Download pdf - Reclassering Nederland
Download pdf - Reclassering Nederland
Download pdf - Reclassering Nederland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Reclassering</strong> <strong>Nederland</strong><br />
Landelijk kantoor<br />
Vivaldiplantsoen 100-200<br />
3533 JE Utrecht<br />
Postbus 8215<br />
3503 RE Utrecht<br />
(T) 030 232 49 49<br />
(F) 030 232 49 51<br />
(I) www.reclassering.nl<br />
Datum 12 maart 2007<br />
Onderwerp Plenaire behandeling Wijziging van Wetboek van Strafrecht en andere wetten<br />
in verband met de wijziging van de vervroegde invrijheidstelling in een<br />
voorwaardelijke invrijheidstelling (15 maart 2007)<br />
Briefnummer 07.033/SvG/MvdR<br />
Contactpersoon Marc van der Riet<br />
Telefoon 06 18 88 00 23<br />
E-mailadres m.vander.riet@srn.minjus.nl<br />
Geachte leden,<br />
Aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor Justitie<br />
<strong>Reclassering</strong> <strong>Nederland</strong> is tevreden met de voorgestelde wetswijziging voorwaardelijke<br />
invrijheidsstelling. Het standpunt van de minister over de voorwaardelijke invrijheidsstelling<br />
– ja, tenzij – is daarvan de kern. Tenzij er belemmeringen zijn die een voorwaardelijke<br />
invrijheidstelling in de weg staan, kunnen gedetineerden in aanmerking komen voor een<br />
voorwaardelijke invrijheidstelling. De beslissing om de reclassering een duidelijke rol toe te<br />
bedelen in de uitvoering van de wet is verstandig. In deze brief plaatst <strong>Reclassering</strong><br />
<strong>Nederland</strong> nog een enkele opmerking bij de wetswijziging. Deze zijn wellicht nuttig bij uw<br />
debat.<br />
De rol van de politie bij het toezicht op de naleving van bijzondere voorwaarden blijft naar<br />
de mening van <strong>Reclassering</strong> <strong>Nederland</strong> een punt van zorg. Ofschoon lokaal nu, bij het<br />
toezicht op de bijzondere voorwaarden van een voorwaardelijke veroordeling, soms wel<br />
samengewerkt wordt met de politie, volhardt de raad van hoofdcommissarissen in haar<br />
standpunt dat ze geen rol voor de politie ziet bij een meldplicht. <strong>Reclassering</strong> <strong>Nederland</strong><br />
acht dit een hindernis voor de uitvoering van sommige bijzondere voorwaarden.<br />
In antwoord op vragen van leden van de SP antwoordt de minister in de nota naar<br />
aanleiding van het verslag dat er ook bijzondere voorwaarden denkbaar zijn “waarbij de<br />
reclassering geen rol speelt (bijvoorbeeld een contactverbod of een straatverbod)”.<br />
<strong>Reclassering</strong> <strong>Nederland</strong> vraagt zich ten eerste af om welke reden niet, en ten tweede welke<br />
organisatie(s) bij deze bijzondere voorwaarden dan wel een rol spelen. Vanwege het eerder<br />
genoemde standpunt van de politie dat zij voor zich geen rol ziet bij toezicht op de<br />
bijzondere voorwaarden, zouden dat weer andere partijen moeten zijn. <strong>Reclassering</strong><br />
<strong>Nederland</strong> vindt dat onwenselijk. Ook al omdat niet beschreven is wat die partijen dan zullen<br />
doen.<br />
Kern van dit bezwaar van <strong>Reclassering</strong> <strong>Nederland</strong> is dat toezicht nooit alleen controle moet<br />
zijn. Slechts controle op de bijzondere voorwaarden is nooit voldoende om effectief<br />
de naleving te waarborgen. Uit de internationale wetenschappelijke literatuur („Wat werkt bij<br />
v.i.? Een verkenning van de onderzoeksliteratuur in de internationale praktijk‟, door V. Penn)
lijkt op vele plaatsen dat het juist de combinatie van controle en begeleiding is die werkt.<br />
En het is juist de expertise van de reclassering om deze twee aspecten met elkaar in balans<br />
te brengen om het toezicht zo effectief mogelijk te maken. Derhalve zal ook wanneer de<br />
politie wèl of andere partijen een rol gaan spelen bij controle op de bijzondere voorwaarden<br />
de reclassering daar een bijdrage aan moeten leveren.<br />
Met vriendelijke groeten,<br />
Sjef van Gennip<br />
Algemeen Directeur<br />
In afschrift aan:<br />
de minister van Justitie, de heer dr. E.M.H. Hirsch Ballin<br />
de staatssecretaris van Justitie, mevrouw mr. N. Albayrak.<br />
2