<br />
van het TSC-team en een coördinator<br />
van het CCE vindt verdere verheldering<br />
van het probleem plaats. Al snel wordt<br />
duidelijk waar de voornaamste problemen<br />
liggen en komt ook de samen-<br />
TSC Contact | zomer <strong>2010</strong> 23
hang met de TSC naar voren. Het gaat om problemen<br />
in het contact, de aandacht, de informatieverwerking,<br />
de planning, de regulatie van gevoelens en de<br />
impulscontrole. Vaak is omschakelen van de ene situatie<br />
naar de andere moeilijk. Niet alle problemen<br />
komen bij iedereen voor, maar ze vallen wel in dit<br />
cluster. Daarnaast wordt regelmatig melding gemaakt<br />
van gevoelens van depressie, wantrouwen of machteloosheid.<br />
Een voorbeeld van de werksituatie van een telefoniste-receptioniste<br />
maakt duidelijk hoe vaak een<br />
beroep wordt gedaan op vaardigheden als contact<br />
leggen, beheersen van gevoelens, informatieverwerking<br />
en omschakelen. De telefoon gaat, aan de lijn is<br />
een boze klant die een verward verhaal ophangt en<br />
onmiddellijk hulp eist. De telefoniste moet informatie<br />
zien op te pikken uit een warrig verhaal. Daarbij<br />
moet ze haar gevoelens onder controle houden. Zij<br />
mag zeker niet boos worden op de klant.<br />
Ondertussen moet zij uit haar herinnering opdiepen<br />
naar wie zij de klant het beste kan doorverwijzen. Zij<br />
moet een telefoonnummer opzoeken. Zij moet vragen<br />
of de klant even wil wachten. Dan moet ze<br />
omschakelen naar een gesprek met een andere<br />
medewerker en haar de situatie uitleggen. Dan moet<br />
ze terug naar de klant en uitleggen, dat de ander<br />
medewerker hem verder kan helpen. En dan verbindt<br />
ze de klant door. Ondertussen komt er een klas<br />
kwetterende schoolkinderen binnen die op excursie<br />
zijn en willen weten waar ze naartoe moeten. Dit<br />
soort situaties komt bij veel werk voor en ook binnen<br />
een gezin kan het regelmatig zo hectisch<br />
24<br />
17 september<br />
<strong>2010</strong><br />
zijn. Het TSC-team probeert weer zo goed mogelijk in<br />
kaart te krijgen, wat de onderliggende problematiek<br />
is die samenhangt met de TSC. Hier wordt een verslag<br />
van gemaakt wat eerst besproken wordt met de<br />
aanmelder zelf. En dan gaan we gezamenlijk bekijken<br />
welke contacten we kunnen leggen met mensen als<br />
de werkgever, de bedrijfsarts, bedrijfsmaatschappelijk<br />
werk of hulpverleners. Ook wordt bekeken of er<br />
in het gezin nog extra hulp nodig is. Aanpassingen<br />
binnen het werk of binnen het programma van het<br />
gezin zijn vaak nodig. De inzet van het CCE en het<br />
TSC-team blijft ook nu weer altijd tijdelijk. Het streven<br />
is om zowel de persoon zelf als zijn omgeving<br />
zoveel kennis mee te geven dat ze weer zelf verder<br />
kunnen.<br />
Binnen werksituaties is het ook belangrijk om de juridische<br />
kanten van de zaak goed in de gaten te houden.<br />
Binnen de STSN is in 2008 een artikel van Arni<br />
Hubbeling uitgegeven over problemen op het werk<br />
bij mensen met TSC en een gemiddelde intelligentie.<br />
Literatuur:<br />
• Belle-Kusse, P. van (redactie): Gedragsproblemen bij<br />
<strong>Tubereuze</strong> Sclerose Complex, Uitgave CCE Zuid-<br />
Holland en Zeeland, 2006<br />
• Hubbeling AA, Gemiddelde intelligentie:<br />
Bovengemiddelde problematiek, STSN 2008<br />
• Hubbeling AA, Mulder JC: De complexiteit van<br />
<strong>Tubereuze</strong> Sclerose, STSN 2000<br />
• Hunt A: Development, behaviour and seizures in<br />
300 cases of tuberous sclerosis, Journal of<br />
Intellectual Disability Resaerch, 1993, 37, 41-51 ■<br />
redactie-adres STSN-Contactblad<br />
Haike Doornbos<br />
Hoogstraat 20<br />
4285 AH Woudrichem<br />
e-mailadres: redactie@stsn.nl<br />
sluitingsdatum kopij nummer 112<br />
zomer <strong>2010</strong> | TSC Contact
STSN-er in beeld<br />
Zou jij je aan de lezers willen voorstellen?<br />
Ik ben Corinne Kijl, 47 jaar, getrouwd met Jaap, moeder<br />
van 3 kinderen: Jorrit van 13, Karlijn van 11 en<br />
Felien van 8 jaar. Felien is “ons zorgenkindje”. Toen<br />
ze 1 jaar was kreeg ze een epileptische aanval in<br />
haar kinderstoel, zo is het balletje aan het rollen<br />
gegaan. Wij behoren tot de gelukkigen waarbij de<br />
diagnose vrij snel gesteld is. In het begin was het<br />
tobben, ze ontwikkelde zich nauwelijks en had zo’n<br />
30 absences of aanvalletjes per dag. Na zo’n 2 1 /2 jaar<br />
tobben hadden we eindelijk een medicatiecombinatie<br />
gevonden die aansloeg. Sindsdien ging Felien met<br />
sprongen vooruit, ze was inmiddels 5 jaar. Eindelijk<br />
kon ze zich gaan ontwikkelen, de epileptische aanvallen<br />
kostte haar zoveel energie dat alle andere ontwikkelingen<br />
stil lagen. Ook haar spraak kwam op gang,<br />
nu kletst ze me, niet altijd verstaanbaar, de oren van<br />
mijn hoofd. Op de zmlk-school waar ze nu zit heeft<br />
ze het erg naar haar zin, ook haar begrip wordt<br />
steeds beter. Als het met je kind goed gaat, gaat het<br />
met jou ook goed! Het is echt een heel vrolijk en<br />
grappig meisje, ook haar broer en zus zijn heel gek<br />
op haar. Al met al mogen we niet klagen tot nu toe.<br />
Kun je jezelf in vier woorden omschrijven?<br />
Ik houd van gezelligheid, ben redelijk perfectionistisch,<br />
praktisch en nuchter, vrolijk.<br />
Wat is je relatie met de STSN?<br />
Ik zit in de redactie van het contactblad sinds 2007<br />
en begeleid sinds kort de bijeenkomsten van ouders<br />
met jonge kinderen samen met Jacquelien van der<br />
Ploeg.<br />
Werk je ook en hoe geef je daar invulling aan?<br />
Ja, ik ben werkzaam als tandarts, toen het zo slecht<br />
ging met Felien ben ik even gestopt, ik moest prioriteiten<br />
stellen en dan kies je voor je kind. In die tijd<br />
heb ik ook mijn eigen bedrijfje opgezet; ik maak<br />
moderne kunst en kinderschilderijen, die hangen in<br />
kinderwinkels en bij bedrijven. Vaak werk ik in<br />
opdracht. Verder ben ik ook kleurconsulent en geef<br />
ik kleur- en stylingadvies aan personen en bedrijven,<br />
erg leuk om te doen; ik heb iets met kleur en vormen.<br />
Heb je nog tijd voor hobby's?<br />
Tja, als je dat zo leest, heb ik het best wel druk en<br />
interview<br />
v.l.n.r. Karlijn, Jorrit, Corinne en Felien<br />
heb ook veel nog slaap nodig! Maar ik heb mijn hobby’s<br />
echt nodig als uitlaatklep en mijn hobby’s zijn<br />
ook voor een deel mijn werk, daar heb ik erg veel<br />
plezier in, vind ik echt super om te doen!<br />
Hoe breng je het liefst de vakantie door?<br />
In het voorjaar is onze relaxvakantie zoals ik dat<br />
noem, dan zijn we niet zo actief, we zwemmen, fietsen,<br />
lezen, genieten van de zon en luieren. In de<br />
grote vakantie trekken we veel rond en zijn actief<br />
bezig, de bergen hebben onze voorkeur. Ik betrap<br />
mezelf er op dat ik tijdens de reis naar een nieuwe<br />
bestemming altijd in de gaten houd waar het dichtstbijzijnde<br />
ziekenhuis is! Felien kan vaak niet mee met<br />
de wandelingen, dan splitsen we ons op.<br />
Wat was de aanleiding dat je je als vrijwilliger<br />
aanmeldde bij de STSN?<br />
Kort nadat we te horen kregen dat Felien TSC had<br />
was er een contactdag. Ik was zeer onder de indruk,<br />
dat dit alles zo professioneel geregeld was door vrijwilligers.<br />
Ik vond dat ik mijn steentje ook moest bijdragen.<br />
Hoe meer vrijwilligers, hoe beter! Vele handen<br />
maken licht werk, dat geldt ook hier.<br />
Hoe denk je over de STSN?<br />
Ik vind het nog steeds een zeer professionele organisatie<br />
met erg goede mensen op meerdere plekken.<br />
Wie zou je graag als volgende persoon willen<br />
aanmelden voor deze rubriek en waarom?<br />
Yasmara Olyslag. Ik heb haar ontmoet tijdens de contactmiddag<br />
voor ouders van jonge kinderen met TSC.<br />
Het is een enthousiaste groep mensen die betrekkelijk<br />
nieuw zijn binnen de STSN. Het zou leuk zijn van<br />
haar te horen wat zij vindt van de STSN als organisatie.<br />
■<br />
TSC Contact | zomer <strong>2010</strong> 25
Riemer<br />
26<br />
mijn verhaal<br />
Riemer werd geboren in augustus 1985 als 4e kind in ons gezin. De andere kinderen waren op dat moment<br />
7, 6 en 3 jaar. Dus drukte alom. We merkten ook misschien door die drukte eigenlijk niets aan Riemer.<br />
Riemer Holwerda<br />
Hij was rustig, kreeg alleen op zijn beentje een<br />
grote witte vlek, omdat hij alle dagen nog buiten<br />
in de kinderwagen lag en zijn beentjes mooi bruin<br />
werden. Wel dacht ik vaak: hij is anders dan de<br />
anderen, maar ik kon er de vinger niet op leggen<br />
wat er anders was; en ieder kind is ook weer<br />
anders.<br />
Toen Riemer een half jaar was, zag ik zo eens in<br />
de week dat hij een rare beweging maakte, maar<br />
dan was dat ook weer voorbij en merkte je niets<br />
meer. Dit begon steeds vaker en heftiger voor te<br />
komen. Hij begon ook meer te slapen en ontwikkelde<br />
zich niet verder, bleef vaker stilletjes liggen.<br />
tekst en foto Tjalling en Alie Holwerda<br />
Inmiddels was hij 10 maanden.<br />
Na een extra afspraak op het consultatiebureau<br />
werd medegedeeld: niets aan de hand.<br />
De volgende dag vond ik hem weer in zijn bedje in<br />
een aanvalletje en heb ik gebeld voor een afspraak<br />
bij de kinderarts.<br />
Hij werd opgenomen en een EEG werd gemaakt.<br />
Op de EEG werd epileptische activiteit opgemerkt.<br />
Veel medicijnen werden uitgeprobeerd, maar de<br />
epilepsie werd steeds erger en niets leek te helpen.<br />
Opname na opname, totdat we doorgestuurd<br />
werden na ongeveer 3 maanden naar het VU ziekenhuis.<br />
De kinderneuroloog wist eigenlijk direkt<br />
wat er aan de hand was: TSC.<br />
Riemer werd toen opgenomen en iedere dag vertelde<br />
de dokter iets over de ziekte, zodat we langzaam<br />
maar zeker de gevolgen kregen te verwerken.<br />
Zoals de mogelijkheid van zwaar gehandicapt zijn.<br />
We dachten toen nog dat het misschien wel mee<br />
zou vallen. Zoveel merkte je ook niet aan hem.<br />
Na 3 weken naar huis. De epilepsie had zich intussen<br />
zo ontwikkeld dat Riemer iedere dag wel zo’n<br />
5 aanvallen had. Syndroom van West wisten we<br />
inmiddels. Het werd een cirkel van slapen, aanval,<br />
slapen enz. Zo gingen de jaren door.<br />
Toen Riemer 5 jaar was en op een dagverblijf zat<br />
verstapte hij zich en had de heup uit de kom. Hij<br />
moest worden geopereerd en in een gipsbroek.<br />
Na de narcose gebeurde het wonder dat de epilepsie<br />
verdwenen was. Vraag niet waarom, maar de<br />
salaamkrampen zijn ook nooit meer teruggekomen.<br />
Zo verstrijken er weer wat jaren. We weten<br />
inmiddels dat Riemer ernstig gehandicapt is.<br />
Thuis wordt het er niet gemakkelijker op en als hij<br />
9 jaar is gaat hij voorlopig naar een kortverblijf-<br />
zomer <strong>2010</strong> | TSC Contact
huis in Zwolle (’t Polletje), totdat bij ons in de stad<br />
plaats voor hem is in een tehuis. Dat is in 1997<br />
zover. Vlak voor hij hier weer komt wonen blijkt<br />
Riemer diabetes te hebben, dus nog een zorg<br />
erbij. Maar nu heeft hij wel een vast plekje en<br />
dichtbij, dus we kunnen vaak inspringen als er wat<br />
is.<br />
Jaren van ups en downs volgen. De weekenden is<br />
Riemer thuis. Maar zijn gedrag wordt steeds moeilijker.<br />
Hij is inmiddels ook puber natuurlijk en dan<br />
veel wisselende bloedsuikers.<br />
Verschillende operaties heeft hij gehad, zoals een<br />
teelballetje weggehaald omdat dit één grote tumor<br />
geworden was, kiezen getrokken, nabloedingen<br />
gehad. Ook voor CT scans moest hij onder narcose.<br />
Hij had 1 keer een topjaar van 8 keer onder<br />
narcose.<br />
Begin 2004 hebben wij het CCE team ingeschakeld<br />
omdat we niet meer wisten hoe we verder met<br />
Riemer moesten. Toen ging er een wereld open.<br />
Op de woning waar Riemer woont en bij de dagbesteding<br />
werd het team dagenlang begeleid.<br />
Als doelstelling hadden ze: Hoe maken we het<br />
leven voor Riemer zinvoller ?<br />
We hebben in 2 jaar heel wat geleerd, bijvoorbeeld<br />
het niveau waar Riemer op functioneert.<br />
Dit hebben we jarenlang te hoog ingeschat.<br />
Zijn nivo ligt ongeveer op 9 maanden, wel heeft hij<br />
ruim 20 jaar levenservaring.<br />
Met dit gegeven zijn we aan de slag gegaan en het<br />
heeft een geweldig resultaat gehad.<br />
Natuurlijk heeft Riemer nog zijn slechte dagen,<br />
maar over het algemeen is hij vrolijk en wij hebben<br />
met ons allen geleerd om zijn tempo aan te<br />
houden en in zijn belang te handelen.<br />
Afgelopen zomer kreeg hij zomaar een extreem<br />
zware epilepsie aanval, zo erg dat men voor zijn<br />
leven vreesde.<br />
Toen is hij weer door de scan gegaan en bleek dat<br />
hij weer een plekje in zijn hersenen er bij heeft.<br />
De epilepsie is éénmalig geweest.<br />
Wel toonde de scan een tumor van 6,5 cm in zijn<br />
nier. Dus embolisatie.<br />
Dit is helaas niet gelukt en wat nu? Er valt niet<br />
zoveel meer te kiezen, dus er is besloten om met<br />
het medicijn Sirolimus te beginnen.<br />
Sinds begin maart krijgt hij dit. Resultaat moet in<br />
de toekomst nog bewezen worden.<br />
Bijwerkingen zijn er tot nu toe nog niet.<br />
Dit is Riemer zijn verhaal in vogelvlucht.<br />
Zoals u zelf zult begrijpen heeft er zich heel wat<br />
afgespeeld in al die jaren. Verdriet om de onmacht<br />
die je vaak hebt bij een gehandicapt kind.<br />
Maar ook blijdschap bij toch af en toe een hoogtepunt<br />
bijvoorbeeld toch gaan lopen met 3,5 jaar.<br />
De andere kinderen zijn ook volwassen geworden<br />
met toch ook beperkingen in het gezin doordat we<br />
hoe dan ook rekening met Riemer moesten houden.<br />
Zij hebben dit nooit als beperking ervaren en<br />
zijn dol op hun broer.<br />
Hoe we de toekomst zien? Geen idee.<br />
We leven bij de dag en wensen dat Riemer geen<br />
pijn hoeft te lijden. ■<br />
[advertentie]<br />
"Wat we niet weten<br />
kunnen we niet genezen"<br />
<strong>Stichting</strong> Michelle (partner van de STSN)<br />
steunt projecten die één of meer<br />
van de volgende doelstellingen nastreven:<br />
| de diagnostiek van TSC verbeteren<br />
| het TSC-ziekteproces leren kennen<br />
en doorgronden<br />
| gerichte behandeling van de<br />
aandoening<br />
www.stichtingmichelle.nl<br />
TSC Contact | zomer <strong>2010</strong> 27
28<br />
artikel<br />
Leren voor Later<br />
Over het aanleren van vaardigheden-voor-later in het onderwijs<br />
In het basis- en voortgezetonderwijs leg je de basis voor later, voor een goede plek in de maatschappij waar-<br />
in je talenten optimaal tot bloei komen. Met dat doel doe je in het onderwijs kennis op, maar vooral ook veel<br />
sociale en organisatorische vaardigheden. Bij veel leerlingen met autisme vraagt juist het aanleren van die<br />
vaardigheden extra aandacht. In dit artikel zoomen we in op hoe het (speciaal) onderwijs daarop kan inspe-<br />
len, mede aan de hand van praktijkervaringen met het Leerling Profiel van het Dr. Leo Kannerhuis.<br />
Op cognitief vlak (denkniveau en geheugen) zijn<br />
mensen met autisme vaak relatief sterk. Maar kennis<br />
en cognitieve vaardigheden zijn helaas niet<br />
genoeg om verder te kunnen studeren. Een hoog IQ<br />
helpt natuurlijk wel, maar daarnaast zijn diverse<br />
vaardigheden op competenties nodig. (zie kader)<br />
Vaardigheden-voor-later<br />
Ik vroeg de orthopedagogen Maria Bolscher van de<br />
Berg en Boschschool in Bilthoven en Nicole Jacobs<br />
van de Berkenschutse in Sterksel (beide zijn cluster<br />
4 scholen) hoe zij het belang zien van het aanleren<br />
van vaardigheden-voor-later in het voortgezet (speciaal)<br />
onderwijs.<br />
Nicole: “Onze ervaring leert dat leerlingen met<br />
autisme vaak veel begeleiding nodig hebben bij het<br />
aanleren van levensvaardigheden zoals het aangaan<br />
van vriendschappen. Verder leren zij minder ‘vanzelf’<br />
de studievaardigheden die in het studiehuis<br />
worden ontwikkeld en is meer aandacht nodig voor<br />
het aanleren van arbeidsvaardigheden. Wanneer die<br />
vaardigheden onvoldoende worden ontwikkeld en<br />
getraind, komen jongeren vaak op een lagere opleiding<br />
terecht dan je zou verwachten op grond van<br />
hun intelligentie. Dan verwacht je op basis van hun<br />
IQ dat ze een hbo- of universitaire opleiding kunnen<br />
volgen, maar wordt het uiteindelijk toch een mboopleiding.<br />
Ik vind het daarom heel belangrijk dat in<br />
het voortgezet onderwijs meer aandacht komt voor<br />
het aanleren van deze vaardigheden.”<br />
Maria beaamt dit: “We proberen ook de leerlingen<br />
zelf te laten ervaren, bijvoorbeeld via stage en leerplekken,<br />
hoe belangrijk deze vaardigheden zijn.<br />
tekst Bernadette Wijnker-Holmes (beleidsmedewerker NVA)<br />
bron Engagement, jaargang 37, maart <strong>2010</strong>, nr. 1<br />
Willen<br />
Durven/<br />
doen<br />
Het Leerling<br />
competentie profiel<br />
Wensen<br />
Motivatie Vaardig-<br />
Realisme heden<br />
Persoonlijkheid<br />
Manier van<br />
leren<br />
Toekomst+<br />
begeleidingsbehoefte<br />
Kunnen<br />
Kennen<br />
Assessment<br />
Juist leerlingen met goede cognitieve mogelijkheden<br />
weten vaak niet welke vaardigheden zij nodig hebben<br />
op de arbeidsmarkt.”<br />
Leerling Competentie Profiel<br />
Om de beschkbare vaardigheden-voor-later van een<br />
leerling inzichtelijk te maken, kan het<br />
LeerlingCompetentieProfiel (LCP) een basis bieden.<br />
Bijgaand model is een schematische weergave van<br />
het LCP, zoals dit mede is ontwikkeld door Diana<br />
Rodenburg, opleidingsmanager bij het Dr. Leo<br />
Kannerhuis. De methodiek is gebaseerd op de KIRAmethodiek,<br />
een methode voor arbeidstoeleiding.<br />
Diana legt uit wat de kern van deze LCP-methodiek<br />
is: “Het model komt in beeld bij transitiemomenten,<br />
bij overgangen, kleine overgangen of grotere, zoals<br />
bij de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs<br />
of van voortgezet naar vervolgonderwijs. Met<br />
het model breng je voor een leerling in kaart: wie<br />
zomer <strong>2010</strong> | TSC Contact
en je? Wat wil je? Wat kun je? En wat ga je daarmee<br />
doen, wat durf je te doen?<br />
Diana trainde de orthopedagogen van de Berg en<br />
Boschschool en van de Berkenschutse in het werken<br />
met het model. Maria Bolscher van de Berg en<br />
Boschschool vertelt wat ‘nieuw’ is in het model: “De<br />
elementen kennen en kunnen zijn vertrouwd in het<br />
onderwijs, maar aandacht voor ‘willen, doen en durven’<br />
is nieuw. Maar wel essentieel. Het is nodig om<br />
informatie te hebben over wensen, motivaties, zelfredzaamheid,<br />
zelfbeeld en persoonlijkheid van leerlingen<br />
met autisme om hen goed te kunnen begeleiden<br />
naar een volgende stap in hun leven.”<br />
AVANTI<br />
In de Berkenschutse is met het Leerling<br />
Competentie Model geëxperimenteerd in het kader<br />
van het internationale AVANTI-project. AVANTI is<br />
een Europees samenwerkingsproject waarin in een<br />
aantal landen experimenten plaatsvonden met<br />
levensloopbaanbegeleiding in het onderwijs.<br />
Projectmanager van de <strong>Nederland</strong>se pilot bij de<br />
Berkenschutse is Muriël Brandenburg van het Dr.<br />
Leo Kannerhuis. Zij vertelt over dit project: “In het<br />
kader van AVANTI vonden pilots plaats in<br />
<strong>Nederland</strong>, Vlaanderen en Portugal. Het was interessant<br />
om die ervaringen uit te wisselen. Aan de ene<br />
kant zag je veel verschillen in de wijze waarop het<br />
onderwijs is georganiseerd in de verschillende landen,<br />
aan de andere kant zagen we overal vergelijkbare<br />
problemen met overgangen (transities) bij de<br />
leerlingen met autisme.<br />
Meer over de resultaten en conclusies uit de drie<br />
pilots is te lezen in het boekje van projectmedewerkers<br />
Kristien Smet en Suzanne van Driel:<br />
Levensloopmodel: werken met autisme. Van uitgever<br />
Garant. Het boekje is te bestellen bij het<br />
Dr. Leo Kannerhuis (www.leokannerhuis.nl).<br />
“die vaardigheden heb je nodig om je<br />
sterke cognitie succesvol te kunnen<br />
gebruiken”<br />
Breed inzicht in de ontwikkeling van<br />
leerlingen<br />
Om aan de hand van het LCP-model inzicht te krijgen<br />
in het ontwikkelingsperspectief van een leerling,<br />
wordt verschilldende partijen om input<br />
gevraagd: de leerling zelf (geeft inzicht in zelf-<br />
beeld), ouders (geeft inzicht in ontwikkeling van<br />
leerling) en de leerkracht en/of werkbegeleider van<br />
school (geeft inzicht in observaties van de leerling<br />
op school). De verwerking van die input leidt tot<br />
een beroepsprofiel en een breed inzicht in levensvaardigheden<br />
en begeleidingsbehoefte van een leerling.<br />
De orthopedagogen van de Berg en<br />
Boschschool en van de Berkenschutse zijn het<br />
erover eens dat de belangrijkste meerwaarde van<br />
het Leerling Competentiemodel is dat het goed<br />
inzicht biedt in hoe leerlingen zich ontwikkelen, niet<br />
allen op school, maar ook thuis. Nicole Jacobs vertelt<br />
hierover in relatie tot de Berkenschutse: “We<br />
hebben meer dan voorheen behoefte aan een beter<br />
en breder inzicht in het ontwikkelingsperspectief<br />
van onze leerlingen, omdat de problematiek van<br />
onze leerlingen in de loop der tijd ernstiger is<br />
geworden. Voorheen hadden we vooral leerlingen<br />
met epilepsie of leerlingen die langdurig ziek zijn.<br />
Die gaan nu veelal naar het reguliere onderwijs. De<br />
leerlingen die we nu hier hebben zijn veelal leerlingen<br />
met autisme die veel meer begeleiding nodig<br />
hebben, bijvoorbeeld bij het aanleren van studievaardigheden,<br />
maar zij hebben bijvoorbeeld ook<br />
begeleidingsvragen rond de seksuele ontwikkeling.”<br />
Maria Bolscher ziet de werking van het model als<br />
volgt: “Het leerlingcompetentieprofiel is een<br />
momentopname, waarin je een wens in kaart brengt<br />
en op basis waarvan je de stappen bepaalt om die<br />
wens te kunnen realiseren. Vervolgens ga je kijken<br />
hoe reëel die wens is, eventueel bijstellen etc. Het<br />
model is een soort trap, stapje voor stapje ga je<br />
vooruit. Het model kijkt levensbreed, er is ook een<br />
relatie tussen wonen, vrije tijd en school. Want: voel<br />
je je in je vrije tijd niet lekker in je vel, dan werkt<br />
dat door op school en omgekeerd natuurlijk ook. Ik<br />
probeer daarom ook aandacht te hebben voor het<br />
belang van sociale contacten van leerlingen, bijvoorbeeld<br />
door hen te wijzen op de mogelijkheden van<br />
autismesozen en dergelijke.” Soms blijkt het nodig<br />
om leerlingen door te verwijzen voor behandeling.<br />
De verdere ontwikkeling van het Leerlingcompetentiemodel<br />
ligt nu bij het lectoraat Autisme aan de<br />
Hogeschool Arnhem Nijmegen. Zo wordt gewerkt<br />
aan een vereenvoudiging van de toepassing: het<br />
model is nu erg arbeidsintensief, het kost de orthopedagoog<br />
12 uur per leerling, de intern begeleider<br />
8 uur per leerling, de maatschappelijk werker 3 uur<br />
per leerling en de decaan 1 à 2 uur per leerling.<br />
TSC Contact | zomer <strong>2010</strong> 29
Samenwerking school, leerling, ouders<br />
Een sterke meerwaarde van het Leerlingcompetentieprofiel<br />
(LCP) is volgens beide orthopedagogen dat<br />
de samenwerking tussen school, ouders en leerling<br />
intensiever en constructiever wordt.<br />
Nicole: “Samen met ouders, leerling en school zoeken<br />
naar een realistisch toekomstperspectief, met<br />
daarin aandacht voor de persoon, voor de wensen<br />
en de mogelijkheden, is heel waardevol. Door hierin<br />
langdurig samen te werken volg je samen een proces<br />
en is de uiteindelijke uitkomst voor de keuze<br />
van een vervolgopleiding niet meer zo verrassend.<br />
Je komt sneller op één lijn over de richting die wenselijk<br />
is. Inzicht in het hele ‘plaatje’ helpt veel.”<br />
Maria vult aan: “Zaken worden verhelderd en meer<br />
inzichtelijk gemaakt en dat brengt soms opluchting<br />
bij ouders. Ook kan het nodig zijn om stil te staan<br />
bij het proces van acceptatie en aanpassing van verwachtingen,<br />
waarin rouw en verdriet aan de orde<br />
kunnen komen.”<br />
Nicole: “Wat ons wel opviel was dat ouders uit de<br />
middenbouw veel minder enthousiast zijn over het<br />
LCP dan ouders uit de bovenbouw. Die staan meer<br />
open voor een kijk naar de toekomst omdat zij<br />
dichter bij de vervolgopleiding staan. Vaak is er ook<br />
weerstand om te accepteren dat de toekomst misschien<br />
minder brengt dan je zou willen.”<br />
Voorbereiding op de arbeidsmarkt<br />
Met het LCP ontstaat inzicht in het ontwikkelingsperspectief<br />
en toekomstperspectief van de leerlingen,<br />
maar: hoe kun je als school de te ontwikkelen<br />
vaardigheden-voor-later feitelijk trainen?<br />
Nicole: “Stap 1 was om in beeld te brengen hoe een<br />
leerling zich ontwikkelt en wat hij of zij nodig heeft<br />
aan begeleiding op school, maar het is stap 2 om<br />
dat begeleidingsaanbod ook te realiseren. Je moet<br />
als directie wel kritisch durven kijken naar je onderwijsprogramma,<br />
je visie aanpassen, nieuw aanbod<br />
ontwikkelen e.d. Dat heeft impact voor de hele<br />
school. Het kost tijd om daar voldoende draagvlak<br />
voor te creëeren, om te beginnen bij de directie. Wij<br />
zijn dan ook heel blij dat onze directeur hier erg<br />
voor openstaat! Nieuw bij de Berkenschutse zijn de<br />
special unit en de observatieklas waar extra zorg<br />
geboden wordt. Daarnaast is gestart met een<br />
arbeidstrainingscentrum, dat nog veel verder moet<br />
worden ontwikkeld.”<br />
Bij de Berg en Boschschool is al meer ervaring met<br />
arbeidstraining en wordt gewerkt met leerwerkplek-<br />
30<br />
ken en stages binnen en buiten de school. Maria:<br />
“Alle 3e en 4e jaars leerlingen volgen kortdurende<br />
stages op leerwerkplekken om zich te oriënteren op<br />
diverse branches waar ze mogelijk in de toekomst<br />
gaan werken. Op elke leerwerkplek werken ze 6<br />
weken en in totaal zijn er 12 trajecten. Voor een<br />
deel gaat het om plekken hier op het terrein, voor<br />
een deel buiten het terrein, zoals op een boerderij.<br />
We werken zoveel mogelijk met werkbegeleiders uit<br />
het werkveld, dus uit de branche, die samenwerken<br />
met de docenten van de Berg en Boschschool. Dat<br />
werkt heel goed, je ziet enthousiasme zowel bij de<br />
werkbegeleiders als bij de leerlingen! We bieden<br />
inmiddels onder andere: administratie, elektro, solliciteren,<br />
presenteren, ICT, houtbewerking. Deze<br />
‘simulatieplekken’ zijn op vaste locaties. Na de leerwerkplekken<br />
volgen de leerlingen stages intern en<br />
extern. Bijvoorbeeld bij de NVA op de administratie.<br />
De leerlingen krijgen een certificaat wanneer zij een<br />
leerwerkplek hebben doorlopen. Dit veranderingsproces<br />
in de school gaat niet vanzelfsprekend en er<br />
zijn nog de nodige aanloopproblemen, maar het<br />
concept is goed en sluit ook aan bij de huidige ontwikkelingen<br />
rond Passend Onderwijs en de op handen<br />
zijnde kwaliteitswetgeving voor het voortgezet<br />
speciaal onderwijs.<br />
Een andere school voor voortgezet speciaal onderwijs<br />
die ‘arbeidsgericht’ werkt is bijvoorbeeld de<br />
Kingmaschool in Amsterdam. De Kingmaschool<br />
werkt met leerlingen uit cluster 2, 3 en 4 en heeft<br />
een uitgebreid arbeidstrainingscentrum. Verder zijn<br />
er inmiddels verschillende vakscholen ontstaan, die<br />
lijken op de LTS van vroeger. Daar leren jongeren<br />
een beroep en halen zij aan het eind een startkwalificatie<br />
MBO op niveau 1 of 2. Hier is veel aandacht<br />
en begeleiding voor de sociaal emotionele ontwikkeling.<br />
Zelfredzaamheid stimuleren<br />
Maria benadrukt dat zij in haar contact met leerlingen<br />
van de Berg en Boschschool een accent legt op<br />
zelfredzaamheid: “De leerling moet zoveel mogelijk<br />
zelf uitvinden wat nodig is en hoe hij dat kan ontwikkelen.<br />
Leerlingen activeren door de juiste vragen<br />
te stellen werkt heel goed. Aan zowel ouders als<br />
leerlingen geef ik vaak ‘doe-adviezen’. Bijvoorbeeld<br />
aan een leerling van 15 jaar die nog altijd met een<br />
taxi naar school komt, heb ik voorgesteld dat hij in<br />
het weekend eens probeert om met de bus te reizen,<br />
of met de trein. Eerst samen met zijn ouders<br />
zomer <strong>2010</strong> | TSC Contact
en dan een keer alleen. Om zo stapje voor stapje<br />
zelf te leren reizen. Want op een MBO of HBO is die<br />
mogelijkheid er niet om met een taxibusje te reizen,<br />
zoals het gaat bij de Berg en Boschschool. Ik<br />
stimuleer hen bijvoorbeeld ook om een bijbaantje te<br />
nemen, zoals vakken vullen.’<br />
Nicole vindt ook die zelfredzaamheid erg belangrijk:<br />
“Vergelijk het met ontwikkelingshulp. Je kunt door<br />
blijven gaan met voedsel en kleding brengen naar<br />
deze landen, of je kunt hen handvatten geven om<br />
zelf hun economie te versterken en te leren landbouw<br />
te bedrijven op een effectieve manier.”<br />
Basisonderwijs<br />
Het LCP-model van het Dr. Leo Kannerhuis is ontwikkeld<br />
voor het voortgezet onderwijs, als voorbereiding<br />
op de arbeidsmarkt. In het basis- en voortgezet<br />
onderwijs wordt soms ook gewerkt met een<br />
ander Leerling & competentiemodel, van Hamelink<br />
en De Wilde. Dit competentiemodel dient een vergelijkbaar<br />
doel, maar is heel anders van opzet. Ook op<br />
andere manieren kan al in het basisonderwijs<br />
begonnen worden met het aanleren van basiscom-<br />
Gevraagde competenties in het mbo en hbo<br />
Om een vervolgopleiding op mbo of hbo-niveau<br />
middelbaar of hoger beroepsonderwijs te kunnen<br />
volgen zijn onderstaande basiscompetenties<br />
nodig. De vervolgopleidingen verwachten dat<br />
leerlingen in het voortgezet onderwijs die competenties<br />
leren. Wanneer daarvoor extra begeleiding<br />
nodig is, kan deze lijst dienen als basis voor<br />
een handelingsplan in het voortgezet onderwijs:<br />
wat is nodig om de gevraagde competenties te<br />
ontwikkelen?<br />
Tien basiscompetenties:<br />
1. Aandacht en begrip tonen<br />
Inleven in andermans gevoelens en interesse<br />
tonen<br />
2. Samenwerken en overleggen<br />
Afstemmen, anderen raadplegen en betrekken,<br />
aanpassen aan de groep, open communiceren,<br />
proactief informeren<br />
3. Vakdeskundigheid toepassen<br />
Vakspecifieke fysieke kwaliteiten en manuele<br />
petenties en zelfredzaamheid. Maria: “Ik merk bij de<br />
Berg en Boschschool dat onder invloed van het VSO<br />
ook in het SO wel meer gekeken wordt naar wat<br />
leerlingen ‘doen en durven’. In het onderwijsprogramma<br />
worden nu ook activiteiten aangeboden die<br />
zelfredzaamheid stimuleren, passend bij de ontwikkelingsleeftijd<br />
van de kinderen.<br />
En hoe verder na het voortgezet onderwijs?<br />
Nicole: “Ik zie het een beetje als een bootje waar<br />
een jongere in ronddobbert. Door het LCP-profiel en<br />
door gerichte begeleiding geef je hem peddels,<br />
waardoor hij zelf wat meer de richting kan bepalen<br />
van waar hij heen gaat. Hij bepaalt daardoor meer<br />
zijn eigen lot, zijn eigen toekomst.”<br />
De leerlingen van de Berg en Boschschool en van de<br />
Berkenschutse stromen uit naar diverse vervolgopleidingen<br />
of naar arbeid. Van een aantal leerlingen<br />
van wie een LCP-model is gemaakt, is bekend waar<br />
ze heen zijn gegeaan: naar een UWV-traject richting<br />
bosbouw, naar mbo-gamedesign en mbo-steward. ■<br />
vaardigheden aanwenden<br />
4. Materialen en middelen inzetten<br />
Goed zorg dragen voor materialen en middelen<br />
en deze doeltreffend gebruiken<br />
5. Leren<br />
Leren van feedback en fouten<br />
6. Plannen en organiseren<br />
Activiteiten plannen<br />
7. Op de behoefte en verwachtingen van de<br />
‘klant’ richten. Aansluiten bij de behoefte en<br />
verwachtingen van een klant<br />
8. Instructies en procedures opvolgen<br />
Instructies opvolgen, werken volgens veiligheidsvoorschriften,<br />
discipline tonen, werken<br />
volgens voorgeschreven procedures<br />
9. Omgaan met verandering en aanpassing<br />
Aanpassen aan veranderende omstandigheden<br />
10.Met druk en tegenslag omgaan<br />
Constructief omgaan met kritiek en een positieve<br />
kijk houden<br />
bron MBO/AKA<br />
TSC Contact | zomer <strong>2010</strong> 31
32<br />
column<br />
De vliegende reporter<br />
In deze aflevering het onderwerp Solliciteren en TSC. Met veel bravoure ging uw reporter op pad om dit even<br />
voor u duidelijk te krijgen, maar dit bleek toch een te complex onderwerp om in één pagina te omschrijven.<br />
Onderstaand artikel gaat u hopelijk helpen om in ieder geval een begin te maken met een goede voorberei-<br />
ding.<br />
Francesco Dioguardi<br />
Solliciteren valt altijd niet mee. Je maakt je zorgen<br />
over de kleur van je stropdas, de werkgever stelt<br />
lastige vragen, en dan heb je ook nog TSC.<br />
Dat zal je moeten vertellen. Of niet?<br />
Wettelijk zijn daar duidelijke regels voor. Een werkgever<br />
mag niet naar je gezondheid vragen, tenzij<br />
een medische keuring van belang is voor de functie:<br />
iedereen wil dat de piloot geen epilepsie heeft.<br />
tekst en foto Francesco Dioguardi<br />
Een sollicitant hoeft niets te vertellen, tenzij zijn<br />
beperking van invloed is op de functie. Niet vermelden<br />
dat je kleurenblind bent bij de functie van<br />
verfmenger kan leiden tot direct ontslag.<br />
Dit lijkt logisch, maar de situatie is niet altijd zo<br />
duidelijk. Dit speelt vooral bij solliciteren in het<br />
normale bedrijfsleven en zeker bij TSC als dit redelijk<br />
onzichtbaar is.<br />
Dit blad is te dun om de vele mogelijke situaties te<br />
behandelen om TSC wel of niet te melden. Veel<br />
zaken verschillen per geval. Hoe ernstig is de TSC<br />
en waar heb je last van? Hoe vaak en hoe ernstig<br />
heb je er last van in de functie? Hoe schat je de<br />
houding van de werkgever in? Ook de situatie van<br />
de werkgever is van belang: een bedrijf voor sociale<br />
huurwoningen kan er makkelijker voor open<br />
staan dan een klein bedrijfje.<br />
Wat te doen?<br />
Allereerst is het van belang dat je geschikt bent<br />
voor de functie; probeer geen baan te krijgen die<br />
je fysiek of mentaal niet aankunt. Net als bij alle<br />
sollicitaties zul je in de brief en gedurende een<br />
gesprek moeten aantonen dat je geschikt bent. Al<br />
meteen een beperking vermelden levert het gevaar<br />
op dat je brief niet echt gelezen wordt. Pas als<br />
blijkt dat men echt met jou in zee wil gaan, komt<br />
het moment om TSC eventueel ter sprake te brengen.<br />
Per sollicitatie moet je hier van te voren over<br />
nadenken. Beslis wat je gaat doen, waarom en wat<br />
je precies gaat vertellen indien TSC (onverwacht)<br />
ter sprake komt.<br />
zomer <strong>2010</strong> | TSC Contact
Misschien besluit je om niet te vertellen dat je TSC<br />
hebt, opdat het beeld wat men van je krijgt niet<br />
beinvloed wordt. Bedenk echter wel dat je het ooit<br />
door omstandigheden toch moet vertellen. Moet je<br />
bijvoorbeeld regelmatig naar het ziekenhuis, dan<br />
is deze strategie dus minder verstandig.<br />
TSC vermelden kan misschien leiden tot afwijzing.<br />
De conclusie is dan misschien dat je sowieso niet<br />
voor zo'n bedrijf wilt werken...<br />
Vermelden hoeft overigens geen nadeel te zijn.<br />
Openheid kan ook gewaardeerd worden.<br />
Iedereen is wel eens een aantal dagen per jaar<br />
ziek; dat dit vanwege TSC is hoeft een werkgever<br />
niet als probleem te zien. Werknemers die gaan<br />
skiën zijn ook een risico.<br />
Ook kun je de situatie omzetten naar iets positiefs.<br />
Dat je in staat bent je diploma te halen<br />
ondanks TSC, betekent dat je met je aandoening<br />
om kunt gaan. Blijkbaar heb je het in je om dingen<br />
voor elkaar te krijgen, ook al zit de situatie niet<br />
mee. Precies wat vaak in advertenties gevraagd<br />
wordt: doorzetter, creatief, etc. Veel sollicitanten<br />
kunnen dat niet makkelijk onderbouwen, jij wel.<br />
De Makkekaart<br />
Agnes van Wijnen,<br />
van Visie in Uitvoering,<br />
ontwikkelde in<br />
de periode van 2006<br />
tot en met 2008 de<br />
Makkekaart.<br />
Ze deed dit in<br />
samenwerking met<br />
de Hanzehogeschool Groningen. De Makkekaart is<br />
een digitaal instrument om stap voor stap helder<br />
te krijgen wat je kunt en wilt, en wat jij van je<br />
werkplek en je werkomgeving verlangt. Hij is<br />
bedoeld voor mensen met een lichamelijke of psychische<br />
beperking.<br />
Verder bestaat er regelgeving om werkgevers te<br />
compenseren indien zij iemand met een beperking<br />
aannemen. Verdiep je in deze regels zodat je aan<br />
kunt geven wat dit in jouw geval betekent. Je toont<br />
daarmee aan pro-actief te zijn, ook een voordeel.<br />
Voor de werkgever betekent dit soort regelgeving<br />
dat zijn risico beperkt wordt, en dat is zo'n beetje<br />
waar het allemaal om draait.<br />
Samenvattend, een sollicitatie moet je altijd goed<br />
voorbereiden. TSC is alleen een extra aspect.<br />
Vertel het niet als dramatisch probleem, dat<br />
schrikt uiteraard af. Breng het als een feit en leg<br />
het zodanig uit dat het voor een werkgever min of<br />
meer neutraal wordt. Dan worden je kwaliteiten<br />
voor de functie weer belangrijk, en dat is waarmee<br />
je je baan zult moeten winnen.<br />
PS: voor iedere sollicitant met een beperking is de<br />
gids “Solliciteren en gezondheid” aan te raden, te<br />
bestellen via www.vraagwelder.nl/solliciteren.<br />
Ook zeer nuttig als je denkt geen beperking te<br />
hebben. ■<br />
nieuws<br />
bron Nieuwsbrief YUUB<br />
Met de Makkekaart kun je zelf aan de slag om<br />
meer inzicht te krijgen in en mogelijkheden of<br />
handvatten te ontwikkelen voor zelfmanagement.<br />
Dit alles op gebied van werk en de communicatie<br />
daarover met collega's, opdrachtgevers of leidinggevenden.<br />
Dankzij de Makkekaart krijg je snel<br />
meer inzicht in je mogelijkheden en grenzen.<br />
Bovendien helpt hij je manieren ontdekken hoe om<br />
te gaan met je eigen mogelijkheden en grenzen.<br />
Surf naar www.makkeweb.nl voor uitgebreide<br />
informatie over de Makkekaart ■<br />
TSC Contact | zomer <strong>2010</strong> 33
34<br />
boekenhoek<br />
Boeken in het daglicht<br />
‘Op een blauwe dag<br />
geboren’<br />
Een van de kenmerken<br />
van TSC kan een vorm van<br />
autisme zijn.<br />
Autisme heb je niet af en<br />
toe. Autisme heb je altijd<br />
en overal. In elke situatie<br />
moet een kind of volwassene met autisme puzzelen.<br />
Hij of zij kan het grote geheel niet overzien, zich<br />
niet in anderen verplaatsen en niet goed plannen. Je<br />
verplaatsen in hun situatie kan voor veel begrip en<br />
een betere afstemming zorgen<br />
‘Ik ben geboren op 31 januari 1979, een woensdag.<br />
Ik weet dat het een woensdag was, omdat de datum<br />
me blauw bijstaat, en woensdagen zijn altijd blauw,<br />
net als het cijfer negen of het geluid van harde,<br />
ruziënde stemmen.’<br />
‘Op een blauwe dag geboren – een geschiedenis –<br />
indrukken van een autistische jongen met een bijzonder<br />
brein’ is het perfecte boek om de wereld<br />
vanuit de ogen van een autist te bekijken. Het is<br />
geschreven door Daniel Tammet. Hij heeft het<br />
Asperger syndroom en is een autistisch savant.<br />
Dat houdt in dat hij op een fenomenale manier met<br />
getallen kan omgaan. Ook kan hij zichzelf binnen<br />
een week een nieuwe taal aanleren. Hij beschrijft en<br />
legt zijn obsessieve behoefte aan orde en regelmaat<br />
uit. Een behoefte die vrijwel elk aspect van zijn<br />
leven beheerst.<br />
Het boek is op een boeiende en gemakkelijk leesbare<br />
manier geschreven. Hij schrijft over de relatie<br />
van zijn ouders, over zijn babytijd waarin hij vaak<br />
huilde, hoe hij als peuter enorme drift/huilbuien<br />
kon krijgen wanneer bekende dagelijkse patronen<br />
doorbroken werden en hoe zijn ouders hun weg<br />
zochten om elke situatie voor hem zo passend<br />
mogelijk te maken. Toen Daniel vier jaar was kreeg<br />
hij last van epilepsie.<br />
Door gebruik van medicatie stopten de aanvallen.<br />
Hij vertelt hoe hij zich binnen zijn eigen gezin, op<br />
de basisschool en het voortgezet onderwijs voelt en<br />
zich staande weet te houden. Hij voelt geleidelijk<br />
aan dat hij anders is dan de rest. Hij vertelt hoe hij<br />
door Carmen Scholtens-Meents<br />
wanhopig geprobeerd heeft vriendschappen te sluiten<br />
en waarom dat niet lukte en later wel. Na zijn<br />
schooltijd gaat hij Engelse les geven in Litouwen en<br />
beschrijft hoe hij daar zijn leven opbouwt met de<br />
voor hem zo belangrijke structuren en ritmes.<br />
Hoeveel de mensen om hem heen voor hem gaan<br />
betekenen. In het laatste stuk van het boek vertelt<br />
hij hoe hij zijn partner heeft ontmoet, hoe hun<br />
leven samen eruit ziet en hoe hij zich voorbereidt<br />
op het verbreken van het wereldrecord opzeggen<br />
van het cijfer pi met 22.514 cijfers achter de<br />
komma. Ongelofelijk, maar waar.<br />
Iets dat als een rode draad door het hele boek door<br />
voorkomt, is de bijzondere rol die woorden en<br />
getallen hebben in zijn leven. Zij zijn Daniels vrienden<br />
en hij ziet ze als vormen, kleuren en structuren<br />
(visuele synesthesie). Hij ziet ze als kleurige vormlandschappen<br />
in zijn hoofd. Ze bieden hem veiligheid<br />
en warmte. In het boek beschrijft hij heel mooi<br />
dat wanneer hij zich niet op zijn gemak voelt dat hij<br />
zich terug trekt in zijn getallenwereld en hij zichzelf<br />
zo geruststelt. Ook legt hij uit hoe hij razend snel<br />
rekent, priemgetallen herkent, kalenderdagen<br />
benoemt en talen leert. Het boek laat zien hoe hij<br />
de wereld ervaart en hoe hij een weg vindt om met<br />
zichzelf om te gaan. Dat brengt hem geluk.<br />
‘Ik stel me die momenten, die volmaakte momenten<br />
voor als scherven of splinters die door je hele leven<br />
verspreid zijn. Als je al die scherven kon verzamelen<br />
en aan elkaar plakken, kreeg je een volmaakt<br />
uur of misschien zelfs een volmaakte dag. En volgens<br />
mij zou je in dat ene uur, of die ene dag dichter<br />
bij het mysterie zijn van wat het betekent om<br />
mens te zijn. Alsof je even een glimp van de hemel<br />
opvangt.’<br />
Bron<br />
Op een blauwe dag geboren – Daniel Tammet,<br />
ISBN 9789057122934; 222 pag.;<br />
Paperback € 12,50<br />
Ook verschenen:<br />
De wijde lucht omvatten – Daniel Tammet<br />
ISBN 9789057122705; 317 pag.;<br />
Paperback € 19,95 ■<br />
zomer <strong>2010</strong> | TSC Contact
Over de opvoeding van kinderen met PDDNOS en ADHD<br />
In dit boek staan kinderen met de diagnose PDDNOS centraal. Dit zijn kinderen<br />
met problemen in de ontwikkeling van sociaal begrip en sociaal gedrag.<br />
Ze hebben daarnaast ook symptomen die kinderen met ADHD ook hebben.<br />
Daarom komt ADHD ook regelmatig in dit boek ter sprake. Het boek is in<br />
twee duidelijk gescheiden delen ingedeeld. In het eerste worden de problemen<br />
van deze kinderen beschreven en in het tweede worden opvoedingsadviezen<br />
gegeven. Er is een duidelijke hoofdstukindeling. Het taalgebruik is niet<br />
altijd even gemakkelijk. Het boek is geschikt als ondersteuning bij de opvoeding<br />
van deze kinderen. De auteurs zijn allen werkzaam bij de poliklinische<br />
hulpverlening van de universiteit van Groningen en zijn gespecialiseerd op dit<br />
terrein. Het boek bevat een literatuurlijst en adressen van ouder- en patientenverenigingen.<br />
Auteur: C.A.J.M. van der Veen, ISBN: 9789023234951<br />
Anders is leuk!<br />
Vijf dieren komen uit het ei op een strand bij een oerwoud. Vier zijn krokodil,<br />
een is er anders. Maar hoe anders? Op zijn tocht langs de dieren van het oerwoud<br />
komt kameleon Anders er steeds meer achter wie hij niet is. Geen krokodil,<br />
zebra, luipaard, aap of giraf, geen flamingo en ook geen olifant. Op<br />
zoek naar zijn identiteit komt hij tot het besef dat iedereen anders is. Als hij<br />
soortgenoten tegenkomt, ontdekt hij dat je verschillen ook positief kunt aanwenden!<br />
Samen met zijn soortgenoten doet hij waar een kameleon goed in is:<br />
verstoppertje spelen. De laatste plaat is dan ook een zoekplaat. Grappig vierkant<br />
prentenboekje, nu uitgevoerd als Gouden boekje, met vrolijke, kleurige<br />
illustraties, die sterk varieren in formaat, waarbij het regelmatig lijkt of de<br />
dieren zo van de bladzijden lopen. Alleen de laatste illustratie (komt in deze<br />
uitvoering iets minder tot zijn recht), waarbij de kameleonnen te zien zijn in<br />
alle mogelijke kleuren zonder op iets anders te lijken, doet afbreuk aan de<br />
consequente lijn in het verhaal. De beknopte tekst in een grote, schreefloze<br />
letter bevat geen woord te veel en vult de illustraties uitstekend aan.<br />
Vanaf ca. 3 jaar.<br />
Auteur: Francine Oomen, ISBN: 9789054440222<br />
Geef me de 5<br />
"Geef me de 5" is geschreven naar ouders en opvoeders toe. Een kind met<br />
autisme opvoeden en begeleiden, HOE doe je dat? Daar gaat dit boek over.<br />
Het is geschreven vanuit de behoefte aan duidelijkheid en voorspelbaarheid<br />
die het kind met autisme nodig heeft. Het kind vraagt als het ware van ons:<br />
"Geef me de 5". Of anders gezegd: WAT is mijn taak, HOE voer ik hem uit,<br />
WAAR vindt het plaats, WANNEER moet ik het doen en WIE is erbij betrokken?<br />
Al lezende leert men deze wijze van handelen te hanteren, doordat er uitleg<br />
wordt gegeven over wat de gevolgen van de stoornis voor het kind kunnen<br />
zijn. Daardoor ontstaat er langzaam bij de lezer het inzicht. Dit noemt de<br />
schrijfster: "de auti-bril opzetten"<br />
Door deze auti-bril op te zetten kun je eigenlijk pas zien HOE het kind denkt<br />
zodat je, als ouder/begeleider, daarbij op een passende wijze kunt aansluiten.<br />
Auteur: Colette de Bruin, ISBN: 9789075129649<br />
TSC Contact | zomer <strong>2010</strong> 35
36<br />
rubriek<br />
Iedere ouder en iedere TSC patiënt kent wel het gevoel telkens het wiel uit te moeten vinden. Deze rubriek is<br />
in het leven geroepen om aan elkaar tips en trucs door te geven en om antwoord uit de praktijk te geven op<br />
vragen die ons bezighouden.<br />
Efteling: speciale voorzieningen voor bezoekers<br />
met een handicap<br />
Als u gebruik wilt maken van de speciale voorzieningen<br />
in de Efteling, dient u een geldige verklaring<br />
(maximaal 2 jaar oud) van een onafhankelijke<br />
arts te kunnen tonen, waarin staat dat u niet in<br />
staat bent om zonder hulp het park en/of de<br />
attracties te bezoeken. De Efteling vraagt om deze<br />
verklaring omdat bezoekers met minder bekende<br />
of niet direct zichtbare handicaps (zoals blind- of<br />
doofheid en autisme) ook onder deze regeling vallen<br />
en de medewerkers de beoordeling niet zelf<br />
kunnen maken. Indien u rolstoelafhankelijk bent,<br />
hoeft u geen verklaring te overleggen.<br />
Maximaal drie begeleiders kunnen van dezelfde<br />
voorzieningen gebruikmaken. Bij De Vliegende<br />
Hollander geldt een maximum van twee begeleiders.<br />
Voor meer info: www.efteling.com.<br />
Laat de belastingdienst een deel van uw<br />
STSN bijdrage betalen!<br />
Volgens de regels van de Inkomstenbelasting<br />
mogen bepaalde giften worden afgetrokken indien<br />
u aangifte moet doen. Daar zijn in principe twee<br />
regels voor: in de eerste plaats moet de instelling<br />
aan wie u de gift doet een door de belasting<br />
erkend goed doel zijn. Die zijn te vinden op de<br />
website van de belasting; de STSN voldoet daar<br />
aan. De tweede voorwaarde is dat het totaal van<br />
uw giften méér is dan 1% van uw (drempel) inkomen.<br />
Tip: U geeft aan de volgende doelen<br />
(bijvoorbeeld) ieder jaar:<br />
STSN € 100,00<br />
Wereld Natuurfonds € 25,00<br />
Diverse hulpacties € 50,00<br />
Kerk € 75,00<br />
–––––––––<br />
Totaal € 250,00<br />
Als uw inkomen in 2009 € 25.000,00 bedroeg, is<br />
1% € 250,00 en kunt u dus niets aftrekken.<br />
Maar... als u de giften in de loop van <strong>2010</strong> overmaakt<br />
en in december <strong>2010</strong> hetzelfde overmaakt<br />
voor 2011, hebt u € 500,00 betaald en mag u dus<br />
€ 250,00 aftrekken van uw aangifte. (N.B. in de<br />
laagste schijf). Bij gelijke omstandigheden kunt u<br />
dit in 2012 dan weer doen met uw bijdragen voor<br />
2012 en 2013.<br />
De bedragen en instellingen zijn willekeurige voorbeelden<br />
en u moet natuurlijk de teksten volgen<br />
van de Belastingdienst!<br />
Een reden om meer te geven nu u op deze manier<br />
een (groot) gedeelte van uw giften terug krijgt?<br />
Voor verdere hulp en uitleg kunt u contact opnemen<br />
met onze penningmeester.<br />
zomer <strong>2010</strong> | TSC Contact
Onderstaande tips kwamen binnen via de contactmiddag van ouders van jonge kinderen met TSC<br />
Nieuwsbrief per mail voor familie en vrienden<br />
Als je net te horen hebt gekregen dat je kind TSC<br />
heeft of als er iets belangrijks is te melden i.v.m.<br />
TSC, wil je iedereen ervan op de hoogte brengen.<br />
Maar vaak ben je te druk en daarbij wil je ook niet<br />
constant praten over de ziekte. Er zijn gelukkig<br />
ook nog andere belangrijke zaken om te bespreken.<br />
Om te voorkomen dat je 10 keer per dag hetzelfde<br />
verhaal moet vertellen, misschien emotioneel<br />
wordt of kortaf bent, is het een tip om je verdriet<br />
van je af te schrijven en iedereen op de hoogte<br />
te stellen van het wel en wee van je kind en je<br />
gezin. Ook de vrienden weten, dat, wanneer ze<br />
niets horen/lezen er geen ernstige ontwikkelingen<br />
zijn. Wij doen dat d.m.v een uitgebreide mail naar<br />
alle geïnteresseerden en deze lijst wordt steeds<br />
langer. Deze mail versturen wij eens in de zoveel<br />
weken, naargelang er nieuws te melden is, zowel<br />
positief als negatief. Hierdoor hebben we hele<br />
andere (telefoon) gesprekken en mailcontacten en<br />
worden er gerichte vragen gesteld of het onderwerp<br />
wordt niet eens meer besproken. Het leven<br />
gaat gewoon door en dat is vaak wel zo prettig.<br />
Verder kun je ook voor jezelf een dagboek bijhouden<br />
om al je emoties op te schrijven, maar ook om<br />
de ontwikkelingen van je kind te zien. In de dagelijkse<br />
beslommeringen zie je dat vaak niet eens,<br />
totdat je het terug leest en dan kun je positief verrast<br />
worden wat voor ontwikkelingen je kind heeft<br />
gemaakt. Dit dagboek is ook vaak een bron voor<br />
de nieuwsbrief.<br />
Excelbestand voor artsen/therapeuten<br />
Helaas heb je met een complexe ziekte als TSC<br />
met veel verschillende artsen en therapeuten te<br />
maken. Allemaal willen ze weten hoe het met je<br />
kind gaat en vaak willen ze hem (of haar) 1 keer<br />
per kwartaal zien. Dit kost zo veel tijd en energie<br />
en daarbij vergeet je ook vaak belangrijke zaken.<br />
Als oplossing hiervoor houd ik een Excelblad bij,<br />
waarop ik het aantal epileptische aanvallen (en<br />
tijdstippen) per dag aangeef. Ook staat er bij<br />
welke medicijnen hij gebruikt. Dit wisselt geregeld,<br />
dus dan kan ik goed zien, op welke medicijnen hij<br />
goed of helemaal niet gereageerd heeft. Hier kun<br />
je ook weer een grafiek van maken. Ik merk dat ik<br />
tekst Yasmara Olyslag<br />
vaak denk dat hij gemiddeld meer aanvallen heeft,<br />
dan het bestand uiteindelijk laat zien. Verder geef<br />
ik ook andere bijzonderheden aan over zijn ontwikkeling<br />
in dezelfde regel (andere kolom). Dit<br />
bestand mail ik vlak voor een bezoek aan een arts<br />
of therapeut en neem een uitdraai mee. Soms<br />
heeft de arts het gelezen en hoef ik niet alles te<br />
vertellen en heeft hij gerichte vragen. Als hij het<br />
niet gelezen heeft, dan heb ik mijn uitdraai om<br />
een goed verhaal te kunnen vertellen, zonder dat<br />
ik iets hoef te vergeten. De vragen die ik heb, heb<br />
ik ook op dat blad geschreven. Dit werkt heel prettig<br />
voor mij. Het is wel de bedoeling dat je dit<br />
dagelijks bijhoudt, maar je kunt het ook eerst in<br />
een agenda schrijven en later in het bestand zetten.<br />
■<br />
Een pluim voor Tamara<br />
De Tip en Truc hoek is een idee van Tamara<br />
Visser. Zij heeft lange tijd deze pagina verzorgd.<br />
Tamara moet helaas stoppen met het<br />
verzorgen van de Tip en Truc hoek. Wij willen<br />
haar heel erg bedanken voor haar inzet<br />
en creativiteit en wensen haar veel plezier<br />
met haar nieuwe uitdaging!<br />
De redactie<br />
TSC Contact | zomer <strong>2010</strong> 37
38<br />
nieuws<br />
Maak van de crisis een kans voor goede zorg<br />
Dat er bezuinigd gaat worden, ook op zorg en welzijn, lijkt onafwendbaar.<br />
De vraag wat dan goedkoper kan en moet, willen we echter niet overlaten aan departementale werkgroepen<br />
en politici alleen. Niet lijdzaam afwachten wat ons overkomt, maar actief meedenken, oplossingen<br />
aandragen en grenzen aangeven. De crisis geeft immers ook mogelijkheden om vastgeroeste gewoontes<br />
te wijzigen en onwrikbare principes aan de orde te stellen. Deeljezorg.nl, het sociale netwerk voor<br />
iedereen zich bij zorg en welzijn betrokken voelt, nodigt daarom iedereen uit om een bijdrage te leveren en<br />
met elkaar in discussie te gaan.<br />
Zelf bijdragen aan betere zorg en welzijnsvoorzieningen<br />
Op Deeljezorg.nl kan onder de noemer ‘Van Crisis<br />
naar Kans' iedereen die belang heeft bij goede<br />
zorg en welzijnsvoorzieningen de komende maanden<br />
zijn of haar ideeën, wensen, tips of opvattingen<br />
kwijt, of meediscussiëren over die van anderen.<br />
Chronisch zieken, mensen met een beperking,<br />
ouderen, jongeren in de jeugdzorg en hun ouders,<br />
GGz-cliënten, enz. Maar ook mensen die met de<br />
handen aan het bed staan, huisartsen, fysiotherapeuten,<br />
wijkverpleegkundigen, enz. Kortom iedereen<br />
die weet wat de mogelijke consequenties zijn<br />
van voorgenomen beleid en ideeën heeft over hoe<br />
het beter én goedkoper kan.<br />
Aan de slag met de ideeën<br />
Op de speciale Van Crisis naar Kans site, onderdeel<br />
van het sociale netwerk Deeljezorg.nl, is het<br />
de komende maanden mogelijk om op verschillende<br />
manieren een bijdrage te leveren. Bezoekers<br />
kunnen zelf hun ideeën plaatsen, reageren op die<br />
van anderen, meediscussiëren aan de hand van<br />
prikkelende stellingen, of hun mening geven via<br />
korte polls. De aangedragen ideeën zullen aan de<br />
kabinetsformateur worden overgedragen als een<br />
bijdrage om de ongetwijfeld lange en ingewikkelde<br />
formatiebesprekingen te versoepelen. Daarnaast<br />
zullen de 13 regionale Zorgbelangorganisaties de<br />
bron Deeljezorg.nl<br />
ideeën in de regio onder de aandacht brengen van<br />
politiek, zorgaanbieders en -verzekeraars.<br />
Hoe dan?<br />
Wacht niet af, maar begin gewoon. Loop je al langer<br />
rond met een idee? Plaats een bijdrage of reageer<br />
op die van anderen. Bijvoorbeeld over de voor<br />
en nadelen van kleinschaligere zorg; kan het PGB<br />
voor meer zaken ingezet worden of juist niet? Hoe<br />
kan de ziekenhuiszorg meer rond de patiënt en<br />
minder rond de arts georganiseerd worden? Is<br />
onafhankelijke indicatiestelling noodzakelijk of<br />
juist een probleem? Wat te doen met de kelders<br />
vol rollators, scootmobielen? Enz., enz.<br />
Goedkoper, beter en plezieriger<br />
Deeljezorg.nl is een plek waar we met elkaar in<br />
gesprek komen, mogelijkheden en alternatieven<br />
bespreken, van elkaars kennis en ideeën leren.<br />
Gezamenlijk kunnen we de politiek helpen om tot<br />
verantwoorde keuzes te komen en oplossingen<br />
aan te reiken die niet alleen goedkoper zijn, maar<br />
ook tot betere en plezierige zorg en welzijnsvoorzieningen<br />
leiden, zonder dat mensen buiten de<br />
boot vallen.<br />
Deeljezorg.nl is een initiatief van de regionale<br />
Zorgbelangorganisaties en is mede mogelijk<br />
gemaakt dankzij een bijdrage van het VSBfonds. ■<br />
zomer <strong>2010</strong> | TSC Contact
<strong>Stichting</strong> <strong>Tubereuze</strong> <strong>Sclerosis</strong> <strong>Nederland</strong><br />
De <strong>Stichting</strong> <strong>Tubereuze</strong> <strong>Sclerosis</strong> <strong>Nederland</strong> (STSN) is een landelijke, internationaal samenwerkende<br />
organisatie van mensen met <strong>Tubereuze</strong> <strong>Sclerosis</strong> Complex (TSC), hun partners, ouders of verzorgers en<br />
familieleden en van bij de STSN aangesloten deskundigen.<br />
De STSN behartigt de belangen van alle mensen in<br />
<strong>Nederland</strong> die te maken hebben met TSC en de<br />
gevolgen daarvan. De STSN is een krachtige belangenbehartiger<br />
en serviceorganisatie die mensen<br />
met TSC informatie geeft en ondersteuning biedt<br />
bij het vinden van zorg op maat en bij het omgaan<br />
met de aandoening. En dat door:<br />
• Belangenbehartiging;<br />
• Voorlichting;<br />
• Lotgenotencontact.<br />
De kennis die hiervoor nodig is, verkrijgt de STSN<br />
in de eerste plaats van mensen met TSC (zijn niet<br />
altijd patiënten), hun ouders en verzorgers en<br />
daarnaast van zorgverleners (artsen, gedragsdeskundigen)<br />
en van wetenschappers. De STSN verzamelt<br />
en bundelt deze kennis die het fundament<br />
vormt van belangenbehartiging, voorlichting en<br />
lotgenotencontact. De STSN wil de functie van landelijk<br />
bekend 'marktplein' vervullen voor mensen<br />
met TSC, hun ouders, verzorgers, partners en<br />
andere betrokkenen zoals zorgverleners en wetenschappers.<br />
Hier ontmoeten zij elkaar en vinden<br />
direct betrokkenen informatie en ondersteuning.<br />
De STSN behartigt de belangen van alle mensen<br />
met TSC. Zo staat zij bij zorgaanbieders op de<br />
bres voor kwaliteit van zorg door te pleiten voor<br />
een gedifferentieerd en goed zorgaanbod dat uitgaat<br />
van de vraag van de gebruiker. Aansluitend<br />
daaraan streeft de STSN in haar contacten met<br />
zorgverzekeraars naar een ideaal pakket van verzekerde<br />
zorg. Samen met andere patiëntenorganisaties<br />
voert de STSN een krachtig pleidooi voor de<br />
belangen van mensen met TSC.<br />
De STSN geeft voorlichting over de vele aspecten<br />
van leven met TSC. Onder meer in goed leesbare<br />
brochures, een eigen tijdschrift, of via de website.<br />
Zodat betrokkenen beter in staat zijn zelfstandig<br />
en bewust beslissingen te nemen.<br />
De STSN organiseert lotgenotencontacten. Zo staat<br />
niemand alleen en wordt bevorderd dat ervaringsdeskundigheid<br />
wordt gebruikt bij het verbeteren<br />
van de kwaliteit van zorg en van leven van mensen<br />
met TSC. Samenwerken is voor de STSN van groot<br />
belang. Voor haar partners is de STSN een waarde-<br />
volle organisatie vanwege haar kennis van het<br />
omgaan en leven met TSC. De STSN zoekt de<br />
samenwerking, omdat door de bundeling van<br />
krachten meer resultaten kunnen worden geboekt.<br />
In samenwerking benutten partners over en weer<br />
kennis, ervaring en relaties. Voor wat betreft overstijgende<br />
vraagstukken zoals wachtlijsten of financiering<br />
(persoonsgebonden budgetten) wordt<br />
samengewerkt met organisaties die op deze<br />
terreinen actief zijn. Zo werkt de STSN samen met<br />
de Vereniging van Samenwerkende Ouder- en<br />
Patiëntenorganisaties (VSOP), de Chronisch zieken<br />
en Gehandicapten Raad <strong>Nederland</strong> (CG-Raad) en<br />
de <strong>Nederland</strong>se Patiënten Consumenten Federatie<br />
(NPCF). Organisaties die zich op landelijk niveau<br />
richten op de bredere patiëntenbeweging als<br />
geheel. Daarnaast wordt samengewerkt met patiëntenorganisaties<br />
die actief zijn op verwante<br />
terreinen, zoals de Epilepsievereniging <strong>Nederland</strong><br />
en de Nierpatiëntenvereniging.<br />
De STSN zoekt ook de samenwerking met partners<br />
zoals zorginstellingen, hulpverleners, zorgverzekeraars<br />
en de wetenschappelijke wereld. Zo vervult<br />
de STSN een rol bij de ontwikkeling van effectieve<br />
zorg, medische- en sociale begeleiding of de<br />
bevordering van betere voorlichting en van wetenschappelijk<br />
onderzoek. En dat vereist goede<br />
contacten met onder meer de desbetreffende<br />
specialisten. Deze samenwerking had tot nu toe<br />
onder andere tot resultaat de oprichting van een<br />
polikliniek en van een expertiseteam ‘gedrag’,<br />
onderzoek naar de genetische oorsprong van<br />
TSC en gedragskundig onderzoek.<br />
De STSN stelt zich vooral tot doel de realisatie van<br />
een optimale kwaliteit van leven en van zorg voor<br />
mensen met TSC, waarbij bovendien de verdere<br />
overerving van TSC zo veel mogelijk kan worden<br />
voorkomen. Hiertoe zijn nodig goede en volledige<br />
informatie, snelle diagnose, tijdige behandeling,<br />
zorg op maat en goede, persoonlijke begeleiding<br />
en ondersteuning bij het leren omgaan met deze<br />
aandoening. De STSN vindt verder dat mensen met<br />
TSC zoveel als hun aandoening toestaat zelf de<br />
regie in eigen hand moeten kunnen houden.
www.stsn.nl