17.09.2013 Views

Overnamefinancieringen in het mkb: een inleiding - Rembrandt Groep

Overnamefinancieringen in het mkb: een inleiding - Rembrandt Groep

Overnamefinancieringen in het mkb: een inleiding - Rembrandt Groep

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g<br />

vennootschap onder firma (vof). Wil <strong>een</strong> van deze personen<br />

<strong>een</strong> stapje terug doen, dan kunnen de vennoten besluiten<br />

de rechtsvorm te wijzigen <strong>in</strong> <strong>een</strong> cv. Over deze situatie later<br />

meer. Eerst wordt <strong>in</strong>gegaan op de cv die ontstaat vanuit <strong>een</strong><br />

<strong>een</strong>manszaak. Hierbij kan worden gedacht aan de situatie<br />

waar<strong>in</strong> vader eraan toe is zijn ondernem<strong>in</strong>g over te dragen<br />

aan zijn zoon. Wanneer de zoon niet <strong>in</strong> staat is de overname<br />

van de ondernem<strong>in</strong>g volledig te f<strong>in</strong>ancieren, kan vader<br />

ervoor kiezen zijn ondernem<strong>in</strong>g tegen schuldigerkenn<strong>in</strong>g<br />

over te dragen. De vorder<strong>in</strong>g van vader op zoon behoort <strong>in</strong><br />

de regel tot de rendementsgrondslag van box 3, mits sprake<br />

is van zakelijke voorwaarden. 2<br />

Indien de vorder<strong>in</strong>g niet onder zakelijke voorwaarden is<br />

aangegaan en derhalve als ongebruikelijke terbeschikk<strong>in</strong>gstell<strong>in</strong>g<br />

kwalificeert, valt de vorder<strong>in</strong>g onder art. 3.91, lid 3,<br />

Wet IB 2001 (box 1). Voor de fiscale w<strong>in</strong>st bepal<strong>in</strong>g moeten<br />

vader en zoon uitgaan van de zakelijke rente.<br />

De vraag of sprake is van zakelijke voorwaarden speelt g<strong>een</strong><br />

rol als <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d m<strong>in</strong>derjarig is. Het k<strong>in</strong>d is dan op grond<br />

van art. 3.91, lid 2, onderdeel b, onder 2°, Wet IB 2001 <strong>een</strong><br />

verbonden persoon. Aan art. 3.91, lid 3, Wet IB 2001 wordt<br />

dan niet meer toegekomen.<br />

VOORBEELD 1<br />

Vader draagt zijn ondernem<strong>in</strong>g over aan zijn zoon tegen<br />

schuldigerkenn<strong>in</strong>g. De len<strong>in</strong>g wordt als zakelijk bestem peld.<br />

De zoon kan de betaalde rente aftrekken van zijn w<strong>in</strong>st <strong>in</strong><br />

box 1. Vader geeft de len<strong>in</strong>g aan <strong>in</strong> box 3. Na bijvoorbeeld<br />

vijf jaar blijkt dat de zoon niet <strong>in</strong> staat is de dan resterende<br />

schuld te voldoen. Dit verlies is voor vader niet meer<br />

aftrekbaar <strong>in</strong> box 1. De vorder<strong>in</strong>g zit <strong>in</strong> box 3. Bij overlijden<br />

van vader is de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit <strong>in</strong> de SW 1956<br />

niet van toepass<strong>in</strong>g. De vorder<strong>in</strong>g kwalifi ceert niet als<br />

ondernem<strong>in</strong>gsvermogen.<br />

Het verlies op de vorder<strong>in</strong>g kan wel <strong>in</strong> box 1 <strong>in</strong> aftrek<br />

worden gebracht als de vorder<strong>in</strong>g <strong>in</strong> box 1 onder de<br />

terbeschikk<strong>in</strong>gstell<strong>in</strong>gsbepal<strong>in</strong>gen valt (art. 3.91 Wet IB<br />

2001). De bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit <strong>in</strong> de SW 1956 kan<br />

nog steeds niet worden toegepast.<br />

Met betrekk<strong>in</strong>g tot de terbeschikk<strong>in</strong>gstell<strong>in</strong>gsbepal<strong>in</strong>gen<br />

kan de bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit all<strong>een</strong> worden toegepast<br />

als sprake is van <strong>een</strong> onroerende zaak (art. 35c, lid 1,<br />

onderdeel d, SW 1956).<br />

In plaats van over te dragen tegen schuldigerkenn<strong>in</strong>g kan<br />

vader besluiten <strong>een</strong> cv met zijn zoon aan te gaan. Het<br />

kapitaal van vader blijft dan beschikbaar voor de ondernem<strong>in</strong>g<br />

en aan de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gs problemen van de zoon<br />

wordt (gedeeltelijk) tegemoetgekomen. Vader krijgt <strong>een</strong><br />

vergoed<strong>in</strong>g over <strong>het</strong> geïnvesteerde kapitaal. 3 Aldus kan<br />

vader <strong>een</strong> stapje terug doen, maar <strong>een</strong> beroep op de<br />

bedrijfsopvolg<strong>in</strong>gsfaciliteit <strong>in</strong> de SW 1956 blijft <strong>een</strong><br />

mogelijkheid. Daarop wordt later <strong>in</strong>gegaan.<br />

Het aangaan van <strong>een</strong> cv heeft voor vader gevolgen voor de<br />

heff<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g. 4 Als commanditair vennoot<br />

18 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />

kwalificeert hij niet meer als ondernemer, omdat hij niet<br />

voldoet aan de verbondenheidseis; hij is normaliter slechts<br />

aansprakelijk tot <strong>het</strong> bedrag van zijn <strong>in</strong>breng. Om te<br />

voorkomen dat de commanditair vennoot <strong>in</strong> box 3 zou<br />

worden belast, is <strong>in</strong> de Wet IB 2001 art. 3.3, lid 1,<br />

onderdeel a opgenomen. Degene die anders dan als<br />

ondernemer of aandeelhouder als medegerechtigde tot <strong>het</strong><br />

vermogen van <strong>een</strong> ondernem<strong>in</strong>g is gerechtigd, geniet toch<br />

w<strong>in</strong>st uit ondernem<strong>in</strong>g. 5 De commanditair vennoot is dus<br />

g<strong>een</strong> ondernemer, geniet wel w<strong>in</strong>st uit ondernem<strong>in</strong>g, maar<br />

heeft g<strong>een</strong> recht op ondernemersfaciliteiten. Vader wordt<br />

derhalve als commanditair vennoot <strong>in</strong> box 1 belast als<br />

mede gerechtigde (art. 3.3, lid 1, onderdeel a, Wet IB 2001).<br />

Dit betekent dat hij nog wel w<strong>in</strong>st uit ondernem<strong>in</strong>g blijft<br />

genieten. Naar mijn men<strong>in</strong>g hoeft de enkele overgang van<br />

ondernemer naar commanditair vennoot voor vader niet tot<br />

afreken<strong>in</strong>g over de stille en fiscale reserves te leiden. In art.<br />

3.3 Wet IB 2001 staat <strong>in</strong> de aanhef: ‘Belastbare w<strong>in</strong>st uit<br />

ondernem<strong>in</strong>g is mede (…)’. Dit artikel geeft derhalve <strong>een</strong><br />

uitbreid<strong>in</strong>g aan art. 3.2 waar<strong>in</strong> wordt beschreven wat<br />

belastbare w<strong>in</strong>st uit ondernem<strong>in</strong>g is. Daarnaast ben ik deze<br />

men<strong>in</strong>g toegedaan omdat de subjectieve ondernem<strong>in</strong>g van<br />

de belast<strong>in</strong>gplichtige <strong>in</strong> stand blijft. Ook uit de<br />

parlementaire behandel<strong>in</strong>g blijkt deze bedoel<strong>in</strong>g: ‘(…)<br />

Voorts betreft <strong>het</strong> degene die <strong>in</strong> <strong>het</strong> kader van erfopvolg<strong>in</strong>g<br />

of huwelijksontb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g medegerechtigd wordt tot <strong>een</strong><br />

ondernem<strong>in</strong>g. Met deze opzet wordt bereikt dat <strong>in</strong> situaties<br />

van overgang van actief ondernemerschap naar medegerechtigdheid<br />

tot dezelfde ondernem<strong>in</strong>g, e<strong>in</strong>dafreken<strong>in</strong>g<br />

kan worden voorkomen. Doordat deze medegerechtigden<br />

worden belast <strong>in</strong> box I v<strong>in</strong>dt belast<strong>in</strong>gheff<strong>in</strong>g plaats naar <strong>het</strong><br />

feitelijke <strong>in</strong>komen <strong>in</strong> plaats van naar <strong>het</strong> forfaitaire<br />

rendement.’ 6 Deze passage is geschreven <strong>in</strong> de tijd dat de<br />

commanditair vennoot nog <strong>in</strong> box 3 zou worden belast,<br />

maar waarbij de commanditair de mogelijkheid had om te<br />

kiezen als medegerechtigde <strong>in</strong> box 1 te worden belast.<br />

Afrekenen is voor vader wel aan de orde als de<br />

gerechtigdheid tot de stille reserves of goodwill wijzigt.<br />

Er is dan sprake van <strong>een</strong> gedeeltelijke stak<strong>in</strong>g. 7

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!