Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
haar kinderen en speelde pianoduetten<br />
met mevrouw, eerst in Arcachon nabij<br />
Bordeaux en later in Florence. Via<br />
haar leerde hij de muziek van<br />
Tsjaikovski, Borodin en Moesorgski<br />
kennen. Aansluitend zette hij zijn<br />
eerste pianomuziek op papier en ook<br />
het Pianotrio. Hierin klinkt nog de<br />
muziek van Debussy’s eerste idolen<br />
door, Robert Schumann en César<br />
Franck, maar ook van Franse componisten<br />
uit zijn eigen kring, zoals<br />
Massenet, Lalo, Chabrier, Gounod en<br />
Bizet. Het Pianotrio moest enigszins<br />
gereconstrueerd worden uit authentieke<br />
bronnen, onder meer door bijdragen<br />
van musicoloog Ellwood Derr.<br />
De fl uwelen revolutie die Debussy<br />
veertien jaar later in de muziekwereld<br />
zou ontketen met zijn atmosferische<br />
Prélude à l’après-midi d’un faune (1894)<br />
ligt hoorbaar ver weg.<br />
Cellosonate<br />
(versie voor cello en harp)<br />
Debussy’s laatste jaren werden overschaduwd<br />
door oorlogsomstandigheden<br />
en extreem pijnlijke kanker,<br />
die hem uiteindelijk zou vellen in<br />
1918. In 1915 zette hij zich aan het<br />
schrijven van een zestal sonates voor<br />
uiteenlopende bezettingen en opgedragen<br />
aan zijn tweede vrouw,<br />
Emma-Claude. Alleen de eerste drie<br />
sonates kreeg hij op papier, met als<br />
laatste de moeizaam tot stand gekomen<br />
Vioolsonate. De eerste was de Sonate<br />
voor cello en piano (1915), een werk dat<br />
vrij en onconventioneel lijkt maar op<br />
ingenieuze wijze zijn drie delen met<br />
elkaar verbindt tot een groot geheel.<br />
Aan de barokke melodieën en versieringen<br />
is te horen dat Couperin en<br />
Rameau, Debussy’s Frans-barokke<br />
goden, de inspiratiebronnen waren.<br />
Het eerste deel, Sérénade, is vol ironie<br />
en melancholie, en gaat via een kort<br />
middendeel over in de ‘lichte en<br />
nerveuze’ Finale.<br />
Danse sacrée & Danse profane<br />
Omstreeks 1900 ontwikkelde de fi rma<br />
Pleyel in Parijs een nieuw type harp,<br />
de zogenaamde chromatische harp.<br />
Op verzoek van de directeur van de<br />
fi rma, Gustave Lyon, schreef Debussy<br />
in 1904 zijn Danses voor die nieuwe<br />
harp en strijkers. In het conservatorium<br />
van Brussel was al een leergang<br />
opgezet voor de chromatische harp,<br />
waarbij Debussy’s Danses als verplicht<br />
werk voor de eindexamens was gekozen.<br />
De chromatische harp bleek<br />
een onding, onpraktisch, met veel te<br />
veel snaren en een stemming die<br />
voortdurend in de war raakte. Daarmee<br />
verdwenen Debussy’s bekoorlijke<br />
en lichtvoetige Danses natuurlijk niet<br />
van het speelplan. De diverse vernieuwingen<br />
die Debussy doorvoerde in zijn<br />
muziektaal zijn goed te beluisteren<br />
in dit werk: het gebruik van de oude<br />
kerktoonladders, het incidenteel opheffen<br />
van de functionele harmonieleer<br />
en van parallelle akkoorden. In<br />
de Danse sacrée in plechtige 3/2-maat<br />
laat Debussy de harpist(e) zich uitleven<br />
in een weelde van parallelle drieklanken<br />
en meng-akkoorden. Dit is<br />
duidelijk de bron waaruit Puccini<br />
29