Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De eerste uitgave van het tijdschrift Die<br />
Waffen nieder! Monatschrift zur Förderung<br />
der Friedens Idee verscheen op<br />
1 februari 1882. Het tijdschrift bleef<br />
bestaan tot 1899 en vormde een<br />
belangrijk forum voor de vredesbewegingen.<br />
Nadien richtte Fried een eigen<br />
pacifistisch tijdschrift op, Die<br />
Friedenswarte. Het werd, vooral op<br />
aandringen van Bertha von Suttner, het<br />
officieel tijdschrift van het Öste<strong>nr</strong>eichische<br />
Friedensgesellschaft (ÖFG).<br />
Hoewel Fried zowel uitgever als redacteur<br />
was van het ÖFG stond hij toch<br />
vrij ambivalent tegenover de vredesbewegingen.<br />
Herhaaldelijk betoogde hij:<br />
“Ik werk voor een idee, niet voor een<br />
vereniging. Spijtig genoeg denken<br />
vooral mensen van het bestuur dat dit<br />
hetzelfde is.” Een van de voornaamste<br />
redenen om georganiseerde vredesbewegingen<br />
op te richten was gelegen in<br />
het feit dat men, onafhankelijk van de<br />
nationale staten, een stem wilde<br />
hebben op de wereldvredescongressen.<br />
Het initiatief hiertoe ging uit van<br />
Bertha von Suttner en Alfred Hermann<br />
Fried. Al vrij vroeg (het jaar nadien)<br />
vroeg het bestuur aan Fried om de<br />
vereniging te verlaten. Redenen waren<br />
zijn irriterende ijver en zijn gebrek aan<br />
sociaal functioneren. Bij dit alles kwam<br />
zijn jeugd, zijn geringe opleiding en<br />
zijn lage sociale afkomst. De hoofdreden<br />
was echter de uitgave van<br />
Sammlung Fried die in 1871 verscheen<br />
en als moreel aanstootgevend beschouwd<br />
werd. Hij was geïsoleerd.<br />
Toch bleef Fried actief in de beweging,<br />
al waren zijn standpunten soms weinig<br />
conform aan die van het bestuur.<br />
Herhaaldelijk oefende hij kritiek uit op<br />
hun doelstellingen en methodes. Door<br />
immobilisme duurde het vele jaren eer<br />
het bestuur haar programma publiceerde.<br />
De onderwerpen waren: ontwapening,<br />
oplossen van conflicten door<br />
arbitrage en het oprichten van een<br />
supranationale statenbond.<br />
Theorie en Methode – het<br />
Wetenschappelijk Pacifisme<br />
Hoewel Alfred Fried in het begin<br />
volledig achter het ideeëngoed van<br />
Bertha von Suttner stond, begon hij<br />
geleidelijk te twijfelen. Was haar concept<br />
om alle conflicten op basis van<br />
ethische principes vreedzaam op te<br />
lossen wel haalbaar? De eerste Haagse<br />
conferentie (1899) bewees dat de<br />
betrekkingen tussen de staten niet vlug<br />
zouden veranderen. Fried pleitte voor<br />
een theoretische, wetenschappelijke<br />
benadering. Hij wilde de vredesbeweging<br />
van het odium van het utopische<br />
bevrijden en wendde zich hiervoor tot<br />
universiteitsprofessoren. Het zich afkeren<br />
van ethische en sentimentele uitgangspunten<br />
was in zijn benaderingswijze<br />
niet nieuw. De monografie Die<br />
Grundlagen des revolutionairen<br />
Pacifismus (1908) bevatte de basis van<br />
wat als ´organisatorisch´ of ´wetenschappelijk´<br />
pacifisme zou omschreven<br />
worden. Alle staten zijn heden ten dage<br />
van elkaar afhankelijk en op elkaar<br />
aangewezen. Een geïsoleerde staat is<br />
niet meer denkbaar. Toch handelen<br />
staten of zij alleen staan. Dit zelfstandig<br />
handelen leidt tot conflicten met de<br />
belangen van andere staten. Oorlog kan<br />
dan als een bevrijding werken. Oorlog<br />
is niet een conditie op zichzelf maar<br />
een symptoom van een conditie.<br />
Oorlog is het gevolg van de internationale<br />
anarchie. Dus moet er een<br />
supernationale organisatie komen die<br />
als scheidsrechter kan optreden. Fried<br />
pleitte voor een fundamenteel pacifisme<br />
dat de internationale anarchie<br />
aan banden legt door wettelijke regelgeving<br />
en spirituele bezieling. Hij<br />
trachtte dit als volgt aan barones Von<br />
Suttner uit te leggen: “Het fundamenteel<br />
pacifisme geeft het ‘Noorden’<br />
aan terwijl uw stijl van ageren eerder<br />
het ‘Zuiden’ vertegenwoordigt, Hart en<br />
intellect horen samen en kunnen niet<br />
afzonderlijk bestaan.” Anderzijds uitte<br />
Bertha von Suttner in haar dagboek<br />
harde kritiek: … Fried Pacifismus<br />
gelesen. Der mangel an Ethik gefällt<br />
mir nicht…. Tegelijk erkende zij dat het<br />
zogenaamde revolutionaire pacifisme<br />
ook positieve kanten had. Volgens<br />
Fried was het verkeerd de nadruk te<br />
leggen op ontwapening, omdat oorlog<br />
en bewapening enkel symptomen zijn<br />
van de bestaande internationale anarchie.<br />
Met invloedrijke internationale<br />
instellingen zou de kans op succes<br />
kunnen toenemen. In de pan-Amerikaanse<br />
beweging zag hij een model<br />
waarbij de nationale identiteit kon<br />
behouden worden binnen een internationale<br />
organisatie. Fried noemde deze<br />
vorm van pacifisme ‘wetenschappelijk’<br />
en ‘revolutionair’. Karl Marx als voorbeeld<br />
nemend, betoogde hij dat de wetten<br />
van de vooruitgang onvermijdelijk<br />
tot een nieuwe internationale orde<br />
zouden leiden. De vredesbewegingen<br />
zouden de bevolking moeten bewustmaken<br />
van de geschiedenis en hen<br />
helpen weerstanden uit de weg te<br />
ruimen om die vooruitgang mogelijk te<br />
maken. Ondanks veel kritiek (het<br />
diffuse van het internationale en zijn<br />
lineair vooruitgangsdenken) schiep<br />
Fried het eerste theoretische basisconcept<br />
van een vredesbeweging. Dit idee<br />
werd later uitgewerkt, eerst in de vorm<br />
van de Volkenbond en later, na de<br />
Tweede Wereldoorlog, als de Verenigde<br />
Naties. De publicaties waarin hij zijn<br />
ideeën uiteenzette waren omvangrijk<br />
maar de belangrijkste blijven het<br />
tweedelige Handbuch der Friedensbewegung<br />
(1911– 1913, (Handbook of<br />
the Peace Movement) en het vierdelige<br />
Mein Kriegtagebuch (1918–20, (My<br />
War Diary).<br />
Bij de methoden om de doelstellingen<br />
te bereiken werd nadruk gelegd op de<br />
informatie van de algemene bevolking<br />
en de bewuste beïnvloeding van de<br />
beleidsmakers. De financiële middelen<br />
bleven echter beperkt. Fried omschreef<br />
dit later als een vicieuze cirkel: door<br />
geldgebrek was er te weinig aandacht,<br />
te weinig aandacht leidde tot geldgebrek.<br />
Toch steeg het ledenaantal van<br />
200 in 1898 tot 10.000 in 1914, vooral<br />
na de conferentie in Den Haag. Maar<br />
de vredesbeweging bleef in Duitsland<br />
weinig impact hebben in vergelijking<br />
met Frankrijk, Engeland of de VS.<br />
Vooral de hogere standen zagen in het<br />
pacifisme een antinationale, antipatriottische<br />
en staatsgevaarlijke stroming.<br />
“Het is een onnatuurlijke richting,<br />
(…) een overgevoelige en warrige<br />
woordenbrij die het Germaanse heldendom<br />
en de mannelijke daadkracht aan<br />
de Duitse mannen wil onttrekken, (…)<br />
ze tot hazenharten en mosselachtige<br />
zwakkelingen wil herleiden.” De<br />
Pruisische generaal Von Moltke formuleerde<br />
het als volgt: “Vrede is een<br />
droom en zelfs niet een mooie….<br />
Oorlog is de leidraad van de goddelijke<br />
wereldorde.” Hoe dan ook, door zijn<br />
vele publicaties werd Fried, ondanks<br />
zijn conflicten met het Deutsche<br />
Friedensgesellschaft, toch de leidende<br />
theoreticus in het Duitse taalgebied.<br />
Nobelprijs voor de Vrede in 1911<br />
Bertha von Suttner – die de Nobelprijs<br />
enkele jaren voordien had gekregen –<br />
informeerde Fried regelmatig over de<br />
jaarlijkse selectie van de kandidaten.<br />
Zij was ook de eerste die hem op de<br />
hoogte bracht van zijn prijstoekenning<br />
Vervolg op pagina 20<br />
19