Text - Nederlands Centrum voor de Promotieopleiding
Text - Nederlands Centrum voor de Promotieopleiding
Text - Nederlands Centrum voor de Promotieopleiding
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
egelei<strong>de</strong>r een expert moet zijn in het on<strong>de</strong>rwerp van <strong>de</strong> dissertatie, als het goed is weet <strong>de</strong> promovendus aan<br />
het eind van het traject meer van het on<strong>de</strong>rwerp dan <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r. Bovendien is het gebruikelijk dat <strong>de</strong><br />
promovendus ook hulp zoek bij an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>skundigen in het veld, binnen en buiten het instituut.<br />
2 On<strong>de</strong>rzoeksexpertise<br />
On<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> kritische momenten in het begeleidingstraject biedt inzicht in <strong>de</strong> taken die geduren<strong>de</strong> het<br />
traject aandacht vragen. Een promotietraject is een creatief proces, waar in- en uitgezoomd tussen <strong>de</strong>tails naar<br />
<strong>de</strong> grote lijnen, en waarin steeds nieuwe vragen opkomen. Deze dialoog volgt geen vaste koers. Er zijn echter<br />
wel een paar vaste momenten die in alle on<strong>de</strong>rzoekstrajecten terugkomen: <strong>de</strong> <strong>de</strong>finiëring van <strong>de</strong><br />
on<strong>de</strong>rzoeksvraag, het ontwerpen van het on<strong>de</strong>rzoeksplan, het verzamelen van materiaal, en het schrijven van<br />
<strong>de</strong> dissertatie. Het <strong>de</strong>finiëren van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraag is het eerste obstakel in het traject. Het ontbreken van<br />
een hel<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rzoeksvraag aan het ein<strong>de</strong> van het eerste jaar kan het on<strong>de</strong>rzoek in een latere fase vertragen.<br />
Het ontwerpen van het on<strong>de</strong>rzoeksplan is het twee<strong>de</strong> ‘kritische moment’ in het traject. Het goed door<strong>de</strong>nken<br />
van <strong>de</strong> planning en <strong>de</strong> aanpak van het on<strong>de</strong>rzoek geeft structuur aan het vierjarige traject. Een goe<strong>de</strong> planning<br />
van elke on<strong>de</strong>rzoeksfase helpt het on<strong>de</strong>rzoek tot realistische proporties terug te brengen en kan in latere fases<br />
wor<strong>de</strong>n gebruikt om <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tgang te evalueren. In het ontwerpproces speelt <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekservaring van <strong>de</strong><br />
begelei<strong>de</strong>r een belangrijke rol.<br />
3 Interpersoonlijke relatie<br />
Met het begelei<strong>de</strong>n van promovendi wordt in <strong>de</strong> eerste plaats een relatie aangegaan, <strong>voor</strong> een jaar of vier. Een<br />
goed interpersoonlijk contact tussen bei<strong>de</strong> partijen is een <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong> <strong>voor</strong> een succesvol begeleidingsproces<br />
(Hockey, 1991; Man<strong>de</strong>rson, 1996). Voor an<strong>de</strong>re begelei<strong>de</strong>rstaken, zoals inhou<strong>de</strong>lijk of methodologische<br />
on<strong>de</strong>rstening, kan <strong>de</strong> promovendus nog wor<strong>de</strong>n verwezen naar an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>skundigen, maar dat geldt niet <strong>voor</strong><br />
het ontwikkelen van een goe<strong>de</strong> verstandhouding. Betrokkenheid, vertrouwen en respect zijn sleutelwoor<strong>de</strong>n<br />
<strong>voor</strong> een goe<strong>de</strong> relatie. On<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> relatie tussen begelei<strong>de</strong>r en promovendus centreert zich rond<br />
spanningen tussen <strong>de</strong> behoefte aan begeleiding (sturing) en autonomie (zelfsturing), en tussen afhankelijkheid<br />
en onafhankelijkheid. Die spanningen kunnen bij elke promovendus weer op an<strong>de</strong>re momenten en manieren<br />
opspelen en het is <strong>de</strong> kunst bij het begelei<strong>de</strong>n om steeds weer een juiste balans te vin<strong>de</strong>n tussen het geven van<br />
tijdige en a<strong>de</strong>quate hulp en het overlaten aan <strong>de</strong> promovendus (Gurr, 2001; Hockey, 1991).<br />
On<strong>de</strong>rzoek van Kam (1997) wijst uit dat ook <strong>voor</strong> onafhankelijk en zelfstandig werken<strong>de</strong> promovendi een<br />
goe<strong>de</strong> relatie belangrijk is. Deze groep autonome promovendi heeft min<strong>de</strong>r behoefte aan directe sturing, maar<br />
wel aan betrokkenheid, belangstelling en aanmoediging. Wat <strong>voor</strong>al belangrijk is in <strong>de</strong> relatie tussen begelei<strong>de</strong>r<br />
en promovendus is dui<strong>de</strong>lijkheid over rollen en verwachtingen (Aspland, Edwards, O'Leary, & Ryan, 1999;<br />
Brown & Atkins, 1988; Kam, 1997) . Veel problemen kunnen wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>komen als we<strong>de</strong>rzijdse verwachtingen<br />
regelmatig terugkomen als gesprekson<strong>de</strong>rwerp.<br />
4 Procesmanagement<br />
Bij procesmanagement gaat het <strong>voor</strong>al om het plannen van het traject, het monitoren van <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tgang en<br />
signaleren en oplossen van problemen. Goe<strong>de</strong> procesbegeleiding begint met voldoen<strong>de</strong> tijd <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
begeleiding. Een gebrek aan tijd en beschikbaarheid van <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r speelt volgens promovendi een<br />
belangrijke rol bij <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tgang (Grasp!, 2007; Meijer, 2002; Moses, 1994). Gebrek aan tijd <strong>voor</strong> begeleiding<br />
betekent ook dat <strong>de</strong> promovendus een tekort ervaart aan structuur, feedback, betrokkenheid en<br />
enthousiasme. Vooral in <strong>de</strong> eerste fase van het dissertatietraject is frequent contact belangrijk (Hockey, 1991).<br />
In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksliteratuur over het begelei<strong>de</strong>n van het werkproces gaat <strong>de</strong> aandacht <strong>voor</strong>al uit naar<br />
begeleidingsstijlen en <strong>de</strong> effectiviteit ervan. Er wor<strong>de</strong>n twee uitersten on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n; <strong>de</strong> analytische stijl en <strong>de</strong><br />
intuïtieve stijl. Begelei<strong>de</strong>rs met een analytische stijl werken meer taakgeoriënteerd, gestructureerd en<br />
stapsgewijs, terwijl mensen met een intuïtieve stijl meer open staan <strong>voor</strong> i<strong>de</strong>eën, enthousiasme tonen en meer<br />
10