Meiskes en jongens - Arne Sierens

PHILIP En ne groene pull.
TANIA Wat kleur hadden mijn kousen?
PHILIP Purper.
TANIA Polyester of katoen?
PHILIP Dat weet ik niet.
TANIA Dat zoudt ge moeten weten.
Ge zijt kousenfabrikant.
PHILIP Wat dacht gij? Den eerste keer?
‘Oud’ - waarschijnlijk.
TANIA ‘Hij is niet jong.’ Maar ik dacht:
‘Dat kan een voordeel zijn.
Eén iemand die ervaring heeft.’
Nee, lijk ge daar stond, in uw kostuum,
bruin, sportief, goed geconserveerd.
‘Chique’ dacht ik. ‘Nog juistekes
die belachelijke plastron afdoen
en ik zou op hem kunnen vallen.’
GREGORY Papa draagt zijn kleren twee dagen.
Elke maandag, woensdag en zaterdag,
legt mama een paar kousen, een onderbroek,
een onderhemdeke en een hemd op de stoel
van hun slaapkamer.
In mei koopt mama hem een zomerkostuum,
in oktober een winterkostuum. Ze doet alles voor hem.
Papa is een soort huisdier waar ze voor zorgt.
Ik weet alles van hem. Elk uur, elke dag,
elke minuut, weet ik wat hij aan het doen is.
Dat kunt ge niet geloven.
Mijn slaapkamer ligt naast die van hen.
En tegen die muur staat mijn kleerkast.
Als ik in de kast kruip en ik leg mijn oor
26
Meiskes en jongens