17.09.2013 Views

Overnamefinancieringen in het mkb: een inleiding - Rembrandt Groep

Overnamefinancieringen in het mkb: een inleiding - Rembrandt Groep

Overnamefinancieringen in het mkb: een inleiding - Rembrandt Groep

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

2. Fiscale gevolgen voor de<br />

<strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

2.1 De aanmerkelijkbelangregel<strong>in</strong>g<br />

Een erflater heeft <strong>een</strong> aanmerkelijk belang <strong>in</strong> de z<strong>in</strong> van de<br />

Wet IB 2001 als hij al dan niet samen met zijn fiscale<br />

partner:<br />

●● ten m<strong>in</strong>ste 5% van <strong>het</strong> geplaatste kapitaal van de<br />

aandelen bezit van <strong>een</strong> vennootschap waarvan <strong>het</strong><br />

kapitaal <strong>in</strong> aandelen is verdeeld;<br />

●● opties op ten m<strong>in</strong>ste 5% van <strong>het</strong> geplaatste kapitaal<br />

bezit;<br />

●● of w<strong>in</strong>stbewijzen bezit die recht geven op ten m<strong>in</strong>ste 5%<br />

van de jaarw<strong>in</strong>st.<br />

Hiernaast kan sprake zijn van <strong>een</strong> aanmerkelijk belang door<br />

toepass<strong>in</strong>g van de meetrekregel, of bij <strong>een</strong> fictief aanmerkelijk<br />

belang. In <strong>het</strong> eerste geval voldoet de erflater<br />

zelfstandig niet aan de kwantitatieve vereisten voor <strong>een</strong><br />

aanmerkelijk belang, maar iemand uit de <strong>in</strong> de wet<br />

genoemde familiegroep wel. Diens vermogensrechten worden<br />

meegetrokken, zodat deze onder <strong>het</strong> aanmerkelijkbelangregime<br />

vallen. In <strong>het</strong> tweede geval was ooit sprake van <strong>een</strong><br />

aanmerkelijk belang, maar voldoet de erflater zelfstandig<br />

niet meer aan de kwantitatieve vereisten. Een fictief<br />

aanmerkelijk belang kan bijvoorbeeld ontstaan als twee<br />

erfgenamen <strong>een</strong> aandelenpakket van 5% <strong>in</strong> <strong>een</strong> kapitaalvennootschap<br />

verkrijgen. Als <strong>het</strong> aanmerkelijk belang<br />

behoort tot de huwelijksgem<strong>een</strong>schap wordt <strong>het</strong> aan de<br />

echtelieden ieder voor de helft toegerekend. Hierbij is niet<br />

relevant wie van de echtelieden de bestuursbevoegdheid over<br />

de aandelen heeft. Dit is ook <strong>het</strong> geval als de <strong>in</strong> algehele<br />

gem<strong>een</strong>schap van goederen gehuwde echtelieden al jaren<br />

duurzaam gescheiden van elkaar leven, aangezien beide<br />

echtelieden gerechtigd zijn tot de helft van de verkoopopbrengst<br />

van de aandelen. Ten slotte is sprake van <strong>een</strong><br />

aanmerkelijk belang bij <strong>een</strong> vruchtgebruik op ten m<strong>in</strong>ste<br />

5% van <strong>het</strong> geplaatste kapitaal (art. 4.3 Wet IB 2001).<br />

Onder <strong>het</strong> nieuwe erfrecht is <strong>een</strong> legaat direct opeisbaar<br />

door de legataris (art. 4:124 BW), behalve als <strong>het</strong> <strong>een</strong><br />

geldsom betreft of als de erflater anders heeft beschikt. De<br />

legataris heeft ook vanaf dat moment recht op de vruchten<br />

uit <strong>het</strong> legaat. De legataris verkrijgt zonder dat aanvaard<strong>in</strong>g<br />

nodig is (art. 4:201 BW). Hierdoor wordt de legataris direct<br />

aanmerkelijkbelanghouder en kunnen voor de <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g<br />

de <strong>in</strong>komsten uit aanmerkelijk belang vanaf <strong>het</strong><br />

moment van overlijden van de erflater worden belast bij de<br />

legataris, zelfs als <strong>het</strong> legaat niet is afgegeven. Dit geldt dus<br />

ook bij <strong>een</strong> legaat van <strong>het</strong> recht van vruchtgebruik op<br />

aandelen. Wanneer de legataris <strong>het</strong> legaat verwerpt, komen<br />

de aandelen en de <strong>in</strong>komsten daaruit toe aan de erfgenamen<br />

vanaf <strong>het</strong> moment van overlijden.<br />

2.2 Afrekenen aanmerkelijkbelangclaim<br />

Voor de aanmerkelijkbelangregel<strong>in</strong>g wordt de overgang<br />

onder algemene titel en de overgang krachtens erfrecht<br />

onder bijzondere titel als vervreemd<strong>in</strong>g aangemerkt.<br />

10 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

De erfgenamen verkrijgen onder algemene titel, terwijl<br />

<strong>een</strong> legataris verkrijgt op grond van <strong>het</strong> erfrecht onder<br />

bijzondere titel. Volgens <strong>het</strong> erfrecht verkrijgt de legataris<br />

zonder dat aanvaard<strong>in</strong>g nodig is. Hierdoor wordt de legataris<br />

direct aanmerkelijkbelanghouder, ook als <strong>het</strong> legaat nog<br />

niet is afgegeven. Bij de erflater wordt afgerekend over <strong>het</strong><br />

verschil tussen de waarde <strong>in</strong> <strong>het</strong> economische verkeer van<br />

<strong>het</strong> aanmerkelijk belang op <strong>het</strong> overlijdensmoment en zijn<br />

verkrijg<strong>in</strong>gsprijs. Hierbij is <strong>het</strong> irrelevant of sprake is van<br />

<strong>een</strong> legaat om niet of tegen <strong>in</strong>breng van de waarde en tegen<br />

welke waarde deze <strong>in</strong>breng eventueel moet plaatsv<strong>in</strong>den,<br />

aangezien de overdrachtsprijs wordt gesteld op de waarde <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> economische verkeer van <strong>het</strong> aanmerkelijk belang. De<br />

legatarissen willen natuurlijk graag dat wordt afgerekend,<br />

zodat zij <strong>een</strong> hogere verkrijg<strong>in</strong>gsprijs krijgen. Daarentegen<br />

willen de erfgenamen, <strong>in</strong>dien mogelijk, gebruikmaken van<br />

de geruisloze doorschuiffaciliteit, zodat de aanmerkelijkbelangheff<strong>in</strong>g<br />

niet ten laste komt van de nalatenschap.<br />

VOORBEELD 1<br />

Victoria bezit alle aandelen <strong>in</strong> V-bv, met <strong>een</strong> waarde <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

economische verkeer van € 1 miljoen. Haar verkrijg<strong>in</strong>gsprijs<br />

bedraagt € 20.000. V-bv verhuurt <strong>een</strong> bedrijfspand en drijft<br />

dus g<strong>een</strong> materiële ondernem<strong>in</strong>g. Victoria overlijdt en haar<br />

zoon Wim is enig erfgenaam.<br />

Het overlijden van Victoria is <strong>een</strong> fictieve vervreemd<strong>in</strong>g van<br />

de aandelen voor de waarde van € 1 miljoen. Aangezien<br />

V-bv g<strong>een</strong> materiële ondernem<strong>in</strong>g drijft, kan g<strong>een</strong> gebruik<br />

worden gemaakt van de doorschuifregel<strong>in</strong>g. Aan de erflater<br />

wordt <strong>een</strong> aanslag <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g opgelegd van<br />

€ 245.000 (€ 1.000.000 – 20.000) x 25%).<br />

De verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van Wim bedraagt € 1 miljoen.<br />

De nalatenschap bedraagt € 755.000 (€ 1.000.000 –<br />

245.000).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!