december 2004 - Sportcommissie
december 2004 - Sportcommissie
december 2004 - Sportcommissie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Trainen dus vooral middels het woon-werk verkeer. Zoveel<br />
mogelijk op de fiets naar het werk van Tiel naar Utrecht, Ede<br />
en als laatste Amersfoort. Al snel werd de lat hoger gelegd<br />
en kwamen de cols in de Alpen en Pyreneeën in beeld. Altijd<br />
had ik al eens een lange fietstocht willen maken. Nadat ik in<br />
2001 met Functioneel Leeftijd Ontslag (FLO) was gegaan,<br />
moest het maar eens gaan gebeuren. Tijd genoeg en ik had<br />
meteen een doel om voor te trainen. Het werd een tocht<br />
naar de Olympische Spelen in Athene. In 1972 was ik met<br />
mijn toenmalige maatje Dick Stooter naar de Olympische<br />
Spelen in Munchen geweest om collega en vriend 1500<br />
meter loper Haico Scharn aan te moedigen. Een schitterende<br />
ervaring met een slechte afloop (aanslag van Palestijnsen).<br />
Met het bezoek aan Athene zou de cirkel weer rond zijn.<br />
Avonturen<br />
In mijn eentje, een andere ‘gek ‘ was niet voorhanden. Dat<br />
heeft voor- en nadelen, het grote voordeel: ik hoefde alleen<br />
met mezelf in discussie als er een beslissing genomen moet<br />
worden. Na oefentrips richting Italië (2002) en Spanje<br />
(2003), was het op 25 juli <strong>2004</strong> zo ver. Met ongeveer 6000<br />
trainingskilometers in de benen en slechts acht kilo aan<br />
bagage, ging het richting Athene. Ik had slechts een target:<br />
de veerboot in Bari halen op 9 augustus ’s avonds om acht<br />
uur. Daar had ik een plaatsje op besproken en was eigenlijk<br />
mijn enige zekerheid. Dat lukte na de nodige avonturen<br />
onderweg ruimschoots. Op 12 augustus bereikte ik Athene,<br />
een dag voor de opening van de spelen. Een hectische sportweek<br />
kon beginnen. Op 20 augustus stapte ik weer op, om<br />
de fietsbus op 28 augustus in Florence te halen. Vijf weken<br />
en 3600 kilometer later was mijn ‘Missie’ voltooid.<br />
Obstakel<br />
Een exacte route had ik niet uitgestippeld. In mijn hoofd had<br />
ik wel grove planning. Ik moest ongeveer gemiddeld 130<br />
kilometer per dag fietsen om op tijd in Bari te zijn. In het<br />
begin volgde ik globaal de route van Hans Reistma richting<br />
Rome tot aan het Garda Meer, zoals hij die in een twee<br />
boekjes had beschreven. Het ging via Duitsland, Oostenrijk<br />
een stukje Zwitserland en heel veel Italië. In Oostenrijk de<br />
Alpen over en in Italië vooral langs de Adriatische kust.<br />
Overvaren naar Griekenland (Igoumanitsa) en via Patras<br />
naar Athene. Het enige obstakel van betekenis is de Arlberg<br />
richting Sankt Anton in Oostenrijk. Flink klimmen met een<br />
tunnel van enkele kilometers langs. De Rechenpass om in<br />
Italië te komen, stelt niet zo veel voor.<br />
Overleven<br />
Het weer was erg wisselvallig. Pas na twee dagen brak de<br />
zon door. In Duitsland ging de route veelal over fietspaden<br />
en langs de Rijn. Daar kreeg in het deuntje “Een reisje langs<br />
de Rijn”, maar niet uit mijn hoofd. Dat begin je dan te<br />
neuriën tot vervelens toe. Totdat ik ineens de trappers niet<br />
meer rond kreeg. Een snelbinder was gebroken en had zich<br />
om mijn pion gedraaid. Even schrikken, maar na een kwartiertje<br />
kon ik opgelucht weer verder. In Italië ging de route<br />
veelal langs provinciale wegen met veel verkeer. Andere<br />
opties waren er langs de Adriatische kust niet voorhanden.<br />
Het is wel overleven, want ze hebben daar weinig respect<br />
voor een fietser. Al reed ik op een voorrangsweg, toch<br />
probeerden die Italianen en ook de Grieken voorrang te<br />
nemen. De bumper net een metertje over de stopstreep,<br />
mobieltje aan het oor, de meest modieuze zonnebril op de<br />
neus en klaar om weg te racen. Die zonnebril is nog het<br />
ergste, want dan kun je geen oogcontact maken. Je weet<br />
niet dat ze je gezien hebben.<br />
Veilige plek<br />
Ik overnacht veel al in grote plaatsten in een hotel of<br />
pension. Die zijn meestal snel gevonden en een plaatsje<br />
voor mijn fiets is altijd wel voorhanden. In een schuur, op<br />
de hotelkamer, in de voorraadkamer tussen de fusten bier<br />
of gewoon met een slot vast aan het biljart. Altijd op een<br />
veilige plek, anders zocht ik een ander hotel.<br />
Vochtbalans<br />
Echte fysieke problemen heb ik niet gehad. Alleen in het<br />
begin waren de benen ’s morgens nog wel eens wat stijf.<br />
Na een week was dat ook over. Meestal zat ik ‘s morgens<br />
na een stevig ontbijt om acht uur op de fiets en stopte<br />
’s middags om een uur of vier. Tussen door de nodige stops<br />
bij een bezienswaardigheid, om de kaart te lezen en om te<br />
lunchen. Dan moet je knap doorfietsen om een gemiddelde<br />
van 25 kilometer te halen. Vooral toen het in Italië warmer<br />
begon te worden, moest ik goed de vochtbalans in het oog<br />
houden. Veel drinken, maar dat verflauwt de eetlust dan<br />
weer. Vaak moest ik mezelf dwingen om tussen de middag<br />
mijn boterhammen op te eten. Dat lukte aardig, want bij<br />
vertrek woog ik 66 kilo en bij terugkomst gaf de weegschaal<br />
die weer aan.<br />
Loodzwaar<br />
Moeilijke dagen heb ik natuurlijk best gehad. Toen ik in<br />
Merano (Noord-Italië) s’ avonds aan een heerlijke cappuccino<br />
zat, belde de zoon van mijn zus op. Hij zat in Pechiera<br />
op en camping. Of ik zin had om langs te komen. Hij had in<br />
de Gelderlander gelezen dat ik in de buurt was. Eigenlijk<br />
wilde ik via Verona rijden, maar na een week alleen is het<br />
best leuk om weer eens lekker Hollands te praten. Na een<br />
vluchtige blik op de kaart, ik dacht dat het zo’n 150 kilometer<br />
zou zijn, stemde ik toe. Ik vertrok om zeven uur om<br />
twaalf uur later met 193 kilometer op de teller in Pechiera<br />
aan het Garda Meer de arriveren. Uitgewoond, want de<br />
laatste 90 kilometer langs de Adige had ik de wind op kop.<br />
De volgende dag moest ik door de Po-vlakte. Net de Betuwe<br />
overigens op de dijk langs de Po. Weer wind tegen en het<br />
kwik steeg boven de veertig graden uit. Na 130 loodzware<br />
kilometers heb ik in Ferrara een hotelkamer met airco<br />
genomen. Die op zestien graden gezet en heerlijk onder<br />
de dekens gaan slapen. De volgende dag was ik weer het<br />
mannetje.<br />
Internetcafés<br />
Naast het fietsen, moest ik om de drie dagen mijn avonturen<br />
mailen of doorbellen naar dagblad de Gelderlander in Tiel.<br />
Bij die krant ben ik medewerker op de sportredactie en die<br />
vonden het wel een leuk idee om hun lezers mee te laten<br />
genieten. Het viel nog niet mee om internetcafés te vinden<br />
onderweg. Vaak moest ik mijn verhaal doorbellen. De<br />
rubriek werd wel goed gelezen, want ik heb er erg veel<br />
reacties op gehad.<br />
Fietsenmaker<br />
Na de Po-vlakte bereikte ik de Adriatische kust en kwam<br />
door Cesenatico langs het kerkhof, waar Marco Pantani<br />
begraven ligt. Het was gesloten anders was ik zeker even<br />
naar zijn graf gegaan. Een dag later had ook er overigens<br />
zelf ook kunnen liggen, want in Pesaro werd ik aangereden<br />
door een auto. Wonder boven wonder kwam ik er met en<br />
paar schrammetjes op elleboog en knie er vanaf. De auto<br />
had een flinke deuk opgelopen en de bestuurder was<br />
helemaal van streek. Er stonden meteen een stuk of twintig<br />
opgewonden Italianen om ons heen, die meer oog voor de<br />
bestuurder hadden dan voor mij. Na tien minuten heb ik<br />
die man een klopje op zijn schouder gegeven en hem<br />
a reverdeci toegewenst, op mijn fiets gesprongen en mijn<br />
weg vervolgd. Even dacht ik, toen ik op de grond lag: het is<br />
gebeurd Jansen, einde, je kunt naar huis, maar al snel bleek<br />
dat het allemaal meeviel. Alleen kwam ik er achter toen ik<br />
wegfietste dat er een slag in mijn achterwiel zat. Die heb<br />
ikzelf grof er uitgehaald en naast het hotel in Ancona zat<br />
toevallig een fietsenmaker. Je weet wel, zo’n klein winkeltje<br />
met foto’s met handtekeningen van Francesco Moser aan de<br />
muur, drie oude mannetjes, die ik met handen en voeten<br />
duidelijk maakte wat ik wilde. Dat begrepen ze snel. Mijn<br />
wiel ging in de wielrichter en kwam er na en halfuur strak<br />
weer uit. En van afrekenen wilde ze niet weten. Echte<br />
wielerliefhebbers daar.<br />
ZANDLOPER 27