20.09.2013 Views

SAMENVATTING UITSPRAAK - Onderwijsgeschillen

SAMENVATTING UITSPRAAK - Onderwijsgeschillen

SAMENVATTING UITSPRAAK - Onderwijsgeschillen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2. DE FEITEN<br />

105576/uitspraak d.d. 11 februari 2013<br />

Pagina 2 van 6<br />

Commissie van Beroep<br />

BVE<br />

A, is sinds 29 oktober 1999 werkzaam bij het ROC D, laatstelijk in een vast dienstverband met een<br />

betrekkingsomvang van 1 fte. Op de arbeidsverhouding is van toepassing de CAO BVE.<br />

A is in dienst getreden als beheerder Open Leercentrum (OLC). Nadien is zijn functie gewijzigd in<br />

medewerker Opleiding specifieke leeromgeving (OSLO). Met ingang van schooljaar 2011-2012 vervult<br />

A de functie van Onderwijsassistent in schaal 5. De feitelijke werkzaamheden van A gedurende het<br />

dienstverband zijn grotendeels hetzelfde gebleven.<br />

Op 19 december 2005 heeft A een functioneringsgesprek gehad met zijn leidinggevende, tevens<br />

locatiemanager, waarvan d.d. 19 mei 2006 het verslag is vastgesteld. Blijkens het verslag functioneert<br />

A naar tevredenheid. Daarnaast adviseert de locatiemanager aan A om zowel in woord als geschrift te<br />

werken aan zijn Nederlandse taalvaardigheid, als hij zich vakinhoudelijk verder wil ontwikkelen en<br />

serieus genomen wil worden.<br />

In de periode september 2007 tot november 2007 is A begeleid door een coach omdat A volgens de<br />

werkgever onvoldoende mondelinge uitdrukkingsvaardigheid van het Nederlands had en vanwege zijn<br />

gebrek aan assertiviteit naar leerlingen. A heeft vijf gesprekken gehad met zijn coach en er heeft één<br />

observatie op de werkplek plaatsgevonden. In de tussentijdse verklaring d.d. 9 november 2007<br />

concludeert de coach dat A zich in zijn werk assertief opstelt, maar dat hij slecht is te verstaan en dat<br />

hij hiervoor een verwijzing van de huisarts voor logopedie heeft ontvangen. Van oktober tot en met<br />

december 2009 heeft bureau J, een expertisebureau op het gebied van arbeid en gezondheid, in<br />

opdracht van de werkgever een Persoonlijke Functie Scan (PFS) afgenomen bij A. In de rapportage<br />

van deze PFS d.d. 19 januari 2010 concludeert J onder meer: “A functioneert op een zeer goed<br />

begaafd niveau, vergelijkbaar met universitair niveau. Zijn denkniveau met taal is van MBO-niveau 4.<br />

In zijn spreekvaardigheid heeft A met name moeite met uitspraak, waardoor hij soms wat lastiger te<br />

volgen is. (…) Dit betekent dat hij anderen zal aanspreken wanneer zij zich niet aan de regels houden.<br />

Dit doet hij op vriendelijke, doch duidelijke wijze. Hij neemt gemakkelijk initiatief tot aanspreken en<br />

heeft weinig aanmoediging nodig in zijn handelen.” De algemene conclusie is dat A voldoende<br />

geschikt is voor zijn eigen functie. “Wel gelden er aandachtspunten: geadviseerd is daarom het<br />

functioneren en de aandachtspunten in het bijzonder regelmatig te evalueren, en deze evaluaties vast<br />

te leggen. Indien na deze geadviseerde langere periode met regelmatige en vastgelegde<br />

evaluatiemomenten de aandachtspunten onverhoopt niet voldoende zijn weggenomen, wordt<br />

geadviseerd bemiddeling naar een andere passende functie intern in overweging te nemen.”<br />

Op 31 maart 2009 heeft A een gesprek gevoerd met de unitdirecteur en de adviseur HR over de<br />

mogelijkheden voor hem binnen de organisatie, gezien de sluiting van de werklocatie waar A<br />

werkzaam was.<br />

Op 6 juni 2011 heeft er een functioneringsgesprek plaatsgevonden. In het verslag d.d. 9 juni 2011 is<br />

onder meer opgenomen: “A is geen goede OSLO medewerker. Hij is slecht te verstaan en heeft ook<br />

niet een lichaamshouding en attitude die voor rust en orde zorgt. (…) A mist de competenties die voor<br />

OSLO medewerker nodig zijn. Die competenties liggen vooral op het vlak van communicatie en<br />

sociale vaardigheden.” Op 14 juli 2011 heeft er een beoordelingsgesprek plaatsgevonden over de<br />

periode 2009 tot 6 juni 2011, waarvan het verslag d.d. 8 september 2011 is opgesteld. Hierin is<br />

geconcludeerd dat het functioneren van A onvoldoende is. Voorts is opgenomen: “Met de<br />

loopbaanadviseur wordt bekeken op welk vlak [A] zijn sociale en communicatieve vaardigheden kan<br />

ontwikkelen. Er zal een duidelijk tijdpad met evaluatiemomenten worden afgesproken. Aan het eind<br />

van dit pad, in het gesprek is 1 januari als datum genoemd, zal bekeken worden of [A] functioneert op<br />

het niveau van Onderwijsassistent schaal 5. (…) Kennis en kunde zullen voor een volgend gesprek<br />

door middel van een 360 graden evaluatie worden getoetst. De eisen aan de werksfeer en de eisen<br />

aan het functioneren van Onderwijsassistent schaal 5 in verband met het OSLO zullen voor [A]<br />

expliciet worden gemaakt.”<br />

Op 6 oktober 2011 vindt er een gesprek plaats tussen A en de loopbaanadviseur om de<br />

ontwikkelpunten vanuit het beoordelingsgesprek te bespreken.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!