J a a rverslag 2 0 0 6 - CBF
J a a rverslag 2 0 0 6 - CBF
J a a rverslag 2 0 0 6 - CBF
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
16<br />
Makkum, Garages bij Turfmarkt 5 en 7 V a n u i t<br />
kunst- of bouwhistorisch oogpunt behoeven deze twee garageboxen,<br />
uit de jaren ’70 van de vorige eeuw, geen nadere beschrijving.<br />
Als verkrijging zijn zij evenwel de moeite waard, omdat de<br />
garages direct grenzen aan het achterterrein van onze panden Turfkade<br />
5 en 7 te Makkum. De heer P.J. Tichelaar schonk deze panden<br />
in 1999 aan onze Vereniging en het eigendom van de twee garages<br />
vergroot de verhuurbaarheid van de twee huizen. Wij zijn dan ook<br />
dankbaar dat de heer Tichelaar de garages aan zijn eerdere schenking<br />
heeft toegevoegd.<br />
Naaldwijk, Heilige Geesthofje 1-12 De stichting<br />
van dit hofje in de dorpskern van Naaldwijk, iets ten zuiden van de<br />
Hervormde Kerk en de Kerkring, gaat terug tot de late middeleeuwen.<br />
Het hofje behoort daarmee tot de vroegste instellingen van<br />
liefdadigheid die in ons land bewaard zijn. In 1496 overleed<br />
Hendrik IV, heer van Naaldwijk. Hij liet een bedrag na aan de<br />
‘Heilige Geest’, het kerkelijk armenbestuur, tot huisvesting van vijf<br />
arme mannen. Van dit bedrag werden, op een erf dat voorheen<br />
behoorde bij de pastorie, vijf woningen gebouwd. Later is deze<br />
bebouwing uitgebreid met nog eens vijf woningen voor mannen en<br />
tien woningen voor vrouwen, zodat een complex van twintig<br />
woningen ontstond. De woningen liggen in rijen aan weerszijden<br />
van een grote binnenhof die wordt afgesloten door een éénbeukige<br />
kapel met een driezijdige sluiting, gewijd aan de Heilige Geest. Na<br />
Naaldwijk, Heilige Geesthofje. (foto HdK)<br />
de reformatie werden de huisjes beheerd door een stichting met de<br />
naam het ‘Domaniale Oude Mannen- en Vrouwenhuis’. Nadat<br />
Prins Frederik Hendrik, die in de omgeving van Naaldwijk zijn<br />
jachtslot Honselaarsdijk liet bouwen, in 1612 eigenaar werd van de<br />
heerlijkheid Naaldwijk, trad hij op als beschermheer van het hofje.<br />
In 1627 en 1631 werden door hem stichtingsbrieven afgegeven en<br />
het financiële beheer kwam onder toezicht van een rentmeester die<br />
door de Prins van Oranje zelf werd benoemd. In 1641 werd het wapen<br />
van Frederik Hendrik geplaatst boven de ingang van de kapel,<br />
waarschijnlijk bij gelegenheid van een gedeeltelijke vernieuwing van<br />
het gebouw. De kapel werd in 1807 door Koning Lodewijk Napoleon<br />
in gebruik gegeven aan de Nederlands Israëlitische<br />
gemeente te Naaldwijk, die het gebouw als synagoge gebruikte tot<br />
circa 1920. Vanaf 1935 was het streekmuseum er in ondergebracht.<br />
Momenteel wordt de kapel verhuurd voor concerten en exposities<br />
en wordt zij door de gemeente Westland gebruikt als trouwlocatie.<br />
De huisjes bleven altijd in gebruik als woningen voor oude van<br />
dagen, die er tot op de dag van vandaag kosteloos mogen wonen.<br />
De huidige bebouwing gaat waarschijnlijk geheel terug tot de eerste<br />
helft van de 17de eeuw. De gevels zijn opgetrokken in gele ijsselsteen<br />
onder toepassing van fel rode baksteen voor de bogen boven<br />
de vensters. De woningen liggen onder een doorlopend zadeldak<br />
waaruit om de twee vensters een met een topgevel beëindigde aankapping<br />
naar voren steekt. Verschillen tussen de noord- en de zuidvleugel<br />
geven aan dat het complex niet in één bouwfase tot stand<br />
V E R S L A G V A N D E V E R E N I G I N G J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />
kwam. De noordvleugel bestaat uit en reeks van elf woningen met<br />
in totaal 5 topgevels. De middelste is uitgevoerd als tuitgevel en<br />
wordt bekroond door een overhoeks geplaatste toppilaster. De<br />
overige vier hebben eenvoudige puntgevels met vlechtingen. Deze<br />
woningen kunnen nog dateren van omstreeks 1600. De woningen<br />
aan de overzijde zijn wat kloeker in uitvoering en ook ontbreekt<br />
daar het afwijkend uitgevoerde middentopje. Waarschijnlijk werd<br />
deze reeks gebouwd of herbouwd in de tijd van Frederik Hendrik,<br />
rond 1630.<br />
Een merkwaardigheid die zich aan beide zijden van de binnenhof<br />
voordoet, is dat de indeling van de gevels niet synchroon loopt met<br />
de indeling van de woningen daarachter. Ieder huisje bestond uit<br />
een woonkamer met een deur en een raam en een stookplaats tegen<br />
de zijgevel. De achterwand werd ingenomen door een bedstede en<br />
een kast waarin de trap naar de zolder was opgenomen. De voordeuren<br />
van twee woningen zijn steeds bij elkaar gezet onder een<br />
geveldeel met een topgevel. De scheiding tussen twee woningen<br />
bevindt zich daardoor midden achter de topgevels en sluit op<br />
zolderniveau aan op de middenstijl van het centraal geplaatste kruiskozijn.<br />
Deze kruiskozijnen werden om die reden niet gewijzigd bij<br />
een modernisering van de vensters in het midden van de 19de<br />
eeuw. Bij een restauratie in de jaren ‘60 van de vorige eeuw werden<br />
de woningen twee aan twee samengevoegd, waarbij één van de kamers<br />
als keuken in gebruik werd genomen. De huisjes bezitten nog<br />
belangrijke resten van hun 17de-eeuwse interieur. Bij de genoemde<br />
restauratie werden de schouwen uit de 19de eeuw vervangen door<br />
stookplaatsen met houten rookkappen naar 17de-eeuws model.<br />
Rouveen, Oude Rijksweg 264 De Vereniging is eigenaar<br />
geworden van een kleine 19de-eeuwse boerderij in de plattelandsgemeente<br />
Staphorst-Rouveen. Boerderijen worden door de<br />
Vereniging slechts mondjesmaat aangekocht. De reden is vooral dat<br />
één van onze belangrijkste uitgangspunten voor restauraties – het<br />
herbestemmen van een gebouw zoveel mogelijk in overeenstemming<br />
met het oorspronkelijke gebruik – hier bijna niet te verwezenlijken<br />
is. Het bedrijfsgedeelte van een boerderij is doorgaans drie of<br />
vier maal zo groot als het woongedeelte en als de Vereniging benaderd<br />
wordt voor een verwerving is de boer over het algemeen reeds<br />
lang uit het gebouw vertrokken.<br />
Uitzonderingen worden gemaakt voor boerderijen die in de oorspronkelijke<br />
staat verkeren en daardoor een sprekend voorbeeld zijn<br />
van het boeren en wonen in een bepaalde periode. Omdat boerderijen<br />
per regio zeer verschillend zijn, wordt gestreefd naar spreiding.<br />
Deze boerderij ligt in de arme landbouwgebieden op de grens van<br />
het waterrijke veengebied rond Vollenhove en Zwartsluis en de hoger<br />
gelegen delen van Overijssel en Drenthe. Het betreft een dwars-<br />
V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />
Rouveen, Oude Rijksweg 264. (foto RACM)<br />
deelboerderij met het woongedeelte en de schuur onder één doorlopend<br />
rieten dak. De woning bestaat uit één kamer, waarin werd<br />
geleefd, gekookt en geslapen. De constructie bestaat uit een driebeuk<br />
met ankerbalkgebinten. De hoge middenbeuk werd gebruikt<br />
voor het optasten van de oogst. In de lage zijbeuken, tussen de stijlen<br />
van het gebint en de buitenwanden, zijn in het woongedeelte de<br />
bedsteden getimmerd en in de schuur de hokken voor varkens en<br />
kleinvee. Dergelijke boerderijen werden volgens een vast schema,<br />
waaraan in de 18de en 19de eeuw nagenoeg niets veranderde, opgetrokken<br />
onder leiding van de dorpstimmerman. Bij de bouw werd<br />
door de opdrachtgevers, samen met buren en familie meegetimmerd<br />
om de kosten te drukken. Bij de rijkere voorbeelden werd<br />
voor de in Staphorst geliefde bonte beschildering van het interieur<br />
een schilder van buiten ingehuurd. Bij de meer eenvoudige hoeves<br />
werd de beschildering door de vrouw des huizes zelf uitgevoerd.<br />
Aanvankelijk lagen zowel Rouveen als Staphorst meer naar het westen<br />
in de ontgonnen veengebieden aan de oostzijde van het Zwarte<br />
Rouveen, Oude Rijksweg 264. Bedstede grenzend aan het woonvertrek.<br />
(foto RACM)<br />
17