19.09.2013 Views

Landelijk Basisprogramma Eetstoornissen - GGZ-richtlijnen

Landelijk Basisprogramma Eetstoornissen - GGZ-richtlijnen

Landelijk Basisprogramma Eetstoornissen - GGZ-richtlijnen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

4. Het geregeld tonen van inadequate compensatoire gedragingen na het eten van kleine hoeveelheden<br />

(bijvoorbeeld zelfopgewekt braken na het eten van twee koekjes).<br />

5. Herhaald kauwen op en uitspugen van, maar niet door slikken van grote hoeveel heden voedsel.<br />

6. Eetbuistoornis (Binge Eating Disorder): zie boven.<br />

Hoe groot is de doelgroep?<br />

Epidemiologisch onderzoek naar eetstoornissen kent een aantal problemen. Ten eerste is de incidentie<br />

(het aantal nieuwe gevallen) relatief laag. Voor epidemiologisch onderzoek betekent dit dat er een groot<br />

aantal mensen onderzocht moeten worden om voldoende gevallen van een echte eetstoornis te vinden. Ten<br />

tweede zoeken mensen met een eetstoornis zelden hulp, in tegenstelling tot de meeste mensen met een<br />

andere stoornis. Dit betekent dat in grootschalig vragenlijsten onderzoek veel gevallen gemist zullen worden<br />

(zie ook de Nemesis uitkomsten), omdat het gestoorde eetgedrag ontkend of verborgen wordt. Omdat het<br />

aantal nieuwe gevallen in de algemene bevolking grotendeels onbekend zijn en de incidentiecijfers daarom<br />

laag zijn, is de incidentie die wel geconstateerd wordt gebaseerd op casusregisters en ziekenhuisgegegevens.<br />

Onbehandelde gevallen, zoals gezegd waarschijnlijk de meerderheid, blijven daardoor buiten beeld.<br />

Dat beïnvloedt de conclusies die uit prevalentiecijfers getrokken kunnen worden.(40)<br />

Het is onduidelijk of de incidentie van eetstoornissen toeneemt.<br />

<strong>Eetstoornissen</strong> ontstaan vooral tijdens de adolescentie. Het betreft ongeveer 95% vrouwen en 5% mannen.<br />

Over prevalentie is het meest bekend over de eetstoornissen anorexia nervosa en boulimia nervosa.<br />

Onderzoek<br />

Verhulst (42)<br />

Nemesis (3;4)<br />

Nemesis (3;4)<br />

Doelgroep Anorexia Nervosa Boulimia Nervosa<br />

Nederlandse adolescenten<br />

13-18 jaar<br />

(6 maands prevalentie)<br />

Nederlandse bevolking 18<br />

-64 jaar (jaarprevelantie)<br />

Nederlandse bevolking 18 -<br />

64 jaar (levensprevelantie)<br />

Hoek en van Hoeken (18) Onderzoek door huisartsen<br />

(gemiddelde prevalentie)<br />

Incidentie en prevalentie naar stoornis (2)<br />

3 per 1.000 2 per 1.000<br />

0 Mannen 2 per 1.000<br />

Vrouwen 6 per 1.000<br />

7 per 1.000 6 per 1.000<br />

0,3% (jonge vrouwen) 1% (vrouwen)<br />

0,1% (mannen)<br />

Anorexia nervosa<br />

Incidentie: minimaal 8 per 100.000 van de bevolking per jaar in geïndustrialiseerde landen. Dit betekent dat<br />

er per jaar circa 1.300 personen met anorexia nervosa in Nederland bijkomen.<br />

De gemiddelde huisarts ziet eens in de 5 jaar een nieuwe cliënt met anorexia nervosa in zijn praktijk.<br />

Prevalentie: schatting: jaarlijks 370 per 100.000 jonge vrouwen (15-29 jr.) in geïndustrialiseerde landen.<br />

Dit betekent circa 5.500 jonge vrouwen met anorexia nervosa per jaar in Nederland.<br />

Om een idee te geven, voor de gemiddelde huisarts betekent dit één cliënt met anorexia nervosa in de praktijk.<br />

<strong>Eetstoornissen</strong> behoren tot de psychische ziekten met de hoogste sterfte.(16;39)<br />

14 <strong>Landelijk</strong> <strong>Basisprogramma</strong> <strong>Eetstoornissen</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!