Wat is er Condensatie - Origo
Wat is er Condensatie - Origo
Wat is er Condensatie - Origo
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
"Don Rua" – vroeg<strong>er</strong> en nu blz. 1 Nr. 18 – april 2009<br />
<strong>Wat</strong> <strong>is</strong> <strong>er</strong><br />
tussen u en mij?<br />
"De wond<strong>er</strong>en zijn de w<strong>er</strong>eld nog niet uit" zeggen<br />
we wel, maar wat zijn wond<strong>er</strong>en? De wond<strong>er</strong>en d<strong>er</strong><br />
natuur, een wond<strong>er</strong>kind, de zeven w<strong>er</strong>eldwond<strong>er</strong>en:<br />
stuk voor stuk tijd-ruimtelijk, diesseitig, aards. Het zijn<br />
wond<strong>er</strong>en omdat ze v<strong>er</strong>wond<strong>er</strong>ing wekken: 'hoe kan<br />
dat toch?' Antwoorden in wetenschappelijke (natuurkundige,<br />
neuropsycholog<strong>is</strong>che, bouwkundige) zin<br />
v<strong>er</strong>and<strong>er</strong>en die v<strong>er</strong>wond<strong>er</strong>ing in bewond<strong>er</strong>ing.<br />
Ov<strong>er</strong> wond<strong>er</strong>en in religieuze zin bestaat mind<strong>er</strong><br />
eenstemmigheid. Wond<strong>er</strong>en als uitzond<strong>er</strong>ing op de<br />
natuurwetten komen volgens de een voor, maar<br />
zijn volgens and<strong>er</strong>en p<strong>er</strong> definitie onmogelijk.<br />
Onze bep<strong>er</strong>kte kenn<strong>is</strong> van die natuurwetten <strong>is</strong> als<br />
maatstaf onvoldoende. Als bewijs voor heiligheid<br />
in div<strong>er</strong>se gradaties zijn wond<strong>er</strong>en dus onbruikbaar.<br />
<strong>Wat</strong> doen we nu met de evangelie-v<strong>er</strong>halen?<br />
Een h<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>ch-lett<strong>er</strong>lijke opvatting <strong>er</strong>van stuit op<br />
veel dat voor het v<strong>er</strong>stand onv<strong>er</strong>te<strong>er</strong>baar <strong>is</strong>. Geloof<br />
dat het v<strong>er</strong>stand, de ancilla theologiae, v<strong>er</strong>kracht kan<br />
de bedoeling niet zijn. Tot in de vi<strong>er</strong>de eeuw na het<br />
begin van de huidige jaartelling was de metafor<strong>is</strong>che<br />
opvatting van godsdienstige l<strong>er</strong>ingen in zwang, zoals<br />
die m.n. in het oude Egypte bestond. De spirituele<br />
opgang van het mensdom stond centraal.<br />
Veel v<strong>er</strong>halen worden dan opeens 'zo gewoon en zo<br />
fr<strong>is</strong>, dat het volstrekt vanzelfsprekend <strong>is</strong>' (Jan Klein<br />
in 'Voortgang', blz. 4). Het "vrouw wat <strong>is</strong> <strong>er</strong> tussen u<br />
en mij" <strong>is</strong> dan geen grofheid me<strong>er</strong>, maar de<br />
aanduiding van het ond<strong>er</strong>scheid tussen lichamelijke<br />
en geestelijke v<strong>er</strong>wekking ; wat<strong>er</strong> en wijn: niet een<br />
chem<strong>is</strong>ch mirakel, maar een metafoor. Opstanding<br />
als Paasmyst<strong>er</strong>ie <strong>is</strong> een 'wond<strong>er</strong> boven wond<strong>er</strong>'.<br />
Het gaat niet om een h<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>che Jezus-figuur, al <strong>is</strong><br />
het heel goed mogelijk dat <strong>er</strong> rond het begin van de<br />
jaartelling een Joodse l<strong>er</strong>aar was die de aanzet gaf<br />
tot wat nu het chr<strong>is</strong>tendom <strong>is</strong>. De geestelijke opgang<br />
van heel de 'schepping', de mens voorop, <strong>is</strong> datgene<br />
waar het w<strong>er</strong>kelijk om gaat: de hemelse blauwdruk,<br />
de 'Engel van het Grote Plan' <strong>is</strong> de Heiland, de<br />
Zoon Gods, onze V<strong>er</strong>loss<strong>er</strong> en Zaligmak<strong>er</strong>.<br />
Ied<strong>er</strong>e mens <strong>is</strong> g<strong>er</strong>oepen tot eenwording met deze<br />
lichtende figuur, niet te v<strong>er</strong>eenzelvigen met een enkele<br />
h<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>che mens, maar die van alle plaatsen en tijden <strong>is</strong>,<br />
de Eeuwig Komende, gods plan in uitvo<strong>er</strong>ing. Dat ons<br />
menselijke voorstellingsv<strong>er</strong>mogen geholpen kan en<br />
mag worden door 'het v<strong>er</strong>haal van een levende' staat<br />
een h<strong>er</strong>nieuwd en bevrijdend aanvaarden van een<br />
univ<strong>er</strong>seel-chr<strong>is</strong>tolog<strong>is</strong>che opvatting niet in de weg. En<br />
die biedt een mogelijkheid tot ware oecumene.<br />
<strong>Wat</strong> <strong>is</strong> <strong>er</strong> tussen u en mij? We zijn allemaal ond<strong>er</strong>weg !<br />
Don Bosco-beeld van Wim Gubbels<br />
bij Piet Alofs thu<strong>is</strong><br />
<strong>Condensatie</strong><br />
ne<strong>er</strong>slag<br />
Hoe en wanne<strong>er</strong> een volgende nieuwsbrief komt<br />
<strong>is</strong> telkens we<strong>er</strong> een v<strong>er</strong>rassing. Natuurlijk, het <strong>is</strong><br />
we<strong>er</strong> twee maanden geleden sinds de vorige, en<br />
het wordt lente en Pasen, en ik ben bijna 73, wat<br />
Jan Klein (72) niet me<strong>er</strong> heeft gehaald, en 10 jaar<br />
oud<strong>er</strong> dan mijn vad<strong>er</strong> geworden <strong>is</strong> (63). En ik voel<br />
me <strong>er</strong> goed bij, met voldoende en<strong>er</strong>gie om bezig<br />
te blijven, al doet ook de leeftijd zich gelden.<br />
Vanwege het zware accent in deze nieuwsbrief op<br />
hetgeen ik, niet zond<strong>er</strong> moeite, gelezen heb in het<br />
me<strong>er</strong>maals gecite<strong>er</strong>de boek van A.B. Kuhn (niet<br />
Küng), lijkt een excuus aan de lez<strong>er</strong> me wel op z'n<br />
plaats. H<strong>er</strong>man Honsbeek maakte mij op dit w<strong>er</strong>k<br />
attent, en we zijn bij het lezen zo ongeve<strong>er</strong> gelijk<br />
opgegaan. Het was een (z)ware bedevaart, deze gang<br />
naar Compostela of Canossa (kiest u maar).<br />
Wie zo'n re<strong>is</strong> maakt heeft natuurlijk al een zek<strong>er</strong>e<br />
v<strong>er</strong>wachting ov<strong>er</strong> wat ond<strong>er</strong>weg en bij aankomst<br />
gevonden zal worden. Relativ<strong>er</strong>ing, nieuwe feiten<br />
en me<strong>er</strong> inzicht in eigen denken en voelen op godsdienstig<br />
gebied vielen ons ten deel. Ik beschouw het<br />
als winst, ondanks de blaren. M<strong>is</strong>schien beleefden<br />
we zoiets als de twee vrienden op weg naar Emmaus.<br />
We hebben Jezus niet gezien, maar hij was <strong>er</strong> wel.<br />
vrije nieuwsbrief ov<strong>er</strong> Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-He<strong>er</strong>enb<strong>er</strong>g (1959-71), en wat <strong>er</strong>van voortleeft
"Don Rua" – vroeg<strong>er</strong> en nu blz. 2 Nr. 18 – april 2009<br />
Wim Gubbels<br />
hoe het ging<br />
Kort na het v<strong>er</strong>schijnen van DRvn nr. 17 ontving ik<br />
van Ad Sno<strong>er</strong>en het hi<strong>er</strong>na volgende v<strong>er</strong>haal, dat hij<br />
schreef naar aanleiding van het ov<strong>er</strong>lijden van Wim<br />
Gubbels. Hij was getuige van een deel van de<br />
gebeurten<strong>is</strong>sen rond het v<strong>er</strong>trek van Wim uit de<br />
congregatie. Zoals te doen gebruikelijk liet de toenmalige<br />
provinciaal ov<strong>er</strong>ste de aanleiding en de gang<br />
van zaken in het du<strong>is</strong>t<strong>er</strong>.<br />
Ik h<strong>er</strong>inn<strong>er</strong> mij dat ik in 1963 als student theologie<br />
aanwezig was bij de bekendmaking door Jan t<strong>er</strong><br />
Schure van de laïc<strong>is</strong><strong>er</strong>ing van pat<strong>er</strong> Wim Gubbels.<br />
Hij stelde daarbij dat hij niet and<strong>er</strong>s kon. Dat nam ik<br />
toen al met een korrel zout, en ik weet nog goed hoe<br />
v<strong>er</strong>ontwaardigd ik bij deze voorstelling was. Niemand<br />
proteste<strong>er</strong>de, ik ook niet, dat had geen zin. Het jaar<br />
daarna v<strong>er</strong>trok ik, noodgedwongen, zelf.<br />
Jaren lat<strong>er</strong>, bij een van mijn bezoeken aan Bladel,<br />
tegen het einde van zijn leven, v<strong>er</strong>telde Wim me de<br />
gang van zaken zoals hij die zich h<strong>er</strong>inn<strong>er</strong>de. Er was<br />
een me<strong>is</strong>je dat in Assel met hem had gepraat. Toen<br />
zij weg was, schreef zij hem een brief waarin zij hem<br />
in v<strong>er</strong>trouwen nam. Zij ond<strong>er</strong>tekende met haar<br />
naam en zette daar een kru<strong>is</strong>je naast, een kus. Wim<br />
beantwoordde haar brief en zette ook een kru<strong>is</strong>je.<br />
Die brief w<strong>er</strong>d ond<strong>er</strong>schept door een priest<strong>er</strong>, ik<br />
weet niet in welke functie. Die alarme<strong>er</strong>de de<br />
deken en die op zijn beurt het b<strong>is</strong>dom Haarlem.<br />
Dat beklaagde zich bij provinciaal T<strong>er</strong> Schure, dit<br />
alles buiten medeweten van Wim Gubbels. Toen<br />
die door de provinciaal t<strong>er</strong> v<strong>er</strong>antwoording w<strong>er</strong>d<br />
g<strong>er</strong>oepen kreeg hij enkele alt<strong>er</strong>natieven, zoals een<br />
paar jaar in een kloost<strong>er</strong> en nooit me<strong>er</strong> een functie.<br />
De geboden alt<strong>er</strong>natieven waren stuk voor stuk<br />
onaanvaardbaar. Gezien mijn eigen <strong>er</strong>varingen in het<br />
jaar daarna lijkt het me ze<strong>er</strong> waarschijnlijk dat T<strong>er</strong><br />
Schure dat uit b<strong>er</strong>ekening deed. De p<strong>er</strong>sona non grata<br />
deed het zichzelf aan, híj waste zijn handen in<br />
onschuld. Het relaas van Ad Sno<strong>er</strong>en vult aan wat<br />
daaraan nog voorafging, en een vreemd licht w<strong>er</strong>pt<br />
op de motivatie en het gedrag van Jan t<strong>er</strong> Schure.<br />
In hoev<strong>er</strong>re het v<strong>er</strong>haal dat Wim mij v<strong>er</strong>telde volledig<br />
was doet <strong>er</strong> weinig toe. Het ging om een v<strong>er</strong>moeden<br />
van ontoelaatbare intimiteit, om mededeling daarvan<br />
tussen 'h<strong>er</strong>en' geestelijken, en zond<strong>er</strong> navraag te doen<br />
bij de p<strong>er</strong>soon in kwestie. De mani<strong>er</strong> waarop de<br />
proviciaal reage<strong>er</strong>de wekt de indruk van een soort<br />
gedrevenheid of paniek. Het ging we<strong>er</strong> eens om de<br />
'heilige deugd' en om de goede naam. M<strong>is</strong>schien was<br />
<strong>er</strong> zelfs rivaliteit in het spel, of een v<strong>er</strong>eenzelviging van<br />
de goede zaak met de eigen p<strong>er</strong>soon.<br />
Augustus 1949.<br />
Ontmoetingen<br />
door Ad Sno<strong>er</strong>en<br />
Ik volg het gymnasium van het Norb<strong>er</strong>tuslyceum<br />
in Roosendaal en heb mijn 'roeping', die ik in 1947<br />
v<strong>er</strong>loor, tot grote vreugde van mijn oud<strong>er</strong>s, we<strong>er</strong><br />
t<strong>er</strong>uggekregen. Ik wil Salesiaan van Don Bosco<br />
worden. Maar hoe dat aan te pakken? Ik schrijf een<br />
mooie brief aan de directeur van het klein<br />
seminarie 'Don Rua' in Ugchelen en krijg prompt<br />
een brief t<strong>er</strong>ug. Pat<strong>er</strong> Gubbels heet die directeur. Ik<br />
moet maar eens in Ugchelen komen kijken, maar<br />
hij waarschuwt mij dat het leven van een Salesiaan<br />
veel off<strong>er</strong>s vraagt.<br />
Op een mooie augustusdag ben ik, samen met mijn<br />
bro<strong>er</strong>, op de fiets gesprongen en zijn we van<br />
Dongen naar Ugchelen g<strong>er</strong>eden. Het was daar even<br />
zoeken geblazen. Huize Don Rua ligt in de bossen<br />
v<strong>er</strong>scholen. Maar wij hebben een Hollandse mond<br />
en na v<strong>er</strong>loop van tijd staan wij voor een wit<br />
landhu<strong>is</strong> met een kleine kapel <strong>er</strong>naast. Dat moet<br />
Don Rua zijn! We bellen aan. Een man in een<br />
keurig zwart pak (mijnhe<strong>er</strong> Boudi<strong>er</strong>?) doet open.<br />
"Of wij de directeur kunnen spreken?" "Natuurlijk<br />
kan dat! Wacht hi<strong>er</strong> maar even."<br />
Kort daarop v<strong>er</strong>schijnt een mooie, slanke pat<strong>er</strong> in<br />
zwarte toog, met zo'n beminnelijk gezicht dat ik<br />
meteen weg van hem ben. Vooral zijn lach, waarbij<br />
hij zijn ogen tot smalle spleetjes samentrekt, maakt<br />
indruk op mij.<br />
We raken aan de babbel. Hij v<strong>er</strong>telt ov<strong>er</strong> het<br />
Salesiaanse leven en ik v<strong>er</strong>tel ov<strong>er</strong> het mijne. Hij<br />
komt tot de conclusie dat het voor mij bet<strong>er</strong> <strong>is</strong> om<br />
nog een jaar in Roosendaal te blijven om daar mijn<br />
gymnasiumdiploma te halen. Daarna ben ik in<br />
Ugchelen welkom. Ik zal daar dan wel een jaar op de<br />
proef moeten zijn voordat ik naar het noviciaat kan.<br />
Maar daar zal men lat<strong>er</strong> bij de drie praktijkjaren wel<br />
rekening mee houden. Dat worden <strong>er</strong> voor mij dan<br />
twee. We kunnen in Don Rua ov<strong>er</strong>nachten op<br />
bedden in een grote slaapzaal en we rijden de<br />
volgende dag naar Dongen t<strong>er</strong>ug.<br />
Ik ben wild enthousiast. <strong>Wat</strong> een aardige, sympathieke<br />
pat<strong>er</strong>. Ik zie in hem meteen een voorbeeld<br />
van een echte Salesiaan! Zo wil ik ook worden.<br />
Huize Don Rua zelf valt mij wat tegen. Grote open<br />
slaapzalen, een grote studiezaal, wat muffige<br />
klaslokalen, een vochtige spoelkeuken. Ik ben op het<br />
Convict St. Lou<strong>is</strong>, waar ik in pension ben, bet<strong>er</strong><br />
gewend: een eigen kam<strong>er</strong>, een kleine, gezellige reft<strong>er</strong><br />
en een recreatiezaal met alles <strong>er</strong>op en <strong>er</strong>aan! Maar<br />
dat <strong>is</strong> allemaal maar bijzaak! Mijn besluit staat vast:<br />
ov<strong>er</strong> een jaar ben ik in Huize Don Rua!<br />
vrije nieuwsbrief ov<strong>er</strong> Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-He<strong>er</strong>enb<strong>er</strong>g (1959-71), en wat <strong>er</strong>van voortleeft
"Don Rua" – vroeg<strong>er</strong> en nu blz. 3 Nr. 18 – april 2009<br />
Septemb<strong>er</strong> 1950.<br />
In de loop van septemb<strong>er</strong> 1950 begint mijn<br />
'proefjaar' Ik bid <strong>er</strong> veel in het kleine kapelleke met<br />
het rieten dak. En als voornaamste taak moet ik<br />
Griekse en Latijnse lessen geven aan de zogenaamde<br />
late roepingen, vaak zes tot zeven uur p<strong>er</strong> dag.<br />
Ond<strong>er</strong> mijn le<strong>er</strong>lingen zijn o.a H<strong>er</strong>man Lieb<strong>er</strong>om en<br />
H<strong>er</strong>man Spronck. En mijn voornaamste leslokaal <strong>is</strong><br />
de kleine Mariakapel, waarin elke morgen pat<strong>er</strong><br />
Klein zijn privé-m<strong>is</strong> celebre<strong>er</strong>t. Sorry, ik ruik nu nog<br />
de geur van snuif en niet van wi<strong>er</strong>ook!<br />
Pat<strong>er</strong> Gubbels <strong>is</strong> nog steeds directeur. Ik le<strong>er</strong> hem<br />
nu ook and<strong>er</strong>s kennen. Ik zie hem nog zwi<strong>er</strong>en aan<br />
de rekstok, en voetballen in zijn zwarte toog! Hij<br />
maakt prachtige beelden van hout en klei. En het <strong>is</strong><br />
's-avonds telkens een genot wanne<strong>er</strong> hij uit de<br />
zijkapel te voorschijn komt om ons "goede nacht" te<br />
wensen. Regelmatig maak ik bij hem mijn "rendiconto"<br />
en ga telkens we<strong>er</strong> geïnspire<strong>er</strong>d bij hem weg.<br />
Na een jaar mag ik naar het noviciaat en worden<br />
mijn ontmoetingen met pat<strong>er</strong> Gubbels mind<strong>er</strong>. En<br />
als ik lat<strong>er</strong> in Benediktbeu<strong>er</strong>n theologie stude<strong>er</strong> en<br />
nog lat<strong>er</strong> in Rome k<strong>er</strong>kelijk recht mòet stud<strong>er</strong>en<br />
(provinciaal T<strong>er</strong> Schure wilde dat, want bij had mij<br />
tot a.s. novicenmeest<strong>er</strong> voorbestemd) v<strong>er</strong>lies ik pat<strong>er</strong><br />
Gubbels steeds me<strong>er</strong> uit het oog. Ik hoor wel dat hij<br />
directeur in Assel <strong>is</strong> geworden en daar o.a. de<br />
Mariahoeve leidt. Daar blijft het bij! Tot aan die<br />
vreemde ontmoeting in, naar ik meen, februari of<br />
maart 1963. Niet met pat<strong>er</strong> Gubbels zelf, maar met<br />
iemand and<strong>er</strong>s.<br />
Februari of Maart 1963.<br />
Ik stude<strong>er</strong> dus in Rome aan het 'Pontificium<br />
Atheneum Salesianum' (P.A.S.) tegen heug en<br />
meug k<strong>er</strong>kelijk recht en sta in die tijd voor het<br />
licentiaats-examen. Daarvoor moet ik een scriptie<br />
schrijven ov<strong>er</strong> de gemengde huwelijken in de tijd<br />
van paus Benedictus XIV. Maar o jé die vreselijke<br />
open studiezaal met die rumo<strong>er</strong>ige, levenslustige,<br />
praatzieke Italianen. Ik kan me niet concentr<strong>er</strong>en<br />
en zoek een oplossing.<br />
Die vind ik in de gastenslaapzaal van ons instituut.<br />
Gasten komen <strong>er</strong> veel. De P.A.S. ligt tegenov<strong>er</strong> het<br />
grote centrale station T<strong>er</strong>mini en heel wat Salesianen<br />
en and<strong>er</strong>en, die Rome willen zien, zijn bij ons te gast.<br />
In die grote zaal met wel 50 celletjes zoek ik een leeg<br />
celletje en nestel me daarin om eindelijk eens mijn<br />
scriptie af te ronden.<br />
Op een middag in februari of maart 1963 ben ik<br />
druk bezig met de kwestie van die gemengde<br />
huwelijken als de porti<strong>er</strong>, v<strong>er</strong>gezeld van een gast, de<br />
slaapzaal binnenkomt om die gast een celletje toe te<br />
wijzen. Laat hem nou het celletje naast mij pakken.<br />
Even een g<strong>er</strong>ommel van koff<strong>er</strong> en tas, waarna de<br />
porti<strong>er</strong> zich t<strong>er</strong>ugtrekt. Kort daarna ligt de gast, die<br />
<strong>er</strong>g v<strong>er</strong>moeid moet zijn van een lange re<strong>is</strong>, he<strong>er</strong>lijk te<br />
snurken. Dat duurt een dik uur. Dan wordt hij<br />
wakk<strong>er</strong> en wil zijn cel uitgaan. Ik denk: "Even kenn<strong>is</strong><br />
maken met mijn buurman", en stap ook mijn cel uit.<br />
Tot mijn grote, grote v<strong>er</strong>bazing bots ik tegen<br />
provinciaal T<strong>er</strong> Schure aan.. Ook hij <strong>is</strong> v<strong>er</strong>rast. "Jij<br />
hi<strong>er</strong>??" "Ja, ik hi<strong>er</strong>!!" Hij <strong>is</strong> blij mij te zien en wordt<br />
v<strong>er</strong>trouwelijk Ik zal imm<strong>er</strong>s zijn a.s. novicenmeest<strong>er</strong><br />
worden.<br />
Hij v<strong>er</strong>telt mij de reden van zijn re<strong>is</strong>. Hij heeft in<br />
Ned<strong>er</strong>land een pat<strong>er</strong> betrapt die een relatie met een<br />
vrouw heeft gekregen. Daarom <strong>is</strong> hij zo snel<br />
mogelijk naar Rome g<strong>er</strong>e<strong>is</strong>d om aan de Gen<strong>er</strong>aal<br />
Ov<strong>er</strong>ste te vragen of hij die bewuste pat<strong>er</strong> uit de<br />
congregatie mag v<strong>er</strong>wijd<strong>er</strong>en. De Gen<strong>er</strong>aal Ov<strong>er</strong>ste<br />
<strong>is</strong> namelijk in Rome wegens het Vaticaans Concilie.<br />
Of ik een telefooncel weet, zodat hij hem kan bellen.<br />
Natuurlijk weet ik <strong>er</strong> een. Even lat<strong>er</strong> staat don T<strong>er</strong><br />
Schure te bellen.<br />
Teleurgesteld komt hij we<strong>er</strong> te voorschijn. De<br />
Gen<strong>er</strong>aal Ov<strong>er</strong>ste <strong>is</strong> net wegens dringende zaken p<strong>er</strong><br />
vliegtuig naar Turijn v<strong>er</strong>trokken. Of ik met hem de<br />
stad in wil gaan, om een vliegticket te kopen, zodat<br />
hij zo snel mogelijk de Gen<strong>er</strong>aal Ov<strong>er</strong>ste acht<strong>er</strong>na<br />
kan vliegen. En zo lopen we samen even lat<strong>er</strong> door<br />
de drukke straten van Rome, op zoek naar een<br />
re<strong>is</strong>bureau.<br />
We vinden <strong>er</strong> een, het ticket wordt gekocht maar<br />
helaas gaat <strong>er</strong> 's-avonds geen vliegtuig me<strong>er</strong> naar<br />
Turijn. Grote teleurstelling bij Don t<strong>er</strong> Schure. De<br />
volgende morgen heb ik hem niet me<strong>er</strong> gezien. Hij<br />
moet met de Noord<strong>er</strong>zon naar Turijn v<strong>er</strong>trokken<br />
zijn om daar zijn 'm<strong>is</strong>sie' te voltooien. Hij heeft mij<br />
tussendoor nog wel even toegeflu<strong>is</strong>t<strong>er</strong>d dat het om<br />
pat<strong>er</strong> Gubbels ging.<br />
In juli 1963 kom ik in Ned<strong>er</strong>land t<strong>er</strong>ug Ik heb mijn<br />
licentiaat gehaald maar mag nog geen novicenmeest<strong>er</strong><br />
worden. Ik heb de canonieke leeftijd van 35<br />
jaar nog niet b<strong>er</strong>eikt. Ik mag van provinciaal T<strong>er</strong><br />
Schure ook niet t<strong>er</strong>ug naar Rome om daar mijn<br />
rechtenstudie met een doctoraal te bekronen. Hij<br />
v<strong>er</strong>moedt <strong>er</strong>gens een complotje. Ik ga we<strong>er</strong> braaf<br />
naar Twello t<strong>er</strong>ug om daar mentor van de filosofiestudenten<br />
te worden.<br />
Lat<strong>er</strong> hoorde ik dat pat<strong>er</strong> Gubbels ind<strong>er</strong>daad de<br />
Congregatie van de Salesianen heeft (moeten)<br />
v<strong>er</strong>laten. Ik heb hem nooit me<strong>er</strong> gezien, maar hij<br />
leeft nog voort in mijn h<strong>er</strong>inn<strong>er</strong>ing. En nog steeds<br />
heb ik alle respect voor hem...<br />
Ad Sno<strong>er</strong>en (Breda,1931) was salesiaan van 1952 t/m<br />
1970, en priest<strong>er</strong> vanaf 1960 (München). Enkele jaren<br />
na zijn v<strong>er</strong>trek uit de congregatie trouwde hij (1973);<br />
zij kregen een zoon (1977).<br />
vrije nieuwsbrief ov<strong>er</strong> Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-He<strong>er</strong>enb<strong>er</strong>g (1959-71), en wat <strong>er</strong>van voortleeft
"Don Rua" – vroeg<strong>er</strong> en nu blz. 4 Nr. 18 – april 2009<br />
Voortgang<br />
De man Jezus, opgevat als h<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>che Messias of<br />
Chr<strong>is</strong>tus, <strong>is</strong> gedate<strong>er</strong>d, in feite outdated, buiten spel<br />
gezet door de dood. Zijn wed<strong>er</strong>opstanding, gezien<br />
als we<strong>er</strong> tot leven komen van zijn aards-fysieke<br />
lichaam, <strong>is</strong> niet alleen in strijd met de wetten d<strong>er</strong><br />
natuur, maar biedt ook geen and<strong>er</strong> p<strong>er</strong>spectief dan<br />
blijvende gevangenschap in tijd-ruimtelijkheid.<br />
ma. 11/vr. 17-04-1987<br />
Hij heeft om steun gevraagd<br />
zond<strong>er</strong> te vragen;<br />
de weifelingen graag<br />
v<strong>er</strong>dragen.<br />
Maar als die God van hem<br />
tot slot hem vallen laat<br />
– en alles blijkt te laat –<br />
schreeuwt hij het uit<br />
en sluit<br />
zijn dagen.<br />
In het boek 'Who <strong>is</strong> th<strong>is</strong> King of Glory : A Critical<br />
Study of the Chr<strong>is</strong>tos-Messiah Tradition' (1948)<br />
van Alvin Boyd Kuhn wordt aangetoond dat de,<br />
sinds de d<strong>er</strong>de eeuw dominante, lett<strong>er</strong>lijke opvatting<br />
van de evangeliev<strong>er</strong>halen, kant noch wal raakt.<br />
Tot die tijd gold de antieke traditie d<strong>er</strong> metaforen<br />
en was zelfs een h<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>che Jezus onbekend.<br />
di. 4-02-1986<br />
Niet zien, Toch geloven:<br />
krampzinnig<br />
oude bezw<strong>er</strong>ingen<br />
t<strong>er</strong>ugprevelen<br />
uitrafelen, -leggen<br />
en niets in je handen<br />
dan een dode mus.<br />
Wie krijg je dan mee of t<strong>er</strong>ug?<br />
Nee! Dode beend<strong>er</strong>en<br />
oproepen tot leven:<br />
nieuwe tov<strong>er</strong>kracht<br />
gieten in woorden en beelden<br />
zo gewoon en zo fr<strong>is</strong><br />
dat het volstrekt<br />
vanzelfsprekend <strong>is</strong>.<br />
Jan Klein heeft dit boek van Kuhn waarschijnlijk niet<br />
gelezen. Niettemin sluit bovenstaand gedicht, wat hij<br />
<strong>er</strong> ook mee bedoeld heeft, daar naadloos bij aan. Het<br />
evangel<strong>is</strong>che levensv<strong>er</strong>haal van Jezus staat vol met<br />
beelden die rechtstreeks ontleend zijn aan de oude<br />
Egypt<strong>is</strong>che mythologie. Mythen zijn niet bedoeld als<br />
lett<strong>er</strong>lijke geschiedschrijving. Zij dramat<strong>is</strong><strong>er</strong>en de<br />
ond<strong>er</strong>linge v<strong>er</strong>houdingen van aardse en bovenaardse<br />
w<strong>er</strong>kelijkheid. Zogenaamd 'heidense' religies waren<br />
wel degelijk 'messian<strong>is</strong>t<strong>is</strong>ch' ofwel 'chr<strong>is</strong>telijk', niet t<strong>er</strong><br />
v<strong>er</strong>kondiging van een individuele menselijke heiland,<br />
maar van een univ<strong>er</strong>sele heilsgeschieden<strong>is</strong>.<br />
Dit gegeven staat een leven met v<strong>er</strong>halen ov<strong>er</strong><br />
geboorte, wed<strong>er</strong>waardigheden, dood en v<strong>er</strong>rijzen<strong>is</strong><br />
van een man Gods niet in de weg. Zij spreken de<br />
mens gevoelsmatig aan en zorgen voor een direkte<br />
beleving van de heilsw<strong>er</strong>kelijkheid ("brandde ons<br />
hart niet in ons..."), die effectiev<strong>er</strong> <strong>is</strong> dan een primair<br />
v<strong>er</strong>standelijke benad<strong>er</strong>ing. Of de figuur van Jezus nu<br />
h<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>ch <strong>is</strong> of niet doet mind<strong>er</strong> t<strong>er</strong>zake dan de<br />
vraag of zijn 'levensv<strong>er</strong>haal' tot het onze wordt.<br />
vr. 17-04-1987<br />
Hij jaagt op 't e<strong>er</strong>ste groen<br />
langs weg en wet<strong>er</strong>ing<br />
vindt ov<strong>er</strong>al<br />
lof en v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ing.<br />
Maar als die God van hem<br />
zich tonen blijft<br />
slaat alles open-dicht.<br />
In schaduwlicht<br />
weet hij zich ingelijfd.<br />
Dit gedicht zie ik als pendant van het e<strong>er</strong>ste. Jan wil<br />
niet wanhopen aan de goddelijke aanwezigheid en<br />
ond<strong>er</strong>steuning in zijn leven. Toch blijft de onzek<strong>er</strong>heid<br />
ov<strong>er</strong> zijn eigen int<strong>er</strong>pret<strong>er</strong>ende zien van god in<br />
de natuur om hem heen. 'Lof en v<strong>er</strong>zek<strong>er</strong>ing'<br />
maken geloof en v<strong>er</strong>trouwen niet ov<strong>er</strong>bodig.<br />
ma. 10-02-1986<br />
Weifelen<br />
Niets zien<br />
Toch geloven<br />
Om te zien: de m<strong>is</strong>t v<strong>er</strong>drijven<br />
van oude woorden die beschimmeld zijn –<br />
De Paashe<strong>er</strong>. – Meest<strong>er</strong> voor hemel en aarde.<br />
Op zoek naar trouw gezelschap: ied<strong>er</strong> mag<br />
de Meest<strong>er</strong> volgen en zijn woord en daad:<br />
Men komt voor rekening van Vad<strong>er</strong>, Zoon en Geest.<br />
Echt heel? Pas als je lijk bent.<br />
Pas als je niet me<strong>er</strong> groeit.<br />
Wie groeit, wordt and<strong>er</strong>s. And<strong>er</strong>s heel?<br />
E<strong>er</strong>st stuk, v<strong>er</strong>zet, v<strong>er</strong>moeid.<br />
Nieuw leven telt een portie dood.<br />
De kraamvrouw telt geen pijn.<br />
Meiregen maakt ons nat en groot,<br />
we<strong>er</strong> zal <strong>er</strong> iemand zijn.<br />
De veenbrand, een ellende,<br />
v<strong>er</strong>woest wat niet me<strong>er</strong> kan.<br />
Ga plat, maar voel het gloeien:<br />
uit onmacht word je man.<br />
De agenda-dichten van Jan Klein gaven vorm aan<br />
zijn laatste strijd, zijn p<strong>er</strong>soonlijke zoektocht. Ze<br />
deden <strong>er</strong> v<strong>er</strong>slag van, waren een dagboek, niet de<br />
aanzet tot een boek of bundel. Ze laten een<br />
ontwikkeling zien, naar vorm en naar inhoud. Wij<br />
volgen hem hi<strong>er</strong>in, als 'trouw gezelschap'.<br />
vrije nieuwsbrief ov<strong>er</strong> Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-He<strong>er</strong>enb<strong>er</strong>g (1959-71), en wat <strong>er</strong>van voortleeft
"Don Rua" – vroeg<strong>er</strong> en nu blz. 5 Nr. 18 – april 2009<br />
Et ecce t<strong>er</strong>raemotus<br />
factus est magnus<br />
Angelus enim Domini descendit de coelo, et accedens revolvit<br />
lapidem, et sedebat sup<strong>er</strong> eum. Erat autem aspectus ejus sicut<br />
fulgur : et vestimentum ejus sicut nix. Prae timore autem ejus<br />
ext<strong>er</strong>riti sunt custodes, et facti sunt velut mortui. Respondens<br />
autem angelus dixit muli<strong>er</strong>ibus: "Nolite tim<strong>er</strong>e vos: scio enim,<br />
quod Jesum, qui crucifixus est, qua<strong>er</strong>it<strong>is</strong>." Mt. 28:2-10<br />
En zie, <strong>er</strong> geschiedt een groot beven. Want een engel<br />
van de He<strong>er</strong> daalt ne<strong>er</strong> uit de hemel, komt nad<strong>er</strong>bij,<br />
wentelt de steen weg en zet zich <strong>er</strong> bovenop. Zijn<br />
aanzien <strong>is</strong> als een bliksem, en zijn kleding wit als<br />
sneeuw. Van vrees voor hem beven de bewak<strong>er</strong>s en<br />
worden ze als doden. Maar ten antwoord zegt de<br />
engel tot de vrouwen: "weest gíj niet bevreesd; ik weet<br />
imm<strong>er</strong>s dat ge Jezus zoekt, de gekru<strong>is</strong>igde."<br />
De Goede Week en Pasen zijn ied<strong>er</strong> jaar opnieuw<br />
het dramat<strong>is</strong>ch hoogtepunt van het k<strong>er</strong>kelijk jaar,<br />
vraag en uitroepteken tevens. Zoals Alvin Boyd<br />
Kuhn in zijn boek 'Who <strong>is</strong> th<strong>is</strong> King of Glory : A<br />
Critical Study of the Chr<strong>is</strong>tos-Messiah Tradition' (1948)<br />
met tal van voorbeelden en citaten duidelijk maakt,<br />
<strong>is</strong> een h<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>ch-lett<strong>er</strong>lijke opvatting van de lijdensv<strong>er</strong>halen<br />
te enen male onmogelijk.<br />
Het paradigma waarin zij w<strong>er</strong>den geconcipie<strong>er</strong>d en<br />
geschreven was de metafor<strong>is</strong>che mythe (geheimle<strong>er</strong>)<br />
van de o<strong>er</strong>oude religieuze levensbeschouwingen. Tal<br />
van, al of niet h<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>che, goddelijke incarnaties<br />
gingen vooraf aan de Jezus van de Evangeliën. Er<br />
bestaan tientallen levensv<strong>er</strong>halen van grotendeels<br />
ov<strong>er</strong>eenkomstige structuur en strekking. Zelden of<br />
nooit w<strong>er</strong>den die lett<strong>er</strong>lijk opgevat.<br />
Schepping en heilsgebeuren vormen één geheel, en<br />
omvatten oneindig veel me<strong>er</strong> dan de aardse h<strong>is</strong>torie,<br />
laat staan dat het heil zou worden geconsume<strong>er</strong>d in<br />
één enkele mens op één rijd-ruimtelijk moment op<br />
deze planeet in een uithoek van het ons bekende<br />
heelal. Met een d<strong>er</strong>gelijke opvatting bewijzen we god<br />
en goddelijkheid niet de e<strong>er</strong> die <strong>er</strong>aan toekomt. Dat<br />
<strong>is</strong> ook voor mij een reden om v<strong>er</strong>d<strong>er</strong> te zien.<br />
Me<strong>er</strong> dan 25 jaar geleden kreeg ik van mijn vrouw<br />
Riet als v<strong>er</strong>jaardagsgeschenk het boek van Edward<br />
Schillebeeckx 'Jezus, het v<strong>er</strong>haal van een levende'. Ik<br />
heb <strong>er</strong> tot nu toe niet me<strong>er</strong> dan 69 bladzijden van<br />
gelezen. Het <strong>is</strong> een w<strong>er</strong>k met zoveel mitsen en<br />
maren, dat ik <strong>er</strong> binnen de kortste k<strong>er</strong>en in vastliep.<br />
Zo heeft de He<strong>er</strong> zijn le<strong>er</strong> niet gebracht. Als 'blijde<br />
boodschap' was die licht en levend.<br />
Toch word ik, na lezing van het doorwrochte w<strong>er</strong>k<br />
van Kuhn nieuwsgi<strong>er</strong>ig naar een gedegen theolog<strong>is</strong>che<br />
stellingname van katholieke zijde. Maar dan<br />
los van de le<strong>er</strong>stellige dreiging vanuit Rome, die<br />
voor een deel debet kan zijn aan de omzichtigheid<br />
waar Schillebeeckx blijk van lijkt te geven. <strong>Wat</strong> ik,<br />
om te beginnen, van hem wil weten <strong>is</strong>: waar zijn<br />
grensstenen staan, wat <strong>is</strong> 'ja', wat <strong>is</strong> 'nee' ?<br />
De mijne liggen voorlopig als volgt: was 'Jezus'<br />
een h<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>che figuur, heeft hij zo'n 2000 jaar<br />
geleden geleefd als individuele mens? Ja, ik denk<br />
van wel. Was hij als enige gods eniggeboren<br />
zoon en v<strong>er</strong>loss<strong>er</strong> van alle mensen, waar ook?<br />
Nee, dat betwijfel ik. Is hij door de Romeinen<br />
ten dode toe gekru<strong>is</strong>igd? Noch ja, noch nee, ik<br />
weet het niet. Is hij lichamelijk h<strong>er</strong>rezen? Nee.<br />
Voordat u mij v<strong>er</strong>kett<strong>er</strong>t of simpelweg de rug<br />
toeke<strong>er</strong>t, wilt u m<strong>is</strong>schien bedenken dat ik – met<br />
mijn voorlopige grensbepalingen – in g<strong>er</strong>enomme<strong>er</strong>d<br />
gezelschap ben, zoals dat van v<strong>er</strong>schillende<br />
k<strong>er</strong>kvad<strong>er</strong>s en waarschijnlijk ook van de<br />
apostel Paulus (fuori le Mura !). De kru<strong>is</strong>dood en<br />
de v<strong>er</strong>rijzen<strong>is</strong> maken als univ<strong>er</strong>sele metaforen<br />
deel uit van de heilsgeschieden<strong>is</strong>. Dat geloof ik.<br />
Als metafoor <strong>is</strong> het leven van een goddelijke vonk<br />
in de bep<strong>er</strong>kingen van het vlees een lijdensweg, en<br />
bestaat v<strong>er</strong>rijzen<strong>is</strong> uit een wed<strong>er</strong>geboorte in de<br />
geest bij de dood van het lichaam, soms zelfs vóór<br />
de dood van het lichaam. Daarin wordt de mens<br />
één met de, al of niet individueel gedachte, Zoon<br />
Gods, zoals die één <strong>is</strong> met zijn Vad<strong>er</strong> die in de<br />
hemelen <strong>is</strong>. Klinkt dat niet bekend?<br />
M<strong>is</strong>schien kan het geloof van menigeen een impuls<br />
krijgen van een allegor<strong>is</strong>che (zinnebeeldige) opvatting<br />
van religieuze en bijbelse gegevens, in plaats van een<br />
lett<strong>er</strong>lijke die daar een post-apostol<strong>is</strong>che v<strong>er</strong>vorming<br />
van <strong>is</strong>. Binnen deze (altijd voorlopige) grenzen kan ik<br />
me een katholiek chr<strong>is</strong>ten voelen, een mens met alle<br />
mensen, op weg naar het vad<strong>er</strong>hu<strong>is</strong> met zijn vele<br />
woningen, één met Chr<strong>is</strong>tus als 'de eeuwig komende'.<br />
vrije nieuwsbrief ov<strong>er</strong> Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-He<strong>er</strong>enb<strong>er</strong>g (1959-71), en wat <strong>er</strong>van voortleeft
"Don Rua" – vroeg<strong>er</strong> en nu blz. 6 Nr. 18 – april 2009<br />
O filii . . .<br />
O filii et filiae, O zonen en docht<strong>er</strong>s<br />
Rex caelest<strong>is</strong>, Rex gloriae, de glorieuze hemelkoning<br />
Morte surrexit hodie, v<strong>er</strong>rees heden uit de dood<br />
alleluia, alleluia.<br />
Et mane prima sabbati, op sabbathmorgen vroeg<br />
Ad ostium monumenti kwamen de le<strong>er</strong>lingen<br />
Access<strong>er</strong>unt d<strong>is</strong>cipuli, naar het graf toe<br />
alleluia, alleluia.<br />
Et Maria Magdalene, en Maria van Magdala,<br />
Et Jacobi et Salome, die van Jacobus en Salome<br />
ven<strong>er</strong>unt corpus ung<strong>er</strong>e, kwamen hem balsemen<br />
alleluia, alleluia.<br />
In alb<strong>is</strong> sedens angelus een engel in het wit<br />
praedixit muli<strong>er</strong>ibus: v<strong>er</strong>telde de vrouwen :<br />
In Galilaea est Dominus, de he<strong>er</strong> <strong>is</strong> in Galilea<br />
alleluia, alleluia.<br />
Et Joannes Apostolus en de apostel Johannes<br />
Cucurrit Petro citius, die hard<strong>er</strong> liep dan Petrus<br />
Monumento venit prius, was e<strong>er</strong>d<strong>er</strong> bij het graf<br />
alleluia, alleluia.<br />
D<strong>is</strong>cipul<strong>is</strong> astantibus, temidden van de le<strong>er</strong>lingen<br />
In medio stetit Chr<strong>is</strong>tus, stond Chr<strong>is</strong>tus, en zei:<br />
Dicens: Pax vob<strong>is</strong> omnibus, vrede zij u allen<br />
alleluia, alleluia.<br />
Ut intellexit Didymus toen Didymus hoorde<br />
Quia surrexit <strong>er</strong>at Jesus, dat Jezus v<strong>er</strong>rezen was<br />
Remansit f<strong>er</strong>e dubius, bleef hij twijfelen<br />
alleluia, alleluia.<br />
Vide Thoma, vide latus, kijk dan Thomas naar zijn<br />
Vide pedes, vide manus. zijde, zijn voeten, handen<br />
Noli esse incredulus, wees niet zo ongelovig<br />
alleluia, alleluia.<br />
Quando Thomas Chr<strong>is</strong>ti latus, toen Thomas Chr<strong>is</strong>tus' zijde,<br />
Pedes vidit atque manus, voeten en handen zag<br />
Dixit: Tu es Deus meus, zei hij : u bent mijn god<br />
alleluia, alleluia.<br />
Beati qui non vid<strong>er</strong>unt, zalig zij die niet zien<br />
Et firmit<strong>er</strong> credid<strong>er</strong>unt, en toch vast geloven<br />
Vitam aet<strong>er</strong>nam habebunt, zij zullen eeuwig leven<br />
alleluia, alleluia.<br />
In hoc festo sanct<strong>is</strong>simo op dit hoogheilig feest<br />
Sit laus et jubilatio, <strong>is</strong> lof en jubel gepast,<br />
Benedicamus Domino, danken wij de he<strong>er</strong><br />
alleluia, alleluia.<br />
De quibus nos humillimas laat ons hi<strong>er</strong>voor ned<strong>er</strong>ig,<br />
Devotas atque debitas devoot en t<strong>er</strong>echt<br />
Deo dicamus gratias, god dank zeggen<br />
alleluia, alleluia.<br />
De latijnse tekst <strong>is</strong> ontleend aan de zangbundel van Huize<br />
'Don Rua' (rode kaft), nr. K 7 op blz. 106.<br />
Toezending<br />
kosten<br />
toezending p<strong>er</strong> email of post grat<strong>is</strong><br />
(op papi<strong>er</strong> p<strong>er</strong> post kost me ± € 1 p<strong>er</strong> exemplaar)<br />
vrijwillige bijdragen 454400<br />
op girorekening t.n.v. A. Ov<strong>er</strong>toom<br />
aanmelding/opzegging<br />
p<strong>er</strong> email origo@home.nl<br />
p<strong>er</strong> brief redactie-adres<br />
Bijdragen<br />
Sinds de vorige aflev<strong>er</strong>ing w<strong>er</strong>den op postrekening<br />
454400 geen bijdragen ontvangen.<br />
Redactie<br />
naam A.J.M. Ov<strong>er</strong>toom<br />
straat Hofakk<strong>er</strong>s 6<br />
plaats 9468 EE Annen<br />
telefoon 0592 - 271 586<br />
email origo@home.nl<br />
website http://origo.otmx.nl<br />
Colofon<br />
De tekst <strong>is</strong> opgemaakt in twee kolommen, in het<br />
lett<strong>er</strong>type Garamond 11 pt, de koppen (meestal)<br />
in Comic Sans MS 14 pt.<br />
Digitale we<strong>er</strong>gave p<strong>er</strong> aflev<strong>er</strong>ing in pdf-formaat,<br />
op de homepage en p<strong>er</strong> email. Grat<strong>is</strong> lez<strong>er</strong>s zijn:<br />
Acrobat Read<strong>er</strong> en Foxit Read<strong>er</strong> (kijk voor info en<br />
download op: www.foxitsoftware.com).<br />
Χριστος ανεστη<br />
Lemma<br />
De dood ke<strong>er</strong>t ied<strong>er</strong>een en alles binnenste-buiten,<br />
maakt zielen transparant en hun vormen navenant.<br />
vrije nieuwsbrief ov<strong>er</strong> Huize 'Don Rua' Ugchelen (1942-59) en 's-He<strong>er</strong>enb<strong>er</strong>g (1959-71), en wat <strong>er</strong>van voortleeft