28.09.2013 Views

Gerrianne Smits-Baauw interviewde kinderen voor ... - Schipholwakes

Gerrianne Smits-Baauw interviewde kinderen voor ... - Schipholwakes

Gerrianne Smits-Baauw interviewde kinderen voor ... - Schipholwakes

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Overigens kan de daadwerkelijke uitvoering van eenzelfde regime sterk verschillen per locatie<br />

aangezien elk detentiecentrum eigen huisregels heeft, iets wat Liebling (2004) onacceptabel vindt (zie<br />

vorige hoofdstuk). Als <strong>voor</strong>beeld zijn de huisregels van Uitzetcentrum Rotterdam bijgevoegd in bijlage<br />

drie. De juridische structuur van penitentiaire organisaties kent een grote beleidsvrijheid, die<br />

nog altijd overwegend het arbitraire principe weerspiegelt: ‘alles is verboden, mits het is<br />

toegestaan’. De mate waarin aan gedetineerden wordt ‘toegestaan’ hangt, behalve met<br />

lokale detentieomstandigheden, sterk samen met de persoonlijke souplesse,<br />

welwillendheid of goedgunstigheid van de gevangenisautoriteiten. Zo ontstaan er<br />

‘gunstige’ regimes en ‘minder gunstige’ regimes (Kelk 2000: 34).<br />

Gerealiseerde uitzettingen vanuit vreemdelingendetentie<br />

De vreemdelingendetentie is, zoals eerder vermeld, bedoeld ten behoeve (‘ter fine’, zoals het in<br />

politieke en juridische teksten vaak genoemd wordt) van het vertrek van ongedocumenteerde<br />

vreemdelingen. Daadwerkelijke uitzetting vindt in vele gevallen niet plaats. De detentie wordt dan<br />

opgeheven op last van de rechter, of door de Vreemdelingenpolitie of de Immigratie- en<br />

Naturalisatiedienst (IND). Zo verbleven in 2005 en januari 2006 96 gezinnen in detentie, waarvan 48<br />

gezinnen zijn uitgezet en 38 gezinnen zijn vrijgelaten (Tweede Kamer KV 2005-2006, nr. 1166H).<br />

Volgens de IND werd in 2005 van alle mensen die in vreemdelingendetentie zaten, 60 procent<br />

daadwerkelijk uitgezet (EMN 2006: 65). Volgens wetenschappelijk onderzoek in twee penitentiaire<br />

inrichtingen waar vreemdelingendetentie plaatsvindt, werd in 2003 35 procent van de mensen uitgezet<br />

(Van Kalmthout e.a. 2005).<br />

Beleid omtrent <strong>kinderen</strong> in vreemdelingendetentie<br />

Reeds in 1992 werden <strong>kinderen</strong> gedetineerd op grond van het vreemdelingenbeleid (Meuwese 1992:<br />

3). De Vreemdelingenwet 2000 kent echter geen specifieke bepalingen <strong>voor</strong> minderjarigen. In de<br />

Vreemdelingencirculaire wordt wel aandacht geschonken aan het detineren van <strong>kinderen</strong> tot en met<br />

zestien jaar. De hoofdpunten hierbij zijn dat nog beter dan bij volwassenen gekeken moet worden of<br />

er alternatieven <strong>voor</strong> detentie zijn, dat <strong>kinderen</strong> onder de twaalf niet mogen worden opgesloten tenzij<br />

hun ouders erop staan hen bij zich te houden, en dat <strong>kinderen</strong> van twaalf tot zestien jaar slechts<br />

samen met hun ouders in vreemdelingendetentie mogen worden geplaatst. Ook is er een aparte<br />

maatregel opgenomen <strong>voor</strong> alleenstaande minderjarigen. Als hun asielverzoek in het aanmeldcentrum<br />

wordt afgewezen, worden zij niet zoals volwassenen vastgehouden in het Grenshospitium, maar<br />

overgeplaatst naar een andere vorm van opvang (Lamers 2002: 508-509).<br />

Het beleid van de afgelopen jaren kende geen speciale waarborgen om te <strong>voor</strong>komen dat <strong>kinderen</strong><br />

in vreemdelingendetentie zouden komen. De meerderheid van de Tweede Kamer vond het niet<br />

noodzakelijk om on<strong>voor</strong>waardelijk af te zien van vreemdelingendetentie van <strong>kinderen</strong> en moties<br />

waarin werd opgeroepen om ouders met minderjarige <strong>kinderen</strong> niet in vreemdelingendetentie te<br />

plaatsen, werden in bij<strong>voor</strong>beeld december 2005 en oktober 2006 verworpen (Tweede Kamer<br />

Handelingen 2005-2006, nr. 36; 2006-2007, nr.7). Wel gaf Rita Verdonk in het najaar van 2006 aan<br />

dat zij de detentie zoveel mogelijk wilde beperken tot één ouder, en dat gezinnen met <strong>kinderen</strong> twaalf<br />

weken extra 19 tijd zouden krijgen om hun vertrek uit Nederland <strong>voor</strong> te bereiden. Deze regeling gold<br />

alleen <strong>voor</strong> gezinnen die nog opvang van het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) kregen en die<br />

onder de Vreemdelingenwet 2000 hun eerste asielaanvraag hadden ingediend. Bij overige gezinnen<br />

zou indien mogelijk één van beide ouders worden opgesloten, zodat de andere ouder met kind(eren)<br />

elders opgevangen zou kunnen worden. Voorheen gebeurde dit niet, zo zei de toenmalige minister<br />

(Tweede Kamer KS 2006-2007, 29344, nr. 59). Overigens gaf zij in 2004 ook al aan dat geprobeerd<br />

zou worden om slechts één van beide ouders vast te zetten (Tweede Kamer KS 2003-2004, 19637,<br />

nr. 847: 8). Ook <strong>voor</strong> alleenstaande minderjarigen werden geen beleidsmaatregelen getroffen om te<br />

verzekeren dat zij niet in vreemdelingendetentie geplaatst zouden worden.<br />

De uitslag van de Tweede Kamer verkiezing in november 2006 heeft een aantal grote<br />

veranderingen teweeggebracht met betrekking tot vreemdelingendetentie van <strong>kinderen</strong>. Allereerst<br />

door de afkondiging van het Generaal Pardon, waardoor mensen die <strong>voor</strong> 1 april 2001 asiel hebben<br />

aangevraagd, onder bepaalde <strong>voor</strong>waarden een verblijfsvergunning gaan krijgen. Hierdoor werd ook<br />

een uitzettingsstop afgekondigd <strong>voor</strong> deze mensen, waaronder veel gezinnen met <strong>kinderen</strong>, met als<br />

gevolg dat zij niet meer in vreemdelingendetentie kunnen komen (Tweede Kamer KV 2006-2007,<br />

19 Bovenop de normale 28 dagen.<br />

27

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!