25.09.2013 Views

J a a rverslag 2 0 0 6 - CBF

J a a rverslag 2 0 0 6 - CBF

J a a rverslag 2 0 0 6 - CBF

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Ve reniging Hendrick de Keyser<br />

J a a r verslag 2 0 0 6


A C H T E N T A C H T I G S T E J A A R V E R S L A G


Voorzijde omslag:<br />

‘Heilige Geesthofje’ te Naaldwijk (foto HdK)<br />

Achterzijde omslag:<br />

Plattegrond ‘Heilige Geesthofje’ (tekening HdK)<br />

J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Vereniging Hendrick de Keyser<br />

De Vereniging heeft tot doel het behoud van architectonisch of historisch waardevolle huizen in Nederland.<br />

A l g e m e e n<br />

Vereniging Hendrick de Keyser is opgericht op 3 januari 1918<br />

en erkend bij Koninklijk Besluit van 26 februari 1918 no. 62.<br />

Haar laatstelijk gewijzigde statuten zijn vastgelegd in een notariële<br />

akte d.d. 17 juli 2002. De vereniging is ingeschreven in het<br />

verenigingsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken<br />

te Amsterdam onder no. 40530264.<br />

Iedereen kan lid worden van de Vereniging, zowel particulieren als<br />

bedrijven.<br />

De minimum contributies zijn:<br />

• voor een gewoon lid e 20 per jaar;<br />

• voor een lid ‘voor het leven’ (30 jaar) e 360 ineens.<br />

Bedrijven kunnen alleen lid worden op jaarbasis. Bedrijven en<br />

andere lichamen die aan de vennootschapsbelasting zijn onderworpen<br />

kunnen giften aan de Vereniging aftrekken voorzover zij<br />

tezamen met andere giften e 227 te boven gaan. De aftrek bedraagt<br />

ten hoogste 10 % van de winst.<br />

Behalve leden kent de Vereniging donateurs. Deze betalen tenminste<br />

e 100 per jaar. Zij ontvangen de reguliere publicaties van de<br />

Vereniging doch kunnen verder geen aanspraak maken op de<br />

rechten die overige leden hebben.<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Voor de inkomstenbelasting kunnen giften aan de Vereniging<br />

worden afgetrokken, voorzover deze giften, tezamen met andere<br />

aftrekbare giften, zowel e 60 als 1 % van het drempel inkomen te<br />

boven gaan. De aftrek bedraagt ten hoogste 10 % van het drempel<br />

inkomen. Giften in de vorm van termijnen van lijfrenten, welke<br />

berusten op een bij notariële akte van schenking aangegane<br />

verplichting om de termijnen gedurende vijf of meer jaren ten<br />

minste jaarlijks uit te keren, zijn steeds aftrekbaar.<br />

De vereniging is een instelling die de bevordering van kunst en<br />

wetenschap ten doel heeft als bedoeld in de Successiewet en de<br />

Wet op de Inkomsten, resp.Vennootschapsbelasting. De vereniging<br />

is sinds 1 januari 2006 zowel vrijgesteld van schenkingsrechten<br />

over ontvangen schenkingen als van successierecht over ontvangen<br />

erfstellingen en legaten. Voorts is de vereniging door het Centraal<br />

Bureau Fondsenwerving gecertificeerd.<br />

Vereniging Hendrick de Keyser wordt structureel gesteund door:<br />

BankGiro Loterij en SNS REAAL Fonds.<br />

Het secretariaat van de Vereniging is gevestigd te:<br />

Keizersgracht 743<br />

1017 DZ Amsterdam<br />

T e l e f o o n 0 2 0 521 06 30<br />

T e l e f a x 0 2 0 521 06 39<br />

Website w w w . h e n d r i c k d e k e y s e r . n l<br />

E-mail i n f o @ h e n d r i c k d e k e y s e r . n l<br />

B a n k r e l a t i e s<br />

ABN-AMRO 4 1 . 1 8 . 4 0 . 2 0 7<br />

Postbank 4 8 7 1 8


Samenstelling Bestuur<br />

e n Raad v a n C o m m i s s a r i s s e n<br />

per 31 december 2006<br />

E r e l e d e n<br />

R. Meischke<br />

P.M. van der Laan<br />

B e s t u u r Jaar van aftreden<br />

P.B. de Bruijn v o o r z i t t e r 2 0 0 7<br />

H.B. van Wijk p e n n i n g m e e s t e r 2 0 0 8<br />

A.A. Schulting s e c r e t a r i s 2 0 0 8<br />

H.J. Brouwer 2 0 0 8<br />

mw. C.W. Fock 2 0 0 7<br />

K.A. Ottenheym (m.i.v. 1 jan. 2007) 2 0 1 0<br />

Raad van Commissarissen<br />

A.L.L.M. Asselbergs 2 0 0 7<br />

A.M. van der Meij 2 0 0 7<br />

M. Schimmelpenninck 2 0 0 7<br />

J.C. Bierens de Haan 2 0 0 8<br />

W.F. Dutilh 2 0 0 8<br />

C.P. van Eeghen 2 0 0 8<br />

F.Q. Hoebens 2 0 0 8<br />

mw. M.C. Kuipers 2 0 0 8<br />

mw. G.W. van Montfrans-Hartman 2 0 0 8<br />

T. de Swaan* 2 0 0 8<br />

J.P.E. Teding van Berkhout 2 0 0 8<br />

mw. A.C. de Bruijn 2 0 0 8<br />

A.J.C. van Leeuwen 2 0 0 8<br />

mw. F.G. van Diepen-Oost* 2 0 1 0<br />

W.H. van Ittersum 2 0 1 0<br />

A.J.A.M. Lisman 2 0 1 0<br />

B. Bleker 2 0 1 0<br />

E. Veen 2 0 1 0<br />

G.W.J. Rooijakkers 2 0 1 0<br />

B. Staal (m.i.v. 1 jan. 2007 teruggetreden) 2 0 1 0<br />

K.J. Storm* 2 0 1 0<br />

* audit commissie<br />

D i r e c t e u r<br />

C.S.T.J. Huijts<br />

In Memoriam<br />

Op 17 februari 2007 overleed onze<br />

oud-voorzitter mr. D.A. Nederlof.<br />

Van 1968 tot 1983 maakte Dick<br />

Nederlof deel uit van ons bestuur.<br />

Bij zijn benoeming trad hij toe tot<br />

het Dagelijks Bestuur in de functie<br />

van penningmeester. In die hoedanigheid<br />

voerde hij kort na zijn<br />

aantreden een stelselwijziging door<br />

in de toerekening van de verwachte<br />

Mr. D.A. Nederlof<br />

rijkssubsidie bij restauraties, waar-<br />

( 1 9 1 3 - 2 0 0 7 )<br />

door een beter beeld ontstond van<br />

de toenmalige financiële positie van<br />

de Vereniging. In 1975 werd hij naast penningmeester tevens<br />

ondervoorzitter van het Dagelijks Bestuur en de laatste twee jaar<br />

van zijn bestuurslidmaatschap fungeerde hij als voorzitter.<br />

Dick Nederlof was een zeer enthousiast en actief bestuurslid.<br />

Ook na zijn actieve bestuursperiode bleef hij de ontwikkelingen op<br />

de voet volgen en was hij een trouwe bezoeker van onze jaarlijkse<br />

vergaderingen en bijeenkomsten. Hierbij leverde hij in bescheidenheid<br />

altijd stimulerende bijdragen.<br />

Tot twee jaar geleden bezocht hij ook vrijwel alle Open Dagen<br />

en toonde hij zich immer enthousiast over de bereikte resultaten.<br />

De Vereniging is Dick Nederlof veel dank verschuldigd.<br />

P.B. de Bruijn<br />

v o o r z i t t e r<br />

J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

P a g i n a<br />

6<br />

9<br />

1 9<br />

2 2<br />

2 6<br />

2 6<br />

3 0<br />

3 2<br />

3 4<br />

3 6<br />

3 7<br />

4 4<br />

5 2<br />

6 2<br />

6 8<br />

I n h o u d<br />

I n l e i d i n g<br />

V e r w e r v i n g e n<br />

Restauraties recent verworven panden<br />

Restauraties bestaand bezit<br />

F i n a n c i ë n<br />

V e r e n i g i n g s z a k e n<br />

Jaarcijfers 2006<br />

B a l a n s<br />

Staat van Baten en Lasten<br />

Toelichting op de Balans en de Staat van<br />

Baten en Lasten<br />

A c c o u n t a n t s v e r k l a r i n g<br />

A r t i k e l e n<br />

Een nieuw leven voor de Schoonhovense watertoren<br />

door L.P. Ouweneel<br />

De Cellebroederskapel te Maastricht:<br />

een juweel van de flamboyante gotiek<br />

door S. Minis<br />

De Nederhof van kasteel Honselaarsdijk<br />

door K.A. Ottenheym<br />

Alfabetische lijst van huizen<br />

V e r s p r e i d i n g s k a a r t<br />

Dordrecht, Wijnstraat 127, ‘In Bevereburch’.<br />

Console. (foto HdK)


6<br />

Verslag van de V e r e n i g i n g ‘Hoofdprijs’ in de BankGiro Loterij: cheques ter<br />

I n l e i d i n g<br />

Een enkele keer wordt tijdens lezingen of rondleidingen wel de<br />

vraag gesteld of er geen eind komt aan het werk van onze Vereniging.<br />

Ook de Overheid wekt met de afschaffing van het restauratie<br />

subsidiestelsel de indruk dat Nederland wel klaar is met zijn monumenten.<br />

Alleen goed onderhoud zou voldoende moeten zijn om<br />

onze voorraad aan bijzondere monumenten in stand te houden.<br />

Wij hebben zelf in voorgaande verslagen aangegeven dat deze<br />

ontwikkeling aanleiding geeft tot zorg over de mogelijkheden om<br />

panden die in slechte staat verkeren onder onze hoede te nemen.<br />

Het achterliggende jaar 2006 heeft een overduidelijk antwoord<br />

gegeven op al deze twijfels! Als nimmer tevoren is er een beroep<br />

gedaan op onze Vereniging, waardoor het jaar uiteindelijk is afgesloten<br />

met maar liefst elf nieuwe bezittingen! Meer dan ooit zitten<br />

hier prachtige panden bij die door particulieren aan de Vereniging<br />

zijn geschonken, in het vertrouwen dat die panden alleen in òns<br />

bezit werkelijk goed bewaard blijven.<br />

Meer dan ooit hebben fondsen de Vereniging gesteund met bijdragen<br />

om aankopen en restauraties mogelijk te maken. En meer dan<br />

ooit hebben gemeenten en stichtingen een beroep gedaan op<br />

‘Hendrick de Keyser’ om problemen met bijzondere monumenten<br />

uit hun bezit op te lossen. En tenslotte heeft ook het ministerie van<br />

O.C.&W. aan het einde van het jaar besloten om aan twee restauraties<br />

subsidie toe te kennen uit een speciale achterstandsregeling.<br />

Dat pleziert ons in het bijzonder omdat juist in 2006 een paar hele<br />

bijzondere restauraties weer getoond hebben, dat alleen de combinatie<br />

van zelf – met eigen vakkennis – restauraties uitvoeren aan<br />

panden die tevens eigendom zijn, de vrijheid geeft om de prachtigste<br />

resultaten te bereiken. Wij kunnen immers zonder afhankelijk te<br />

zijn van derden beslissen om een voorgenomen plan aan te passen<br />

aan ontdekkingen tijdens het restauratieproces. Het is duidelijk dat<br />

er voorlopig geen eind komt aan het werkveld van onze Vereniging<br />

en dat ‘Hendrick de Keyser’ zich razendsnel aanpast aan de ingrijpend<br />

gewijzigde omstandigheden in de Nederlandse monumentenz<br />

o r g .<br />

Particuliere schenkingen In 2006 zijn vier (!) van de elf<br />

aanwinsten geschonken aan de Vereniging. In twee gevallen betrof<br />

het een algehele schenking, in de twee andere gevallen behielden de<br />

schenkers het recht om het overgedragen huis te blijven bewonen.<br />

In 1999 heeft de heer P.J. Tichelaar de panden aan de Turfmarkt 5<br />

en 7 te Makkum al aan de Vereniging geschonken. Dit jaar heeft hij<br />

de twee garages die ieder bij een woning behoren eveneens ‘om<br />

niet’ overgedragen aan ‘Hendrick de Keyser’. Deze verwerving<br />

heeft uit historisch oogpunt geen waarde, maar het beheer van de<br />

Inspectie van het dak van Bolwerk 2 te Dordrecht<br />

onder leiding van de schenkers. Panoramisch uitzicht<br />

over het beroemde drierivierenpunt. (foto HdK)<br />

twee eerder verkregen panden wordt met deze acquisitie versterkt.<br />

Ter bestrijding van toekomstig onderhoud heeft de heer Tichelaar<br />

nog een bedrag aan deze schenking toegevoegd.<br />

Zeer bijzonder is het beroep dat mevrouw A. Bearda-Klijzing<br />

namens haar nicht mw. J . Hillerström al in 2004 op de Vereniging<br />

deed. In dat jaar werd duidelijk dat mevrouw Hillerström door haar<br />

hoge leeftijd niet meer in staat zou zijn om haar huis aan de Molenstraat<br />

63 te Den Helder zelf te bewonen. Het was echter de nadrukkelijke<br />

wens van mevrouw dat dit kleine, maar zeer zorgvuldig<br />

uitgevoerde huis in zorgzame handen zou komen. Het 19deeeuwse<br />

huis geniet geen enkele beschermde status en de vrees was<br />

zeer gerechtvaardigd dat het bij verkoop op de markt zwaar<br />

verbouwd of gesloopt zou worden. Nadat ons duidelijk werd hoe<br />

bijzonder het interieur van Molenstraat 63 was, heeft de Vereniging<br />

besloten zich over dit juweeltje te ontfermen. Omdat de kosten van<br />

het noodzakelijke herstel geheel voor rekening van de Vereniging<br />

zouden komen, besloot de familie tot een schenking. Direct na de<br />

overdracht in maart is begonnen met de restauratiewerkzaamheden.<br />

Eveneens deze zomer kwam de overdracht rond van een monument<br />

aan de Herengracht 241 te Amsterdam. Het betreft een in oorsprong<br />

17de-eeuws huis met een 19de-eeuwse lijstgevel, waarachter<br />

de interieurafwerking van een grondige verbouwing uit 1732 zeer<br />

gaaf bewaard is gebleven. Bij dergelijke verbouwingen van grachtenpanden<br />

in de 18de eeuw werd meestal een fors achterhuis met<br />

een luxe ontvangstzaal aan het huis toegevoegd. Bij Herengracht<br />

241 was daarvoor geen ruimte vanwege zijn ligging nabij een hoek.<br />

De zaal is hier in het voorhuis op de eerste verdieping ondergebracht.<br />

Het ondiepe perceel heeft op meer plaatsen in het huis tot<br />

curieuze oplossingen geleid, die wonderlijk genoeg eeuwen van<br />

gebruik ongeschonden hebben doorstaan. De huidige particuliere<br />

eigenaar/bewoners, de heer J.J.M. Bordens en mevr. E.H. Heesen,<br />

hebben met veel zorg alle historische details bewaard en gerestaureerd.<br />

Om deze zorg ook voor de verre toekomst te garanderen<br />

hebben zij besloten hun huis aan ‘Hendrick de Keyser’ te schenken,<br />

onder de voorwaarde dat zij het zelf mogen blijven bewonen.<br />

V E R S L A G V A N D E V E R E N I G I N G J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

waarde van 1,3 miljoen euro door managing director<br />

Ellen Damsma uitgereikt aan Pi de Bruijn en<br />

Carlo Huijts van onze Vereniging. (foto Roy Beusker)<br />

Het laatste pand dat onder deze condities aan de Vereniging<br />

is overgedragen, betreft een vroeg 20ste-eeuws<br />

redershuis te Dordrecht, Bolwerk 2. Dit in 1916 gebouwde rederijkantoor,<br />

annex woonhuis, kwam in 1935 in bezit van de familie van<br />

de huidige eigenaar/bewoners. Zij hebben het huis zeer zorgvuldig<br />

in authentieke staat gehouden, waardoor het op dit moment een<br />

goed bewaard voorbeeld is van ‘Berlagiaanse’ bouwstijl. Omdat het<br />

huis tot heden geen enkele monumentale bescherming geniet en op<br />

een zeer gewilde locatie ligt, vreesden de eigenaars/bewoners, de<br />

heer M.C.M. Schless en de heer L.H.M. Stroekxs van den Broek,<br />

verlies of aantasting van dit mooie voorbeeld van jonge bouwkunst.<br />

Door het huis onder te brengen bij Vereniging Hendrick de Keyser<br />

is dat in elk geval voorkomen.<br />

Steun van Fondsen Maar liefst vier fondsen hebben met<br />

grote bedragen mogelijk gemaakt dat de Vereniging zijn verwervingen<br />

of restauraties heeft kunnen realiseren.<br />

BankGiro Loterij De BankGiro Loterij toont zich al jaren<br />

een zeer trouwe partner wanneer Vereniging Hendrick de Keyser<br />

bijzondere verwervingen wil realiseren. Dit jaar heeft de Loterij<br />

zelfs besloten om haar bijdrage, die in de regel e 454.000 bedroeg,<br />

op te hogen naar e 800.000! Met de aanvankelijke toezegging was<br />

een bod uitgebracht op een bijzonder pand te Amsterdam. De<br />

onderhandelingen over dit bod zijn bij het ter perse gaan van dit<br />

Jaa<strong>rverslag</strong> nog altijd niet afgerond.<br />

In de loop van 2006 kwam het huis ‘In Bevereburch’ aan de Wijnstraat<br />

127 te Dordrecht op de vrije markt. Een huis uit 1556, dat<br />

zijn prachtige natuurstenen gevel in originele staat heeft bewaard en<br />

ook in de achterliggende constructie veel oorspronkelijke details<br />

herbergt. Bovendien wordt dit huis aan drie zijden ingesloten door<br />

ons huis ‘De Onbeschaamde’. Het was van enorm belang dat dit<br />

bijzondere huis aan het bezit van de Vereniging kon worden toegev<br />

o e g d .<br />

Groot was onze vreugde toen de BankGiro Loterij aangaf bereid te<br />

zijn om onze bijdrage voor 2006 op te trekken naar e 800.000,<br />

zodat ‘In Bevereburch’ kon worden gekocht!<br />

SNS REAAL Fonds Een tweede fonds dat een steeds belangrijker<br />

rol speelt voor onze Vereniging is het SNS REAAL<br />

Fonds. Dit fonds maakte het met een toezegging in 2005 mogelijk<br />

dat de restauratie van het koetshuis van de Buitenplaats ‘Nijenburg’<br />

ter hand kon worden genomen. Dit jaar heeft de Vereniging opnieuw<br />

het fonds benaderd toen een zeer authentieke boerderij in<br />

Rouveen (gem. Staphorst) op de vrije markt kwam.<br />

Het betreft een typische Staphorster boerderij uit de 19de eeuw.<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Het woongedeelte, met open vuur onder een nog houten rookvang<br />

en dito rookkanaal, is museaal van kwaliteit en daardoor niet voor<br />

hedendaagse bewoning geschikt te maken.<br />

De Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten<br />

(RACM) attendeerde ons op dit cultuurhistorische probleem.<br />

Voor dit monument was een bouwvergunning aangevraagd die een<br />

splitsing in twee wooneenheden behelsde. Daarmee zou zowel het<br />

bedrijfsgedeelte als het museale woongedeelte verloren gaan. De<br />

RACM verzocht ‘Hendrick de Keyser’ om dit pand te verwerven en<br />

zo behoud veilig te stellen.<br />

Naast het restauratie-inhoudelijke probleem dat uit deze verwerving<br />

voortvloeide, zou de restauratie veel kosten met zich meebrengen,<br />

waarvoor in het oude BRRM slechts e 50.000 gereserveerd was.<br />

Aanvullend budget voor een aankoop uit eigen middelen was derhalve<br />

geheel niet beschikbaar. Na een bezichtiging ter plaatse heeft<br />

het SNS REAAL Fonds de koopsom van dit markante object voor<br />

zijn rekening genomen en het behoud in ons bezit veilig gesteld.<br />

V S B f o n d s In 2006 is een belangrijke steun van het VSBfonds<br />

voor de restauratie van de Oude Molen te Valkenburg a/d Geul<br />

zeker gesteld. Het fonds had zich al eerder bereid verklaard om<br />

e 373.000 bij te dragen aan de restauratie van het gebouwencomplex<br />

en nog eens e 150.000 aan de restauratie van het molenwerk<br />

zelf, doch had hieraan de voorwaarde verbonden dat het Rijk tevens<br />

de maximale subsidie aan dit werk zou toekennen. Nu dat laatste<br />

zeker gesteld is, kon ook de genereuze bijdrage van het VSBfonds<br />

worden ingeboekt. Zonder<br />

deze steun was de restauratie<br />

van deze watermolen<br />

geheel onmogelijk geweest.<br />

Louisa van der<br />

Velden Stichting<br />

Dit fonds, dat de naam van<br />

de vorig jaar overleden oprichtster<br />

draagt, heeft een<br />

omvangrijke bijdrage in het<br />

vooruitzicht gesteld ten<br />

behoeve van de restauratie<br />

van het pand Wijnstraat<br />

153 te Dordrecht, thans<br />

bekend als ‘Huis Holster’.<br />

Dit 18de-eeuwse huis verkeert<br />

in een sterk verwaar-<br />

Start restauratie koetshuis Nijenburg.<br />

De heer J.H. Verburg van het SNS REAAL Fonds<br />

licht een deur uit zijn hengsels onder toeziend oog<br />

van mevr. G.W. van Montfrans en<br />

P.M. van der Laan. (foto HdK)<br />

7


8<br />

Alblasserdam, Cortgene 9, ‘Ambachtsherenhuis’<br />

(foto HdK)<br />

loosde staat en is een evident slachtoffer van de huidige subsidiemogelijkheden.<br />

De noodzakelijke restauratie van dit monument zou<br />

onder de oude regeling zwaar gesubsidieerd worden. Het huis heeft<br />

een dusdanige historische waarde dat de Vereniging zonder aarzeling<br />

tot verwerving zou zijn over gegaan. Thans ligt die situatie echter<br />

geheel anders. De onzekerheid over de subsidiebijdrage maakt<br />

dat eerst de gemeente Dordrecht zich garant moest stellen voor<br />

althans een gedeelte van deze bijdrage. Vervolgens was het eigen<br />

aandeel dermate hoog dat een fonds gezocht moest worden om dat<br />

financieel af te dekken. Voor dat laatste risico heeft de Louisa van<br />

der Velden Stichting een bijdrage van e 900.000 toegezegd! Hiermee<br />

kon de verwerving van ‘Huis Holster’ toch worden doorgezet.<br />

Inmiddels heeft, ter vervanging van het beoogde subsidie-aandeel,<br />

‘Huis Holster’ in 2006 meegedongen naar het miljoen van de<br />

BankGiro Loterij in het televisie programma ‘Restauratie’.<br />

Alhoewel met dit markante monument de finale werd gehaald, werd<br />

de hoofdprijs er niet mee gewonnen. Niettemin zal de verwerving<br />

begin 2007 zijn beslag krijgen en bestaat er inmiddels enig vertrouwen<br />

dat ook onder de tijdelijke ‘achterstandsregeling’ die thans in<br />

het leven is geroepen, door het Rijk restauratie subsidie aan dit<br />

object zal worden toegekend.<br />

Overdracht voor symbolische waarde In het vorig<br />

jaa<strong>rverslag</strong> is reeds gewezen op de overdracht door de gemeente<br />

Alblasserdam van het Ambachtsherenhuis aan het Cortgene 9. Dit<br />

pand is voor een symbolisch bedrag overgedragen, onder de verplichting<br />

om het zeer bouwvallige monument te restaureren. Aangezien<br />

de noodzakelijke bijdrage van rijkssubsidie voor deze restauratie<br />

door het nieuwe stelsel ongewis is, is door de gemeente Alblasserdam<br />

een garantie voor een deel van het noodzakelijke subsidiebedrag<br />

afgegeven. Toen ook de BankGiro Loterij aan deze restauratie<br />

wilde bijdragen, kon het pand begin dit jaar worden verworven.<br />

Voor dit pand heeft het Rijk inmiddels uit een speciale regeling een<br />

deel van het benodigde restauratie subsidie beschikbaar gesteld.<br />

De gemeente Naaldwijk had een vergelijkbaar probleem met het<br />

midden in deze plaats gelegen Heilige Geesthofje. Dit 17de-eeuwse<br />

complex heeft een unieke status omdat de bewoners tot de dag van<br />

vandaag ‘om niet’ in de huisjes wonen. Dit voorrecht zou voor de<br />

zittende bewoners overgaan op ‘Hendrick de Keyser’ terwijl tegelijkertijd<br />

een omvangrijke investering voor het herstel van het hofje<br />

gevraagd werd. Ook hiervoor gold echter de onzekerheid over een<br />

noodzakelijke subsidiebijdrage, welk probleem door de gemeente<br />

Naaldwijk op een inventieve wijze opgelost is. Elders in de gemeente<br />

bevond zich een restant van het vroegere kasteel ‘Honselaarsdijk’,<br />

gebouwd voor en bewoond door Prins Frederik Hendrik.<br />

Het betreft een deel van de zuidelijke vleugel van het inmiddels<br />

geheel verdwenen kasteel. Dit gebouw is ingrijpend gerestaureerd,<br />

bevindt zich in goede staat en is tevens goed verhuurd. Alleen het<br />

beheer van zo’n monument gaf de gemeente zorgen. Na enige<br />

jaren overleg is dit gebouw samen met het Heilige Geesthofje voor<br />

een symbolisch bedrag overgedragen, waarbij de huuropbrengst van<br />

Honselaarsdijk gedurende vijf jaar zal worden gebruikt om het hofje<br />

te herstellen. Een oplossing die in de geschiedenis geworteld is,<br />

omdat Frederik Hendrik tijdens zijn verblijf op Honselaarsdijk het<br />

Heilige Geesthofje sterk heeft gesteund!<br />

Het aspect ‘beheer’ speelde een doorslaggevende rol bij de twee<br />

andere monumenten die dit jaar voor een symbolisch bedrag aan de<br />

Vereniging zijn overgedragen. Zowel de rijk bewerkte watertoren te<br />

Schoonhoven, als de fraaie laat-gotische Cellebroederskapel te<br />

Maastricht zijn door speciaal daartoe in het leven geroepen stichtingen<br />

goed en vakkundig gerestaureerd. Beide stichtingsbesturen<br />

hebben echter geen expertise in het verhuren en onderhouden van<br />

dergelijke monumenten. Het hebben van een dagelijks bereikbaar<br />

apparaat is daarvoor al een van de eerste vereisten. Van beide stichtingen<br />

heeft ‘Hendrick de Keyser’ het monument overgenomen,<br />

waarbij de Stichting Cellebroederskapel de relatie met de kapel<br />

continueert als huurder en exploitant.<br />

BankGiro Loterij Restauratie Al geruime tijd leefde bij<br />

de BankGiro Loterij de wens om het succesvolle BBC-programma<br />

Restauration ook in Nederland op de televisie te brengen. In 2006<br />

is dat eindelijk gelukt met een productie van Endemol (ook verantwoordelijk<br />

voor de Engelse versie).<br />

Onze Vereniging nam deel aan dit programma met twee panden:<br />

Cortgene 9 (‘Ambachtsherenhuis’) te Alblasserdam en Wijnstraat<br />

153 (‘Huis Holster’) te Dordrecht. Beide panden hebben dringend<br />

een zware restauratie nodig en voor beide was geen subsidie<br />

beschikbaar. Cortgene 9 kwam op 25 november in de uitzending,<br />

doch vergaarde niet voldoende stemmen om door te gaan naar de<br />

finale. Wijnstraat 153 daarentegen behaalde in zijn uitzending op<br />

16 december zoveel stemmen, dat het pand een week later, op 23<br />

december, in de finale mocht strijden om de hoofdprijs: 1 miljoen<br />

euro voor de restauratie. Gevoegd bij de hiervoor genoemde steun<br />

van de Louisa van der Velden Stichting zou dit de restauratie in één<br />

keer financieel haalbaar maken. Spijtig voor ons slaagden wij niet in<br />

deze opzet en ging de hoofdprijs naar de restauratie van het zeer<br />

fraaie dorpskerkje van Vierhuizen (Gr.).<br />

Op de avond van 2 december werd tijdens de uitzending van Bank-<br />

Giro Loterij Restauratie gedurende drie minuten aandacht besteed<br />

aan het werk van onze Vereniging. Onze huurder van Vlasmarkt 51 t e<br />

Middelburg, de heer Th. Laurentius, leidde de kijker rond in zijn huis<br />

en toonde het prachtige resultaat van deze ingrijpende restauratie.<br />

V E R S L A G V A N D E V E R E N I G I N G J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

Als media ‘ambassadeur’ kon Vereniging Hendrick de Keyser gebruik<br />

maken van de steun en dringende aanbeveling van één van<br />

onze prominente huurders, de heer Paul Witteman. Wij prijzen ons<br />

gelukkig dat de heer Witteman is ingegaan op onze uitnodiging om<br />

in de toekomst bij gelegenheid opnieuw als onze ambassadeur op te<br />

treden.<br />

Alle media-aandacht rondom dit programma vormde een passende<br />

afsluiting van een jaar dat met lage verwachtingen begon, doch uiteindelijk<br />

in alle opzichten resulteerde in grote belangstelling voor<br />

ons werk en onze doelstelling.<br />

V e r w e r v i n g e n<br />

Alblasserdam, Cortgene 9,<br />

‘ A m b a c h t s h e r e n h u i s ’ Dit grote dijkhuis in de dorpskern<br />

van Alblasserdam, werd gebouwd in 1841 in opdracht van de<br />

ambachtsheer Cornelis Azn Rijkee. Op de oudste kadastrale kaart,<br />

van 1827, is te zien dat zich op deze markante plaats in het dorp al<br />

een huis bevond met ongeveer dezelfde maten. Bij de herbouw van<br />

1841 werd het oude huis, afgaande op het bewaarde bestek, gesloopt<br />

tot op de fundering en geheel door nieuwbouw vervangen.<br />

Het nieuwe pand bestond uit een hoofdhuis van 15 meter breed en<br />

Alblasserdam, Cortgene 9, dwarsdoorsnede en plattegrond bel etage.<br />

(tekeningen HdK)<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Alblasserdam, Cortgene 9, interieur<br />

van de rechter voorkamer. (foto HdK)<br />

12,5 meter diep en een bijna even groot koetshuis dat ten opzichte<br />

van de dijk iets terugligt. Beide bouwdelen hebben een schilddak<br />

waarvan de nok evenwijdig loopt aan de dijk. Door het grote verschil<br />

in maaiveldniveau tussen de dijk en het achterliggende laagveen<br />

zijn zowel het woonhuis als het koetshuis aan de achterzijde<br />

voorzien van een onderverdieping. Deze bevat in het koetshuis<br />

paardenstallen en in het woonhuis de keukens en voorraadkamers.<br />

Het voorgedeelte langs de dijk heeft daarentegen een extra verdieping<br />

die aan de achterzijde ontbreekt. De merkwaardige asymmetrische<br />

doorsnede van het geheel is op tekening goed afleesbaar.<br />

Het woonhuis is aan vier zijden opgetrokken in baksteen en heeft<br />

op alle lagen hoge schuifvensters met een roedenverdeling. Het<br />

koetshuis had alleen aan de voorzijde een gemetselde gevel. Deze<br />

was ter onderscheiding van het woonhuis voorzien van een pleisterlaag<br />

met blokverband. De linkerzijgevel en de achtergevel waren<br />

opgetrokken in hout. In tegenstelling tot het hoofdhuis werd het<br />

koetshuisdeel vrij vaak veranderd. Omstreeks 1910 verving men het<br />

metselwerk van de verdieping in een gele machinale baksteen, die<br />

ongepleisterd werd gelaten. Omstreeks 1950 werd een gedeelte van<br />

de ondergrond van het koetshuis verkocht aan de buurman ter linkerzijde.<br />

Het verkochte deel werd daarna gesloopt en het behouden<br />

gedeelte werd afgesloten met een nieuw gemetselde bakstenen<br />

muur. Door deze ingreep is de oude indeling van het koetshuis<br />

9


10<br />

grotendeels verloren<br />

gegaan. De<br />

verdwenen linker<br />

inrijpoort gaf door<br />

een intern straatje,<br />

dat van de dijk<br />

afliep, toegang tot<br />

de stallen in het benedengedeelte. De rechterpoort was de koetseningang.<br />

Tussen de koetsenstalling en het huis bevindt zich nog een<br />

tuigkamer. De verdieping en de kap van het koetshuis vormden<br />

waarschijnlijk één grote hooizolder.<br />

In tegenstelling tot het koetshuis is het woonhuis zeer goed<br />

bewaard gebleven. Het is daardoor een uniek voorbeeld van een<br />

herenhuis uit het midden van de 19de eeuw. De plattegrond is duidelijk<br />

afgeleid van die van de klassieke buitenplaatsen uit de 18de<br />

eeuw en vertoont bij voorbeeld verwantschap met ´Sparrendaal´ in<br />

Driebergen. Het huis is tweebeukig van aanleg. De voorbeuk langs<br />

de straat is duidelijk representatief van karakter en bestaat uit een<br />

centrale hal en een grote en kleine voorkamer. Beide kamers zijn<br />

betengeld en behangen en zijn voorzien van marmeren schouwen<br />

stucplafonds. De kleine kamer aan de linkerzijde was waarschijnlijk<br />

een spreekkamer of kantoortje. De grote kamer rechts was duidelijk<br />

de salon. In de achterste beuk liggen drie kamers naast elkaar. Ook<br />

deze vertrekken zijn betengeld en behangen maar de schouwen zijn<br />

hier eenvoudiger en de balklagen van de zoldervloer zijn in het<br />

zicht gelaten. De middenkamer in de as van de gang was de eetkamer.<br />

Links daarvan is een dienkamer met een houten keukenschouw<br />

en een binnentrap naar de keukens in het onderhuis. De<br />

kamer rechts achter is een slaapvertrek met bedsteden. Kenmerkend<br />

voor huizen van dit type is de dwarsgang tussen de voor- en de<br />

achterkamers en het feit dat bijna alle vertrekken door middel van<br />

tussendeuren met elkaar in verbinding staan. Daardoor was het<br />

mogelijk bij gelegenheden de kamers aan de rechterkant en de<br />

centrale eetkamer te gebruiken als één grote suite.<br />

Het onderhuis wordt ingenomen door een keuken, een bijkeuken<br />

en een voorraadkamer met gemetseld gewelf. De zolder is grotendeels<br />

leeg en bevat alleen aan de voorzijde twee in hout afgetimmerde<br />

slaapkamers met bedsteden.<br />

Door grondaankopen wisten de Rijkees achter hun huis een enorm<br />

erf te verwerven. Daar werd op basis van de indeling die werd ingegeven<br />

door de oude verkavelingssloten een landschapspark aangelegd,<br />

dat tot op de dag van vandaag is bewaard als het ‘bos van<br />

Rijkee’. Van dit inmiddels sterk verwilderde park is slechts een klein<br />

gedeelte aan de Vereniging mee overgedragen. Aan de historische<br />

band tussen huis en park is daarmee voorlopig een einde gekomen.<br />

Het huis verkeert bouwkundig gezien in een dramatisch slechte<br />

Alblasserdam, Cortgene 9, schouw<br />

van de keuken in het onderhuis. (foto HdK)<br />

toestand. Het pand is opgetrokken op een zware gemetselde fundering,<br />

zonder houten palen. Aan de voorzijde staat de fundering op<br />

de dijk. Aan de achterzijde rust deze aanleg in het laagveen. De<br />

hoofdconstructie van het huis is parallel aan de dijk. De binnenmuren,<br />

die ook garant moeten staan voor de dwarsstabiliteit, rusten op<br />

gemetselde gordelbogen die tussen de gefundeerde muren zijn<br />

geslagen. Door het zakken van het laagveen moet het huis al kort<br />

na de bouw langzaam achterover zijn gaan hellen. Dat is een natuurlijke<br />

zetting die bij bijna alle dijkhuizen optreedt. In de 20ste<br />

eeuw is door een aantal opeenvolgende dijkverzwaringen de druk<br />

op de voorgevel zodanig vergroot, dat het voorgedeelte van het<br />

huis apart is gaan zakken en licht voorover helt. Door deze tegengestelde<br />

beweging is de constructie van het huis min of meer<br />

‘gekraakt’ en zijn de meeste gordelbogen onder de binnenmuren<br />

ingestort. Het zal alleen door uitgebreide funderingswerken mogelijk<br />

zijn dit huis voor de toekomst te behouden.<br />

Amsterdam, Herengracht 241. (foto HdK)<br />

V E R S L A G V A N D E V E R E N I G I N G J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

Amsterdam, Herengracht 241, teruggevonden stucplafond in de voorkamer op de bel etage. Toestand voor en na restauratie. (foto’s HdK)<br />

Amsterdam, Herengracht 241 Het huis werd gebouwd<br />

in 1732 als eigen woonhuis voor de metselaar Arnold van<br />

Sprang (1690-1759). Van Sprang was afkomstig uit een familie van<br />

metselaars. Zijn werkzame leven viel grotendeels in de periode van<br />

de Lodewijk XIV-stijl, een periode waarin bijna alle 17de-eeuwse<br />

grachtenhuizen van Amsterdam werden gemoderniseerd. Bij een<br />

bescheiden verbouwing beperkte men zich tot het vervangen van de<br />

vensters in de voorgevel en het moderniseren van de decoratie van<br />

de gang en de voornaamste kamers. Bij een meer rigoureuze aanpak<br />

werd de hele voorgevel opnieuw opgetrokken en werd een huis van<br />

binnen volledig opnieuw gedecoreerd in de nieuwe stijl.<br />

In combinatie met vakbroeders was een metselaar als Van Sprang in<br />

staat grote werken uit te voeren. Hij werkte samen met de beeldhouwer<br />

Francois Absiel en de timmerman Adriaan Roosendael.<br />

Met de grote aannemer-timmerman Jan Cloppenburg bouwde hij<br />

in 1750 de Nieuwe Synagoge op het Jonas Daniel Meijerplein.<br />

Zijn eigen woonhuis op de Herengracht heeft in het Grachtenboek<br />

van 1770 nog geheel de gedaante van 1732. Het huis bestaat uit<br />

een souterrain, begane grond en twee verdiepingen en heeft aan de<br />

zijde van de gracht een eenvoudige gemetselde halsgevel met gebeeldhouwde<br />

klauwstukken en topafdekking in Lodewijk XIV-stijl.<br />

Bij een verbouwing in de eerste helft van de 19de eeuw werd de<br />

gevel gewijzigd in een lijstgevel. Om het oude zadeldak aan het<br />

zicht te onttrekken, werd het voorste gedeelte van het huis, voor de<br />

oude zolder en de vliering langs, opgetrokken tot aan de nok van<br />

het dak, zodat het huis veel hoger leek dan het in werkelijkheid was.<br />

Het huis van 1732 was geen nieuwbouw, maar kwam tot stand<br />

door de verbouwing van een 17de-eeuws huis dat Van Sprang in<br />

1731 voor f 5.400 had aangeschaft. Door de ligging dicht bij de<br />

hoek met de Gasthuismolensteeg was er bijna geen achtererf en was<br />

het huis goedkoper dan de grotere buurhuizen aan de linkerzijde.<br />

Van Sprang kende door zijn werk aan de grote grachtenhuizen de<br />

mogelijkheden van het luxueuze wonen en trachtte in zijn eigen<br />

huis de rijke voorbeelden zo goed mogelijk te volgen. Waarschijnlijk<br />

kon hij voor de afwerking van de interieurs een beroep doen op<br />

de vakgenoten waarmee hij voor opdrachtgevers van buiten samenwerkte:<br />

de kwaliteit van de afwerking van de interieurs ligt in dit<br />

huis vele malen hoger dan men op basis van de ligging en de afmetingen<br />

zou mogen verwachten. De oude pakkelder werd in gebruik<br />

genomen als huishoudelijk onderhuis. Achter de voordeur op de<br />

hoofdverdieping kwam een gang met fijn stucwerk en statige<br />

deuren met lijstwerk in Lodewijk XIV-stijl. De trap, die vroeger<br />

ongeveer halverwege het huis gestaan zal hebben, werd verplaatst<br />

naar het kleine erfje achter het huis, zodat op de bel etage ruimte<br />

ontstond voor een kleine suite. De nieuwe trap werd een pronkstuk<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

van timmermanskunst: binnen een vierkante koker wentelen de<br />

eiken treden met gesneden balusters zich zonder onderbreking<br />

omhoog van het souterrain tot aan de zolder, rond een open<br />

schalmgat. Binnen zeer bescheiden dimensies is op deze manier<br />

een maximum aan ruimtewerking bereikt.<br />

De grootste verrassing van het huis ligt op de eerste verdieping.<br />

Bijna alle beschikbare ruimte wordt hier ingenomen door een<br />

pronkkamer aan de voorzijde, die in niets onderdoet voor de ontvangstvertrekken<br />

van de grootste grachtenhuizen. Op de bel etage<br />

was door de aanwezigheid van de gang naar achteren geen gelegenheid<br />

tot een creëren van een vertrek van behoorlijke dimensies<br />

waarin een rijke interieurafwerking tot haar recht zou komen. De<br />

eerste verdieping aan de voorzijde was de enige plek in het huis<br />

waar een dergelijke kamer de volledige breedte van het huis kon<br />

beslaan. De kamer heeft een omgaande lambrisering en is door een<br />

uitgetimmerde wand gescheiden van een kleine dienkamer bij de<br />

trap. Het plafond is voorzien van prachtig stucwerk met in de hoeken<br />

voorstellingen van de vier jaargetijden. Het centrale deel van<br />

het plafond wordt geheel ingenomen door een geschilderde allegorische<br />

voorstelling in de stijl van Jacob de Wit. Voorgesteld is de<br />

godin Flora die, omgeven door bloemenmanden en putti met kransen<br />

en boeketten uitdrukking geeft aan het thema ‘welvaart’.<br />

Bijzonder is dat de voorstelling rechtstreeks op stuc is geschilderd,<br />

een wijze van werken die in Amsterdam nauwelijks voorkomt.<br />

De verbouwing van de bel etage van dit huis, die kort na de overdracht<br />

aan de Vereniging ter hand werd genomen, bracht een verrassing<br />

die het huis uit kunsthistorisch oogpunt nog waardevoller<br />

maakt. De kleine voorkamer bleek voorzien van een weggetimmerd<br />

stucplafond dat qua vormentaal een herhaling vormt van het grote<br />

Gevel in het Grachtenboek van Caspar Philips, derde huis van rechts.<br />

Halsgevel met gebeeldhouwde topafdekking en siervazen.<br />

11


12<br />

Amsterdam, Herengracht 241, plafond van de voorkamer<br />

op de eerste verdieping. (foto HdK)<br />

plafond op de verdieping. Het terugliggende centrale middendeel<br />

en de hoekstukken zijn hier volledig voorzien van decoratief stucwerk<br />

in Lodewijk XIV-stijl. Het plafond was door latere verbouwingen<br />

zeer zwaar beschadigd, maar is bij het ter perse gaan van dit<br />

jaa<strong>rverslag</strong> inmiddels geheel hersteld. Op de vloer en op het plafond<br />

was de plaats zichtbaar van de oorspronkelijke middenseparatie<br />

tussen voor- en achterkamer. Deze zal op de oude plaats worden<br />

teruggebracht in de vorm van een kastenwand met dubbele deuren.<br />

De Vereniging is door deze schenking in het bezit gekomen van<br />

een zeer bijzonder klein grachtenhuis, dat laat zien dat rijke interieurafwerking<br />

in de 18de eeuw niet was voorbehouden aan de grote<br />

g r a c h t e n h u i z e n .<br />

Den Helder, Molenstraat 63 De Molenstraat ligt aan<br />

de oostelijke grens van het oude vissersdorp, in een buurtje dat tot<br />

ontwikkeling kwam na de stichting van de Rijkswerf in 1812. Aanvankelijk<br />

was de gehele Molenstraat bebouwd met kleine arbeidershuisjes<br />

onder dwarse zadeldaken tussen puntgevels. Rond 1900<br />

veranderde de stedenbouwkundige situatie doordat de oude vestinggracht<br />

langs de achterzijde van de percelen voor bebouwing<br />

beschikbaar kwam. Daar verrees – voor een deel – een singelachtige<br />

bebouwing van grote huizen, zodat de Molenstraat het karakter<br />

Den Helder, Molenstraat 63, dakkapel op<br />

het achterschild van de kap. (foto HdK)<br />

Detail stucwerk. (foto HdK)<br />

kreeg van een achterstraat. In de tweede helft van de 20ste eeuw<br />

verschoof het centrum van het moderne Den Helder in oostelijke<br />

richting: de bebouwing aan de even zijde van de Molenstraat maakte<br />

grotendeels plaats voor achterkanten van grootwinkelbedrijven<br />

en een parkeergarage. Het huisje Molenstraat 63 is daardoor in de<br />

huidige situatie één van de laatste oorspronkelijke kleine huisjes, die<br />

herinnert aan de 19de-eeuwse ontwikkeling van Den Helder, van<br />

vissersdorp tot marinestad.<br />

Bij de restauratie van het huisje, waarmee direct na de overdracht in<br />

2006 een begin werd gemaakt, werd veel duidelijk over de oorspronkelijke,<br />

midden 19de-eeuwse toestand. Het huisje was ongeveer<br />

4 meter breed en 7 meter lang. De begane grond was verdeeld<br />

in een voorruimte en een achterkamer met een stookplaats tegen de<br />

linker bouwmuur. Achter het huis was een klein plaatsje met een<br />

houten keukenuitbouw en een buitenplee. Aan de straatzijde was de<br />

voorgevel opgetrokken tot en met de eerste verdieping. Daardoor<br />

bevond zich aan de voorzijde nog een vrij ruime kamer met in de<br />

voorgevel twee vensters met schuiframen. Het dwarskapje was gevat<br />

tussen twee gemetselde puntgevels en liep aan de achterzijde schuin<br />

af tot aan de balklaag boven de begane grond. Een dergelijke asymmetrische<br />

kap, met een afluiving aan de achterzijde, komt veel voor<br />

bij volkswoningbouw uit het midden van de 19de eeuw, maar is<br />

zelden bewaard gebleven. De Vereniging bezit in<br />

Hoorn twee voorbeelden aan de Grote Oost 86-88.<br />

Een bijzonderheid van het huisje in Den Helder is dat<br />

op het achterschild van de kap een zeer grote dakkapel<br />

is geplaatst die aan de buitenzijde is voorzien van een<br />

houten fronton en zijpanelen met spitsboognissen. De<br />

binnenzijde is afgetimmerd met een houten tongewelfje.<br />

De zijdelen onder de schuinte van de kap zijn benut<br />

voor de plaatsing van bedsteden met deuren en schuifladen<br />

onder de bedbodems. Deze geheel uitgetimmerde<br />

constructie roept reminiscenties op aan een scheepskajuit<br />

en is in zijn eenvoud van een grote zeldzaamheidswaarde.<br />

In deze vorm werd het huisje in 1904 gekocht door<br />

Arie Antonie Zon, die gehuwd was met Jannetje Smit.<br />

Kort na de aankoop liet dit echtpaar het huisje geheel<br />

moderniseren. Zeer uitzonderlijk is het, dat bij deze<br />

verbouwing getracht werd binnen de plattegrond van<br />

krap 30 meter in het vierkant, geheel de indeling te<br />

realiseren van een herenhuis van omstreeks 1900. De<br />

voorruimte en de woonkamer aan de achterzijde werden<br />

gekoppeld door middel van dubbele deuren met geëtst<br />

V E R S L A G V A N D E V E R E N I G I N G J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

glas. Achter de voordeur kwam een gang met een gemarmerde lambrisering<br />

en deuren en kozijnen met houtimitatie. Vanwege de beperkte<br />

breedtemaat kon de gang niet doorlopen langs de trap naar<br />

de keuken. Dit ongemak werd op onconventionele wijze opgelost<br />

door het afschuinen van een hoek van de voorkamer en het plaatsen<br />

van een extra deur als toegang tot de achterkamer. Op deze wijze<br />

kon men via de achterkamer naar de keuken en kon de voorkamer,<br />

die werd afgeschilderd in drie kleuren, het karakter krijgen van een<br />

salon. Op de verdieping is deze indeling op bescheiden wijze herhaald<br />

door het plaatsen van een tussenwandje met dubbele glasdeuren<br />

tussen het trapportaal en de voorkamer. Bij de verbouwing van<br />

1904 werd de voorgevel voorzien van pleisterwerk in blokverband.<br />

De salon kreeg een nieuw venster met een T-raam en de voordeur<br />

werd voorzien van een deur met rijk bewerkte panelen. De achterkamer<br />

kreeg een hoekschouwtje met facettegels en openslaande<br />

deuren naar de binnenplaats. De grote dakkapel op het achterschild<br />

van de kap werd ongewijzigd gehandhaafd.<br />

Het huisje werd tot in 2004 bewoond door mevrouw J. Hillerström,<br />

een kleindochter van Arie Zon en Jannetje Smit. Het was de uitdrukkelijke<br />

wens van mevrouw Hillerström dat het huisje in deze<br />

vorm bewaard zou blijven. Daartoe werd door haar nicht, mevrouw<br />

A. Bearda-Klijzing, contact opgenomen met Vereniging Hendrick<br />

de Keyser, met de intentie het huis te schenken. Op dat moment<br />

bleek dat het huis nog behoorde tot de onverdeelde boedel van<br />

A.A. Zon en dat er sprake was van verschillende gerechtigden.<br />

Het duurde daardoor nog rui m een jaar voordat de schenking haar<br />

beslag kon krijgen.<br />

Dordrecht, Bolwerk 2 / Merwekade 102 D i t<br />

pand werd gebouwd in 1916 als rederijkantoor met directeurswoning<br />

en ligt op het noordelijkste puntje van de stad, aan het<br />

beroemde drierivierenpunt. Op deze belangrijke plek in de stadsverdediging<br />

lag tot ver in de 18de eeuw een in de rivier uitgebouwd<br />

bolwerk, dat met zijn kanonnen de toegang tot de Wijnhaven<br />

bewaakte. Na sloop van het bolwerk werd dit buitendijkse gebied<br />

opgehoogd tot een handelskade, waarlangs in de 19de eeuw huizen<br />

en bedrijfspanden werden gebouwd.<br />

Het pand Bolwerk 2 verrees in opdracht van de reder Dirk van<br />

Loon, die voer met sleepboten op Antwerpen en Zeeland. In 1915<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Den Helder,<br />

Molenstraat 63,<br />

voorgevel voor en<br />

na restauratie.<br />

Het schilderwerk van<br />

de ramen is nog niet<br />

gereed. (foto’s HdK)<br />

kocht hij het café van<br />

de heer Van Herwaarden<br />

op de hoek<br />

van de Merwekade,<br />

dat hij in 1916 geheel<br />

liet slopen en<br />

vervangen door het<br />

huidige pand. De plek was uniek, want door de ligging op een<br />

hoek, biedt de voorzijde uitzicht op het grote water, terwijl vanuit<br />

de zijgevel de Wijnhaven en de oude stad zichtbaar zijn. Het pand<br />

werd gebouwd door de aannemer F. Stam, architect onbekend.<br />

Voor de buitenzijde is een sobere baksteenarchitectuur in de trant<br />

van Berlage toegepast, met zware lateien boven de vensters en<br />

hoekblokken en vensterbanken van natuursteen. Het pand bestaat,<br />

op een vrij compacte plattegrond, uit drie volledige bouwlagen en<br />

een kapverdieping met dakschilden naar de voor- en zijgevel. Aan<br />

beide zijden is een gedeelte van de gevel hoger opgetrokken en<br />

beëindigd in de vorm van een puntgevel. De hoek van zij- met<br />

voorgevel wordt geaccentueerd door middel van een schoorsteen,<br />

die in het metselwerk uitkraagt boven het niveau van de begane<br />

Dordrecht, Bolwerk 2 / Merwekade 102. (foto HdK)<br />

13


14<br />

Dordrecht, Bolwerk 2 / Merwekade 102. Betegelde<br />

schouw in het directiekantoor op de begane grond.<br />

Gang van het kantoorgedeelte.<br />

(foto’s HdK)<br />

grond. Aan de voorgevel is de uitkraging voortgezet en ondersteund<br />

door natuurstenen consoles aan de onderzijde van de verdieping.<br />

Het linker geveldeel heeft een driezijdig uitgebouwde erker,<br />

die doorloopt van de begane grond naar de eerste verdieping en die<br />

eindigt in een klein balkon dat behoort bij de ouderslaapkamer op<br />

de tweede verdieping. De erker aan de zijgevel hoort bij de daagse<br />

woonkamer op de eerste verdieping en wordt gedragen door zware<br />

zandstenen consoles. Het huis doet in totaalopzet en detaillering<br />

sterk denken aan het huis dat Berlage in 1912 bouwde op het eind<br />

van de Koninginnegracht in Den Haag. Berlages architectuur was<br />

voor veel architecten en aannemers uit het tweede decennium van<br />

de 20ste eeuw een bron van inspiratie.<br />

De voordeur aan de Merwekade gaf toegang tot de rederij met<br />

rechts van de gang het privékantoor en links het bediendenkantoor<br />

voor vijf medewerkers. De gang en vestibule zijn voorzien van terrazzovloeren<br />

en betegelde lambriseringen. De kamers hebben een<br />

houten lambrisering en beide een bijzondere betegelde schouw van<br />

de bekende keramist Brouwer. Achter het kantoor is een ‘dienstgang’<br />

die de traphal van het woongedeelte verbindt met het kantoor<br />

en de keukenuitbouw links achter. Deze keukenuitbouw, die<br />

grenst aan de voormalige binnenplaats, bevat een waskeuken op de<br />

begane grond en een kookkeuken met bijkeuken op de eerste verdieping<br />

bij het woonhuis. Via een diensttrap waren waskeuken en<br />

kookkeuken rechtstreeks voor leveranciers bereikbaar.<br />

De bovenwoning beschikt over een groot eigen trappenhuis, dat<br />

met een vestibule en een buitenportiek uitkomt in de zijgevel. De<br />

trapopgang is van de begane grond tot en met de derde verdieping<br />

voorzien van een sierbetegeling en van ramen met glas-in-lood.<br />

De indeling van het bovenhuis correspondeert niet met die van het<br />

kantoor op de begane grond. De traphal beslaat zowel op de woonverdieping<br />

als op de slaapverdieping een kwart van de plattegrond.<br />

Op de eerste verdieping aan de<br />

voorzijde liggen een, door middel<br />

van een suite gekoppelde<br />

woonkamer en salon. Op deze<br />

verdieping wordt het trappenhuis<br />

geflankeerd door de keuken en<br />

een ‘speel- en naaikamer’, die later<br />

werd gebruikt als eetkamer.<br />

De woonvertrekken maken, met<br />

marmeren schouwen, glas-inlood<br />

bovenramen, paneeldeuren<br />

en gestucte koofplafonds, een<br />

klassiekere indruk dan het voor<br />

die tijd vrij modern gehouden<br />

kantoor op de begane grond.<br />

Op de tweede verdieping bevinden zich rondom de hal drie slaapvertrekken<br />

en een badkamer. De derde etage bevat een grote<br />

logeerkamer met gescheiden sanitaire ruimte (voormalige droogzolder),<br />

een dienstbodekamer, bergruimte en liftkamer.<br />

In 1935 werd het pand gekocht door Friedrich Wilhelm Schless.<br />

Deze was direct na de Eerste Wereldoorlog uit het Duitse Rijnland<br />

naar Dordrecht gekomen als vertegenwoordiger van rederij Schless,<br />

die zich toelegde op de Rijnvaart. De Rijnvaart was een apart<br />

specialisme, waarvoor sterke (stoom-)sleepboten nodig waren die<br />

stroomopwaarts tot Basel konden varen. Rederij Schless groeide in<br />

Nederland in de jaren ‘50 uit tot de grootste particuliere Rijnvaartrederij<br />

met dertig sleepboten, vijf vrachtschepen en drie bunkerstations.<br />

Nadat het kantoor was verhuisd naar een nieuw gebouw<br />

verderop aan de Merwekade, diende Bolwerk 2 uitsluitend als<br />

w o o n h u i s .<br />

Een van de zoons van de heer F.W. Schless, de heer M.C.M.<br />

Schless, kocht in 1974 het gebouw uit diens erfenis. Voornoemde<br />

zoon woont sinds 1935 in dit pand en sinds 1974 tezamen met zijn<br />

partner, de heer L.H.M. Stroekxs van den Broek. Het zijn deze<br />

twee bewoners die samen het gebouw aan Vereniging Hendrick de<br />

Keyser hebben geschonken.<br />

Dordrecht, Wijnstraat 127, ‘In Bevereburch’<br />

De gevel van dit huis behoort tot de zeldzame midden 16de-eeuwse<br />

gevels in vroege renaissancestijl. Hij is geheel opgetrokken in witte<br />

Belgische natuursteen en werd vermoedelijk in zijn geheel van de<br />

Brabantse steenhandel betrokken. Dordrecht was vanouds een belangrijke<br />

schakel in de verspreiding van natuursteensoorten uit de<br />

Zuidelijke Nederlanden. Deze steen kon in ruw behakte vorm worden<br />

geleverd als bouwmateriaal. Vaak kwamen er onderdelen voor<br />

gevels en interieurs als kant en klaar product over de Maas naar<br />

V E R S L A G V A N D E V E R E N I G I N G J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

Dordrecht. De kostbaarste optie was een gevel in zijn geheel aan de<br />

groeve te laten hakken en als eindproduct naar de plaats van bestemming<br />

te verschepen. Een ouder voorbeeld van deze wijze van<br />

werken, geeft ons grote huis Wijnstraat 113 uit 1495, nog geheel in<br />

de stijl van de late gotiek. De gevel van huis ‘In Bevereburch’ is een<br />

voorbeeld in renaissancestijl. Aan het eind van de 16de eeuw kwam,<br />

door de afsluiting van de Zuidelijke Nederlanden, aan de import<br />

van Brabantse natuursteen abrupt een einde.<br />

Bijzonder is het dat de gevel van Wijnstraat 127 nooit lijkt te zijn<br />

gewijzigd: op de oudste foto’s en tekeningen van het huis is de indeling<br />

en decoratie exact hetzelfde als in de huidige toestand. Dit is<br />

daarmee zonder twijfel één van de meest originele 16de-eeuwse<br />

gevels van ons land. De begane grond, die gedeeltelijk onder het<br />

niveau van de straat is verdwenen, heeft het karakter van een onderhuis.<br />

Achter de voordeur is een binnentrap naar het niveau van de<br />

bel etage. De rest van de kelder is voorzien van stenen gewelven en<br />

zal zijn bedoeld als wijnkelder. In de onderpui bevindt zich een<br />

prachtig gebeeldhouwde gevelsteen met het wapen van de burgemeestersfamilie<br />

Van Beveren. Jaartalankers geven het moment van<br />

de bouw: 1556. De bel etage is voorzien van drie gekoppelde natuurstenen<br />

kruiskozijnen, een voor Nederland zeer ongebruikelijke<br />

oplossing. De voorkamer op de eerste verdieping heeft twee losse<br />

kruiskozijnen. Het geveltopje daarboven is voorzien van sierlijk krulwerk<br />

en draagt in de gevelbeëindiging opnieuw het jaartal 1556.<br />

Inwendig dateert het pand uit dezelfde tijd als de voorgevel: er is<br />

gebouwd met balklagen van moer- en kinderbinten. De hoofdbalklaag,<br />

boven de bel etage, wordt gedragen door zware consoles, die<br />

net als de voorgevel een overgang laten zien van late gotiek naar<br />

vroege renaissance: het natuurstenen ondergedeelte heeft zware<br />

profielen die in de verte nog zijn afgeleid van gotische peerkralen;<br />

het houten gedeelte direct onder de balk heeft een zuiver kroonlijstprofiel<br />

(zie afb. pag. 5).<br />

De geschiedenis van het huis is nauw verbonden met die van het<br />

grote buurhuis ‘De Onbeschaamde’. Dit werd tussen 1650 en 1653<br />

gebouwd in opdracht van burgemeester Abraham van Beveren op<br />

de plaats van drie gesloopte laat-middeleeuwse huizen. ‘In Beverenburch’,<br />

dat gezien de gevelsteen ooit gebouwd moet zijn voor een<br />

telg van het geslacht Van Beveren, was op dat moment geen eigendom<br />

van de bouwheer van ‘De Onbeschaamde’ en werd om die<br />

reden niet bij de nieuwbouw betrokken. Het huis behield daardoor<br />

nog circa honderd jaar zijn oude langgerekte vorm met waarschijnlijk<br />

een keuken in het achtergedeelte, grenzend aan de tuin. In<br />

1757 kwam daarin verandering. Het huis werd aangekocht door het<br />

Dordtse regentenpaar Adriaan Stoop en Johanna Onderwater, die<br />

in deze jaren het grote buurhuis geheel lieten moderniseren in<br />

Lodewijk XV-stijl. Het achtergedeelte van ‘In Bevereburch’ werd<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Dordrecht, Wijnstraat 127,<br />

‘In Bevereburch’. (foto HdK)<br />

daarbij als keuken bij ‘De Onbeschaamde’ gevoegd. Tussen de<br />

nieuwe keuken en het oude huis werd een kleine binnenhof uitgebroken<br />

die licht moest brengen in het nieuwe trappenhuis van ‘De<br />

Onbschaamde’. ‘In Bevereburch’ bleef nog tot omstreeks 1900 als<br />

‘dienstwoning’ in gebruik bij het buurhuis. Mede om die reden<br />

werd aan de gevel van het huis waarschijnlijk nooit iets gewijzigd.<br />

Honselersdijk, Hofstraat 27-29, ‘Nederhof’<br />

Dit carrévormige complex kwam tot stand in het midden van de<br />

17de eeuw als uitbreiding van het Hof te Honselersdijk, het paleis<br />

dat vanaf 1621 in aanbouw was in opdracht van Prins Frederik<br />

Hendrik. Het belang van dit gebouw vindt u toegelicht in het tweede<br />

deel van dit jaa<strong>rverslag</strong> in een bijdrage van de hand van de heer<br />

prof. dr K.A. Ottenheym, hoogleraar architectuurgeschiedenis aan<br />

de RU Utrecht en bestuurslid van onze Vereniging.<br />

Maastricht, Cellebroedersstraat 4,<br />

‘ C e l l e b r o e d e r s k a p e l ’ Voor het eerst in 35 jaar heeft de<br />

Vereniging een verwerving in de tweede monumentenstad van<br />

Nederland. De Cellebroederskapel is een restant van een middeleeuws<br />

klooster van lekenbroeders die zich wijdden aan de ziekenverzorging.<br />

De geschiedenis van dit bijzondere, geheel in mergelsteen<br />

opgetrokken gebouw vindt u beschreven in een apart artikel<br />

van de hand van de heer Servé Minis, medewerker cultureel erfgoed<br />

van de gemeente Maastricht. Na de verwerving begin 2006 van de<br />

Heilige Geestkapel in Naaldwijk en na de in 1918 (sic) gekochte<br />

kapel van Gageldonk, is dit het derde kerkgebouw in het bezit van<br />

de Vereniging.<br />

15


16<br />

Makkum, Garages bij Turfmarkt 5 en 7 V a n u i t<br />

kunst- of bouwhistorisch oogpunt behoeven deze twee garageboxen,<br />

uit de jaren ’70 van de vorige eeuw, geen nadere beschrijving.<br />

Als verkrijging zijn zij evenwel de moeite waard, omdat de<br />

garages direct grenzen aan het achterterrein van onze panden Turfkade<br />

5 en 7 te Makkum. De heer P.J. Tichelaar schonk deze panden<br />

in 1999 aan onze Vereniging en het eigendom van de twee garages<br />

vergroot de verhuurbaarheid van de twee huizen. Wij zijn dan ook<br />

dankbaar dat de heer Tichelaar de garages aan zijn eerdere schenking<br />

heeft toegevoegd.<br />

Naaldwijk, Heilige Geesthofje 1-12 De stichting<br />

van dit hofje in de dorpskern van Naaldwijk, iets ten zuiden van de<br />

Hervormde Kerk en de Kerkring, gaat terug tot de late middeleeuwen.<br />

Het hofje behoort daarmee tot de vroegste instellingen van<br />

liefdadigheid die in ons land bewaard zijn. In 1496 overleed<br />

Hendrik IV, heer van Naaldwijk. Hij liet een bedrag na aan de<br />

‘Heilige Geest’, het kerkelijk armenbestuur, tot huisvesting van vijf<br />

arme mannen. Van dit bedrag werden, op een erf dat voorheen<br />

behoorde bij de pastorie, vijf woningen gebouwd. Later is deze<br />

bebouwing uitgebreid met nog eens vijf woningen voor mannen en<br />

tien woningen voor vrouwen, zodat een complex van twintig<br />

woningen ontstond. De woningen liggen in rijen aan weerszijden<br />

van een grote binnenhof die wordt afgesloten door een éénbeukige<br />

kapel met een driezijdige sluiting, gewijd aan de Heilige Geest. Na<br />

Naaldwijk, Heilige Geesthofje. (foto HdK)<br />

de reformatie werden de huisjes beheerd door een stichting met de<br />

naam het ‘Domaniale Oude Mannen- en Vrouwenhuis’. Nadat<br />

Prins Frederik Hendrik, die in de omgeving van Naaldwijk zijn<br />

jachtslot Honselaarsdijk liet bouwen, in 1612 eigenaar werd van de<br />

heerlijkheid Naaldwijk, trad hij op als beschermheer van het hofje.<br />

In 1627 en 1631 werden door hem stichtingsbrieven afgegeven en<br />

het financiële beheer kwam onder toezicht van een rentmeester die<br />

door de Prins van Oranje zelf werd benoemd. In 1641 werd het wapen<br />

van Frederik Hendrik geplaatst boven de ingang van de kapel,<br />

waarschijnlijk bij gelegenheid van een gedeeltelijke vernieuwing van<br />

het gebouw. De kapel werd in 1807 door Koning Lodewijk Napoleon<br />

in gebruik gegeven aan de Nederlands Israëlitische<br />

gemeente te Naaldwijk, die het gebouw als synagoge gebruikte tot<br />

circa 1920. Vanaf 1935 was het streekmuseum er in ondergebracht.<br />

Momenteel wordt de kapel verhuurd voor concerten en exposities<br />

en wordt zij door de gemeente Westland gebruikt als trouwlocatie.<br />

De huisjes bleven altijd in gebruik als woningen voor oude van<br />

dagen, die er tot op de dag van vandaag kosteloos mogen wonen.<br />

De huidige bebouwing gaat waarschijnlijk geheel terug tot de eerste<br />

helft van de 17de eeuw. De gevels zijn opgetrokken in gele ijsselsteen<br />

onder toepassing van fel rode baksteen voor de bogen boven<br />

de vensters. De woningen liggen onder een doorlopend zadeldak<br />

waaruit om de twee vensters een met een topgevel beëindigde aankapping<br />

naar voren steekt. Verschillen tussen de noord- en de zuidvleugel<br />

geven aan dat het complex niet in één bouwfase tot stand<br />

V E R S L A G V A N D E V E R E N I G I N G J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

kwam. De noordvleugel bestaat uit en reeks van elf woningen met<br />

in totaal 5 topgevels. De middelste is uitgevoerd als tuitgevel en<br />

wordt bekroond door een overhoeks geplaatste toppilaster. De<br />

overige vier hebben eenvoudige puntgevels met vlechtingen. Deze<br />

woningen kunnen nog dateren van omstreeks 1600. De woningen<br />

aan de overzijde zijn wat kloeker in uitvoering en ook ontbreekt<br />

daar het afwijkend uitgevoerde middentopje. Waarschijnlijk werd<br />

deze reeks gebouwd of herbouwd in de tijd van Frederik Hendrik,<br />

rond 1630.<br />

Een merkwaardigheid die zich aan beide zijden van de binnenhof<br />

voordoet, is dat de indeling van de gevels niet synchroon loopt met<br />

de indeling van de woningen daarachter. Ieder huisje bestond uit<br />

een woonkamer met een deur en een raam en een stookplaats tegen<br />

de zijgevel. De achterwand werd ingenomen door een bedstede en<br />

een kast waarin de trap naar de zolder was opgenomen. De voordeuren<br />

van twee woningen zijn steeds bij elkaar gezet onder een<br />

geveldeel met een topgevel. De scheiding tussen twee woningen<br />

bevindt zich daardoor midden achter de topgevels en sluit op<br />

zolderniveau aan op de middenstijl van het centraal geplaatste kruiskozijn.<br />

Deze kruiskozijnen werden om die reden niet gewijzigd bij<br />

een modernisering van de vensters in het midden van de 19de<br />

eeuw. Bij een restauratie in de jaren ‘60 van de vorige eeuw werden<br />

de woningen twee aan twee samengevoegd, waarbij één van de kamers<br />

als keuken in gebruik werd genomen. De huisjes bezitten nog<br />

belangrijke resten van hun 17de-eeuwse interieur. Bij de genoemde<br />

restauratie werden de schouwen uit de 19de eeuw vervangen door<br />

stookplaatsen met houten rookkappen naar 17de-eeuws model.<br />

Rouveen, Oude Rijksweg 264 De Vereniging is eigenaar<br />

geworden van een kleine 19de-eeuwse boerderij in de plattelandsgemeente<br />

Staphorst-Rouveen. Boerderijen worden door de<br />

Vereniging slechts mondjesmaat aangekocht. De reden is vooral dat<br />

één van onze belangrijkste uitgangspunten voor restauraties – het<br />

herbestemmen van een gebouw zoveel mogelijk in overeenstemming<br />

met het oorspronkelijke gebruik – hier bijna niet te verwezenlijken<br />

is. Het bedrijfsgedeelte van een boerderij is doorgaans drie of<br />

vier maal zo groot als het woongedeelte en als de Vereniging benaderd<br />

wordt voor een verwerving is de boer over het algemeen reeds<br />

lang uit het gebouw vertrokken.<br />

Uitzonderingen worden gemaakt voor boerderijen die in de oorspronkelijke<br />

staat verkeren en daardoor een sprekend voorbeeld zijn<br />

van het boeren en wonen in een bepaalde periode. Omdat boerderijen<br />

per regio zeer verschillend zijn, wordt gestreefd naar spreiding.<br />

Deze boerderij ligt in de arme landbouwgebieden op de grens van<br />

het waterrijke veengebied rond Vollenhove en Zwartsluis en de hoger<br />

gelegen delen van Overijssel en Drenthe. Het betreft een dwars-<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Rouveen, Oude Rijksweg 264. (foto RACM)<br />

deelboerderij met het woongedeelte en de schuur onder één doorlopend<br />

rieten dak. De woning bestaat uit één kamer, waarin werd<br />

geleefd, gekookt en geslapen. De constructie bestaat uit een driebeuk<br />

met ankerbalkgebinten. De hoge middenbeuk werd gebruikt<br />

voor het optasten van de oogst. In de lage zijbeuken, tussen de stijlen<br />

van het gebint en de buitenwanden, zijn in het woongedeelte de<br />

bedsteden getimmerd en in de schuur de hokken voor varkens en<br />

kleinvee. Dergelijke boerderijen werden volgens een vast schema,<br />

waaraan in de 18de en 19de eeuw nagenoeg niets veranderde, opgetrokken<br />

onder leiding van de dorpstimmerman. Bij de bouw werd<br />

door de opdrachtgevers, samen met buren en familie meegetimmerd<br />

om de kosten te drukken. Bij de rijkere voorbeelden werd<br />

voor de in Staphorst geliefde bonte beschildering van het interieur<br />

een schilder van buiten ingehuurd. Bij de meer eenvoudige hoeves<br />

werd de beschildering door de vrouw des huizes zelf uitgevoerd.<br />

Aanvankelijk lagen zowel Rouveen als Staphorst meer naar het westen<br />

in de ontgonnen veengebieden aan de oostzijde van het Zwarte<br />

Rouveen, Oude Rijksweg 264. Bedstede grenzend aan het woonvertrek.<br />

(foto RACM)<br />

17


18<br />

Rouveen, Oude Rijksweg 264,<br />

interieur klompenmakerij. (foto RACM)<br />

Water. Inklinken van het veen maakte gaandeweg de landbouw onmogelijk,<br />

waardoor de nederzettingen tot tweemaal toe in oostelijke<br />

richting werden verschoven. Vanaf circa 1600 lagen de dorpen,<br />

die in de 18de eeuw in één schoutambt werden verenigd, op hun<br />

huidige plaats. De bebouwing lag geheel aan weerszijden van de<br />

Nieuwe Dijk (Oude Rijksweg), die een belangrijke verbinding<br />

vormde tussen Zwolle en het noorden van het land. Aan de karakteristieke<br />

dorpsstructuur met diepe percelen dwars op de dijk is het<br />

oude verkavelingspatroon nog herkenbaar. Deze percelen waren<br />

oorspronkelijk een stuk breder dan nu. Welvaartstoename in de<br />

18de eeuw, die het gevolg was van de toegenomen vraag naar zuivelproducten,<br />

in combinatie met het lokaal gangbare erfrecht, zorgde<br />

ervoor dat de percelen in de lengterichting werden opgedeeld:<br />

bij overlijden van de ouders hadden alle zonen recht op een gelijkwaardig<br />

perceel, met een droog gedeelte aan de dijk waar gebouwd<br />

kon worden. Het gevolg was dat de percelen werden versmald totdat<br />

verdere opdeling niet meer mogelijk was. Nog in de 18de eeuw<br />

was er aan de dijk al geen ruimte meer voor nieuwe boerderijen.<br />

Noodgedwongen bouwde men vanaf dit moment de nieuwe boerderijen<br />

achter de oude, zodat op de smalle percelen tot drie of vier<br />

boerderijen achter elkaar kwamen te liggen. Ontsluiting geschiedde<br />

door middel van ‘de steeg’ een gemeenschappelijk pad langs de<br />

boerderijen dat de dijk verbond met het land. Een rampzalige overstroming<br />

in 1825, verwoestte een groot deel van de oude boerderijen<br />

in het gebied. De meeste boerderijen aan de Oude Rijksweg dateren<br />

in hun huidige toestand uit de 19de eeuw. Oude Rijksweg<br />

264 werd herbouwd omstreeks 1850. Het gebouw ligt aan de voorzijde<br />

van het perceel, met een voortuin grenzend aan de dijk, en<br />

moet dus op de plaats zijn gekomen van een ouder bouwwerk,<br />

waarvan een deel van de houtconstructie in de schuur kan zijn hergebruikt.<br />

De voorgevel en een gedeelte van de zijgevels zijn gemetseld.<br />

De schuur is grotendeels van hout en heeft een beplanking van<br />

gepotdekselde delen. De voorgevel heeft een voordeur met bovenlicht,<br />

waarin de traditionele Staphorster levensboom. Deze deur,<br />

Grote schouwkap tussen de vensters<br />

van de voorgevel. (foto RACM)<br />

waarmee men rechtstreeks in het<br />

woonvertrek komt, werd nauwelijks<br />

gebruikt. In het dagelijks<br />

verkeer ging men binnen via de<br />

deel aan de zijde van de steeg.<br />

Naast de voordeur zijn hoge ramen<br />

met een roedenverdeling en<br />

luiken. De ruimte tussen de ramen<br />

wordt aan de binnenzijde<br />

geheel ingenomen door een houten<br />

rookkap waaronder het vuur<br />

brandde.<br />

Deze rookkap sluit aan op een houten kanaal, dat door de kap is<br />

versleept naar een plek achter het wolfseind op de nok van het dak.<br />

Een plaatselijke eigenaardigheid is dat niet alleen schouwkap en<br />

rookkanaal in hout zijn uitgevoerd, maar zelfs het bovendakse deel<br />

van de ‘schoorsteen’.<br />

De buitenstijlruimte wordt aangelicht door twee kleine vensters,<br />

waarvan de linker behoort bij de opkamer en de rechter bij een kleine<br />

berging. Onder het wolfseind zijn nog twee kleine raampjes die<br />

licht brengen op de zolder boven de woonkamer. Deze zolder<br />

waarover de rook van het vuur vrij kon circuleren, staat – door het<br />

ontbreken van een echte brandmuur tussen woon- en bedrijfsgedeelte<br />

– in open verbinding met de schuur.<br />

De woonkamer is geheel ingedeeld en behandeld naar de regels van<br />

de plaatselijke traditie. De vloer is belegd met rode en zwarte<br />

plavuizen. Aan de linkerzijde bevindt zich een kleine opkamer met<br />

tegen de achterwand de meisjesbedstee. Daarachter ligt de melkkamer,<br />

van waaruit de kelder onder de opkamer toegankelijk is. Aan<br />

de tegenoverliggende zijde liggen twee dubbele bedsteden waarvan<br />

die, tegen de voorgevel, is gecombineerd met een kleine berging.<br />

Het hele huiselijke leven speelde zich af rond en onder de grote<br />

rookkap, die circa twee meter de kamer insteekt. Meubilering en<br />

beschildering vonden plaats naar vaste schema’s. Tussen de voordeur<br />

en de schouwkap staat, haaks op de voorgevel de ‘spinde’, een<br />

platte kast die de warmte van het vuur binnen de woning moest<br />

houden. Tegen de achterwand stond op een gemetselde verhoging<br />

een kabinet met kostbaarheden. Het hele interieur is geschilderd in<br />

okertinten, als een zeer eenvoudige afgeleide van een wortelnotenimitatie.<br />

Op de muren zijn door middel van zelfgeknipte sjablonen<br />

rode en groene decoraties aangebracht. De binnenzijde van de<br />

voorgevel is als enige wand voorzien van een betegeling, met siertegels<br />

ter plaatse van de achterwand van de schouw.<br />

Achter het woongedeelte ligt de (dwars-)deel met baanderdeuren<br />

aan de zijde van de steeg en een beklinkerde spoelplaats aan de zijde<br />

van de melkkamer. Achter de deel is de koestraat. De koeien ston-<br />

V E R S L A G V A N D E V E R E N I G I N G J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

den met hun koppen naar de deel. Achterlangs is een mestgang die<br />

met lage deuren is geopend naar de zijde van de steeg. Boven de<br />

deel en de koestal is door middel van slieten een primitieve zoldervloer<br />

gecreëerd waar een deel van de oogst kon worden geborgen.<br />

De rest van de schuur bestaat uit twee grote vakken waarvan de eerste<br />

gebruikt kan zijn als potstal en de tweede als hooitas en wagenberging:<br />

de dubbele deuren naar de steeg zijn hier teruggelegd,<br />

zodat de vrije hoogte groter werd en het makkelijker was vanuit de<br />

steeg de schuur binnen te draaien. In de buitenstijlruimte bevonden<br />

zich hokken voor varkens en kleinvee. Geheel links achter in de<br />

schuur is een kleine ruimte afgetimmerd die in de wintermaanden<br />

werd gebruikt als klompenmakerij.<br />

De boerderij werd in deze vorm nog bewoond en gebruikt tot<br />

enige jaren geleden. Zij herbergt door haar authenticiteit een schat<br />

aan gegevens over het traditionele leven op het platteland van Overijssel<br />

in de 19de en vroege 20ste eeuw. Van veel oude boerderijen<br />

gaat momenteel het interieur verloren doordat binnen het oude<br />

casco twee moderne woningen worden gerealiseerd. Hier zal dat,<br />

dankzij de steun van het SNS REAAL Fonds niet het geval zijn.<br />

Schoonhoven, Bij de Watertoren 25,<br />

W a t e r t o r e n Deze in 1900 in neorenaissancestijl opgetrokken<br />

watertoren is een van de rijkste en best bewaarde van ons land.<br />

Den Helder, Molenstraat 63. Gang achter de voordeur<br />

tijdens en na de restauratie. (foto’s HdK)<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

De boeiende geschiedenis van de oorspronkelijke bouw en de<br />

restauratie van bijna honderd jaar later is beschreven in een aparte<br />

bijdrage van de hand van L.P. Ouweneel van de Stichting Behoud<br />

Watertoren Schoonhoven.<br />

Restauraties recent<br />

verworven panden<br />

Den Helder, Molenstraat 63 Omdat Molenstraat 63<br />

geen enkele monumentenstatus heeft, kon direct worden begonnen<br />

met deze restauratie. De topgevel aan één zijde van het huis was geheel<br />

verdwenen; die is opnieuw opgemetseld, waardoor het dakvlak<br />

weer tussen twee gevels kwam te liggen (zie afb. pag. 13). De kap<br />

zelf, die recent van nieuwe pannen was voorzien, is hersteld en weer<br />

belegd met oude pannen. Daarbij zijn tevens de goten vervangen.<br />

Aan de gevels is metsel- en stucwerk gerepareerd en zijn de schuiframen<br />

vernieuwd. De grootste ingreep heeft zich echter binnen<br />

afgespeeld. Bij de ontmanteling bleek dat alle balkkoppen van het<br />

verdiepingvloertje waren afgerot. Deze waren bij de bouw in het<br />

halfsteens-buitenmuurtje opgelegd, hetgeen technisch en constructief<br />

volstrekt ontoereikend was. Teneinde zo min mogelijk ruimte<br />

te verliezen is besloten inwendig een houten skelet als versteviging<br />

langs de muren aan te brengen,<br />

waarmee de restanten van de balklaag<br />

konden worden opgevangen.<br />

Hiervoor moest de 19de-eeuwse<br />

betimmering worden weggenomen,<br />

om na afloop weer op de oude plaats<br />

te worden teruggezet. Toen het huis<br />

op die wijze weer stevigheid had verkregen,<br />

is de balklaag van de begane<br />

grond vervangen en van een betere<br />

ventilatie voorzien. De indeling van<br />

dit kleine huis, met zijn bedsteden,<br />

kon geheel bewaard blijven. Overal<br />

is de oude kleurstelling teruggebracht.<br />

Tegelijkertijd is het huis van een<br />

nieuwe elektrische en c.v. installatie<br />

voorzien. Een eigentijdse (maar aangepaste)<br />

keuken kon, samen met een<br />

badkamertje, worden ondergebracht<br />

in de aanbouw achter het huis. Het<br />

werk was begin 2007 gereed en<br />

stond geheel onder eigen directie.<br />

19


20<br />

Heiloo, Kennemerstraatweg 278, buitenplaats<br />

‘Nijenburg’, Koetshuis Het koetshuis van de buitenplaats<br />

‘Nijenburg’ is waarschijnlijk gebouwd tussen 1715 en 1720. Het<br />

bestond uit drie delen: een hoog middendeel en twee lagere zijvleugels.<br />

In het middendeel stonden, aanvankelijk over de volle breedte,<br />

de paarden, terwijl zich daarboven de hooizolder bevond. De beide<br />

zijvleugels vormden primair stalling voor de wagens en koetsen.<br />

Tussen de paardenstal en de wagenstalling was aan beide zijden een<br />

kamer met een bijzondere bestemming. Links van de middenpartij<br />

is die functie nog afleesbaar, die van tuigkamer. Rechts is de oorspronkelijke<br />

functie onduidelijk, maar waarschijnlijk is het een werkplaats<br />

geweest. Naast de lage zijvleugels bevinden zich ommuurde<br />

m e s t p l a a t s e n .<br />

Het koetshuis was gebouwd op de voorspoed. Al snel bleek de werkelijkheid<br />

minder groots en het koetshuis werd onderverdeeld in<br />

kleinere ruimtes, te beginnen met de paardenstal zelf. Links van de<br />

middendeur werd een houten schot geplaatst en hier werd een<br />

nieuwe werkplaats in gebruik genomen. De oude werkplaats heeft<br />

verschillende functies bekleed, om in de 19de eeuw te eindigen als<br />

b o k k e n s t a l .<br />

Deze ruimtelijke indeling is als uitgangspunt gekozen bij de huidige<br />

restauratie. De functie-eis was na zorgvuldige afweging die van één<br />

woning. Alle andere oplossingen zouden de rust van het landgoed<br />

geweld aandoen of het koetshuis te veel aantasten. Gevolg van deze<br />

keuze was wel dat de huuropbrengst ten opzichte van een kantoorof<br />

gecombineerde bestemming relatief laag zou zijn. Deze keuze<br />

kon dan ook pas worden doorg evoerd nadat het SNS REAAL<br />

Fonds had besloten dit project financieel te steunen. Op 28 september<br />

kon een delegatie van bestuur en directie van het SNS REAAL<br />

Fonds het startsein geven voor deze bijzondere restauratie.<br />

Bij de herbestemming stelden wij onszelf als aanvullende eis, dat het<br />

koetshuis werkelijk niets van zijn oorspronkelijke uiterlijk en structuur<br />

mocht verliezen. Dus geen muuropeningen op plaatsen waar<br />

zij niet zaten en geen verplaatsing van binnenmuren. Bij een gebouw<br />

dat voor het grootste deel alleen ramen in de voorgevel heeft,<br />

is deze eis voor een herbestemming lastig. De achtergevel van de<br />

latere woon- en slaapkamer zouden immers geheel blind moeten<br />

blijven. Met lichtkokers is langs de achtergevel vanaf het dak daglicht<br />

in de ruimte gebracht.<br />

Om de koetshuisruimtes aangenaam te maken voor gebruik als<br />

woonruimte, is in de verschillende kamers de vloer omhoog<br />

gebracht. Hierdoor kwam meteen onderliggende ruimte beschik-<br />

Heiloo, koetshuis Nijenburg. Interieur paardenstal voor en na de herbestemming tot woning. (foto’s ACM HdK)<br />

Heiloo, koetshuis Nijenburg. Achteraanzicht<br />

na restauratie. (foto HdK)<br />

V E R S L A G V A N D E V E R E N I G I N G J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

baar om leidingen en verwarming te verbergen. Uiteindelijk is in<br />

het koetshuis een fantastische woning gerealiseerd, met een woonkamer,<br />

eetkamer en keuken aan de ene zijde van de entree en een<br />

slaap- met badkamer aan de andere zijde.<br />

De voormalige koets- en wagenstalling blijft die functie behouden,<br />

thans als garage voor fiets en auto.<br />

Als sluitstuk van dit werk worden begin 2007 de twee lange tuinmuren,<br />

die de enorme moestuin achter het koetshuis begrenzen,<br />

grondig gerestaureerd. Één ervan, die dreigt om te vallen, moet<br />

daartoe vrijwel geheel worden afgebroken en opnieuw opgemetseld.<br />

De realisering van deze restauratie geschiedt onder eigen directie.<br />

Veere, Kaai 2-4 ‘Campveerse Toren’ Geheel in lijn<br />

met de belofte aan de gemeente Veere is direct na de overname<br />

eind 2005 een aanvang gemaakt met de noodzakelijke restauratie<br />

van de ‘Campveerse Toren’. In het voorjaar is het oudste bouwdeel,<br />

de toren zelf uit 1500, grondig gerestaureerd. Vrijwel al het voegwerk,<br />

veel metselwerk en op verschillende plaatsen het natuursteenwerk,<br />

is vervangen. De meeste muurankers bleken door roest te zijn<br />

aangetast en zijn hersteld. Alle goten en hemelwaterafvoeren zijn<br />

vernieuwd of aangebracht op plaatsen waar deze ontbraken. Tijdens<br />

het werk kwamen twee oude schietgaten achter de buitenste metselwerkschil<br />

tevoorschijn. Ook die zijn weer in het zicht gebracht.<br />

Veel houtwerk aan goten, ramen en kozijnen was verrot en moest<br />

worden vervangen. Vervolgens is al het houtwerk geschilderd en zijn<br />

op verschillende plaatsen duivenwerende maatregelen genomen.<br />

In het najaar is de uitbouw uit 1731 op dezelfde wijze onder handen<br />

genomen. Hier was, vanwege de latere bouwperiode, oorspronkelijk<br />

ander voegwerk toegepast. Bij een vroegere restauratie was<br />

dat onderscheid verdwenen en waren de 18de-eeuwse stenen fors<br />

beschadigd. Door nu in het bouwdeel uit 1731 een gesneden voeg<br />

aan te brengen, tegenover de platvolle voeg uit 1500, is het oude<br />

beeld hersteld. Het verschil in bouwtijd, dat zich al verraadt door<br />

een afwijkende kleur steen, is thans verder benadrukt door de ramen<br />

en kozijnen in de twee bouwdelen in onderscheidende kleuren<br />

af te werken.<br />

Overigens is er bij de uitvoering sterk voor gewaakt dat de oude<br />

toren al te ‘nieuw’ zou worden. Alle onderdelen die hergebruikt<br />

konden worden zijn opnieuw in het werk toegepast.<br />

Aan het einde van het jaar is de gehele verwarmingsinstallatie herzien<br />

en grotendeels vervangen. Daarbij diende een technisch lastig<br />

vraagpunt van een zeer oude heteluchtverwarming te worden opgelost.<br />

Uiteindelijk kon hiervoor een bevredigende oplossing worden<br />

g e v o n d e n .<br />

Begin 2007 zal het werk worden afgerond met de geveldelen rondom<br />

de ingangspartij. Deze restauratie stond onder eigen directie.<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

L i n k s : Koetshuis Nijenburg, herbouwde mestplaats met<br />

op de voorgrond het ‘winterluik’ van het bovenlicht van<br />

de koetsenstalling. (foto HdK)<br />

O n d e r : Veere, Campveerse Toren, voorzijde tijdens<br />

de restauratie. (foto HdK)<br />

Valkenburg, St. Pieterstraat 2a, ‘Oude Molen’<br />

Voor het derde achtereenvolgende jaar is intensief gewerkt aan de<br />

restauratie van dit molencomplex. Aan het einde van het jaar waren<br />

het molengebouw zelf en de beide woningen geheel gereed. Ook<br />

een hoge tuinmuur, die grotendeels in mergel is uitgevoerd, kon<br />

worden hersteld. Na enige aanvangsperikelen is dit werk, mede<br />

dankzij de medewerking van de RACM en vele fondsen, tot een<br />

goed einde gebracht. Een rotte kies in het stadsbeeld van Valkenburg<br />

is getransformeerd tot een potentieel juweel. De toevoeging<br />

‘potentieel’ is vooralsnog op haar plaats, omdat thans de opdracht<br />

voorligt om de molen daadwerkelijk in functie te krijgen. Hiervoor<br />

is inmiddels een vrijwillige molenaar aangetrokken. Onder zijn leiding<br />

zal één van de twee oorspronkelijke maallijnen geheel worden<br />

hersteld. De prioriteit ligt daarbij op het in werking zetten van de<br />

aanwezige maalstenen, die gelukkig nog in goede staat verkeren.<br />

Door het geleidelijk aan herstellen van de overige machines, alle<br />

21


22<br />

Vierpolders, ‘Esterenburgh’, eerste zolder<br />

voor en na restauratie. (foto’s HdK)<br />

nog uit 1912 (!), zal in de komende jaren steeds een stukje van de<br />

oorspronkelijke productielijn aan het proces worden toegevoegd.<br />

De restauratie staat onder leiding van het bureau SATIJNplus Architecten<br />

te Gronsveld en wordt afgezien van de restauratiesubsidie<br />

van het Rijk, financieel gesteund door (in volgorde van de grootte<br />

van de bijdrage) het VSBfonds Utrecht, de Gemeente Valkenburg,<br />

de Provincie Limburg, het Bouwcultuurfonds Zuid-Nederland en<br />

het Prins Bernhard Cultuurfonds.<br />

Vierpolders, Middelweg 5, ‘Esterenburgh’<br />

Nadat in 2005 het casco van het gebouw grondig onderhanden was<br />

genomen, is in 2006 een begin gemaakt met het inbouwen van de<br />

woning en de restauratie van de interieurs. Op de grote zaadzolder<br />

zijn door middel van houten scheidingswanden drie slaapkamers en<br />

een badkamer afgetimmerd. De maat van deze vertrekken is zodanig<br />

gekozen dat de opbouw van de kap zichtbaar blijft en dat de<br />

ruimtewerking van een grote onverdeelde zolder in tact blijft. Op<br />

de begane grond is de oude ‘heerschapskamer’, de kamer boven de<br />

melkkelder, zoveel mogelijk hersteld naar de oude 18de-eeuwse<br />

toestand. Een bijzonderheid is dat de oorspronkelijke deur met<br />

kozijn, tussen deze kamer en het oude voorhuis, achter een latere<br />

wandafwerking nog aanwezig was en kon worden hersteld. De<br />

kamer, die in de voor- en de zijgevel nog de oorspronkelijke schuiframen<br />

bezit, is opnieuw afgeschilderd in de teruggevonden blauwe<br />

kleurstelling die behoort bij de 18de-eeuwse periode. De woonkamer<br />

en de salon werden zoveel mogelijk hersteld naar hun laat-<br />

19de-eeuwse toestand, die in deze vertrekken dominant aanwezig<br />

was. In de woonkamer bleek dat op de plaats van het huidige<br />

schouwtje, drie voorgangers aanwezig waren geweest, waarvan<br />

belangrijke resten van de oude betegeling nog aanwezig waren.<br />

De oudste schouw correspondeerde met de grote raveling voor het<br />

rookkanaal in de balklaag. De 18de-eeuwse bouwsporen werden<br />

hier gedocumenteerd en zijn opnieuw weggewerkt achter betengelde<br />

wanden. De geschilderde houtimitaties op venters, deuren,<br />

plafond en de bedsteewand zijn gedeeltelijk hersteld en gedeeltelijk<br />

opnieuw aangebracht. Qua tijdsbeeld hoort de voorkamer aan de<br />

linkerzijde bij dezelfde periode als de woonkamer. Door de familie<br />

werd deze kamer zonder stookplaats of bedsteden aangeduid als de<br />

salon. Onder de bestaande houten vloer gingen twee verrassingen<br />

schuil. Op een lager niveau, behorend bij de periode van 1738, lag<br />

een grotendeels gaaf bewaarde plavuizenvloer van rode en zwarte<br />

tegels, gelegd in een diagonaal patroon. Besloten werd deze vloer<br />

op te nemen en te gebruiken voor het herstel van de gangvloer en<br />

de keukenvloer. In de keuken werd het diagonale patroon van rood<br />

en zwart opnieuw toegepast. Bij het uitnemen van de plavuizen<br />

werd op een nog lager niveau straatwerk aangetroffen in rode klinkers<br />

met in de hoek de restanten van een stookplaats op de vloer.<br />

Dit moet een restant zijn van de 17de-eeuwse ‘Esterenburgh’, die<br />

volgens de bronnen in 1738 door het huidige bouwwerk werd vervangen.<br />

Alle restanten zijn opgemeten en gefotografeerd. Daarna is<br />

opnieuw een houten vloer aangebracht op het niveau dat behoort<br />

bij de huidige raamindeling. De kamer is net als de woonkamer<br />

opnieuw betengeld en behangen. Bij het schrijven van dit verslag is<br />

het huis gereed voor de verhuur. Het werk stond onder eigen directie<br />

en werd ter plaatse intensief begeleid door J.M. van Ardenne uit<br />

V l a a r d i n g e n .<br />

Restauraties bestaand bezit<br />

Amsterdam, Kerkstraat 290 Het huis is de middelste<br />

van een rijtje van drie (288 tot en met 292) met gemeenschappe-<br />

V E R S L A G V A N D E V E R E N I G I N G J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

lijke bouwmuren dat in zijn geheel in omstreeks 1691 werd gebouwd.<br />

Nummer 290 was oorspronke lijk verdeeld in een kelderwoning,<br />

benedenhuis en een bovenhuis. Het benedenhuis bezat<br />

inmiddels een grotendeels 19de-eeuwse indeling. Naast de entree is<br />

een zijkamer met daarachter de woonkamer. Langs de woonkamer<br />

loopt een smalle gang naar achteren, die uitkomt in een kleine<br />

uitgebouwde achterkeuken met provisiekelder en zoldertje. Deze<br />

uitbouw is in de 20ste eeuw verhoogd met een keuken voor het<br />

bovenhuis. Het oude zoldertje werd daarbij een insteek verdieping<br />

voor het benedenhuis en is nog steeds toegankelijk via een spiltrapje<br />

in de hoek van de keuken. De huidige situatie laat in grote lijnen<br />

nog de oude indeling van het huis zien, waarbij de woonkamer een<br />

overblijfsel is van de 17de-eeuwse binnenhaard.<br />

In de jaren ’60 van de 20ste eeuw is een serre toegevoegd, waarvoor<br />

een groot deel van de achtergevel werd verwijderd. Verder<br />

Vierpolders, ‘Esterenburgh’, interieur van de keuken<br />

na restauratie. (foto HdK)<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Vierpolders, ‘Esterenburgh’, interieur opkamer.<br />

Herstel ‘blotevoetenmarmer’ in schoenmaat 36.<br />

(foto HdK)<br />

werd aan de keuken een toilet aangebouwd. Deze aanbouwen<br />

deden afbreuk aan het oorspronkelijke karakter van het huis en zijn<br />

bij de restauratie verwijderd. De achtergevel is teruggemetseld en<br />

voorzien van een groot schuifraam. De afmetingen hiervan konden<br />

nog uit bouwsporen worden herleid.<br />

De kelder onder de keuken uitbouw was vroeger vanuit de keuken<br />

toegankelijk. Bij de restauratie is deze verbinding tussen keuken en<br />

souterrain hersteld. De oude kelderwoning in het souterrain was<br />

niet meer bruikbaar en al lang geleden ontmanteld. Omdat bij de<br />

restauratie Kerkstraat 290 is voorzien van een nieuwe fundering,<br />

kon een deel van de kelderruimte meteen geschikt worden gemaakt<br />

als slaapkamer en badkamer voor de woning op de bel etage.<br />

De indeling van de vroegere kelderwoning is daarbij gerespecteerd.<br />

Deze restauratie is onder eigen directie uitgevoerd.<br />

Vierpolders, ‘Esterenburgh’, exterieur van de opkamer na restauratie.<br />

Schuiframen met buitenluiken en vast bovenlicht. (foto HdK)<br />

23


24<br />

Amsterdam, Oz.-Voorburgwal 57, de kap van het voorhuis in vier stadia.<br />

Van links naar rechts: het slopen van de later aangebrachte zolderverdieping<br />

met fabrieksdaken; inspectie van de werkzaamheden door architect Arend<br />

Meischke en uitvoerder Theo Leegwater; nieuwe kap onder constructie; achteraanzicht<br />

in de richting van de Oude Kerk. (foto’s HdK)<br />

Amsterdam, Oz.-Voorburgwal 57 Deze omvangrijke<br />

restauratie is voor het leeuwendeel uitgevoerd in het verslagjaar<br />

2006. Het bijzondere is dat dit huis, dat reeds in 1946 in eigendom<br />

kwam van de Vereniging, nooit eerder werd gerestaureerd en min<br />

of meer ‘in ruwe vorm’ tot ons is gekomen. De gevel aan de zijde<br />

van de Voorburgwal is geheel gaaf bewaard en is – vanwege de afbeelding<br />

in Architectura Moderna – de enige woonhuisgevel waar-<br />

Amsterdam, Oz. Voorburgwal 57,<br />

teruggevonden balklaag boven de voorkamer<br />

van de bel etage. (foto HdK)<br />

Korbeel met renaissance snijwerk. Onderdeel<br />

van het houtskelet op de eerste verdieping van<br />

het voorhuis. (foto HdK)<br />

van vaststaat dat hij werd ontworpen door de naamgever van onze<br />

Vereniging. Het huis achter de gevel is ouder en bevat de restanten<br />

van een houtskelet, waarvan de datering tot voor kort niet bekend<br />

was. In 1615, bij de bouw van de nieuwe voorgevel, werd het huis<br />

uitgebreid met een achterhuis dat in 1633 in de breedte werd verdubbeld.<br />

Het kolossale huis dat op deze wijze ontstond, werd omstreeks<br />

1900 verbouwd tot sigarenfabriek. De drie 17de-eeuwse<br />

kappen werden gesloopt en vervangen door<br />

een opzetverdieping met fabrieksdaken, waarin<br />

de tabaksbladeren te drogen hingen. Na de<br />

Tweede Wereldoorlog werd het gebouw in<br />

deze vorm betrokken door het kunstenaarsechtpaar<br />

Cephas Stauthamer en Josje Smit,<br />

die de grote tabakszolders in gebruik namen<br />

als ateliers. Op deze wijze bleef het pand bewoond<br />

tot 2003. Door mevrouw Smit werd<br />

bij haar dood een kunstcollectie nagelaten<br />

‘aan het pand’, tezamen met een geldbedrag<br />

om de restauratie mogelijk te maken.<br />

Door het lang uitstellen van de restauratie was<br />

inmiddels duidelijk geworden dat het pand<br />

onder geen beding gesplitst mocht worden in<br />

een voor- en een achterhuis. Een dergelijke<br />

splitsing ligt uit bouwkundig oogpunt dermate<br />

voor de hand, dat tegenwoordig in bijna<br />

het gehele bouwblok tussen Voor- en Achterburgwal<br />

de historische connectie tussen de<br />

burgwallen verloren is gegaan. Voorts was het<br />

V E R S L A G V A N D E V E R E N I G I N G J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

een vraagstuk op welke<br />

wijze omgegaan diende<br />

te worden met de herinnering<br />

aan de tabaksindustrie,<br />

die in brede<br />

kring gewaardeerd<br />

wordt als een karakteristiek<br />

onderdeel van de<br />

geschiedenis van dit<br />

deel van de stad. Voor<br />

voor- en achterhuis<br />

werd uiteindelijk een<br />

aparte afweging gemaakt.<br />

Aan de achterzijde,<br />

waar de oude geveltoppen<br />

aan het begin<br />

van de twintigste eeuw<br />

waren gesloopt, werd de<br />

toegevoegde verdieping met tabakszolder in tact gelaten. Deze<br />

werd benut voor de bouw van een modern vormgegeven appartement<br />

met een panoramisch uitzicht over de stad. Aan de voorzijde<br />

was de ophoging van de kap dermate storend en het belang van de<br />

gevel van Hendrick de Keyser in onze ogen zodanig groot, dat is<br />

besloten de toegevoegde verdieping en de nieuwe kap geheel te slopen<br />

en te vervangen door een kap die aansluit op de oude voorgevel.<br />

Tot onze niet geringe verbazing werd door de diverse vergunningverleners<br />

ingestemd met deze ingreep, zodat hij kon worden<br />

u i t g e v o e r d .<br />

Een verrassing tijdens de uitvoering van de restauratie was dat in<br />

het voorhuis aanzienlijk meer bewaard bleek van het oude houtskelet<br />

dan vooraf bekend was. Boven de begane grond kwam onder<br />

een ondergehangen plafond een geheel gave balklaag van moer- en<br />

kinderbinten te voorschijn compleet met het oude spreidsel en de<br />

kopschotjes. Op de verdieping bleek achter een latere wandafwerking<br />

ter plaatse van de achtergevel een compleet korbeel te zijn bewaard<br />

met een gebeeldhouwde renaissanceversiering. Op basis van<br />

deze vondst kan het houtskelet van dit huis worden gedateerd in de<br />

tweede helft van de 16de eeuw. Dat zou betekenen dat de gevel van<br />

dit oude huis al na circa vijftig jaar door de nieuwe voorgevel van<br />

Hendrick de Keyser werd vervangen. Zowel op de begane grond als<br />

op de verdieping maakte de balklaag van moer- en kinderbinten<br />

deel uit van een volledig houtskelet. Ten tijde van het schrijven van<br />

dit verslag zijn de werkzaamheden zo goed als voltooid en is tweederde<br />

van het gebouw verhuurd. De restauratie stond onder leiding<br />

van ir Arend Meischke te Amsterdam.<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Venlo, Brouwersplaats 6, bakhuis.<br />

Achteraanzicht na restauratie met doorkijkje naar<br />

de binnenplaats van Grote Kerkstraat 19. (foto HdK)<br />

Venlo, Brouwersplaats 6, bakhuis De restauratie van<br />

dit kleine achterhuisje van het grote 16de-eeuwse pand Grote Kerkstraat<br />

19-21 is in 2006 voltooid. Het pandje is door een tuin verbond<br />

e n met een binnenterrein dat vanaf de openbare weg toegankelijk<br />

is. Het is daardoor zowel te gebruiken in combinatie met het hoofdhuis<br />

als geheel zelfstandig met een toegang langs de achterzijde. Dit<br />

zelfstandig gebruik is een stuk dichterbij gekomen doordat het binnenterrein<br />

is betrokken bij een stedenbouwkundige opwaardering<br />

van dit deel van de binnenstad. Vooruitlopend op deze ontwikkeling<br />

is aan ons bakhuis reeds een nieuw adres, Brouwersplaats 6<br />

toegekend. Bij de restauratie, die onder leiding stond van architect<br />

G. Selen te Venlo, is het huis ingericht tot een kleine bedrijfsruimte.<br />

Vlissingen, Beursplein 11 Zoals vorig jaar aangekondigd,<br />

resteerde van de restauratie van dit 17de-eeuwse beursgebouw<br />

nog een tweede fase, waarin de keuken, thans in het achterhuis op<br />

de begane grond, verplaatst diende te worden naar de kelder. De<br />

oude locatie van de keuken had tot gevolg dat het achterhuis een<br />

volledig geblindeerde gevel op de begane grond had. Door de<br />

keuken daar weg te halen konden de vensters weer worden opengewerkt.<br />

Daarvoor diende wel de gehele begane grond balklaag te<br />

worden verlegd. Aangezien het achterhuisje in 1935, na een brand,<br />

geheel nieuw was opgetrokken, bestond tegen deze ingreep in historisch<br />

en monumentaal opzicht geen bezwaar. Als gevolg van deze<br />

ingreep kon de begane grond van de Beurs zelf worden heringedeeld<br />

en ontdaan van alle latere toevoegingen. Het werk is begin<br />

2007 afgerond en stond onder eigen directie.<br />

25


26<br />

F i n a n c i ë n<br />

De huuropbrengst bedroeg in 2005 e 6.164.195. De huurindexatie<br />

per 1 januari 2006 bedroeg 1,7%, de huurverhoging per 1 juli 2006<br />

bedroeg gemiddeld 2,8%.<br />

In 2006 bedroegen de totale exploitatiekosten e 3.026.709. Hiervan<br />

had e 2.611.602 direct betrekking op onderhoudswerk (zo’n<br />

3% meer dan in 2005) en de rest op vaste lasten. Wanneer het onderhoud<br />

wordt afgezet tegen de huurinkomsten, ging in 2006 42%<br />

van de huurinkomsten direct weer terug naar het reguliere onderhoud.<br />

Dit is verhoudingsgewijs iets minder dan in het voorgaande<br />

jaar (2005: 45%). Het aandeel vaste lasten bedroeg 7% (6% in<br />

2005), waardoor de totale exploitatiekosten 49% van de huurinkomsten<br />

(tegen 51% in 2005) vergden.<br />

Aan 19 panden is in 2006 voor meer dan e 25.000 aan onderhoud<br />

besteed. In 7 gevallen daarvan overschreed het onderhoud de<br />

e 50.000, te weten:<br />

A m s t e r d a m<br />

Keizersgracht 743<br />

Driebergen Rijsenburg<br />

Hoofdstraat 89, Buitenplaats Sparrendaal<br />

’ s - G r a v e n h a g e<br />

Statenlaan 4<br />

H e i l o o<br />

Kennemerstraatweg 278, Buitenplaats Nijenburg<br />

N a a r d e n<br />

Kloosterstraat 11<br />

S c h e v e n i n g e n<br />

Zwaardstraat 16, Derde Ambachtsschool<br />

S c h i e d a m<br />

Hofje van Belois<br />

Aan het bovenstaande dient te worden toegevoegd dat de totale<br />

restauratiekosten in 2006 (aan ouder bezit en aan recente verwervingen<br />

tezamen) e 3.526.381 bedroegen, te verminderen met<br />

e 842.791 (24%; in 2005 34%) aan te verwachten subsidies, zodat<br />

e 2.683.590 resteert als eigen aandeel.<br />

Aan onderhoud, vaste lasten en restauratie samen heeft de vereniging<br />

dit verslagjaar derhalve e 6.553.090, zijnde 6% meer dan de<br />

ontvangen huurinkomsten, direct weer in haar panden geïnvesteerd.<br />

Daarbij zijn de financierings- en personeelslasten buiten beschouwing<br />

gelaten.<br />

In 2006 is uit hoofde van donaties, giften, legaten en erfstellingen<br />

een bedrag van e 1.438.809 verantwoord. Dit bedrag is als volgt te<br />

specificeren:<br />

S c h e n k i n g e n v o o r t v l o e i e n d<br />

uit de overdracht van panden e<br />

Amsterdam, Herengracht 241 5 5 0 . 0 0 0<br />

Makkum, garage Turfmarkt 5-7 5 0 . 0 0 0<br />

Dordrecht, Bolwerk 2 8 2 2 . 3 2 5<br />

N a l a t e n s c h a p p e n / l e g a t e n<br />

Mw. J.P.B. Wolfsheimer 1 . 9 6 4<br />

Mw. W.C.D. de Jonge van Ellemeet 1 1 . 3 4 5<br />

C. Lit 5 . 0 0 0<br />

S c h e n k i n g e n<br />

H.J. de Bijll Nachenius 2 . 0 0 0<br />

M.A.M. Kortenbout van der Sluijs 3 . 0 0 0<br />

H.C.J. Prins 1 . 0 0 0<br />

G.T.J. van Rijn en M. Kerkhoff 2 . 0 0 0<br />

P.J. Tichelaar 3 . 6 0 0<br />

S.F. Winkel 6 . 0 0 0<br />

De Leeuwenberg Stichting 1 . 0 0 0<br />

Thurkow Fonds 1 . 5 0 0<br />

Overige donaties en giften 1 . 7 2 3<br />

1 . 4 6 2 . 4 5 7<br />

Kosten i.v.m. schenkingen en nalatenschappen 2 3 . 6 4 8<br />

1 . 4 3 8 . 8 0 9<br />

Naast bovenstaande bijdragen van particulieren ontving Vereniging<br />

Hendrick de Keyser in 2006 opnieuw steun van één van de Goede<br />

Doelen Loterijen. De BankGiro Loterij steunde de Vereniging met<br />

e 800.000 waarmee een bod werd uitgebracht op een zeer bijzonder<br />

huis in Amsterdam (waarvan de verwerving niet kon worden afgerond)<br />

en in Dordrecht Wijnstraat 127 kon worden aangekocht.<br />

V e r e n i g i n g s z a k e n<br />

L e d e n<br />

Per 31 december 2006 telt onze Vereniging 2.860 leden (ultimo<br />

2005: 2.741 leden). Vorig jaar werd op deze plaats de verwachting<br />

uitgesproken, dat de kleine teruggang die toen optrad tijdelijk zou<br />

zijn. In 2006 zou de Vereniging immers starten met het nieuwe<br />

V E R S L A G V A N D E V E R E N I G I N G J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

programma ‘Toegankelijke panden’. Gelukkig brengt dit programma,<br />

dat nog in de kinderschoenen staat, inderdaad met zich mee<br />

dat het aantal leden weer een stijgende lijn vertoont. Niet in de laatste<br />

plaats heeft ook de publiciteit rondom het programma BankGiro<br />

Loterij Restauratie direct tot aanmelding van extra leden geleid.<br />

De contributieopbrengst bedroeg aanzienlijk meer dan voorgaande<br />

jaren: e 73.713 (2005: e 65.956).<br />

Algemene Vergadering voor leden<br />

Op 22 juni is in de panden van het Bijbels Museum aan de Herengracht<br />

366-368 te Amsterdam de Algemene Ledenvergadering gehouden.<br />

Deze begon met het herdenken van ons oud-bestuurslid<br />

de heer A.G. Schulte en ons lid en zeer trouwe vergaderingbezoeker<br />

de heer J.F. Belmon.<br />

Vervolgens verliep de vergadering op een andere wijze dan gebruikelijk.<br />

Tijdens het doornemen van de verschillende agenda-onderdelen<br />

werd door de directeur steeds een korte toelichting gegeven<br />

met beeldmateriaal. Hierdoor werd het verslag duidelijker en<br />

konden tijdens de verantwoording direct relevante vragen worden<br />

g e s t e l d .<br />

Bij de bespreking van het Jaa<strong>rverslag</strong> 2005 werden de belangrijkste<br />

restauraties en verwervingen getoond. Bij het bespreken van de jaarcijfers<br />

kwamen enkele meerjaren-overzichten in grafiek in beeld.<br />

Voor het eerst werd ook de begroting voor het komende jaar getoond,<br />

met de verwervingen en restauraties die in 2006 zijn voorgenomen.<br />

Deze wijze van illustratie werd door de meerderheid van<br />

de aanwezigen zeer gewaardeerd.<br />

Na de toelichting van het bestuur op het jaa<strong>rverslag</strong> en de jaarcijfers<br />

werd het verslag van 2005 aangenomen. De aanwezigen verleenden<br />

het bestuur en de commissarissen décharge terzake van het in 2005<br />

gevoerde beleid.<br />

Na afloop van het officiële gedeelte van de jaarvergadering genoten<br />

de leden van een rondgang door het Bijbels museum en werd onder<br />

het genot van een drankje nog enige tijd nagepraat.<br />

Benoemingen en herbenoemingen<br />

Tijdens de vergadering wees één van de leden op een procedureprobleem.<br />

Volgens het rooster van aftreden, zoals dat in het jaa<strong>rverslag</strong><br />

was vermeld, stond de heer P.B. de Bruijn als aftredend in 2006.<br />

De agenda van de vergadering vermeldde echter géén herbenoeming<br />

van de heer De Bruijn.<br />

De oorzaak van het misverstand lag in de benoeming in 2003 van<br />

de heer De Bruijn, toen al lid van het bestuur, tot voorzitter van<br />

onze Vereniging. Anders dan geldt voor de overige bestuursfuncties,<br />

wordt de voorzitter door de Ledenvergadering in functie<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

benoemd. Daardoor is het jaar van de herbenoeming van de heer<br />

De Bruijn (na vier jaar) op 2007 gekomen, in plaats van 2006.<br />

Deze wijziging had moeten worden doorgevoerd in het jaa<strong>rverslag</strong><br />

2006, hetgeen abusievelijk niet is gebeurd.<br />

Het bestuur heeft de leden schriftelijk geïnformeerd dat de herbenoeming<br />

van de heer De Bruijn conform de termijn van zijn voorzitterschap<br />

zal verlopen. Derhalve wordt zijn herbenoeming geagendeerd<br />

voor de Algemene Ledenvergadering van 2007.<br />

De voordrachten voor de benoeming en de herbenoeming van de<br />

leden van het Bestuur geschieden conform een opgemaakt profiel.<br />

Het doel hiervan is een evenwichtige samenstelling van dit college<br />

voor de beslissingen die het Bestuur pleegt te nemen. Daartoe<br />

wordt gestreefd naar een samenstelling voor de helft uit mensen<br />

met een financieel-juridische of maatschappelijke achtergrond en<br />

voor de helft met een vakinhoudelijke achtergrond. Bij elke vacature<br />

evalueert het Bestuur dit profiel.<br />

Het bestuurslid, de heer E.W. Veen, had te kennen gegeven geen<br />

prijs te stellen op herbenoeming wegens te drukke werkzaamheden.<br />

De voorzitter sprak zijn waardering uit voor de inzet van de heer<br />

Veen in het bestuur. Als dank kreeg de heer Veen een cadeau aang<br />

e b o d e n .<br />

De heer prof. dr. K.A. Ottenheym, hoogleraar architectuurgeschiedenis<br />

aan de Universiteit van Utrecht, werd benoemd tot lid van<br />

het Bestuur. De heer Ottenheym is al sinds 1995 commissaris van<br />

de Vereniging en vervult met zijn vakkennis een bestuurlijke vacature<br />

die door het overlijden van de heer Schulte was ontstaan.<br />

Ook voor de samenstelling van de Raad van Commissarissen wordt<br />

een profiel gehanteerd. De Raad kent allereerst een regionale spreiding<br />

over het hele land. Daarnaast wordt getracht in de Raad tenminste<br />

alle bestuurslagen van de Overheid vertegenwoordigd te<br />

hebben. Tenslotte wordt geprobeerd een vergelijkbare verdeling te<br />

hebben als in het Bestuur. Bij benoemingen en herbenoemingen<br />

wordt het profiel van de Raad geëvalueerd.<br />

Bij de Raad van Commissarissen traden volgens rooster af: mevrouw<br />

F.G. van Diepen-Oost (oud gedeputeerde van de Provincie Noord-<br />

Holland, tevens lid auditcommissie), de heer W.H. van Ittersum<br />

(rentmeester te Overijssel), de heer A.J.A.M. Lisman (vertegenwoordiger<br />

prov. Utrecht), de heer B. Staal (Commissaris van de<br />

Koningin), de heer K.J. Storm (oud voorzitter Raad van Bestuur<br />

Aegon, tevens lid auditcommissie). Allen stelden zich herkiesbaar<br />

voor een nieuwe periode van vier jaren en werden door de aanwezigen<br />

herbenoemd.<br />

Vervolgens traden wegens het bereiken van de statutair bepaalde<br />

leeftijdsgrens af: de heer J.C. Koenders (tevens lid van de auditcom-<br />

27


28<br />

missie), commissaris sinds 2001 en de heer O. von der Gablentz,<br />

commissaris sinds 2003. Beiden hebben in de relatief korte tijd dat<br />

ze commissaris waren grote betrokkenheid bij het werk van de Vereniging<br />

getoond. De heer Koenders heeft zich daarnaast, als lid van<br />

de auditcommissie, snel de controle van het financiële beleid eigen<br />

gemaakt. De voorzitter dankte beide heren heel hartelijk voor hun<br />

inzet en bijdrage en verheugde zich in hun beider toezegging dat<br />

ze als adviseur beschikbaar blijven voor de Vereniging.<br />

Als nieuwe kandidaten werden voorgedragen en door de leden benoemd:<br />

de heer ir B. Bleker, voormalig lid Raad van Bestuur van<br />

ABN-Amro Bouwfonds N.V. en de heer prof. dr G.W.J. Rooijakkers,<br />

bijzonder hoogleraar Nederlandse etnologie aan de Universiteit<br />

van Amsterdam en lid van de Raad van Cultuur.<br />

Tenslotte werd, na zijn terugtreden uit het bestuur, de heer E.W.<br />

Veen voorgedragen als lid van de Raad van Commissarissen en door<br />

de aanwezigen benoemd.<br />

Bestuur en Raad van Commissarissen<br />

De Raad van Commissarissen en het Bestuur hebben in 2003 een<br />

zorgvuldige afweging gemaakt met betrekking tot het meest wenselijke<br />

besturingsmodel van de Vereniging. Hierin is aan de Raad van<br />

Commissarissen de rol toebedeeld van controleur op afstand en toezichthouder.<br />

Het Bestuur heeft een beleidsmatige taak en is medeexecutief.<br />

De Directie bereidt het beleid voor, is executief en ondersteunt<br />

het Bestuur.<br />

De Directie kan het Bestuur vertegenwoordigen in verschillende<br />

organen. Het Bestuur is op de hoogte van alle nevenfuncties van de<br />

directeur die relevant zijn of kunnen zijn voor het werkveld van de<br />

Vereniging en heeft deze goedgekeurd.<br />

Het Bestuur kwam in 2006 negen maal bijeen op het kantoor van<br />

de Vereniging aan de Keizersgracht 743 te Amsterdam. Naast de<br />

financiële rapportages besprak het Bestuur een groot aantal voorstellen<br />

voor mogelijke verwervingen. Ook de voorstellen voor uit te<br />

voeren restauraties, dan wel afwijkingen in het verloop ervan kwamen<br />

ter tafel. Daarnaast werd verschillende keren gesproken over<br />

het verloop van de subsidieproblematiek, over personele zaken en<br />

over de huurverhogingen. Tenslotte heeft het Bestuur besloten tot<br />

de instelling van een adviescommissie inzake geschillen van de<br />

Vereniging met derden, niet zijnde huurgeschillen. De commissie<br />

bestaat uit twee leden van het bestuur en een lid van de Raad van<br />

Commissarissen. De commissie behandelt geschillen die door<br />

derden schriftelijk en met redenen omkleed zijn ingediend bij het<br />

Bestuur. De commissie reageert in beginsel eveneens schriftelijk<br />

door een advies aan het Bestuur op te stellen. Het Bestuur reageert<br />

op het voorgelegde geschil.<br />

Op 27 april 2006 vond – in Huis van Brienen aan de Herengracht<br />

284 te Amsterdam – de statutair vereiste vergadering van de Raad<br />

van Commissarissen plaats met het Bestuur, inzake het verslag van<br />

de Vereniging over 2005 en de daarop betrekking hebbende jaarr<br />

e k e n i n g .<br />

Later in het jaar, op zaterdag 18 november, werd te Dordrecht, in<br />

‘het Zeepaert’ aan de Wijnstraat 113, de najaarsbijeenkomst van de<br />

Raad van Commissarissen met het Bestuur gehouden.<br />

De Raad van Commissarissen laat zich voor de inhoudelijke toetsing<br />

van het gevoerde financiële beleid bijstaan door de audit commissie.<br />

De audit commissie, het Bestuur en de directeur vergaderden<br />

met de accountant op 12 april 2006 op de Keizersgracht 743 te<br />

Amsterdam over de Jaarrekening 2005. Hun préadvies werd in het<br />

vorige jaa<strong>rverslag</strong> gepubliceerd.<br />

Aan het einde van dit verslaggedeelte vindt u het préadvies van de<br />

audit commissie naar aanleiding van hun onderzoek naar de jaarrekening<br />

over het jaar 2006, waarvan u de samenvatting aantreft elders<br />

in dit Jaa<strong>rverslag</strong>. De volledige Jaarrekening 2006 is in te zien<br />

op onze website of te bevragen op het kantoor van de Vereniging.<br />

O r g a n i s a t i e<br />

De directeur staat aan het hoofd van een organisatie die eind 2006<br />

bestond uit 17 personen in vaste dienst en twee personen met een<br />

contract voor bepaalde tijd. Na verrekening van de deeltijdaanstellingen<br />

kwam het aantal FTE’s op 15,2 (2005: 14,7).<br />

Ondanks de benoeming van een opzichter en een medewerker ledenprojecten,<br />

bleven twee vacatures, beide op de afdeling Beheer,<br />

oningevuld. Op die afdeling zorgden ultimo 2006 8 mensen voor<br />

de verhuur en het onderhoud van het huizenbezit. De vacature van<br />

opzichter kon gelukkig in de loop van het jaar worden ingevuld.<br />

Op de afdeling Restauratie kon worden voorzien in een vacature<br />

voor een bouwkundig tekenaar, waardoor hier aan het einde van<br />

het jaar 4 mensen werkten.<br />

Het ziekteverzuim onder de medewerkers van Vereniging Hendrick<br />

de Keyser toonde door een ongelukkig toeval een ernstige stijging.<br />

Maar liefst vier medewerkers raakten door ongelukken buiten werktijd<br />

voor langere tijd uit de roulatie. Mede hierdoor liep het verzuim<br />

in 2006 op tot 9% (in 2005 4,4%).<br />

Open Dagen<br />

In 2006 vond eenmaal een Open Dag plaats. Dit was op zaterdag 8<br />

april in Amsterdam. Op loopafstand van elkaar waren twee panden<br />

voor de leden opengesteld: Oudezijds Voorburgwal 57 en Oudezijds<br />

Voorburgwal 100.<br />

Het laatstgenoemde pand was door veel leden bezocht op 26 febru-<br />

V E R S L A G V A N D E V E R E N I G I N G J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

ari 2005, voorafgaand aan de restauratie. Nu, in 2006, kon het resultaat<br />

worden aanschouwd. Het huis was weer van een achtergevel<br />

voorzien, die door jaren van verbouwing van de kelder tot de tweede<br />

etage verdwenen was. Bovendien was aan de hand van bouwsporen<br />

een eigentijdse reconstructie gemaakt van het oude achterhuisje,<br />

thans geschikt om de keuken te herbergen. Het voorhuis was zorgvuldig<br />

in zijn oude staat teruggebracht. Het resultaat vormde een<br />

groot contrast met nummer 57, dat aan de vooravond stond van<br />

een ingrijpende restauratie. De opkomst was naar verwachting<br />

hoog, ca. 150 personen.<br />

E x c u r s i e<br />

De excursie speelde zich dit jaar in een uithoek van het land af:<br />

Maastricht en Valkenburg aan de Geul. Eén dag van de excursie<br />

vond plaats op de gebruikelijke zaterdag, 16 september. De andere<br />

dag was echter niet een week later, doch de vrijdag ervoor, 15<br />

september. Hiermee werd een oud verzoek van verschillende leden<br />

ingewilligd. Zo ontstond immers de mogelijkheid voor leden die<br />

niet aan de vrije zaterdag gebonden waren, om te kiezen voor een<br />

door de weekse dag. Dit experiment bleek onvoldoende rendabel;<br />

de deelname op vrijdag bleef beperkt tot 130 personen, terwijl de<br />

zaterdag als gebruikelijk volgeboekt was met 250 personen.<br />

Het programma van beide dagen was gelijk.<br />

De ochtend begon in Maastricht, waar een rondwandeling vanaf het<br />

station door de binnenstad leidde. Daarbij werden verschillende<br />

panden van de Vereniging aangedaan: Ridderstraat 2a en Stenenbrug<br />

2 (nabij de Bisschopsmolen) en de muurhuizen Achter de<br />

Molens 28-32. Tevens konden alle groepen de recent verworven<br />

Cellebroederskapel bewonderen. De stadswandeling ging natuurlijk<br />

vergezeld van informatie over de bijzondere kerken en monumenten<br />

die deze stad rijk is. Aan het eind van de ochtend verzamelden<br />

de groepen zich om per touringcar naar Berg en Terblijt te gaan.<br />

Hier was een lunch georganiseerd ìn een mergelgrot tegenover<br />

hotel/restaurant Vue des Montagnes. In verschillende, onderling<br />

verbonden ruimtes die door mergelwinning in de berg zijn ontstaan,<br />

werd een uitgebreide lunch genoten.<br />

Het middagprogramma speelde zich af in het schilderachtige<br />

Valkenburg aan de Geul. Ook hier was een stadswandeling met als<br />

hoofddoel een bezoek aan één van onze grote restauraties van de<br />

laatste tijd: de Oude Molen. Deze restauratie verkeerde voor wat de<br />

gebouwen betrof in een afrondingsfase. Het molenwerk zelf was bij<br />

deze gelegenheid helaas nog niet zichtbaar. Aangezien de voltooiing<br />

daarvan nog circa twee jaar zal duren, wordt hiervoor te zijner<br />

tijd een aparte Open Dag georganiseerd. Mede omdat beide dagen<br />

door zeer aangenaam weer begeleid werden, was sprake van een<br />

geslaagde excursie.<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

P r e a d v i e s<br />

De audit commissie van de Vereniging kwam op 10 april 2007 ten<br />

kantore van de Vereniging bijeen, ter bespreking van de Jaarrekening<br />

2006. Bij die gelegenheid is de hierna volgende verklaring<br />

a f g e g e v e n :<br />

‘Wij hebben onderzoek gedaan naar het verslag van het Bestuur en<br />

de Directie en naar de jaarrekening over het jaar 2006. Naar aanleiding<br />

daarvan kunnen wij u mededelen geen aanleiding te hebben<br />

gevonden tot het maken van opmerkingen.<br />

Bij dit onderzoek hebben wij mede gebruik gemaakt van het verslag,<br />

de verklaring en de mondelinge toelichting daarop, van de<br />

registeraccountant aan wie door de Raad van Commissarissen de in<br />

artikel 14, lid 4 van de statuten bedoelde opdracht tot onderzoek<br />

van de jaarrekening is verleend. Het verslag en de verklaring van de<br />

accountant zijn inmiddels aan u overgelegd.<br />

Wij adviseren u vorengenoemde stukken in de Raad van Commissarissen<br />

te bespreken en vervolgens te besluiten over te gaan tot overlegging<br />

van het jaa<strong>rverslag</strong> en de jaarrekening ter bespreking en<br />

kennisneming, resp. vaststelling door de Algemene Ledenvergadering,<br />

met het verzoek aan de Algemene Ledenvergadering aan de<br />

leden van het Bestuur en de leden van de Raad van Commissarissen<br />

décharge te verlenen. De jaarrekening zal ten tijde van uw besluit<br />

door ons mede worden ondertekend’.<br />

Aldus getekend door de leden van de audit commissie.<br />

D a n k w o o r d<br />

Een bijzonder woord van dank willen wij richten tot de velen die<br />

ons werk een warm hart toedragen en ons bedenken met giften,<br />

schenkingen, legaten en erfstellingen. Zoals uit het voorgaande is<br />

op te maken, is hun steun absoluut noodzakelijk, zowel voor de<br />

groei van de Vereniging als voor de restauraties, die in toenemende<br />

mate door de Vereniging zelf moeten worden bekostigd.<br />

Bestuur, Directeur<br />

Mei 2007<br />

29


30<br />

Balans per 31 december 2006<br />

na bestemming saldo b a t e n en l a s t e n<br />

(x 2 1 . 0 0 0 )<br />

A c t i v a 2 0 0 6 2 0 0 5<br />

Materiële vaste activa<br />

P a n d e n 3 2 . 2 2 8 3 0 . 4 2 1<br />

B e d r i j f s m i d d e l e n 6 6 9 1<br />

Totaal materiële vaste activa 3 2 . 2 9 4 3 0 . 5 1 2<br />

Financiële vaste activa<br />

Langlopende vorderingen 1 . 4 8 4 4 8 9<br />

V o r d e r i n g e n 4 . 1 2 4 3 . 1 7 0<br />

Liquide middelen 6 6 2 7 9<br />

Totaal activa 3 7 . 9 6 8 3 4 . 4 5 0<br />

B A L A N S J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

P a s s i v a 2 0 0 6 2 0 0 5 *<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Reserves en fondsen<br />

R e s e r v e s<br />

• B e s t e m m i n g s r e s e r v e s 2 0 . 1 4 3 1 9 . 0 1 3<br />

• Overige reserves 5 . 4 6 3 5 . 7 5 0<br />

Fondsen<br />

• B e s t e m m i n g s f o n d s 1 0 2 1 9 6<br />

2 5 . 7 0 8 2 4 . 9 5 9<br />

Langlopende schulden 6 . 8 2 8 5 . 2 2 1<br />

Kortlopende schulden 5 . 4 3 2 4 . 2 7 0<br />

*Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden<br />

Totaal passiva 3 7 . 9 6 8 3 4 . 4 5 0<br />

31


32<br />

Staat van b a t e n en l a s t e n over 2006<br />

(x 2 1 . 0 0 0 )<br />

F o n d s e n w e r v i n g 2 0 0 6 2 0 0 6 2 0 0 5 *<br />

w e r k e l i j k b e g r o o t w e r k e l i j k<br />

Baten uit eigen fondswerving<br />

Donaties, giften 1 . 4 4 4 3 0 3 0 3<br />

Legaten en erfstellingen ( 5) P M 1 9<br />

C o n t r i b u t i e s 7 4 6 5 6 6<br />

Kosten eigen fondswerving<br />

1 . 5 1 3 9 5 3 8 8<br />

(In)directe wervingskosten ( 2 0 ) ( 2 0 ) ( 2 3)<br />

U i t v o e r i n g s k o s t e n ( 5 3 ) ( 5 9 ) ( 5 0)<br />

( 7 3 ) ( 7 9 ) ( 7 3)<br />

In % van baten uit eigen fondswerving 4 , 8 % 8 3 , 2 % 1 8 , 8 %<br />

Netto baten 1 . 4 4 0 1 6 3 1 5<br />

Resultaat panden<br />

Huuropbrengst panden 6 . 1 6 4 6 . 2 0 0 5 . 6 8 8<br />

Exploitatiekosten panden ( 3 . 0 2 6 ) ( 2 . 9 5 0 ) ( 2 . 8 7 7)<br />

Restauratiekosten panden ( 1 . 5 1 9 ) ( 1 . 1 2 5 ) * * ( 8 9 6)<br />

Verwachte subsidiebijdragen panden 1 8 7 – 1 6 8<br />

G e a c t i v e e r d / o v e r l o p e n d 3 8 2 – 3 3<br />

Afschrijvingen panden ( 7 6 1 ) ( 7 5 0 ) ( 6 9 9)<br />

U i t v o e r i n g s k o s t e n ( 7 7 9 ) ( 8 4 0 ) ( 8 1 1)<br />

6 4 8 5 3 5 6 0 6<br />

Totaal eigen fondsen 2 . 0 8 8 5 5 1 9 2 1<br />

Aandeel in acties derden 1 . 5 5 8 4 5 4 4 9 6<br />

Beschikbaar uit fondswerving 3 . 6 4 6 1 . 0 0 5 1 . 4 1 7<br />

Financiële baten en lasten ( 1 5 2 ) ( 1 5 5 ) ( 1 7 4)<br />

Beschikbaar voor doelstelling 3 . 4 9 4 8 5 0 1 . 2 4 3<br />

* Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden<br />

* * Betreft netto last<br />

S T A A T V A N B A T E N E N L A S T E N J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

B e s t e d i n g e n<br />

2 0 0 6 2 0 0 6 2 0 0 5 *<br />

w e r k e l i j k b e g r o o t w e r k e l i j k<br />

Beschikbaar voor doelstelling 3 . 4 9 4 8 5 0 1 . 2 4 3<br />

V e r w e r v i n g e n<br />

V e r w e r v i n g s k o s t e n ( 2 . 9 2 7) P M ( 2 6 5 )<br />

G e a c t i v e e r d / o v e r l o p e n d 3 9 3 – –<br />

Restauratiekosten verwervingen ( 2 . 0 0 7 ) (410 ) ** ( 1 . 3 4 6)<br />

Verwachte subsidie restauraties 6 5 6 –<br />

5 8 9<br />

G e a c t i v e e r d / o v e r l o p e n d 3 6 8 –<br />

3 4 8<br />

U i t v o e r i n g s k o s t e n ( 3 1 5 ) ( 3 2 1 ) ( 3 1 6)<br />

Totaal besteed aan doelstelling ( 3 . 8 3 2 ) ( 7 3 1 ) ( 9 9 0)<br />

Saldo baten en lasten ( 3 3 8 ) ( 1 1 9) 2 5 3<br />

* Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden<br />

* * Betreft netto last<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Dit resultaat is als volgt in<br />

de Reserves verwerkt:<br />

B e s t e m m i n g s f o n d s ( 9 4 ) ( 9 0)<br />

Overige reserves ( 2 4 4) 3 4 3<br />

T o t a a l ( 3 3 8) 2 5 3<br />

33


34<br />

Toelichting op de b a l a n s per 31 december 2006<br />

en de s t a a t van baten en lasten over 2006<br />

1 Grondslagen van waardering<br />

en van bepaling van<br />

het resultaat<br />

Voor zover niet anders is vermeld zijn de posten in de balans<br />

opgenomen voor de nominale waarde.<br />

Materiële vaste activa<br />

P a n d e n<br />

De hieronder begrepen panden zijn als volgt te onderscheiden:<br />

• panden in vol eigendom, danwel panden die in eeuwigdurende<br />

erfpacht zijn verkregen tegen een canon van e 0,-. Deze worden<br />

gewaardeerd tegen vijfmaal de bruto huur per jaar per het einde<br />

van het boekjaar;<br />

• panden belast met vruchtgebruik of het recht van bewoning.<br />

Deze worden gewaardeerd tegen vijfmaal de fictief vastgestelde<br />

huur per jaar bij de aanvang van het vruchtgebruik, resp. het recht<br />

van bewoning. Deze waarde wordt ook onder de langlopende<br />

schulden opgenomen. Jaarlijks wordt een deel van dit bedrag<br />

onder de huuropbrengsten verantwoord. Een vrijval van de<br />

schuld wegens beëindiging van het vruchtgebruik of recht van<br />

bewoning wordt geboekt onder overige baten;<br />

• panden in eigendom belast met erfpacht. Deze worden gewaar<br />

deerd tegen vijfmaal de jaarlijkse canon.<br />

De jaarlijkse waardeaanpassing tot vijfmaal de bruto huur wordt<br />

rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt, onder de Overige<br />

r e s e r v e s .<br />

Teneinde in de staat van baten en lasten inzicht te verschaffen in de<br />

exploitatie van de panden wordt 2,5% van de balanswaarde aan het<br />

begin van het boekjaar als afschrijvingslast in aanmerking genomen.<br />

Door de jaarlijkse waardeaanpassing van de panden tot vijfmaal<br />

de bruto huur op 31 december, heeft de afschrijving geen invloed<br />

op de waardering van de panden in de balans. Bij tenminste gelijkblijvende<br />

huur wordt de afschrijving in de waardering geheel<br />

g e c o m p e n s e e r d .<br />

B e d r i j f s m i d d e l e n<br />

De bedrijfsmiddelen bij de vereniging bestaan uitsluitend uit de<br />

inventaris van het kantoor. De kantoorinventaris, waaronder de<br />

communicatie- en computerapparatuur, wordt gewaardeerd tegen<br />

de aanschaffingswaarde, verminderd met lineaire afschrijvingen op<br />

basis van de geschatte economische levensduur. De afschrijvingstermijn<br />

bedraagt 10 jaar voor kantoorinventaris en 4 jaar voor<br />

communicatie- en computerapparatuur.<br />

Het aan de Vereniging toebehorende antieke meubilair en de inventaris<br />

in de verschillende panden worden p.m. gewaardeerd, omdat<br />

deze goederen geen afzonderlijke opbrengst genereren en tevens<br />

duurzaam worden aangehouden.<br />

2 Stelselwijziging<br />

Sedert 2002 is de jaarrekening van Vereniging Hendrick de Keyser<br />

opgesteld conform de RJ 650. Daarbij is er destijds voor gekozen<br />

om de waarde van onze panden in zijn geheel op te nemen in een<br />

Fonds activa. In werkelijkheid hanteert de Vereniging een grenswaarde<br />

van 5/8 van de boekwaarde van onze panden. Het resterende<br />

3/8 gedeelte van de boekwaarde van onze panden mag met<br />

vreemd vermogen worden gefinancierd. Met ingang van dit verslagjaar<br />

is besloten dit beleid ook weer te geven in de balans. Hierdoor<br />

is de onderverdeling van het Eigen vermogen (thans Reserves en<br />

fondsen) gewijzigd. Voor het totale Eigen vermogen heeft deze<br />

stelselwijziging geen gevolgen. De vergelijkende cijfers in de balans<br />

per 31 december 2005 zijn voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.<br />

Als meest concrete resultaat van de eigen fondsenwerving krijgt de<br />

Vereniging regelmatig panden geschonken. Deze schenkingen werden<br />

tot heden direct in de balans verwerkt. Voor een beter inzicht<br />

in dergelijke verkrijgingen is met ingang van 2006 deze schenking<br />

opgenomen in de staat van baten en lasten. Dit weerspiegelt de<br />

werkelijke situatie dat deze panden moeten worden gekocht; vervolgens<br />

wordt de koopsom geschonken. Aankopen worden verantwoord<br />

onder Verwervingen en schenkingen onder Donaties, giften.<br />

Als gevolg hiervan zijn deze posten thans veel groter dan voorheen.<br />

Deze stelselwijziging heeft geen gevolgen voor het eigen vermogen<br />

en het resultaat. De vergelijkende cijfers in de staat van baten en lasten<br />

over 2005 zijn voor vergelijkingsdoeleinden aangepast.<br />

T O E L I C H T I N G J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

3 Materiële vaste activa<br />

Het verloop van de post panden is als volgt:<br />

P a n d e n T o t a a l<br />

Boekwaarde per 1 januari 3 0 . 4 2 1<br />

M u t a t i e s<br />

I n v e s t e r i n g e n 1 . 1 1 2<br />

Geactiveerde restauratiekosten 3 6 9<br />

W a a r d e a a n p a s s i n g 1 . 0 8 7<br />

A f s c h r i j v i n g e n ( 7 6 1)<br />

1 . 8 0 7<br />

Boekwaarde per 31 december 3 2 . 2 2 8<br />

4 Reserves en fondsen<br />

De Reserves van de Vereniging zijn beschikbaar voor panden direct<br />

in gebruik voor de doelstelling.<br />

De Reserves worden onderscheiden in Bestemmingsreserves en<br />

Overige reserves. De Bestemmingsreserves worden aangewend voor<br />

de financiering van activa, met een omvang gelijk aan 5/8 deel van<br />

de boekwaarde van de panden. De Overige reserves kunnen worden<br />

aangewend voor de doelstelling van de Vereniging. Onder Fondsen<br />

wordt een Bestemmingsfonds verantwoord, zijnde ontvangsten van<br />

derden met een specifieke aanwending.<br />

Het totaal aan reserves en fondsen bedraagt eind 2006 e 2 5 . 7 0 8 .<br />

Met ingang van dit jaa<strong>rverslag</strong> maakt de Vereniging inzichtelijk<br />

dat tenminste 5/8 van de boekwaarde van onze panden met eigen<br />

middelen moet worden gefinancierd, vastgelegd in de Bestemm<br />

i n g s r e s e r v e s .<br />

Het resterende 3/8 gedeelte van de boekwaarde van onze panden<br />

mag met vreemd vermogen worden gefinancierd.<br />

Door dit beleid van de Vereniging kunnen de schulden altijd<br />

binnen 8 jaar worden afgelost.<br />

Mutaties in de Bestemmingsreserves vinden plaats vanuit de<br />

Overige reserves.<br />

Het verloop van deze reserve is als volgt:<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

2 0 0 6 2 0 0 5<br />

Stand per 1 januari 1 9 . 0 1 3 1 7 . 7 3 2<br />

Toevoeging vanuit Overige reserves 1 . 1 3 0 1 . 2 8 1<br />

Stand per 31 december 2 0 . 1 4 3 1 9 . 0 1 3<br />

Het verloop van de Overige reserves gedurende<br />

het boekjaar is als volgt:<br />

2 0 0 6 2 0 0 5 *<br />

Stand per 1 januari 5 . 7 5 0 5 . 5 4 7<br />

Waardeaanpassingen panden 1 . 0 8 7 1 . 1 4 1<br />

R e s u l t a a t b e s t e m m i n g ( 2 4 4) 3 4 3<br />

Mutatie Bestemmingsreserves ( 1 . 1 3 0 ) ( 1 . 2 8 1)<br />

Stand per 31 december 5 . 4 6 3 5 . 7 5 0<br />

*Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden<br />

Het verloop van het Bestemmingsfonds<br />

is als volgt:<br />

2 0 0 6 2 0 0 5<br />

Stand per 1 januari 1 9 6 2 8 6<br />

B e s t e e d ( 9 4 ) ( 9 0)<br />

Stand per 31 december 1 0 2 1 9 6<br />

Mutaties hebben betrekking op:<br />

onderhoud aan de Derde Ambachtsschool te Scheveningen.<br />

Bovenstaande financiële overzichten zijn ontleend aan de volledige<br />

Jaarrekening 2006, d.d. 26 april 2007, die ten kantore van de<br />

vereniging beschikbaar is, of op w w w . h e n d r i c k d e k e y s e r . n l is op<br />

te vragen.<br />

Bestuur, directeur<br />

Mei 2007<br />

35


36<br />

A c c o u n t a n t s -<br />

v e r k l a r i n g<br />

O p d r a c h t<br />

Wij hebben gecontro l e e rd of de in dit verslag opgenomen verkort e<br />

j a a rrekening van Ve reniging Hendrick de Keyser te Amsterdam over<br />

2006 op de juiste wijze is ontleend aan de door ons gecontro l e e rd e<br />

j a a rrekening 2006 van Ve reniging Hendrick de Keyser. Bij die<br />

j a a rrekening hebben wij op 26 april 2007 een goedkeurende<br />

accountantsverklaring verstrekt. Het bestuur van de vereniging is<br />

v e r a n t w o o rde lijk voor het opstellen van de verkorte jaarrekening in<br />

o v e reenstemming met de grondslagen zoals gehanteerd in de jaar-<br />

rekening 2006 van Ve reniging Hendrick de Keyser. Het is onze<br />

v e r a n t w o o rde lijkheid een accountantsverklaring inzake de verkort e<br />

j a a rrekening te verstre k k e n .<br />

We r k z a a m h e d e n<br />

Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Neder-<br />

lands recht. Dienovereenkomstig dienen wij onze controle zodanig<br />

te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerh e i d<br />

w o rdt verkregen dat de verkorte jaarrekening op de juiste wijze is<br />

ontleend aan de jaarre k e n i n g .<br />

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen contro l e - i n f o rm a t i e<br />

voldoende en geschikt is als basis voor ons oord e e l .<br />

O o r d e e l<br />

Naar ons oordeel is de verkorte jaarrekening in alle van materieel<br />

belang zijnde aspecten op de juiste wijze ontleend aan de jaar-<br />

rekening.<br />

To e l i c h t i n g<br />

Wij vestigen er de aandacht op dat voor het inzicht dat vereist is<br />

voor een verantwoorde oord e e l s v o rmi ng omtrent de financiële<br />

positie en de resultaten van de vereniging en voor een toere i k e n d<br />

inzicht in de reikwijdte van onze controle de verkorte jaarre k e n i n g<br />

dient te worden gelezen in samenhang met de volledige jaarre k e-<br />

ning, waaraan deze is ontleend, alsmede met de door ons daarbij op<br />

26 april 2007 verstrekte goedkeurende accountantsverklaring. Deze<br />

toelichting doet geen afbreuk aan ons oord e e l .<br />

Vo o r b u rg, 26 april 2007<br />

Deloitte Accountants B.V.<br />

drs. V. W.J.A. van Stijn R A M G A<br />

Afb. 1. De Wa t e rt o ren van Schoonhoven.<br />

Bestektekening uit 1899 van architect F.A. de Jongh.<br />

Door het plaatsen van een machinistenwoning op een grondplan van<br />

een Grieks kruis aan de basis van de toren, ontstond een evenwichtig<br />

geheel. Om het rijzige karakter van het geheel nog te benadru k k e n<br />

heeft hij boven het vat een zeer hoge torenspits geplaatst. De tore n<br />

w e rd uitgevoerd in de Romantische- of Chaletstijl. Kenmerkend voor<br />

deze bouwstijl zijn de ver overstekende dakvlakken, ondersteund door<br />

houten balkconstructies. In alles voerde de symmetrie een doorslag-<br />

gevende rol, met name tot uiting komend in het toegepaste timmer-<br />

werk. Te noemen vallen de vier dakkapellen aan de spits en de twee<br />

fraai vormgegeven dubbele buitentrappen om de machinistenwoning te<br />

b e reiken (afb. 1). Gezien de hoge onderhoudskosten werden de trappen<br />

evenwel in 1911 reeds gesloopt.<br />

D E WAT E R T O R E N VA N S C H O O N H O V E N J A A R V E R S L A G 2 0 0 6 V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Een nieuw leven voor de<br />

S c h o o n h o v e n s e w a t e rt o re n<br />

Het water werd gewonnen uit drie putten en was van bijzondere kwali-<br />

teit, zodat het zonder zuivering in het waterleidingnet kon worden ge-<br />

pompt. Het bestond uit kwelwater uit de Lek dat via diepliggende zand-<br />

lagen op een natuurlijke wijze was gefilterd. Opslag van het water vond<br />

door L.P. Ouweneel<br />

De watert o ren van Schoonhoven werd in 1898 ontworpen<br />

door de architect F.A. de Jongh uit Den Haag in opdracht<br />

van het gemeentebestuur. Deze architect had al eerder de<br />

w a t e rt o rens van Nijkerk en Zwijndrecht gebouwd.<br />

Deze torens waren voorzien van het gebruikelijke zeer<br />

b rede waterre s e r v o i r, waardoor ze er plomp en topzwaar<br />

uitzagen. Voor de toren van Schoonhoven koos De Jongh<br />

voor een ander, smaller vat, waardoor de toren een slank<br />

uiterlijk kre e g .<br />

37


38<br />

Afb. 2. Tussenvloer met expositieruimte in de voor-<br />

malige machinehal. De woning van de machinist was<br />

v e rdeeld over vier kamers op de verdieping van de<br />

o n d e r b o u w. Deze kamers waren verbonden door een<br />

galerij op ijzeren consoles.<br />

(foto Stichting Behoud Wa t e r t o ren Schoonhoven)<br />

plaats in de zogenaamde reinwaterkelder onder de begane grond. Om<br />

het water in het waterleidingnet te pompen waren twee gasmotoren<br />

opgesteld, ook in symmetrische opstelling. Deze esthetische eis van de<br />

a rchitect had echter als gevolg dat de aandrijving van de pompen via een<br />

ingewikkeld stelsel van assen en drijfriemen, met het nodige energ i e -<br />

verlies, diende plaats te vinden. Een bevredigende oplossing werd pas<br />

in 1922 gevonden toen de gasmotoren door electro m o t o ren werd e n<br />

v e r vangen. De machinist had als taak ervoor te zorgen dat de werking<br />

van het totale systeem ongestoord verliep inclusief het verrichten van<br />

kleine re p a r a t i e s .<br />

Boven in de toren bevindt zich het ijzeren waterre s e r v o i r. Als het water<br />

uit het onderg rondse net opstijgt naar dit re s e r voir neemt de druk af.<br />

De energie, die de pompen aan het water hebben gegeven, wordt van<br />

d ruk en snelheid omgezet in hoogte. De druk in het leidingnet komt<br />

gewoonlijk overeen met een stijghoogte van 25 à 40 meter. De hoogte<br />

van het re s e r voir in de toren is overeenkomstig, want anders zou het<br />

re s e r voir overlopen als het te laag is geplaatst, of nooit volkomen als<br />

het te hoog is geplaatst. Als het water de watert o ren verlaat, wordt de<br />

hoogte omgezet in druk en snelheid. Het water heeft de energie behou-<br />

den die de pompen er aan hebben toegevoegd en kan dus zonder<br />

tussenkomst van een pomp weer het leidingnet in. Dit waterre s e r v o i r<br />

v o rmt een buffer tussen de aanvoer van water door middel van de pom-<br />

pen en het verbruik. Als de aanvoer groter is dan het verbruik stijgt de<br />

waterspiegel in het re s e r v o i r. Bij een groter verbruik daalt het niveau.<br />

Het condenswater aan de buitenzijde van het ijzeren re s e r voir diende<br />

a f g e v o e rd te kunnen worden. Hiertoe diende de zogenaamde lekvloer<br />

met aan de rand en rondom het trapgat verhoogde drempels. Afvoer van<br />

het condenswater vond plaats via kleine buisjes in de onderdorpels van<br />

de 16 kleine vensters rondom de lekvloer.<br />

De Schoonhovense watert o ren is tot 1990 als zodanig in gebruik ge-<br />

weest. Door de verbeterde techniek van de pompen was het niet langer<br />

noodzakelijk het leidingwater op te pompen naar een hoog gelegen<br />

w a t e rre s e r voir om de druk op de waterleiding te houden. Het bestaans-<br />

recht van watert o rens was daarmee opgeheven. Zoals vele andere tore n s<br />

w e rd ook die van Schoonhoven met de slopershamer bedreigd, mede<br />

omdat de staat van onderhoud zeer slecht was.<br />

Een re d d i n g s p l a n<br />

Op initiatief van de gemeentelijke monumentencommissie werd begin<br />

1992 een onderzoek gedaan naar bestemmingsmogelijkheden van de<br />

D E WAT E R T O R E N VA N S C H O O N H O V E N J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

t o ren. Hiertoe werd de Technische Universiteit van Delft ingeschakeld.<br />

Dit leidde tot 18 ontwerpen van studenten, waaronder een water-<br />

museum, een klimmuur, diverse horecagelegenheden en sauna’s alsmede<br />

a t e l i e rruimten. Deze ontwerpen werden eind maart tentoongesteld in<br />

de Grote of Bartholomeuskerk in Schoonhoven. Hierdoor ontstond<br />

zowel bij het gemeentebestuur als bij een aantal gemotiveerde burg e r s<br />

het vert rouwen dat de toren gered zou kunnen worden en een nieuwe<br />

bestemming zou kunnen krijgen. Het gemeentebestuur achtte het om<br />

diverse redenen wenselijk (kosten gemeentelijk apparaat, mogelijkheid<br />

tot werving sponsorgelden etc.) dit project niet zelf ter hand te nemen.<br />

Een aantal mensen, dat het vert rouwen genoot van de gemeente, werd<br />

aangezocht die klus te klaren. Dit re s u l t e e rde tenslotte in de oprichting<br />

van de Stichting Behoud Wa t e r t o ren Schoonhoven met als doel het<br />

v e r w e r ven, re s t a u re ren en daarna exploiteren van de tore n .<br />

De stichting zag zich direct bij aanvang met een groot aantal pro b l e m e n<br />

g e c o n f ro n t e e rd te weten:<br />

Veiligstellen van een toegekende Europese subsidie van fl. 142.500,-<br />

voor de restauratie, die vóór een bepaalde datum moest zijn besteed.<br />

Verkrijgen van de status van rijksmonument, hetgeen de stichting zou<br />

v e rz e k e ren van een rijkssubsidie van 80% der subsidiabele kosten.<br />

O p t e ren voor met BTW belaste verhuur van de toren (dus alleen<br />

v e rhuur aan bedrijven) om op die wijze alle BTW in rekening gebracht<br />

door de hoofdaannemer en de onderaannemers te kunnen teru g v o rd e-<br />

ren van de fiscus.<br />

Ve r w e rven van extra financiële middelen om de eigen bijdrage van<br />

20% in de restauratiekosten en de niet subsidiabele aanpassings- en<br />

inrichtingskosten te kunnen betalen.<br />

5<br />

Selectie van één of meer huurders (BTW-plichtig), die in staat zouden<br />

zijn om een adequate huur op te bre n g e n .<br />

Dit belette de stichting niet voort v a rend te werk te gaan. Op 17 sep-<br />

tember reeds werd de watert o ren aangewezen als rijksmonument, de<br />

vijfde in Nederland die deze eer te beurt viel. Op 24 september besloot<br />

de gemeenteraad om de toren aan de stichting te verkopen voor fl. 1,-<br />

( v e r k o p e r s k o s t e n ! ) .<br />

Inmiddels werd duidelijk dat een complete restauratie op korte term i j n<br />

niet mogelijk was, aangezien subsidie in het kader van de Monumenten-<br />

wet pas vanaf 1997/1998 te verwachten was. Daarom werd besloten tot<br />

fasering in de uitvoering en eerst de meest noodzakelijke re s t a u r a t i e-<br />

werkzaamheden uit te voeren, alsmede een aantal elementaire voorz i e-<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

39


40<br />

Afb. 3. Plaatsing van de enorme ro e s t v a s t s t a l e n<br />

windvaan tijdens de eerste fase van de re s t a u r a t i e .<br />

(foto Stichting BWS)<br />

ningen te tre f fen om de toren verhuurbaar te maken. Hiertoe was een<br />

bedrag nodig van fl. 700.000,- incl. BTW. De gemeente Schoonhoven<br />

stelde uit de fondsen stadsvernieuwing en herstel binnenstad een bedrag<br />

van fl. 400.000,- ter beschikking, de belastingdienst besliste gunstig op<br />

het ondernemerschap voor de BTW, hetgeen fl. 100.000,- opleverd e .<br />

Met de subsidies van de E.G. en de provincie Zuid-Holland en een<br />

s t reefbedrag van fl. 25.000,- aan part i c u l i e re sponsorbijdragen was de<br />

financiering van de eerste fase ro n d .<br />

Hoe noodzakelijk een snelle aanpak van de restauratie was, werd geïllus-<br />

t re e rd door het feit dat tijdens de najaarsstormen van 1992 de leien van<br />

het dak waaiden en er groot gevaar ontstond dat de windvaan zou neer-<br />

s t o rten. Met een hoogwerker is in december de windvaan eraf gehaald<br />

en zijn er netten rondom de torenkap gespannen.<br />

A rchitect Rokus Visser kreeg eind 1992 officieel opdracht tot besteks-<br />

g e reed maken van de eerste fase en reeds op 1 maart vond de aanbeste-<br />

ding plaats, waarbij als laagste inschrijver uit de bus kwam Gebr. Den<br />

Hoed & Zn. te Berg a m b a c h t .<br />

De eerste fase van de re s t a u r a t i e<br />

Op 31 maart 1993 startte de restauratie. Gezien de zeer slechte toe-<br />

stand waarin de toren zich bevond, werd besloten eerst het tore n -<br />

gedeelte aan de buitenkant te herstellen. De zinken windvaan bleek<br />

totaal vergaan en moest in zijn geheel worden vernieuwd, maar nu in<br />

roestvast staal (afb. 3). Een getrouwe kopie siert voortaan de tore n .<br />

Ook de houten omkuiping van het watervat was vrijwel geheel verg a a n .<br />

Er werd daarom besloten de paneelvullingen geheel te vernieuwen en de<br />

stijlen te herstellen. De paneelvullingen werden van binnenuit demonta-<br />

bel, zodat bij toekomstige onderhoudswerkzaamheden geen kostbaar<br />

s t e i g e r werk nodig zou zijn. De spits en de daken van de onderbouw<br />

w e rden opnieuw gedekt met eerste klas lei uit Wales. Hierbij konden<br />

ook de oorspronkelijk aangebrachte decoraties met rode lei, die bij<br />

v o o rgaande restauraties waren verdwenen, weer terug worden gebracht.<br />

Helaas is deze decoratie door een geringer kleurverschil minder duide-<br />

lijk zichtbaar dan de oorspro n k e l i j k e .<br />

Deze eerste fase kostte in totaal ruim fl. 740.000,-<br />

Potentiële huurd e r s<br />

Inmiddels had zich een aantal kandidaten aangemeld om de toren te<br />

mogen huren. Het meest opmerkelijk was het initiatief om een zoge-<br />

naamde Fiets-Inn in de toren te vestigen. De initiatiefnemers hadden<br />

D E WAT E R T O R E N VA N S C H O O N H O V E N J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

zich reeds begin 1992 tot de gemeenteraad gewend met een pro j e c t p l a n<br />

inclusief financiële onderbouwing. Dit plan was door de gemeenteraad<br />

zeer welwillend ontvangen, zodat de verwachting werd gewekt dat het<br />

plan wel uitgevoerd zou kunnen worden. Hoewel ook wethouder Va n<br />

den Broeck sympathiek stond tegenover de Fiets-Inn, weigerde hij per-<br />

tinent in te gaan op suggesties uit de gemeenteraad om aan de nieuwe<br />

stichting een opdracht in deze mee te geven. De stichting gaf ook dui-<br />

delijk te kennen met meer gegadigden te willen praten zonder vooraf<br />

een voorkeur uit te spreken, maar voelde wel dat niet zomaar aan de<br />

gevoelens van de gemeenteraad voorbij gegaan kon worden. Het stich-<br />

tingsbestuur had bedenkingen over de financiële haalbaarheid van het<br />

plan en was niet enthousiast over de toevoeging van glazen uitbouwen<br />

in de hoeken van de kru i s v o rmige onderbouw. Aangezien de stichting<br />

zich in de toekomst financieel zelf zou moeten bedruipen, inclusief het<br />

v e rrichten van groot onderhoud, bleek de gevraagde huurprijs een<br />

bottleneck voor de Fiets-Inn te worden. Een beroep op de gemeente-<br />

raad voor exploitatiesubsidie leed vervolgens schipbreuk.<br />

Ve rder is verm e l d e n s w a a rd een initiatief om er een spro o k j e s t o ren van<br />

te maken gecombineerd met een eethuis. Ook nu werd een uitgebre i d<br />

p rojectplan ingediend, maar ook in dit geval bleken de exploitatiekosten<br />

niet stru c t u reel gedekt te kunnen word e n .<br />

Het bezoek van Minister d’Ancona<br />

Publiciteit was voor het stichtingsbestuur van het grootste belang om<br />

s p o n s o rgelden te verw e r ven. Het bezoek van de toenmalige minister<br />

van WVC op 23 juni 1993 gaf aan het stichtingsbestuur een prachtige<br />

gelegenheid het gemeentebestuur, (potentiële) sponsors en de pers uit<br />

te nodigen om het leggen van de eerste lei door de minister bij te kun-<br />

nen wonen. In zijn toespraak tot de minister memore e rde de voorz i t t e r<br />

de goede samenwerking zowel met de gemeente als de Rijksdienst voor<br />

de Monumentenzorg, die ambtelijk alles op alles hadden gezet om de<br />

noodzakelijke pro c e d u res zowel gedegen als snel te laten verlopen.<br />

G rote dank was er uiteraard ook voor de sponsors, die bijdroegen zowel<br />

in geld als in goederen. Met name is verm e l d e n s w a a rd de scholenge-<br />

meenschap Olivier van Noort die de schoorsteenkappen heeft gemaakt.<br />

De ver v o l g r e s t a u r a t i e<br />

Begin 1994 was de eerste fase van de restauratie succesvol afgero n d .<br />

Het was echter wel duidelijk dat verhuur in deze staat niet mogelijk<br />

was. Dit was voor het stichtingsbestuur aanleiding zich tot het gemeen-<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Afb. 4. Expositieruimte in de onderbouw van de tore n .<br />

(foto Stichting BWS)<br />

41


42<br />

Afb. 5. Exterieur Wa t e r t o ren na de voltooiing<br />

van de restauratie. (foto Stichting BWS)<br />

tebestuur te wenden met het verzoek om een lening van fl. 600.000,- te<br />

verkrijgen als voorfinanciering van de te verwachten monumentensubsi-<br />

die. Als bijdrage in de rentekosten zou aan de gemeente een bedrag van<br />

fl. 12.000,- uit de te ontvangen huurpenningen worden vergoed. In<br />

haar vergadering van 8 september 1994 ging de gemeenteraad hierm e e<br />

a c c o o rd, waarbij de gemeente een bedrag van fl. 144.000,- aan re n t e-<br />

kosten over de periode 1995 t/m 2002 voor haar rekening nam. Ook<br />

dit bedrag werd gefourn e e rd uit het Fonds Herstel Binnenstad.<br />

De tweede fase, die startte in april 1995, behelsde de restauratie van de<br />

o n d e r b o u w, het interieur en een aanpassing aan eigentijdse gebru i k s e i-<br />

sen. Mede doordat het water sinds 1990 uit het re s e r voir en de onder<br />

de toren gelegen reinwaterkelder was verw i j d e rd, was de druk op de<br />

fundatie afgenomen waardoor de oost- en westvleugels van het tore n-<br />

deel los gingen scheuren. Om deze vleugels weer opnieuw met de tore n<br />

te verbinden werden lange roestvast stalen trekankers aangebracht en<br />

een tussenvloer van gewapend beton gestort (afb. 2 en 4). Dit laatste<br />

had tevens het voordeel dat het verh u u r b a r e vloero p p e r vlak aanzienlijk<br />

w e rd verg root. Achter de ingang, in de zuidelijke vleugel, werd een<br />

trappenhuis gemaakt. Dit is ten koste gegaan van de woonkamer van de<br />

machinistenwoning op de bovenverdieping. Alle overige vert rekken van<br />

de machinistenwoning zijn in de oorspronkelijke toestand gehandhaafd,<br />

w a a rmee een tijdsbeeld is gefixeerd van leven en werken aan het begin<br />

van de vorige eeuw. In het trappenhuis is een roestvast stalen trap aan-<br />

gebracht, die uitzonderlijk goed harm o n i e e r t met het vroeg 20e-eeuwse<br />

g e b o u w. Deze trap kon worden gere a l i s e e rd door een zeer genere u z e<br />

gift van het TBI-fonds voor een bedrag van fl. 100.000,-.<br />

De tweede fase van de restauratie kostte fl. 710.000,- waarvan echter<br />

fl. 70.000,- doorberekend kon worden aan de huurders in verband met<br />

speciale huurd e r s w e n s e n .<br />

De definitieve bestemming<br />

•<br />

Inmiddels had het stichtingsbestuur begin februari 1995 als zijn voor-<br />

keur uitgesproken dat de watert o ren een culturele bestemming zou<br />

krijgen. In eerste instantie werd hierbij gedacht aan de verhuur van<br />

a t e l i e rruimten aan Schoonhovense kunstenaars, die ook voor gesprekken<br />

w e rden uitgenodigd.<br />

Er diende zich echter een nieuwe kandidaat aan in de persoon van de<br />

heer Van Nouhuys, als vert e g e n w o o rdiger van de stichting Zilver in<br />

B e w e g i n g. Deze stichting had als oogmerk:<br />

B e v o rdering van hedendaagse expressie in zilver.<br />

D E WAT E R T O R E N VA N S C H O O N H O V E N J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

• M a s t e rclasses, lezingen etc. omtrent zilversmeedkunst in heden en<br />

•<br />

v e r l e d e n .<br />

P romotie en verkoop van hedendaagse zilversmeedkunst.<br />

Het stichtingsbestuur was enthousiast over dit plan, mede omdat de<br />

o p e n b a re toegankelijkheid van de toren kon worden gewaarborgd en<br />

het zilverstad-imago van Schoonhoven kon worden versterkt. Om de<br />

huur op te kunnen brengen zou Zilver in Beweging een tweetal<br />

a t e l i e rruimten aan zilversmeden verh u ren.<br />

Deze bestemming is ook heden ten dage nog van kracht, met dien<br />

verstande dat de huur overgegaan is van Zilver in Beweging op een<br />

collectief van drie zilversmeden.<br />

Afsluiting van de re s t a u r a t i e<br />

Op donderdag 18 april 1996 werd de restauratie officieel afgesloten<br />

door mr. D.A. Slager, de voorzitter van de monumentencommissie,<br />

door de sleutel van de toren over te dragen aan de nieuwe huurder<br />

Zilver in Beweging. Hij stelde: ‘Je moet een beetje bezeten zijn van<br />

willen behouden van monumenten om je zo in te zetten als de vrijwilli-<br />

gers van Behoud Wa t e r t o ren Schoonhoven gedaan hebben. Daarn a a s t<br />

w a ren de mannen gelukkig ook voorzien van een zakelijke, nuchtere en<br />

vooral realistische kijk op zaken’. Ook de voorzitter van de Nederlandse<br />

Wa t e rt o ren Stichting professor J.H. Kop bezigde zulke termen en kende<br />

aan het bestuur, wegens haar inzet de watert o renprijs 1995 toe.<br />

In zijn dankwoord memore e rde de voorzitter van de stichting Behoud<br />

Wa t e rt o ren Schoonhoven de toren als inspiratiebron om deuren te<br />

openen van zowel ambtelijke instanties als bedrijfsleven om deze re s t a u-<br />

ratie tot een goed einde te brengen. Bijzondere dank bracht hij uit aan<br />

zijn medebestuursleden die hun specifieke deskundigheid inbrachten,<br />

D. Hageman het esthetische, A. Rikkoert het financiële en J. Ve rh o e v e n<br />

het ambachtelijk technische. Daarnaast fungeerde de heer F. van<br />

Diemen, ambtelijk ondersteuner van het bestuur, als onmisbare schakel<br />

naar het gemeentelijk apparaat.<br />

Te n s l o t t e<br />

Ten einde de watert o ren ook in de toekomst in goede staat te kunnen<br />

behouden, nam het stichtingsbestuur eind 2005 contact op met de<br />

Ve reniging Hendrick de Keyser of deze niet genegen zou zijn om de<br />

w a t e rt o ren voor een symbolische prijs over te nemen. Dit re s u l t e e rd e<br />

tenslotte in de overdracht van de toren op 14 juli 2006, ruim tien jaar<br />

na de afsluiting van de re s t a u r a t i e . ■<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

43


44<br />

Afb 1. Cellebroedersgang en Cellebroederskapel in 1990. (foto auteur)<br />

D E C E L L E B R O E D E R S K A P E L T E M A A S T R I C H T J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

D e C e l l e b roederskapel<br />

te Maastricht: een j u w e e l van<br />

de f l a m b o y a n t e g o t i e k<br />

De Maastrichtse Cellebroederskapel werd in het tweede<br />

k w a rt van de zestiende eeuw gebouwd door Celliten van<br />

de Orde van Sint Augustinus. Zij kregen in 1539 toestemming<br />

van het Kapittel van Sint Servaas om op een<br />

s t rook grond tussen de Brusselsestraat en de tweede<br />

stadsomwalling een nieuw klooster te stichten.<br />

De Celliten of Cellebroeders hebben tot de Franse<br />

Revolutie op deze locatie gewerkt in de ziekenverpleging<br />

en zij hebben zich vooral verdienstelijk gemaakt bij de<br />

v e rz o rging van besmettelijk zieken en zwakzinnigen.<br />

Na de opheffing van het klooster in 1796 werden de kloosterg e b o u w e n<br />

g e b ruikt als gevangenis, brouwerij en bank van lening. Na de opheff i n g<br />

van deze bank kwamen de kapel en een restant van het klooster in het<br />

bezit van de Congregatie van de broeders van de Beyart, die de kapel in<br />

1963 lieten re s t a u re re n .<br />

De Cellebroeders of Alexianen<br />

In officiële stukken heten de Cellebroeders gewoonlijk Alexianen, om-<br />

dat zij de heilige Alexius tot hun patroon hadden gekozen. Volgens de<br />

legende ontvluchtte deze rijke jonge Romein zijn bruid om in het Syri-<br />

sche Edessa een bedelaarsbestaan te leiden. Na 17 jaar keerde hij teru g ,<br />

om vervolgens de laatste 17 jaar van zijn leven als een onbekende onder<br />

de trap van zijn ouderlijk huis door te brengen. Hij werd pas na zijn<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

door S. Minis<br />

45


46<br />

Afb 2. Cellebroedersgang omstreeks 1900.<br />

(foto Monumentenzorg Maastricht)<br />

dood herkend aan een brief die hij bij zich<br />

d roeg. Als beschermer van zieken, pel-<br />

grims, bedelaars en vagebonden heeft de<br />

cultus van Alexius zich in de middeleeuwen<br />

over heel Europa verspreid. Vanaf het<br />

begin van de veertiende eeuw ontstonden<br />

lekengemeenschappen in verschillende<br />

steden in het Rijnland en de Zuidelijke<br />

Nederlanden. Deze vrome lekenbro e d e r s<br />

hielden zich bezig met apostolische taken<br />

zoals het verz o rgen van zieken en het<br />

begraven van doden. In de Nederlanden<br />

w e rden ze Matemannen, Lollarden, Arm e<br />

B roeders en Schokkebroeders genoemd.<br />

De gemeenschappen van broeders namen<br />

een bedelbestaan aan en ze legden zich toe<br />

op het verz o rgen van de pestlijders. Aan-<br />

vankelijk volgden de meeste broeders alleen<br />

maar de derde regel van Sint Franciscus.<br />

Vanaf de periode van de Zwarte Pest<br />

(1348-1352) gingen de Cellebroeders zich<br />

hechter org a n i s e ren en in kloosters samenleven. In 1458 werden de<br />

C e l l e b roeders als orde erkend door paus Pius II.<br />

De Cellebroeders zouden voortaan de drie geloften afleggen en de re g e l<br />

van Sint Augustinus volgen. Vo o r taan droegen ze een zwarte tuniek met<br />

monnikskap en zwarte scapulier en om het middel een leren gordel.<br />

C e l l e b r oeders in Maastricht<br />

De Cellebroeders hebben zich in het derde kwart van de veert i e n d e<br />

eeuw te Maastricht gevestigd. De eerste vermelding dateert uit 1361 en<br />

in dat jaar hadden de Cellebroeders al een klooster aan de bank van<br />

Tw e e b e rgen, die onder het St. Servaaskapittel re s s o rt e e rde. De bro e d e r s<br />

w o rden in dit document nog als Lollarden aangeduid, omdat zij een<br />

g root deel van de dag aan het gebed wijdden. Het woord lollen had<br />

in de middeleeuwen de betekenis van zachtjes bidden of prevelen. Het<br />

klooster was bereikbaar via een smal straatje dat naar de stadsmuur<br />

leidde en dat nog steeds bekend staat als de Cellebroedersgang (afb. 1<br />

en 2). De Maastrichtse Cellebroeders verpleegden de zieken zowel thuis<br />

als in de hospitalen en zij verz o rgden in hun kloostergesticht zowel de<br />

geesteszieken als de zogenaamde commensalen, de ‘zwarte schapen van<br />

D E C E L L E B R O E D E R S K A P E L T E M A A S T R I C H T J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

vooraanstaande families’, die door de bro e-<br />

ders in het gareel werden gehouden. Voor het<br />

ter aarde bestellen van onbemiddelde perso-<br />

nen ontvingen de broeders van de stad ieder<br />

jaar zestig Luikse guldens. Ook kregen zij<br />

soms geschenken in natura. Zo vermelden de<br />

r a a d s v e rdragen uit het jaar 1438 dat de ‘bru e-<br />

d e ren vanden Lollarden (als) gewoinlyck es<br />

geweest hare te geven eynen osse’. Ook in<br />

l a t e re eeuwen kregen de Cellebroeders voor<br />

hun goede werken een financiële ondersteu-<br />

ning van de magistraat. In het jaar 1506 heeft<br />

de magistraat zelfs een contract laten opstel-<br />

len waaruit blijkt dat de broeders op stadskos-<br />

ten werden onderhouden. Zij kregen een vast<br />

inkomen uit de opbrengst van de Tafel van de<br />

H. Geest. Voor het begraven van de doden<br />

ontvingen de broeders jaarlijks 60 goudgul-<br />

dens en een zelfde bedrag kregen zij voor het<br />

inkopen van haring, ossenvlees en steenkolen.<br />

Maar ook voor de verz o rging van ‘zinnelozen<br />

en onnozelen’ kregen de broeders in de 18de<br />

eeuw nog een vergoeding van 250 Gulden per<br />

j a a r. Uit dankbaarheid voor deze steun is in<br />

een van de venstertraceringen het stadswapen<br />

van Maastricht opgenomen.<br />

Meer dan vierh o n d e rd jaar hebben de Celle-<br />

b roeders hun barm h a r tige arbeid in Maastricht verricht waarbij zij zich<br />

s p e c i a l i s e e rden in het verplegen van zinnelozen en pestlijders. In de<br />

zeventiende eeuw werd de stad negenmaal geteisterd door de ‘haestige,<br />

smettende en pestilentieele ziekte’ en de Cellebroeders werden door de<br />

gehele bevolking geprezen voor hun barm h a r tig en heldhaftig gedrag.<br />

Het stadsbestuur benoemde in die tijd uit de Orde van de Cellebro e d e r s<br />

een ‘pestmeester’, van wie er twee met name bekend zijn: broeder<br />

G o v a e rt en broeder Laecken. Deze laatste was op geneeskundig gebied<br />

zelfs zo bekwaam dat de stadsraad hem honoris causa tot arts uitriep.<br />

Na de komst van het Franse Republikeinse leger werd het Cellebro e-<br />

dersklooster op 22 januari 1797 opgeheven, de goederen werden ge-<br />

c o n f i s c e e rd en de broeders werden uit hun huis gezet. Het Cellebro e-<br />

dersklooster werd geveild, maar vond geen koper. Het klooster werd<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Links: Afb. 3. Zuidzijde van de kapel aan het begin van<br />

de twintigste eeuw. (foto Monumentenzorg Maastricht)<br />

Onder: Afb. 4. Kloostervleugel met vakwerkgevel aan<br />

de noordzijde van de kapel, omstreeks 1900.<br />

(foto Monumentenzorg Maastricht)<br />

47


48<br />

Afb. 6. Exterieur zuidzijde in 2007. (foto HdK)<br />

enkele jaren gebruikt als gevangenis voor priesters die weiger-<br />

den de eed van trouw aan de Franse Republiek af te leggen. In<br />

1822 vestigde het Burgerlijk Armbestuur een bank van lening in<br />

de Cellebroederskapel, die tot het jaar 1924 als de Maastrichtse<br />

L o m m e rd bleef bestaan. Daarna werd de kapel een tijd gebru i k t<br />

als garage van de eerste Maastrichtse autobusonderneming.<br />

In 1940 kochten de Broeders van de Beyart het Cellebro e d e r s-<br />

klooster aan. Het klooster werd in 1954 wegens bouwvalligheid<br />

g rotendeels gesloopt. Alleen de kapel en de aangrenzende vleugel met<br />

de façade van vakwerkbouw bleven gespaard (afb. 3-5). In 1960 hekelde<br />

p rofessor J.J.M. Timmers in het blad Heemschut de erbarmelijke toe-<br />

stand van de Cellebroederskapel, die van ellende in elkaar begon te zak-<br />

ken. Een jaar later werd een restauratieplan opgesteld door architect Jef<br />

B rouwers en in 1963-1965 volgde de uitvoering van dit re s t a u r a t i e p l a n .<br />

E x t e r i e u r<br />

Afb. 5. Opmetingstekening uit 1884 van<br />

r i j k s a rchitect Ad. Mulder. Afb. 7. Exterieur noordzijde in 2007. (foto HdK)<br />

De kapel is gebouwd met mergelblokken en uitgevoerd als een zaal-<br />

kerkje met een vijfhoekige koorsluiting op het oosten en een topgevel<br />

aan de westzijde. In deze topgevel verwijst een jaarsteen met het jaart a l<br />

1-7-0-5 naar de herstellingen die dat jaar hebben plaats gevonden.<br />

Tijdens deze ingrijpende verbouwing is de topgevel aan de westzijde<br />

geheel vernieuwd en werd de dakruiter afgebroken. Deze topgevel was<br />

voor de verbouwing van 1705 minder hoog en het dak had voord i e n<br />

aan de westzijde een wolfseinde. Bovendien zijn tijdens deze bouwcam-<br />

pagne alle venstertraceringen uit de zuidelijke spitsboogramen verw i j-<br />

d e rd en vervangen door grote glasvlakken. Deze beglazing is aan het<br />

eind van de 19de eeuw gewijzigd toen er in de kapel een tussenvloer<br />

w e rd aangebracht, waarbij de ramen aan de zuidzijde met baksteenmu-<br />

ren zijn opgevuld. Enkele kleine fragmenten van de originele gebrand-<br />

s c h i l d e rde ramen zijn bij de restauratie in 1965 teruggevonden en<br />

herplaatst in het westelijke venster. Tijdens de restauratiecampagne van<br />

1963-1965 zijn de dichtgezette vensters aan de zuidzijde weer open-<br />

g e b roken en vervolgens zijn er gotische venstertraceringen gere c o n s t r u-<br />

e e rd aan de hand van de blindnisbogen van de noordzijde van de kapel<br />

(afb. 8). Bij deze herstelwerkzaamheden kwam ook aan het licht dat de<br />

kerk oorspronkelijk aan de buitenzijde een rode kleurafwerking heeft<br />

gehad en die rode afwerklaag is in 1965 opnieuw aangebracht op de<br />

m e rgelstenen muurvelden (afb. 6). Het rood schilderen van merg e l s t e e n<br />

komt in Maastricht wel vaker voor bij middeleeuwse mergelstenen<br />

gebouwen en dit werd niet alleen uit esthetische overwegingen gedaan,<br />

D E C E L L E B R O E D E R S K A P E L T E M A A S T R I C H T J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

maar vooral ter conservering van de mergel, die immers door uitwate-<br />

ring een dikke gipslaag vormt en dan gemakkelijk van de muur afschil-<br />

f e rt. Om dit verw e r i n g s p roces tegen te gaan werden merg e l m u ren inge-<br />

s t reken met ijzero e r. Deze kleurtoepassing is nog zichtbaar op tal van<br />

m e rgelstenen monumenten in Maastricht, zoals bij de toren van de<br />

St. Janskerk, de zijkapellen van de St. Servaaskerk, de oostgevel van de<br />

Dominicanenkerk, de voorgevel van Chateau Neercanne en de achterg e-<br />

vel van het Spaans Gouvernement. Op andere mergelstenen gevels is de<br />

kleurstof door verwering of ten gevolge van het afschaven van de muur-<br />

vlakken verloren gegaan. Tijdens de restauratie van 1963-1965 is het<br />

pannendak vervangen door een leiendekking en werd ook de zeshoekige<br />

t o re n b e k roning gere c o n s t r u e e rd. De plaats van de toren kon op basis<br />

van de plaats van het luigat bepaald worden. De constructie van het dak<br />

bestaat uit eiken balken die als een gordingenkap zijn samengesteld.<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Afb. 8. Restauratieplan uit 1963<br />

van architect J. Bro u w e r s .<br />

49


50<br />

Afb. 9. Gewelfschildering na de restauratie door<br />

A. Volders in 1965. (foto HdK)<br />

Afb. 10. Blikfoliedecoratie met sterre n m o t i e f :<br />

detail van de gewelfschildering, in 1998<br />

blootgelegd door Restauratie Atelier Limburg .<br />

(foto SRAL)<br />

Van het oorspronkelijke zestiende-eeuwse kloostercomplex is slechts een<br />

bescheiden gedeelte bewaard gebleven tegen de noordzijde van de kapel<br />

(afb. 7). Deze vleugel bezit een onderbouw van mergelsteen en een<br />

bovenbouw van vakwerk, dat met houten korbelen op hardstenen kraag-<br />

stenen rust. In de mergelstenen onderbouw zijn vier vensters met<br />

g e p ro f i l e e rde korfbogen hersteld aan de hand van teruggevonden bouw-<br />

s p o ren en aan de oostzijde werd in dezelfde stijl een deur gere c o n s t r u-<br />

e e rd. Bij de restauratie van 1963 is de vakwerkconstructie vrijwel geheel<br />

v e rnieuwd. De aangrenzende kloostergebouwen waren al in 1940<br />

a f g e b roken. Alleen een gedenksteen aan de noordzijde van de kapel<br />

h e r i n n e r t nu nog aan de plaats waar deze gebouwen hebben gestaan.<br />

Op de steen staat de inscriptie: ‘Desen bouw heeft doen maecken Br.<br />

Henricus Kerckhoofs Pater deses conve(n)ts ende Diffinitor van het<br />

o rden der Cellebroeders int yaer 1706’. Deze steen is afkomstig uit de<br />

refter van het klooster. Een tweede gedenksteen in deze gevel toont de<br />

tekst: ‘B.H.K.H.P. 1709’. Deze letters staan waarschijnlijk voor<br />

‘ B roeder Hendrik Kerkhoofs hunc possuit’ (= geplaatst door Bro e d e r<br />

Hendrik Kerkhoofs).<br />

I n t e r i e u r<br />

Tijdens de restauratie van 1963-1965 is de Cellebroederskapel hersteld<br />

in de stijl van de flamboyante gotiek. Het schip van de Cellebro e d e r s -<br />

kapel telt vier gewelfvakken en het priesterkoor heeft een samengesteld<br />

gewelf. De gewelven zijn door de ribben verdeeld in een decoratief net-<br />

w e r k p a t roon in de stijl van de Brabantse gotiek en de gewelfribben wor-<br />

den ondersteund door kleine kapitelen. Deze kapitelen zijn gedecore e rd<br />

met engelenfiguren die Christus’ lijdenswerktuigen dragen, zoals een<br />

gesel, martelzuil, doorn e n k roon en kruishout. Deze lijdenswerktuigen<br />

v e r wijzen naar de goede werken van de Cellebroeders, die als zieken-<br />

b roeders en grafdelvers ook dagelijks met het lijden werden geconfro n-<br />

t e e rd. Vrijwel identieke kapiteeltjes zijn bewaard gebleven in de ru ï n e<br />

van de kapel van St. Josaphat in de tuin van de Broeders van de Beyart .<br />

Deze kapel werd rond 1500 gebouwd in opdracht van de zusters Fran-<br />

ciscanessen uit Peer. Deze kapel heeft ongetwijfeld als inspiratiebron<br />

g e f u n g e e rd voor de kapitelen van de Cellebroederskapel.<br />

Op de gewelfvakken is de oorspronkelijke schildering bewaard gebleven.<br />

Deze schildering werd tijdens de restauratie van 1963-1965 ontdekt en<br />

blootgelegd door A. Volders. In de gewelfvakken zijn loofwerkversierin-<br />

gen aangebracht en engelenfiguren met de lijdenswerktuigen (afb. 9).<br />

Tegen de westgevel werden verschillende fragmenten teru g g e v o n d e n<br />

D E C E L L E B R O E D E R S K A P E L T E M A A S T R I C H T J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

van een Laatste Oordeel, maar omdat die fragmenten uit twee verschil-<br />

lende fases dateren, heeft de restauratie niet tot een herkenbaar totaal-<br />

beeld geleid. In het jaar 1998 zijn de schilderingen opnieuw gere s t a u-<br />

re e rd door het Restauratie Atelier Limburg. Dankzij deze restauratie is<br />

het architecturale concept van de kapel weer in ere hersteld. Tijdens de<br />

werkzaamheden werden op de manchetten van de gewelfribben re s t e n<br />

van kleine zilveren sterretjes teruggevonden (afb. 10). De sterretjes wa-<br />

ren met behulp van een houten mal opgebracht. In die houten mal werd<br />

een velletje tinfolie aangebracht en daarna een laagje hars of was, waar-<br />

mee de folie op het gewelf werd gelijmd. Daarna werd de folie met een<br />

dun laagje vernis bestreken zodat het een zachte gouden gloed kreeg.<br />

Omdat de mal bovendien van een aantal parallelle inkervingen was voor-<br />

zien, hebben de sterretjes het aanzien van goudbrokaat gekregen.<br />

Dezelfde decoratietechniek is ook bekend van de Pieterskerk te Leiden,<br />

de St. Lebuïnus in Deventer en de Onze Lieve Vrouwe van Breda. Bij<br />

kaarslicht fonkelen deze gouden sterretjes als een echte sterre n h e m e l .<br />

In de Cellebroederskapel bevindt zich een zeer bijzonder kabinetorg e l ,<br />

dat toegeschreven wordt aan de beroemde Franse orgelbouwer Joseph<br />

Binvignat, die zich omstreeks 1776 als orgelbouwer vestigde in Maas-<br />

tricht (afb. 11). Joseph Binvignat werkte gedurende lange tijd als com-<br />

pagnon samen met Maastrichtenaar Lambertus Houtappel, wiens doch-<br />

ter hij in 1781 huwde. De firma Binvignat-Houtappel verv a a rdigde in<br />

Maastricht ondermeer de orgels van de St. Janskerk, de St. Matthiaskerk<br />

en de St. Servaaskerk. Deze orgels zijn sterk verwant met de Franse 18e<br />

eeuwse org e l b o u w, zoals blijkt uit de samenstelling en de intonatie van<br />

het orgelpijpwerk. Het orgel van de Cellebroeders werd in 1794 gebouwd<br />

voor de kerk van Berg en Terblijt. In 1936 werd het orgel verplaatst naar d e<br />

kerk van Scharn en in 1969 werd het orgel gere s t a u r e e rd door de firm a<br />

Ve r s c h u e ren, waarna het opgesteld werd in de Cellebroederskapel.<br />

Bij gelegenheid van het 125-jarig bestaan van de congregatie van de<br />

b roeders van de Beyart en tevens ter gelegenheid van de voltooiing van<br />

de restauratie heeft het stadsbestuur in 1965 een luidklok aangeboden<br />

voor de sierlijke dakruiter van de kapel. Deze luidklok komt uit de kerk<br />

van het Overijsselse Albergen en ze is in 1796 gegoten door de Rijn-<br />

landse klokkengieter Johan Rutger Voigt. Op de klokkenstoel werd in<br />

1965 het chronogram uitgesneden: ‘LaVDeM traIeCtI fratIbVs hInC<br />

ConCIno’ (Vanaf deze plaats laat ik de lof van Maastricht voor de bro e-<br />

ders weerklinken) en hoewel de klok niet meer vaak wordt geluid, blijft<br />

die wens ons wel herinneren aan de goede werken van de Maastrichtse<br />

b ro e d e r s . ■<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Afb. 11. Overzicht kapel naar het westen met<br />

k a b i n e t o rgel van Joseph Binvignat. (foto auteur)<br />

L i t e r a t u u r v e r w i j z i n g<br />

• De Monumenten van geschiedenis en kunst in de provincie<br />

Limburg. De monumenten in de gemeente Maastricht,<br />

’s-Gravenhage 1926-1953, pp 159-163<br />

• J.L.A. Brouwers, Cellebroederkapel te Maastricht.<br />

Restauratieplan, Maastricht 1961<br />

• E. Kreuwels, Inventaris van het archief van de Bank van<br />

lening te Maastricht, Maastricht 1987<br />

• P.J.H., Ubachs & S. Tagage, De Maastrichtse Cellebroeders<br />

met een beschrijving van hun kapel, Maastricht 1977<br />

• P.J.H. Ubachs, De Cellebroederskapel, Maastrichts Silhouet 3,<br />

Maastricht 1980<br />

• A.A.H. Friedrichs, ‘De verfdwarsdoorsnede bij het onderzoek<br />

van de historische binnenruimte. Persbrokaat op steen’, in:<br />

Bulletin van de KNOB, 99 (2000) pp 166-172<br />

51


52<br />

Afb. 1-3. Nederhof te Honselersdijk,<br />

o v e rzicht huidige situatie. (foto’s HdK)<br />

D E N E D E R H O F I N H O N S E L E R S D I J K J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

De N e d e rh o f van paleis<br />

H o n s e l a a r s d i j k *<br />

De nieuwbouw van paleis Honselaarsdijk<br />

Op de plaats van het paleis stond oorspronkelijk een middeleeuwse<br />

b u rcht, omgeven door een ronde slotgracht. In 1612, ten tijde van het<br />

12-Jarig Bestand (1609-1621), kocht Frederik Hendrik, de jongste<br />

zoon van Willem van Oranje, het kasteel van de graaf van Are n b e rg.<br />

In 1621 begon Frederik Hendrik met een reeks vernieuwingen van het<br />

g e b o u w, die eigenlijk tot zijn dood in 1647 bleef voort d u ren.<br />

Tussen 1621 en ’31 werd het oude slot in etappes gesloopt en verv a n-<br />

gen door een moderne, U-vormige aanleg in de trant van de Franse<br />

kastelen uit die tijd, zoals deze ondermeer door de Franse architect<br />

D u c e rceau zijn opgetekend (afb. 4 en 5). Het paleis kreeg twee re c h t-<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

door K.A. Ottenheym<br />

Met de verw e r ving van de Nederhof in Honselersdijk<br />

is Ve reniging Hendrick de Keyser in het bezit<br />

gekomen van het laatste restant van wat ooit het<br />

meest prestigieuze bezit van de Oranjes is geweest,<br />

het paleis Honselaarsdijk. Helaas is het huis in de<br />

loop van de 18de eeuw zo verwaarloosd dat het in<br />

1815 als onherstelbaar werd bestempeld en gesloopt,<br />

met uitzondering van een groot deel van de Nederhof<br />

(afb 1-3). Het gaat hierbij echter niet uitsluitend<br />

om een bescheiden stalgebouw maar ook om een rep<br />

resentatieve paleisvleugel, ontworpen door de hof<br />

a rchitect Pieter Post (1608-1669).<br />

* Dit artikel is een bewerking van twee eerdere publicaties over<br />

dit onderwerp:<br />

• R. Meischke, K.A. Ottenheym, ‘Honselaarsdijk: Tuin en park;<br />

speelhuis (1636) en Nederhof (1640-1644)’, Jaarboek<br />

Monumentenzorg 1992, pp.118-137, en:<br />

• J.J. Terwen, K.A. Ottenheym, Pieter Post (1608-1669.<br />

Architect, Zutphen 1993, pp.46-51 (‘De uitbreiding van het<br />

Huis Honselaarsdijk’).<br />

Voor alle relevante verwijzingen naar gebruikte archiefbronnen,<br />

zie aldaar.<br />

53


54<br />

Afb. 5. Uitsnede van de kaart van Balthasar Florisz<br />

met de oude dorpskern en een niet uitgevoerd plan<br />

voor de Nederhof (ca. 1635?)<br />

hoekige hoek-paviljoens aan de tuin-<br />

zijde, twee achthoekige torentjes aan<br />

de voorzijde en een fors middenpavil-<br />

joen in de vleugel aan de voorz i j d e .<br />

Tussen de twee paviljoens aan de tuin-<br />

zijde was een galerij ter hoogte van de<br />

b e g a n e g rond aangelegd zodat de<br />

binnenplaats toch een afgesloten ka-<br />

rakter had. Het gebouw had een kelder,<br />

b e g a n e g rond en verdieping en was<br />

u i t g e v o e rd in baksteen met veel na-<br />

tuurstenen onderdelen, zoals de vensters, vensterbekroningen, pilasters<br />

(aan de binnenplaats) en waterlijsten. De gevels waren gedecore e rd in<br />

een stijl die vergelijkbaar is met het late werk van Hendrick de Keyser.<br />

Aan de binnenplaats waren de gevels geleed met een opeenstapeling van<br />

Dorische en Ionische pilasters. De bakstenen buitengevels werden verle-<br />

vendigd door afwisselend driehoekige en gebogen frontons boven de<br />

vensters. De middenrisaliet aan de voorgevel was vijf traveeën breed en<br />

v o o rzien van een opeenstapeling van Ionische en Korinthische pilasters<br />

en een Ionische zuilenportico voor de hoofdingang. De staatsie-appar-<br />

tementen lagen op de bel etage van de hoofdvleugel, dat van Fre d e r i k<br />

Hendrik aan de westzijde en dat van zijn echtgenote Amalia aan de<br />

oostzijde, beide samengesteld uit een anti-chambre, chambre, gard e -<br />

robe en kabinet in het achthoekige hoektorentje. Beide appartementen<br />

gaven bovendien toegang tot lange galerijen in de beide zijvleugels.<br />

In 1633-’39 werd het zojuist voltooide paleis aangepast aan de nieuwste<br />

ontwikkelingen uit Frankrijk. De tuinarchitect André Mollet verbleef<br />

sinds 1633 aan het hof van Frederik Hendrik om ondermeer de tuinen<br />

van Honselaarsdijk van nieuwe part e r re s - d e - b r oderie te voorzien. In de<br />

j a ren 1633-’37 was de Fransman Simon de la Vallée als hofarchitect in<br />

dienst. Onder zijn leiding werd achter het hoofdpaviljoen van Honse-<br />

laarsdijk een monumentaal trappenhuis gebouwd met een dubbele<br />

b o rdestrap. De barokke ruimtewerking hiervan werd sensationeel ver-<br />

g root door de ovale lantaarn die dit trappenhuis bekroonde. Jacob van<br />

Campen had in 1636 het beeldhouwwerk in het fronton aan de voor-<br />

zijde van de middenrisaliet ontworpen en na het vert rek van De la<br />

Vallée kreeg hij ook tot circa 1640 de leiding van de bouw. Hij ord o n-<br />

n e e rde de decoratie met pilasters, festoenen, putti en schilderingen van<br />

het nieuwe trappenhuis in 1636 en van de entreehal en de grote zaal<br />

daarboven in 1637 en volgende jare n .<br />

Afb. 4. Vo g e l v l u c h t k a a r t van kasteel<br />

Honselaarsdijk door Balthasar Florisz<br />

van Berc k e n rode, circa 1638.<br />

D E N E D E R H O F I N H O N S E L E R S D I J K J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

Afb. 6. Bestektekening uit 1639 van de voorzijde<br />

en de binnenplaatsgevel van de Nederhof.<br />

B a r tholomeus Drijffhout of Jan Gerritsen van Lier.<br />

(Nat. Archief, NDA 2)<br />

N e d e r hof en Domeinkwart i e r<br />

Nadat het paleis aldus geschikt gemaakt was voor<br />

staatsie-ontvangsten en andere re p re s e n t a t i e v e<br />

g e b e u rtenissen, werden in de jaren 1640-’44 aan<br />

weerszijden van het paleisterrein nieuwe dienst-<br />

gebouwen opgetrokken om bij grootse cere m o-<br />

niën ook over voldoende stallen, koetshuizen en<br />

personeelsverblijven te beschikken. Aan weers-<br />

zijden van de paleistuinen verrees een langgere k t ,<br />

L - v o rmig dienstgebouw met hoog opgetro k k e n<br />

vierkanten hoekpaviljoens. Het gebouw aan de<br />

oostzijde werd ‘de Nederh o f ’ genoemd en dat<br />

aan de westzijde ‘het Domeinkwartier’. Aan bei-<br />

de zijden stond bovendien een vierde paviljoen, gelijk aan de andere<br />

hoekpaviljoens maar dan vrijstaand. Een lange tuinmuur scheidde in<br />

beide gevallen de plaats van de dienstgebouwen aan de noordzijde af<br />

van de tuinen. Het werk bestond niet alleen uit het bouwen van de<br />

N e d e rhof; er moest ook een geheel nieuw dorpsplein komen met vijf<br />

huizen aan de overzijde van een nieuwe gracht.<br />

De voorbereidingen voor de nieuwe bijgebouwen aan de oostzijde, de<br />

N e d e rhof, waren al in december 1638 begonnen met het verv a a rd i g e n<br />

van een houten maquette. De ontwerper hiervan was waarschijnlijk de<br />

Haagse steenhouwer Bartholomeus Drijffhout, die een jaar later, in<br />

december 1639 betaald werd voor zijn bestekken en tekeningen van de<br />

stallen, galerijen en koetshuizen. Ook de steenhouwer Jan Gerritsen van<br />

Lier werd betaald voor het maken van bestekken en andere diensten ten<br />

behoeve van de nieuwe stallen. Het bestek waarop de aannemers kon-<br />

den inschrijven was 11 januari 1640 gedateerd. De aannemer aan wie<br />

het werk op 7 april 1640 voor 62.000 gulden werd gegund, was de<br />

rentmeester van de Prins, Sijmon van Catshuijsen. Hij had al meer gro o t<br />

werk aangenomen, zoals het hoofdpaviljoen van het Huis Ter Nieuburg<br />

bij Rijswijk. Het eigenlijke bouwen besteedde hij uit aan onderaanne-<br />

mers. In het bestek van 11 januari 1640 wordt de bouw van twee vleu-<br />

gels beschreven voor stallen, koetshuizen en dienstvert rekken. Bij het<br />

bestek zijn vier tekeningen bewaard gebleven, verv a a rdigd door Drijff-<br />

hout of Van Lier (afb. 6). Deze geven een goed beeld van de monumen-<br />

tale maar uiterst sobere aanleg. Het plan voorzag in een L-vormig, bak-<br />

stenen gebouw met een lange vleugel van 288 voet [ca.90,4 m] aan de<br />

zuidzijde en een korte vleugel van 132 voet [ca. 41,4 m] aan de oostzij-<br />

de, beide bestaande uit een begane grond en een hoge kap. Op de hoe-<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

55


56<br />

Afb. 7. Vo o rzijde van de Nederhof uit 1640.<br />

R a n d g r a v u re van de kaart van Bega en Blooteling uit 1695.<br />

ken was het gebouw voorzien drie vierkante paviljoens met een door-<br />

snede van 27 voet [ca. 8,4 m], die met twee bovenverdiepingen boven<br />

de lage vleugels uitstaken en daardoor het beeld van hoektorens oprie-<br />

pen. Beide vleugels hadden zowel aan de binnen- als aan de buitengevel<br />

een brede middenrisaliet die met een fronton werd bekroond. In het<br />

centrale deel van de lange vleugel werd een stal ondergebracht voor 46<br />

p a a rden, met een ruime schuur aan de linkerzijde (west) en het koets-<br />

huis ter re c h t e rzijde (oost). Dit koetshuis liep door in de begane gro n d<br />

van het hoekpaviljoen. De korte vleugel was opgedeeld in verschillende<br />

k l e i n e re vert rekken die als dienstruimten of personeelsverblijven konden<br />

dienen, in het bestek aangeduid als ‘offitiën’. Op de binnenplaats wer-<br />

den voorts twee putten aangelegd die via een gemetseld riool aangeslo-<br />

ten waren op de slotgracht.<br />

In het bestek is ook een aanvulling opgenomen waarin is bepaald dat de<br />

aannemer van de Nederhof ook de acht huizen aan de oostzijde van het<br />

dorpsplein moest opkopen en afbreken. Iets oostelijker zou hij een<br />

nieuwe gracht moeten graven en aan de oostzijde van die gracht moes-<br />

ten vijf nieuwe huizen worden gebouwd volgens een vastgesteld plan,<br />

op een totale breedte van 18 roeden [ca.67 m]. Zo ontstond er tussen<br />

de nieuwe gracht met de huizen en het voorf ront van de nieuwe Neder-<br />

hof een regelmatig, rechthoekig dorpsplein (afb. 7). Het was een voor-<br />

beeld van projectontwikkeling uit de 17de eeuw en laat zien hoe diep<br />

het uitdijende kasteelcomplex in de dorpsstructuur ingreep.<br />

De betrokkenheid van Prins Frederik Hendrik bij dit gehele bouwpro-<br />

ject blijkt duidelijk uit een brief die zijn griffier Laurens Buysero twee<br />

weken na de aanbesteding aan de aannemer Catshuijsen schreef vanuit<br />

D E N E D E R H O F I N H O N S E L E R S D I J K J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

het legerkamp bij Maldegem. De brief geeft commentaar op de werk-<br />

zaamheden aan de Nederhof en de veranderingen in de aanleg van het<br />

dorp. Frederik Hendrik gaf toestemming om de bovenste vensters in de<br />

hoge hoekpaviljoens ovaal ter maken in plaats van rechthoekig waarbij<br />

hij zelf aanwijzingen gaf in de bouwtekeningen voor maat van de festoe-<br />

nen aan weerszijden, ‘gelijk alles met potlood aangegeven door Zijne<br />

Hoogheid’. Vo o r ts bepaalde hij dat de daken van de vleugels en van de<br />

paviljoens allemaal even steil moesten worden, volgens een van de inge-<br />

diende voorstellen. Tot slot gaf de Prins uitvoerige instructies voor de<br />

bebouwing van woonhuizen met uniforme gevels langs de vaart, gelijk<br />

aan de eerder ontworpen vijf huizen. De indeling van de huizen hoefde<br />

echter niet gelijk te zijn. Bovendien stelde hij nadrukkelijk dat de ru i m-<br />

te waarop Catshuijsen blijkbaar ook enkele huizen had gepro j e c t e e rd ,<br />

een open plein moest blijven. Blijkbaar hield de Prins zelfs tijdens zijn<br />

veldtochten de bouw van Honselaarsdijk tot in de details in de gaten.<br />

Deze indruk wordt nogmaals bevestigd door een bericht van enkele<br />

maanden later. Constantijn Huygens, de secretaris van Prins Fre d e r i k<br />

Hendrik, schreef op 30 juni 1640 vanuit het legerkamp bij Assenede aan<br />

Prinses Amalia: ‘Son Altesse (...) demeura bien deux heures à ord o n n e r<br />

les jardins et bastiments de Honselardick’.<br />

Een jaar later begon de bouw van een vierde paviljoen, op de noord -<br />

westelijke hoek van het terrein van de nieuwe Nederhof. Dit paviljoen<br />

v o rmde van begin af aan een onderdeel van het ontwerp voor de Neder-<br />

hof, want de fundering hiervoor was al tegelijk met de twee vleugels in<br />

1640 aangelegd. Het nieuwe paviljoen was gelijk aan de andere drie<br />

hoekpaviljoens maar was aanvankelijk slechts door een lange muur met<br />

het noordoostelijke paviljoen verbonden. Deze muur vormde de schei-<br />

ding van het stalterrein met de nieuwe tuin die ten oosten van het oor-<br />

s p ronkelijke kasteelterrein was aangelegd. Twee jaar later, in 1643, be-<br />

gonnen de voorbereidingen voor een gelijkvormig complex aan de west-<br />

zijde van het paleis met wederom een L-vormig dienstgebouw met drie<br />

hoekpaviljoens en een los paviljoen, maar dan in spiegelbeeld geord e n d .<br />

Dit westelijke complex zou het ‘Domeinkwartier’ genoemd word e n .<br />

Het uitbreidingsplan van 1644<br />

Te r wijl het werk aan het Domeinkwartier vord e rde, besloot men in mei<br />

1644 zowel aan de oost- als aan de westzijde in plaats van de lange tuin-<br />

muur een derde vleugel te bouwen, waarmee beide dienstgebouwen een<br />

U - v o rm kregen, geopend naar het paleis (afb. 8-10). Vanaf dit moment<br />

was Pieter Post als architect betrokken bij de voort d u rende bouwactivi-<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

57


58<br />

Afb. 8. Overzicht van kasteel en tuinen in<br />

de tweede helft van de 17de eeuw.<br />

Vo g e l v l u c h t k a a rt door Carel Allard .<br />

Afb. 9. Uitsnede van de kaart van Allard met de<br />

N e d e rhof in volgroeide vorm .<br />

teiten op Honse-<br />

laarsdijk. Een jaar<br />

later zou dan ook<br />

zijn aanstelling als<br />

h o f a rchitect volgen<br />

en in 1646 zijn<br />

benoeming in vaste<br />

dienst. De nieuwe<br />

vleugel aan de westzijde (Domeinkwartier) werd gebruikt als woonvleu-<br />

gel voor hoger personeel van het hof, die aan de oostzijde (Nederh o f )<br />

d a a rentegen werd in 1646 ingericht als direct verlengstuk van het paleis<br />

zelf, met de kapel, een tuingalerij, een schilderijenzaal en aansluitend<br />

een badappartement. Deze eigenaardige oplossing had echter een eigen<br />

v o o rgeschiedenis, waarbij Pieter Post eveneens betrokken was.<br />

Op 16 februari 1643 richtte Constantijn Huygens als secretaris van de<br />

Prins van Oranje, zich met een opmerkelijk verzoek tot de Franse diplo-<br />

maat Nicolas Tassin in Parijs. Tassin was de intendant van Gaston<br />

d’Orléans, de broer van Lodewijk XIII, en daarnaast behartigde hij de<br />

belangen van de Oranjes aan het Franse hof. Huygens stuurde hem<br />

p l a t t e g ronden van beide verdiepingen van Honselaarsdijk, inclusief de<br />

N e d e rhof aan de oostzijde (de stallen aan de westzijde bestonden toen<br />

nog niet). Tassin werd beleefd verzocht deze tekeningen voor te leggen<br />

aan de beste architecten en tuinarchitecten in Parijs, vergezeld van drie<br />

vragen. Ten eerste hoe de nieuwe stallen op sierlijke wijze (‘avec grace’)<br />

met het hoofdgebouw zouden kunnen worden verbonden, ten tweede<br />

hoe de tuin ‘rechts’ van het paleis (waarschijnlijk is bedoeld ‘aan de<br />

oostzijde’) gemodern i s e e rd zou kunnen worden en ten derde waar de<br />

nieuwe kapel zou moeten komen. In het nieuwe paleis miste immers<br />

nog een permanente kapel of preekzaal en Huygens schreef dat er een<br />

voorstel was om de brug die het paleis aan de achterzijde met de tuin<br />

verbond, te overdekken om hierboven een nieuwe kapel te constru e re n .<br />

Deze zou dan bereikbaar zijn via het vlakke dak van de galerij die het<br />

binnenplein aan deze zijde afsloot. Tot slot merkte Huygens op dat de<br />

nieuwe kapel zowel goed moest passen in het uiterlijk van het gebouw<br />

als comfortabel bereikbaar moest zijn voor het prinselijke paar.<br />

Het is niet bekend of er inderdaad voorstellen van Franse arc h i t e c t e n<br />

voor de oplossingen van deze problemen zijn gekomen. Wa a r s c h i j n l i j k<br />

niet, want voor twee van de drie problemen in de brief van Huygens<br />

zou Pieter Post in de jaren 1644-’46 zelf ontwerpen maken. Op 19 mei<br />

1644, ruim een jaar na de brief aan Tassin, werd de nieuwe vleugel aan<br />

D E N E D E R H O F I N H O N S E L E R S D I J K J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

de tuinzijde van de Nederhof aanbesteed en hierin werd ondermeer de<br />

nieuwe kapel ondergebracht. Een half jaar later, in december 1644,<br />

ontwierp Post de aansluitende verbinding tussen het paleis en de nieuwe<br />

bijgebouwen. Dit project is echter nooit tot uitvoering gekomen.<br />

De kapel en de schilderijenzaal<br />

in de Nederh o f<br />

De nieuwe tuinvleugel van de Nederhof hoorde eigenlijk niet bij het<br />

stallen- en personeelscomplex maar was geheel gericht op de tuin en<br />

gold als verlengstuk van het paleis, met de hofkapel en een schilderijen-<br />

zaal (afb. 11). Er is een tekening bewaard voor de invulling van de nieu-<br />

we vleugel van de Nederhof met twee varianten die slechts in kleine<br />

details verschillen. Deze plattegronden geven een centrale, open arc a d e<br />

van negen traveeën met verschillende zalen en vert rekken aan weerszij-<br />

den. Aan de hand van deze voorontwerpen en de afbeeldingen van het<br />

uiteindelijke resultaat, is het mogelijk een plattegrond van deze vleugel<br />

te schetsen, met de schilderijenzaal en de kapel. De galerij kreeg aan de<br />

tuinzijde vijftien open bogen, geflankeerd door de schilderijenzaal en de<br />

kapel, die elk waarschijnlijk vier vensters aan de tuinzijde hadden en aan<br />

de zijde van de binnenplaats gesloten ware n .<br />

In de loop van het jaar 1646 waren de<br />

nieuwe vleugels gereed. Van het re s u l t a a t<br />

is helaas alleen het exterieur bekend,<br />

dankzij een gravure van C. Allard uit het<br />

einde van de 17de eeuw. Het oostelijk<br />

deel van de Nederhof, het enige deel van<br />

het hele paleis dat tegenwoordig nog<br />

bestaat, bevat nog vijf traveeën van deze<br />

galerij aan de tuinzijde (afb. 12). De een-<br />

voudige bakstenen pijlers en de zandste-<br />

nen Toscaanse kapitelen volgens Scamoz-<br />

zi, maken zeer aannemelijk dat Pieter<br />

Post inderdaad de ontwerper hiervan is<br />

geweest. Later zou hij bijvoorbeeld ook<br />

in de Zwanenburcht te Kleef een verg e-<br />

l i j k b a re pijlerarcade oprichten. De kapel<br />

was mogelijk, vanuit de tuin gezien,<br />

rechts van deze galerij ondergebracht en<br />

de schilderijenzaal links. Beide zalen had-<br />

den aan het exterieur geen speciale aan-<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Afb. 10. Hoofdgebouw, Nederhof en Domeinkwart i e r.<br />

R e c o n s t ructie van de toestand in de tweede helft van de 17de eeuw.<br />

(tekening R. Royaard s - Ten Holt)<br />

Afb. 11. Tuinzijde van de Nederh o f .<br />

R a n d g r a v u re van de kaart van Allard ,<br />

tweede helft 17de eeuw.<br />

59


60<br />

Afb. 12. Restant van de galerij<br />

van de tuinvleugel. (foto auteur)<br />

Afb. 13. Preekstoel van de NH kerk te Wa t e r i n g e n ,<br />

in 1646 door Pieter Post ontworpen voor de<br />

Hofkapel van Honselaarsdijk. (foto auteur)<br />

dacht gekregen. De beganegrond van het hoekpaviljoen naast de schil-<br />

derijenzaal was als badappartement ingericht. In mei 1646 werden de<br />

v l o e ren gelegd in twee vert rekken ‘aan het oosteind van de open galerij<br />

tegen de nieuwe tuin’, waarmee mogelijk de schilderijenzaal en het bad-<br />

a p p a rtement werden bedoeld.<br />

De inrichting van deze beide ruimten is door Pieter Post ontworpen,<br />

die in deze tijd immers in vaste dienst van het hof was en zelf ook bij de<br />

aanbestedingen van de verschillende onderdelen aanwezig was. De kapel<br />

w e rd voorzien van een preekstoel, twee banken en een orgel, aanbesteed<br />

in de tweede helft van 1646 aan verschillende schrijnwerkers en beeld-<br />

snijders (afb. 13). De kapel is met de sloop van het paleis in de vro e g e<br />

19de eeuw verdwenen. Van de inrichting zijn de preekstoel en onder-<br />

delen van de banken bewaard gebleven. Deze zijn in de 18de eeuw aan<br />

de kerk in Wateringen geschonken.<br />

Tegelijk met de preekstoel werd in juni 1646 ook het schrijnwerk voor<br />

de grote zaal in de tuinvleugel aanbesteed. De bestekken voor het<br />

schrijnwerk en het schilderwerk en de inventaris van Honselaarsdijk uit<br />

1694 geven een indruk van de inrichting van deze bijzondere zaal, die<br />

waarschijnlijk in de oostelijke helft van de nieuwe vleugel heeft gelegen,<br />

in het bouwdeel dat tegenwoordig nog bestaat. De rechthoekige zaal in<br />

de Nederhof had vier vensters die op de tuin uitkeken en aan de andere<br />

zijde een wandbetimmering met schilderijen. Tegen de wanden werd e n<br />

20 duim (circa 50 cm) brede houten panelen gemonteerd die van de<br />

vloer tot aan het plafond reikten en die als muurdammen moesten ogen<br />

(afb. 14). Hiertegen werden vervolgend houten pilasters geplaatst, vijf<br />

aan elke van de beide lange zijden en twee aan de kopse zijden met<br />

steeds twee kwartpilasters in de hoeken. Op deze manier werd de zaal<br />

ingedeeld in zes bij drie traveeën. Aan elk van beide korte zijden ware n<br />

twee deuren, waarvan er steeds slechts één functioneel was en één<br />

schijn, omwille van de symmetrie.<br />

Enkele maanden later, in november 1646, kon de houten betimmering<br />

w o rden beschilderd. Hiervoor werd een beroep gedaan op de decoratie-<br />

schilder Mathias du Bus, die toen ook in paleis Noordeinde werkzaam<br />

was. De houten ‘muurdammen’, pilasters en lambrisering werden<br />

g e m a rm e rd, evenals de lijsten van de panelen waarin putti en festoenen<br />

w e rden geschilderd alsof zij van wit marmer of albast waren. De pilas-<br />

ters bleven effen, hoewel er in eerste instantie festoenen op zouden<br />

w o rden geschilderd. Het houten balkenplafond werd zo beschilderd<br />

alsof het kostbaar palissanderhout was en werd voorzien van gesneden<br />

houten rozetten. De wandvlakken waar geen vensters of (schijn)deure n<br />

D E N E D E R H O F I N H O N S E L E R S D I J K J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

w a ren, werden met schilderijen bespannen die speciaal daartoe in 1648<br />

in Antwerpen waren besteld bij Gonzales Coques, ‘van soodanige gro o-<br />

te historiën ende ordonnantie als hem sijn aengewesen’. Zoals ook in de<br />

a n d e re paleizen van Frederik Hendrik zal het thema door de stadhouder<br />

zelf zijn bepaald, waarschijnlijk met advies van Huygens. Het werd een<br />

serie van tien schilderijen van de geschiedenis van Amor en Psyche. Va n<br />

een beroemde kunstenaar als Coques verwachtte het hof ongetwijfeld<br />

nieuwe, eigen composities maar blijkbaar leed de schilder onder tijdge-<br />

b rek. Buiten medeweten van zijn opdrachtegevers had Coques verv o l-<br />

gens de schetsen laten maken door zijn Antwerpse collega Abraham van<br />

Diepenbeeck. Deze maakte zich er echter met een Jantje-van-Leiden<br />

van af en baseerde zijn ontwerp grotendeels op een beroemd voorbeeld<br />

in Italië. Coques had dit blijkbaar niet onmiddellijk door en ging ijverig<br />

aan de slag volgens de aangeleverde schetsen. De presentatie van de<br />

schilderijen in Den Haag was dan ook tamelijk onverkwikkelijk voor<br />

Coques. De geleerde kunstkenner Huygens herkende het Romeinse<br />

voorbeeld van Raphael onmiddellijk. De doeken werden desondanks<br />

volgens plan in de tuinzaal geïnstalleerd. Deze blamage voor Coques<br />

leidde uiteindelijk tot een hevige ruzie tussen hem en Diepenbeeck,<br />

die uiteindelijk door het St.Lucasgilde in Antwerpen moest worden<br />

beslecht.<br />

Ve reniging Hendrick de Keyser is nu in het bezit van het oostelijk deel<br />

van de Nederhof. Van de oorspronkelijke functies, de stallen in de zui-<br />

delijke, de personeelsvert rekken in de oostelijke en de schilderijenzaal<br />

en het badappartement in de noordelijke vleugels, is tegenwoordig niets<br />

meer direct terug te vinden. Hoewel dit deel van het complex niet is<br />

gesloopt, kende het een lange tijd van verwaarlozing waarbij ook de<br />

kenmerkende hoge hoektorens zijn verdwenen. In 1977 is het gebouw<br />

g e re s t a u re e rd en voor bewoning geschikt gemaakt. Bij deze gelegenheid<br />

zijn de hoekpaviljoens weer tot halve hoogte opgemetseld zodat het<br />

historische silhouet in de huidige situatie tenminste op bescheiden<br />

schaal herkenbaar is. Ook in de aanblik van het huidige dorp tegenover<br />

de oostvleugel van de Nederhof is de stedenbouwkundige ingreep van<br />

F rederik Hendrik nog terug te zien. ■<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Afb. 14. Restant van de beschilderde<br />

wandbetimmering van de tuinvleugel<br />

van de Nederhof. (foto HdK)<br />

Verdere literatuur over dit onderwerp:<br />

• Th. Morren, Het Huis Honselaarsdijk, Leiden 1908.<br />

Herdruk Alphen a/d Rijn 1990 (met belangrijke aanvullingen<br />

van R. Meischke en H.W.M. van der Wijck).<br />

• D.F. Slothouwer, De paleizen van Frederik Hendrik,<br />

Leiden 1945.<br />

• J.G. van Gelder, ‘De opdrachten van de Oranjes aan Thomas<br />

Willeboirts Bosschaert en Gonzales Coques’, Oud Holland 64<br />

(1949), pp. 41 ev.<br />

• M. Keblusek, J. Zijlmans (red.), Vorstelijk Vertoon. Aan het<br />

hof van Frederik Hendrik en Amalia, Den Haag/Zwolle<br />

1997.<br />

• V. Bezemer Sellers, Courtly Gardens in Holland 1600-1650.<br />

The House of Orange and the Hortus Batavus, Amsterdam/<br />

Woodbridge 2001.<br />

61


62<br />

Alfabetische lijst v a n plaatsen in<br />

N e d e r l a n d met panden van de Ve re n i g i n g<br />

A l b l a s s e rd a m<br />

Jaar van verwerving<br />

1 Cortgene 9, ‘Ambachtsherenhuis’ 2006<br />

(overdracht gemeente Alblasserdam; met steun<br />

BankGiro Loterij)<br />

A l k m a a r<br />

1 Mient 31 1925<br />

2 Mient 33 1925<br />

A m e r s f o o r t<br />

1 Havik 33-35 1941<br />

A m s t e rd a m<br />

1 Beulingstraat 25 1928<br />

2 Blauwburgwal 22 1976<br />

(legaat mw C.M. Alderding-Krull)<br />

3 Bloemgracht 9 1962<br />

4 Bloemgracht 87 1929<br />

5 Bloemgracht 89 1929<br />

6 Bloemgracht 91 1927<br />

7 Bloemgracht 108 1962<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

8 Brouwersgracht 48 1918<br />

9 Brouwersgracht 50 1918<br />

1 0 Brouwersgracht 54 1965<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

1 1 Brouwersgracht 56 1949<br />

1 2 Brouwersgracht 218 1946<br />

1 3 Egelantiersgracht 73 1962<br />

1 4 Enge Kerksteeg 2 1918<br />

1 5 Enge Kerksteeg 4 1918<br />

1 6 Frederiksplein 10 1975<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

1 7 Herengracht 39 1963<br />

1 8 Herengracht 59 1918<br />

1 9 / 2 0 Herengracht 77 /<br />

Korsjespoortsteeg 24 1958<br />

2 1 Herengracht 170,<br />

‘Huis Bartolotti’ 1924<br />

2 2 Herengracht 172,<br />

‘Huis Bartolotti’ 1971<br />

(schenking koopsom Merrem & La Porte N.V.)<br />

2 3 Herengracht 241 2006<br />

(schenking dhr. J.J.M. Bordens en mw. E.H. Heesen)<br />

2 4 Herengracht 284,<br />

‘Huis Van Brienen’ 1933<br />

(schenking Comte d'Alsace, Prince d'Henin)<br />

2 5 Herengracht 394 1918<br />

2 6 Herengracht 476 1953<br />

(schenking mw G.L.C.A. Mirandolle)<br />

2 7 Herengracht 524 1995<br />

(met steun van NOG Verzekeringen)<br />

2 8 Huidenstraat 19 1977<br />

2 9 Kattengat 4 1926<br />

3 0 Kattengat 6 1926<br />

3 1 Keizersgracht 387 1955<br />

(nalatenschap mw J.M. Worst-Kalff)<br />

3 2 Keizersgracht 743 1978<br />

(nalatenschap mw J.A.W. Westerman Holstijn-<br />

van Hettinga Tromp)<br />

3 3 Kerkstraat 19 1969<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

3 4 Kerkstraat 288 1986<br />

(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)<br />

3 5 Kerkstraat 290 1986<br />

(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)<br />

3 6 Kerkstraat 292 1986<br />

(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)<br />

3 7 Kerkstraat 294 1986<br />

(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)<br />

3 8 Kerkstraat 324 1957<br />

3 9 Koestraat 10/12,<br />

‘Wijnkopersgildehuis’ 1947<br />

4 0 Lange Leidsedwarsstraat 144 1964<br />

4 1 Lange Leidsedwarsstraat 146 1964<br />

4 2 Lange Leidsedwarsstraat 148 1964<br />

4 3 Lange Leidsedwarsstraat 150 1964<br />

4 4 Lange Leidsedwarsstraat 152 1972<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

4 5 Lijnbaansgracht 334 1966<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

4 6 Nieuwebrugsteeg 13 1918<br />

4 7 Nieuwebrugsteeg 15 /<br />

St. Olofspoort 9 1967<br />

(schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.)<br />

4 8 N i e u w e n d a m m e rdijk 283-285 1959<br />

4 9 Nieuwezijds Voorburgwal 75,<br />

‘Makelaers Comptoir’ 2002<br />

(overdracht Commissarissen van het Makelaars-<br />

gilde / gemeente Amsterdam)<br />

5 0 / 5 1 Nieuwezijds Voorburg-<br />

wal 264 / Wijdesteeg 1 1929<br />

5 2 Nieuwmarkt 20-22 1918<br />

5 3 Noordermarkt 17 1963<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

5 4 Noordermarkt 20 1962<br />

5 5 St. Olofspoort 1 / Zeedijk 2 1967<br />

(schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.)<br />

5 6 St. Olofspoort 2 1918<br />

5 7 St. Olofspoort 3 1967<br />

(schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.)<br />

5 8 St. Olofspoort 4 1918<br />

5 9 St. Olofspoort 5 1967<br />

(schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.)<br />

6 0 St. Olofspoort 7 1967<br />

(schenking Fries-Groningse Hypotheekbank N.V.)<br />

6 1 St. Olofssteeg 8,<br />

‘Het Jopenvat’ 1924<br />

6 2 Oudekerksplein 50 1955<br />

6 3 Oudezijds Achterburgwal 151 1956<br />

(schenking koopsom N.N.)<br />

6 4 Oudezijds Achterburgwal 153 1956<br />

(schenking koopsom N.N.)<br />

6 5 Oudezijds Achterburgwal 155 1984<br />

6 6 Oudezijds Achterburgwal 187 /<br />

Spinhuissteeg 2 1980<br />

6 7 Oudezijds Voorburgwal 14 1929<br />

6 8 / 6 9 Oudezijds Voorburgwal 57 /<br />

Oudezijds Achterburgwal 46A 1946<br />

7 0 Oudezijds Voorburgwal 73 1963<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

7 1 Oudezijds Voorburgwal 100 1918<br />

A L F A B E T I S C H E L I J S T VA N PA N D E N J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

7 2 Palmgracht 20-26,<br />

‘Bossche Hofje’ 1997<br />

(schenking Stichting Arent Dirksz Bosch Hofje)<br />

7 3 Prinsengracht 2 1918<br />

7 4 Prinsengracht 4 1918<br />

7 5 Prinsengracht 36 1918<br />

7 6 Prinsengracht 997 1986<br />

(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)<br />

7 7 Prinsengracht 999 1986<br />

(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)<br />

7 8 Prinsengracht 1001 1986<br />

(schenking ‘Johanna van Riemsdijk’ Stichting)<br />

7 9 Rapenburg 13 1918<br />

8 0 Sloterkade 21,<br />

‘Aalsmeerder Veerhuis’ 1925<br />

8 1 Spuistraat 233 1961<br />

(nalatenschap mw H.H. Fruyt-Martens)<br />

8 2 Warmoesstraat 83 1918<br />

8 3 Zandhoek 4 1949<br />

8 4 Zeedijk 1 1920<br />

A p p i n g e d a m<br />

1 Dijkstraat 30 1998<br />

2 Solwerderstraat 14 1987<br />

A r n h e m<br />

1 Bovenbeekstraat 21 1991<br />

(overdracht gemeente Arnhem)<br />

Balk<br />

(gem. Gaasterlân-sleat)<br />

1 Raadhuisstraat 11 1970<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

2 van Swinderenstraat 7 1971<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

B e rgen op Zoom<br />

1 St. Catharinaplein 1 1993<br />

2 St. Catharinaplein 2 1993<br />

B l a r i c u m<br />

1 Bloemlandseweg 3 2000<br />

(met steun BankGiro Loterij en dankzij<br />

nalatenschap mw E.C. Coolhaas-Korpershoek)<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Blokker (gem. Hoorn )<br />

1 Westerblokker 39,<br />

‘Barmhartige Samaritaan’ 1990<br />

Blokzijl (gem. Steenwijk)<br />

1 Bierkade 6 1961<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

2 Bierkade 7 1961<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

3 Bierkade 8 1960<br />

(overdracht Coöperatieve Zuivelindustrie NOVAC)<br />

4 Kerkstraat 2 1926<br />

5 Kerkstraat 16 1961<br />

6 Kerkstraat 20-22 1926<br />

7 Kerkstraat 24 1926<br />

8 Kerkstraat 26 1926<br />

9 Kerkstraat 28 1926<br />

B r i e l l e<br />

1 Maarland NZ 10 1948<br />

2 Maarland NZ 24 1925<br />

3 Maarland NZ 29/30 1949<br />

4 Voorstraat 27 1928<br />

B roek in Waterland<br />

(gem. Wa t e r l a n d )<br />

1 Leeteinde 4/6 1962<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

2 Leeteinde 12 1964<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

C u l e m b o rg<br />

1 Slotstraat 8 1989<br />

2 Slotstraat 10/Lange Meent 1-7 1977<br />

(schenking koopsom N.N.)<br />

D e l f t<br />

1 Markt 2 1962<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

2 Markt 4 1962<br />

3 Van der Mastenstraat 24 1979<br />

(overdracht ‘Stichting Hofje van Gratie’)<br />

4 Van der Mastenstraat 26 t/m 40,<br />

complex ‘Hofje van Gratie’ 1979<br />

(overdracht ‘Stichting Hofje van Gratie’)<br />

5 Oude Delft 49 1936<br />

6/ 7 Wijnhaven 16 / Boterbrug 17 1925<br />

Den Helder<br />

1 Molenstraat 63 2006<br />

(schenking mw. J. Hillerström en erfgenamen A.A. Zon)<br />

D e v e n t e r<br />

1 Boterstraat 3 1977<br />

(schenking Stichting N.N.)<br />

2 Brink 47 1977<br />

(schenking Stichting N.N.)<br />

3 Noordenbergstraat 6 1965<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

D o e s b u rg<br />

1 Koepoortstraat 26 /<br />

Hogestraat 1 1980<br />

2 Meipoortstraat 57 1958<br />

3 Meipoortstraat 59 1958<br />

Dokkum<br />

(gem. Dongeradeel)<br />

1 Keppelstraat 40 1963<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

D o rd r e c h t<br />

1 Bolwerk 2 / Merwekade 102 2006<br />

(schenking dhr. M.C.M. Schless en<br />

dhr. L.H.M. Stroekxs van den Broek)<br />

2 Engelenburgerbrug 1-3,<br />

‘Het Rondeel’ 1975<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

3 Grotekerksbuurt 50 1970<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

4 Grotekerksbuurt 54 1959<br />

5 Grotekerksbuurt 56 1959<br />

6 Kuipershaven 41/42 1955<br />

7 Voorstraat 170 1919<br />

8 / 9 Voorstraat 173 /<br />

Nieuwbrug 1/3 1971<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

1 0 Wijnstraat 71/73 1965<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

63


64<br />

1 1 Wijnstraat 113, ‘Het Zeepaert’ 1996<br />

(met steun nalatenschap mw C.M. van der Meulen-<br />

J e n s m a )<br />

1 2 Wijnstraat 123/125,<br />

‘De Onbeschaamde’ 1994<br />

(overdracht gemeente Dordrecht)<br />

1 3 Wijnstraat 124, 126 en 128 1997<br />

(dankzij nalatenschap mw C.M. van der<br />

Meulen-Jensma)<br />

1 4 Wijnstraat 127, ‘In Bevereburch’ 2006<br />

(schenking koopsom BankGiro Loterij)<br />

D r i e b e rg e n - R i j s e n b u rg<br />

(gem. Utrechtse Heuvelru g )<br />

1 Hoofdstraat 87-91, ‘Sparrendaal’ 2000<br />

(overdracht gemeente Driebergen-Rijsenburg en<br />

dankzij nalatenschap mw E.C. Coolhaas-Korpershoek)<br />

D ronrijp<br />

(gem. Menaldumadeel)<br />

1 Tsjerkebuorren 12 2005<br />

(schenking mevrouw A.Dijkstra-Ossewaarde)<br />

Edam<br />

(gem. Edam-Vo l e n d a m )<br />

1 Achterhaven 105 1920<br />

2 Doelland 3 1946<br />

3 Doelland 5 1940<br />

4 Spui 6 1927<br />

E l b u rg<br />

1 Krommesteeg 11 1925<br />

2/ 3 Smedestraat 22 /<br />

Rozemarijnsteeg 14 1987<br />

4 Smeesteeg 4 1980<br />

E n k h u i z e n<br />

1 Bagijnestraat 3 1957<br />

2 Breedstraat 32 1919<br />

3 Breedstraat 102 1956<br />

4 Breedstraat 121 1928<br />

5 Torenstraat 11 1962<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

6 Vissersdijk 44 1928<br />

7 Westerstraat 76 1919<br />

8 Zuiderspui 3 1925<br />

9 Zuiderspui 4 1918<br />

Franeker<br />

(gem. Franekeradeel)<br />

1 Eise Eisingastraat 2 1985<br />

(met steun ‘P.W. Janssens Friesche Stichting’)<br />

2 Raadhuisplein 13 1966<br />

(schenking erven L. van der Woude en G. Donia)<br />

F re d e r i k s o o rd<br />

(gem. We s t e r v e l d )<br />

1 M.E. van der Meulenweg 5 1992<br />

(legaat mw M. Helbers-Molt)<br />

Gageldonk (gem. Bre d a )<br />

1 Moerenstraat, kapel 1918<br />

G o e s<br />

1 Turfkade 11, ‘Karel V-huis’ 1928<br />

G o r i n c h e m<br />

1 Burgstraat 30/Vismarkt 20-21 1919<br />

2 Molenstraat 109, ‘Tolhuis’ 1977<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

G o u d a<br />

1 Naaierstraat 6 1929<br />

’s - G r a v e n h a g e<br />

1 Beeklaan 303 1995<br />

2 Statenlaan 4 1987<br />

(nalatenschap dhr D. Bolten)<br />

G ro n i n g e n<br />

1 Ossenmarkt 5 1930<br />

H a a r l e m<br />

1 Donkere Spaarne 56 1992<br />

(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)<br />

2 Goudsmidspleintje 1 /<br />

Donkere Begijnhof 8 1992<br />

(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)<br />

3 Goudsmidspleintje 2/3 1992<br />

(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)<br />

4 Groot Heiligland 19 1992<br />

(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)<br />

5 Groot Heiligland 22 /<br />

Omvalspoort 11 1992<br />

(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)<br />

6 Groot Heiligland 46 1992<br />

(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)<br />

7 Groot Heiligland 48 1992<br />

(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)<br />

8 Groot Heiligland 63 t/m 85,<br />

complex ‘Gasthuishuisjes’ 1992<br />

(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)<br />

9 Houtmarkt 17 1934<br />

1 0 Korte Spaarne 15 /<br />

Spaarnwouderstraat 19 1992<br />

(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)<br />

1 1 Korte Spaarne 23/25/27 1929/1961<br />

1 2 Korte Spaarne 29/31 /<br />

Wijdesteeg 3 1929<br />

1 3 Korte Wijngaardstraat 14 1992<br />

(overdracht Stichting Diogenes Haarlem)<br />

1 4 Nassaulaan 14 1979<br />

(met steun Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

1 5 Nassaulaan 16 1979<br />

(met steun Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

1 6 Nieuwe Gracht 7,<br />

‘Huis Barnaart’ 2002<br />

(met steun BankGiro Loterij en dankzij<br />

nalatenschap dhr. C.W. Zeeman)<br />

1 7 Spaarne 69 1963<br />

1 8 Spaarne 108 1924<br />

1 9 Spaarnwouderstraat 15 1961<br />

H a r l i n g e n<br />

1 Havenplein 14 1963<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

2 Havenplein 28 1964<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

3 Noorderhaven 106 1930<br />

4 Voorstraat 61 1955<br />

5 Zuiderhaven 2 1955<br />

A L F A B E T I S C H E L I J S T VA N PA N D E N J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

H a s s e l t<br />

(gem. Zwart e w a t e r l a n d )<br />

1 Hoogstraat 33 1963<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

2 Markt 1, vml. Raadhuis 1995<br />

(overdracht gemeente Hasselt)<br />

3 Rosmolenstraat 1 1977<br />

(schenking koopsom N.N.)<br />

4 Rosmolenstraat 3 1972<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

H e i l o o<br />

1 Kennemerstraatweg 278,<br />

‘Huis Nijenburg’ 2004<br />

(overdracht Vereniging Natuurmonumenten)<br />

’s - H e r t o g e n b o s c h<br />

1 2 e Korenstraatje 18 /<br />

Dode Nieuwstraat 43 1927<br />

Honselersdijk<br />

(gem. We s t l a n d )<br />

1 Hofstraat 27-29, ‘Nederhof’ 2006<br />

(overdracht gemeente Westland)<br />

H o o r n<br />

1 Achter de Vest 1,<br />

‘Maria- of Kruittoren’ 1993<br />

(overdracht gemeente Hoorn)<br />

2 Achterstraat 2 / Onder de Boompjes<br />

1 t/m 1c, ‘De Doelen’ 1987<br />

3 Binnenluiendijk 3 en 4 1998<br />

(schenking dhr J.E. de Visser)<br />

4 Grote Oost 82 1987<br />

5 Grote Oost 84 1987<br />

6 Grote Oost 132 1987<br />

7 Hoofd 2, ‘Hoofdtoren’ 2003<br />

(overdracht gemeente Hoorn)<br />

8 Italiaanse Zeedijk 106 1987<br />

9 Kerkplein 39,<br />

‘St. Jans Gasthuis’ 2003<br />

(overdracht gemeente Hoorn)<br />

1 0 Korenmarkt 8 1970<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

1 1 Kuil 32 1965<br />

(overdracht gemeente Hoorn)<br />

1 2 Munnickenveld 2 1921<br />

1 3 Munnickenveld 21a t/m 21g,<br />

complex ‘Claes Stapelshofje’ 1987<br />

1 4 Muntstraat 6 2001<br />

(schenking koopsom BankGiro Loterij)<br />

1 5 Oosterplantsoen 1 en 1a,<br />

‘Oosterpoort’ 2003<br />

(overdracht gemeente Hoorn)<br />

1 6 Rode Steen 8, ‘Waag’ 2003<br />

(overdracht gemeente Hoorn)<br />

1 7 Slapershaven 1 1987<br />

1 8 Slapershaven 2 1987<br />

1 9 West 50 1987<br />

2 0 Wisselstraat 8 / Kloosterpoort 1 2003<br />

(overdracht gemeente Hoorn)<br />

K a m p e n<br />

1 Buiten Nieuwstraat 62,<br />

‘Bethlehemsvergadering’ 1975<br />

2 Burgwalstraat 6 1925<br />

3 Burgwalstraat 8 1972<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

K u i n re (gem. Steenwijk)<br />

1 H. de Cranestraat 38,<br />

vml. Raadhuis 1977<br />

(schenking gemeente IJsselham)<br />

L e e u w a rd e n<br />

1 Auckamastraatje 4 1976<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

2 Auckamastraatje 6 1976<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

3 Grote Hoogstraat 14 1957<br />

4 St. Jacobsstraat 13 1928<br />

L e i d e n<br />

1 Herengracht 82 1929<br />

2 Lorentzkade 5 2004<br />

(nalatenschap dhr H.M.J.W.J. Kortmann)<br />

3 Rapenburg 25,<br />

‘Bibliotheca Thysiana’ 1997<br />

(overdracht Stichting Bibliotheca Thysiana)<br />

4 Vliet 9 1983<br />

Lexmond (gem. Zederik)<br />

1 Kom Lekdijk 1 1965<br />

(overdracht gemeente Lexmond)<br />

Linschoten<br />

(gem. Montfoort )<br />

1 Dorpsstraat 28 1969<br />

(legaat dhr G. Ribbius Peletier Jr.)<br />

2 Dorpsstraat 30 1969<br />

(legaat dhr G. Ribbius Peletier Jr.)<br />

3 Dorpsstraat 32/34 1969<br />

(legaat dhr G. Ribbius Peletier Jr.)<br />

M a a s s l u i s<br />

1 Ankerstraat 16, vml. kuiperij 2002<br />

(overdracht gemeente Maassluis)<br />

2 Markt 18 1978<br />

(met steun Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

M a a s t r i c h t<br />

1 Achter de Molens 26 1972<br />

(overdracht gemeente Maastricht)<br />

2 Achter de Molens 28 1972<br />

(overdracht gemeente Maastricht)<br />

3 Achter de Molens 30 1972<br />

(overdracht gemeente Maastricht)<br />

4 Cellebroedersstraat 4,<br />

‘Cellebroederskapel’ 2006<br />

(overdracht Stichting Cellebroederskapel)<br />

5 Ridderstraat 2A /<br />

Bisschopsmolengang 2B 1971<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

6 Stenenbrug 2 1954<br />

Makkum<br />

(gem. Wu n s e r a d i e l )<br />

1 Turfmarkt 5 1999<br />

(schenking dhr ir P.J. Tichelaar)<br />

2 Turfmarkt 7 1999<br />

65


66<br />

M e d e m b l i k<br />

1 Vooreiland 11 1968<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

2 Vooreiland 12 1968<br />

(overdracht door N.V. Aannemersbedrijf Woudenberg)<br />

3 Vooreiland 22 1968<br />

(gekocht met Monumentenprijs 1988 van Prins Berhard<br />

Cultuurfonds)<br />

M i d d e l b u rg<br />

1 Gortstraat 30 1930<br />

2 Laan van Nieuwenhove 2,<br />

‘de Geuzenhoek’ 2004<br />

(schenking E.P.D. van Ooijen)<br />

3 Londensekaai 9 1965<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

4 Londensekaai 11 1960<br />

5 Rotterdamsekaai 1 /<br />

Schuitvlotstraat 4 1964<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

6 Schuiffelstraat 18, ‘De Rosmolen’ 2004<br />

(schenking Th. Laurentius)<br />

7 Vlasmarkt 49 1999<br />

8 Vlasmarkt 51,<br />

‘Huis ’s-Hertogenbosch’ 1999<br />

(met steun nalatenschap dhr J. Acquoy en<br />

mw E.A.A. Nairac<br />

9 Wagenaarstraat 1 1973<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

M o d d e rg a t<br />

1 Séwei 49 1995<br />

Monnickendam<br />

(gem. Wa t e r l a n d )<br />

1 Noordeinde 5, vml. Raadhuis 1996<br />

(overdracht gemeente Waterland)<br />

2 Noordeinde 10 1929<br />

3 Weezenland 7 1961<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

Naaldwijk (gem. We s t l a n d )<br />

1 Heilige Geesthofje 1-12,<br />

‘Heilige Geesthofje’ 2006<br />

(overdracht gemeente Westland)<br />

N a a rd e n<br />

1 Kloosterstraat 9 1957<br />

2 Kloosterstraat 11 1926<br />

3 Kloosterstraat 13 1926<br />

N i e u w k o o p<br />

1 Reghthuysplein 1,<br />

vml. Raadhuis 1949<br />

N o o rd w i j k<br />

1 Voorstraat 19 1971<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

N i j m e g e n<br />

1 St. Antoniusplaats 9 / Ottengas 15,<br />

‘Cellenbroederenhuis’ 2002<br />

(Stichting Restauratiefonds Cellenbroederenhuis)<br />

O l d e b o o rn<br />

(gem. Boarn s t e rh i m )<br />

1 Weaze 30 1989<br />

O o s t v o o rne<br />

(gem. We s t v o o rn e )<br />

1 Hoflaan 17, ‘Overburgh’ 1933<br />

(schenking ‘bloot eigendom’ n.v. Mij tot Expl. van<br />

O.G. ‘Voorne’s Duin’)<br />

2 Burg. Letteweg 5,<br />

‘Schoenmakershuisje’ 1933<br />

(schenking n.v. Mij tot Expl. van O.G. ‘Voorne’s Duin’)<br />

O u d e w a t e r<br />

1 Kapellestraat 5 1918<br />

P u r m e re n d<br />

1 Bierkade 9/ Whereplantsoen 7 1929<br />

R o t t e rd a m<br />

1 Glazoenowlaan 3 2001<br />

(schenking dhr D.E. van Raalte)<br />

Rouveen (gem. Staphorst)<br />

1 Oude Rijksweg 264 2006<br />

(schenking koopsom SNS REAAL Fonds)<br />

Scheveningen<br />

(gem. ’s - G r a v e n h a g e )<br />

1 Zwaardstraat 16,<br />

‘Derde Ambachtsschool’ 2004<br />

(met steun BankGiro Loterij)<br />

S c h i e d a m<br />

1 Aleidastraat / Hofje van Belois 1-37,<br />

‘Hofje van Belois’ 2005<br />

(overdracht Stichting Woonplus Schiedam)<br />

2 Overschiesestraat 1-3 / Proveniershuis<br />

1-30, ‘Proveniershuis’ 2005<br />

(overdracht Stichting Woonplus Schiedam)<br />

3 Oude Kerkhof 5 / Bagijnhof 1-7 2005<br />

(overdracht Stichting Woonplus Schiedam)<br />

S c h o o n h o v e n<br />

1 Lange Weistraat 87 1961<br />

(schenking Firma L. Woudenberg & Zonen)<br />

2 Bij de Watertoren 25,<br />

‘Watertoren’ 2006<br />

(overdracht Stichting Behoud Watertoren<br />

Schoonhoven)<br />

3 Lopikerstraat 37 1961<br />

(schenking Firma L. Woudenberg & Zonen)<br />

4 Voorhaven 6 1965<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

S c h o o r l<br />

1 Duinweg 3, vml. Regthuis 1931<br />

(overdracht gemeente Schoorl)<br />

U s q u e r t (gem. Eemsmond)<br />

1 Raadhuisstraat 3,<br />

vml. Raadhuis 1990<br />

(overdracht Stichting tot behoud van het Berlagehuis)<br />

U t re c h t<br />

1 Boothstraat 2A 1973<br />

(legaat Jhr J.C. Martens van Sevenhoven)<br />

2 Erasmuslaan 9 1999<br />

(nalatenschap mw E.C. Coolhaas-Korpershoek / met<br />

steun van het Van Enter-Westerman Holstijn Fonds)<br />

3 Janskerkhof 16 1973<br />

(legaat Jhr J.C. Martens van Sevenhoven)<br />

A L F A B E T I S C H E L I J S T VA N PA N D E N J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

4 Prins Hendriklaan 112 1996<br />

(met steun Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

Va l k e n b u rg aan de Geul<br />

1 St. Pieterstraat 2a, watermolen 2003<br />

Ve e re<br />

1 Kaai 2-6, ‘Campveerse Toren’ 2005<br />

(overdracht gemeente Veere)<br />

2 Kaai 21 1989<br />

3 Kaai 89 1987<br />

(nalatenschap dhr D. Bolten)<br />

4 Markt 2 1921<br />

5 Markt 3 1981<br />

(legaat mw W. Abbeleven-Labberton)<br />

6 Markt 4 1947<br />

7 Markt 6 1947<br />

8 Markt 10 2000<br />

(schenking familie Oosterhoff)<br />

Ve n l o<br />

1 Grote Kerkstraat 19-21 1987<br />

2 Kwartelenmarkt 1 1925<br />

Vi a n e n<br />

1 Achterstraat 88 1968<br />

(overdracht gemeente Vianen)<br />

Vi e r p o l d e r s<br />

(gem. Brielle)<br />

1 Middelweg 5, ‘Esterenburg’ 2002<br />

(met steun Louisa van der Velden Stichting)<br />

V l a a rd i n g e n<br />

1 Westhavenkade 45, ‘Redershuis’ 1998<br />

(overdracht gemeente Vlaardingen)<br />

2 Westhavenplaats 37, ‘Visbank’ 1998<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

V l i e l a n d<br />

1 Dorpsstraat 99,<br />

‘Tromps Huis’ 2001<br />

(overdracht gemeente Vlieland)<br />

2 Dorpsstraat 148, vml. Raadhuis 2001<br />

(overdracht gemeente Vlieland)<br />

3 Duikersoord 33,<br />

Reddingbootloods 2001<br />

(overdracht gemeente Vlieland)<br />

V l i s s i n g e n<br />

1 Beursplein 11, ‘De Beurs’ 1928<br />

(overdracht gemeente Vlissingen)<br />

Vollenhove<br />

(gem. Steenwijk)<br />

1 Kerkplein 1/3, vml. Raadhuis 1991<br />

2 Kerkplein 2,<br />

toren Hervormde Kerk 1991<br />

3 Kerkplein 15,<br />

vml. Latijnse school 1992<br />

Vo o r s c h o t e n<br />

1 Woelwijklaan 11,<br />

‘Jachthuis Woelwijk’ 1975<br />

(schenking dhr en mw J.G. van Manen-Fabius)<br />

Wa n n e p e r veen<br />

(gem. Steenwijk)<br />

1 Veneweg 56 1991<br />

2 Veneweg 83, ‘Het Schultehuis’ 1990<br />

Wa r n s v e l d<br />

1 Molenstraat 8-10 2001<br />

(schenking Jhr ir. J.Ph. Laman Trip)<br />

Workum (gem. Nijefurd )<br />

1 Noard 5 1932<br />

Wo u d r i c h e m<br />

1 Hoogstraat 5 1970<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

2 Hoogstraat 9 1970<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

IJlst<br />

(gem. Wy m b r i t s e r a d i e l )<br />

1 Eegracht 31/32,<br />

‘De Messingklopper’ 1919<br />

Zaandam<br />

(gem. Zaanstad)<br />

1 Dam 1 en 1b, ‘Accijnshuisjes’ 1997<br />

Z a l t b o m m e l<br />

1 Kerkstraat 26 1961<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

2 Oenselsestraat 15 1970<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

3 Oenselsestraat 17 1964<br />

(met steun van dhr C. Philips)<br />

4 Oenselsestraat 50 1978<br />

(met steun Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

5 Ruiterstraat 18 1948<br />

Z i e r i k z e e<br />

1 Nieuwe Boogerdstraat 16 1964<br />

(schenking koopsom Prins Bernhard Cultuurfonds)<br />

Z u t p h e n<br />

1 Groenmarkt 7 1988<br />

Z w o l l e<br />

1 Sassenstraat 31 A 1978<br />

2 Sassenstraat 33, ‘Karel V-huis’ 1943<br />

(‘overdracht’ staat voor een verwerving voor een symbolische<br />

waarde, over het algemeen met de verplichting tot restauratie)<br />

67


68<br />

Ve r s p re i d i n g s k a a r t<br />

Ve reniging Hendrick de Keyser heeft haar bezittingen in onderstaande plaatsen in Nederland.<br />

Middelburg<br />

’s-Gravenhage<br />

Honselersdijk<br />

Naaldwijk<br />

Maassluis<br />

Oostvoorne<br />

Brielle<br />

Veere<br />

Vlissingen<br />

Leiden<br />

Voorschoten<br />

Scheveningen<br />

Zierikzee<br />

Goes<br />

Den Helder<br />

Schoorl<br />

Medemblik<br />

Enkhuizen<br />

Blokker Vollenhove<br />

Blokzijl<br />

Wanneper veen<br />

Alkmaar<br />

Heiloo<br />

Hoorn<br />

Rouveen<br />

Hasselt<br />

Purmerend Edam<br />

Kampen<br />

Monnickendam<br />

Zwolle<br />

Zaandam<br />

Haarlem<br />

Broek in Waterland<br />

Amsterdam<br />

Naarden<br />

Elburg<br />

Noordwijk<br />

Bergen op Zoom<br />

Vlieland<br />

Franeker Dronrijp<br />

Leeuwarden<br />

Harlingen<br />

Nieuwkoop<br />

Breda (Gageldonk)<br />

Makkum<br />

Workum<br />

Blaricum<br />

Balk<br />

Amersfoort<br />

Linschoten Utrecht<br />

Gouda<br />

Delft<br />

Vlaardingen<br />

Schiedam<br />

Oudewater<br />

Vianen<br />

Lexmond<br />

Schoonhoven<br />

Driebergen<br />

Culemborg<br />

Rotterdam Alblasserdam<br />

Vierpolders<br />

Gorinchem<br />

Dordrecht<br />

Zaltbommel<br />

Woudrichem<br />

’s-Hertogenbosch<br />

Maastricht<br />

IJlst<br />

Kuinre<br />

Moddergat<br />

Dokkum<br />

Oldeboorn<br />

Arnhem<br />

Nijmegen<br />

Valkenburg<br />

Frederiksoord<br />

Deventer<br />

Warnsveld<br />

Zutphen<br />

Doesburg<br />

Venlo<br />

Usquert<br />

Groningen<br />

Appingedam<br />

VERENIG ING<br />

Hendrick de Keyser<br />

V E R S P R E I D I N G S K A A R T J A A RV E R S L A G 2 0 0 6


C o l o f o n<br />

O n t w e r p Studio Bauman B N O, Rotterd a m<br />

D ru k Thieme Amsterd a m<br />

© 2007

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!