Consulteer eveneens het draaiboek - PolitieZone HEKLA

5 Besluitvorming naar de projectmatige aanpak :
Schets van de problematiek
Er wordt gepleit om de problematiek te kaderen binnen ‘onrustwekkende verdwijningen’. Dit betekent de facto een
verruiming van de doelgroep: niet enkel ouderen maar ook jongeren zijn betrokken. De projectgroep is het erover
eens dat naast andere actoren in de zorgsectorjeugdinstellingen dienen betrokken te worden.
Voor politiediensten is de privacywetgeving veel rigoureuzer dan voor privé-instellingen. De politiediensten is
hetniet toegelaten databanken te ontwerpen waar persoonsgegevens worden verzameld rond personen met risico’s
op dwalend gedrag. Voor instellingen en voorzieningen is de wetgeving soepeler op voorwaarde dat deze
instellingen voldoen aan een aantal opgelegde criteria, zoals de verplichte aankondiging bij de privacycommissie, het
voldoen aan toestemming van betrokkenen en/of familie, enzovoort.
Belangrijk is het hebben van een insteek:
• over hoeveel dementerenden spreken we voor de provincie Antwerpen ? 36.000 op een totaal van 405.701
60-plussers.
• over hoeveel instellingsbewoners spreken we in de HEKLA-zone?
• hoeveel (onrustwekkende) verdwijningen werden de afgelopen jaren gemeld bij de politie? Oorsprong van
de melding?
• hoeveel verdwijningen worden gesignaleerd door de voorzieningen/instellingen?
Doelstelling
Politiezone Hekla en Expertisecentrum Dementie - Orion willen via een project de methodische aanpak van de
wegloopproblematiek van personen met dementie (en andere doelgroepen) beschrijven met als doel een snelle en
gerichte interventie mogelijk te maken in het geval van een onrustwekkende verdwijning door een gerichte
communicatie met de voorzieningen en instellingen binnen de politiezone HEKLA
Methodische aanpak
Alle aanwezigen zijn het erover eens dat een doelgerichte en efficiënte pragmatische aanpak voor dit thema
onontbeerlijk is. Er wordt geopteerd voor een partnership tussen Expertisecentrum Dementie - Orion en politiezone
HEKLA voor wat betreft de opvolging en voortgangsrapportage van dit dossier.
Er wordt aangegeven dat het ‘mee’ hebben van de diverse sectoren erg belangrijk is, dit vanaf het begin. Een eerste
grote bijeenkomst met vertegenwoordigers van directies van rusthuizen, instellingen, algemene en psychiatrische
ziekenhuizen dient zich aan. Uit deze groep wordt een werkbare stuurgroep samengesteld die het verdere
inhoudelijke parcours doorloopt. Er wordt geopteerd om het aantal vergadermomenten beperkt en geconcentreerd
te houden om het project de maximale slaagkansen te geven.
Na een eerste fase, waar werk werd gemaakt van het opstellen van een protocol en draaiboek voor vermiste
personen uit instellingen en voorzieningen, werd overgegaan naar luik 2 van het project vermissing. De thuiszorg
vraagt immers specifieke aandacht en een aangepast draaiboek.
Familieleden die weten dat hun partner of één van hun thuiswonende ouders aan dementie lijdt, melden bij het
expertisecentrum dementie of de thuiszorgcentra hun ongerustheid over het vaak voorkomende dwaalgedrag van
hun familielid. Om een mogelijke zoekactie nog sneller en efficiënter te laten verlopen, vragen zij een document of
stappenplan dat bij vermissing kan gebruikt worden. Ook de thuiszorg geeft aan dat op het ogenblik van een
vermissing vanuit de thuissituatie vaak heel wat informatie over de dwalende persoon ontbreekt. Indien deze
gegevens op voorhand kunnen verzameld worden, verloopt de zoekactie gerichter en wint men heel wat kostbare
tijd.
16