JAARVERSLAG 2003 - Pépinières La Gaume

pagina 140
KONING BOUDEWIJNSTICHTING I
JAARVERSLAG 2003
De Fondsen op naam en de Specifieke Fondsen realiseerden
in 2003 een nettoresultaat van +3,7 Mio EUR.
[10] Dit betreft de vier structurele initiatieven waaraan de Raad van
Beheer van de Stichting een eigen kapitaal heeft toebedeeld:
– Internationale Koning Boudewijnprijs voor Ontwikkelingswerk
– Prins Albertfonds
– Fonds Bellevue
– Fonds roerend cultureel erfgoed.
De respectievelijke kapitalen maken deel uit van de effectenportefeuille.
Het kapitaal van deze Fondsen evolueert in functie
van hun tegenpost op het actief van de balans (marktwaarde
van de effectenportefeuille), maar evenzeer in functie van het
resultaat van hun activiteiten.
De Fondsen met dotatie realiseerden in 2003 een nettoverlies
van 1,1 Mio EUR.
[11] Deze rubriek omvat een deel van de middelen die als reserve
werden geboekt overeenkomstig een beslissing van de Raad
van Beheer.
[12] Dit betreft een aanvullende reserve die door de Raad van
Beheer aangelegd werd ter dekking van de operationele kosten
van één boekjaar.
[13] Dit betreft het verschil tussen de marktwaarde en de aanschafwaarde
van de effectenportefeuille per 31.12.2003.
[14] Het beschikbaar van de Fondsen op naam en van de Specifieke
Fondsen heeft betrekking op de begrote uitgaven van
deze Fondsen voor het volgende boekjaar. Het Bestuurscomité
van elk Fonds beslist op het einde van het boekjaar t om 5%
van het kapitaal van het Fonds in liquiditeiten ter beschikking
te stellen. Dit betreft dus een directe en automatische onttrekking
aan het kapitaal van het Fonds, zodanig dat elk Fonds zijn
activiteiten kan voortzetten in het boekjaar t+1.
Deze begrote uitgaven worden vanaf de afsluiting van het
boekjaar 2003 ondergebracht in de rubriek ‘Voorzieningen van
de Fondsen’ (zie voetnoot 17).
[15] Deze provisie is bedoeld om alle salarisschommelingen van de
lopende cyclus op te vangen. Het overschot op het einde van
elke cyclus wordt in voorkomend geval overgeboekt naar de
rubriek ‘Voorzieningen voor overige risico’s en kosten’.
[16] Het gaat om uitgaven die bij het begin van het boekjaar per project
begroot werden, maar bij de afsluiting van het boekjaar nog
niet besteed waren.
[17] Deze voorzieningen omvatten:
– Voor de Fondsen met dotatie, de uitgaven die bij het begin
van het boekjaar per project begroot werden op externe mid-
delen (Nationale Loterij), maar bij de afsluiting van het boekjaar
nog niet besteed waren;
– Voor de Fondsen op naam en de Specifieke Fondsen, de
begrote uitgaven voor het volgend boekjaar (zie voetnoot 14);
– Voor de bedrijfsfondsen, het gecumuleerde verschil, sinds
hun oprichting, tussen de jaarlijkse opbrengsten (jaarlijkse toelage
door de onderneming en diverse inkomsten) en de jaarlijkse
kosten (operationele kosten en steun aan projecten van
derden).
[18] Deze rubriek omvat de tegenpost van de onroerende en roerende
goederen afkomstig uit legaten en die geleid hebben tot
de oprichting van een Fonds op naam. Deze tegenpost heeft
geen effect op de resultatenrekeningen. In tegenstelling tot de
legaten ten gunste van de Stichting zelf, worden enkel de ontvangen
bedragen door het te gelde maken van deze legaten
geregistreerd als opbrengsten in de resultatenrekeningen.
Deze bedragen werden voorheen vermeld in de post ‘Overlopende
rekeningen’.
[19] Deze rubriek omvat de openstaande verbintenissen in het
kader van projecten waarvoor de Stichting in 2003 en voorheen
steun verleende.
[20] Deze rubriek betreft de schuld afkomstig van schenkingen die
ontvangen werden voor de projectrekeningen.
[21] Dit betreft de uitgaven van de Fondsen op naam en van de
Specifieke Fondsen die begroot werden voor het volgend
boekjaar, zoals omschreven in de voetnoten 14 en 17.
[22] Bijdrage van de Fondsen in de kosten van beheer, secretariaat,
promotie en financieel beheer die resulteren uit het dagelijks
beheer van hun activiteiten. Deze bijdrage komt overeen met
15% van de jaarlijkse financiële inkomsten van het Fonds. De
tegenpost van deze kost bevindt zich op de opbrengstenzijde
van de resultatenrekening van de Stichting in de rubriek
‘Fondsen: consultancy overheads’.
[23] – [24] Deze twee rubrieken bevatten de uitgaven die verbonden
werden in het kader van projecten. Het gaat om financiële
ondersteuning of uitgaven nodig voor de daadwerkelijke voltooiing
van de projecten en om de beheerskosten die de
Koning Boudewijnstichting draagt voor de selectie en de
opvolging van de gefinancierde projecten.
Algemeen beschouwd, kunnen de uitgaven in drie categorieën
opgedeeld worden:
– Overeenkomsten op uitgaven: de Stichting gaat met een
tegenpartij de verbintenis aan een welbepaald project financieel
te steunen. Op het ogenblik dat de verbintenis wordt aangegaan,
wordt het totale bedrag geboekt in de rubriek ‘Te betalen
overeenkomsten’;