20100531 cbs verslag openbaar - Gemeente Westerlo

- Het Agentschap voor Natuur en Bos is naar aanleiding van de adviesvraag van het
gemeentebestuur ter plaatse geweest en heeft vastgesteld dat de gevelde en de te vellen bomen
zich in een bos bevinden en bijgevolg het bosdecreet van toepassing is. Uit de
stedenbouwkundige aanvraag blijkt echter niet wat de toestand na de werken zal worden:
herbebossen of ontbossen. In het schrijven van 15 april 2010 met referentie BA/2260/10-02066
stelt het Agentschap voor Natuur en Bos dat de stedenbouwkundige aanvraag dient verduidelijkt
te worden en dat er geen stedenbouwkundige vergunning kan verleend worden op basis van
voorliggende aanvraag, omwille van het ontbreken van een compensatievoorstel en ontheffing op
het ontbossingsverbod.
Argumentatie
- De voorliggende aanvraag voorziet in het kappen van 3 naaldbomen en het regulariseren van 3
reeds gekapte naaldbomen. De reden van de kapping is een naaldboom van ongeveer 25 meter
hoog die vlak bij de woning staat en waarvan de takken fel over het dak hangen. De boom staat
gevaarlijk en is hinderlijk (naalden vallen in dakgoot, mosvorming op het dak met lekken als
gevolg). Om deze hoge boom te kappen en veilig te laten vallen, is het noodzakelijk om nog
andere bomen te verwijderen. De aanvrager wist niet dat het kappen van hoogstammige bomen
een stedenbouwkundige vergunning vereiste en was daarom zo aan de werken begonnen. Eén
boom werd reeds gekapt omdat deze na een storm bijna omver lag.
- De voorliggende weg is voldoende uitgerust.
- De aanvraag is aanvaardbaar en integreerbaar in de omgeving.
- Gezien de aanvraag niet gelegen is in recent overstroomd gebied of overstromings-gebied en
louter betrekking heeft op het kappen van bomen, kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat
er geen schadelijk effect is.
- De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen,
buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater is niet van
toepassing, gezien voorliggende aanvraag betrekking heeft op het kappen van bomen.
- Het Agentschap voor Natuur en Bos heeft na plaatsbezoek vastgesteld dat de gevelde bomen en
de te vellen bomen zich in het bos bevinden, waardoor het bosdecreet van toepassing is. Uit de
aanvraag blijkt echter niet wat de toestand na de werken zal worden. Indien de aanvrager geen
herbebossing wenst uit te voeren, maar een ontbossing wenst in functie van bijvoorbeeld de
aanleg van een tuin of veiligheid, dan dient de ontbossing gecompenseerd te worden. Een
compensatievoorstel dient dan toegevoegd te worden. Het perceel is gelegen in een agrarisch
gebied, indien het in een niet-goedgekeurde verkaveling is gelegen is een ontbossing enkel
mogelijk mits het verkrijgen van een ontheffing op het ontbossingsverbod. Indien de aanvrager na
de kapping wenst te herbebossen, dan dient de procedure van de kapmachtiging gevolgd te
worden.
- Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt dan ook dat de stedenbouwkundige aanvraag dient
verduidelijkt te worden en dat er gezien het ontbreken van een compensatievoorstel (of
ontheffing op het ontbossingsverbod), er geen stedenbouwkundige vergunning verleend kan
worden op het aanvraagperceel.
- De bouwheer wenst de bomen te kappen uit veiligheidsoverwegingen en omdat ze hinder
veroorzaken (= dus ontbossing).
- Het aanvraagperceel is gelegen in een agrarisch gebied en maakt geen deel uit van een
verkavelingsvergunning, zodat er inderdaad voorafgaandelijk aan de ontbossing een ontheffing op
het ontbossingsverbod dient verkregen te worden. Het college treedt het standpunt van het
Agentschap Natuur en Bos bij. De stedenbouwkundige aanvraag kan op basis van het
voorliggende dossier niet vergund worden. Het college weigert bijgevolg voorliggende aanvraag.
Juridische grond
- Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
- Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978).
- Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen
en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober
2002.
- Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003.
pagina 33 van 44