20.09.2013 Views

Beheerplan Bloemendaalseweg - Wijkteam Plaswijck

Beheerplan Bloemendaalseweg - Wijkteam Plaswijck

Beheerplan Bloemendaalseweg - Wijkteam Plaswijck

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Beheerplan</strong><br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

‘omdat ‘t het waard is’


1 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

BEHEERPLAN<br />

BLOEMENDAALSEWEG<br />

RIDDER VAN CATSWEG<br />

MEI 2004


<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 2


Voorwoord<br />

Bescherming van het cultuurhistorisch waardevolle<br />

karakter van de Bloemendaalse -<br />

weg/Ridder van Catsweg. Met dat doel<br />

besloot het college van BenW op 4 juli 2000<br />

tot het opstellen van een beheerplan voor dit<br />

gebied. Na flinke vertraging in de aanloopfase<br />

is in de afgelopen anderhalf jaar hard gewerkt<br />

aan de totstandkoming. Het beheerplan is tot<br />

stand gekomen in nauwe samenwerking tussen<br />

medewerkers van de gemeente Gouda en<br />

leden van de Vereniging Bescherming<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> (VBB). Het resultaat van<br />

deze samenwerking ligt nu voor u.<br />

Ik ken de <strong>Bloemendaalseweg</strong> nog uit de tijd<br />

van voor de stadsuitbreidingen van<br />

Bloemendaal. Het was toen echt een prachtig<br />

veenlint met aan weerszijden boerderijen en<br />

achter die boerderijen weiland.<br />

Als ik bij mijn ouders thuis, in Gouda Noord, in<br />

de tuin stond, zag ik alleen maar weiland en<br />

kon ik bij helder weer de brug van<br />

3 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

Waddinxveen zien. Met de genoemde nieuwbouw<br />

is dat rigoureus veranderd. De<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> is destijds ternauwernood<br />

gespaard gebleven. Toch hebben ook langs<br />

deze weg ingrepen plaatsgevonden, die het<br />

oorspronkelijke beeld drastisch hebben veranderd.<br />

Om die prachtige <strong>Bloemendaalseweg</strong> te<br />

behouden is dit beheerplan gemaakt.<br />

Tijdens de ontwikkeling van het beheerplan<br />

ontstonden er vragen over de juridische status<br />

ervan. Er is daarom een afzonderlijk traject<br />

bewandeld om de planologische bescherming<br />

te waarborgen. Al snel bleek dat er een apart<br />

bestemmingsplan voor de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

moest komen als we de bescherming van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> echt serieus wilden<br />

nemen. Een besluit hierover wordt verwacht<br />

rond het verschijnen van dit beheerplan.<br />

Voor Gouda is dit een eerste beheerplan in<br />

deze vorm. Gezien het toenemende belang<br />

van de bescherming van cultuurhistorische<br />

waarden is dit wat mij betreft ook niet de laatste<br />

keer.<br />

Ook de plezierige en constructieve samenwerking<br />

tussen de VBB en de gemeente speelde<br />

een belangrijke rol bij de totstandkoming van<br />

het beheerplan en is een goed voorbeeld van<br />

interactieve planvorming. Het enthousiasme<br />

en de betrokkenheid van de deelnemers tijdens<br />

de vele bijeenkomsten is als positief<br />

ervaren. Dit geeft mij ook vertrouwen voor de<br />

toekomst in dit soort processen.<br />

Tenslotte, de stad blijft zich ontwikkelen en<br />

ook de <strong>Bloemendaalseweg</strong> kan zich daar niet<br />

aan onttrekken. Ik hoop alleen dat dit beheerplan<br />

een bijdrage kan leveren aan de bescherming<br />

van dit nog steeds waardevolle gebied.<br />

Gemeente en bewoners moeten zich nu, en<br />

zeker in de toekomst realiseren dat bescherming<br />

echt de moeite waard is.<br />

We gaan de komende periode met volle inzet<br />

aan het werk om aan de in het beheerplan<br />

genoemde maatregelen op een goede en verantwoorde<br />

manier uitwerking te geven.<br />

Roland van Schelven,<br />

wethouder


<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 4


Leeswijzer<br />

Het beheerplan heeft betrekking op de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> tussen de Büchnerweg<br />

en de A12 en op het stuk van de Ridder van<br />

Catsweg (het deel tussen de Bleulandweg en<br />

de Büchnerweg).<br />

de Samenvatting geeft een korte impressie<br />

van het beheerplan.<br />

Hoofdstuk 1 gaat over de status en het<br />

doel van het beheerplan: het waardevolle,<br />

cultuurhistorische karakter van het gebied<br />

behouden en versterken.<br />

Hoofdstuk 2 geeft een uitgebreide<br />

beschrijving van het ontstaan en de historie<br />

van het gebied. Ook wordt in dit hoofdstuk<br />

beschreven wat de verschillende kwaliteiten<br />

zijn van de drie deelgebieden.<br />

Hoofdstuk 3 beschrijft de bebouwing in<br />

de drie verschillende gebieden en de maatregelen<br />

om waardevolle bebouwing te beschermen.<br />

Ook wordt uitgelegd hoe te voorkómen<br />

dat karakteristieke bebouwing moet wijken<br />

voor nieuwbouw die niet past in het gebied.<br />

Hoofdstuk 4 gaat over de boombeplanting<br />

en het openbaar groen. Hier en daar<br />

moeten bomen wijken om het open karakter<br />

van het gebied te versterken. Op andere plaatsen<br />

onttrekken bomen de grootschalige<br />

nieuwbouw aan het zicht.<br />

5 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

Hoofdstuk 5 beschrijft hoe de bewoners<br />

hun erven zo kunnen inrichten dat ze een bijdrage<br />

leveren aan het karakteristieke beeld<br />

van de <strong>Bloemendaalseweg</strong>.<br />

Hoofdstuk 6 geeft een beschrijving van<br />

het water, de walkanten, de bruggen en de<br />

loswallen. Watergangen moeten zoveel mogelijk<br />

worden doorgetrokken, karakteristieke<br />

bruggen worden opgeknapt.<br />

Hoofdstuk 7 gaat over het verkeer op de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>, de hoofdroute voor fietsers<br />

en wandelaars.<br />

Hoofdstuk 8 beschrijft de archeologische<br />

waarden van het gebied dat op de<br />

archeologische basiskaart wordt genoemd als<br />

een gebied met een hoge verwachtingswaarde.<br />

Hoofdstuk 9 is een samenvatting van de<br />

maatregelen in het beheerplan. Ook wordt<br />

hier ingegaan op de uitvoering, de kosten en<br />

de financiële dekking.<br />

De bijlagen 1, 2 en 3 bevatten respectievelijk<br />

de welstandsrichtlijnen voor de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>, een overzicht van de<br />

archeologische vondsten langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> en de tekening.<br />

Een bewoner vertelt<br />

Nico Both werd in<br />

1948 geboren in het<br />

kleine, houten huis<br />

op de hoek van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

en het Bieslookpad.<br />

Het huis staat er niet<br />

meer, Nico´s ouders<br />

lieten in 1954 een<br />

veel riantere woning<br />

bouwen. Ze hadden<br />

een florerende witlofkwekerij.<br />

Als kind<br />

had Nico het niet zo<br />

in de gaten, maar nu<br />

beseft hij pas goed<br />

wat een fantastische<br />

omgeving het was om op te groeien. ‘Uit de<br />

hele omgeving kwamen kinderen bij ons op<br />

de kwekerij spelen. Altijd lagen er strobalen,<br />

daar maakten we dan hutten van. Waren we<br />

niet bij ons dan gingen we naar een van de<br />

boeren. Helpen met koeien melken of voeren.<br />

Een schitterende tijd.’<br />

Toen de jonge Nico wat ouder werd, zwierf hij<br />

met zijn broer en zijn vrienden door de polder<br />

Bloemendaal. Met een bootje vermaakten ze<br />

zich in de ‘putten’ waar het wemelde van de<br />

vis. Stropen was een spannende bezigheid,<br />

ook al omdat ze moesten oppassen dat ze<br />

niet werden gesnapt door jachtopzichter Jaap<br />

Visser. Visser woonde ook op de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>, vlakbij het viaduct met de<br />

A12. Achter zijn rug om noemden de<br />

Bloemendalers hem een beetje smalend ‘de<br />

burgemeester van Bloemendaal’ omdat hij<br />

altijd tussen de hoge heren in liep die in de<br />

polder kwamen jagen.


Samenvatting<br />

Een lint van veen, knotwilgen en lindes.<br />

Het is een groene enclave midden in het verstedelijkte<br />

gebied. In een wip maak je fietsend<br />

de oversteek van het drukke verkeer op<br />

het Plesmanplein naar een bijna volmaakt<br />

behouden gebleven agrarisch buurtschap.<br />

Een lint van veen, water, knotwilgen en lindes.<br />

Tussen de bomen is de nieuwbouw zichtbaar,<br />

maar hier zijn eenden, reigers, ringslangen en<br />

kikkers. Dit is de <strong>Bloemendaalseweg</strong>.<br />

Hij ligt er al sinds in de Middeleeuwen het<br />

veengebied werd ontgonnen. Misschien is het<br />

wel daarom dat deze plek zo’n sterk gevoel<br />

van eigendom oproept, alsof het er speciaal<br />

voor jou zo mooi is gemaakt en onderhouden.<br />

De <strong>Bloemendaalseweg</strong> is van alle<br />

Gouwenaars!<br />

Het dichtste bij de stad staan villa’s uit de wel-<br />

varende jaren in het begin van de vorige<br />

eeuw. Rijk gedetailleerd en uitgevoerd in dure<br />

materialen. Verderop wordt de grootschalige<br />

nieuwbouw van de wijk Bloemendaal meer<br />

zichtbaar. Het is een treffend contrast: de<br />

grootschaligheid en het planmatige van de<br />

grote gebouwen naast het organisch gevormde,<br />

eeuwenoude landschap.<br />

Hoe dichter bij de snelweg hoe harmonieuzer<br />

het beeld van bij elkaar horende elementen uit<br />

de periode van het agrarisch gebruik.<br />

Boerderijen van het Hallenhuistype met boenhokken,<br />

varkensstallen en geitenhokken.<br />

De geschiedenis van de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

De ontginning van Bloemendaal moet rond het<br />

jaar 1139 begonnen zijn. Het veen werd afgegraven<br />

en voor de afwatering werden<br />

sloten aangelegd. De eerste bewoners van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> leefden van akkerbouw en<br />

veeteelt en ongetwijfeld ook van het vissen en<br />

het jagen op vogels. Naarmate het veen verder<br />

inklonk, werd het noodzakelijk om een kunstmatig<br />

systeem van waterbeheersing aan te leggen.<br />

Zo ontstond de polder Bloemendaal.<br />

In een soort register van de burgerlijke stand<br />

dat dateert uit de tweede helft van de zeventiende<br />

eeuw, valt op te maken hoe de<br />

eigenaren van Bloemendaal destijds aan de<br />

kost kwamen. De meerderheid was landbouwer,<br />

landarbeider of dagloner. Ook waren er<br />

klompen- en papiermakers, schippers, timmerlieden,<br />

molenaars, handelaars en kleermakers.<br />

Aan weerszijden van de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

lagen eeuwenlang boerderijen, daglonershuisjes<br />

en een enkele burgermanswoning. De<br />

erven konden worden bereikt via draaibruggen<br />

en ophaalbruggen. Het water aan weerszijden<br />

van de weg werd druk bevaren met schouwen<br />

die producten naar Gouda brachten of hooi vervoerden<br />

naar de boerderijen. De veestapel<br />

bestond per boerderij gemiddeld uit twintig<br />

koeien, veertig varkens, een paar schapen en<br />

wat jongvee. Boerderijen hadden meestal een<br />

moestuin en een boomgaard met hoogstamfruit.<br />

Op veel boerderijen maakten de vrouwen<br />

kaas die op donderdag door de boer zelf per<br />

brik naar de kaasmarkt werd gebracht.<br />

De gemeenschap aan de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> had sterke eigen<br />

gewoonten en tradities. De bewoners kwamen<br />

bij elkaar over de vloer, legden een kaartje en<br />

deden veel aan burenhulp. Zo gebeurde het<br />

hooien gezamenlijk.<br />

Hoe de <strong>Bloemendaalseweg</strong> onder het zand<br />

bedolven dreigde te worden.<br />

Vanaf 1930 onderging het gebied ingrijpende<br />

veranderingen. Het begon met de aanleg van<br />

rijksweg A12. In de jaren vijftig was het noodzakelijk<br />

de stad uit te breiden; er waren woningen<br />

nodig. Het plan voor de nieuwbouwwijk<br />

Bloemendaal ontstond.<br />

De <strong>Bloemendaalseweg</strong> zou onder het zand<br />

worden bedolven. In 1969 gingen de eerste<br />

boerderijen tegen de grond om plaats te maken<br />

voor flats. Dat was het moment waarop verzet<br />

rees tegen de geplande hoogbouw en tegen de<br />

teloorgang van de <strong>Bloemendaalseweg</strong>. Vooral<br />

uit de kunstenaarswereld kwam felle kritiek. De<br />

gemeenteraad was er (gelukkig!) gevoelig voor<br />

en besloot om te streven naar behoud van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>. Het toenmalige ministerie<br />

van CRM zette negen boerderijen en daglonershuisjes<br />

op de rijksmonumentenlijst en stelde<br />

geld beschikbaar om de panden te redden.<br />

De gemeente betaalde voor het behoud van de<br />

andere panden. Stuk voor stuk kregen de nog<br />

aanwezige boerderijen een bestemming. Zo<br />

werd de <strong>Bloemendaalseweg</strong> een groen en historisch<br />

lint in de nieuwbouw en een kralenketting<br />

van sociale, recreatieve en culturele instellingen<br />

bovendien. Maar de bekendste functie<br />

van de <strong>Bloemendaalseweg</strong> is waarschijnlijk die<br />

van DE hoofdfietsroute naar het centrum van<br />

Gouda.<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 6


Maatregelen<br />

In het beheerplan is de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

opgedeeld in drie gebieden: het agrarische<br />

gebied dat het dichtst bij de A12 ligt, het<br />

gebied met de grootschalige nieuwbouw van<br />

de wijk Bloemendaal en het gebied met de<br />

kleinschalige woonbebouwing van rond 1900<br />

aan het begin van de Ridder van Catsweg.<br />

In alle gebieden wil de gemeente streng<br />

optreden tegen afwijkingen van het bestemmingsplan.<br />

De hele <strong>Bloemendaalseweg</strong> wordt<br />

als speciale zone opgenomen in de nieuwe<br />

welstandsnota. Dit houdt in, dat de welstandsbeoordeling<br />

hier scherper is dan in andere<br />

gebieden.<br />

Bomen en boomgaarden<br />

De boombegroeiing direct langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> moet in stand blijven op<br />

de locaties waar de nieuwbouw uit de jaren<br />

70 staat. Maar er zijn ook plaatsen waar<br />

bomen karakteristieke boerderijen aan het<br />

zicht onttrekken. Het streven is om hier het<br />

aantal bomen terug te dringen.<br />

7 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

De bosplantsoenen op de kruisingen met de<br />

doorgaande wegen worden weggehaald. Wat<br />

overblijft zijn gras en bomen, dat past beter bij<br />

de <strong>Bloemendaalseweg</strong>. De knotwilgen en lindes<br />

langs de weg blijven staan, zij het dat moet<br />

worden onderzocht of de groeiomstandigheden<br />

van de lindes aan de Ridder van Catsweg kunnen<br />

worden verbeterd. De gemeente wil een<br />

aantal maatregelen nemen om de kwaliteit van<br />

het openbaar groen aan de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

te verbeteren.<br />

Zo valt het parkeerterrein van Huize<br />

Bloemendaal nogal uit de toon, hier moet grind<br />

of grastegels worden aangelegd. Op het landje<br />

voor de Prinses Louiseflat is het mogelijk een<br />

hoogstamboomgaard aan te leggen. Het bosplantsoen<br />

langs het Anemoonpad moet worden<br />

gerooid, hier komt gras voor in de plaats. De<br />

nieuwe, open rijbak van de manege moet wor-<br />

den verplaatst naar het manegeterrein zelf<br />

zodat het open karakter van de weilanden beter<br />

tot zijn recht komt.<br />

De gemeente wil particuliere eigenaren stimuleren<br />

om hun erven in te richten volgens de<br />

adviezen van Landschapsbeheer Nederland. De<br />

Vereniging Bescherming <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

gaat een rol spelen bij het enthousiast maken<br />

van de bewoners daarvoor.<br />

Een bedreiging voor de particuliere hoogstamboomgaarden<br />

is, dat deze fruitbomen zeer specialistisch<br />

onderhoud behoeven. De gemeente<br />

wil de eigenaren een cursus voor het onderhouden<br />

van hoogstamfruitbomen aanbieden.<br />

Sloten en bruggen<br />

De watergangen langs de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

liepen vroeger door tot in de stad. Ze dienden<br />

voor het vervoer van groenten, fruit en zuivelproducten.<br />

In de loop van de tijd zijn grote<br />

delen van de watergangen gedempt, vooral op<br />

de kruisingen met doorgaande wegen (de<br />

Büchnerweg, de Burgemeester van<br />

Reenensingel en de Hugo de Vrieslaan).<br />

De gemeente wil de sloten weer doortrekken<br />

tot aan de kruisende wegen. Ook moeten<br />

wegverbredingen die ten koste zijn gegaan<br />

van de sloot, ongedaan worden gemaakt. De<br />

gemeente onderzoekt op welke plaatsen<br />

natuurvriendelijke oevers kunnen worden aangelegd.<br />

De meeste kavels langs de sloten zijn bereikbaar<br />

via bruggen, meestal draai- of rolbruggen.<br />

Onlangs is een karakteristieke ophaalbrug<br />

langs de Ridder van Catsweg door een particuliere<br />

eigenaar gerenoveerd. Op openbaar<br />

terrein zijn er nog restanten van ophaalbruggen<br />

(naar de voormalige joodse begraafplaats,<br />

bij de Azaleasingel en een brug in de richting<br />

van het ziekenhuis). Twee van deze bruggen<br />

wil de gemeente in oude luister herstellen, te<br />

beginnen met de brug bij de Azaleasingel. Een<br />

aantal particuliere bruggen is aangewezen als<br />

monument waardoor subsidie voor herstel<br />

beschikbaar komt.


Fietsverkeer<br />

De <strong>Bloemendaalseweg</strong> is de drukst gebruikte<br />

fietsroute van Gouda. Het is niet alleen een<br />

doorgaande route, maar ook het aanknopingspunt<br />

voor een fijnmazig netwerk van korte,<br />

verbindende routes. Bedreigingen voor de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> als ‘fietsersparadijs’ zijn<br />

parkeeroverlast, brommerrijders die, het bromfietsverbod<br />

negeren, en het te veel aan verkeersborden.<br />

Het zijn zaken die de gemeente<br />

wil aanpakken.<br />

Archeologie<br />

In archeologisch opzicht is de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

een belangrijk gebied. Vroeger was de<br />

weg één geheel met de Ridder van Catsweg,<br />

de Spoorstraat en de huidige Kleiweg. De<br />

weg heette in zijn geheel ‘de Kleiweg’. Het is<br />

een van de oudste wegen van Gouda. Langs<br />

de weg stond ooit - waarschijnlijk ter hoogte<br />

van<br />

het huidige Ridderpad - een kleine kerk met<br />

daar omheen een nederzetting.<br />

Het is te verwachten dat in de bodemfunderingen<br />

van vroegere boerderijen, stallen en<br />

andere gebouwen kunnen worden gevonden.<br />

Booronderzoek zou meer informatie aan het<br />

licht kunnen brengen. Vanwege het beschermen<br />

van dit bodemarchief is de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> aangewezen tot vergunningplichtig<br />

gebied, wie wil graven heeft speciale<br />

toestemming nodig.<br />

De gemeente wil het historische karakter van<br />

de <strong>Bloemendaalseweg</strong> benadrukken door de<br />

geschiedenis meer zichtbaar te maken.<br />

Bijvoorbeeld door de waarschijnlijke locatie<br />

van de vroegere kerk te markeren en op de<br />

plek van het vroegere tolhuis een bordje met<br />

toltarieven te plaatsen.<br />

Uitvoering<br />

De maatregelen moeten in nauw overleg<br />

met de Vereniging Bescherming<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> en met de bewoners<br />

worden uitgevoerd. Daarvoor wordt een<br />

zogeheten samenwerkingsconvenant opgesteld.<br />

Daarin komen bijvoorbeeld afspraken<br />

over een (half)jaarlijkse schouw van het<br />

gebied en over hoe de voortgang van de uitvoering<br />

van de maatregelen wordt gecontroleerd.<br />

In het convenant wordt ook een planning<br />

van werkzaamheden opgenomen en<br />

afspraken over dekking van de kosten.<br />

Tot zover het <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

in kort bestek. Voor een verdiept<br />

inzicht in het gebied en het plan is het<br />

lezen van het volgende deel onontbeerlijk.<br />

Daarin meer over het doel en de status van<br />

het plan en een gedetailleerde beschrijving<br />

van het gebied. Of het nu gaat om bebouwing,<br />

beplanting, bruggen of walkanten,<br />

per onderdeel kunt u terugvinden wat cultuurhistorische<br />

waarde is en of er bedreigingen<br />

zijn. Ook vindt u in dit deel uitgebreide<br />

informatie over de maatregelen ter<br />

bescherming van het gebied.<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 8


1 Doel en status van het<br />

beheerplan<br />

1. Doel<br />

Het doel van het beheerplan is om het huidige<br />

cultuurhistorisch waardevolle karakter van het<br />

gebied langs de Ridder van Catsweg en de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> zo goed mogelijk te<br />

behouden en/of te versterken. Het is een<br />

beleidsstuk waarin de gemeente haar beleid<br />

ten aanzien van de <strong>Bloemendaalseweg</strong> vastlegt.<br />

Het is de bedoeling om bewoners,<br />

grondeigenaren, ontwikkelaars, ambtenaren<br />

en de welstandscommissie een kader te bieden<br />

voor het te voeren beleid. Een soort<br />

spoorboekje om naar te handelen bij het<br />

nemen van besluiten of bij het adviseren over<br />

bepaalde ontwikkelingen.<br />

Hiermee kan het waardevolle karakter van dit<br />

gebied beter worden beschermd.<br />

1.2. Wat ging er aan vooraf<br />

In de periode 1984-1986 zijn er geregeld contacten<br />

geweest met de Rijksdienst voor de<br />

Monumentenzorg (RDMZ) en het toenmalige<br />

ministerie van WVC. Vanuit de wijk<br />

Bloemendaal kwam een aantal initiatiefnemers<br />

bij de gemeente met het verzoek om de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> aan te wijzen als rijks<br />

beschermd stadsgezicht. Het toenmalige college<br />

besloot om deze procedure (aanvankelijk<br />

niet, maar korte tijd later wel) te starten. Op<br />

15 juli 1986 kwam het definitieve antwoord<br />

van WVC waarin het ministerie aangaf het verzoek<br />

tot aanwijzing als rijks beschermd stadsgezicht<br />

van de Goudse <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

niet te honoreren. Hiervoor had het ministerie<br />

de volgende argumenten:<br />

9 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

1. het waardevolle gedeelte (weg met<br />

zone aan beide zijden erlangs) is een klein onderdeel<br />

in een grote nieuwbouwwijk. De aanwezige<br />

historische waarde werd haar inziens toen vertegenwoordigd<br />

door 10 rijksmonumenten, 9 boerderijen<br />

en een dubbele daggelderwoning. De<br />

nieuwbouw was in de optiek van het ministerie<br />

te ver naar de weg doorgedrongen, zodat de<br />

weg al te zeer was aangetast.<br />

2. de diepe opstrekkende verkaveling is<br />

ten prooi gevallen aan de uitbreiding met een<br />

totaal andere ruimtelijke structuur. De<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> was daardoor geen gave<br />

representant meer van de typerende veenontginningsnederzetting.<br />

Geen enkele boerderij had<br />

nog de oorspronkelijke agrarische functie en er<br />

bestond in de ogen van WVC geen ruimtelijke<br />

relatie met de Goudse binnenstad.<br />

3. de <strong>Bloemendaalseweg</strong> kwam vanwege<br />

bovenstaande argumenten niet voor op de<br />

lijst van potentiële rijks beschermde stadsgezichten.<br />

4. het behoud van de aanwezige waarden<br />

kon voldoende worden gewaarborgd door<br />

de individuele bescherming van de boerderijen,<br />

door de ontwerpbestemmingsplannen die er<br />

toen al waren en door een gemeentelijk beheerplan<br />

op te stellen.<br />

In 1989/1990 is een inventarisatie gemaakt van<br />

de Jongere Bouwkunst langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>. Omdat de gemeente Gouda<br />

grote waarde toekent aan het gebied, is op 21<br />

januari 1997 door BenW opdracht gegeven tot<br />

inventarisatie van de cultuurhistorische waarden.<br />

Deze inventarisatie is in 1998 afgerond en op 4<br />

juli 2000 heeft het college opdracht gegeven tot<br />

het opstellen van een beheerplan met de bedoeling<br />

dit plan te laten vaststellen als instrument<br />

voor beheer en bescherming van het gebied.<br />

1.3. Status<br />

In het beheerplan worden beleidsuitgangspunten<br />

en maatregelen geformuleerd met betrekking tot<br />

het openbaar gebied langs de <strong>Bloemendaalseweg</strong>.<br />

Dit zijn zaken die een bijdrage kunnen leveren<br />

aan behoud en versterking van het cultuurhistorische<br />

karakter.<br />

Er is echter lang niet alles in te regelen wat nodig<br />

is om het gebied te beschermen. De gemeente<br />

kan in een beheerplan zaken regelen die binnen<br />

de reikwijdte van haar bevoegdheden/zeggenschap<br />

liggen. Daarbuiten is het mogelijk wensen<br />

te uiten. Maar die zijn niet dwingend. Zaken<br />

omtrent inrichting en beheer van de openbare<br />

ruimte zijn te regelen in een beheerplan. Zaken<br />

op particulier terrein zijn, voor zover mogelijk, te<br />

regelen in het bestemmingsplan. Alleen via het<br />

bestemmingsplan kunnen zaken dwingend worden<br />

opgelegd. Daarbuiten zijn we afhankelijk van<br />

de welwillendheid van de bewoners.<br />

Op dit moment zijn vijf bestemmingsplannen<br />

(Bloemendaal West, De Kwekerij, Bloemendaal<br />

Oost, Ouwe Gouwe en Mammoet) geldig, waar<br />

het gebied van de <strong>Bloemendaalseweg</strong> onderdeel<br />

van uit maakt. Binnen de regels van deze<br />

bestemmingsplannen zijn er langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> ontwikkelingen mogelijk die<br />

in strijd zijn met de gewenste beeldkwaliteit van<br />

het gebied. Binnen de regels van deze bestemmingsplannen<br />

zijn er langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> ontwikkelingen mogelijk, die<br />

niet overeenkomen met de cultuurhistorische<br />

betekenis van de gebouwen. Recente voorbeelden<br />

zijn: sloop van karakteristieke woningen waar<br />

bebouwing voor in de plaats is gekomen die<br />

geen cultuurhistorische betekenis meer heeft.


Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening<br />

is het op korte termijn opstellen en in<br />

procedure brengen van een nieuw specifiek<br />

bestemmingsplan <strong>Bloemendaalseweg</strong> noodzakelijk.<br />

De Vereniging Behoud <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

onderschrijft dit belang.<br />

Wanneer de voorbereiding van het bestemmingsplan<br />

kan beginnen, is mede afhankelijk<br />

van de prioriteitstelling van alle te actualiseren<br />

bestemmingsplannen. Gezien het voorgaande<br />

verdient dit bestemmingsplan een hoge prioriteit.<br />

De meerjarenplanning actualisering<br />

bestemmingsplannen wordt in de loop van<br />

2003 opgesteld en aan het college ter vaststelling<br />

voorgelegd. Na besluitvorming kan<br />

tevens een voorbereidingsbesluit genomen<br />

worden ter voorkoming van ongewenste ontwikkelingen<br />

in de periode tussen nu en de<br />

vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan.<br />

Verder is naast de reeds aanwezige rijksmonu-<br />

menten een aantal panden en/of bijgebouwen<br />

aangewezen als potentieel gemeentelijk<br />

monument. Deze panden worden of zijn<br />

inmiddels voorgedragen als gemeentelijk<br />

monument. Ook deze actie levert een belangrijke<br />

bijdrage aan de bescherming van het<br />

gebied.<br />

Het aanwijzen van monumenten is geen actie,<br />

die volgt uit dit beheerplan. Het is een aparte<br />

procedure, inclusief bezwaartermijnen etcetera,<br />

die te maken heeft met de aan te wijzen<br />

monumenten in de hele stad.<br />

Drie onderdelen zorgen dus samen voor het<br />

zo goed mogelijk beschermen van het huidige<br />

agrarische en cultuurhistorische karakter van<br />

het gebied langs de Ridder van Catsweg en<br />

de <strong>Bloemendaalseweg</strong>.<br />

1. In het beheerplan is de gewenste<br />

beeldkwaliteit vastgelegd voor het gehele<br />

gebied en is aangegeven welke maatregelen<br />

in het openbare gebied genomen moeten<br />

worden ter versterking van dit beeld.<br />

2. Met het opstellen van een<br />

bestemmingsplan kan een aantal ongewenste<br />

ontwikkelingen met betrekking tot de<br />

bebouwing worden voorkomen.<br />

3. Door de aanwijzing van<br />

gemeentelijke monumenten wordt de<br />

bescherming nog versterkt.<br />

Hiermee is de status van het beheerplan aangegeven<br />

en is tegelijkertijd duidelijk dat een<br />

optimale bescherming pas wordt geboden als<br />

alle drie genoemde onderdelen worden<br />

geëffectueerd.<br />

‘<strong>Bloemendaalseweg</strong> mag geen villapark<br />

worden<br />

‘De <strong>Bloemendaalseweg</strong> mag nooit verworden<br />

tot een villapark. Het bijzondere karakter is al<br />

voor een deel aangetast, wat over is moet<br />

worden beschermd. Niet als een soort onaantastbaar<br />

museum, dat is onzin. Maar mensen<br />

moeten hier ook in de toekomst iets kunnen<br />

beleven van die sfeer en schoonheid. Zoveel<br />

mensen genieten van de <strong>Bloemendaalseweg</strong>:<br />

ouderen, mensen uit het verpleeghuis, ouders<br />

met kinderen, horden fietsers. Dat mag niet<br />

verloren gaan.<br />

De Vereniging Bescherming <strong>Bloemendaalseweg</strong>/<br />

Ridder van Catsweg is blij met het<br />

<strong>Beheerplan</strong>.<br />

Willem Hesseling: voorzitter van de vereniging<br />

bescherming <strong>Bloemendaalseweg</strong>/ Ridder van<br />

Catsweg.<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 10


2 Typering van de<br />

beeldkwaliteit<br />

Vanuit de binnenstad loopt de Kleiweg als uitvalsweg<br />

naar het noorden. Eeuwenlang heette<br />

deze weg ook buiten de singels nog Kleiweg.<br />

De Kleiweg ging bij het vroegere tolhuis (ter<br />

hoogte van de Hendriks Hoeve), over in de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> en vormt daarmee ook nu<br />

nog één lange as. De weg is ingeklemd tussen<br />

twee sloten. Hoewel de weg midden in de<br />

nieuwbouwwijk ligt, wordt hij geflankeerd door<br />

boerderijen, knotwilgen, weide- en waterplanten<br />

en ziet men er eenden, reigers, ringslangen<br />

en kikkers. Op sommige plaatsen is de nieuwbouw<br />

door het groen heen zichtbaar, op andere<br />

plaatsen waant men zich op het platteland.<br />

De <strong>Bloemendaalseweg</strong> werd in de middeleeuwen<br />

aangelegd bij de ontginning van het veen-<br />

gebied. Tegenwoordig is het een groenvoorziening<br />

voor de stedeling, een aantrekkelijke fietsroute<br />

naar het centrum en een lint van culturele<br />

en maatschappelijke instellingen.<br />

Om een indruk te krijgen van het ontstaan en<br />

de ontwikkeling van dit gebied zijn hieronder de<br />

geologische en historisch-geografische gegevens<br />

op een rijtje gezet. Daarna is<br />

11 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

aangegeven in welke drie deelgebieden de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> wordt onderverdeeld.<br />

2.1. Geologische gegevens<br />

Nadat rond 3800 voor Christus de strandwallen<br />

in het westen van het land zich met uitzondering<br />

van de riviermonden hadden gesloten,<br />

vormde zich in de lagunes achter deze<br />

wallen op grote schaal veen. Dit metersdikke<br />

pakket veen ontstond doordat de resten van<br />

planten slechts gedeeltelijk verteerden. De<br />

veenvorming ging door tot ongeveer 500 voor<br />

Christus. Veen neemt veel vocht op. Het overtollige<br />

water uit de veengebieden werd op<br />

natuurlijke wijze afgevoerd, via veenrivieren<br />

met zijtakken en via tal van kleinere veenstroompjes.<br />

De Gouwe was zo'n veenrivier.<br />

Van één van de zijtakken van de Gouwe, ten<br />

zuiden van Waddinxveen, is de oude naam<br />

nog bekend, de Piclede.<br />

Aan de oostzijde van Bloemendaal, langs de<br />

huidige Omloopkade, lag waarschijnlijk een<br />

veenriviertje. De Oude Gouwe en het gebied<br />

tussen de Gouwe en de Oude Gouwe werd<br />

doorsneden door enkele kleine veenstromen.<br />

De veenrivieren- en stroompjes waterden uit<br />

op de Hollandsche IJssel.<br />

In het gebied dat later de naam Bloemendaal<br />

kreeg - onbekend is waar deze naam vandaan<br />

komt - ontwikkelde zich op oudere afzettingen<br />

een moerasbos. Het veen dat ontstond, bevat<br />

naast resten van planten ook resten van de<br />

bomen die er ooit stonden en wordt daarom<br />

bosveen genoemd.<br />

De dikte van de veenlaag in Bloemendaal<br />

varieert van circa zes tot meer dan tien meter.<br />

De oorspronkelijke veenlaag is door natuurlijke<br />

processen en door menselijk ingrijpen na de<br />

ontginning van het gebied (oxidatie, inklinking<br />

en erosie) geslonken, maar in het hele gebied<br />

nog aanwezig. Op de veenlaag is in de jaren<br />

zestig ten behoeve van de nieuwbouw van<br />

woningen en andere bouwwerken, een<br />

ophooglaag van zand aangebracht.<br />

De oorspronkelijke veenlaag ligt alleen nog aan<br />

de oppervlakte in de gebieden die niet werden<br />

opgehoogd: de <strong>Bloemendaalseweg</strong> en de stroken<br />

grond aan weerszijden ervan, enkele<br />

kavels grond ten zuiden van de geluidswal en<br />

stroken grond langs de Winterdijk, het<br />

Omlooppad en de Omloopkade.<br />

De familie Both heeft de witlofkwekerij nog<br />

jarenlang kunnen handhaven ondanks de<br />

oprukkende nieuwbouw in Bloemendaal. Nico<br />

Both: ‘Het was een heel groot, arbeidsintensief<br />

bedrijf. Dat konden we niet zo maar verplaatsen.’<br />

Sterker nog: de familie wist het<br />

bedrijf tegen de trend in nog uit te breiden.<br />

Eerst in de richting van de Bleulandweg, later<br />

kocht Nicolaas Both senior grond bij aan de<br />

kant van de huidige Burgemeester van<br />

Reenensingel. ‘Het bedrijf ontwikkelde zich<br />

gewoon door, ondanks de druk om te vertrekken.<br />

Maar begin jaren negentig, is de witlofkwekerij<br />

toch verdwenen doordat de marktomstandigheden<br />

veranderden. De watercultuur deed<br />

zijn intrede. Daarmee was de teelt niet meer<br />

grondgebonden, vanaf dat moment is het<br />

bedrijf langzaam verplaatst naar de<br />

Thorbeckelaan. Daarna zijn we nog verhuisd<br />

naar Maasdijk’, vertelt Both. Het witlofbedrijf<br />

heeft op die locatie niet heel lang meer<br />

bestaan. De watercultuur zorgde voor steeds<br />

grotere concurrentie uit Frankrijk waar de<br />

grondprijzen en de lonen lager zijn. ‘Van lieverlee<br />

hebben we toen besloten de boel af te<br />

bouwen’, vertelt Nico Both.<br />

Op het land dat vroeger hoorde bij de kwekerij<br />

staan nu nieuwbouwwoningen.


2.2. Historisch-geografische gegevens<br />

Ontginning en nederzetting<br />

De ontginning van het Hollands-Utrechtse<br />

veengebied begon in de elfde eeuw op initiatief<br />

van de bisschop van Utrecht. In 1139<br />

begon het afgraven van Bloemendaal.<br />

De ontginning geschiedde in fasen en voltrok<br />

zich van zuid naar noord, eerst het gebied<br />

langs de Gouwe aan beide zijden van de<br />

Winterdijk en daarna het resterende gebied<br />

aan beide zijden van de <strong>Bloemendaalseweg</strong>.<br />

De noordelijke grens van de ontginningen<br />

werd gevormd door de Uitweg (waar nu de<br />

A12 ligt) en de oostgrens door de<br />

Omloopkade. Het gebied ten noorden van de<br />

Uitweg werd pas later ontgonnen.<br />

Het gebied werd ontwikkeld door het verwijderen<br />

van de natuurlijke begroeiing en door<br />

het graven van sloten voor de afwatering. Zo<br />

werd het land droog genoeg om het te kunnen<br />

bewerken. De afwatering van het gebied<br />

zal oorspronkelijk hebben plaatsgevonden via<br />

de van nature aanwezige veenrivieren- en<br />

stroompjes die op de Hollandsche IJssel uitwaterden.<br />

Deze watertjes vormden vaak de<br />

achtergrens van ontginningen.<br />

Tijdens of kort na de ontginning van het<br />

gebied werd aan de oostzijde van de huidige<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>, ter hoogte van het<br />

Ridderpad, een parochiekerk gesticht. Rond<br />

de kerk werden enkele huizen of boerderijen<br />

gebouwd.<br />

Langs de <strong>Bloemendaalseweg</strong> bevond zich een<br />

lint van boerderijen. In het westelijke deel van<br />

het gebied was de bebouwing geconcentreerd<br />

langs de Winterdijk.<br />

De eerste bewoners hielden zich bezig met<br />

akkerbouw en veeteelt. Zij zullen ongetwijfeld<br />

ook gebruik hebben gemaakt van de aanwezige<br />

natuurlijke rijkdommen en hun voedselpakket<br />

hebben aangevuld met vissen en vogels.<br />

Het gebied tot 1600<br />

Gebruik van het gebied leidde tot inklinking<br />

van de veengrond met grote gevolgen voor de<br />

afwatering. Dit dwong de bewoners van veengebieden<br />

om de waterhuishouding aan te passen.<br />

Ook in Bloemendaal is de waterhuishouding<br />

geregeld veranderd.<br />

De natuurlijke riviertjes en stromen volstonden<br />

uiteindelijk niet meer om het gebied te<br />

ontwateren en het werd noodzakelijk een<br />

kunstmatig systeem van waterbeheersing aan<br />

te leggen. In de veertiende eeuw ontstaat het<br />

verschijnsel polder, een door dijken en water<br />

begrensd gebied waarin de waterstand kon<br />

worden gereguleerd.<br />

In 1331 werd een Heemraadschap gevormd<br />

dat bestond uit Bloemendaal en enkele omliggende<br />

gebieden. Rond 1400 vond de afwatering<br />

van de polder Bloemendaal plaats via sloten<br />

en weteringen die afwaterden op de<br />

Hollandsche IJssel. Het water aan de oostzijde<br />

van de Winterdijk sloot aan op de Jan<br />

Verzwollewetering die in oostelijke richting<br />

rond Gouda liep en in de Hollandsche IJssel<br />

uitwaterde. Aan de westzijde van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> liep eveneens een wetering<br />

die bij de huidige Spoorstraat op de Jan<br />

Verzwollewetering aansloot. Aan de oostgrens<br />

van Bloemendaal lagen drie weteringen op<br />

een rij, gescheiden door kaden: de<br />

Boskoperwetering, de Alphensewetering en<br />

de Breevaart. Deze weteringen zorgden voor<br />

de waterafvoer van het gebied ten noorden en<br />

noordoosten van Bloemendaal. Over de bewoningsgeschiedenis<br />

van het gebied in de periode<br />

tussen de ontginning en de zestiende<br />

eeuw zijn we slecht geïnformeerd.<br />

Duidelijk is dat het een overwegend agrarisch<br />

gebied was, met aanvankelijk akkerbouw<br />

en later vooral veeteelt en hier en daar<br />

tuinbouw. Uit verpondingkohieren en andere<br />

registers weten we dat grote delen van het<br />

gebied eigendom waren van religieuze<br />

instellingen. Het eigendom ging vanaf de zestiende<br />

eeuw langzamerhand over in particuliere<br />

handen.<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 12


Het gebied na 1600 tot heden<br />

In het "Register Civique", een soort register<br />

van de burgerlijke stand dat betrekking heeft<br />

op de tweede helft van de zeventiende eeuw,<br />

vinden we namen van eigenaren van<br />

Bloemendaal met vermelding van hun beroep.<br />

Dit kohier geeft een aardig beeld van de werkzaamheden<br />

van de beroepsbevolking. De<br />

gegevens hebben betrekking op een periode<br />

van ongeveer vijftig jaar.<br />

beroep aantal<br />

landbouwer 45<br />

bakker 2<br />

dagloner-/landarbeider 33<br />

houtarbeider 2<br />

klompenmaker 17<br />

touwspinner 2<br />

papiermaker 13<br />

voddenman 2<br />

schipper 12<br />

bankpostiljon 2<br />

timmerman 10<br />

13 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

beroep aantal<br />

rentenier 2<br />

molenaar 9<br />

chirurg 2<br />

tuinman 7<br />

herbergier 2<br />

houtdraaier 7<br />

vuilnisman 1<br />

winkelier 7<br />

kuiper 1<br />

metselaar 6<br />

predikant 1<br />

handelaar 5<br />

priester 1<br />

schoenmaker 4<br />

nachtwaker 1<br />

leidekker 3<br />

turfmaker 1<br />

kleermaker 3<br />

ontvanger 1<br />

pannenbakker 3<br />

bode 1<br />

visser 2<br />

hulpontvanger 1<br />

slager 2<br />

smid 1<br />

Uit dit overzicht blijkt onder meer dat in<br />

Bloemendaal enkele molens stonden. Uit<br />

andere registers valt op te maken dat daar<br />

papier, krijt, hout, hennep en koren werden<br />

verwerkt. In het gebied bevonden zich ook<br />

enkele watermolens.<br />

Nico vertelt verder:<br />

De Bloemendalers waren - voor de ´annexatie´<br />

door Gouda - ingezetenen van de gemeente<br />

Waddinxveen. Maar niemand voelde dat zo.<br />

´Iedereen ging naar school in Gouda´.<br />

s’Ochtends zag je hele drommen boerenkinderen<br />

langs de weg naar Gouda lopen en fietsen,´<br />

herinnert Nico Both zich. Hij vertelt dat<br />

hij onlangs voor een geboortebewijs naar het<br />

gemeentehuis van Waddinxveen moest. ´Ik<br />

moest nog zoeken, het was de eerste keer<br />

dat ik daar kwam.´<br />

De bewoners van de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

vormden met elkaar een redelijk hechte<br />

gemeenschap. Fietsend langs de weg herinnert<br />

Both zich nog precies wie waar woonde.<br />

De kaasboerderij van Vergeer schuin tegenover<br />

zijn ouderlijk huis (´daar maakten ze de<br />

beste kaas van de omgeving´) en een stuk<br />

verder het voormalige bedrijf van Han van<br />

Vuuren (´die man had zeven of acht dochters,<br />

enerzijds een zegen anderszijds een strop als<br />

je een boer bent die opvolging nodig heeft´).<br />

Eén keer per jaar was er een speciale avond<br />

voor alle bewoners van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>. Maar Nico´s moeder<br />

kwam daar niet zo graag. Ze voelde zich als<br />

tuindersvrouw buitengesloten tussen alle boerinnen.<br />

Wel waren er hechte banden tussen<br />

de familie Both en ´Ouders Vrucht´, de GEMI-<br />

VA-instelling voor gehandicapte boerenzoons.<br />

Nico: ´Een aantal van die jongens was bij ons<br />

kind aan huis. Ik weet eigenlijk niet hoe dat<br />

kwam, dat is zo gegroeid. Toen de kwekerij 75<br />

jaar bestond hebben we bij wijze van cadeau<br />

van iedereen geld gevraagd ten behoeve van<br />

Ouders Vrucht. De instelling heeft daar een<br />

nieuw melklokaal voor laten aanleggen. Dat<br />

was nodig in verband met de nieuwe hygiënewetten.´


De weg en het transport<br />

Aan weerszijden van de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

lagen eeuwenlang boerderijen, daglonershuisjes<br />

en een enkele burgermanswoning. De<br />

erven konden worden bereikt via draaibruggen<br />

en ophaalbruggen. Het water aan weerszijden<br />

van de weg werd druk bevaren. Het vervoer<br />

van producten naar Gouda ging per schouw.<br />

Ook voor het vervoeren van hooi naar de boerderijen<br />

gebruikte men schouwen.<br />

In het begin van de twintigste eeuw gingen<br />

nogal wat paarden met wagens over de weg.<br />

Tegenliggers passeerden elkaar bij opritten<br />

van boerderijen of bij verbredingen van de<br />

weg. De <strong>Bloemendaalseweg</strong> was voor de<br />

gedeelten waar de wagenwielen over rolden,<br />

verhard met grind. Tot de Tweede<br />

Wereldoorlog was de verkeersdrukte niet<br />

groot. Vooral tuinders uit Waddinxveen die<br />

naar de Goudse veiling gingen en boeren die<br />

hun kaas naar de markt in Gouda brachten,<br />

maakten van de weg gebruik.<br />

Bedrijvigheid<br />

De meerderheid van de bewoners was veeboer,<br />

maar ook was een enkele tuinder aan de<br />

weg gevestigd.<br />

Deze laatste groep nam verhoudingsgewijs in<br />

de richting van Waddinxveen in aantal toe. De<br />

gemiddelde grootte van de veestapel per<br />

boerderij was twintig koeien, wat jongvee,<br />

een veertigtal varkens en wat schapen. Veel<br />

boerderijen hadden een moestuin en een<br />

boomgaard met hoogstamfruitbomen. Vóór de<br />

introductie van de trekker hadden de rijkere<br />

boeren een paard. De armere boeren huurden<br />

of leenden een paard als ze dat nodig hadden.<br />

De paarden werden ook gebruikt om de kaasbrikken<br />

naar de markt te rijden.<br />

In de eerste helft van de vorige eeuw bleef<br />

het aantal koeien per bedrijf vrijwel gelijk<br />

ondanks de verbeteringen die in de landbouw<br />

plaatsvonden. Dit komt waarschijnlijk doordat<br />

veel bedrijven bij erfopvolging verdeeld<br />

werden onder de kinderen. Het aantal boerderijen<br />

nam dan ook gestaag toe. Er zijn nu nog<br />

enkele boerderijen uit de zeventiende en achttiende<br />

eeuw, maar het merendeel dateert uit<br />

de negentiende en twintigste eeuw. Rond<br />

1850 zijn er enkele gebouwd, een groter aantal<br />

rond 1870/80 en daarna vrijwel ieder<br />

decennium één. Het is nog onduidelijk in hoeverre<br />

de huidige boerderijen aan de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> voorgangers op dezelfde<br />

plaats hebben gehad.<br />

Dat het veeteeltbedrijf geen vetpot was, blijkt<br />

uit het feit dat voor de oorlog nog wel eens<br />

een boer failliet ging. Dan werd boelhuis<br />

gehouden waarbij de bezittingen van de boer<br />

openbaar werden verkocht.<br />

Op veel boerderijen werd kaas gemaakt<br />

wat typische vrouwenarbeid was. In de<br />

zomer werd in de stal en in de winter in de<br />

kelder gekaasd. De vrouwen maakten twee<br />

maal per dag twee kazen die op donderdag<br />

door de boer zelf naar de kaasmarkt werden<br />

gebracht. Niet iedereen maakte kaas voor de<br />

handel. Andries Vos maakte 'Jodenkaas',<br />

kazen voor de Joodse gemeenschap in<br />

Gouda. Iedere dag kwam een lid van die<br />

gemeenschap het speciale koosjere stremsel<br />

in de kaas doen.<br />

Meteen werden de kazen door hem gemerkt<br />

met Hebreeuwse letters. Voor deze kaas<br />

kreeg men een van tevoren vastgestelde prijs<br />

die wat hoger lag dan de gewone kaas, daar<br />

stond tegenover dat over de prijs niet meer<br />

kon worden onderhandeld.<br />

De kaas leverde vrij veel op. Zo was mevrouw<br />

Nobel in staat om er een dienstbode op na te<br />

houden voor dag en nacht. Haar filosofie was<br />

dat het maken van kaas meer opbracht dan de<br />

dienstbode kostte. Het verlichtte voor haar het<br />

dagelijkse werk dus maakte zij de kaas en liet<br />

de dienstbode al het huishoudelijke werk<br />

doen.<br />

De meeste boeren hadden één of meer dagloners<br />

in dienst. Ze woonden in kleine huisjes<br />

waarvan nog een aantal aan de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> staat. Ze verdienden vóór<br />

de oorlog ongeveer f 5,- per week, hoefden<br />

geen huur te betalen en kregen ook wat melk.<br />

Aan de <strong>Bloemendaalseweg</strong> woonde ook een<br />

broodvisser. Hij viste in de hele polder<br />

Bloemendaal en tot in de jaren zestig kon hij<br />

daarmee zijn brood verdienen.<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 14


Een dorp bij Gouda<br />

De gemeenschap aan de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

had sterke eigen gewoonten en tradities. De<br />

meeste mensen waren katholiek en gingen op<br />

zondag naar de Gouwekerk, ook nadat aan het<br />

einde van de negentiende eeuw de<br />

Kleiwegkerk gereed was gekomen.<br />

De jeugd ging in Gouda naar de lagere school.<br />

De jongens naar de jongensschool en de<br />

meisjes naar de nonnenschool. Na schooltijd<br />

moesten de kinderen helpen op de boerderij.<br />

De kinderen speelden op het erf, nooit op de<br />

weg. Een groot gevaar was het water rondom<br />

de boerderijen, soms verdronk dan ook wel<br />

eens een kind.<br />

Na de lagere school ging vrijwel iedereen werken.<br />

De jongens gingen bij vader op de boerderij<br />

aan de slag of elders als knecht. De<br />

meisjes gingen vaak bij andere boeren werken.<br />

Slechts in een enkel geval als hulp in de<br />

huishouding, maar meestal verrichtten ze het<br />

gebruikelijke boerenwerk zoals melken, kaasmaken<br />

en hooien. Dat het geen vetpot was,<br />

vertelt mevrouw Nobel: 'Vóór de oorlog werkte<br />

ik bij een boer in Bodegraven. Ik verdiende<br />

drie gulden per week waarvan ik zelf vijftig<br />

cent mocht houden, de rest ging naar mijn<br />

ouders. Ik had niet veel vrij en als er een<br />

feestdag was moest ik zelf voor vervanging<br />

zorgen. Dat kostte me dan al mijn zakgeld!'<br />

Na de oorlog veranderde er het een en ander.<br />

De jongens gingen soms doorleren op de<br />

landbouwschool. Zelfs ging er een meisje naar<br />

de MULO! Geleidelijk aan namen steeds meer<br />

kinderen deel aan het vervolgonderwijs. Het<br />

merendeel koos daarbij voor een<br />

15 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

niet-agrarische opleiding. Voor boodschappen<br />

hoefden de Bloemendalers de deur niet uit.<br />

De bakker, kruidenier en slager kwamen aan<br />

de deur. De kruidenier kwam op maandag<br />

'horen' wat er nodig was en dat werd enkele<br />

dagen later bezorgd. Ook was er veel burenhulp,<br />

zoals bij het hooien dat gezamenlijk<br />

gebeurde. De bewoners kwamen bij elkaar<br />

over de vloer voor feesten en partijen en om<br />

een kaartje te leggen. Met het gedeelte voorbij<br />

de huidige A12, richting Waddinxveen was<br />

er niet veel contact. De <strong>Bloemendaalseweg</strong>gemeenschap<br />

was meer op Gouda gericht.<br />

Een revolutionaire ontwikkeling was het aanleggen<br />

van electriciteit in 1922. Tot dan toe<br />

moesten de boerderijen met olielampen en<br />

kaarsen worden verlicht. Een waterleiding<br />

kwam nog later zodat lang het water opgepompt<br />

moest worden. Pas in 1990 kwam er<br />

een aansluiting op het riool.<br />

De komst van de stedelijke woonbebouwing<br />

aan de Ridder van Catsweg<br />

Tot in de tweede helft van de negentiende<br />

eeuw had het deel van de Kleiweg buiten de<br />

stadssingels hetzelfde agrarische karakter als<br />

de <strong>Bloemendaalseweg</strong>. Voorbij de stadspoort<br />

aan de noordzijde van de Kleiweg lag het platteland<br />

en aan weerszijden van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> lagen boerderijen, daglonershuisjes<br />

en een enkele burgermanswoning.<br />

Na de sloop van de Goudse vestingwerken<br />

rond 1850 verstedelijkte de weg vanaf de<br />

binnenstad tot aan het tolhuis snel.<br />

Het gebied ten noorden van het tolhuis bleef<br />

tot 1964 landelijk gebied (van Waddinxveen).<br />

Overigens werd hier tot 1910 door de polder<br />

Bloemendaal tol geheven. In 1920 werd het<br />

tolhuis gesloopt. In 1903 besloot de toenmalige<br />

gemeenteraad het deel van de Kleiweg<br />

tussen de stadssingels en het tolhuis Ridder<br />

van Catsweg te noemen. De bebouwing aan<br />

de Ridder van Catsweg tussen de<br />

Kattensingel en de Bleulandweg is bij diverse<br />

bombardementen in 1943 en 1944 grotendeels<br />

verloren gegaan. Daarvoor in de plaats<br />

kwamen grote flatgebouwen. Aan het deel<br />

van de Ridder van Catsweg tussen de<br />

Bleulandweg en de Büchnerweg is de vroege<br />

verstedelijking nog altijd goed zichtbaar: aan<br />

de oostzijde verrezen rond 1900 kleine woningen<br />

in neorenaissancestijl. Aan de overzijde<br />

en verderop kwamen in het eerste kwart van<br />

de twintigste eeuw villa's en luxe woonblokken<br />

tot stand.<br />

Een einde aan de bedrijvigheid; de ontwikkeling<br />

vanaf 1930.<br />

De veranderingen, die het gebied in de twintigste<br />

eeuw onderging, zijn enorm. Het begon<br />

in 1930 met de aanleg van de rijksweg A12.<br />

Daarna, in de jaren vijftig, kreeg de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> te maken met Gouda's<br />

behoefte aan stadsuitbreiding. Er kwamen<br />

plannen op tafel voor een nieuwbouwwijk die<br />

zich zou uitstrekken tot aan de rijksweg,<br />

anderhalve kilometer ten noorden van de<br />

bestaande stadsgrens. Een nieuwbouwwijk<br />

die de bevolking van de gemeente bijna zou<br />

verdubbelen. Daarmee kwam een einde aan<br />

de agrarische levenswijze van de<br />

Bloemendalers.


De gemeente onteigende de boerderijen en<br />

landerijen ten behoeve van de aanleg van de<br />

nieuwbouwwijk. Een aantal boeren vestigde<br />

zich elders om hun bedrijf voort te zetten.<br />

Maar de meesten waren al op leeftijd en stopten<br />

ermee.<br />

De eerste twee ontwerpen voor de toekomstige<br />

nieuwbouwwijk hielden geen rekening met<br />

de landschappelijke en historische waarden<br />

van de polder Bloemendaal.<br />

De <strong>Bloemendaalseweg</strong> zou als structuur intact<br />

blijven, maar de aanliggende bebouwing<br />

moest worden gesloopt en het hele terrein<br />

zou worden bedolven onder zand. In 1969 kon<br />

aan de zuidoostkant van de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

een begin worden gemaakt met de bouw<br />

van de nieuwe wijk. Enkele boerderijen verd-<br />

wenen en maakten plaats voor flats.<br />

Op dat moment rees verzet tegen de teloorgang<br />

van de <strong>Bloemendaalseweg</strong> en de voorgenomen<br />

hoogbouw. Vooral uit de<br />

kunstenaarswereld kwam felle kritiek.<br />

De gemeenteraad was gevoelig voor de argumenten<br />

en besloot te streven naar behoud<br />

van de <strong>Bloemendaalseweg</strong>. Gelukkig bleek<br />

ook op rijksniveau waardering te bestaan voor<br />

Gouda's plan met de <strong>Bloemendaalseweg</strong>. Het<br />

ministerie van WVC zette negen boerderijen<br />

en daglonershuisjes op de rijksmonumentenlijst<br />

en gaf rijkssubsidie om deze panden te<br />

redden van de ondergang.<br />

Voor de overige gebouwen maakte de<br />

gemeente geld vrij. Stuk voor stuk kregen de<br />

nog aanwezige boerderijen een bestemming.<br />

Behalve een groen en historisch bijzonder lint<br />

in de nieuwbouw werd de weg een kralenketting<br />

van sociale, recreatieve en culturele<br />

instellingen, sommige ten behoeve van de<br />

wijk, andere met een stedelijke functie.<br />

Omdat de <strong>Bloemendaalseweg</strong> te smal is voor<br />

auto's, werd het weggetje bestemd voor voetgangers<br />

en fietsers. Alleen auto's van aanwonenden<br />

mogen er komen. Ook deze functie<br />

voor het langzame verkeer werd al gauw een<br />

groot succes.<br />

De <strong>Bloemendaalseweg</strong> is nu de hoofdfietsroute<br />

van Gouda, dagelijks rijden er duizenden<br />

fietsers over de <strong>Bloemendaalseweg</strong>.<br />

Gevraagd naar de reden waarom zij deze<br />

route gebruiken, antwoorden de fietsers dat<br />

het zo'n duidelijke weg is naar het centrum<br />

'alsmaar rechtdoor en je komt er wel'.<br />

Daarnaast vindt men de weg zo prettig vanwege<br />

het landelijke karakter en de rustieke<br />

sfeer.<br />

Ten behoeve van de ontsluiting van de diverse<br />

delen van de woonwijk zijn fiets- en voetpaadjes<br />

gemaakt die er op uitkomen, verscholen in<br />

het groen. Slechts op drie punten wordt de<br />

1800 meter lange weg doorsneden door een<br />

bredere verkeersweg.<br />

‘ Ik vond het zo’n schattig huisje’<br />

Beeldend kunstenaar Willem Hesseling<br />

werd ‘Bloemendaler’ in 1975. Nog maar kort<br />

nadat de gemeente de meeste boerderijen en<br />

daggeldershuisjes op de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

had onteigend. De <strong>Bloemendaalseweg</strong> was<br />

de beoogde ontsluiting naar de A12. Maar na<br />

protesten van kunstenaars<br />

en mensen uit<br />

de zakenwereld,<br />

besloot de gemeenteraad<br />

het landelijke<br />

weggetje te behouden.<br />

De onteigende panden<br />

werden ondergebracht<br />

in Stichting De<br />

Goudse Hofsteden.<br />

Sommige daarvan werden in gebruik genomen<br />

door sociaal culturele instellingen zoals<br />

onder meer kunsten centrum De Werkschuit,<br />

het club- en buurthuiswerk en Ouders Vrucht<br />

(zorgboerderij voor mensen met een verstandelijke<br />

handicap). In andere boerderijen en<br />

woningen bleven de oorspronkelijke bewoners<br />

als huurders achter. Hesseling: ‘Ik gaf toen les<br />

op de Werkschuit en ik reed hier dagelijks<br />

langs. Twee piepkleine huisjes stonden hier<br />

op deze plek, het ene nog bewoond, het<br />

andere was onbewoonbaar verklaard. Ik vond<br />

het doodzonde omdat het zo’n schattig huisje<br />

was.’<br />

Hesseling zocht contact met de gemeente en<br />

kreeg het voor elkaar dat hij en zijn vrouw<br />

Lisette het onbewoonbare pandje mochten<br />

huren voor 75 gulden per maand.<br />

Door de jaren hebben Willem en Lisette heel<br />

veel opgeknapt aan hun woning.<br />

Maar het bleef een daggeldershuisje dat precies<br />

past op de plek waar het staat.<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 16


2.3. Typering van de drie gebieden<br />

De <strong>Bloemendaalseweg</strong> is in zijn landschappelijke<br />

hoedanigheid één gebied. Maar naar<br />

opbouw van beeldbepalende gebouwde elementen<br />

is de <strong>Bloemendaalseweg</strong> op te delen<br />

in drie gebieden (zie kaart hieronder). Te<br />

beginnen vanaf de buitenkant (A12) naar het<br />

centrum toe zijn dat achtereenvolgens:<br />

Gebied 1 De organisch gevormde<br />

agrarische gemeenschap<br />

De beeldkwaliteit bestaat uit een harmonisch<br />

beeld van bij elkaar horende elementen uit<br />

een periode van agrarisch gebruik. Ten aanzien<br />

van de cultuurhistorische betekenis en<br />

beeldkwaliteit is dit het leidende uitgangspunt.<br />

Het gaat hier om het beeld van de agrarische<br />

samenleving zoals die is gevormd zonder veel<br />

technische hulpmiddelen. Globaal is dat het<br />

beeld dat door ontginning en agrarisch gebruik<br />

in zijn samenhang is ontstaan tot circa 1950.<br />

Daarin zijn de boerderijen (van het zogenaamde<br />

Hallenhuistype) bepalend. Die boerderijen<br />

zijn voorzien van boenhokken, stallen, varkensstallen,<br />

geitenhokken etc.<br />

17 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

Dit is het gebied waar je de illusie kunt hebben<br />

van een agrarische samenleving zoals<br />

die zich in lange tijd tot circa 1950 heeft<br />

gevormd.<br />

Gebied 2 Het planmatig stedelijk leven<br />

van een moderne maatschappij<br />

De beeldkwaliteit bestaat uit een contrast tussen<br />

de kleinschalige landschappelijke elementen<br />

direct aan de <strong>Bloemendaalseweg</strong> die organisch<br />

gevormd zijn in een ver verleden (1600)<br />

en de grote moderne bouwontwikkelingen die<br />

planmatig met behulp van ingrijpende technieken<br />

zijn neergezet in de tweede helft van de<br />

twintigste eeuw.<br />

De grootschalige opgave, vernieuwingsdrang,<br />

de technische hulpmiddelen en de angst voor<br />

het verleden, dat ons net twee wereldoorlogen<br />

had bezorgd, resulteerde in grote gebouwen.<br />

Nieuwe funderingstechnieken zoals<br />

opspuiten werden gebruikt bij het ontwikkelen.<br />

Dit is het materiaal dat de stadsontwikkelaars<br />

hadden toen ze de grote naoorlogse stedelijke<br />

opgave met technische hulpmiddelen<br />

gingen verwezenlijken.<br />

1<br />

Gebied 3 De omvorming van een agrarisch<br />

gebruik naar stedelijke bebouwing met villa’s<br />

voor de gegoede burgerij<br />

De beeldkwaliteit bestaat uit een kleinschalige<br />

en gedetailleerde omvorming van het organisch<br />

gevormde agrarische landschap naar<br />

individuele burgerlijke woonbebouwing voor<br />

de gegoede burgerij. Aan het begin van de<br />

Ridder van Catsweg staat kleinschalige stedelijke<br />

woonbebouwing van rond 1900. De rest<br />

van dit deelgebied wordt gekenmerkt door villa’s<br />

gebouwd rond 1900, die zijn gerealiseerd<br />

met dezelfde organisch esthetische opvatting<br />

en met dezelfde technische hulpmiddelen als<br />

waarmee de boerderijen werden gebouwd.<br />

Dientengevolge heeft dit gedeelte van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> ook dezelfde harmonie en<br />

schaal. Het doel van de bebouwing was<br />

anders en de invloedsfeer van de stad was<br />

letterlijk door de nabijheid ook groter. Dit<br />

gebied is een goed voorbeeld hoe op een<br />

agrarische drager een burgerlijke bebouwing<br />

is ontstaan. Bijkomende beeldkwaliteit is, dat<br />

het woningen waren voor de gegoede burgerij<br />

en de gebouwen voorzien zijn van rijke details<br />

uitgevoerd in dure materialen.<br />

2<br />

3


3 Bebouwing<br />

3.1 Gebiedsbeschrijving<br />

De gebiedsbeschrijving wordt gegeven per<br />

deelgebied van de <strong>Bloemendaalseweg</strong>. Zie<br />

hiervoor ook hoofdstuk 2.3 Typering van de<br />

beeldkwaliteit.<br />

Gebied 1<br />

De grootste waarde van gebied 1 is de aanwezigheid<br />

van veel aspecten van de agrarische<br />

samenleving gevormd tot ca. 1950. De<br />

grootte van het gebied (een strook van ca.<br />

1800 meter lang) en de hoeveelheid van elementen<br />

geven een goede indruk van hoe de<br />

agrarische samenleving eruit zag. Dat is de<br />

waarde van het gebied en tegelijkertijd de<br />

zwakte. Er kunnen geen elementen vanaf<br />

gehaald worden zonder het beeld aan te tasten.<br />

Het zijn dus niet alleen de gebouwen<br />

maar ook de graslanden, de nutsbeplanting en<br />

de ontsluitingselementen zoals water, bruggen<br />

en paadjes. Dit hoofdstuk gaat over<br />

bebouwing, maar dat dient niet los gezien te<br />

worden van de andere hoofdstukken.<br />

Gelet op de hiervoor aangeduidde waarde<br />

gaat het bij bebouwing in gebied 1 over alle<br />

bebouwing die hoorde bij de agrarische<br />

samenleving. In de eerste plaats gaat het om<br />

boerderijen, daterend uit de zeventiende tot<br />

de negentiende eeuw. Vrijwel alle boerderijen<br />

zijn van het hallenhuistype. In de weidegebieden<br />

van Zuid-Holland, ook in Gouda, stonden<br />

de koeien met de koppen naar de voergang in<br />

het midden.<br />

Veel boerderijen aan de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

zijn voorzien van een aangebouwd boenhok<br />

aan de naastgelegen sloot. In gebied 1 staat<br />

daarnaast veel overige bebouwing die met het<br />

agrarische leven te maken heeft: daggelderswoningen,<br />

stallen, schuren, hooibergen, varkenshokken,<br />

boenhokken en geiten- en hondenhokken.<br />

Het ene object is niet minder<br />

waardevol voor het behoud van het agrarische<br />

karakter dan het andere. Juist het samengaan<br />

van al deze bouwwerken versterkt het karakter<br />

van gebied 1. Ze verdienen dus allemaal een<br />

zekere vorm van bescherming. Dat kan variëren<br />

van zwaar (rijks- en gemeentelijk monument)<br />

tot licht (jongere bouwkunst en beheerplan).<br />

De bedreiging voor de agrarische bebouwing is<br />

dat de functies die de bouwwerken nu vervullen<br />

maar gedeeltelijk passen. Voor bewoning in<br />

de kap dienen er ramen in het dak gemaakt te<br />

worden. Een auto vereist in een gebouw andere<br />

deuren dan een varken. Voor bepaalde<br />

gebouwen is het zelfs moeilijk een functie te<br />

vinden zoals een hooiberg, een honden- of<br />

geitenhok en een washok. Voor deze bebouwing<br />

geldt dat de museale waarde groter is<br />

dan de gebruikswaarde en zijn daarmee dus<br />

beperkt te gebruiken. In de loop van de tijd zijn<br />

incidenteel gebouwen verschenen in gebied 1<br />

die met de agrarische bebouwing niets te<br />

maken hebben. Het gaat daarbij veelal om<br />

landelijke villa’s.<br />

Gebied 2<br />

De waarde van dit gebied bestaat uit het<br />

samengaan van verschillende opvattingen<br />

over landgebruik en dientengevolge het<br />

samengaan van conflicterende schalen<br />

waarbij de waarde van beide benaderingen<br />

blijft bestaan. Het één is anders dan het andere<br />

maar slechts een enkel domineert. De<br />

karakteristiek van het beeld is de ontmoeting<br />

van relicten van agrarisch landgebruik met elementen<br />

uit een tijd van grootschalige industriële<br />

middelen (scholen, verpleegtehuis). In<br />

de toekomst dient deze ontmoeting van de<br />

landschappelijke onderlegger met de technisch<br />

benaderde bouwopgave gehandhaafd te<br />

blijven als voorbeeld van een bouwbenadering<br />

uit de naoorlogse periode. Gedetailleerder kun<br />

je zeggen dat de <strong>Bloemendaalseweg</strong> met de<br />

sloten, bruggetjes, paadjes en onbebouwde<br />

percelen (park) eruit dienen te zien zoals de<br />

agrarische situatie was rond 1950. De bebouwing<br />

in gebied 2 daarentegen kan bestaan uit<br />

grote moderne gebouwen die, gelet op de<br />

waardevolle betekenis en de centrale ligging<br />

van de <strong>Bloemendaalseweg</strong>, vooral een maatschappelijke<br />

functie moeten hebben. De<br />

gebouwen mogen qua hoogte niet de naast<br />

liggende gebieden domineren. De agrarische<br />

bebouwing van gebied 1 en de grootschalige<br />

bebouwing van gebied 2 kunnen naast elkaar<br />

blijven bestaan zonder elkaar aan te tasten.<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 18


Gebied 3<br />

De waarde van dit gebied bestaat uit het harmonisch<br />

samengaan van het organisch<br />

gevormde agrarische landschap met de later<br />

voor burgerbebouwing gebruikte kavels.<br />

Gebied 3 is een mooi voorbeeld van de eerste<br />

omvorming van agrarisch gebied naar verstedelijkt<br />

gebied, een overgangsgebied tussen<br />

stad en land dat spreekt uit de aanwezige<br />

bebouwing. De bebouwing wordt enerzijds<br />

gevormd door burgermanswoninkjes in eclectische<br />

stijl van rond 1900 en anderzijds door<br />

rijk vormgegeven villa’s (in de trant van de<br />

Jugendstil en in de chaletstijl) uit dezelfde<br />

periode waar duurdere materialen voor werden<br />

gebruikt. De nabijheid van het agrarische<br />

gedeelte aan de <strong>Bloemendaalseweg</strong> geeft<br />

gebied 3 nog meer betekenis. Het voorstel<br />

voor gebied 3 is om minimaal de huidige situatie<br />

te behouden.<br />

3.2 Beleid en bescherming.<br />

- De provincie Zuid-Holland heeft de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> en het zuidelijke deel van<br />

de Ridder van Catsweg in het kader van de<br />

Cultuurhistorische Hoofdstructuur, een speciale<br />

waarde toegekend op het landschappelijk<br />

nederzettings- en archeologisch vlak. Deze<br />

Cultuurhistorische Hoofdstructuur dient mede<br />

19 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

als toetsingskader bij ruimtelijke<br />

ordeningsprocedures.<br />

- In de Rijksnota Belvedére is Gouda aangewezen<br />

als Belvedérestad grenzend aan het<br />

Belvedéregebied Krimpenerwaard. Een directe<br />

bescherming is dit niet, maar één van de<br />

gevolgen is, dat door zowel provincie als rijk<br />

bij (RO)procedures extra kritisch naar (behoud<br />

van) de aanwezige cultuurhistorische waarden<br />

wordt gekeken. In de nieuwe Nota<br />

Planbeoordeling heeft de cultuurhistorie als<br />

toetsingscriterium een belangrijke plaats<br />

gekregen. Bij elk nieuw bestemmingsplan of<br />

artikel 19 lid 1 procedure wordt getoetst of<br />

voldoende rekening wordt gehouden met de<br />

aanwezige cultuurhistorische waarden en of<br />

die aanwezige waarden in voldoende mate<br />

worden benut in de nieuwe ontwikkelingen.<br />

- Een groot aantal panden is aangewezen als<br />

rijksmonument en is dienovereenkomstig<br />

beschermd.<br />

- De monumentencommissie heeft de inven-<br />

tarisatie van de Jongere Bouwkunst in 2002<br />

afgerond. Daaruit blijkt dat een aantal panden<br />

in aanmerking komt voor de gemeentelijke<br />

monumentenlijst (zie uitklapkaart). Bij<br />

gemeentelijke monumenten is het gehele perceel<br />

beschermd.<br />

- Het gemeentelijk restauratiebeleid dat wordt<br />

toegepast bij de restauratie van monumenten,<br />

speelt al op het karakter van de bebouwing in.<br />

Dat geldt ook voor de welstandsrichtlijnen<br />

voor monumenten (zie bijlage 1).<br />

- Ook de panden die in aanmerking komen<br />

voor de categorie Jongere Bouwkunst zijn<br />

geïnventariseerd (zie uitklapkaart).<br />

Deze categorie krijgt een lichtere<br />

bescherming, namelijk de verschijningsvorm<br />

(kappen en gevels).<br />

- Ten slotte heeft de monumentencommissie<br />

aangegeven de kavels van het ziekenhuis en de<br />

gemeente aan het begin van de Ridder van<br />

Catsweg een beschermde status te willen<br />

geven. In het hoofdstuk over openbaar groen<br />

(5.2.2.) wordt een nadere visie gegeven over dit<br />

gebiedje.<br />

-Voor de restauratie van de rijks- en gemeentelijke<br />

monumenten bestaan restauratiesubsidies.<br />

Voor de panden op de Lijst van de Jongere<br />

Bouwkunst wordt een subsidie in het leven<br />

geroepen.<br />

- Naast de aanwijzing tot monument of jongere<br />

bouwkunst, is het bestemmingsplan belangrijk.<br />

Hierin wordt redelijk gedetailleerd aangegeven<br />

wat de bebouwings- en gebruiksmogelijkheden<br />

zijn.<br />

- Als zich nieuwe ontwikkelingen voordoen bij<br />

boerderijen langs de <strong>Bloemendaalseweg</strong>, wordt<br />

er naar gestreefd de woonfunctie te behouden<br />

of terug te brengen, in ieder geval voor de voorzijde<br />

van de boerderij.<br />

3.3 Maatregelen<br />

In het gebied van de <strong>Bloemendaalseweg</strong> wordt<br />

voorgesteld om handhavend op te treden bij<br />

constatering van afwijkingen ten opzichte van<br />

het bestemmingsplan.<br />

De potentiële monumenten langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> (zie kaart) worden beschreven<br />

en voorgedragen voor aanwijzing als monument.<br />

De mogelijkheden die de Wet op de Ruimtelijke<br />

Ordening biedt om van het bestemmingsplan af<br />

te wijken, mogen alleen worden gebruikt om de<br />

cultuurhistorische betekenis te vergroten.<br />

Het is niet reëel om de nu aanwezige beeldvreemde<br />

bebouwing te vervangen of te<br />

reconstrueren in oude vormen. Deze beeldvreemde<br />

bebouwing kan blijven staan, maar<br />

mag in de toekomst niet verder toenemen. Ook<br />

verbouwingen die de beeldvreemde uitstraling<br />

versterken zijn niet toegestaan.


De welstand moet bij het beoordelen van<br />

bouwplannen aan de <strong>Bloemendaalseweg</strong> de<br />

cultuurhistorische waarden in haar oordeelsvorming<br />

mee laten wegen (ook als het geen<br />

monumenten of panden van Jongere<br />

Bouwkunst betreft). Bij een grote ingreep is<br />

een cultuurhistorische analyse daarom onderdeel<br />

van het bouwplan. Bovendien wordt een<br />

inrichtingsplan van het onbebouwde deel verlangd<br />

om de landschappelijke inpassing te<br />

kunnen beoordelen. Hier wordt ook getoetst<br />

op handhaving van beeldbepalende elementen<br />

als boenhokken, stallen en hokken.<br />

Het is de bedoeling dat in 2004 de nieuwe<br />

Welstandsnota verschijnt. De<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> wordt daarin opgenomen<br />

als speciale zone. Dat houdt in dat daar de<br />

welstandsbeoordeling scherper is dan in<br />

andere gebieden. Voor de niet-monumenten<br />

en nieuwbouw in dit gebied moeten nadere<br />

welstandscriteria worden ontwikkeld die<br />

ingaan op materiaalgebruik zoals type baksteen<br />

en dakpannen. Aangezien dit beheerplan<br />

in 2003 wordt vastgesteld, zijn in bijlage<br />

1 de bestaande welstandsrichtlijnen (beknopt)<br />

weergegeven en de richtlijnen voor nieuwbouw<br />

in dit historische gebied aangescherpt.<br />

Tot de vaststelling van de nieuwe welstandsnota<br />

zullen deze richtlijnen worden toegepast.<br />

Daarna zullen de nieuwe richtlijnen (die op bijgevoegde<br />

richtlijnen worden gebaseerd) gaan<br />

gelden.<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 20


4 Openbaar groen<br />

Algemeen:<br />

Het cultuurlandschap van respectabele ouderdom<br />

mag als zeer waardevol worden<br />

omschreven. Zowel in landschappelijk als<br />

nederzettingsopzicht is het gebied in de provinciale<br />

Cultuurhistorische Hoofdstructuur als<br />

waardevol opgenomen. De stroken grond aan<br />

weerszijden van de <strong>Bloemendaalseweg</strong> en de<br />

Ridder van Catsweg zijn nooit (integraal) opgehoogd<br />

zoals een groot deel van de rest van<br />

Bloemendaal. De bodem bestaat hier nog uit<br />

het oorspronkelijke veenpakket met een<br />

toplaag van geroerde en veraarde grond.<br />

De <strong>Bloemendaalseweg</strong> is de as van waaruit<br />

het gebied aan weerszijden werd ontgonnen.<br />

Het is met de Winterdijk één van de oudste<br />

wegen van Gouda. De verkavelingstructuur is<br />

nog ten dele aanwezig en duidelijk herkenbaar.<br />

Het landschap bevat nog vele gave elementen<br />

zoals boerenerven, boomgaarden en<br />

geriefbosjes. Op meer dan tien plaatsen liggen<br />

kleine, soms zeer smalle kavels die nu<br />

een natuurlijke begroeiing hebben maar die<br />

vroeger waarschijnlijk werden gebruikt voor<br />

de teelt van gewassen zoals vlas, hennep<br />

("hennepakkertjes"), boekweit en hop of voor<br />

het kweken van bomen en heesters, die<br />

gebruikshout leverden (geriefbosjes).<br />

Het cultuurlandschap wordt als een doorlopende<br />

onderlegger van de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

beschouwd. De driedeling zoals die vóór de<br />

bebouwing is gehanteerd, is in deze en volgende<br />

hoofdstukken daarom niet terug te<br />

vinden.<br />

21 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

Het groene aspect van het huidige landschap<br />

is op twee manieren ingevuld: door openbaar<br />

groen en door de erven rond de voormalige<br />

boerderijen en woningen.<br />

Wat betreft het openbaar groen zijn twee<br />

onderdelen te beschouwen: de boombeplanting<br />

langs de <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder<br />

van Catsweg en de inrichting/het gebruik van<br />

percelen openbaar groen gelegen langs deze<br />

wegen.<br />

4.1 Boombeplanting langs de<br />

weg<br />

4.1.1 Gebiedsbeschrijving<br />

Begin 20-ste eeuw stond langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> nauwelijks een boom. De<br />

watergangen langs de weg werden intensief<br />

gebruikt om melk, groenten en fruit per boot<br />

naar de veiling te vervoeren. De veiling lag<br />

eerst aan de Houtmansgracht en later langs<br />

de Breevaart (te bereiken langs het<br />

Omlooppad). Bomen stonden waarschijnlijk<br />

alleen maar in de weg bij het voortbewegen<br />

van de bootjes. Langs de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

staan nu vele bomen, overwegend knotwilgen.<br />

Die zijn pas vanaf eind jaren ‘70 aangeplant<br />

maar ze passen goed in het agrarische<br />

karakter van dit gedeelte. De bedreiging is dat<br />

de beplanting langs de weg een te dicht<br />

karakter krijgt, waardoor het zicht op de achterliggende<br />

percelen wordt ontnomen.<br />

Langs de Ridder van Catsweg stond begin 20ste<br />

eeuw al wel een laanbeplanting. Langs<br />

deze weg staat nog steeds een meer stedelijke<br />

laanbeplanting van lindes. De groeiplaats<br />

van de lindes is vrij slecht door een smalle<br />

berm en vervanging van de oorspronkelijke<br />

klinkerbestrating door asfalt. Veel bomen zijn<br />

door de slechte beworteling scheef komen te<br />

staan en er zijn al lindes verdwenen door<br />

omwaaiing. De bedreiging is dat de laanbeplanting<br />

steeds minder herkenbaar wordt.<br />

4.1.2 Beleid en bescherming<br />

De beplanting van knotwilgen en stoven langs<br />

de <strong>Bloemendaalseweg</strong> kan worden gehandhaafd<br />

en incidenteel worden vervangen. Bij de<br />

keuze voor nieuwe of vervangende beplanting<br />

wordt de aard van de naastgelegen kavels in<br />

de afweging betrokken; mooie boerderijcomplexen<br />

en doorzichten over grotere afstand<br />

mogen niet worden afgeplant maar moeten<br />

juist in beeld blijven. (voorbeeld: huisnr. 56 en<br />

66, de kavels tussen huisnr. 28 en 32)<br />

Daarentegen kan grootschalige bebouwing<br />

langs de weg juist vragen om een verfijning<br />

van schaal die o.a. door beplanting kan worden<br />

bereikt. (voorbeeld: schoolgebouw hoek<br />

Van Reenensingel/Clematislaan, Prinses<br />

Louiseflat)


Bij de kruisingen van de Büchnerweg, Van<br />

Reenensingel en Hugo de Vrieslaan moet de<br />

inrichting van de berm van deze wegen worden<br />

aangepast aan het karakter van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>. Dat betekent dat de<br />

boomstructuur langs deze wegen moet worden<br />

onderbroken. Hierdoor wordt de structuur<br />

van de <strong>Bloemendaalseweg</strong> leidend. Het betekent<br />

ook dat het aanwezige bosplantsoen tot<br />

een zekere afstand vanaf deze kruisingen<br />

dient te verdwijnen, omdat bosplantsoen<br />

afwijkt van het beeld van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>.De kruisingen zullen dan<br />

gekenmerkt worden door wegen met grasbermen<br />

(hetzelfde maairegiem als langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>) met bomen.<br />

In het Groenstructuurplan en de Bomennota is<br />

gezegd dat de lindes langs de Ridder van<br />

Catsweg behouden moeten worden. De<br />

groeiplaats van de bomen vraagt om verbetering.<br />

4.1.3 Maatregelen<br />

De boombegroeiing direct langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> moet in stand blijven op<br />

de plek van de grotere bebouwing vanaf de<br />

jaren ‘70. Op andere plekken kan gestreefd<br />

worden naar het terugdringen van het aantal<br />

bomen; dit moet per locatie worden bekeken.<br />

Bij deze afweging wordt rekening gehouden<br />

met het oorspronkelijk veel opener karakter<br />

van de weg en de naastgelegen bebouwing of<br />

het naastgelegen landschap in de vorm van<br />

weilanden en boomgaarden.<br />

Het bosplantsoen op de kruisingen van de<br />

doorgaande wegen met de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> wordt over circa 40 m<br />

vanaf de weg verwijderd, zodat er bomen en<br />

gras overblijven. Deze bermen krijgen hetzelfde<br />

maaibeheer als de <strong>Bloemendaalseweg</strong>,<br />

voor zover dat nog niet gebeurt.<br />

Er moet onderzoek verricht worden naar de<br />

groeiomstandigheden van de lindes aan de<br />

Ridder van Catsweg en de mogelijkheden om<br />

deze omstandigheden te verbeteren.<br />

Het belang van een beheerplan<br />

Veel van de kleine daggelders langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> zijn verdwenen om plaats te<br />

maken voor riante villa’s. Zoals op de kruising<br />

met de Ridder van Catsweg, zeven jaar geleden.<br />

Iedereen schrok daar enorm van, ook al omdat<br />

het niet tegen te houden was.<br />

De <strong>Bloemendaalseweg</strong> viel onder vijf verschillende<br />

bestemmingsplannen. Naar aanleiding van de<br />

komst van die villa’s werd de Vereniging Behoud<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> opgericht.<br />

Eerder al waren er pogingen gedaan om de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> op de lijst van beschermde<br />

stadsgezichten te krijgen, maar het toenmalige<br />

ministerie van CRM wees het verzoek af omdat<br />

de weg niet gaaf genoeg meer was. Het idee om<br />

de weg dan maar te beschermen met behulp van<br />

een <strong>Beheerplan</strong> kwam van datzelfde ministerie.<br />

Nu, acht jaar na de oprichting van de Vereniging<br />

Behoud <strong>Bloemendaalseweg</strong>, is het plan er. Dat is<br />

bepaald niet zonder slag of stoot gegaan. De vereniging<br />

heeft er samen met de monumentencommissie<br />

ongelofelijk aan moeten sleuren. Men<br />

had bovendien de pech dat bij de start net een<br />

aantal wethouderswisselingen waren geweest en<br />

door een reorganisatie bij de gemeente steeds<br />

andere ambtenaren zich ermee bemoeiden. Maar<br />

vanaf het moment dat de huidige projectleider<br />

aan de slag ging, ging het van een leien dakje.<br />

De bewoners hebben een grote inbreng gehad in<br />

het <strong>Beheerplan</strong>. De samenwerking tussen de<br />

‘gemeentelijke‘ stedenbouwkundige, cultuurhistoricus<br />

en landschapsarchitect en de vertegenwoordigers<br />

van de bewoners was plezierig en constructief.<br />

Er is echt naar de bewoners geluisterd.<br />

Willem Hesseling voorzitter VBB<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 22


4.2 Overig groen<br />

4.2.1 Gebiedsbeschrijving<br />

Het eerste perceel komend vanuit het stadscentrum,<br />

ligt op de hoek van de Ridder van<br />

Catsweg en de Bleulandweg. Tot begin jaren<br />

‘80 stonden daar twee villa’s die door sloop<br />

zijn verdwenen. De waarde van het gebied<br />

met zijn opgaande boombeplanting is dat<br />

mensen het beleven als overgang tussen het<br />

kleinschalige karakter van de Ridder van<br />

Catsweg en het grootschalige karakter van de<br />

gebouwen van het ziekenhuis. Het terrein is<br />

deels eigendom van de gemeente, deels van<br />

het Groene Hartziekenhuis. Het bestemmingsplan<br />

staat de bouw toe van zes nieuwe woningen.<br />

De volgende percelen liggen langs de<br />

Prinsessenflats en zijn ingericht als heemtuin<br />

met restanten van oorspronkelijke boombeplanting<br />

bij boerderijen. Dit gebied wordt als<br />

een waardevolle aanvulling beschouwd in het<br />

geheel van de <strong>Bloemendaalseweg</strong>.<br />

Het parkeerterrein van huize Bloemendaal<br />

moet worden verbeterd. De huidige inrichting<br />

verstoort de omgeving.<br />

23 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

Het landje ten zuiden van huisnr. 62 is via één<br />

simpele brug bereikbaar en heeft vooral een<br />

rol gekregen als rustig gebiedje voor de ontwikkeling<br />

van flora en fauna. Het gebiedje kan<br />

als een belangrijke stapsteen fungeren in de<br />

gewenste ecologische verbinding langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> naar het buitengebied. Er<br />

is geen bedreiging voor het gebied.<br />

Even verderop ligt langs de Azaleasingel een<br />

strook cultuurgroen die wel past bij die woonbebouwing,<br />

maar minder bij het karakter van<br />

de <strong>Bloemendaalseweg</strong>.<br />

Het eerstvolgende perceel ligt langs het<br />

Bieslookpad naar de Gaardenbuurt. Hier is een<br />

begin gemaakt met de inrichting als boomgaard<br />

wat nog geen succes is. Door de lage<br />

ligging van het terrein komen de fruitbomen<br />

nauwelijks tot ontwikkeling.<br />

De volgende percelen liggen min of meer<br />

tegenover elkaar ten zuiden van de kinderboerderij<br />

en de stalhouderij. Het oostelijke<br />

perceel is als boomgaard ingericht met daarachter<br />

gelegen een graslandje. Het westelijke<br />

perceel is een graslandje met bosplantsoen op<br />

de achtergrond. Deze percelen passen in het<br />

karakter van de <strong>Bloemendaalseweg</strong>.<br />

De bedreiging voor deze gebiedjes is het verzoek<br />

van bewoners om het graslandje achter<br />

de boomgaard bij hun tuinen te mogen betrekken.<br />

Vervolgens liggen er openbare percelen<br />

tegenover de huisnrs. 32 en 32a. Het gaat om<br />

twee graslanden met boombeplanting en wat<br />

bosplantsoen en ertussenin een smalle strook<br />

land met een begroeiing van stoven. De<br />

beplanting past bij het karakter van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>, maar zou een wat meer<br />

open uitstraling mogen hebben. De smalle<br />

strook vervult vooral een functie voor de flora<br />

en fauna.<br />

Tenslotte liggen ten zuiden van de manege<br />

twee percelen grasland die herinneren aan het<br />

vroegere agrarische beeld van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> met lange opstrekkende<br />

kavels. De bedreiging bestaat uit ontwikkelingen<br />

van de naastgelegen manege (die de<br />

graslanden in gebruik heeft) die afwijken van<br />

de inrichting en het gebruik als grasland.<br />

Het bosplantsoen op en aan de achterzijde<br />

van het perceel ten zuiden van de stalhouderij<br />

(langs het Anemoonpad) wordt tot circa 40 m<br />

vanaf de weg gerooid en vervangen door gras.<br />

De populieren ten zuiden van het trapveld<br />

tegenover huisnr. 32a worden niet vervangen.<br />

De nieuwe open rijbak op het perceel ten zuiden<br />

van de manege moet een betere plek krijgen,<br />

minder opvallend in het zicht vanaf de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>. Zo komt het open karakter<br />

van de weilanden beter tot zijn recht. Dit<br />

betekent dat de rijbak verplaatst moet worden<br />

naar het manegeterrein zelf.


4.2.2 Beleid en bescherming<br />

Het terrein tussen de Ridder van Catsweg en<br />

het ziekenhuis moet een groene, rustige zone<br />

zijn voor bezoekers van het ziekenhuis. Het<br />

moet tevens worden gebruikt als wandelroute<br />

van de Ridder van Catsweg naar het station.<br />

(was vroeger ook aanwezig over het terrein<br />

van één van de villa’s en werd druk gebruikt).<br />

Bij de inrichting dient rekening te worden<br />

gehouden met aanwezige boombeplanting en<br />

de oorspronkelijke verkaveling, zichtbaar in de<br />

restanten van voormalige opstrekkende sloten.<br />

Het gebied van het heempad kan in<br />

dezelfde geest in de toekomst worden<br />

beheerd en zonodig verder worden ontwikkeld.<br />

Mogelijk is het landje, gelegen tegenover<br />

de noordelijke hoek van de Prinses Louiseflat<br />

en bereikbaar vanaf de <strong>Bloemendaalseweg</strong>,<br />

een geschikte locatie om nieuwe "oude"<br />

fruitrassen aan te planten.<br />

Voor het parkeerterrein ten noorden van Huize<br />

Bloemendaal is een aanpassing van de inrichting<br />

gewenst waarbij meer wordt aangesloten<br />

op het groene karakter van de kavels langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>. Het landje ten zuiden van<br />

huisnr. 62 blijft via de simpele brug bereikbaar<br />

vanaf de <strong>Bloemendaalseweg</strong> en blijft vooral<br />

een rol vervullen voor flora en fauna waar<br />

mensen wel kunnen komen, maar duidelijk te<br />

gast zijn. De beplanting in de berm van de<br />

Azaleasingel wordt meer aangepast aan het<br />

karakter van de <strong>Bloemendaalseweg</strong>.<br />

Voor het terrein naast het Bieslookpad gelegen<br />

dient een duidelijke keuze gemaakt te<br />

worden ten aanzien van de toekomstige ontwikkeling,<br />

passend in het karakter van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>. Om een boomgaard<br />

groeimogelijkheden voor de toekomst te bieden,<br />

is een behoorlijke ophoging nodig gezien<br />

de lage ligging van het terrein.<br />

Bij het perceel ten zuiden van de stalhouderij<br />

(langs het Anemoonpad) moet het oorspronkelijke<br />

karakter van weiland versterkt worden.<br />

Verzoeken om het graslandje achter de boomgaard<br />

ten zuiden van de kinderboerderij uit te<br />

geven, worden niet gehonoreerd.<br />

Vervolgens liggen er openbare percelen tegenover<br />

de huisnrs. 32 en 32a. De inrichting en<br />

het huidige beheer worden in grote lijn voortgezet.<br />

Het perceel tegenover huisnr. 32a func-<br />

tioneert bovendien als trapveld en is daartoe<br />

ook ingericht.De inrichting is bewust terughoudend<br />

gekozen, zonder hekwerken en ballenvangers<br />

vanwege de passendheid in het<br />

karakter van de <strong>Bloemendaalseweg</strong>. Deze lijn<br />

wordt ook in de toekomst doorgezet en kan<br />

indien nodig voor andere percelen als uitgangspunt<br />

dienen. Als de populieren aan de<br />

zuidkant van dit veld aan vervanging toe zijn,<br />

worden deze niet vervangen om ook dit<br />

gebied een meer open karakter te geven.<br />

De openheid en het karakter van de twee percelen<br />

weiland ten zuiden van de manege dienen<br />

te worden behouden.<br />

4.2.3 Maatregelen<br />

Aansluitend op de bouw van het Groene<br />

Hart Ziekenhuis kan er op het terrein tussen<br />

de Ridder van Catsweg en het ziekenhuis tijdelijk<br />

een eenvoudige wandelroute worden<br />

aangelegd.<br />

Om het aanzicht van het parkeerterrein ten<br />

noorden van Huize Bloemendaal te verbeteren<br />

kan ander verhardingsmateriaal (grind, grastegels)<br />

worden aangelegd. Zo ontstaat meer<br />

verweving van beplanting en verharding. Het<br />

eerste initiatief hiertoe moet van huize<br />

Bloemendaal komen.<br />

Op het perceeltje voor de Prinses Louiseflat<br />

kan een hoogstamboomgaard worden aangelegd.<br />

De beplanting in de berm van de Azaleasingel<br />

wordt aangepast; het bosplantsoen wordt ver-<br />

minderd en de boombeplanting wordt aangevuld<br />

met fruitbomen.<br />

Direct langs het Bieslookpad kan een sloot<br />

worden gegraven die past in de oorspronkelijke<br />

structuur. Het eilandje kan vervolgens als<br />

schraalgrasland worden beheerd.<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 24


5 Erven<br />

5.1 Gebiedsbeschrijving<br />

De erven bestaan uit een aantal onderdelen:<br />

de tuin aan de voor- en zijkant van de bebouwing,<br />

het erf aan de achterzijde van de bebouwing,<br />

boomgaarden en weilanden.<br />

Wat hieronder wordt beschreven, geldt vooral<br />

voor gebied 1 en 2 (vanaf de A12 tot de<br />

Hendrikshoeve). In gebied 3 (oude Ridder van<br />

Catsweg) betreft het vooral stadse woningen<br />

met een tuin rond de woning. Deze situatie is<br />

vergelijkbaar met andere "gewone" situaties in<br />

Gouda en wordt niet apart beschreven.<br />

De weilanden: de waarde van deze onderdelen<br />

is de herkenbaarheid van de vroegere<br />

agrarische activiteit (melkveehouderij) en de<br />

ruimte die in de huidige stedelijke omgeving<br />

wordt behouden. Een aantal weilanden is in<br />

beheer bij "Ouders Vrucht" (onderdeel van<br />

Gemiva-SVG groep) en vervult daar een agrarische<br />

functie. De onbebouwde weilanden aan<br />

het einde van de <strong>Bloemendaalseweg</strong> zijn<br />

beeldbepalend. Vanaf dit punt wordt de omgeving<br />

steeds landelijker (gebied ten noorden<br />

van de A12).<br />

25 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

Oorspronkelijk kenden de weilanden een<br />

beeld van grassen met kruiden. Het gras werd<br />

kort gehouden door het vee of het werd tot<br />

hooi verwerkt in twee of drie maaigangen.<br />

Later gingen de boeren over tot toepassing<br />

van kunstmest en het inzaaien van een<br />

beperkte samenstelling van grassoorten (vaak<br />

één grassoort). Bovendien werd het maaien<br />

geïntensiveerd. De huidige bedreiging is dat<br />

de weilanden een andere inrichting krijgen<br />

door ander gebruik waarbij de openheid en<br />

het oorspronkelijke karakter verloren gaan.<br />

De boomgaarden: Bij zowel particuliere als<br />

openbare erven zijn boomgaarden. Ze zijn<br />

meestal niet al te groot omdat ze voor eigen<br />

gebruik en voor de bijhandel zijn aangeplant.<br />

De boomgaarden liggen doorgaans naast de<br />

boerderijen. Het betreft veelal ouderwetse<br />

hoogstamboomgaarden met oude fruitrassen.<br />

Hoogstamboomgaarden zijn in de commerciële<br />

fruitteelt volledig verdwenen. Bovendien<br />

bieden de bomen met hun bloesems een bijzondere<br />

waarde voor insecten waaronder de<br />

bijen (bijentuin bij de kinderboerderij). Een<br />

bedreiging is de slechte gezondheid van een<br />

aantal fruitbomen, het intensieve specialistische<br />

onderhoud en de natte bodem.<br />

De tuin/het erf aan de achterzijde van de<br />

bebouwing: dit gedeelte van het erf ligt het<br />

minst in het zicht vanaf de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> en is van oorsprong ook<br />

altijd het meest rommelige gedeelte geweest.<br />

Dit geldt ook voor de beplanting, die deels<br />

bewust werd aangeplant maar ook op overhoekjes<br />

e.d. vanzelf kon ontstaan. Deze overhoekjes<br />

hebben vooral een natuurwaarde<br />

zowel door het extensieve beheer als de voorkomende<br />

beplanting die aantrekkelijk is voor<br />

insecten, vogels, kleine zoogdieren en ringslangen.<br />

De bedreiging is vooral dat dit deel<br />

van het erf door een andere functie netjes<br />

wordt ingericht en onderhouden. De kleine<br />

voor- en zijtuinen versterken deze bedreiging.<br />

De tuin aan de voor- en zijkant van de bebouwing:<br />

oorspronkelijk lag de nutstuin (groenten,<br />

aardbeien, fruit in struikvorm en kruiden) aan<br />

de zijkant en de siertuin aan de voorkant van<br />

de bebouwing. Tegenwoordig is er vrijwel<br />

alleen nog een siertuin te vinden die vaak het<br />

oorspronkelijke karakter van boerentuin heeft<br />

verloren. Daarnaast zijn deze tuinen veelal<br />

klein van formaat in verhouding tot de voortuinen<br />

die in andere delen van het land bij de<br />

boerderij te vinden zijn. In een aantal tuinen<br />

zijn nog leibomen (vaak lindes) terug te vinden<br />

die voor de gevel van de boerderij staan. Deze<br />

bomen dienden veelal om de zon uit het huis<br />

te houden in de zomerperiode. Het verhardingsmateriaal<br />

was vaak grind. De waarde is<br />

een historische opbouw van het boerenerf.<br />

De bedreiging is de veranderde functie waardoor<br />

wensen op het gebied van comfort en<br />

nieuwe modes de overhand krijgen. Zo is de<br />

verleiding groot om te kiezen voor andere vormen<br />

van zonwering in plaats van de onderhoudsintensieve<br />

leibomen voor de gevel.


5.2 Beleid en bescherming<br />

In het algemeen geldt dat voor alle bomen<br />

een kapvergunning noodzakelijk is om een<br />

boom te kunnen omzagen of verplanten. Voor<br />

monumentale bomen wordt slechts bij hoge<br />

uitzondering een kapvergunning verleend.<br />

De weilanden: uitgangspunt is dat deze weilanden<br />

blijven. Wel zou het beheer kunnen<br />

verschuiven van frequent gemaaid of<br />

begraasd gras naar extensief agrarisch beheer<br />

waardoor meer variatie in de begroeiing van<br />

grassen en kruiden ontstaat. Lijnvormige<br />

beplanting van knotbomen of stoven langs de<br />

slootkanten is eveneens een waardevolle toevoeging.<br />

Op een aantal plaatsen moet de<br />

begroeiing juist worden verminderd omdat het<br />

open karakter te erg wordt aangetast. Dat<br />

belemmert het zicht op de watergangen.<br />

Langs de achterzijde van de percelen is een<br />

wat dichter karakter geen probleem omdat die<br />

de soms lelijke nieuwbouw aan het zicht onttrekt.<br />

Bij "Ouders Vrucht" circuleert het idee van een<br />

stadsboerderij. Een stadsboerderij wordt<br />

gekenmerkt door: profileren en integreren van<br />

de functies openbaar groen, recreatie, ecologische<br />

waarde en agrarische voedselproduktie.<br />

De boomgaarden: uitgangspunt is het behoud<br />

van de hoogstamboomgaarden. Moeten fruitbomen<br />

worden vervangen dan bij voorkeur<br />

door Oudhollandse rassen van verschillende<br />

variëteiten. De tuin/het erf aan de achterzijde<br />

van de bebouwing: aan dit gedeelte worden<br />

de minste eisen gesteld. Hier moeten de huidige<br />

bewoners de ruimte hebben om hun<br />

eigen gang te gaan waarbij verlies aan natuurwaarde<br />

wordt geaccepteerd.<br />

De tuin aan de voor- en zijkant van de<br />

bebouwing: uitgangspunt is kenmerkende<br />

elementen te behouden of terug te brengen<br />

bij de herinrichting van een erf. Leibomen<br />

voor de gevel, grind als verhardingsmateriaal,<br />

verwijderen van ceders en andere coniferen<br />

en het terugbrengen van loofbomen.<br />

Aangezien de inrichting van de nuts- en siertuin<br />

vroeger ook aan verschillende stijlen<br />

onderhevig is geweest, is het ongewenst een<br />

bepaalde inrichting dwingend voor te schrijven.<br />

Wel is een aanbeveling te doen voor het<br />

gebruik van bepaalde soorten heesters (zie bijlage).<br />

5.3 Maatregelen<br />

Voor de weilanden is het behoud geregeld via<br />

het bestemmingsplan.<br />

De gemeente biedt de eigenaren/beheerders<br />

van boomgaarden een cursus aan over het<br />

beheer van hoogstamfruitbomen.<br />

Bij bewoners moet erop worden aangedrongen<br />

terughoudend om te gaan met bomen of<br />

stoven langs de weilanden. Op een aantal<br />

plaatsen moeten bomen worden gerooid.<br />

Voor de tuinen rond de voormalige boerderijen<br />

wordt de huidige bewoners geadviseerd<br />

gebruik te maken van het rapport<br />

‘Beheer en herinrichting van boerenerven’ van<br />

Landschapsbeheer Nederland. In dit rapport<br />

wordt een bepaalde inrichting en het gebruik<br />

van specifieke soorten planten en bomen aanbevolen.<br />

Het rapport wordt éénmalig verspreid<br />

met één exemplaar per boerderij. In<br />

een begeleidend schrijven kunnen het nut en<br />

de noodzaak worden aangegeven, waarbij<br />

direct de relatie gelegd kan worden met dit<br />

beheerplan.De VBB wil ook een rol spelen bij<br />

het enthousiasmeren van de bewoners om<br />

genoemde uitgangspunten te hanteren.<br />

Daarbij kan samen met de gemeente onderzocht<br />

worden welke subsidiemogelijkheden er<br />

bestaan op dit gebied.<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 26


6 Water, walkanten,<br />

bruggen en loswallen<br />

Algemeen:<br />

Aan weerszijden van de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

lagen eeuwenlang boerderijen, daglonershuisjes<br />

en een enkele burgermanswoning. De<br />

erven konden worden bereikt via draaibruggen<br />

en ophaalbruggen. Het water aan weerszijden<br />

van de weg werd druk bevaren. Producten<br />

werden met schouwen naar Gouda gebracht.<br />

Ook voor het vervoer van hooi naar de boerderij<br />

gebruikte men schouwen. Maar de belangrijkste<br />

functie van de sloten was het afvoeren<br />

van overtollig water en het voldoende droog<br />

houden van de gronden. Langs de weg is in<br />

het slotenpatroon nog de oorspronkelijke<br />

kavelstructuur herkenbaar. Alle kavels die bij<br />

de ontginning een breedte kregen van circa 30<br />

roeden (circa 110 meter)(, zijn in de loop der<br />

eeuwen opgesplitst in smallere eenheden. Op<br />

sommige plaatsen is aan de breedte van de<br />

sloten de respectabele ouderdom van de ont-<br />

ginning afleesbaar. De sloten zijn op deze<br />

plaatsen door het langdurige uitbaggeren<br />

relatief breed geworden. De bagger werd,<br />

veelal vermengd met mest, gebruikt voor<br />

grondverbetering. Op veel plaatsen langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> en de Ridder van<br />

Catsweg zijn nog slechts de aanzetten van de<br />

ontginningssloten te zien.<br />

27 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

6.1 Water<br />

6.1.1 Gebiedsbeschrijving<br />

Het water vormt een beeldbepalend onderdeel<br />

van de <strong>Bloemendaalseweg</strong> en directe<br />

omgeving. Allereerst liggen de beide hoofdwatergangen<br />

aan weerszijden van de weg.<br />

Deze watergangen hebben vroeger doorgelopen<br />

tot in het stedelijk gebied en waren over<br />

de gehele lengte bevaarbaar. Ze dienden voor<br />

vervoer over water van groenten, fruit, kaas<br />

en zuivelproducten van de boerderijen naar de<br />

stad en naar de voormalige veiling langs de<br />

Breevaart. Omdat deze functie verdween was<br />

het niet langer noodzakelijk om de bruggen in<br />

stand te houden. Dit leidde tot het gedeeltelijk<br />

dempen van de hoofdwatergangen, vooral<br />

daar waar de <strong>Bloemendaalseweg</strong> kruist met<br />

andere wegen. Het ensemble van de weg<br />

met watergangen is daardoor niet meer zo<br />

herkenbaar.<br />

Door verdwijnen van bruggen of vervanging<br />

van bruggen door een goedkopere dam met<br />

duiker wordt het oorspronkelijke karakter nog<br />

verder aangetast. Haaks op de hoofdwatergangen<br />

staan de zijsloten. In de onderlinge<br />

afstand tussen de zijsloten is geen strakke<br />

maat meer.te herkennen. Wel vormt de<br />

bebouwing van huize Bloemendaal, de scholen<br />

en de Azaleasingel een duidelijke onderbreking<br />

in de aanwezige ritmiek van de sloten.<br />

De waarde van deze zijsloten is de herkenbaarheid<br />

van de vroegere verkaveling. De<br />

bedreiging is dat zijsloten worden gedempt als<br />

de functie niet meer duidelijk is.<br />

Met het aanbrengen van stuwen in de watergangen<br />

langs de <strong>Bloemendaalseweg</strong> ter hoogte<br />

van de A12 is een scheiding in het<br />

waterpeil aangebracht tussen stedelijk en landelijk<br />

gebied. Sinds die tijd wordt het eigenlijke<br />

polderpeil (2.20 – N.A.P.) aangehouden in<br />

het stedelijk gebied. Vóór die tijd is jarenlang<br />

een wat lager peil aangehouden. Het hoge<br />

waterpeil heeft aanzienlijke schade aangericht<br />

aan de boombeplanting.<br />

6.1.2 Beleid en bescherming<br />

Om het doorgaande karakter van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> te versterken, is het<br />

gewenst de watergangen zoveel mogelijk<br />

door te trekken tot aan de kruisende wegen.<br />

Dit is aan de orde bij de kruising met de<br />

Büchnerweg, de Burgemeester van<br />

Reenensingel en de Hugo de Vrieslaan.<br />

Om verschillende redenen is op een aantal<br />

plaatsen de weg verbreed ten koste van de<br />

naastgelegen watergang; dit speelt tegenover<br />

huisnr 36, 43c en 43a. Deze verbredingen<br />

moeten worden terug gebracht tot het normale<br />

wegprofiel ter plekke.<br />

Uitgangspunt is, de zijsloten of de restanten<br />

daarvan in stand te houden. Het streven is<br />

ook om zijsloten die verloren zijn gegaan,<br />

terug te brengen.<br />

In het huidige polderpeil en de handhaving<br />

daarvan komt geen verandering. Over begroeiing<br />

in het water worden in 2003 in overleg<br />

tussen waterbeheerder Wilck en Wiericke en<br />

gemeente Gouda afspraken gemaakt.<br />

6.1.3 Maatregelen<br />

De gemeente onderzoekt of het technisch<br />

mogelijk is om de duikers onder de<br />

Büchnerweg, de Burgemeester van<br />

Reenensingel, de Hugo de Vrieslaan en de<br />

Groenhovenweg te verkorten. Dit zou het


mogelijk maken om de hoofdwatergangen<br />

langs de <strong>Bloemendaalseweg</strong> door te trekken.<br />

Het onderzoek moet duidelijk maken wat deze<br />

ingreep gaat kosten.<br />

Bij de percelen ten zuiden van de manege is<br />

de sloot tussen de twee weilanden over enkele<br />

tientallen meters gedempt. Dit gedeelte<br />

moet weer open worden gegraven.<br />

6.2 Walkanten<br />

6.2.1 Gebiedsbeschrijving<br />

Oorspronkelijk zal in beperkte mate beschoeiing<br />

langs de walkanten aanwezig zijn<br />

geweest. Waarschijnlijk werd, gezien de<br />

beperkte maat van de voortuinen,.slechts<br />

direct rond het voorhuis van de boerderij<br />

enige vorm van oeverbescherming toegepast.<br />

Door de veranderingen in de landbouw en in<br />

het verkeer waardoor meer en vooral zwaarder<br />

verkeer, over de <strong>Bloemendaalseweg</strong> ging<br />

rijden, is beschoeiing langs de weg aange-<br />

bracht. Waarschijnlijk is ook door een veranderde<br />

functie van de bebouwing en onder<br />

invloed van de techniek meer beschoeiing<br />

rond de boerderijen ontstaan. De eerste vormen<br />

van beschoeiing bestonden waarschijnlijk<br />

uit de toepassing van takkenbossen of<br />

gevlochten takken in de oever. Ook boden de<br />

wortels van bomen zoals elzen en essen een<br />

vorm van oeverbescherming maar dan werden<br />

deze bomen wel beheerd als stoven<br />

(betekent om de paar jaar terug zetten tot kort<br />

boven de grond).<br />

Deze oorspronkelijke vormen van oeverbeschoeiing<br />

bieden vestigings- en schuilplaatsen<br />

voor flora en fauna. Op één plek is onlangs de<br />

oeverbeschoeiing op deze traditionele manier<br />

vervangen, dat wil zeggen met een vlechtwerk<br />

van wilgentenen. Deze levende vorm<br />

van oeverbescherming is karakteristiek voor<br />

de Goudse regio. Later werd de oeverbeschoeiing<br />

vorm gegeven in hardhout of beton.<br />

Dan ontstaat een harde overgang van water<br />

naar land zonder mogelijkheden voor flora en<br />

fauna. Deze harde beschoeiingen zijn makkelijker<br />

in onderhoud dan de meer natuurlijke vormen.<br />

De bedreiging is dan ook dat bij vervanging<br />

gekozen wordt voor een harde beschoeiing.<br />

6.2.2 Beleid en bescherming<br />

In het algemeen geldt als uitgangspunt dat in<br />

Gouda zoveel mogelijk natuurvriendelijke<br />

oevers worden behouden of aangelegd. In het<br />

waterplan Gouda staat: "… de hoofdverbindingen<br />

langs de <strong>Bloemendaalseweg</strong>,<br />

Voorwillenseweg en Achterwillenseweg worden<br />

niet overal natuurvriendelijk ingericht.<br />

Enerzijds is weinig ruimte aanwezig (aan de<br />

wegzijde); anderzijds herbergen deze wegen<br />

cultuurhistorische waarden door de aanwezigheid<br />

van oorspronkelijke bebouwing. De<br />

beschoeide oevers aan de zijde van de oude<br />

boerderijen worden behouden om het oorspronkelijke<br />

beeld van de lintbebouwing in<br />

stand te houden. Natuurvriendelijke oevers<br />

kunnen alleen worden aangelegd op de kopse<br />

kanten van weilanden, langs percelen met<br />

niet-kenmerkende woningen en waar kleine<br />

stukjes openbaar groen aanwezig zijn."<br />

Onder een natuurvriendelijke oever wordt verstaan:<br />

een oever met een flauw talud, een<br />

oever met een plasberm of een oever<br />

met een drasberm. De beschoeiing van<br />

de bermen langs de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

wordt in hout vorm gegeven. Het gedeelte<br />

onder water kan bijvoorbeeld uit douglas<br />

bestaan, een zachte houtsoort. Het gedeelte<br />

op de overgang van water en lucht moet van<br />

hardhoutsoort zijn (FSC gecertificeerd). De<br />

hoogte van de beschoeiing komt maximaal 18<br />

cm boven het polderpeil. Eenzelfde vorm van<br />

beschoeiing kan aan de overzijde van de<br />

watergang langs de <strong>Bloemendaalseweg</strong> worden<br />

toegepast waar dat nodig is, dus met<br />

name bij de boerderijen. Waar voldoende<br />

ruimte is, kan voor een onderwaterbeschoeiing<br />

worden gekozen. Deze kan geheel uit een<br />

zachte houtsoort bestaan en de bovenkant ligt<br />

op 10 cm onder polderpeil. In het overgangsgebied<br />

achter deze beschoeiing ontstaat ruimte<br />

voor een begroeiing van moerasplanten.<br />

Ook kan er gekozen worden voor meer historische<br />

vormen van oeverbescherming, bestaande<br />

uit bijvoorbeeld gevlochten wilgenstaken.<br />

Langs de overige percelen en ook langs de zijsloten<br />

kunnen wel natuurvriendelijke oevers<br />

worden aangelegd of gehandhaafd.<br />

6.2.3 Maatregelen<br />

In het kader van het waterplan en van de ecologische<br />

structuur wordt bekeken op welke<br />

plaatsen mogelijkheden zijn voor het aanleggen<br />

van natuurvriendelijke oevers. Ook wordt<br />

bekeken waar eventueel een stukje vooroever<br />

gewenst is aan de wegzijde om voldoende<br />

stapstenen in de verbindingszone langs de<br />

weg te creëren. Dit kan vervolgens gefaseerd<br />

uitgevoerd worden.<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 28


6.3 Bruggen<br />

6.3.1 Gebiedsbeschrijving<br />

Vrijwel alle kavels zijn omringd door sloten en<br />

bereikbaar via een al dan niet authentieke<br />

brug. Tot in de twintigste eeuw werden de<br />

groenten en andere goederen van het land,<br />

per boot naar de stad en verder aangevoerd.<br />

Om het waterverkeer niet te belemmeren<br />

bevonden zich langs de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

vooral draai-, rol- en ophaalbruggen.<br />

In totaal zijn er 85 bruggen, (overblijfselen van)<br />

landhoofden en aarden toegangsdammen in<br />

het gebied. Het gaat in feite om infrastructurele<br />

archeologische objecten, behalve de dammen<br />

die van recentere datum zijn. Enkele<br />

bruggen zijn uitgevoerd in de stijl van de<br />

woningen waar ze bij horen en als zodanig<br />

waardevol. De ophaalbruggen waren door hun<br />

vorm duidelijk aanwezig in het beeld van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>. De hoge kosten van het<br />

renoveren van deze ophaalbruggen leidden<br />

zowel bij particulieren als bij de overheid vaak<br />

tot de keuze om de brug te vervangen door<br />

een goedkoper type. De draaibruggen en rolbruggen<br />

zijn niet zo prominent aanwezig in<br />

het beeld van de <strong>Bloemendaalseweg</strong> omdat<br />

ze vrijwel nooit een leuning hebben en laag<br />

over het water liggen.<br />

29 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

Een ander kenmerk zijn de vooruitgeschoven<br />

landhoofden om de noodzakelijke overspanning<br />

te verkorten. Van beide brugtypen zijn<br />

nog verscheidene exemplaren terug te vinden.<br />

Vaak zijn ze niet meer beweegbaar. De houten<br />

constructies of kippenbruggen waren hoge<br />

vaste bruggen; deze zijn inmiddels verdwenen.<br />

Er staan alleen nog restanten van de<br />

ondersteunende palen in het water.<br />

De overgebleven bruggen vormen een belangrijk<br />

aspect in de belevingswaarde van de weg.<br />

Ze versterken het landelijke karakter van het<br />

gebied. De brug naar het Bieslookpad is vroeger<br />

zo aangepast dat er vrachtverkeer overheen<br />

kon rijden om de witlofkwekerij te bereiken.<br />

Die brug ligt er nog steeds maar de functie<br />

is inmiddels veranderd; er hoeft slechts<br />

langzaam verkeer overheen met de mogelijkheid<br />

voor een personenauto om het particuliere<br />

perceel te bereiken.<br />

In de jaren ‘70 zijn bij de bouw van beide wijken<br />

aan weerszijden nieuwe bruggen aange-<br />

legd om fiets- en voetpaden aan te sluiten op<br />

de <strong>Bloemendaalseweg</strong>. In verband met de veiligheid<br />

is een brugtype gekozen met leuningen,<br />

een standaardtype voor Gouda dat niet<br />

aansluit bij het specifieke karakter van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>. De brug is wel duidelijk<br />

aanwezig in het beeld van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> maar voegt een type toe<br />

dat geen verwantschap heeft met de van<br />

oudsher aanwezige brugtypes.<br />

6.3.2 Beleid en bescherming<br />

Langs de Ridder van Catsweg is onlangs door<br />

een particuliere eigenaar een ophaalbrug<br />

gerenoveerd. Op openbaar terrein zijn er nog<br />

restanten van twee ophaalbruggen, tussen de<br />

huisnummers <strong>Bloemendaalseweg</strong> 83 en 89<br />

(naar de v.m. joodse begraafplaats) en bij de<br />

Azaleasingel. Tot in de jaren ‘80 heeft er ook<br />

nog een ophaalbrug gelegen naar één van de<br />

gesloopte panden langs de Ridder van<br />

Catsweg die een rol vervulde in de looproute<br />

langs het ziekenhuis richting station. De<br />

gemeente wil minimaal twee van deze bruggen<br />

terugbrengen omdat die een belangrijke<br />

bijdrage leveren aan het karakter van het<br />

gebied. Draai- en rolbruggen die nog functioneel<br />

zijn, worden gehandhaafd. De verdwenen<br />

kippenbruggen worden niet terug gebracht.<br />

Waar mogelijk worden dammen vervangen<br />

door bruggen zowel voor het beeld van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> als voor de doorstroming<br />

van het water.<br />

De brug naar het Bieslookpad wordt onderzocht<br />

op de mogelijkheid voor aanpassing.<br />

De bruggen uit de periode 1970 zijn aan vervanging<br />

toe. Dat biedt de mogelijkheid om<br />

een nieuw type brug te kiezen dat beter aansluit<br />

bij de rest. Daarbij wordt aan de volgende<br />

aspecten aandacht geschonken:


Het gebruik van landhoofden en de hoogteligging<br />

van deze landhoofden; oude landhoofden<br />

meestal in beton vormgegeven, nieuwe landhoofden<br />

in hout vorm te geven. Landhoofden<br />

waarvan de bijbehorende bruggen verdwenen<br />

zijn, blijven liggen.<br />

Het gebruik van leuningen; bij particuliere<br />

bruggen bij voorkeur geen leuningen. Als bij<br />

een particuliere voetgangersbrug voor de veiligheid<br />

leuningen gewenst zijn, dan een licht<br />

vormgegeven leuning. Bij openbare bruggen<br />

in verband met veiligheid een licht vormgegeven<br />

leuning.<br />

Materiaal van het brugdek; De openbare voetgangers-<br />

en fietsbruggen krijgen een getoogde<br />

vorm ( een licht gebogen brugdek) van<br />

zwart staal, met een brugdek van kunststof<br />

afgestrooid met een zwarte splitlaag en stalen<br />

leuningen, kleur zwart. De dikkere bovenregel<br />

van de leuning wordt in RVS of in de kleur<br />

lichtgrijs uitgevoerd. Een prototype wordt<br />

vastgelegd op de tekening van de brug tussen<br />

de <strong>Bloemendaalseweg</strong> en de van der<br />

Duyn van Maasdamstraat, tekening nr. 03291-<br />

01- 01 van Haasnoot Bruggenbouw.<br />

6.3.3 Maatregelen<br />

Twee ophaalbruggen langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> worden in oude luister<br />

gerestaureerd, zonder dat ze beweegbaar<br />

worden gemaakt. De brug ter hoogte van de<br />

Azaleasingel heeft daarbij de hoogste prioriteit.<br />

De keuze van de tweede brug in een latere<br />

fase wordt aangegeven.<br />

De restanten van de kippenbruggen worden<br />

verwijderd. Wel kan nader onderzocht worden<br />

wat de mogelijkheden zijn om één kippenbrug<br />

terug te brengen in het gebied.<br />

De dam naar de Mercatorsingel vanaf de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> wordt vervangen door<br />

een brug. Hier wordt getracht het water<br />

zoveel mogelijk haar oorspronkelijke loop<br />

terug te geven.<br />

Er zijn enkele bruggen opgenomen als monu-<br />

ment; daardoor wordt subsidieverlening bij<br />

renovatie mogelijk. De betreffende eigenaren<br />

zullen op de mogelijkheden worden gewezen.<br />

De brug naar de Van Duin van Maasdamstraat<br />

wordt vervangen. Of er een mogelijkheid is<br />

om de betonbrug naar het Bieslookpad beter<br />

aan te passen aan het huidige gebruik, wordt<br />

onderzocht.<br />

De (plantsoen)bruggen uit de periode 1970<br />

worden vervangen door bruggen met een<br />

meer passend karakter.<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 30


7 Verkeer, wegen, borden<br />

en openbare verlichting<br />

7.1 Gebiedsbeschrijving<br />

Vanuit verkeersoogpunt heeft de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> een waardevolle functie.<br />

Naast een hoofdnetwerk heeft langzaam verkeer<br />

ook behoefte aan een fijnmazig netwerk<br />

van korte verbindende routes. De<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> is een aanknopingspunt<br />

voor legio doorgaande en verbindende fietsen<br />

voetgangersroutes. Met name voetgangers<br />

hebben behoefte aan de korte, directe routes<br />

die in hoge mate aanwezig zijn in het gebied.<br />

Onnodig gemotoriseerd verkeer wordt<br />

geweerd, alleen bestemmingsverkeer mag<br />

gebruik maken van de route. Dit beperkt de<br />

hoeveelheid gemotoriseerd verkeer hetgeen<br />

de verblijfsfunctie en de leefbaarheid van het<br />

gebied ten goede komt.<br />

Een aantal aspecten vormt een bedreiging<br />

voor het beeld en het functioneren van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>:<br />

Parkeeroverlast<br />

Parkeren op eigen terrein is toegestaan. Bij de<br />

meeste panden is het mogelijk de auto op<br />

eigen erf te parkeren. Waar dit niet mogelijk<br />

is, kan de auto op enkele plaatsen op de weg<br />

worden geparkeerd. De groei van het autobezit<br />

leidt ertoe dat steeds meer auto’s op de rijbaan<br />

geparkeerd worden. Dit verstoort het<br />

beeld van een doorgaande landelijke weg.<br />

Tevens vormen deze auto’s een obstakel voor<br />

het doorgaande fietsverkeer wat de verkeersveiligheid<br />

niet ten goede komt.<br />

Negeren verboden<br />

De route mag niet gebruikt worden door<br />

31 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

gemotoriseerd verkeer dat geen bestemming<br />

heeft aan de route. Ook bromfietsers mogen<br />

niet op de <strong>Bloemendaalseweg</strong> rijden. Deze verboden<br />

worden steeds vaker overtreden hetgeen<br />

een negatieve invloed heeft op de verkeersveiligheid<br />

en leefbaarheid van het gebied.<br />

Handhaving blijft uit.<br />

Verkeersbordenwoud<br />

In de meeste gevallen worden weggebruikers<br />

geattendeerd op verkeersregels door verkeersborden.<br />

De geslotenverklaring voor motorvoertuigen, de<br />

aanduiding voor toeristisch fietspad, verblijfsgebied<br />

en de voorrangssituaties op de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> zijn via verkeersborden aangeduid.<br />

Wanneer alle benodigde borden<br />

geplaatst zouden worden, met name de voorrangsborden<br />

voor de hoofdfietsroute, zou een<br />

bordenwoud ontstaan. Dit wordt verergerd door<br />

borden op flespalen te plaatsen terwijl ze misschien<br />

aan een lichtmast bevestigd zouden kunnen<br />

worden.<br />

Verlies uniformiteit<br />

Vanuit de wegcategorisering wordt geredeneerd<br />

dat er zoveel mogelijk uniformiteit moet zijn tussen<br />

wegen van gelijke orde. Een aantal inrichtingskenmerken<br />

is hiervoor geformuleerd, zoals<br />

het verschil in fietsvoorzieningen tussen stadsontsluitingswegen<br />

en interwijkverbindingen<br />

(fysiek gescheiden fietspad versus fietsstrook).<br />

Ook verharding en de vormgeving van aansluitingen<br />

zijn bepalend voor het straatbeeld. De<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> kent een afwijkende<br />

inrichting en ander karakter ten opzichte van<br />

andere straten in het verblijfsgebied en is dus<br />

niet uniform ingericht. De voorrang op de route<br />

moet geregeld worden, maar het soort aansluiting<br />

(meestal bruggetjes) maken het onmogelijk<br />

om een inritconstructie te realiseren. Om het<br />

bordenwoud te beperken, moet worden<br />

gezocht naar een inrichting die lijkt op een inrit,<br />

maar die past binnen het karakteristieke beeld<br />

van de weg.<br />

Kruising Burgemeester van Reenensingel<br />

Op één punt kruist de hoofdfietsroute een<br />

stadsontsluitingsweg waar het fietsverkeer<br />

ondergeschikt is aan het gemotoriseerde verkeer.<br />

Ter beveiliging en verbetering van de<br />

oversteekbaarheid is een verkeerslicht<br />

geplaatst dat op aanvraag groen geeft voor het<br />

fietsverkeer. Maar de wachttijden zijn vaak veel<br />

te lang.<br />

7.2 Beleid en bescherming<br />

De <strong>Bloemendaalseweg</strong> en het zuidelijk deel<br />

van de Ridder van Catsweg behoren tot het<br />

verblijfsgebied.<br />

Het langzaam verkeer heeft hier de hoogste<br />

prioriteit, het gemotoriseerde verkeer is te<br />

gast. In zijn algemeenheid geldt dat straten<br />

worden ingericht als 30 km/uur-straat of erf<br />

zodat de verblijfsfunctie duidelijk uit het wegbeeld<br />

op te maken is en de weggebruiker<br />

weet welk verkeersgedrag verwacht wordt.<br />

Het wegbeeld van de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

geeft de weggebruiker voldoende indicatie<br />

voor het gewenste verkeersgedrag door de<br />

beperkte wegbreedte, beperkte rechtstanden,


het groen en water langs de weg en de vele<br />

erfaansluitingen.<br />

Uit het wegbeeld moet duidelijk de verblijfsfunctie<br />

van de weg blijken en de inrichting zal<br />

zoveel mogelijk uniform moeten zijn aan andere<br />

verblijfsgebieden in Gouda. Open verhardingsmateriaal<br />

wordt in andere verblijfsgebieden<br />

toegepast om het verblijfskarakter te benadrukken.<br />

Vanuit de uniformiteit zou dit verhardingsmateriaal<br />

ook wenselijk zijn voor de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>. Hoewel klinkers vanuit<br />

verkeerstechnische overwegingen de voorkeur<br />

verdienen, wordt in dit beheerplan voorgesteld<br />

het bestaande asfalt te handhaven. Andere polderwegen<br />

in Gouda zijn ook geasfalteerd.<br />

Klinkers geven een heel technisch beeld door<br />

de onvermijdelijke constructies met zware<br />

betonbanden. Ingewikkelde oplossingen voor<br />

in- en uitritten en de vele kleine slingers in de<br />

weg versterken dat beeld. Asfalt daarentegen<br />

geeft een passender aangezicht. Bovendien<br />

zijn klinkers voor fietsers minder comfortabel<br />

dan asfalt. Dit is voor een hoofdfietsroute waar<br />

veel fietsers gebruik van maken zeker van<br />

belang. Qua fundering en beheertechniek zijn<br />

klinkers ook ongewenst: Ze zouden op de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> niet goed op hun plek blijven<br />

liggen. Het gevolg zou zijn: vele oneffenheden<br />

en spleten met bijkomende herstelkosten.<br />

In het beleidsplan voor fietsverkeer “Gouda<br />

Fietst Door!” (1999) is de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

aangewezen als hoofdfietsroute. De route geldt<br />

als een veel gebruikte utilitaire en recreatieve<br />

fietsroute voor Gouda en de regio. De route is<br />

verboden voor bromfietsers.<br />

Doorstroming van het fietsverkeer door het<br />

beperken van de wachttijden is van belang op<br />

een hoofdfietsroute. Voor deze routes geldt<br />

dat het fietsverkeer voorrang krijgt op het verkeer<br />

op alle kruisende wegen en/of paden,<br />

met uitzondering van kruisingen met stadsontsluitingswegen.<br />

De voorrang dient duidelijk<br />

vorm gegeven te worden met de juiste wegmarkering<br />

en borden al dan niet ondersteunt<br />

met visuele en fysieke maatregelen. De kruisingen<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> – Hugo de Vrieslaan<br />

en <strong>Bloemendaalseweg</strong> – Büchnerweg zijn<br />

reeds deels als zodanig ingericht.<br />

7.3 Maatregelen<br />

Gemotoriseerd verkeer moet door middel van<br />

handhaving zo veel mogelijk worden geweerd.<br />

Bij elke ingang/zijstraat van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> moet aangegeven worden<br />

welke huisnummers bedoeld worden met<br />

bestemmingen. Dit om onnodig verkeer tegen<br />

te gaan.<br />

Met geadresseerden waarvan het pand op<br />

een andere manier bereikbaar is dan via de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> zal overleg plaatsvinden<br />

waarin de vraag wordt gesteld de bezoekers<br />

te verzoeken de alternatieve route te<br />

gebruiken om de <strong>Bloemendaalseweg</strong> zo<br />

veel mogelijk te ontlasten. Op plaatsen<br />

waar de fietsroute een interwijkverbinding<br />

kruist, dient de verhardingskleur (en –soort)<br />

door te lopen over de interwijkverbinding. De<br />

snelheid van het verkeer op deze interwijkverbinding<br />

moet geremd worden door een drempel<br />

met duidelijke voorrangsmarkering. Ook<br />

moeten borden worden geplaatst.<br />

Parkeren moet op eigen terrein plaatsvinden.<br />

Daar waar het echt niet anders kan, zal parkeerruimte<br />

náást de rijbaan gecreëerd moeten<br />

worden waarvan de verhardingskleur afwijkt<br />

van de rijbaan. Hiervan is alleen sprake in de<br />

bocht van de Ridder van Catsweg.<br />

De erfaansluitingen dienen eenduidig vorm te<br />

worden gegeven waarmee duidelijk wordt<br />

gemaakt dat het verkeer op de route voorrang<br />

heeft op de erven. De aansluitingen moeten<br />

het uiterlijk hebben van een inritconstructie.<br />

Dit geldt ook voor de vele aansluitingen van<br />

verbindende fiets- en voetgangersverbindingen<br />

die behouden moeten blijven. Borden die<br />

noodzakelijkerwijs geplaatst moeten worden<br />

dienen zo veel mogelijk aan lichtmasten<br />

bevestigd te worden.<br />

Wegverbredingen ter hoogte van "de schaapskooi"<br />

en de ajourboerderij worden verwijderd.<br />

Waar mogelijk de plaats van een lichtmast iets<br />

aanpassen.<br />

Bij openbare verlichting staan veiligheid en<br />

voldoende licht voorop. Speciale punten van<br />

aandacht zijn de kruisingen met wegen van<br />

een hogere orde. Het type licht dat nu wordt<br />

gebruikt, voldoet goed.<br />

De verkeerslichtenregeling bij de Burg. van<br />

Reenensingel moet zo mogelijk worden aangepast<br />

ten gunste van de fietsers op de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>.<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 32


8 Archeologische<br />

waarden<br />

8.1 Gebiedsbeschrijving<br />

In archeologisch opzicht is de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> een belangrijk gebied.<br />

Maar archeologische schatten zitten in de<br />

bodem en zijn niet zichtbaar. Dat is een grote<br />

handicap bij het aangeven van het belang<br />

ervan.<br />

De <strong>Bloemendaalseweg</strong> en de huidige Ridder<br />

van Catsweg heetten vroeger samen ‘de<br />

Kleiweg’. De weg was één geheel met de huidige<br />

Spoorstraat en de nog bestaande<br />

Kleiweg binnen de singels. Deze Kleiweg is<br />

samen met de Winterdijk één van de oudste<br />

wegen uit de polder Bloemendaal. De onbe-<br />

bouwde strook langs de weg is de enige<br />

plaats waar de oude structuur van de polder<br />

bewaard is gebleven. In de rest van<br />

Bloemendaal is het oude landschap onder een<br />

dikke laag zand verdwenen.De ontginning van<br />

deze polder moet kort voor 1139 hebben<br />

33 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

plaatsgevonden. Van de bewoning door de<br />

mensen die het moerasbos omvormden tot<br />

landbouwgrond, zijn geen zichtbare resten<br />

meer. Om ons een beeld te vormen van die<br />

bewoning, is het onderzoek in de Oostpolder<br />

illustratief. Daar werd een houten boerderij<br />

opgegraven die kort na de ontginning van het<br />

gebied moet zijn gebouwd. Dergelijke boerderijen<br />

kunnen ook aan de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

gelegen hebben.Dat Bloemendaal al kort na<br />

de ontginning een welvarend gebied moet zijn<br />

geweest, kan afgeleid worden uit een aantal<br />

oorkondes. Deze wijzen op de aanwezigheid<br />

van een kleine kerk die in 1278 wordt vermeld<br />

als parochiekerk van Bloemendaal. Kort daarna,<br />

in 1280, zou de Sint Janskerk in Gouda die<br />

rol als parochiekerk overnemen. In ‘het<br />

Geheim van Bloemendaal’ heeft een aantal<br />

onderzoekers de plek van deze eerste kerk<br />

weten te traceren. In hun visie was ‘het Oude<br />

Kerkhof’ gelegen ter hoogte van<br />

het huidige Ridderpad.<br />

De plek is in 1969 verdwenen onder de<br />

bebouwing van de woonwijk Bloemendaal.<br />

Rondom de kerk zou een kleine nederzetting<br />

hebben gelegen. Hiervan kunnen nog resten<br />

worden aangetroffen onder de onbebouwde<br />

strook langs de <strong>Bloemendaalseweg</strong>.<br />

Voor de eeuwen hierna zijn weinig bronnen<br />

voorhanden, er is sprake van een onderzoekslacune.<br />

De eerste betrouwbare bronnen zijn<br />

een<br />

kaart van H. Verschoor uit 1812 en de kadastrale<br />

kaart uit 1832. Langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> liggen dan grote boerderijen.<br />

Kleine daglonerswoningen ontbreken op<br />

deze kaarten. Een aantal van de boerderijen is<br />

momenteel nog aanwezig; een ander deel is<br />

afgebroken. Hier en daar bevinden ze zich nog<br />

op de kop van onbebouwde percelen.<br />

De meeste van de boerderijen die op de kaarten<br />

van 1812 en 1832 staan, stammen uit de<br />

17e /18e eeuw. Vermoedelijk hebben deze<br />

boerderijen oudere voorgangers gehad. De<br />

afgelopen jaren is langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> een klein aantal archeologische<br />

waarnemingen gedaan die meestal te<br />

maken hebben met een vondst van stadsafval<br />

uit Gouda.<br />

De archeologische vindplaatsen zijn in bovenstaand<br />

kaartje aangegeven. Nadere bijzonderheden<br />

hierover zijn te vinden in bijlage 2.


De laatste jaren is meer informatie verzameld<br />

over het perceel, waarop de boerderij met huisnummer<br />

56-58 ligt. Het perceel blijkt opgehoogd<br />

te zijn met een bijna 1 meter dik kleipakket.<br />

Voor het huidige woongedeelte uit de 17e /<br />

18e eeuw zijn tevens muurresten in de ondergrond<br />

aangetroffen. Dit wijst op een oudere<br />

voorganger. Mogelijk zijn, meer van dergelijke<br />

oude boerderijerven te herkennen aan zo’n<br />

kleiophoging.<br />

Uit het voorgaande is duidelijk dat veel verwacht<br />

mag worden van de bebouwing onder<br />

de huidige boerderijen en op de onbebouwde<br />

koppen van de kavels. Hier kunnen funderingen<br />

van boerderijen, stallen en andere gebouwen<br />

uit verschillende perioden worden aangetroffen.<br />

Een ander object dat archeologisch gezien interessante<br />

informatie kan bevatten is de oude<br />

weg zelf. Is deze inderdaad opgebouwd uit klei<br />

(Kleiweg) en wanneer is hij precies te dateren?<br />

Dit kan duidelijk worden door archeologisch<br />

onderzoek. Hetzelfde geldt voor het Ridderpad,<br />

dat in verband wordt gebracht met het ‘Oude<br />

Kerkhof.’ Resten van waterbouwkundige werken,<br />

zoals bruggen en duikers kunnen wellicht<br />

meer inzicht geven in de waterstaatkundige<br />

ontwikkeling van Bloemendaal.<br />

Ten slotte zouden in het gebied meerdere middeleeuwse<br />

of later te dateren stortplaatsen van<br />

stadsafval aanwezig kunnen zijn. Deze kunnen<br />

ons veel leren over de materiële cultuur uit<br />

vroegere tijden of over bepaalde ambachten. In<br />

Gouda zijn vooral afvalstortplaatsen van pijpenmakers<br />

een gewild onderzoeksveld.<br />

8.2 Beleid en bescherming<br />

De verzameling van archeologische resten in<br />

de bodem wordt vaak aangeduid als ‘het bodemarchief’.<br />

In het beleid van de gemeente<br />

Gouda staat voorop dit bodemarchief ter plaatse<br />

(dat wil zeggen in de grond) te beschermen.<br />

Is dit niet mogelijk dan moet het<br />

verstoorde gebied worden onderzocht voordat<br />

de archeologische resten verloren gaan.<br />

De <strong>Bloemendaalseweg</strong> is een gebied met een<br />

hoge archeologische verwachtingswaarde.<br />

Maar nog weinig is al met zekerheid bekend.<br />

Daarom is systematisch onderzoek van de<br />

archeologische waarden in het gebied van<br />

groot belang. Bijvoorbeeld bij sloop of nieuwbouw<br />

van panden in het gebied of bij andere<br />

werkzaamheden die de bodem verstoren<br />

zoals funderingsverbetering, het leggen van<br />

kabels en leidingen, het baggeren van sloten<br />

of het graven van een vijver. Het gehele<br />

beheergebied is hiertoe op de archeologische<br />

basiskaart van de gemeente Gouda opgenomen<br />

als aangewezen (vergunningplichtig)<br />

gebied.<br />

In de nieuwe provinciale Nota Planbeoordeling<br />

2002, die handelt in de geest van het verdrag<br />

van Valletta, staat opgenomen dat de kosten<br />

van archeologisch onderzoek in gebieden met<br />

een redelijk hoge tot hoge verwachtingswaarde<br />

volgens de Cultuurhistorische<br />

Hoofdstructuur, voor rekening zijn van de verstoorder.<br />

Om vooruitlopend op eventuele verstoringen<br />

meer kennis te krijgen over de aanwezige<br />

archeologische waarden in het gebied, zou<br />

gericht onderzoek plaats moeten vinden.<br />

Booronderzoek is daartoe het aangewezen<br />

middel.<br />

8.3 Maatregelen<br />

Een aantal specifieke maatregelen is nodig om<br />

het bodemarchief in het gebied langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> te beschermen. Voor de<br />

archeologische waarden in het gebied is het<br />

bijvoorbeeld van belang een zo hoog mogelijk<br />

grondwaterpeil te handhaven. Hierdoor blijven<br />

organische resten als hout en bot in de<br />

bodem bewaard. Dit botst echter met andere<br />

belangen. Vooronderzoek kan uitwijzen op<br />

welke diepte vondsten en sporen aanwezig<br />

zijn en welke effecten een verandering van<br />

het grondwaterpeil heeft op de kwaliteit<br />

van deze archeologische resten. Het<br />

beheergebied is op de archeologische basiskaart<br />

opgenomen als vergunningplichtig<br />

gebied. Voorlichting aan bewoners over het<br />

belang van deze maatregel is gewenst.<br />

Hierdoor zal meer draagvlak voor de maatregel<br />

ontstaan.<br />

Bij gebrek aan zichtbare archeologische resten<br />

in het gebied, moet de nadruk worden gelegd<br />

op het (wel zichtbare) historische karakter van<br />

de <strong>Bloemendaalseweg</strong>. Dit historische karakter<br />

wordt versterkt, door het zichtbaar maken<br />

van de geschiedenis van de weg en het<br />

gebied. Een aantal ideeën kan nader uitgewerkt<br />

worden. Bijvoorbeeld het zichtbaar<br />

maken van de oude verkavelingstructuur, het<br />

mysterie rond het ‘Oude Kerkhof’ (verwijzing<br />

naar de kerk, of versterking van de zichtlijn<br />

Ridderpad/Kerkpad) of de plaats van de Tol<br />

(zoals bijvoorbeeld in Utrecht: bordje met<br />

toltarieven). Een deel van de fundering van<br />

het tolhuisje zou nog in de grond aanwezig<br />

kunnen zijn.<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 34


9 Uitvoering, maatregelen<br />

en financiën<br />

9.1 Samenvatting maatregelen<br />

Bebouwing<br />

In het gebied van de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

wordt voorgesteld om handhavend op te treden<br />

bij constatering van afwijkingen ten<br />

opzichte van het bestemmingsplan.<br />

De potentiële monumenten langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> (zie uitklapkaart) zullen<br />

worden beschreven en daadwerkelijk worden<br />

voorgedragen om aangewezen te worden als<br />

monument.<br />

De mogelijkheden die de Wet op de<br />

Ruimtelijke Ordening biedt om van het<br />

bestemmingsplan af te wijken, mogen alleen<br />

gebruikt worden om de cultuurhistorische<br />

betekenis te vergroten.<br />

Het is niet reëel om de thans aanwezige beeldvreemde<br />

bebouwing te vervangen of te<br />

reconstrueren in oude vormen. Deze beeldvreemde<br />

bebouwing kan blijven staan, maar<br />

het aantal mag in de toekomst niet verder toenemen.<br />

Ook is verbouwing, die de beeldvreemde<br />

uitstraling verder versterkt, uitgesloten.<br />

De welstand dient als onderdeel van de beoordeling<br />

van bouwplannen aan de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> de cultuurhistorische<br />

waarden in haar oordeelsvorming mee te laten<br />

wegen (ook als het geen monumenten of panden<br />

van Jongere Bouwkunst betreft). Bij een<br />

grote ingreep is een cultuurhistorische analyse<br />

derhalve onderdeel van het bouwplan.<br />

Bovendien wordt een inrichtingsplan van het<br />

onbebouwde deel verlangd om de landschappelijke<br />

inpassing te kunnen beoordelen. Hier<br />

35 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

van beeldbepalende elementen als boenhokken,<br />

stallen en hokken. Het is de bedoeling<br />

dat in 2004 de nieuwe Welstandsnota verschijnt.<br />

De <strong>Bloemendaalseweg</strong> kan daar als<br />

speciale zone in worden opgenomen. In zo’n<br />

speciale zone is de welstandsbeoordeling<br />

scherper dan in andere gebieden. Voor de<br />

niet-monumenten en nieuwbouw in dit gebied<br />

moeten nadere welstandscriteria worden ontwikkeld<br />

die ingaan op materiaalgebruik zoals<br />

typen baksteen, dakpannen etc. Aangezien dit<br />

beheerplan in 2003 wordt vastgesteld, zijn in<br />

bijlage 1 de bestaande welstandsrichtlijnen<br />

(beknopt) weergegeven en de richtlijnen voor<br />

nieuwbouw in dit historische gebied aangescherpt.<br />

Tot de vaststelling van de nieuwe<br />

welstandsnota zullen deze richtlijnen worden<br />

toegepast. Daarna zullen de nieuwe richtlijnen<br />

(die op bijgevoegde richtlijnen worden gebaseerd)<br />

gaan gelden.


Bomen<br />

Wat betreft de boombegroeiing direct langs<br />

de <strong>Bloemendaalseweg</strong> dient deze in stand te<br />

blijven ter plekke van de grotere bebouwing<br />

vanaf de jaren ‘70. Op andere plekken kan<br />

gestreefd worden naar het terugdringen van<br />

het aantal bomen; dit moet per locatie bekeken<br />

worden. Bij deze afweging wordt het oorspronkelijke<br />

veel opener karakter van de weg<br />

betrokken en de naastgelegen bebouwing of<br />

het naastgelegen landschap in de vorm van<br />

weilanden en boomgaarden.<br />

Het bosplantsoen op de kruisingen van de<br />

doorgaande wegen met de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> wordt over circa 40 m<br />

vanaf de weg verwijderd, zodat er bomen in<br />

gras overblijven. Deze bermen krijgen hetzelfde<br />

maaibeheer als de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

voor zover dat nog niet gebeurt.<br />

Er moet onderzoek verricht worden naar de<br />

groeiomstandigheden van de lindes aan de<br />

Ridder van Catsweg en de mogelijkheden om<br />

deze omstandigheden te verbeteren.<br />

Overig openbaar groen<br />

Ter verbetering van het aanzicht van het parkeerterrein<br />

ten noorden van Huize<br />

Bloemendaal kan gedacht worden aan ander<br />

verhardingsmateriaal (grind, grastegels) en zo<br />

mogelijk meer verweving van beplanting en<br />

verharding. Het eerste initiatief hiertoe dient<br />

van huize Bloemendaal te komen.<br />

Op het perceeltje voor de Prinses Louiseflat<br />

zou mogelijk een hoogstamboomgaard kunnen<br />

worden aangelegd.<br />

De beplanting in de berm van de Azaleasingel<br />

wordt aangepast; het bosplantsoen wordt verminderd<br />

en de boombeplanting wordt aangevuld<br />

met fruitbomen.<br />

Direct langs het Bieslookpad kan een sloot<br />

gegraven worden, die past in de<br />

oorspronkelijke structuur. Het eilandje kan<br />

vervolgens als schraalgrasland worden<br />

beheerd. Het bosplantsoen op en aan de achterzijde<br />

van het perceel ten zuiden van de stalhouderij<br />

(langs het Anemoonpad) wordt tot<br />

circa 40 m vanaf de weg gerooid en vervangen<br />

door gras.<br />

De populieren ten zuiden van het trapveld<br />

tegenover huisnr. 32a worden niet vervangen.<br />

De nieuwe open rijbak op het perceel ten zui-<br />

den van de manege moet een betere plek krijgen<br />

die minder opvallend in het zicht vanaf de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> ligt en het open karakter<br />

van de weilanden meer respecteert. Dit betekent<br />

dat deze rijbak verplaatst moet worden<br />

naar het manegeterrein zelf.<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 36


Erven<br />

Voor de weilanden is het behoud geregeld<br />

via het bestemmingsplan.<br />

De gemeente biedt de eigenaren/beheerders<br />

van boomgaarden een cursus aan over het<br />

beheer van hoogstamfruitbomen.<br />

Bij bewoners moet worden aangedrongen<br />

terughoudend om te gaan met bomen of stoven<br />

langs de weilanden en op enkele plaatsen<br />

dit aantal te verminderen. Voor de tuinen rond<br />

de voormalige boerderijen worden de huidige<br />

bewoners geadviseerd gebruik te maken van<br />

het rapport ‘Beheer en herinrichting van boerenerven’<br />

(Landschapsbeheer Nederland),<br />

waarin een bepaalde inrichting en gebruik van<br />

planten en boomsoorten worden aanbevolen.<br />

Dit rapport wordt daarvoor éénmalig verspreid<br />

met één exemplaar per boerderij. In een begeleidend<br />

schrijven kunnen het nut en de noodzaak<br />

worden aangegeven, waarbij direct de<br />

relatie gelegd kan worden met dit beheer-<br />

plan.De VBB wil ook een rol spelen bij het<br />

enthousiasmeren van de bewoners om<br />

genoemde uitgangspunten te hanteren.<br />

Daarbij kan samen met de gemeente onderzocht<br />

worden welke subsidiemogelijkheden er<br />

bestaan op dit gebied.<br />

37 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

Water<br />

Er wordt een onderzoek gedaan naar de technische<br />

mogelijkheden en kosten van het verkorten<br />

van de duikers onder de Büchnerweg, .<br />

de Burgemeester van Reenensingel, Hugo de<br />

Vrieslaan en Groenhovenweg ten gunste van<br />

het doortrekken van de hoofdwatergangen<br />

langs de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

Bij de percelen ten zuiden van de manege is<br />

de sloot tussen de twee weilanden over enkele<br />

tientallen meters gedempt. Dit gedeelte<br />

dient weer te worden open gegraven.<br />

Walkanten<br />

In het kader van het waterplan en van de ecologische<br />

structuur wordt bekeken op welke<br />

plaatsen mogelijkheden zijn voor natuurvriendelijke<br />

oevers. Ook wordt onderzocht waar<br />

eventueel een stukje vooroever gewenst is<br />

aan de wegzijde om voldoende stapstenen in<br />

de verbindingszone langs de weg te creëren.<br />

Dit kan vervolgens gefaseerd uitgevoerd worden.<br />

Bruggen<br />

Twee ophaalbruggen langs de <strong>Bloemendaalseweg</strong><br />

worden in oude luister gerestaureerd,<br />

zonder dat ze beweegbaar worden gemaakt.<br />

De brug ter hoogte van de Azaleasingel heeft<br />

daarbij de hoogste prioriteit. De keuze van de<br />

tweede brug kan in een latere fase worden<br />

aangegeven.De restanten van de kippenbruggen<br />

worden verwijderd. Wel kan nader onderzocht<br />

worden wat de mogelijkheden zijn om<br />

één kippenbrug terug te brengen in hetgebied.<br />

De dam naar de Mercatorsingel vanaf de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> wordt vervangen door<br />

een brug. Hier wordt getracht het water<br />

zoveel mogelijk haar oorspronkelijke loop<br />

terug te geven.<br />

Er zijn enkele bruggen opgenomen als monument;<br />

daardoor wordt subsidieverlening bij<br />

renovatie mogelijk. De betreffende eigenaren<br />

zullen op de mogelijkheden worden gewezen.<br />

De brug naar de Van Duin Van Maasdamstraat<br />

wordt vervangen, passend binnen de hiervoor<br />

genoemde visie over bruggen langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>.<br />

Er wordt onderzocht welke mogelijkheid er is<br />

om de betonbrug naar het Bieslookpad aan te<br />

passen naar een vormgeving die meer passend<br />

is voor het huidige gebruik en in de<br />

schaal van de <strong>Bloemendaalseweg</strong>.<br />

De (plantsoen)bruggen uit de periode 1970<br />

worden vervangen door bruggen met een<br />

meer passend karakter.<br />

Verkeer<br />

Gemotoriseerd verkeer dient door middel van<br />

handhaving zo veel mogelijk geweerd te worden.<br />

Bij elke ingang/zijstraat van de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> moet aangegeven worden<br />

welke huisnummers bedoeld worden met<br />

bestemmingen. Dit om onnodig verkeer tegen<br />

te gaan.<br />

Met geadresseerden waarvan het pand op<br />

een andere manier bereikbaar is dan via de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> zal overleg plaatsvinden<br />

waarin de vraag wordt gesteld de bezoekers<br />

te verzoeken de alternatieve route te gebruiken<br />

om de <strong>Bloemendaalseweg</strong> zo veel mogelijk<br />

te ontlasten.


Op plaatsen waar de fietsroute een interwijkverbinding<br />

kruist, dient de verhardingskleur<br />

(en –soort) door te lopen over de interwijkverbinding.<br />

De snelheid van het verkeer op deze<br />

interwijkverbinding dient fysiek geremd te<br />

worden middels een drempel, waarop duidelijke<br />

voorrangsmarkering is aangebracht in combinatie<br />

met de juiste bebording.<br />

Parkeren moet op eigen terrein plaatsvinden.<br />

Daar waar het echt niet anders kan, zal parkeerruimte<br />

náást de rijbaan gecreëerd moeten<br />

worden waarvan de verhardingskleur afwijkt<br />

van de rijbaan. Hiervan is alleen sprake in de<br />

bocht van de Ridder van Catsweg.<br />

Wegverbredingen ter hoogte van "de schaapskooi"<br />

en de ajourboerderij worden verwijderd.<br />

De erfaansluitingen dienen eenduidig vorm te<br />

worden gegeven waarmee duidelijk wordt<br />

gemaakt dat het verkeer op de route voorrang<br />

heeft op de erven.<br />

De aansluitingen moeten het uiterlijk hebben<br />

van een inritconstructie. Dit geldt ook voor de<br />

vele aansluitingen van fiets- en voetgangersverbindingen<br />

die behouden moeten blijven.<br />

Borden die noodzakelijkerwijs geplaatst moeten<br />

worden dienen zo veel mogelijk aan lichtmasten<br />

bevestigd te worden.<br />

Waar mogelijk de plaats van een lichtmast iets<br />

aanpassen.<br />

Primaat bij openbare verlichting moet natuurlijk<br />

voldoende verlichting en de veiligheid op<br />

de weg zijn en de kruisingen met wegen van<br />

hogere orden zijn hierbij aandachtspunten. Het<br />

huidige type lichtmast voldoet.<br />

De verkeerslichtenregeling bij de Burg. van<br />

Reenensingel moet zo mogelijk worden aangepast<br />

ten gunste van de fietsers op de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>.<br />

Archeologie<br />

Een aantal specifieke maatregelen is nodig om<br />

het bodemarchief in het gebied langs de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> te beschermen. Voor de<br />

archeologische waarden in het gebied is het<br />

bijvoorbeeld van belang een zo hoog mogelijk<br />

grondwaterpeil te handhaven. Hierdoor blijven<br />

organische resten als hout en bot in de<br />

bodem bewaard. Dit botst echter met andere<br />

belangen. Vooronderzoek kan uitwijzen op<br />

welke diepte vondsten en sporen aanwezig<br />

zijn en welke effecten een verandering van<br />

het grondwaterpeil heeft op de kwaliteit van<br />

deze archeologische resten. Het beheergebied<br />

is op de archeologische basiskaart opgenomen<br />

als vergunningplichtig gebied.<br />

Voorlichting aan bewoners over het belang<br />

van deze maatregel is gewenst. Hierdoor zal<br />

meer draagvlak voor de maatregel ontstaan.<br />

Bij gebrek aan zichtbare archeologische resten<br />

in het gebied, moet de nadruk worden gelegd<br />

op het (wel zichtbare) historische karakter van<br />

de <strong>Bloemendaalseweg</strong>. Dit historische karakter<br />

kan worden versterkt, door het zichtbaar<br />

maken van de geschiedenis van de weg en<br />

het gebied. Een aantal ideeën zou nader uitgewerkt<br />

kunnen worden. Gedacht kan worden<br />

aan het zichtbaar maken van de oude verkavelingstructuur,<br />

het mysterie rond het ‘Oude<br />

Kerkhof’ (verwijzing naar de kerk, of versterking<br />

van de zichtlijn Ridderpad/Kerkpad) of de<br />

plaats van de Tol (zoals bijvoorbeeld in<br />

Utrecht: bordje met toltarieven). Een deel van<br />

de fundering van het tolhuisje zou nog in de<br />

grond aanwezig kunnen zijn<br />

9.2 Financiën<br />

De in de vorige paragraaf genoemde maatregelen<br />

kosten geld. De uitvoering vergt nog<br />

enige voorbereiding, waarna een gedetailleerde<br />

begroting gemaakt kan worden van de kosten.<br />

Volgens een voorlopige, grove raming<br />

gaat het om ongeveer 220.000,--. euro.<br />

Bij de project programmering van de gemeente<br />

is een vraag in gediend om geld te reserveren,<br />

maar ook subsidiemogelijkheden moeten<br />

onderzocht worden. Ook de VBB moet hierin<br />

creatief meedenken.<br />

9.3 Uitvoering<br />

De uitvoering van de genoemde maatregelen<br />

moet in nauw overleg met de vereniging en<br />

de bewoners plaatsvinden. In de praktijk zal<br />

blijken dat sommige maatregelen niet uitvoerbaar<br />

zijn. Aan de andere kant kunnen er door<br />

voortschrijdend inzicht nieuwe ideeën ontstaan,<br />

waarvan de uitvoering uitstekend past<br />

binnen de uitgangspunten van het beheerplan.<br />

Enkele onderdelen worden al snel opgepakt,<br />

omdat die gecombineerd worden met projecten,<br />

die al gepland waren. Zoals bijvoorbeeld<br />

de brug bij het Mercatorpad en de kruising<br />

met de Van Reenensingel.<br />

Het is de bedoeling dat aansluitend op dit<br />

beheerplan een samenwerkingsconvenant<br />

wordt opgesteld waarin een aantal zaken<br />

geregeld kan worden. Bijvoorbeeld afspraken<br />

over een (half)jaarlijkse schouw van het<br />

gebied en over een voortgangscontrole van de<br />

uitvoering van de maatregelen uit dit beheerplan.<br />

Afspraken moeten schriftelijk worden<br />

vastgelegd. Een planning van de werkzaamheden<br />

en de dekking van de benodigde<br />

financiën moeten ook deel uitmaken van dit<br />

convenant.<br />

Afspraken die hieruit voortkomen, moeten<br />

altijd getoetst worden aan dit beheerplan.<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 38


Bijlage 1 Welstandsrichtlijnen<br />

Welstandsaanbevelingen<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

Hieronder worden welstandsaanbevelingen<br />

opgesomd, die relevant zijn voor dit beheerplan.<br />

De onderdelen I en III zijn bestaand<br />

beleid, de onderdelen II en IV zijn nieuwe aanbevelingen.<br />

In de welstandsnota, die naar verwachting in<br />

de loop van 2004 verschijnt, worden deze aanbevelingen<br />

nader uitgewerkt en gedetailleerd.<br />

I. Aanbevelingen voor bestaande bebouwing<br />

aan de <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder<br />

van Catsweg (inclusief monumenten) :<br />

- Bij het opstellen van een verbouwingsplan<br />

wordt uitgegaan van het pand zoals het op dat<br />

moment wordt aangetroffen.<br />

- Door middel van een opname van de<br />

bestaande toestand (en bij een monument<br />

een kunsthistorisch en bouwhistorisch onderzoek)<br />

moet worden gemotiveerd welke delen<br />

historisch waardevol zijn en behouden moeten<br />

blijven.<br />

- Bij de planvoorbereiding is vooroverleg met<br />

de gemeentelijke diensten en welstandscommissie<br />

zeer aan te bevelen.<br />

- Bij de planbeoordeling door de welstandscommissie<br />

wordt gewogen in hoeverre de cultuurhistorische<br />

waarde behouden blijft.<br />

- Functionele noodzaak tot wijziging zal steeds<br />

door de aanvrager moeten worden aangetoond.<br />

- Voorstellen tot wijziging of verwijdering van<br />

recent aangebrachte onderdelen worden in<br />

het algemeen positief geadviseerd.<br />

39 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg<br />

- aard en structuur van het gebouw vormen<br />

beperkende voorwaarden voor nieuwe<br />

gebruikseisen. Niet alle functies passen in elk<br />

cultuurhistorisch waardevol gebouw.<br />

- Het terugbrengen van onderdelen die in het<br />

verleden aanwezig zijn geweest wordt toegestaan<br />

als daarmee de nog gedeeltelijk aanwezige<br />

oorspronkelijke architectuur van het<br />

bouwwerk wordt hersteld.<br />

- Volledige herbouw in de oorspronkelijke<br />

vorm als gevolg van totaal verval, brandschade<br />

of storm, is een punt waarover uiteenlopende<br />

meningen bestaan. De motivering van de<br />

opdrachtgever en de kwaliteit van de voorstellen<br />

zullen het advies sterk beïnvloeden<br />

.- Een toevoeging aan een monument in de<br />

vorm van een apart bouwlichaam kan mogelijk<br />

zijn. Het ontwerp zal qua maat, vlakverdeling,<br />

materiaalgebruik, details, kleur en afwerking<br />

afgestemd moeten worden op het hoofdgebouw.<br />

- Indien volledige constructiedelen, zoals vloeren<br />

dakconstructies of muren technisch gezien<br />

geheel moeten worden vervangen, is het toegestaan<br />

de vervanging uit te voeren met passende<br />

hedendaagse constructies.<br />

- Bij gedeeltelijke vervanging van constructiedelen,<br />

zoals balken, spanten of delen daarvan,<br />

kleine muurgedeelten e.d., moet herstel<br />

plaatsvinden volgens authentieke vorm en<br />

constructie.<br />

- Behoud van historisch waardevolle interieuronderdelen,<br />

zoals plafonds, trappen, schouwen,<br />

kasten, betimmeringen en deuren, is uitgangspunt<br />

bij de verbouw van een monument.<br />

- Bouwsporen die van betekenis zijn voor de<br />

geschiedenis van het pand of de stad, moeten<br />

in principe aanwezig blijven en zo mogelijk<br />

zichtbaar zijn.<br />

- Indien dubbel glas bij een monument<br />

gewenst is, moet dit als voorzetraam aan de<br />

binnenzijde worden aangebracht.<br />

II. Aanbevelingen voor nieuwbouw aan de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> en de Ridder van<br />

Catsweg<br />

Qua materiaalgebruik wordt uitgegaan van traditionele<br />

materialen en er zal dus worden aangesloten<br />

bij in het verleden toegepaste materialen<br />

aan respectievelijk de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> en de Ridder van Catsweg.<br />

Dat houdt in dat de dakpannen naturel, keramisch<br />

(rood of gesmoord) en ongeglazuurd<br />

(met uitzondering van enkele panden aan de<br />

Ridder van Catsweg) zijn. Voor wat betreft de<br />

baksteen gaat de voorkeur uit naar rood. Als<br />

gele baksteen voor de eigenaar wenselijk is,<br />

dan zijn dat ijsselstenen.<br />

Voor wat betreft de schaal en maat: de mogelijkheden<br />

die door de bestemmingsplannen<br />

worden geboden, sluiten grotendeels aan bij de<br />

in hoofdstuk 4 en 5 aangegeven gewenste<br />

schaal en maat.<br />

De architectuur binnen de drie gebieden zal<br />

moeten worden afgestemd op de overige<br />

architectuur in hetzelfde gebied. Dat houdt in<br />

dat kozijnmaten, eventuele roedenverdeling en<br />

dergelijke op de omliggende bebouwing is<br />

afgestemd.


III. Aanbevelingen voor dakkapellen en<br />

kleurgebruik voor alle bebouwing aan de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> en de Ridder van<br />

Catsweg<br />

Bij de beoordeling van dakkapellen wordt erop<br />

gelet dat het heIlende dakvlak belangrijker<br />

blijft dan de dakkapel zelf. Dit houdt in dat de<br />

tussenruimten en ruimten boven en onder de<br />

dakkapellen voldoende moet blijven. Een<br />

beroep op reeds gebouwde dakkapellen die<br />

niet aan de nieuw opgestelde regels voldoen<br />

wordt niet aanvaard. Beoordeling van dakkapellen<br />

gebeurt aan de hand van de volgende<br />

criteria:<br />

- Dakkapellen bij voorkeur aanbrengen aan die<br />

zijde van het pand die vanuit de openbare<br />

ruimte als achterzijde kan worden beschouwd.<br />

- Aan de voorzijde niet breder dan 50% van de<br />

breedte van het pand met een max. lengte<br />

van 2,5 meter.<br />

- Aan de achterzijde niet breder dan 60% van<br />

de breedte van het pand.<br />

- De totale hoogte van de voet tot de bovenkant<br />

boeiboord niet meer dan 1,5 meter.<br />

- De zijwanden min. 0,7 meter uit het hart van<br />

de bouwmuur.<br />

- Bij een eindwoning de zijwand min. 1,2<br />

meter uit de kopgevel.Aan de voorzijde min<br />

0,5 meter en aan de achterzijde min. 0,3<br />

meter onder de nokvorst.<br />

- Bij driehoekige dakschilden min. 0,3 meter<br />

uit de vorstpan.<br />

- Vanuit de goot min. twee dakpannen handhaven.<br />

Onder een dakopbouw wordt verstaan een<br />

gehele of gedeeltelijke verhoging van het<br />

pand. Hiervoor zijn geen richtlijnen in de vorm<br />

van afmetingen te geven. Van belang is, of het<br />

ontwerp voor het hele blok kan gelden en aanvaardbaar<br />

is voor de omgeving.<br />

Kleur is voor de historische stad van groot<br />

belang. De verschijningsvorm van gebouwen<br />

kan door de kleur van schilderwerk worden<br />

verbeterd, maar ook worden aangetast.<br />

Door de technische ontwikkelingen zijn synthetische<br />

pigmenten beschikbaar gekomen<br />

waarmee nieuwe en zeer felle kleuren kunnen<br />

worden vervaardigd die sterk contrasteren<br />

met traditionele kleuren. Daarom zijn ook voor<br />

kleurgebruik in een historische omgeving<br />

richtlijnen opgesteld. Tevens ligt bij de afdeling<br />

BWT een kleurcollectie ter inzage. Andere<br />

kleuren zijn mogelijk, maar te sterke contrasten<br />

met de omgeving worden afgewezen.<br />

Doel van onderstaande richtlijnen is te sterke<br />

contrasten te voorkomen en de verdwenen<br />

kleuren weer naar voren te halen.<br />

Bij monumenten waarvan de gevels in belangrijke<br />

mate een tijdsbeeld vertegenwoordigen<br />

moet een kleuronderzoek plaatsvinden. Op<br />

grond van dat onderzoek moet op de aangetroffen<br />

oude kleur worden aangesloten.Bij<br />

monumenten en panden waarbij dit niet het<br />

geval is kan door de gemeente kleuronderzoek<br />

worden gevraagd, alvorens de kleuren<br />

vast te stellen. In dat geval moet bij de aangetroffen<br />

oude kleuren worden aangesloten.<br />

Waar geen onderzoek nodig is, kunnen kleuren<br />

worden aangebracht uit de kleurcollectie<br />

die bij de afdeling BWT van de gemeente ter<br />

inzage ligt.<br />

Voor alle overige bestaande bebouwing<br />

bestaat een voorkeur voor de genoemde<br />

kleurcollectie.<br />

IV. Aanbevelingen voor bruggen en landhoofden<br />

aan de <strong>Bloemendaalseweg</strong> en<br />

de Ridder van Catsweg<br />

• Het gebruik van landhoofden en de hoogteligging<br />

van deze landhoofden; oude landhoofden<br />

meestal in beton vorm gegeven, nieuwe landhoofden<br />

in hout vorm te geven.<br />

• Het gebruik van leuningen; bij particuliere bruggen<br />

bij voorkeur geen leuningen. Als bij een particuliere<br />

voetgangersbrug voor de veiligheid leuningen<br />

gewenst zijn, dan een licht vorm gegeven<br />

leuning. Bij openbare bruggen in verband met<br />

veiligheid dan een licht vorm gegeven leuning.<br />

• Materiaal van het brugdek; De openbare voetgangers-<br />

en fietsbruggen krijgen een getoogde<br />

vorm ( een licht gebogen brugdek) van zwart<br />

staal, met een brugdek van kunststof afgestrooid<br />

met een zwarte splitlaag en stalen leuningen,<br />

kleur zwart. De dikkere bovenregel van de leuning<br />

wordt in RVS of in de kleur lichtgrijs uitgevoerd.<br />

Een prototype wordt vastgelegd op de<br />

tekening van de brug tussen de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong> en de van der Duyn van<br />

Maasdamstraat, tekening nr. 03291- 01- 01 van<br />

Haasnoot Bruggenbouw.<br />

• Nieuwe openbare fietsbruggen volgens een<br />

zelfde vorm ontwikkelen; idem ten aanzien van<br />

nieuwe openbare voetgangersbruggen.<br />

• Zo’n nieuwe brug hoeft niet historiserend te<br />

zijn vorm gegeven.<br />

• Landhoofden waarvan de bijbehorende bruggen<br />

verdwenen zijn, blijven liggen.<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 40


Bijlage 2 archeologische vondsten<br />

projectnummer: 0133<br />

locatie: <strong>Bloemendaalseweg</strong> 42-44.<br />

categorie: Waarneming.<br />

toelichting: Plaatsing prefab kelder.<br />

resultaten: Foto’s werkzaamheden,<br />

bodemopbouw.<br />

datering:<br />

context: Polder Bloemendaal.<br />

toestand locatie: Bebouwd.<br />

documentatie en publicatie:<br />

zie tevens projectnummer: -<br />

projectnummer: 9905<br />

locatie: Noorderhout.<br />

categorie: Waarneming.<br />

toelichting: Waarneming bij baggerde<br />

pot bij Noorderhout.<br />

resultaten:<br />

datering:<br />

context:<br />

toestand locatie: Weiland.<br />

documentatie en publicatie: NAVG nr. 8-2.<br />

zie tevens projectnummer: -<br />

projectnummer: 0020<br />

locatie: <strong>Bloemendaalseweg</strong>,<br />

Noorderhout.<br />

categorie: Waarneming.<br />

toelichting: Aanleg waterleiding.<br />

resultaten: Bodemopbouw, enkele<br />

vondsten.<br />

datering: NT.<br />

context: Polder Bloemendaal.<br />

toestand locatie:<br />

Leiding. documentatie en publicatie:<br />

zie tevens projectnummer:<br />

41 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg


projectnummer: 8604<br />

locatie: Bleulandweg, hoek Ridder<br />

van Catsweg.<br />

categorie: Onderzoek<br />

toelichting: Onderzoek op de hoek van<br />

de Bleulandweg en Ridder<br />

van Catsweg.<br />

resultaten: Vuilstortplaats.<br />

Pijpenmateriaal, fragmenten<br />

bestek en ander stadsafval<br />

uit 18e eeuw.<br />

datering: NT.<br />

context: Stortplaats stadsafval.<br />

toestand locatie: Groenstrook.<br />

documentatie en publicatie: Akkerman & van<br />

den Berg 1997; IOWG 1-1.<br />

zie tevens projectnummer: -<br />

projectnummer: 0122<br />

locatie: <strong>Bloemendaalseweg</strong> 68a,<br />

Heemtuin.<br />

categorie: Melding.<br />

toelichting: Vondsten, gedaan in 1973-<br />

1975.<br />

resultaten: Een steengoed kruikje.<br />

datering: NTB/NTC.<br />

context: Stadsafval. Polder<br />

Bloemendaal.<br />

toestand locatie: Heemtuin.<br />

documentatie en publicatie:NAVG 2002, nr 1.<br />

zie tevens projectnummer:0123.<br />

projectnummer: 8909<br />

locatie: <strong>Bloemendaalseweg</strong> 68a.<br />

categorie: Schenking.<br />

toelichting: Schenking van losse vondst<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>.<br />

resultaten: Horlogekast.<br />

datering: NT.<br />

context: Stortplaats stadsafval?<br />

toestand locatie: Groen.<br />

documentatie en publicatie:<br />

zie tevens projectnummer:<br />

projectnummer: 9705<br />

locatie: <strong>Bloemendaalseweg</strong> 68.<br />

categorie: Waarneming.<br />

toelichting: Waarneming bij bouwwerk<br />

zaamheden Bloemendaalse<br />

weg 68 (Klubhoeve, afdam<br />

ming sloot).<br />

resultaten: Fragmenten aardewerk.<br />

datering: NT.<br />

context:<br />

toestand locatie: Bebouwing, sloot.<br />

documentatie en publicatie: -<br />

zie tevens projectnummer: -<br />

projectnummer: 0135<br />

locatie: <strong>Bloemendaalseweg</strong> 56.<br />

categorie: Melding.<br />

toelichting: Baggervondst.<br />

resultaten: Leisteen met inscriptie.<br />

datering: LME?/NT.<br />

context: Bloemendaal. Oude neder<br />

zetting?<br />

toestand locatie: Weiland.<br />

documentatie en publicatie: -<br />

zie tevens projectnummer:9612.<br />

projectnummer: 9612<br />

locatie: <strong>Bloemendaalseweg</strong> 58/60.<br />

categorie: Booronderzoek.<br />

toelichting: Booronderzoek op kavel zuidelijk<br />

van nr. 58/60<br />

resultaten: Klei met houtspaanders.<br />

datering: -<br />

context:<br />

toestand locatie: Weiland.<br />

documentatie en publicatie: Akkerman & van<br />

den Berg 1997.<br />

zie tevens projectnummer: -<br />

projectnummer: 9806<br />

locatie: <strong>Bloemendaalseweg</strong>.<br />

categorie: Waarneming.<br />

toelichting: Waarneming bij de aanleg<br />

van een depot voor sloot<br />

bagger afkomstig uit<br />

Bloemendaal.<br />

context:<br />

toestand locatie: Weiland.<br />

documentatie en publicatie: NAVG nr. 7-2;<br />

7-5.<br />

zie tevens projectnummer: 8813.<br />

projectnummer: 7102<br />

locatie: <strong>Bloemendaalseweg</strong>.<br />

categorie: Onderzoek.<br />

toelichting: Onderzoek naar locatie kerk.<br />

Oktober 1971.<br />

resultaten:<br />

datering:<br />

context: toestand locatie:<br />

Bebouwing, infrastructuur,<br />

weiland.<br />

documentatie en publicatie:<br />

JROB 19971 p. 92.<br />

zie tevens projectnummer: -<br />

projectnummer: 8813<br />

locatie: <strong>Bloemendaalseweg</strong> 48.<br />

categorie: Veldonderzoek.<br />

toelichting: Veldonderzoek op terrein<br />

achter de Werkschuit aan de<br />

<strong>Bloemendaalseweg</strong>.<br />

resultaten: Veldonderzoek van drie<br />

kavels ten zuiden van de<br />

Werkschuit. Gezocht werd<br />

naar sporen van het kerkje<br />

van Bloemendaal. Er wer<br />

den geen funderingen aan<br />

getroffen of andere bewijzen<br />

van de aanwezigheid<br />

van een kapel. Recent materiaal,<br />

waaronder een drie<br />

hoekige grospenning.<br />

datering:NT.<br />

context:<br />

toestand locatie: Weiland.<br />

documentatie en publicatie: Akkerman & van<br />

den Berg 1997.<br />

zie tevens projectnummer: 9806.<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 42


43 <strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg


COLOFON<br />

Aan dit beheerplan hebben meegewerkt:<br />

Vereniging Bescherming <strong>Bloemendaalseweg</strong>:<br />

Willem Hesseling (voorzitter)<br />

Paul Wennekes<br />

Leo Verhart<br />

Gemeente Gouda:<br />

Martin Kemp (projectleider)<br />

Bianca v.d. Berg<br />

Marianne Driehuijs<br />

Hein Driest<br />

Rita van Gog<br />

Sjaak Jongeneel<br />

Danny van Os<br />

Jacoline Stout<br />

Marcel van Dasselaar<br />

Interview: Nico Both<br />

Tekst: D&K Tekst en Vorm, Oudewater<br />

Vormgeving: Studio Hesseling, Gouda<br />

Druk: Grafisch Bedrijf van Norden, Gouda<br />

Gouda, oktober 2004<br />

<strong>Beheerplan</strong> <strong>Bloemendaalseweg</strong> en Ridder van Catsweg 44

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!