GreenCalc - DGMR
GreenCalc - DGMR
GreenCalc - DGMR
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De behoefte aan primair energiegebruik voor ruimteverwarming wordt vervolgens<br />
bepaald door het rendement voor warmte-opwekking en de energiezuinigheid van het<br />
klimatiseringssysteem (systeemrendement) in rekening te brengen.<br />
Het energiegebruik voor ruimteverwarming wordt uitgedrukt in m 3 aeq.<br />
Ten opzichte van de berekening voor het primaire energiegebruik voor ruimte<br />
verwarming in de energieprestatienorm kan een aantal variabelen vrij worden<br />
ingevoerd:<br />
• De specifieke luchtvolumestroom van de in de winter te verwarmen verse lucht<br />
wordt bepaald op basis van het gemiddelde ventilatievoud in het gebouw, dus van<br />
vertrekken en verkeersruimten tezamen. De omrekening van netto gebouwinhoud<br />
naar gebouw oppervlakte is gebaseerd op een gemiddelde netto<br />
verdiepingshoogte van 2,7 m.<br />
• Voor de bepaling van de interne warmtelast gaat de norm uit van vaste waarden<br />
voor de interne warmteproductie van apparaten, personen en verlichting. De<br />
tijdfracties waarin de betreffende interne warmteproducties aanwezig zijn, zijn<br />
bepaald bij een bedrijfstijd van 8:00 tot 18:00, een 40 urige werkweek met 100%<br />
aanwezigheid van de werknemers. Als definitie van bedrijfstijd wordt hier de tijd<br />
aangehouden waarin zowel verwarming als ventilatie in bedrijf zijn.<br />
De rekenmethode in <strong>GreenCalc</strong> bepaalt de interne warmteproductie van personen<br />
daarentegen op basis van het aantal werknemers. De methode bepaalt de interne<br />
warmteproductie van verlichting en apparatuur op basis van het geïnstalleerde<br />
vermogen, waarbij rekening gehouden wordt met eventuele armatuurafzuiging van<br />
de verlichting en auto-powerdownfuncties op de PC’s. De bedrijfstijd, de<br />
gemiddelde werktijd per werknemer en de gemiddelde aanwezigheid zijn variabel.<br />
Als defaultwaarde zijn de waarden uit de norm aangehouden.<br />
• De glas-kozijn verdeling van de ramen is niet zoals in de norm standaard 75% -<br />
25%, maar variabel.<br />
• De opwekkings- en systeemrendementen zijn overgenomen uit de norm. Er kan<br />
echter met afwijkende rendementen worden gerekend.<br />
De energiegebruiksberekening voor koeling<br />
De norm kent twee berekeningsmethoden voor het bepalen van het energiegebruik<br />
voor koeling. Eén op basis van het vermogen van de koelmachine en het aantal<br />
vollasturen per jaar en één op basis van de koelbehoefte. In <strong>GreenCalc</strong> is uitsluitend<br />
de eerste methode overgenomen.<br />
Het aantal vollasturen per jaar van de koelmachine is variabel en heeft als<br />
defaultwaarde de standaard waarde uit de norm.<br />
In een vroeg stadium van het ontwerpproces, als het vermogen van de koelmachine<br />
nog niet bekend is, kan het vermogen van de koelmachine indicatief worden<br />
berekend. Dit gebeurt met de vuistregels uit ISSO-publicatie 43 “Concepten voor<br />
klimaatinstallaties”, op basis van de interne warmtelast op vertrekniveau door<br />
werkzame massa (scheidingswand, borstwering, plafond), zontoetreding, personen,<br />
verlichting en apparatuur.<br />
Er vindt geen afronding van het vermogen plaats.<br />
Het energiegebruik voor koeling wordt uitgedrukt in kWh.<br />
<strong>GreenCalc</strong> 14