25.09.2013 Views

J a a rverslag 2 0 0 6 - CBF

J a a rverslag 2 0 0 6 - CBF

J a a rverslag 2 0 0 6 - CBF

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

50<br />

Afb. 9. Gewelfschildering na de restauratie door<br />

A. Volders in 1965. (foto HdK)<br />

Afb. 10. Blikfoliedecoratie met sterre n m o t i e f :<br />

detail van de gewelfschildering, in 1998<br />

blootgelegd door Restauratie Atelier Limburg .<br />

(foto SRAL)<br />

Van het oorspronkelijke zestiende-eeuwse kloostercomplex is slechts een<br />

bescheiden gedeelte bewaard gebleven tegen de noordzijde van de kapel<br />

(afb. 7). Deze vleugel bezit een onderbouw van mergelsteen en een<br />

bovenbouw van vakwerk, dat met houten korbelen op hardstenen kraag-<br />

stenen rust. In de mergelstenen onderbouw zijn vier vensters met<br />

g e p ro f i l e e rde korfbogen hersteld aan de hand van teruggevonden bouw-<br />

s p o ren en aan de oostzijde werd in dezelfde stijl een deur gere c o n s t r u-<br />

e e rd. Bij de restauratie van 1963 is de vakwerkconstructie vrijwel geheel<br />

v e rnieuwd. De aangrenzende kloostergebouwen waren al in 1940<br />

a f g e b roken. Alleen een gedenksteen aan de noordzijde van de kapel<br />

h e r i n n e r t nu nog aan de plaats waar deze gebouwen hebben gestaan.<br />

Op de steen staat de inscriptie: ‘Desen bouw heeft doen maecken Br.<br />

Henricus Kerckhoofs Pater deses conve(n)ts ende Diffinitor van het<br />

o rden der Cellebroeders int yaer 1706’. Deze steen is afkomstig uit de<br />

refter van het klooster. Een tweede gedenksteen in deze gevel toont de<br />

tekst: ‘B.H.K.H.P. 1709’. Deze letters staan waarschijnlijk voor<br />

‘ B roeder Hendrik Kerkhoofs hunc possuit’ (= geplaatst door Bro e d e r<br />

Hendrik Kerkhoofs).<br />

I n t e r i e u r<br />

Tijdens de restauratie van 1963-1965 is de Cellebroederskapel hersteld<br />

in de stijl van de flamboyante gotiek. Het schip van de Cellebro e d e r s -<br />

kapel telt vier gewelfvakken en het priesterkoor heeft een samengesteld<br />

gewelf. De gewelven zijn door de ribben verdeeld in een decoratief net-<br />

w e r k p a t roon in de stijl van de Brabantse gotiek en de gewelfribben wor-<br />

den ondersteund door kleine kapitelen. Deze kapitelen zijn gedecore e rd<br />

met engelenfiguren die Christus’ lijdenswerktuigen dragen, zoals een<br />

gesel, martelzuil, doorn e n k roon en kruishout. Deze lijdenswerktuigen<br />

v e r wijzen naar de goede werken van de Cellebroeders, die als zieken-<br />

b roeders en grafdelvers ook dagelijks met het lijden werden geconfro n-<br />

t e e rd. Vrijwel identieke kapiteeltjes zijn bewaard gebleven in de ru ï n e<br />

van de kapel van St. Josaphat in de tuin van de Broeders van de Beyart .<br />

Deze kapel werd rond 1500 gebouwd in opdracht van de zusters Fran-<br />

ciscanessen uit Peer. Deze kapel heeft ongetwijfeld als inspiratiebron<br />

g e f u n g e e rd voor de kapitelen van de Cellebroederskapel.<br />

Op de gewelfvakken is de oorspronkelijke schildering bewaard gebleven.<br />

Deze schildering werd tijdens de restauratie van 1963-1965 ontdekt en<br />

blootgelegd door A. Volders. In de gewelfvakken zijn loofwerkversierin-<br />

gen aangebracht en engelenfiguren met de lijdenswerktuigen (afb. 9).<br />

Tegen de westgevel werden verschillende fragmenten teru g g e v o n d e n<br />

D E C E L L E B R O E D E R S K A P E L T E M A A S T R I C H T J A A R V E R S L A G 2 0 0 6<br />

van een Laatste Oordeel, maar omdat die fragmenten uit twee verschil-<br />

lende fases dateren, heeft de restauratie niet tot een herkenbaar totaal-<br />

beeld geleid. In het jaar 1998 zijn de schilderingen opnieuw gere s t a u-<br />

re e rd door het Restauratie Atelier Limburg. Dankzij deze restauratie is<br />

het architecturale concept van de kapel weer in ere hersteld. Tijdens de<br />

werkzaamheden werden op de manchetten van de gewelfribben re s t e n<br />

van kleine zilveren sterretjes teruggevonden (afb. 10). De sterretjes wa-<br />

ren met behulp van een houten mal opgebracht. In die houten mal werd<br />

een velletje tinfolie aangebracht en daarna een laagje hars of was, waar-<br />

mee de folie op het gewelf werd gelijmd. Daarna werd de folie met een<br />

dun laagje vernis bestreken zodat het een zachte gouden gloed kreeg.<br />

Omdat de mal bovendien van een aantal parallelle inkervingen was voor-<br />

zien, hebben de sterretjes het aanzien van goudbrokaat gekregen.<br />

Dezelfde decoratietechniek is ook bekend van de Pieterskerk te Leiden,<br />

de St. Lebuïnus in Deventer en de Onze Lieve Vrouwe van Breda. Bij<br />

kaarslicht fonkelen deze gouden sterretjes als een echte sterre n h e m e l .<br />

In de Cellebroederskapel bevindt zich een zeer bijzonder kabinetorg e l ,<br />

dat toegeschreven wordt aan de beroemde Franse orgelbouwer Joseph<br />

Binvignat, die zich omstreeks 1776 als orgelbouwer vestigde in Maas-<br />

tricht (afb. 11). Joseph Binvignat werkte gedurende lange tijd als com-<br />

pagnon samen met Maastrichtenaar Lambertus Houtappel, wiens doch-<br />

ter hij in 1781 huwde. De firma Binvignat-Houtappel verv a a rdigde in<br />

Maastricht ondermeer de orgels van de St. Janskerk, de St. Matthiaskerk<br />

en de St. Servaaskerk. Deze orgels zijn sterk verwant met de Franse 18e<br />

eeuwse org e l b o u w, zoals blijkt uit de samenstelling en de intonatie van<br />

het orgelpijpwerk. Het orgel van de Cellebroeders werd in 1794 gebouwd<br />

voor de kerk van Berg en Terblijt. In 1936 werd het orgel verplaatst naar d e<br />

kerk van Scharn en in 1969 werd het orgel gere s t a u r e e rd door de firm a<br />

Ve r s c h u e ren, waarna het opgesteld werd in de Cellebroederskapel.<br />

Bij gelegenheid van het 125-jarig bestaan van de congregatie van de<br />

b roeders van de Beyart en tevens ter gelegenheid van de voltooiing van<br />

de restauratie heeft het stadsbestuur in 1965 een luidklok aangeboden<br />

voor de sierlijke dakruiter van de kapel. Deze luidklok komt uit de kerk<br />

van het Overijsselse Albergen en ze is in 1796 gegoten door de Rijn-<br />

landse klokkengieter Johan Rutger Voigt. Op de klokkenstoel werd in<br />

1965 het chronogram uitgesneden: ‘LaVDeM traIeCtI fratIbVs hInC<br />

ConCIno’ (Vanaf deze plaats laat ik de lof van Maastricht voor de bro e-<br />

ders weerklinken) en hoewel de klok niet meer vaak wordt geluid, blijft<br />

die wens ons wel herinneren aan de goede werken van de Maastrichtse<br />

b ro e d e r s . ■<br />

V E R E N I G I N G H E N D R I C K D E K E Y S E R<br />

Afb. 11. Overzicht kapel naar het westen met<br />

k a b i n e t o rgel van Joseph Binvignat. (foto auteur)<br />

L i t e r a t u u r v e r w i j z i n g<br />

• De Monumenten van geschiedenis en kunst in de provincie<br />

Limburg. De monumenten in de gemeente Maastricht,<br />

’s-Gravenhage 1926-1953, pp 159-163<br />

• J.L.A. Brouwers, Cellebroederkapel te Maastricht.<br />

Restauratieplan, Maastricht 1961<br />

• E. Kreuwels, Inventaris van het archief van de Bank van<br />

lening te Maastricht, Maastricht 1987<br />

• P.J.H., Ubachs & S. Tagage, De Maastrichtse Cellebroeders<br />

met een beschrijving van hun kapel, Maastricht 1977<br />

• P.J.H. Ubachs, De Cellebroederskapel, Maastrichts Silhouet 3,<br />

Maastricht 1980<br />

• A.A.H. Friedrichs, ‘De verfdwarsdoorsnede bij het onderzoek<br />

van de historische binnenruimte. Persbrokaat op steen’, in:<br />

Bulletin van de KNOB, 99 (2000) pp 166-172<br />

51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!