Overnamefinancieringen in het mkb: een inleiding - Rembrandt Groep
Overnamefinancieringen in het mkb: een inleiding - Rembrandt Groep
Overnamefinancieringen in het mkb: een inleiding - Rembrandt Groep
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Voor <strong>het</strong> aanmerkelijkbelangregime is de waarde op <strong>het</strong><br />
moment van verdelen irrelevant, zolang de verdel<strong>in</strong>g<br />
b<strong>in</strong>nen twee jaar na overlijden geschiedt. Dit geldt echter<br />
niet als de afwijkende verdel<strong>in</strong>g van de erfrechtelijke<br />
verkrijg<strong>in</strong>g na twee jaar gebeurt. In dat geval is sprake<br />
van <strong>een</strong> vervreemd<strong>in</strong>g door de erfgenaam die wordt onderbedeeld,<br />
zodat die erfgenaam mogelijk <strong>in</strong>komen uit<br />
aanmerkelijk belang geniet.<br />
VOORBEELD 5<br />
De waarde <strong>in</strong> <strong>het</strong> economische verkeer van <strong>het</strong> aanmerkelijk<br />
belang bedroeg € 100.000 op <strong>het</strong> moment van overlijden,<br />
terwijl deze € 150.000 bedroeg op <strong>het</strong> moment van<br />
verdelen. Er is uitsluitend sprake van ondernem<strong>in</strong>gsvermogen.<br />
Als meer dan twee jaar na <strong>het</strong> overlijden van de<br />
erflater één erfgenaam alle aandelen krijgt, wordt de andere<br />
erfgenaam onderbedeeld, zodat bij deze laatste sprake is<br />
van <strong>een</strong> vervreemd<strong>in</strong>gsvoordeel. Als de verkrijg<strong>in</strong>gsprijs van<br />
de erflater € 18.000 bedroeg en deze is doorgeschoven naar<br />
zijn twee erfgenamen, is voor de onderbedeelde erfgenaam<br />
<strong>het</strong> vervreemd<strong>in</strong>gsvoordeel € 66.000, zijnde de helft van<br />
(€ 150.000 – 18.000). De totale verkrijg<strong>in</strong>gsprijs voor de<br />
erfgenaam die is overbedeeld, wordt daarmee € 84.000<br />
(€ 75.000 + 9.000).<br />
2.8 Verkoop van <strong>het</strong> vruchtgebruik of de aandelen<br />
In <strong>het</strong> kader van de aanmerkelijkbelangregel<strong>in</strong>g is bij<br />
verkoop van <strong>het</strong> vruchtgebruik sprake van <strong>een</strong> vervreemd<strong>in</strong>g<br />
voor de vruchtgebruiker, waardoor <strong>het</strong> vervreemd<strong>in</strong>gsvoordeel<br />
bij hem wordt belast. Hiervan is g<strong>een</strong> sprake als<br />
slechts de bloot eigendom van de aandelen wordt verkocht<br />
door de bloot eigenaar en <strong>het</strong> vruchtgebruik <strong>in</strong> stand blijft.<br />
Uiteraard zal <strong>in</strong> <strong>een</strong> dergelijke situatie de bloot eigenaar<br />
moeten afrekenen. Als zowel <strong>het</strong> vruchtgebruik als de bloot<br />
eigendom van de aandelen worden verkocht, moet de<br />
verkoopopbrengst van de aandelen worden toegerekend aan<br />
de vruchtgebruiker respectievelijk de bloot eigenaar. Voor<br />
14 | Nummer 1 | februari 2013 | www.pe-bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g.nl<br />
de bereken<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> vervreemd<strong>in</strong>gsvoordeel komt hierop<br />
vervolgens ieders verkrijg<strong>in</strong>gsprijs <strong>in</strong> m<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g. De vruchtgebruiker<br />
moet dus <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g betalen over <strong>een</strong><br />
deel van <strong>het</strong> vervreemd<strong>in</strong>gsvoordeel, terwijl hij <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel<br />
slechts <strong>het</strong> genotsrecht heeft over <strong>het</strong> vermogen dat onder<br />
vruchtgebruik is gebracht. Heeft bij <strong>het</strong> vestigen van <strong>het</strong><br />
vruchtgebruik de vruchtgebruiker g<strong>een</strong> verter<strong>in</strong>gsbevoegdheid<br />
gekregen, dan kan hij deze belast<strong>in</strong>gschuld<br />
niet voldoen uit de verkoopopbrengst van de aandelen.<br />
3 Testamentaire clausules<br />
3.1 Mak<strong>in</strong>g onder voorwaarden<br />
Voor de erfgenaam of legataris is <strong>een</strong> mak<strong>in</strong>g onder<br />
voorwaarden afhankelijk van <strong>een</strong> toekomstige onzekere<br />
gebeurtenis, zoals bij de zogenoemde dertigdagenclausule.<br />
Hierbij verkrijgt men onder de ontb<strong>in</strong>dende voorwaarde van<br />
overlijden. Indien de erfgenaam bij aanvang van de<br />
dertigste dag na de dag van erflaters overlijden zelf niet<br />
meer <strong>in</strong> leven is, erft hij niet. Bij <strong>een</strong> dergelijke clausule is<br />
dus <strong>een</strong> andere persoon de erfgenaam onder opschortende<br />
voorwaarde.<br />
Het is de vraag wat de gevolgen voor de aanmerkelijkbelangregel<strong>in</strong>g<br />
zijn van <strong>een</strong> dergelijke dertigdagenclausule<br />
<strong>in</strong>dien bijvoorbeeld de erflater op 30 december 2012<br />
overlijdt en de erfgenaam die onder de ontb<strong>in</strong>dende<br />
voorwaarde van overlijden heeft verkregen, vier dagen later<br />
(op 3 januari 2013) overlijdt. Deze vraag is slechts relevant<br />
wanneer b<strong>in</strong>nen deze periode van vier dagen ook sprake is<br />
van <strong>in</strong>komen uit aanmerkelijk belang. Onder de aanmerkelijk<br />
belangregel<strong>in</strong>g worden immers de reguliere en<br />
vervreemd<strong>in</strong>gsvoordelen belast en niet louter <strong>het</strong> bezit,<br />
voor zover niet sprake is van <strong>het</strong> forfaitaire voordeel uit<br />
<strong>een</strong> vrijgestelde belegg<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g en uit buitenlandse<br />
belegg<strong>in</strong>gslichamen.<br />
Voor de beantwoord<strong>in</strong>g hiervan is <strong>het</strong> van belang of aan de