Leerkracht - Nationaal Park Schiermonnikoog
Leerkracht - Nationaal Park Schiermonnikoog
Leerkracht - Nationaal Park Schiermonnikoog
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Vereniging Natuurmonumenten<br />
Bezoekerscentrum <strong>Schiermonnikoog</strong><br />
7.3.3. Het strand ten oosten van paal 5<br />
Het strand ten oosten van paal 5 is momenteel grofweg in twee onderdelen te verdelen: het met duintjes<br />
begroeide strand over een breedte van enkele honderden meters (vanaf de duinrand richting zee) en het<br />
zandstrand ten noorden daarvan. Het is te bereiken via de volgende strandovergangen:<br />
- Badstrand; De Marlijn (einde Prins Bernhardweg)<br />
- Paal 7 (einde Reddingsweg)<br />
- Vanaf het Waterstaatspad aan de zuidzijde van de stuifdijk tussen paal 7 en 10 (diverse plaatsen)<br />
De duintjes die we hier zien zijn het resultaat van stuivend zand dat op dit deel van het strand is vastgelegd door<br />
biestarwegras. Dit gras kan, in tegenstelling tot helmgras, goed tegen zout grondwater. Het is een van de eerste<br />
planten die zich vanaf de zeekant op het strand vestigt. Het is de eerste belangrijke vastlegger van het stuivende<br />
zand.<br />
Het niet-begroeide strand is het meest onderhevig aan veranderingen: door de werking van eb- en vloedstromen<br />
en stormen wijzigen de geulen en banken zich in dit gebied het snelst. Bovendien vormt de wind hier heuvels en<br />
dalen van zand. Het is het meest dynamische gebied op het eiland.<br />
Hier zijn met noordelijke winden de vloedlijnen te vinden met daarin allerhande aangespoeld materiaal. Dit<br />
materiaal bestaat uit een natuurlijke component in de vorm van schelpen, wieren, krabben en vele andere<br />
zeedieren en –planten. Zo zijn er alleen al zo’n 150 verschillende soorten schelpen te vinden.<br />
Van de niet-natuurlijke component zijn de stukken hout van allerlei vorm, maar ook de lampen, flessen, viskisten<br />
en andere verpakkingsmaterialen van overal ter wereld het meest in het oog springend. Een ander niet-natuurlijk<br />
aanspoelsel vormen de vele stukken net en touw. Dit materiaal, meestal kunststof, heeft de nare eigenschap dat<br />
het niet vergaat. Het blijft daardoor zeer langdurig in zee drijven, waardoor vogels en soms zelfs bruinvissen (een<br />
kleine soort dolfijn) erin verstrikt raken en sterven.<br />
Stookolie van schepen spoelt gelukkig nog maar zelden aan. Een klein plekje is al dodelijk voor een vogel, omdat<br />
de veren aanelkaar gaan plakken en daardoor niet meer voldoende isoleren. Water dringt door tot de huid van de<br />
vogel, die dood gaat aan longontsteking.<br />
Wanneer de wind uit zuidelijke richtingen waait liggen er bij laagwater soms veldjes met aanspoelsel tegen de<br />
rand van de geulen. Wanneer deze veldjes zwart zijn, bestaan ze voor een groot gedeelte uit veenresten die uit de<br />
oude bodemlagen worden gespoeld. Hiertussen is soms barnsteen te vinden, een fossiele, goudgele tot<br />
oranjebruine hars, die tot fraaie sieraden is te verwerken.<br />
Zowel aan de eb- als vloedlijn zijn bij deze windrichting vaak de lege sliertjes te vinden van de<br />
schelpkokerworm: een beschermend omhulsel voor de worm, dat bestaat uit aanelkaar gelijmde zandkorrels en<br />
schelpstukjes.<br />
7.3.4 De Balg<br />
De Balg is de meest oostelijke punt van <strong>Schiermonnikoog</strong>. In de afgelopen decennia is het eiland hier dermate<br />
aangegroeid, dat het meest oostelijke deel buiten de gemeentegrens op terrein van de provincie Groningen kwam<br />
te liggen. ligt! Inmiddels is een grenscorrectie uitgevoerd.<br />
De Balg is een enorm zandstrand met een breedte van ca. 2 kilometer. Het is een goede vindplaats van veel grote<br />
schelpen, die hier door de sterke stroming aanspoelen. Enkele soorten: strandgaper, oester, noordkromp en wulk.<br />
Op de Balg zijn vaak zeehonden te zie, evenals op de zandplaten aan de oostzijde van het eiland.<br />
Om verder te lezen:<br />
Ruijter, E. de, 1989. Zeeboek.<br />
Bruyne, R.H. de, 1994. Schelpen van de Nederlandse kust.<br />
Boer, Th.W. de & R.H. de Bruyne, 1991. Schelpen van de Friese Waddeneilanden.<br />
Lessuggesties<br />
1. Op het strand kun je allerlei “spullen” vinden. Verdeel de aangespoelde spullen in twee groepen: natuurlijke<br />
en niet-natuurlijke spullen. Boomtak, emmer, vogelpoot, mossel, tube tandpasta, plank, krabbeschild,<br />
zeewier, fles, plastic zak, steenkool, stuk visnet.<br />
20