29.09.2013 Views

BSW 2011-2015:Opmaak 1.qxd - Gemeente Heerlen

BSW 2011-2015:Opmaak 1.qxd - Gemeente Heerlen

BSW 2011-2015:Opmaak 1.qxd - Gemeente Heerlen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Beleidsplan Stedelijk<br />

Watermanagement <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

<strong>Heerlen</strong>


Beleidsplan Stedelijk Watermanagement <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong><br />

Status: definitief <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

Datum: 7 februari <strong>2011</strong><br />

Opgesteld door: werkgroep <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>


Inhoudsopgave<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

1. Inleiding 1<br />

1.1 Aanleiding 1<br />

1.2 Doelstelling 1<br />

1.3 Proces 1<br />

1.4 Planstructuur 2<br />

1.5 Leeswijzer 3<br />

2. Achtergrondinformatie 4<br />

2.1 Inleiding 4<br />

2.2 Kengetallen 4<br />

2.3 Historie 4<br />

2.4 Ontwikkelingen 5<br />

2.5 Stelseltypen 7<br />

2.6 Toestand en functioneren huidig stelsel 8<br />

3. Evaluatie GRP2006-2010 11<br />

3.1 Inleiding 11<br />

3.2 Bestuurlijke beslissingen 11<br />

3.3 Operationele planning rioolrenovaties 12<br />

3.4 Operationele planning Bergbezinkbassins 14<br />

3.5 Uitbreiding rioleringsstelsel 16<br />

3.6 Communicatie Stadskrant 17<br />

3.7 Beheer en Onderhoud 17<br />

3.8 Financieel 22<br />

3.9 Planvorming, bedrijfsvoering en onderzoek 24<br />

3.10 Conclusie 25<br />

4. Watervisie 26<br />

5. Beleid en wetgeving 31<br />

5.1 Inleiding3 31<br />

5.2 <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> 31<br />

5.3 Regionaal 34<br />

5.4 Wateropgaven <strong>Heerlen</strong> <strong>2011</strong> en verder 37<br />

6. Toetsing huidige situatie, gewenste situatie en strategie 39<br />

6.1 Inleiding 39<br />

6.2 In- en uitbreiding riolering 39<br />

6.3 Rioolrenovatie/-vervanging 41<br />

6.4 Rioolverbetering 44<br />

6.5 Afvalwaterzorgplicht 47<br />

6.6 Grondwaterzorgplicht 48<br />

6.7 Hemelwaterzorgplicht 49<br />

6.8 Watersysteem 53<br />

6.9 Beheer en onderhoud 57<br />

6.10 Planvorming en onderzoek 60<br />

6.11 Bedrijfsvoering en planning 64<br />

6.12 Juridische aspecten 64


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

7. Organisatie en financiën 66<br />

7.1 Inleiding 66<br />

7.2 Regelgeving Besluit Begroting Verantwoording (BBV) 66<br />

7.3 Uitgaven 67<br />

7.4 Kostendekking 69<br />

7.5 Opbrengsten 70<br />

7.6 Personele Middelen 71<br />

8. Voorgangsbewaking 73<br />

8.1 Inleiding 73<br />

8.2 Voortgangsbewaking 73<br />

8.3 Jaarprogramma’s 73<br />

Begrippenlijst 75<br />

Afkortingenlijst 78<br />

Afbeeldingen, tabellen en grafieken<br />

Afbeelding 1. Beoogde planstructuur 2<br />

Afbeelding 2. Stelselopbouw 7<br />

Afbeelding 3. Hoofdafstroomgebieden 8<br />

Afbeelding 4. Lozing van en naar buurgemeenten 9<br />

Afbeelding 5. Rioolturbine 63<br />

Afbeelding 6. Cirkel van Deming 73<br />

Tabel1. Rioolprojecten 2006-2010 12<br />

Tabel 2. Rioolrenovatieproductie 2006-2010 14<br />

Tabel 3. Operationele planning aanleg bergbezinkbassins 15<br />

Tabel 4. Bergbezinkbassinsproductie 2006-2010 16<br />

Tabel 5. Uitbreidingsplannen 2006-2010 16<br />

Tabel 6. Productie rioolreiniging en inspectie 2006-2010 18<br />

Tabel 7. Uitgaven rioolreiniging en inspectie 2006-2010 18<br />

Tabel 8. Productie klein onderhoud 2006-2010 19<br />

Tabel 9. Uitgaven klein onderhoud 2006-2010 19<br />

Tabel 10. Uitgaven rioolgemalen en meetvoorzieningen 2006-2010 20<br />

Tabel 11. Uitgaven randvoorzieningen 2006-2010 21<br />

Tabel 12. Uitgaven kolkreiniging 2006-2010 22<br />

Tabel 13. Rioolrechtverhogingen 2006-2010 22<br />

Tabel 14. Ontwikkeling rioolheffing 2006-2010 24<br />

Tabel 15. Overzicht onderzoek en planvorming 2006-2010 24<br />

Tabel 16. Kwaliteitsgegevens rioleringsstelsel 42<br />

Tabel 17. Verdeling rioolvervanging <strong>2011</strong>-2075 44<br />

Tabel 18. Investeringen rioolverbetering <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> 47<br />

Tabel 19. Inventarisatie vijvers 55<br />

Tabel 20. Financiële planning beheer en onderhoud 60<br />

Tabel 21. Uitgaven <strong>2011</strong> en <strong>2015</strong> 68<br />

Tabel 22. Tariefontwikkeling <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> 71<br />

Tabel 23. Indicatie personele inzet (uren) voor een gemeente met > 50.000 inwoners 72


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Grafiek 1. Ontwikkeling rioolheffing vanaf 1991-2010 (0-200 m 3 ) 24<br />

Grafiek 2. Kwaliteitsgegevens rioleringsstelsel 42<br />

Grafiek 3. Uitgaven <strong>2011</strong>-2075 68<br />

Grafiek 4. Boekwaarde 69<br />

Grafiek 5. Achterstand rioolrenovatie 70<br />

Bijlagen<br />

Bijlage A. Overzicht stappen en procedures totstandkoming Beleidsplan Stedelijk Watermanagement<br />

Bijlage B. Notulen overleg waterschap en provincie (volgt na besluit ontwerp <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>)<br />

Bijlage C. Onafhankelijk advies over <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

Bijlage D. Europees, nationaal en Provinciaal water- en rioleringsbeleid<br />

Bijlage E. Overzicht college- en raadsvoorstellen<br />

Bijlage F. Overzichtstekening projecten anders omgaan met regenwater<br />

Bijlage G. Vervangingsleeftijd riolering <strong>Heerlen</strong><br />

Bijlage H. Verdeling rioolvervanging <strong>2011</strong>-2075<br />

Bijlage I. Overzicht gevoelige gebieden grondwaterzorgplicht<br />

Bijlage J. Kostendekkingsplan<br />

Bijlage K. Operationele planning <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

Bijlage L. Colofon


1. Inleiding<br />

Riolering is van levensbelang. Daar staan we niet elke<br />

dag bij stil, maar stelt u het zich eens voor: net als<br />

vroeger uitwerp selen en afvalwater op straat gooien en<br />

gebruik maken van beerputten in de achtertuin?!<br />

Uitslaande epidemieën, stank en water- en bodem ver -<br />

ontreinigingen zijn aan de orde van de dag. Het leven<br />

valt niet te leven!<br />

Riolering in een stad<br />

Hier in Nederland zijn we gelukkig voorzien van een<br />

goede riolering, maar om in die levensbehoefte op de<br />

juiste manier te blijven voorzien is veel (denk)werk nodig.<br />

Om dat in goede banen te leiden is een degelijk en<br />

onderbouwd plan nodig: het Beleidsplan Stedelijk<br />

Watermanagement.<br />

1.1 Aanleiding, achtergrond<br />

Als één van de eerste gemeenten in Nederland besloot<br />

de gemeente <strong>Heerlen</strong> een waterplan op te stellen waarin<br />

de relatie met het oppervlaktewater in de stad (i.c.<br />

Geleenbeek, Caumerbeek, Rode beek, Schrieversheide -<br />

vennen, vijvers en plassen) centraal staat. Voor het<br />

Waterplan <strong>Heerlen</strong> zijn de rioleringsmaatregelen en<br />

maatregelen aan het watersysteem in een breder kader<br />

geplaatst, kritisch bekeken en verder uitge werkt. De<br />

ambitieuze doel stellingen uit het Waterplan <strong>Heerlen</strong><br />

2001-<strong>2015</strong> zijn, met het oog op haalbaarheid, uitvoer -<br />

baarheid en milieurendement, in het GRP 2006-2010<br />

voorlopig bijgesteld.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

1<br />

Met de komst van de “Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Water taken” in<br />

2008, zijn de watertaken voor de gemeente uitgebreid.<br />

Naast het doelmatig beheer en onderhoud van het<br />

riolerings stelsel zijn de zorgplichten voor de ver werking<br />

van overtollig hemelwater en overtollig grondwater<br />

toegevoegd. Daarnaast neemt ook de gemeentelijke<br />

verantwoordelijkheid voor het ver beteren van de water -<br />

kwaliteit als gevolg van de kader richtlijn water toe.<br />

De taakverbreding zorgt voor de noodzaak van het op -<br />

stellen van een integraal plan met alle water aspecten<br />

binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong>. Het beleids plan heeft dan<br />

ook als nieuwe naam ge kregen: “Beleidsplan Stedelijk<br />

Watermanagement”.<br />

Vanuit de Wet Milieubeheer zijn gemeenten wettelijk<br />

verplicht een geldig rioleringsplan te hebben. Het<br />

Beleidsplan Stedelijk Watermanagement (<strong>BSW</strong>) dat voor<br />

u ligt is daar het gevolg van en heeft een loop tijd van<br />

<strong>2011</strong> tot en met <strong>2015</strong>. Het <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> is de opvolger<br />

van het <strong>Gemeente</strong>lijk Rioleringsplan (GRP) 2006-2010.<br />

1.2 Doelstelling, vraagstelling<br />

Hoofddoelstelling van het <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> is invulling<br />

geven aan de gemeentelijke zorgplichten voor afvalwater,<br />

overtollig hemel water en overtollig grondwater. Dit <strong>BSW</strong><br />

geeft inzicht in:<br />

de mate waarin de doelen uit het GRP 2006-2010 zijn<br />

behaald;<br />

belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van beleid<br />

en plannen;<br />

de stand van zaken van de uitvoering;<br />

de nog uit te voeren maatregelen met tijdsplanning;<br />

de gekozen strategie om het resultaat (uitvoeren<br />

maat regelen) te behalen;<br />

middelen en de kostendekking.<br />

De vraagstelling die centraal staat in dit <strong>BSW</strong> is:<br />

Invulling geven aan doelbewust, integraal en gebieds -<br />

gericht beheer van het rioleringsstelsel;<br />

Achterstand rioolrenovatie wegwerken;<br />

Maatregelen verbeteren waterkwaliteit en water -<br />

kwantiteit innovatief uitvoeren.<br />

1.3 Proces<br />

Dit <strong>BSW</strong> is het resultaat van een proces waarin een<br />

aantal stappen zijn doorlopen. De afbeelding in bijlage A<br />

geeft de diverse stappen weer voor de totstand koming<br />

van het <strong>BSW</strong>.


Het ontwerp-<strong>BSW</strong> is opgesteld door een projectgroep met<br />

mede werkers van de afdelingen Beheer en Onderhoud,<br />

Stadsplanning, Administratie & Onderzoek en Strategie<br />

en Control.<br />

Het ontwerp-<strong>BSW</strong> presenteert de benodigde activi teiten<br />

voor de invulling van het riolerings beheer, hemelwater -<br />

beheer, grondwaterbeheer en het water systeem in de<br />

gemeente <strong>Heerlen</strong>. Het ontwerp-<strong>BSW</strong> wordt besproken<br />

en vastgesteld door het college van B&W. Daarnaast<br />

wordt het ontwerp-<strong>BSW</strong> conform de wet ambtelijk be -<br />

sproken met:<br />

financieel ambtenaar hogere overheid (Provincie<br />

Limburg);<br />

de beheerder van de zuiveringtechnische werken<br />

(Waterschapsbedrijf Limburg);<br />

de beheerder van de oppervlaktewateren (Waterschap<br />

Roer en Overmaas).<br />

De notulen van het ambtelijke overleg met bovenge -<br />

noemde instanties worden als bijlage in het definitieve<br />

<strong>BSW</strong> opgeno men (bijlage B). Het ontwerp-<strong>BSW</strong> is ver -<br />

volgens voor besluit vorming voorgelegd aan de<br />

gemeenteraad waarna het <strong>BSW</strong> definitief is vastgesteld.<br />

Burgers hebben geen inspraak bij het totstand komen<br />

van het <strong>BSW</strong>.<br />

Afbeelding 1. Beoogde planstructuur.<br />

Operationeel<br />

aanlegprogramma<br />

Weergave van de geplande aanlegactiviteiten:<br />

nieuwe bebouwing<br />

bestaande bebouwing<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Beleidsplan Stedelijk Watermanagement<br />

Operationeel<br />

onderzoeksprogramma<br />

Weergave van de geplande<br />

onderzoeksactiviteiten:<br />

inventariseren<br />

inspecteren<br />

berekenen (aanleg en beheer)<br />

controleren<br />

meten<br />

2<br />

De definitieve vaststelling van het <strong>BSW</strong> door de raad<br />

wordt via de gangbare gemeentelijke informa tiekanalen<br />

(bijvoorbeeld de stadskrant) naar de bewoners van<br />

<strong>Heerlen</strong> gecommuniceerd.<br />

Een onafhankelijk adviesbureau heeft het <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

gemeente <strong>Heerlen</strong> tegen het licht gehouden. De bevin -<br />

dingen zijn in bijlage C opgenomen.<br />

1.4 Planstructuur<br />

De insteek van het <strong>BSW</strong> is niet meer de benadering van<br />

de problematiek vanuit het riool, maar de centrale<br />

plaatsing van de riolering binnen het vraagstuk van de<br />

algemene kwaliteit van het oppervlaktewater, het grond -<br />

water, de bodem en de openbare ruimte. Het <strong>BSW</strong> heeft<br />

een strategisch en beleids matig karakter, en vormt de<br />

basis voor het bestuur bij besluiten over de aanpak van<br />

aanleg en beheer van het stedelijk watermanagement<br />

binnen de planperiode.<br />

Het <strong>BSW</strong> is een beleidsstuk. Als uitwerking van het beleid<br />

worden door de gemeente jaarlijks operationele pro -<br />

gramma’s voor de aanleg van de riolering, een onderzoeks<br />

programma en een maatregelenprogramma opge -<br />

steld. Het opstellen van de operationele programma’s<br />

vindt in nauw overleg plaats met het opstellen van de<br />

gemeentebegroting.<br />

De beoogde planstructuur is weergegeven in afbeelding 1.<br />

Operationeel<br />

maatregelenprogramma<br />

Weergave van de geplande maatregelen:<br />

onderhoud<br />

reparatie<br />

renovatie<br />

vervanging<br />

verbetering<br />

strategie


1.5 Leeswijzer<br />

In dit <strong>BSW</strong> is een vernieuwde opzet gebruikt die afwijkt<br />

van de gebruikelijke opzet uit de Leidraad Riolering (die<br />

gebaseerd is op doelen, functionele eisen, maatstaven<br />

en meetmethoden). De gekozen opzet gaat uit van de<br />

verschillende werkvelden te weten “in en uitbreiding<br />

riolering”, “rioolrenovatie/-vervanging”, “rioolverbetering”,<br />

“afvalwaterzorgplicht”, “grondwaterzorgplicht”, “hemel -<br />

water zorg plicht”, “verbeteringen watersysteem”, “beheer<br />

en onderhoud”, “planvorming en onderzoek”, “bedrijfs -<br />

voering en planning”, “juridische zaken” en “financieel<br />

beheer”.<br />

In het volgende hoofdstuk (hoofdstuk 2) wordt ingegaan<br />

op de achtergronden van het huidige rioolstelsel in<br />

<strong>Heerlen</strong>. Bespro ken worden onder andere de historie, de<br />

ontwikkelingen in de afgelopen eeuwen, stelseltypen,<br />

rioleringsgebieden en het functioneren van het huidige<br />

stelsel.<br />

De evaluatie van het derde GRP2006-2010 is opgenomen<br />

in hoofdstuk 3. De watervisie in hoofdstuk 4 beschrijft<br />

de gemeentelijke visie op water voor de midden/lange<br />

termijn. Het gemeentelijke water-, omgevings- en<br />

rioleringsbeleid, dat van belang is voor het <strong>BSW</strong>, is<br />

beschreven in hoofdstuk 5. Voor een compleet overzicht<br />

van het Europese, landelijke en provin ciale beleid op<br />

het gebied van hoofdzakelijk water en riolering wordt<br />

verwezen naar bijlage D.<br />

Hoe de situatie er in de gemeente <strong>Heerlen</strong> op dit moment<br />

per werkveld uitziet, de gewenste situatie en wat de<br />

strategie per werkveld is om de gewenste situatie te<br />

bereiken, is in hoofd stuk 6 verwoord.<br />

Hoofdstuk 7 beschrijft de middelen, de benodigde<br />

organisatie en het kostendekkingsplan gebaseerd op de<br />

gekozen strategie. Als afsluiting is in hoofdstuk 8 de<br />

voortgangsbewaking van het <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> opgenomen.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

3


2. Achtergrondinformatie<br />

2.1 Inleiding<br />

Om de lezer aan de hand mee te nemen en eigen te<br />

maken met de situatie in <strong>Heerlen</strong> zijn in dit hoofdstuk<br />

de historie en ontwikkelingen in de loop der jaren<br />

uitvoerig beschreven. Daarnaast is globaal het func -<br />

tioneren, de opbouw en samen stelling van het stelsel<br />

weergegeven.<br />

2.2 Kengetallen<br />

De kengetallen van ons rioleringsstelsel zijn per 1 januari<br />

<strong>2011</strong>:<br />

492.963 meter totale lengte hoofdriool hiervan is 489.294<br />

meter vrijvervalriool;<br />

13.938 rioleringsputten;<br />

23.512 kolken;<br />

165 lijngoten;<br />

68 pompen verdeeld over 54 gemalen;<br />

7 regenmeters;<br />

30 overstorttellers;<br />

8 individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater<br />

(IBA);<br />

12 bergbezinkbassins met hierin in totaal 37 spoel -<br />

pompen en 18 spoelkleppen;<br />

2 bergbezinkbassins die beheerd en onderhouden<br />

worden door anderen (Waterschapsbedrijf Limburg en<br />

gemeente Schinnen) waarbij wij bijdragen in de kosten<br />

voor het opvang van ons water;<br />

48.300 huisaansluitingen;<br />

38 overstorten;<br />

1.132 ha verhard oppervlak;<br />

4.500 ha gemeentelijk oppervlak;<br />

1 monstername installatie;<br />

1 rioolturbine.<br />

2.3 Historie<br />

Romeinse tijd (200 voor~500 na Chr.)<br />

In de Romeinse tijd legde men rond de Thermen<br />

(Romeins badhuis) aan- en afvoerkanalen aan waarmee<br />

schoon water van de Caumerbron naar de Thermen<br />

werd geleid en het vuile water met de fecaliën van de<br />

toiletten naar de Geleenbeek ter hoogte van de<br />

Valkenburgerweg werd afgevoerd. De urine ving men in<br />

kruiken op als grondstof voor de wasserij en de leer -<br />

looierij. De afvoerkanaaltjes zijn de eerste vorm van<br />

riolering in <strong>Heerlen</strong>. Bij het verval van de Romeinse<br />

beschaving is een groot deel van de kennis over de<br />

omgang met afvalwater verloren gegaan.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

4<br />

Afvoerkanalen uit Romeinse tijd


Middeleeuwen-negentiende eeuw (600~1900 na Chr.)<br />

In de middeleeuwen gooide men in steden de uitwerp se -<br />

len en het afvalwater op straat waar in het beste geval<br />

een verdiepte goot was aangebracht. Later over dekte men<br />

deze goten zo nu en dan en werd er van beer putten<br />

gebruik gemaakt. In de negentiende eeuw, waarin <strong>Heerlen</strong><br />

een agrarisch dorp met een centrum functie was, ver -<br />

werkte men het afval met beerputten tot mest.<br />

Opkomst van de mijnen begin twintigste eeuw<br />

Door de opkomst van de mijnindustrie en de bijbeho -<br />

rende trek van mensen uit de omgeving naar <strong>Heerlen</strong><br />

om in de mijnen te werken, is voor Nederlandse<br />

begrippen in deze omgeving vroeg begonnen met de<br />

aanleg van riolering. Van 1900 tot 1930 groeide de<br />

bevolking explosief van een kleine zevenduizend naar<br />

ruim tweeëndertigduizend inwoners.<br />

De mijnen bouwden complete wijken inclusief de be -<br />

nodigde infrastructuur waaronder riolering om hun<br />

mijnwerkers te huisvesten. De allereerste wijken die<br />

voor 1915 zijn gebouwd, waren niet voorzien van<br />

riolering maar werden kort daarna gerioleerd. De riole -<br />

ring zorgde ervoor dat het gemengde riool water vanuit<br />

de bebouwde omgeving naar de dichtst bijzijnde beek<br />

werd gebracht waar het ongezuiverd geloosd werd.<br />

Hiermee werd voorzien in een geschikte afwatering die<br />

van levensbelang was en nog steeds is om het ontstaan<br />

van epidemieën te voorkómen. Een aantal van de<br />

oudste riolen in <strong>Heerlen</strong> van rond 1920 is op dit moment<br />

nog in gebruik in delen van de wijken Eikenderveld,<br />

Meezenbroek, Bekkerveld en Heksenberg. Ook verspreid<br />

over de gemeente liggen nog verschillende riolen uit<br />

deze tijd. In totaal ligt in <strong>Heerlen</strong> nog 9,5 km riool, dat is<br />

aangelegd tussen 1918 en 1929. Het meren deel van deze<br />

riolen zijn aan vervanging of renovatie toe. Op een<br />

aantal plaatsen is de riolering uit die tijd gerenoveerd<br />

(Versiliënbosch en Molenberg).<br />

<strong>Gemeente</strong>lijke herindeling jaren tachtig<br />

Begin jaren tachtig vond een gemeentelijke herindeling<br />

plaats waarbij grofweg de vroegere gemeenten Hoens -<br />

broek en <strong>Heerlen</strong> zijn samengevoegd. In de praktijk<br />

bleek, dat binnen de nieuwe gemeente <strong>Heerlen</strong> vooral in<br />

Hoensbroek relatief veel plaatsen met een verhoogd<br />

risico op “water op straat” aanwezig waren. Dit had een<br />

aantal verruimingen van de hoofdafvoerroutes in<br />

Hoensbroek tot gevolg, ondanks dat het om leidingen<br />

ging die in goede staat verkeerden. Ook in (het vroegere)<br />

<strong>Heerlen</strong> kwamen kwantiteitsproblemen voor, maar hier<br />

ging het meestal om oudere leidingen.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

5<br />

2.4 Ontwikkelingen<br />

Riolering in geaccidenteerd terrein.<br />

Tot eind jaren zestig waren landelijk binnen de riool -<br />

techniek weinig innovaties te zien. In <strong>Heerlen</strong> waren<br />

specifieke ontwikkelingen zichtbaar voor de aanleg van<br />

riolering in het heuvelachtige gebied:<br />

1. Periode 1920~1960:<br />

Riolering meeleggen met de weghelling. De helling van<br />

de weg bepaalt hiermee de helling van het riool. Dit gaf<br />

bij zeer heftige regenbuien regelmatig problemen op<br />

plaatsen waar de helling van steil naar vlak overging,<br />

doordat het riool in het steile gedeelte een overcapa -<br />

citeit heeft ten opzichte van het vlakke deel.<br />

2. Periode 1960~1970:<br />

Riolering op gelijke helling leggen = gelijk verval waarbij<br />

de buisdiameter aangepast is aan de benodigde capaciteit.<br />

3. 1970~Huidige situatie:<br />

De leghelling aanpassen (afhankelijk van de buisdiameter)<br />

aan een minimaal gewenste stroomsnelheid onder vuil -<br />

water om standigheden. Doel is vervuiling van de riole ring<br />

te voorkómen. Het resultaat van dit voor Nederland<br />

unieke uitgangspunt is dat er weinig tot geen vuil in de<br />

riolering bezinkt, wat een positief effect heeft op de<br />

uitstoot van vuil tijdens overstorten op de beken en<br />

minder onderhoud vraagt.<br />

Introductie gescheiden stelsels<br />

Het industrieterrein De Beitel is het eerste industrie -<br />

terrein, dat in de jaren zestig met een gescheiden<br />

stelsel is aangelegd. Op deze manier wordt zonder<br />

stankoverlast regenwater gebufferd en wordt voorkómen<br />

dat het bestaande rioolstelsel en de Eyserbeek overbelast<br />

raken. Ook de later aangelegde industrie-en handels -<br />

terreinen zijn met gescheiden stelsels uitgevoerd. Eén<br />

van de redenen om deze terreinen met een gescheiden<br />

stelsel aan te leggen, is dat de risico’s op verkeerde<br />

aanslui tingen klein en goed controleerbaar zijn. In be -<br />

staande woon wijken begon men eind jaren negentig met<br />

de ombouw van (delen van) gemengde naar gescheiden<br />

stelsels. Voor beelden zijn de Schaesbergerweg, Ganze -<br />

weide, Geleenstraat/ Valkenburgerweg en Weltertuijn straat.<br />

De eerste nieuwe woon wijk waar een gescheiden stelsel<br />

is aangelegd, is Kaldenborn in 1999. Sinds de invoering<br />

van de Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Water taken in 2008 is de<br />

aanleg van gescheiden riolering in nieuwbouwplannen<br />

verplicht.


Eerste golf milieumaatregelen jaren zeventig<br />

Eind jaren zestig/begin jaren zeventig zijn twee zuive -<br />

ringsinstallaties gebouwd waarmee een groot deel van<br />

de (organische en anorganische) vervuiling uit het<br />

afvalwater wordt verwijderd. Vervolgens zijn langs de<br />

beken stamriolen aangelegd, zodat niet langer al het<br />

vuile water in de beken geloosd werd, maar “slechts”<br />

het overstortwater tijdens regen buien. Het algemene<br />

uitgangspunt in deze periode was de stank en water -<br />

overlast zoveel mogelijk te verminderen. Dit gaf men<br />

vorm door open beken recht te trekken en in de tegels<br />

te leggen voor een snelle en zekere afvoer. Daarnaast<br />

werd een groot stuk van de Caumerbeek en Loopgraaf<br />

overkluisd waar mee het schone beekwater met het vuile<br />

rioolwater wordt gemengd en afgevoerd naar de<br />

zuivering.<br />

Rioleringsplannen<br />

Eind jaren tachtig is het gemeentelijke riolering vast -<br />

gelegd in het Basis Rioleringsplan (BRP) en later in de<br />

wettelijk verplichte GRP’s. In 1996 is door de gemeente<br />

<strong>Heerlen</strong> het eerste GRP (1996–1998) opgesteld. Met de<br />

GRP’s is meer en een beter inzicht verkregen in de kwa -<br />

liteit en het functioneren van het rioolstelsel en de<br />

benodigde kosten om het rioolstelsel op acceptabele<br />

wijze op peil te houden.<br />

Rioolrenovaties<br />

In de jaren negentig lag in de gemeente <strong>Heerlen</strong> het<br />

zwaarte punt van de rioolrenovaties op het verbeteren<br />

van het functioneren (wateroverlast) van het rioolstelsel<br />

waarbij de restlevensduur een belangrijke rol speelde. In<br />

de laatste tien jaar ligt het accent voor rioolrenovatie<br />

nagenoeg volledig op de kwaliteit van de leiding.<br />

Leidraad Riolering<br />

Begin jaren negentig is de Leidraad Riolering opgesteld<br />

door de Stichting Rioned waarin alle bij het riolerings -<br />

beheer betrokken overheidsinstanties zijn vertegen -<br />

woordigd. De Leidraad Riolering is opgebouwd uit modules<br />

die een specifiek rioleringsonder werp behandelen.<br />

Afhankelijk van toenemende technische kennis en/of<br />

gewijzigd overheidsbeleid zijn de modules bij gewerkt<br />

en/of uitgebreid. Elke module wordt door de minister<br />

van VROM vastgesteld. De op deze wijze opgestelde<br />

Leidraad Riolering heeft geen wettelijke status, maar is<br />

door de wijze van totstandkoming geen vrijblijvend<br />

document.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

6<br />

Om de nieuwe waterwet te volgen is het aan te raden de<br />

planvorming, uit gangspunten en beheer en onderhoud<br />

in de geest van de Leidraad Riolering te kiezen.<br />

Tweede golf milieumaatregelen eind jaren negentig/begin<br />

éénentwintigste eeuw<br />

In loop der tijd groeide het inzicht dat het milieu beter<br />

be schermd moest worden. Daarnaast ontstonden er<br />

door klimaatsveranderingen meer problemen om de<br />

afvoerpieken van grote rivieren en de daarbij behorende<br />

overlast de baas te blijven. Hierbij speelde de sterke<br />

toename van het verhard oppervlak in de jaren negentig<br />

een belangrijke rol. Het beleid richtte zich op het<br />

verbeteren van de kwaliteit van het opper vlaktewater,<br />

het ter plaatse gebruiken van het regenwater en het<br />

vertragen van de afvoer. In het (landelijke) overheids -<br />

beleid werden technisch onderbouwde randvoorwaarden<br />

ontwikkeld met als doel de kwaliteit van het opper -<br />

vlakte water te verbe teren en beschermen, en de<br />

piek afvoeren van het totale watersysteem te beperken.<br />

De verscherping van de rand voorwaarden voor de<br />

ecologie en de waterkwaliteit gaat de komende jaren<br />

verder met de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) als<br />

aanjager. Eén van de consequenties is dat het schei den<br />

van schoon regenwater en het afvalwater een zeer hoge<br />

prioriteit heeft. Om de kwaliteit van het oppervlakte -<br />

water te verbeteren zijn vele maatregelen mogelijk,<br />

maar vooralsnog ligt het zwaartepunt voor de bestaande<br />

riolering op het aan leggen van BBB’s om de uitstoot van<br />

vuil rioolwater naar het oppervlaktewater te verminde -<br />

ren. Tijdens rioolrenovaties wordt naar duurzame<br />

oplossingen gezocht.<br />

Klimaatontwikkeling<br />

De toekomstige klimaatsenario’s van de KNMI geven aan<br />

dat in de toekomst vaker extreme neerslaggebeurtenissen<br />

te ver wachten zijn. Het is ondoenlijk om deze neerslag -<br />

hoeveelheden via bestaande ondergrondse infra (riolen)<br />

afdoende te ver werken. Inspelen op de klimaatverande -<br />

ring door gebruik te maken van een robuust ontwerp en<br />

gerealiseerde boven grondse infrastructuur is een ver -<br />

eiste. Ook het afkoppelen van verhard oppervlak zorgt<br />

voor de nodige extra capaciteit en wordt dan ook gezien<br />

als een no regret maatregel.<br />

Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken<br />

In de wet gemeentelijke watertaken (van kracht sinds<br />

1-1-2008) zijn de zorgplichten van de gemeente<br />

gewijzigd en uitgebreid.


De zorgplicht voor het afvalwater is gewijzigd en uitge -<br />

breid met de zorgplicht om het stedelijk afvalwater ook<br />

kleinschalig lokaal te (laten) zuiveren als transport naar<br />

een zuiverings installatie niet doelmatig is.<br />

De zorgplicht voor de inzameling, transport en ver -<br />

werking van overtollig hemelwater is toegevoegd,<br />

voorheen viel het hemelwater alleen onder de riole -<br />

ringszorgplicht indien het binnen de definitie van<br />

afvalwater viel. In de hemelwaterzorgplicht is voor<br />

burgers tevens een plicht opgenomen om fysieke<br />

maatregelen te nemen op eigen perceel m.b.t. het op<br />

eigen perceel verwerken van hemelwater.<br />

Ook is er een nieuwe gemeentelijke grondwaterzorg -<br />

plicht voor het nemen van maatregelen op openbaar<br />

gebied voor het voorkomen van structureel nadelige<br />

gevolgen van de grondwaterstand.<br />

2.5 Stelseltypen<br />

Het afwateringssysteem van <strong>Heerlen</strong> voert afvalwater<br />

van huishoudens en bedrijven samen met het regen -<br />

water van de verhardingen (bijvoorbeeld daken, wegen,<br />

parkeerplaatsen) en een deel van het (steile) onverharde<br />

gebied af naar de zuive ring en/of het oppervlaktewater.<br />

De afwatering via de riolering vindt op verschillende<br />

manieren plaats. Het gaat hierbij om de volgende<br />

systemen:<br />

1. het gemengde stelsel;<br />

2. het verbeterd gemengd stelsel;<br />

3. het gescheiden stelsel of;<br />

4. het verbeterd gescheiden stelsel;<br />

5. overige leidingen.<br />

Afbeelding 2. Stelselopbouw<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

7<br />

Ad 1. Het gemengde stelsel<br />

In het gemengde stelsel worden het vuile water van<br />

huis houdens en bedrijven en het regenwater afkomstig<br />

van wegen en daken, gezamenlijk in één buis afgevoerd<br />

naar de zuive ring. Doordat de zuivering niet de capaciteit<br />

heeft om de aangevoerde hoeveelheid gemengd afval -<br />

water tijdens regenval te verwerken, en om wateroverlast<br />

te voorkómen, heeft het gemengde stelsel altijd een<br />

aantal openingen (overstortputten) naar het opper -<br />

vlaktewater waar met regenwater verdund afvalwater<br />

direct in het oppervlaktewater terechtkomt. In <strong>Heerlen</strong><br />

liggen de over storten bij de (zijtakken van de)<br />

Geleenbeek, Caumerbeek.<br />

Gemengd riool met overstort naar oppervlaktewater, vuilwater en regenwater<br />

wordt afgevoerd door dezelfde buis<br />

Ad 2. Het verbeterd gemengde stelsel<br />

Het verbeterd gemengde stelsel is voorzien van berging<br />

en/of een voorziening waarmee de vuilemissie naar het<br />

oppervlakte water wordt verkleind. Voorzieningen zijn<br />

meestal berg bezink bassins (BBB’s) die een dubbelfunctie<br />

hebben:<br />

1. allereerst wordt een hoeveelheid berging aangelegd<br />

waar door de frequentie en hoeveelheid van over -<br />

stortend rioolwater op het oppervlaktewater<br />

verminderen;<br />

2. ten tweede wordt de bergingsvoorziening zodanig<br />

gemaakt dat de zwevende vuildeeltjes in het water<br />

naar de bodem zinken en op die manier niet met het<br />

overstortwater in het oppervlaktewater terechtkomen<br />

waardoor de vuiluitworp vermindert. Het gaat<br />

letterlijk om “end of pipe” maatregelen die alleen<br />

toegepast worden bij bestaande gemengde stelsels<br />

om de wettelijk vastgestelde vuiluitworpreductie te<br />

halen.


Ad 3. Het gescheiden stelsel<br />

Bij het gescheiden stelsel worden het afvalwater en het<br />

regen water door aparte leidingen afgevoerd, waarbij het<br />

vuile water naar de zuivering gaat en het regenwater in<br />

oppervlaktewater wordt geloosd. De regenwaterbuis bestaat<br />

uit een dichte leiding, maar als de ondergrond geschikt<br />

is en het verhard oppervlak schoon genoeg kan<br />

de regenwaterbuis uitgevoerd worden als infiltratietransportbuis<br />

waarbij het regenwater in de bodem infiltreert.<br />

Op die manier wordt het grondwater aangevuld en daarmee<br />

onder andere de verdroging bestreden. Het “regenwaterriool”<br />

wordt een enkele keer als greppel met een<br />

transport- en infiltratiefunctie uitgevoerd. Verder komt<br />

het voor dat het regenwater in een infiltratiebuffer<br />

wordt opge vangen, voordat het overtollige regenwater<br />

op het opper vlakte water wordt geloosd.<br />

Gescheiden riool, vuilwater en regenwater wordt afgevoerd door verschillende<br />

buizen<br />

Ad 4. Het verbeterd gescheiden stelsel<br />

Het verbeterd gescheiden stelsel wordt toegepast als het<br />

regenwater door vervuiling op het verharde oppervlak<br />

(bijvoorbeeld drukke wegen en bedrijfsterreinen), (te)<br />

ver ontreinigd is. Het gescheiden stelsel is uitgebreid met<br />

een kleine berging en een doorvoerverbinding met het<br />

vuilwater riool waardoor het eerste deel (“first flush”)<br />

van de regenbui met het meeste vuil naar de zuivering<br />

gaat. Het nadeel van dit stelsel is dat zeventig procent<br />

van het regenwater naar de zuivering gaat en niet ten<br />

goede komt aan bijvoorbeeld de aanvulling van het grond -<br />

water. Om dit nadeel op te heffen wordt gebruik gemaakt<br />

van een buffer met bodempassage die als een filter<br />

werkt waar de vervuiling in achterblijft (A79/Welterlaan,<br />

Weltertuijnstraat, Schelsberg/Scheldestraat, Terhoeven -<br />

derweg, Stadionbaan, Zandweg).<br />

Ad 5. Overige leidingen<br />

Het onderdeel overige leidingen betreft de niet te kwan -<br />

tifi ceren leidingen zoals persleidingen, overstort leidingen<br />

en bergbezinkbassins.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

8<br />

2.6 Toestand en functioneren huidig stelsel<br />

Het rioleringsstelsel van <strong>Heerlen</strong> is onder te verdelen in<br />

twee hoofdafstroomgebieden weergegeven in afbeelding 3:<br />

1. het gebied gelegen in het Geleenbeekdal dat afwatert<br />

naar de zuivering van <strong>Heerlen</strong> en<br />

2. het gebied gelegen in het Caumerbeekdal dat afwa tert<br />

naar de zuivering van Hoensbroek.<br />

Afbeelding 3. Hoofdafstroomgebieden<br />

Het stelsel van de twee gebieden ligt in een sterk<br />

hellend gebied waarbij het stelsel afloopt richting de<br />

Geleenbeek en Caumerbeek. Langs de Geleenbeek ligt<br />

een hoofdtransport leiding die uitkomt in de zuivering<br />

van <strong>Heerlen</strong>. Langs de Caumerbeek ligt tot aan de<br />

Meezenbroekerweg een hoofd transportleiding; na de<br />

Meezenbroekerweg stroomt zowel het rioolwater als het<br />

beekwater in één buis via de overkluisde Caumerbeek<br />

(die bij WRO in eigendom en beheer is) naar de zuive -<br />

ring van Hoensbroek.<br />

Relatie met buurgemeenten<br />

Het rioleringsstelsel van <strong>Heerlen</strong> is op diverse plaatsen<br />

ver bonden met stelsels van de buurgemeenten (zie<br />

afbeelding 4). Het afvalwater en hemelwater van<br />

industrieterrein Locht in Kerkrade stroomt af richting het<br />

rioleringsstelsel van De Beitel en Heerlerbaan.


Een gedeelte van de Euregioweg van <strong>Heerlen</strong> watert af<br />

naar de gemeente Landgraaf. De wijk Treebeek van<br />

gemeente Brunssum stroomt naar het industrieterrein<br />

Emma van gemeente <strong>Heerlen</strong>. Het afvalwater en hemel -<br />

water van een gedeelte van Mariarade stroomt via de<br />

Allee naar gemeente Schinnen.<br />

Afbeelding 4. Lozing van en naar buurgemeenten<br />

Toestand riool<br />

Voor het preventieve beheer worden de riolen in <strong>Heerlen</strong><br />

met camera-inspecties van binnenuit geïnspecteerd.<br />

Door het ad hoc uitvoeren van noodreparaties, het jaar -<br />

lijks relinen en repareren van verschillende riolen, en de<br />

jaarlijkse riool vervangingen wordt het rioleringsstelsel<br />

kwalitatief op peil gehouden en/of verbeterd. Het huidige<br />

rioleringsstelsel functioneert goed, maar er zit een adder<br />

onder het wegdek. Gelet op de landelijke tendens van<br />

het hebben van een achterstand in rioolvervangingen,<br />

waarvan ook binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong> sprake is,<br />

vraagt vooral de inhaalslag van het verbeteren van de<br />

kwaliteit van het aanwezige riolerings stelsel veel tijd,<br />

geld en menskracht.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

9<br />

Rioolinspectie, zware aantasting van de buiswand, sterke vermindering van de<br />

draagkracht, dit riool is 58 jaar oud<br />

Inzameling en transport<br />

Om aan de wettelijke taak van het inzamelen en<br />

transporteren van al het binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong><br />

geproduceerde afval water te voldoen, ligt in het verste -<br />

delijkte gebied een uitgebreid vrijverval rioleringsstelsel<br />

waarbij voor het transport gebruik wordt gemaakt van<br />

de zwaartekracht. Als het water niet onder vrijverval kan<br />

worden afgevoerd, zijn gemalen geplaatst. In totaal ligt<br />

in de gemeente <strong>Heerlen</strong> ruim 492 kilometer riolering<br />

waarvan 79 procent (verbeterd) gemengd en 21 procent<br />

(ver beterd) gescheiden is. Om het afvalwater van<br />

woningen in het buitengebied in te zamelen en te<br />

transporteren, en hiermee aan de eis van het aansluiten<br />

van niet-aangesloten panden te voldoen, zijn in 2004 en<br />

2005 diverse woningen voorzien van drukriolering of een<br />

IBA. Bij het aansluiten van de panden is ingespeeld op<br />

het afkoppelen van regenwater, zodat enkel het vuil -<br />

water hoeft te worden getransporteerd of gezuiverd.<br />

De inzamel- en transportfunctie van het rioleringsstelsel<br />

worden gegarandeerd door het uitvoeren van reparaties,<br />

het reinigen en inspecteren van het rioleringsstelsel, het<br />

repareren van storingen aan gemalen en het periodiek<br />

inspecteren van alle gemalen. Grofweg genomen bestaan<br />

er geen grote proble men meer als het gaat over het<br />

hydraulisch functioneren van de riolering. De afgelopen<br />

jaren zijn voor verschillende water overlast(gevoelige)<br />

locaties (onder andere Staringstraat/Jan Campertstraat,<br />

Holleweg/Maandagstraat, Edisonflat, Verlengde Klinkert -<br />

straat en Klompstraat) maatregelen uitgevoerd waar door<br />

het rioleringssysteem voldoet aan het gewenste veilig -<br />

heidsniveau.


Overstorten<br />

Overstorten lozen regelmatig verdund rioolwater op de<br />

nabij gelegen beken, wat leidt tot een ecologisch arme<br />

beek. Voor omwonenden en recreanten is een dergelijke<br />

beek onaantrek kelijk door de stank en troep die achter -<br />

blijft. Om de kwaliteit van het rioolwater dat overstort te<br />

verbeteren en de frequentie te verlagen wordt achter<br />

een overstort een vuiluitworpreduce rende voorziening<br />

(bijvoorbeeld bergbezinkbassin (BBB)) aan gelegd waar mee<br />

aan de landelijke eisen voor de vuiluitworp wordt vol -<br />

daan. De gemeente <strong>Heerlen</strong> heeft tot en met 2010<br />

veertien BBB’s aangelegd met een totale berging van<br />

circa 45.000 m 3 . Om in <strong>2015</strong> aan de vuiluitworpeisen te<br />

voldoen wordt onder andere nog een tweetal BBB’s<br />

aangelegd, buffer RWZI <strong>Heerlen</strong> omgebouwd en ver -<br />

schillende transportriolen aan gelegd. In de huidige<br />

situatie voldoet het stelsel van <strong>Heerlen</strong> niet aan de<br />

waterkwaliteitsdoelstellingen.<br />

Oude overstort Schelsberg<br />

Afkoppelplannen regenwater<br />

In de gemeente <strong>Heerlen</strong> zijn de afgelopen jaren ver -<br />

schillende afkoppelprojecten gerealiseerd. Voor de<br />

afvoer van regenwater zijn bij diverse rioolrenovaties<br />

regenwater- of infiltratieriolen aangelegd. Tot op heden<br />

is in <strong>Heerlen</strong> ca. 20 miljoen geïnves teerd in het duurzaam<br />

omgaan met hemelwater in ca. 42 rioolrenovatiepro -<br />

jecten en 36 uitbreidingsprojecten. In totaal is hierdoor<br />

77 ha verhard oppervlak (120 voetbalvelden) losge -<br />

koppeld van de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Het<br />

hemelwater wat op deze oppervlakken valt wordt nu<br />

geïnfil treerd, vastgehouden en vertraagt afgevoerd naar de<br />

beken.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

10<br />

Anders omgaan met water, afgekoppelde regenpijp door de tuin<br />

Bij het bepalen van de dimensies van de nog aan te<br />

leggen BBB’s wordt per rioleringsgebied een afkoppelplan<br />

opgesteld. In het afkoppelplan wordt geprobeerd zo veel<br />

mogelijk kosten neutraal verhard oppervlak af te koppe len,<br />

zodat de aan te leggen BBB’s optimaal zijn gedimen sio -<br />

neerd. Door genoemde werkwijze wordt het rioleringssysteem<br />

minder belast met “schoon” regen water en<br />

wordt invulling gegeven aan duur zaam water beheer.


3. Evaluatie GRP 2006-2010<br />

3.1 Inleiding<br />

Aanleiding, achtergrond<br />

Binnen de gemeente gebeurt ondergronds veel meer dan<br />

menigeen bekend is. Om inzicht te krijgen in onder<br />

andere het gedrag, stand van zaken, de kwaliteit en de<br />

kosten van het gemeentelijk rioolstelsel wordt een<br />

Beleidsplan Stedelijk Watermanagement (<strong>BSW</strong>) opgesteld.<br />

Het derde GRP 2006-2010 is via integrale samenwerking<br />

tussen de afdelingen Beheer & Onderhoud, Stadsinfra en<br />

Administratie & Onderzoek tot stand gekomen. Dit GRP<br />

beschrijft onder andere helder en duidelijk de opgaven<br />

per werkveld tot en met 2010. Het nieuwe Beleidsplan<br />

Stedelijk Watermanagement, met een looptijd van <strong>2011</strong><br />

tot en met <strong>2015</strong>, wordt medio <strong>2011</strong> bestuurlijk vastge -<br />

steld. Een belangrijk onderdeel is de evaluatie van het<br />

derde GRP 2006-2010 die hier beschreven staat.<br />

Doelstelling, vraagstelling<br />

Doelstelling van de evaluatie van het GRP2006-2010 is<br />

het verkrijgen van informatie over:<br />

bestuurlijke beslissingen;<br />

wat wilden we bereiken, wat is nu bereikt en wat<br />

heeft het gekost;<br />

tariefontwikkeling rioolheffing;<br />

de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van<br />

beleid, plannen en bedrijfsvoering.<br />

De vraag die centraal staat in de evaluatie is:<br />

Zijn de gestelde doelen binnen het geplande budget<br />

gehaald en sorteren de maatregelen het effect?<br />

Op de vraag “hoe wordt de afstand overbrugd tussen de<br />

huidige situatie en de gewenste situatie” (strategie),<br />

wordt uitgebreid ingegaan in hoofdstuk 6 van het <strong>BSW</strong><br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>.<br />

Leeswijzer<br />

In § 3.2 staat een overzicht van bestuurlijke beslissingen.<br />

Verder zijn in § 3.3 in tabelvorm over zichten gegeven<br />

van de uitgevoerde rioolrenovatiepro- jecten en in § 3.4<br />

een overzicht van uitgevoerde en geplande bergbezink -<br />

bassins. Een overzicht van de uitbreidingen van het<br />

rioleringsstelsel staat in § 3.5. In § 3.6 staat een over -<br />

zicht van de opgestelde artikelen in de stadskrant,<br />

waarmee de burgers van <strong>Heerlen</strong> zijn geïnformeerd.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

11<br />

Het uitgevoerde beheer en onderhoud aan ons riole -<br />

ringsstelsel staat omschreven in § 3.7. De financiële<br />

ontwikkelingen van de afgelopen jaren staat in § 3.8.<br />

Ontwikkelingen op het gebied van planvorming,<br />

bedrijfsvoering en onderzoek zijn opgenomen in § 3.9.<br />

De evaluatie van het GRP2006-2010 wordt in § 3.10<br />

afgesloten met de conclusies.<br />

3.2 Bestuurlijke beslissingen<br />

Het College is tijdens de periode van het GRP 2006-2010<br />

actief betrokken bij beleidsontwikkelingen en de opera -<br />

tionele uitvoering van het GRP. Daar waar van belang is<br />

het College via informatiebrieven geïnformeerd en heeft<br />

het College over voorstellen een besluit genomen. Onder -<br />

staand volgt een overzicht van in het College behandelde<br />

onderwerpen, in bijlage E zijn de voorstellen kort toege -<br />

licht.<br />

Collegevoorstellen:<br />

Collegevoorstel b&w “Ondertekening startdocument<br />

Optimalisatie Afvalwatersysteem (OAS) <strong>Heerlen</strong>”<br />

(OW/2005/26567, d.d. 15-12-2005).<br />

Collegevoorstel b&w “Water(bodem)kwaliteitsonder -<br />

zoek 14 stadswateren <strong>Heerlen</strong>” (2006/3276, d.d.<br />

08-02-2006).<br />

Collegevoorstel b&w “Beantwoording brief SP-fractie<br />

over overlast door waterzuiveringsinstallatie Terworm”<br />

(2006/15294, d.d. 05-07-2006)<br />

Informatiebrief b&w “Brief VNG: <strong>Gemeente</strong>lijke rol bij<br />

aanpak waterproblemen d.d. 3 mei2007” (2007/19050,<br />

d.d. 5-7-2007).<br />

Informatiebrief b&w “Tariefverlaging van rioolheffing<br />

voor 2009 en 2010“ (2008/17544, d.d. 19-6-2008).<br />

Collegevoorstel b&w “Amoveren<br />

rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) <strong>Heerlen</strong>”<br />

(2008/25207, d.d. 17-9-2008).<br />

Collegevoorstel b&w “Subsidieaanvraag Shared Space<br />

Crossing the Border” (2008/28254, d.d. 21-10-2008).<br />

Collegevoorstel b&w “Ondertekening startdocument<br />

Optimalisatie Afvalwatersysteem (OAS) Hoensbroek”<br />

(2008/29615, d.d. 03-11-2008).<br />

Collegevoorstel b&w “Samenwerkingsovereenkomst<br />

Caumerbeek zichtbaar natuurlijk” (2009/19716, d.d.<br />

8-6-2009).<br />

Collegevoorstel b&w “Maatregelen verontreinigd<br />

oppervlaktewater” (2009/24072, d.d. 13-7-2009).<br />

Collegevoorstel b&w “Stimuleringsregeling<br />

afkoppelen” (2010/2505, d.d. 19-1-2010).


Collegevoorstel b&w “Intentieovereenkomst Caumer -<br />

beek zichtbaar natuurlijk” (2010/5017, d.d. 2-2-2010).<br />

Naast het College is ook de raad diverse malen geïnfor -<br />

meerd via informatiebrieven en heeft de raad over<br />

voorstellen een besluit genomen. Onderstaand volgt een<br />

overzicht van in de Raad behandelde onderwerpen, in<br />

bijlage E zijn de voorstellen kort toegelicht.<br />

Raadsvoorstellen:<br />

Raadsinformatiebrief “Inventarisatie gemeentelijk<br />

waterbeheer inclusief actieplan” (2006/5590, d.d.<br />

10-03-2006).<br />

Raadsvoorstel “Toevoegen van bijlage B aan het<br />

<strong>Gemeente</strong>lijk RioleringsPlan 2006-2010” (2006/22241,<br />

d.d. 4-12-2006).<br />

Raadsinformatiebrief “Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken”<br />

(2007/34169, d.d. 19-12-2007).<br />

Raadsinformatiebrief “Voorlopige maatregelen Kader -<br />

richtlijn Water (KRW)” (2008/5570, d.d. 26-2-2008).<br />

Raadsvoorstel “Het vaststellen van de verordening<br />

Rioolheffing 2009 en het nemen van de daarmee sa -<br />

menhangende besluiten” (2008/22950, d.d. 4-11-2008).<br />

Raadsvoorstel “Het verlagen van de tarieven riool -<br />

heffing 2009-2010” (2008/23886, d.d. 4-11-2008).<br />

Raadsinformatiebrief “Waterkrachtenergie uit riool”<br />

(2009/2359, d.d. 26-01-2009).<br />

Raadsvoorstel “Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk”<br />

(2010/4927, d.d. 2-2-2010).<br />

Raadsinformatiebrief “Aanvullende subsidie project<br />

Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk” (2010/35580, d.d.<br />

22-7-2010).<br />

Tabel 1. Rioolprojecten 2006-2010<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Project Project Meters- Meters Toelichting<br />

gereed riool- renovatie/<br />

aanleg vervangen<br />

12<br />

3.3 Operationele planning rioolrenovaties<br />

Wat wilden we?<br />

In het <strong>Gemeente</strong>lijk Rioleringsplan 2006-2010 zijn de<br />

vervangingskosten met sleufherstel van het bestaande<br />

rioleringsstelsel over zeventig jaar, aan de hand van<br />

eenheidsprijzen van een onafhankelijk bureau, bere -<br />

kend. Gemiddeld moest bij een standaard levensduur<br />

van de riolering van zeventig jaar in <strong>Heerlen</strong> ca. 6,5 kilo -<br />

meter bestaand riool per jaar aangepakt worden. Voor<br />

deze aanpak is uitgaande van een vervangings waarde<br />

aan riolering in de grond van 369,5 miljoen. Jaarlijks is<br />

dan een bedrag nodig van 5,28 miljoen. Uitgaande van<br />

de aanwezigheid van 456 km riool kost het vervangen<br />

van één meter riool gemiddeld ca. 810.<br />

Wat hebben we gedaan?<br />

In tabel 1 staan alle rioolprojecten die in het afgelopen<br />

GRP periode 2006-2010 zijn uitgevoerd.<br />

Ook in een sneeuwstorm gaat het werk gewoon door.<br />

Gemaal Rennemigerveldweg 2006 0 0 Vervangen pomp<br />

Gemaal Beersdal 2006 0 0 Vervangen pomp<br />

Gemaal Kaldeborn (mech.) 2006 0 0 Vervangen pomp<br />

Industriestraat 2006 560 560 Vervangen riool en aanleggen open verharding Aquaflow<br />

RR Schelsberg Bokstraat 2006 370 185 Vervangen en relinen riolering, gescheiden stelsel met<br />

bodempassage<br />

Geleenbeek 2006 320 15 Rioolaanpassingen a.g.v. herinrichting Geleenbeek


Tabel 1. Rioolprojecten 2006-2010 (Vervolg)<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Project Project Meters- Meters Toelichting<br />

gereed riool- renovatie/<br />

aanleg vervangen<br />

Pleinenplan 2007 555 555 Vervangen en relinen riolering<br />

Staringstraat/Jan-Campertstraat 2007 1.405 610 Vervangen en relinen riolering, gescheiden stelsel<br />

met bodempassage<br />

De Kissel 2007 485 485 Vervangen riolering, gescheiden stelsel<br />

Bergingsriool Akkerweide 2007 80 80 Vervangen riool als gevolg van uitbreiding gebouw<br />

SON fase 1a + b 2007 1.720 640 Vervangen riolering, gescheiden stelsel<br />

Schuureikerweg/Groenenweg 2007 79 0 Scheiden afvoer vuilwater Groenenweg<br />

Frederikstraat 2007 215 215 Aanleg nieuw riool a.g.v. B.P. Overbroek<br />

Coriovallumstraat 2008 100 0 Aanleg nieuw riool<br />

Rioolrenovatie Heerlerheide 2008 1.340 567 Vervangen riolering, gescheiden stelsel met bodempassage<br />

Molenberglaan/Molenbergpark 2008 2.495 1.885 Vervangen riolering, gescheiden stelsel met bodempassage<br />

en relinen<br />

De Koumen 2008 295 0 Aanleg nieuw regenwaterriool<br />

Overbroekerstraat 2008 260 180 Vervangen riolering, gescheiden stelsel met bodempassage<br />

Aanleg DWA riool in CBS-weg 2008 410 0 Aanleg nieuw vuilwaterriool<br />

Dr. Poelsstraat 2008 55 0 r.w.a. riool, gescheiden stelsel met bodempassage<br />

Corisberg 2008 130 115 Rioolverzwaring<br />

Valkenburgerweg 2009 1348 1552 Vervangen riolering, gescheiden stelsel met bodempassage<br />

Ridderweg/Pastoor Erensstraat/<br />

A gen Giezen 2009 326 746 Vervangen en relinen riolering<br />

Hommerterweg (2008) 2009 692 1146 Vervangen riolering<br />

Zandweg 1e fase (2008) 2009 1650 716 Vervangen riolering, gescheiden stelsel met bodempassage<br />

Molenberg/Witte wijk 2009 1279 1279 Relinen en verzwaring riolering<br />

Palemig 2009 3200 1738 Vervangen riolering, gescheiden stelsel met infiltratieriolering<br />

en bodempassage<br />

Burg. Slangenstraat 2e fase 2009 430 240 Vervangen riolering, gescheiden stelsel met infiltratiedrainriolering<br />

Bredastraat 2009 350 0 Greppels met bergingen<br />

Wilhelminastraat 2010 850 435 Vervangen riolering, gescheiden stelsel<br />

Wateraspecten Aambos<br />

Caumerbeek 2e fase 2009 100 Greppels met bergingen<br />

Rotonde Schaesbergerweg 2009 70 0 Nieuw d.w.a. riool Albert Hein en r.w.a. riool Klompstraat<br />

Nieuw Eyckholt 2009 253 132 Rioolaanleg BBB Nieuw Eyckholt<br />

Relinen Ijsvogestraat 2009 173 173 Relinen riolering<br />

Relining langs N281 2010 450 450 Relinen riolering<br />

Oliemolenstraat e.o. 2010 1840 2210 Vervangen en relinen riolering, gescheiden stelsel via<br />

maaiveld met bodempassage<br />

Emmastraat 2010 651 559 Vervangen riolering, gescheiden stelsel met infiltratieberging<br />

Totaal 24.537 17.467<br />

Hoensbroek-West 2009 0 2.257 Reparaties<br />

project = Afkoppelprojecten<br />

13


Hoeveel heeft het gekost?<br />

We hebben voor de GRP periode 2006-2010 per jaar ca.<br />

€ 3.87 miljoen begroot voor rioolrenovatie en € 0,6 mil -<br />

joen. voor anders omgaan met hemelwater. Tot en met<br />

2010 betreft het aldus een vervangings- en investerings -<br />

budget van € 22.35 miljoen. Door het in 2009 en 2010<br />

bezuiniging van € 3.6 miljoen (twee keer 1,3 miljoen en<br />

één keer € 1 miljoen) op rioolrenovatie is het vervangingsen<br />

investeringsbudget verlaagt naar € 18.75 miljoen.<br />

Voor het investeringsbudget van € 18,75 miljoen kan,<br />

uitgaande van een gemiddelde prijs per km van € 810,-,<br />

in de periode 2006-2010 ca. 23,1 (18.75 / 810 x 1000) km<br />

riool vervangen en of aangelegd worden. Gemiddeld is<br />

dit aldus 4,6 km riool per jaar.<br />

In tabel 2 staat de rioolrenovatieproductie van de<br />

periode 2006-2010<br />

Tabel 2. Rioolrenovatieproductie 2006-2010<br />

Jaar 2006 2007 2008 2009 2010 Totaal Gemiddeld<br />

Productie (km) 1,7 5,8 7,1 7,1 2,8* 24,5 4,9<br />

Omzet mlj. (€) 3,2 3,6 4,9 7,2 3,6* 22,5 4,5<br />

* Productie volgens operationele planning<br />

3.4 Operationele planning Bergbezinkbassins<br />

Wat wilden we?<br />

In het GRP 2006-2010 staat een planning met verbete -<br />

rings maatregelen aan het bestaande rioleringsstelsel om<br />

vuilemissie naar oppervlaktewateren te reduceren. Achter<br />

verschillende overstorten worden bergings voorzieningen<br />

aangelegd de zogenaamde bergbezink bassins. In totaliteit<br />

zijn tien bergbezinkbassins opgenomen met een totale<br />

inhoud van 47.941 m 3 .<br />

Wat hebben we gedaan?<br />

Van de tien bergbezinkbassins zijn in de GRP periode<br />

2006-2010 vier bergbezinkbassins aangelegd. Het betreft<br />

de bergbezinkbassins Corisbergweg, Nieuw Eyckholt,<br />

Welterlaan en Oliemolenstraat.<br />

De overige nog niet aangelegde bergbezinkbassins zijn<br />

door bestuurlijke beslissingen, uitval medewerkers en<br />

urgentie van andere projecten vertraagd. Verder is bij<br />

het opstellen van de planning in het gemeentelijk riole -<br />

ringsplan onvoldoende aandacht geschonken aan de<br />

doorlooptijden van de projecten.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

14<br />

Het berekenen, ont werpen, en voorbereiden van een<br />

bergbezinkbassin duurt zeker twee tot drie jaar. Ook het<br />

plannen van de projecten in de planperiode van het<br />

gemeentelijk rioleringsplan 2006-2010, zodat alle berg -<br />

bezinkbassins conform afspraak met het Waterschap<br />

Roer en Overmaas en Waterschapsbedrijf Limburg voor<br />

<strong>2011</strong> gerealiseerd zouden worden, is te ambitieus<br />

gebleken.<br />

Aanleg van een bergbezinkbassin, een kijkje aan de instroomkant met de<br />

diffusiewand<br />

Verder speelt mee dat het Waterschapsbedrijf Limburg in<br />

samenwerking met het Waterschap Roer en Overmaas<br />

en de gemeente <strong>Heerlen</strong> de Optimalisatie Afvalwater -<br />

systeem Studies (OAS) <strong>Heerlen</strong> en Hoensbroek heeft<br />

uitgevoerd. Hierin worden de maatregelen van het<br />

Waterschap Roer en Overmaas, Waterschapsbedrijf<br />

Limburg en gemeente <strong>Heerlen</strong> gezamenlijk bepaald,<br />

waarbij door samenwerking voordelen kunnen ontstaan.<br />

De lange doorlooptijd van de OAS studies <strong>Heerlen</strong><br />

(uitspraak amoveren RWZI <strong>Heerlen</strong>) en Hoensbroek heeft<br />

geleidt tot vertragingen bij de nog aan te leggen<br />

bergbezinkbassins.<br />

De afgeronde studie OAS <strong>Heerlen</strong> heeft geresulteerd in<br />

het vergroten van bergbezinkbassin Welterlaan en Nieuw<br />

Eyckholt. Ook is aangegeven dat de regenwaterbuffer<br />

van de rioolwaterzuiveringsinstallatie <strong>Heerlen</strong> wordt<br />

omgebouwd voor opvang van gemeentelijk rioolwater.<br />

Dit is een andere uitvoering dan het aanleggen van een<br />

bergbezinkbassin ter plaatse van de Eikendermolenweg.


De planvoorbereiding en realisatie van de bergbezink -<br />

bassins Hoensbroek, Drieschstraat, Burettestraat, Govert<br />

Flinckstraat en Laervoetpad is afhankelijk van het ont -<br />

kluizen van de Caumerbeek en Loopgraaf en de OAS<br />

Hoensbroek. De verkenningsstudie over het ontkluizen<br />

van de Caumerbeek en Loopgraaf is afgerond. Uit deze<br />

studie blijkt dat de uitbreiding van het bergbezinkbassin<br />

bij RWZI Hoensbroek verdeeld moet worden over de twee<br />

locaties De Vrank en De Dem. Uit de OAS Hoensbroek<br />

volgt dat de aanleg van bergbezinkbassins ter plaatse<br />

van De Vranck en De Dem, door benutting van de be -<br />

staande open asfaltbuffers, niet meer noodzakelijk is.<br />

Deze asfaltbuffers moeten wel verbeterd worden inzake<br />

monitoring, reiniging en bezinking.<br />

Tabel 3. Operationele planning aanleg bergbezinkbassins<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

15<br />

Daarnaast wordt de aanleg van de bergbezinkbassins<br />

Laervoetpad en Govert Flinckstraat vervangen door het<br />

aanleggen van een transportleiding en het afkoppelen<br />

van verhard oppervlak.<br />

Bovenstaande ontwikkelingen hebben geleid tot het<br />

bijstellen van de investeringen ten behoeve van de<br />

waterkwaliteit. Door in de komende jaren innovatief<br />

verder te studeren aan het werkelijke gedrag van het<br />

rioleringsstelsel wordt de reeds doorgevoerd optima -<br />

lisatie verfijnd.<br />

Onderstaande tabel 3 geeft een overzicht van de opera -<br />

tionele planning inzake het aanleggen van bergbezinkbassins.<br />

Operationele planning Inhoud Kosten GRP Gerealiseerde/ Actuele Daadwerkelijke<br />

aanleg bergbezinkbassins kubieke 2006-2010 te realiseren planning kosten/<br />

meters inhoud ***** toekomstige<br />

GPR kosten<br />

2006-2010<br />

BBB Corisberg 7.400 5.900.000 6.100 2008-2009 4.350.000<br />

BBB Oliemolenstraat 3.034 2.700.000 1.642 2009-2010 2.450.000<br />

BBB Welterlaan 4.767 3.800.000 4.000 2010-<strong>2011</strong> 3.800.000<br />

BBB Nieuw Eyckholt 4.896 3.800.000 2.800 2008-2010 3.800.000<br />

BBB Driesschstraat 3.945 3.300.000 2.850 2013 3.300.000<br />

BBB Burettestraat 1.345 1.500.000 812 2014 1.500.000<br />

BBB Eikendermolenweg* 1.115 1.300.000 - <strong>2015</strong> 1.300.000<br />

BBB Govert Flinckstraat** 182 300.000 - <strong>2011</strong> 300.000<br />

BBB Laervoetpad*** 1.942 1.900.000 - <strong>2011</strong> 1.900.000<br />

BBB Zuivering Hoensbroek**** 19.315 6.800.000 - 2014-<strong>2015</strong> 2.200.000<br />

Totaal 47.941 31.300.000 18.204 24.900.000<br />

* BBB Eikendermolenweg wordt vervangen door aanpassen buffer RWZI <strong>Heerlen</strong><br />

** BBB Govert Flinckstraat komt te vervallen door afkoppelen van 2 ha<br />

*** BBB Laervoetpad vervalt door aanleg riool naar BBB RWZI Hoensbroek<br />

**** Kosten BBB Zuivering Hoensbroek sluitpost GRP 2006-2010 (bedrag klopt niet met inhoud)<br />

**** Maatregelen transportsysteem Henri Jonastraat en aanpassingen asfaltbuffers<br />

***** Inhoud bergbezinkbassins na uitvoeren optimalisatie studies


De periode 2009-2010 is gebruikt om de totale investe -<br />

ringen ter verbetering van de waterkwaliteit te herover<br />

wegen. Dit gebeurt via het project “Proces alterna -<br />

tief aanleggen bergbezinkbassins”. Het project omvat de<br />

aspecten doelmatigheid, juridische verantwoordelijkheid,<br />

meten is weten, afkoppelen van verhard oppervlak, OAS<br />

studies en andere technische verbeteringen aan het<br />

rioleringsstelsel.<br />

Daarnaast is innovatief gestudeerd op mogelijkheden<br />

om de noodzakelijke investering om de waterkwaliteit te<br />

verbeteren te verminderen. Uit tabel 3 blijkt dat door<br />

innovatie en optimalisatie ca. € 6,4 miljoen minder geïn -<br />

vesteerd hoeft te worden.<br />

Meten is Weten<br />

Na het actualiseren van het meetplan en het projectplan<br />

is begin 2008 contact opgenomen met het Waterschaps -<br />

bedrijf Limburg en het Waterschap Roer en Overmaas.<br />

De gesprekken over het gezamenlijk uitvoeren van het<br />

project hebben echter niets opgeleverd. De gemeente<br />

heeft vervolgens gekozen zelf het project uit te voeren.<br />

Vervolgens is als externe adviseur ingenieursbureau<br />

Arcadis aangetrokken. Verder heeft Kragten een nul -<br />

meting van de waterkwaliteit van de Geleenbeek<br />

uitgevoerd. Ook is Intertek Polychemlab aangesteld om<br />

de monstername en analyse te verrichten. De eerste<br />

meetopstelling bij bergbezinkbassin Nieuw Eykholt is<br />

halverwege 2010 operationeel. De overige twee meet -<br />

opstellingen bij bergbezinkbassin Welterlaan en Tichelbeek<br />

volgen eind 2010.<br />

Monsters van de eerste overstort van bergbezinkbassin Nieuw Eyckholt<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

16<br />

Hoeveel heeft het gekost?<br />

In tabel 3 staan de in het GRP2006-2010 begrootte<br />

investeringsbedragen voor het aanleggen van de<br />

bergbezinkbassins. Tot en met 2010 betreft het aldus<br />

een investeringsbudget van € 31.3 miljoen.<br />

In tabel 4 staat de bergbezinkbassinsproductie van de<br />

periode 2006-2010<br />

Tabel 4. Bergbezinkbassinsproductie 2006-2010<br />

Jaar 2006 2007 2008 2009 2010 Gemiddeld<br />

Productie (m3 ) 0 0 3.750 5.150 5.642* 2.908<br />

Omzet mlj. (€) 0,25 0,14 1,92 3,15 5,7* 2,2<br />

* Productie volgens operationele planning<br />

3.5 Uitbreiding rioleringsstelsel<br />

Naast rioolrenovatieprojecten is ook bij uitbreidings -<br />

plannen riolering aangelegd. In tabel 5 staan de<br />

uitbreidingen met de meters riooluitbreiding.<br />

Tabel 5. Uitbreidingsplannen 2006-2010<br />

Uitbreiding rioolstelsel<br />

Project Periode DWA RWA Totaal<br />

Woningbouw:<br />

uitvoering (m) (m)<br />

Uterweg 2004 255 225<br />

St. Janscollege 2006 380 310<br />

Gerard Bruningstraat 2006 200 200<br />

Roex 2006-2007 130 70<br />

Hoogveld 2004-2008 4.350 1.350<br />

Overbroek 2006-2008 1.500 1.560<br />

Vossepark 2006-2008 1.175 1.275<br />

Parkheuvel 2007-2009 770 250<br />

Litscherveld 2007-2008 400 500<br />

Klooster Grasbroek 2009 280 200<br />

Benzeraderweg (Aerts) 2007-2008 150 240<br />

CBS 2009 410<br />

Industrieterreinen:<br />

Emma 2008 240 230<br />

Trompenburgstraat 2006 490 530<br />

====== ======<br />

10.320 7.350 17.670


3.6 Communicatie stadskrant<br />

Wat wilden we?<br />

Vanuit het College is de wens uitgesproken om richting<br />

burgers te communiceren over het GRP 2006-2010. Als<br />

communicatiemedium is gekozen voor het schrijven van<br />

verschillende artikelen in de stadskrant.<br />

Wat hebben we gedaan?<br />

In de periode 2006-2010 zijn zes artikelen in de stads -<br />

krant geplaatst. De artikelen zijn geschreven met als<br />

doelstelling de bevolking te informeren over de werk -<br />

zaamheden die worden verricht in het kader van het<br />

<strong>Gemeente</strong>lijk Rioleringsplan 2006-2010.<br />

• <strong>Gemeente</strong>lijk Rioleringsplan 2006-2010 (april 2006).<br />

• Anders omgaan met regenwater (juni 2006).<br />

• Regenwater in bestemmingsplannen (november 2006).<br />

• Aanleg bergbezinkbassins verbetering voor omgeving<br />

(januari 2007).<br />

• Waterhuishouding aangepast aan klimaatverandering<br />

(juli 2008).<br />

• Wateroverlast. Wat u er zelf aan kunt doen!<br />

(september 2008)<br />

• Nieuwe duurzame subsidie. Afkoppelen regenwater<br />

verhard oppervlak (april 2010).<br />

• Stem op de Caumerbeek: de groene parel van <strong>Heerlen</strong><br />

(december 2009).<br />

• Caumerbeek weer zichtbaar (oktober 2010).<br />

Hoeveel heeft het gekost?<br />

Artikelen van de stadskrant zijn gefinancierd vanuit de<br />

reguliere budgetten.<br />

3.7 Beheer en Onderhoud<br />

Rioolreiniging en inspectie<br />

Wat wilden we?<br />

We hebben aangegeven in het GRP 2006-2010 dat we een<br />

operationeel reinigingsprogramma opstellen door het<br />

verzamelen van praktijkervaring onder andere uit de<br />

inspectie en eigen waarnemingen. Dit programma zou<br />

vanaf 2008 uitgevoerd moeten worden. Een andere doel -<br />

stelling was dat we het kwaliteitsoordeel van de inspecties<br />

kritisch tegen het licht hielden en vergeleken met onder -<br />

houdsactiviteiten die volgen op binnengekomen klachten.<br />

De kwaliteit van de riolering toetsten we aan het onder -<br />

houd en klachten vanuit het wegbeheer.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

17<br />

Wat hebben we gedaan?<br />

Gedurende de planperiode heeft het opstellen van een<br />

periodiek reinigingsprogramma een lage prioriteit gekre -<br />

gen. In de praktijk komen verstoppingen in het hoofd riool<br />

zelden voor. De locaties Wingerdweg en Ten Esschen<br />

moeten we vaker controleren en reinigen om verstop -<br />

pingen te voorkomen. Verder hebben we in het totaal<br />

220 km van het huidige rioolstelsel gereinigd en 240 km<br />

geïnspecteerd in de periode 2006-2010. Voorafgaand aan<br />

inspectie worden de leidingen gereinigd, zodat schades<br />

goed te zijn en niet afgedekt worden door bijvoorbeeld<br />

het aanwezige slib. Uit ervaring blijkt dat we regenwater -<br />

riolen met een diameter vanaf 50 cm en groter niet<br />

meer vooraf hoeven te reinigen. De meeste riolen zijn<br />

schoon genoeg voor een goede inspectie te kunnen<br />

uitvoeren. Vanaf 2007 passen we dit principe toe. In<br />

tabel 6 zijn de meters riolering voor reiniging en<br />

inspectie per jaar aangegeven.<br />

Rioolinspectie in uitvoering.


Tabel 6. Productie rioolreiniging en inspectie 2006-2010<br />

In 2006 heeft de inspectie plaats gevonden volgens de<br />

systematiek eerst putfoto-inspectie (globale indruk) en<br />

vervolgens een camera-inspectie (gedetailleerde vast -<br />

legging). Vanuit de putten worden de eerste meters van<br />

de streng bekeken. Indien schades geconstateerd worden,<br />

wordt vervolgens een camera-inspectie uitgevoerd. Eind<br />

2006 was het gehele <strong>Heerlen</strong>se stelsel op deze wijze één<br />

keer in zijn geheel geïnspecteerd.<br />

Uit bovenstaande gegevens voor het jaar 2007 kunnen we<br />

afleiden dat het gebied dat gereinigd en geïnspecteerd is<br />

veel regenwaterriolen bevatte met een diameter vanaf<br />

50 cm en groter.<br />

In 2007 zijn we overgestapt naar de systematiek om elke<br />

rioleringsstreng te inspecteren met een camera. Hierbij<br />

hebben de frequentie van één keer per acht jaar ver -<br />

laagd naar één keer per tien jaar. Door de systematiek<br />

combinatie putfoto- en camera-inspectie is een ver -<br />

snipperd beeld ontstaan van de kwaliteit van de riolering.<br />

Onze ervaring is dat een putfotoinspectie te weinig<br />

betrouwbare informatie en te optimistisch beeld laat<br />

zien. Een camera-inspectie geeft volledige en gede -<br />

tailleerde informatie over de kwaliteit. Verder hebben<br />

we voor het interval één keer per tien jaar de aanbe -<br />

veling uit Leidraad Riolering overgenomen.<br />

Aanvang 2008 bleek dat bij een aantal projecten die we<br />

wilden oppakken te weinig gedetailleerde informatie<br />

bekend was. Oftewel een putinspectie was wel aan -<br />

wezig, maar een camera-inspectie ontbrak her en der.<br />

Omdat we projecten bij voorkeur per clustering van een<br />

aantal straten oppakken, is volledige informatie van de<br />

kwaliteit van alle strengen noodzakelijk.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Jaartal 2006 2007 2008 2009 2010<br />

Gereinigde 20.323 21.443 74.000 73.337 31.330<br />

lengte riolering (prognose)<br />

in meters<br />

TOTAAL reiniging 220 km<br />

Geïnspecteerde 20.323 39.604 68.886 68.590 42.560<br />

lengte riolering (prognose)<br />

in meters<br />

TOTAAL inspectie 240 km<br />

18<br />

Daarom hebben we in 2008 en 2009 een inhaalslag uit -<br />

gevoerd. In deze jaren zien we dat we meer meters<br />

riolering gereinigd hebben dan geïnspecteerd. Van een<br />

gedeelte van de gereinigde riolen was het niet mogelijk<br />

om een camera-inspectie uit te voeren bijvoorbeeld<br />

omdat de camera niet verder komt door wortelgroei in<br />

het riool.<br />

Na elke reiniging- en inspectieronde beoordelen we de<br />

gegevens en bepalen we noodzakelijke maatregelen.<br />

Verder hebben we de bevindingen uit het wegbeheer<br />

vergeleken. Hierdoor kunnen we efficiënter prioriteren<br />

en een betere planning opstellen waarin verschillende<br />

thema’s elkander versterken.<br />

Hoeveel heeft het gekost?<br />

Tabel 7. Uitgaven rioolreiniging en inspectie 2006-2010<br />

Reiniging en<br />

inspectie riool<br />

2006 2007 2008 2009 2010<br />

Uitgaven in 170.820 279.248 375.314 407.356<br />

Begroting in 276.693 282.902 291.368 447.550 373.007<br />

Klein onderhoud<br />

Wat wilden we?<br />

We wilden inzicht verkrijgen in de locaties waar klein<br />

onderhoud voorkomt en de oorzaak ervan. We wilden<br />

een opstelling van een onderbouwing voor de kosten<br />

klein onderhoud.


Wat hebben we gedaan?<br />

We hebben jaarlijks geanalyseerd en hebben dit<br />

vastgelegd in het document analyse klein onderhoud.<br />

We hebben inzicht in de locaties gekregen en ook<br />

mogelijke oorzaken worden benoemd.<br />

Tabel 8. Productie klein onderhoud 2006-2010<br />

Uitgevoerd klein onderhoud<br />

Hoeveel heeft het gekost?<br />

Tabel 9. Uitgaven klein onderhoud 2006-2010<br />

Klein onderhoud 2006 2007 2008 2009 2010<br />

Uitgaven in 508.506 912.299 1.179.920 605.797<br />

Begroting in 579.919 596.348 563.789 588.047 590.931<br />

Uit bovenstaande blijkt dat de kosten zeer fluctueren.<br />

Hierbij moet aangegeven worden dat de bedragen uit<br />

2007 en 2008 niet betrouwbaar zijn. In deze jaren is<br />

sprake van mogelijke fraude door een tweetal betrokke ne<br />

medewerkers. Bij een aantal ingediende facturen zijn<br />

geen werkzaamheden uitgevoerd. Alhoewel er intern<br />

onderzoek heeft plaats gevonden, is niet exact de hoogte<br />

van het bedrag aan te geven dat specifiek geldt voor het<br />

budget klein onderhoud. De rechtszaak over deze fraude<br />

is in 2010 in behandeling.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Het is ons nog niet gelukt om de mogelijke oorzaken te<br />

concretiseren, waardoor een onderbouwing van de<br />

kosten klein onderhoud nog niet opgesteld is.<br />

In tabel 8 zijn de werkzaamheden opgenomen die we<br />

uitgevoerd hebben.<br />

Jaar van uitvoering<br />

Werkzaamheden 2006 2007 2008 2009 2010<br />

Herstel riool 23 68 52 51<br />

Herstel controle put 17 22 31 5<br />

Herstel huisaansl. -sec. riool 166 173 102 17<br />

Herstel kolk-kolkaansl. 46 115 94 45<br />

Schoonm.-ontstoppen kolk, riool 299 255 288 261<br />

Herstel verzakking 9 13 63 5<br />

Bijplaatsten kolk / lijngoot (rooster) 11 13 21 8<br />

Inspecties 8 23 15 1<br />

Wortelfrezen 3 3 9 15<br />

Diversen 19 24 77 30<br />

Totaal aantal werkzaamheden: 601 709 752 417<br />

19<br />

Rioolonderdelen<br />

Nog niet bekend<br />

Wat wilden we?<br />

We wilden eind 2005/ begin 2006 een inventarisatie -<br />

ronde uitvoeren voor de rioolonderdelen zoals schuiven<br />

en wervelventielen en medio 2006 starten met periodiek<br />

inspecteren.<br />

Wat hebben we gedaan?<br />

Eind 2006 was de inventarisatieronde afgerond. Hierna<br />

hebben we jaarlijks een inspectieronde uitgevoerd,<br />

waarbij alle onderdelen zijn gecontroleerd zijn op hun<br />

werking. Daar waar nodig zijn maatregelen getroffen.<br />

Hoeveel heeft het gekost?<br />

Het totale bedrag van de planperiode is niet exact te<br />

bepalen, omdat de werkzaamheden niet meer af te<br />

leiden zijn uit de algemene teksten op de facturen. De<br />

kosten zijn opgenomen bij klein onderhoud. De in -<br />

spectieronde 2009 kostte € 3.350.


Rioolgemalen, meetvoorzieningen en IBA-systemen<br />

Wat wilden we?<br />

We wilden twee keer per jaar een gedetailleerde inspectie<br />

en wekelijks controleren. Uit de inspectie wilden we<br />

bepalen welke gemalen vervangen moesten worden. De<br />

gegevens van de regenmeters gebruiken om ons eigen<br />

stelsel te berekenen met onze eigen buien. Hiervoor was<br />

aanpassing in de programmatuur noodzakelijk. We wilden<br />

kennis krijgen van de IBA-systemen.<br />

Regelkast om gemalen en elektrische onderdelen van een bergbezinkbassin aan<br />

te sturen en te zorgen voor de communicatie naar de hoofdcomputer op<br />

kantoor.<br />

Wat hebben we gedaan?<br />

We hebben twee keer per jaar een gedetailleerde inspec -<br />

tie laten uitvoeren door een extern bedrijf. Hieraan vooraf<br />

worden de gemalen gereinigd. Onze eigen medewerkers<br />

hebben de wekelijkse controles ter plaatse uitgevoerd,<br />

waarbij kleine en eenvoudige werkzaamheden zelf opge -<br />

lost worden.<br />

In periode 2006-2010 zijn de gemalen Hondsrug 1-3<br />

(2008/2009), Hondsrug 8 (2008/2009), Zandweg (2009),<br />

Nijverheidsweg (2010) en Kaldeborn (2010) vervangen.<br />

Het beheer en onderhoud van de IBA-systemen zijn<br />

onderbracht bij een externe partij. Onze eigen mede -<br />

werkers zijn geinstrueerd door de leverancier van de<br />

systemen. Verder beschikken we over een beheer- en<br />

onderhoudsparagraaf hiervan.<br />

Hoeveel heeft het gekost?<br />

In onderstaande kostenoverzicht is het totaal aan<br />

kosten voor beheer en onderhoud weergegeven.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

20<br />

Het overzicht is dus inclusief energie- en telefoon/datakosten.<br />

De kosten voor de vervanging van de gemalen<br />

bedroeg € 51.673 en zijn opgenomen in het bedrag van<br />

de uitgaven.<br />

Tabel 10. Uitgaven rioolgemalen en meetvoorzieningen<br />

2006-2010<br />

Totale kosten<br />

gemalen 2006 2007 2008 2009 2010<br />

Uitgaven in 147.731 149.285 186.062 195.034<br />

Begroting in 138.237 187.661 197.320 153.959 144.642<br />

Randvoorzieningen, waterlopen en duikers<br />

Wat wilden we?<br />

We wilden een onderhoudsprogramma voor randvoor -<br />

zieningen, waaronder BBB’s, grasbassins en wadi’s<br />

opzetten. De waterlopen wilden we twee keer per jaar<br />

inspecteren en de huidige werkwijze bekijken. De<br />

duikers wilden we minimaal één keer per vier jaar<br />

inspecteren.<br />

Wat hebben we gedaan?<br />

We hebben een aanzet met het onderhoudsprogramma<br />

gemaakt. Voor de BBB’s moeten we nog bepalen welke<br />

bouwtechnische zaken er nog bijkomen. In 2007 heeft<br />

het Waterschapsbedrijf Limburg onderhoud uitgevoerd<br />

aan het BBB bij de RWZI in Hoensbroek. De hiermee ver -<br />

bondene kosten waren niet opgenomen in de begroting.<br />

Verder hebben we de grasbassins, wadi’s en greppels<br />

geïnspecteerd en de daaruit vloeiende maatregelen<br />

uitgevoerd.<br />

Alle duikers zijn in 2009 geïnspecteerd bij het project<br />

onderhoudsnota civieltechnische kunstwerken en<br />

worden in de reguliere inspecties van het thema<br />

civieltechnische kunstwerken meegenomen.<br />

Bovengrondse en ondergrondse buffering/infiltratie (wadi)


Hoeveel heeft het gekost?<br />

Tabel 11. Uitgaven randvoorzieningen 2006-2010<br />

Randvoorzieningen 2006 2007 2008 2009 2010<br />

Uitgaven in 59.044 194.235 102.862 124.653<br />

Begroting in 76.071 80.029 83.599 71.082 73.597<br />

Secundair riool<br />

Wat willen we?<br />

De huidige aanpak voor klachten afhandeling voortzetten.<br />

We wilden verder meer inzicht krijgen in de kwaliteit en<br />

toestand van het secundair riool krijgen. We wilden dat<br />

de gegevens van rioolaansluitingen digitaal te raadplegen<br />

zijn in het informatiesysteem Argus.<br />

Wat hebben we gedaan?<br />

De huidige aanpak van klachten (heten nu: meldingen)<br />

hebben we gehandhaafd. De software, die we hiervoor<br />

gebruiken is verder aangepast om een nog betere bewa -<br />

king te bewerkstelligen.<br />

Het is ons niet gelukt om meer inzicht te krijgen in de<br />

kwaliteit en toestand van het secundair riool. We hebben<br />

wel daar waar nodig geïnspecteerd en onderhoud uitge -<br />

voerd.<br />

De rioolaansluitingen zijn gedigitaliseerd en zijn in pdfformaat<br />

te raadplegen via het netwerk. De aansluitingen<br />

zijn niet opgenomen in Argus vanwege de bewerkelijk -<br />

heid van de te nemen acties hiervoor, terwijl ontsluiting<br />

via het netwerk al voorziet in de behoefte.<br />

Kabels en leidingen bij een gescheiden rioolhuisaansluiting, onder de kabels en<br />

leidingen door.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

21<br />

Hoeveel heeft het gekost?<br />

Dit is niet nader te specificeren, omdat we bovenstaande<br />

gegevens niet kunnen uitdrukken in geld.<br />

Revisiegegevens<br />

Wat wilden we?<br />

We wilden de achterstand in revisiegegevens terug -<br />

brengen.<br />

Wat hebben we gedaan?<br />

We hebben afgesproken dat één medewerker van het<br />

team beheer bij overdracht van projecten aanwezig is.<br />

Hierdoor zijn we beter geïnformeerd over nieuwe gege -<br />

vens. In de praktijk duurt het vaak toch nog lang voordat<br />

gegevens binnen zijn, waarbij dit ook per project ver -<br />

schilt. Bij het ene project worden de gegevens meteen<br />

overgedragen bij de overgang naar de onderhoudsfase,<br />

terwijl bij het andere project de gegevens na één jaar<br />

onderhoudsfase nog ontbreken. In 2010 is het onder -<br />

werp overdracht van werken weer opgepakt als item<br />

binnen de afdeling beheer en onderhoud om de gehele<br />

overdracht beter te stroomlijnen op de diverse vlakken<br />

waaronder ook aanleveren van revisiegegevens.<br />

Door vertrek van de beheermedewerker riolering aanvang<br />

2009 waren we genoodzaakt om een medewerker in te<br />

huren die een stuk achterstand heeft weggewerkt.<br />

Door de invoering van de Wet Informatie Overdracht<br />

Ondergrondse Netwerken (WION) zijn we verplicht om<br />

20 dagen na aanleg de gegevens verwerkt te hebben in<br />

de gegevens die we verstrekken aan grondroerders.<br />

Hoeveel heeft het gekost?<br />

De inhuur van de medewerker heeft € 19.629 gekost.<br />

Kolkenreiniging<br />

Wat willen we?<br />

We wilden het bestaande werkplan vervangen door een<br />

bestek dat in samenwerking met andere PSL-gemeenten<br />

is opgesteld. We wilden weten of het minder vegen van<br />

de straatgoten invloed heeft op de vervuiling van de<br />

kolken. We wilden daar waar mogelijk samenwerken.<br />

Wat hebben we gedaan?<br />

We hebben een gezamenlijk bestek met andere PSLgemeenten<br />

ondergebracht bij de reinigingsdiensten Rd4.


Helaas functioneerde de in de praktijk niet het bijhou den<br />

van het gezamenlijk bestek, zodat nu elke gemeente<br />

verantwoordelijk is voor zijn eigen bestek. Dit bestek is<br />

wel gebaseerd op het gezamenlijk bestek. Het grote<br />

voordeel uit deze samenwerking is een bewerkstelliging<br />

van één dezelfde kolkprijs in Parkstad.<br />

Verder is de samenwerking met de gemeente Voerendaal<br />

op het gebied van rioleringsbeheer geïntensiveerd. We<br />

verwachten vanaf medio 2010 het databeheer van de<br />

riolering voor de gemeente Voerendaal te doen.<br />

Reinigen van straatkolken.<br />

Hoeveel heeft het gekost?<br />

Tabel 12. Uitgaven kolkreiniging 2006-2010<br />

Ledigen kolken 2006 2007 2008 2009 2010<br />

Uitgaven in 235.259 237.604 213.873 75.105*<br />

Begroting in 168.449 173.271 165.542 170.894 180.406<br />

* = geen volledige rondes uitgevoerd<br />

3.8 Financieel<br />

Wat wilden we?<br />

In tabel 13 staan de in het GRP 2006-2010 opgenomen<br />

rioolrechtverhogingen excl. inflatie.<br />

Tabel 13. Rioolrechtverhogingen 2006-2010<br />

Jaar Rioolrecht Rioolrecht gebruiker<br />

eigenaren 0-200 m3 /200-400 m3 [€] [%] [€] [%]<br />

2006 98,31 3 76,14/140,78 3<br />

2007 101,26 3 78,42/145,00 3<br />

2008 104,30 3 80,77/149,35 3<br />

2009 106,38 2 82,39/152,34 2<br />

2010 108,51 2 84,04/155,39 2<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

22<br />

Wat hebben we gedaan?<br />

Subsidies<br />

Tussen 2006 en 2010 is bij verschillende overheden<br />

subsidie aangevraagd. Hieronder volgt een overzicht.<br />

Tijdelijke regeling eenmalige uitkering bestrijding<br />

regionale wateroverlast<br />

Sinds 2004 is vanuit SenterNovem subsidie toegezegd<br />

binnen de tijdelijke regeling eenmalige uitkering bestrij -<br />

ding regionale wateroverlast. De subsidie heeft betrek king<br />

op 19 rioolrenovatie- of investeringsprojecten waar<br />

regenwater wordt afgekoppeld en vastgehouden. In<br />

totaal is een subsidie toegezegd van € 3.060.991,-. De<br />

subsidieregeling loopt tot en met 2009. Door vertraging<br />

op de uitvoering van projecten en aanbestedingsvoor -<br />

delen bedraagt de uiteindelijk te ontvangen subsidie<br />

€ 1.931.951,-.<br />

Stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak 2007-<br />

2012 Waterschap Roer en Overmaas<br />

In 2008/2009 is voor onderstaande projecten subsidie<br />

beschikbaar gesteld. Het totale bedrag dat maximaal<br />

wordt uitgekeerd aan de gemeente <strong>Heerlen</strong> is al met het<br />

realiseren van vier afkoppelprojecten bereikt.<br />

Reconstructie Valkenburgerweg € 23.990,40.<br />

Revitalisering De Koumen € 18.840,60 (2009 verkregen).<br />

Reconstructie Zandweg € 47.520,00 (2010 verkregen).<br />

Reconstructie Jaargetijdenbuurt € 1.288,00 (aanvraag<br />

€ 18.000,00).<br />

KRW Synergiesubsidie<br />

In 2008 is voor onderstaande projecten subsidie beschik -<br />

baar gesteld.<br />

Ontkluizen Caumerbeek € 400.000,00.<br />

Afkoppelen MSP € 125.000,00.<br />

SDE regeling waterkrachtenergie<br />

In 2009 is voor het PILOT project “waterkracht uit riool”<br />

via de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE)<br />

maximaal € 13.851,00 subsidie toegekend.<br />

Inovatieprogramma Mooi Nederland<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> krijgt voor het project Caumerbeek<br />

Zichtbaar Natuurlijk via de tijdelijke subsidieregeling<br />

Innovatieprogramma Mooi Nederland een subsidie van<br />

€ 1 miljoen. Het project Caumerbeek zichtbaar natuurlijk<br />

is een van de 26 projecten, die uit de 222 aanvragen is<br />

geselecteerd.


Provinciaal Meerjarenprogramma Plattelandsontwikkeling<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> krijgt voor het project Caumerbeek<br />

Zichtbaar Natuurlijk via het provinciaal meerjarenpro -<br />

gramma plattelandsontwikkeling een subsidie van<br />

€ 1,618 miljoen.<br />

Bijdrage Waterschap Roer en Overmaas Caumerbeek<br />

Zichtbaar Natuurlijk<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> heeft een intentieovereenkomst over<br />

samenwerking inzake projectrealisatie Caumerbeek<br />

Zichtbaar Natuurlijk afgesloten. De bijdrage van het<br />

Waterschap Roer en Overmaas aan het project is vast -<br />

gelegd op € 2,8 miljoen.<br />

Omzetten rioolrecht naar rioolheffing<br />

De gemeenteraad heeft eind 2008 ingestemd met het per<br />

1 januari 2009 wijzigen van het rioolrecht in de riool -<br />

heffing. De rioolheffing zorgt ervoor dat de nieuwe taken<br />

vanuit de Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken bekostigt kunnen<br />

worden. Het bestaande rioolrecht is verbreed naar een<br />

bestemmingsheffing. Hiertoe is in de <strong>Gemeente</strong>wet een<br />

nieuw artikel 228a opgenomen. Anders dan bij de riool -<br />

rechten op grond van artikel 229 van de <strong>Gemeente</strong>wet<br />

gaat het hier niet meer om een retributie waarbij sprake<br />

is van een rechtstreekse tegenprestatie maar om een<br />

belasting.<br />

Bijdrage bovengrondse voorzieningen<br />

De inkomsten van de rioolheffing is deels gebruikt als<br />

bijdrage aan bovengrondse voorzieningen. Over de<br />

planperiode van 2006-2010 gaat het over een bijdrage<br />

van € 2,75 miljoen.<br />

Hoeveel heeft het gekost?<br />

Tarieven rioolheffing<br />

Vanuit het bestuur is tussen 2006 en 2008 verschillende<br />

keren de wens uitgesproken om de lokale lasten te ver -<br />

lagen. Eind 2008 heeft de raad besloten om de ontstane<br />

achterstand in het aanleggen van rioolrenovaties en<br />

bergbezinkbassins (opgehoopt in de rioolvoorziening) te<br />

gebruiken voor lastenverlaging. Met dit besluit wordt in<br />

2009 en 2010 per jaar € 1,3 miljoen uit de voorziening<br />

rioolrenovaties gehaald. De opgebouwde gelden in de<br />

voorziening, die reeds gereserveerd waren voor riool -<br />

renovatieprojecten, wordt volledig teruggegeven aan de<br />

burgers. Ook is de rioleringszorg door de verlaging van<br />

de rioolheffing niet meer kostendekkend.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

23<br />

Verlaging van de rioolheffing betekent verder een toename<br />

van de aanwezige achterstand in rioolvervanging. Deze<br />

achterstand is reeds geconstateerd bij het vaststellen<br />

van het GRP 2006-2010, waarna besloten is de tarieven<br />

te verhogen om de achterstand binnen 12 jaar in te<br />

halen (raadsvoorstel OW/2005/22529). Omstreeks 2020<br />

wordt namelijk, als gevolg van de slechte kwaliteit en<br />

hoeveelheid riolen die aangelegd zijn tussen 1950 en<br />

1970 (“babyboom”-riolen), een stijging verwacht in de<br />

hoeveelheid te vervangen riolen.<br />

Om de tekorten op de gemeentelijke begroting van 2010<br />

en de meerjarenbegroting 2010-2013 om te buigen is<br />

nogmaals op de kosten van riolering bezuinigd. De raad<br />

heeft besloten om in 2010 de uitgaven voor de riolerings -<br />

zorg te verlagen met € 1 miljoen. De bijbehorende<br />

tariefsverlaging zorgt ervoor dat de stijging van de OZB<br />

tegen gelijkblijvende woonlasten kan plaatsvinden.<br />

De tariefsverlaging heeft direct gevolgen voor het<br />

uitvoeringsprogramma van het GRP2006-2010. Zo is het<br />

niet mogelijk doelmatig het rioolstelsel van <strong>Heerlen</strong> te<br />

beheren en te onderhouden. Ook de financiële midde -<br />

len, om milieutechnische maatregelen (aanleggen<br />

bergbezinkbassins) uit te voeren, zijn weggevallen.<br />

Hiermee is het niet mogelijk om binnen de planperiode<br />

2006-2010 te voldoen aan de verplichtingen uit de<br />

nieuwe Waterwet.<br />

In tabel 14 is de ontwikkeling van het rioolrecht opge -<br />

splitst voor eigenaren en de eerste tariefgroepen van<br />

gebruikers. Het verschil tussen de kolommen “GRP 2006-<br />

2010”en de kolommen “werkelijk” is het gevolg van<br />

jaarlijkse inflatie en het besluit om in 2009 en 2010 de<br />

tarieven te verlagen.


Tabel 14. Ontwikkeling rioolheffing 2006-2010<br />

De tariefsontwikkeling eigenaren + gebruiker van de<br />

rioolheffing vanaf invoering omstreeks 1991 is in grafiek<br />

1 weergegeven. Tussen 1991 en 2008 steeg het tarief<br />

gemiddeld met 6% per jaar incl. inflatie. In 2009 en in<br />

2010 daalde het tarief met ca. 10% per jaar.<br />

Grafiek 1. Ontwikkeling rioolheffing vanaf 1991-2010<br />

(0-200 m 3 )<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Jaar Rioolrecht eigenaren (€) Rioolrecht gebruiker 0-200 m 3 /200-400 m 3 (€)<br />

GRP 2006-2010 Werkelijk (incl. inflatie) GRP 2006-2010 Werkelijk (incl. inflatie)<br />

2006 98,31 100,08 76,14/140,78 77,52/143,52<br />

2007 101,26 104,33 78,42/145,00 80,81/149,62<br />

2008 104,30 108,84 80,77/149,35 84,24/156,00<br />

2009 106,38 97,56 82,39/152,34 75,48/139,80<br />

2010 108,51 76,32 84,04/155,39 76,68/141,84<br />

Tabel 15. Overzicht onderzoek en planvorming 2006-2010<br />

24<br />

3.9 Planvorming, bedrijfsvoering en onderzoek.<br />

Wat hebben we gedaan?<br />

Tabel 15 geeft een overzicht van het onderzoek, plan -<br />

vorming en bedrijfsvoering in de afgelopen GRP-periode.<br />

Planvorming, onderzoek en bedrijfsvoering worden met<br />

een vooruitziende blik opgepakt. Water staat hoog op de<br />

agenda van de gemeente <strong>Heerlen</strong>, wat onder andere<br />

blijkt uit de opgestelde verkenningsstudie ontkluizen<br />

Caumerbeek en Loopgraaf, Optimalisatie Afvalwater -<br />

systeem <strong>Heerlen</strong> en Hoensbroek en het project “meten is<br />

weten”. De gemeente <strong>Heerlen</strong> is verder nauw betrok ken<br />

bij het proces en implementatie van de kaderrichtlijn<br />

water. Met de uitgevoerde studies wordt ingespeeld op<br />

het huidige en toekomstige beleid.<br />

Planvorming/onderzoek Jaar van aanvang Status<br />

Watertoetsen 2006-2010 uitgevoerd<br />

Operationele planningen 2006-2010 uitgevoerd<br />

Stedelijke wateropgave 2006 uitgevoerd<br />

Kaderrichtlijn Water 2006-2009 uitgevoerd<br />

OAS <strong>Heerlen</strong> 2006-2010 afronding<br />

Project “Meten is Weten” 2007-2012 in uitvoering<br />

Verkenning ontkluizen Caumerbeek en Loopgraaf 2007-2009 uitgevoerd<br />

OAS Hoensbroek 2008-2010 in uitvoering<br />

Proces alternatief aanleggen bergbezinkbassins 2008-2010 in uitvoering<br />

Waterkrachtenergie uit riool 2008-2010 in uitvoering<br />

Benchmark riolering 2010 In uitvoering


3.10 Conclusie<br />

Het College en de Raad is tussen 2006-2010 uitvoerig<br />

betrokken geweest bij het vormgeven van het stedelijk<br />

watermanagement van <strong>Heerlen</strong>. Over belangrijke thema’s,<br />

zoals de Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken, Optimalisatie -<br />

studies, ontkluizen Caumerbeek, maatregelen kaderrichtlijn<br />

water en bezuinigingen zijn beslissingen geno men.<br />

Met het beschikbare rioolrenovatiebudget is in de periode<br />

2006-2010 19,5 km riool vervangen of gerenoveerd.<br />

Daarnaast is, in het kader van het afkoppelen van<br />

verhard oppervlak, bij deze rioolrenovaties 7 km regen -<br />

waterriool aangelegd. De rioolrenovatieproductie van<br />

3,5 km/jaar is lager dan de geplande productie van<br />

5,5 km/jaar en de gewenste productie van 6,5 km/jaar.<br />

De aanwezige achterstand in rioolrenovatie is dan ook<br />

tussen 2006-2010 toegenomen met 13 km ((6,5–3,9)x5).<br />

De oorzaak van het niet halen van de planning is te<br />

vinden in:<br />

De afwijking van 2006 vindt zijn oorsprong in de<br />

planning en productie van 2004/2005.<br />

De hoofdmoot van de productieve uren van 2004/2005<br />

ligt in de realisatie, er zijn te weinig projecten in de<br />

voorbereiding opgepakt.<br />

Er is te weinig rekening gehouden met (verlengde)<br />

doorlooptijd, met vertraging, met tegenvallers.<br />

Er vindt sturing plaats op projectniveau en project -<br />

fasering. Er vindt onvoldoende sturing plaats op<br />

jaarschijf en te realiseren meters riool.<br />

Voor 2006 zijn onvoldoende uren gepland, daarnaast<br />

is ook te concluderen dat het 1 op 1 werken, een<br />

projectleider – een project, niet de doelstelling van het<br />

GRP haalt.<br />

Bezuinigingen op het rioolrenovatiebudget in 2009 en<br />

2010.<br />

Het totaal aangelegde aantal kilometers riolering bedraagt<br />

5,1/jaar en komt dicht in de buurt van de geplande<br />

aantal kilometers rioolrenovatie van 5,5/jaar. Het verschil<br />

tussen de aangelegde kilometers riolering en de kilo -<br />

meters rioolvervanging wordt veroorzaakt door de extra<br />

kilometers regenwaterriool. Het merendeel van de kilo -<br />

meters regenwaterriool zijn gerealiseerd door gebruik te<br />

maken van externe financiering via subsidies en mee -<br />

liften met gebiedsontwikkelingen (Heerlerheide,<br />

Stadspark Oranje Nassau).<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

25<br />

In de GRP periode 2006-2010 zijn slechts vier van de tien<br />

nog aan te leggen bergbezinkbassins gerealiseerd. Het<br />

niet halen van de productie inzake aanleg bergbezink -<br />

bassins is ontstaan door andere prioritering, bestuurlijke<br />

beslissingen, te rooskleurige planning, onvoldoende<br />

inzicht in bedrijfsvoering en vertraging als gevolg van<br />

nader onderzoek.<br />

De geplande inkomstenstijging voor het realiseren van<br />

de doelen uit het GRP 2006-2010 zijn door de bezuini -<br />

gingen in 2009 en 2010 teniet gedaan. De rioolheffing<br />

heeft in 2010 een niveau behaald dat overeenkomt met<br />

de rioolheffing in 2002. De tariefverlaging heeft direct<br />

invloed op de uit te voeren taken van het GRP 2006-2010.<br />

Boring riool Kloosterstraat


4. Watervisie gemeente <strong>Heerlen</strong><br />

Motto “zichtbaar water als opwaardering van de<br />

leefomgeving”.<br />

Visie, betekent volgens de Dikke van Dale: gedachtebeeld,<br />

voorstelling. Waar visie ontbreekt komt het volk om! Ook<br />

op het gebied van water en riolering is het van belang<br />

een visie te hebben. De watervisie heeft een planhorizon<br />

van 15 jaar en beschrijft de lange termijn perspectief<br />

over water en riolering in de gemeente <strong>Heerlen</strong>.<br />

In de watervisie wordt vastgelegd wat de gemeente wil<br />

met water en waarom we water belangrijk vinden. De<br />

watervisie geeft richting aan de keuze en invulling van<br />

maatregelen in het beleidsplan stedelijk watermanage -<br />

ment, structuurvisie, bestemmingsplannen, beleidsplannen<br />

en andere relevante uitvoeringsplannen.<br />

Waarom is water belangrijk?<br />

Zonder “schoon” water is op aarde geen leven mogelijk.<br />

Het is dan ook van belang om het aanwezige water zo<br />

min mogelijk te vervuilen. Het voorkomen van vervuiling,<br />

door scheiding van vuil en schoonwaterstromen” heeft<br />

dan ook een hoge prioriteit. Verder is het van belang de<br />

vervuiling vanuit het rioleringsstelsel op het oppervlakte -<br />

water terug te dringen. Daarnaast maken de waterstromen<br />

(riolering) onderdeel uit van de inrichting en het beheer<br />

van de openbare ruimte, zodanig dat we zoveel mogelijk<br />

droge voeten houden . Het toevoegen van zichtbaar<br />

water aan de openbare ruimte verhoogt de kwaliteit van<br />

de leefomgeving.<br />

Waarom is riolering belangrijk?<br />

Riolering is van levensbelang. Door het aanleggen van<br />

riolering is de levensstandaard in de ontwikkelde landen<br />

flink gestegen. Riolering is de belangrijkste technische<br />

ontdekking van 19e eeuw op het gebied van volksgezond -<br />

heid. Zo komen in Nederland al jaren geen epidemieën<br />

meer voor. Door het ontbreken van afdoende sanitaire<br />

voorzieningen zijn in een heleboel ontwikkelingslanden<br />

nog ziektes aanwezig die al lang niet meer in Nederland<br />

voorkomen.<br />

Om op de juiste manier aan de vanzelfsprekende levens -<br />

standaard te blijven voorzien is voldoende aandacht aan<br />

het afvoeren van fecaliën door de riolering van essen -<br />

tieel belang.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

26<br />

Brainstormsessies watervisie.<br />

De watervisie is vanaf 2008 geleidelijk tot stand<br />

gekomen. Via interne en externe brainstormsessies is<br />

nagedacht over de toekomstbeeld van <strong>Heerlen</strong> als water -<br />

stad. Door het betrekken van een breed deelnemersveld<br />

bij de brainstormsessies, waaronder kunstenaars, be -<br />

stuurders (Waterschap), architecten, directeuren (WML),<br />

vakdeskundigen, Hogeschool Zuyd en IVN, is een diversi -<br />

teit aan ideeën ontstaan. De top 5 van alle ideeën staat<br />

hieronder:<br />

Energie uit (riool)water.<br />

Beleefbaar maken van water in <strong>Heerlen</strong> Centrum<br />

(Waterplein).<br />

Andere educatie.<br />

Afkoppelen vuilwater.<br />

Ideeën brainstormsessie<br />

Bovenstaande ideeën hebben als gemene deler om in de<br />

toekomst water meer zichtbaar te maken voor onze<br />

burgers. Vandaar ook het motto “zichtbaar water als<br />

opwaardering van de leefomgeving”.


Energie uit (riool)water<br />

Ter plaatse van BBB Oliemolenstraat is de eerste<br />

waterkrachtturbine aangelegd. Wanneer de<br />

waterkrachtturbine in de toekomst goed functioneert is<br />

uitbreiding van het aantal waterkrachtturbines mogelijk.<br />

De visie is dat de gemeente <strong>Heerlen</strong> in de toekomst<br />

beschikt over meerdere goed functionerende<br />

waterkrachtturbines. Deze turbines leveren dan een<br />

bijdrage aan de productie van duurzame energie.<br />

Beleefbaar maken van water in <strong>Heerlen</strong> Centrum<br />

(Waterplein)<br />

De uitdaging voor gemeente is om op duurzame wijze<br />

met hemelwater om te gaan en de kwaliteit van de<br />

openbare ruimte te verbeteren, bijvoorbeeld door fraaie<br />

waterpartijen of speelse waterelementen in de openbare<br />

ruimte te creëren.<br />

Andere educatie<br />

De jeugd is de toekomst. Kinderen op jonge leeftijd<br />

anders leren omgaan met water resulteert in een andere<br />

manier van denken. Dit andere denken heeft in de toe -<br />

komst gevolgen voor ons waterbeleid. Bijvoorbeeld:<br />

Meer bewustwording vanuit de burgers inzake omgang<br />

met regenwater in plaats van het stellen van regels<br />

vanuit de overheid om de burgers te dwingen (hand -<br />

having). Een voorbeeld van andere educatie is het<br />

waterleerpad langs de Geleenbeek.<br />

Afkoppelen vuilwater<br />

Het aanleggen van een apart vuilwaterriool voor inzame -<br />

ling van afvalwater. Het bestaande rioleringsstelsel gaat<br />

functioneren als regenwaterstelsel en voor het vuilwater<br />

worden een kleiner systeem aangelegd. Het systeem<br />

voor afvoer van vuilwater herbergt de oorspronkelijke<br />

functie van het afvoeren van fecaliën en het voorkomen<br />

van ziektes. Het geconcentreerde vuilwater kan vervol -<br />

gens efficiënter worden gereinigd of zelfs als grondstof<br />

gaan dienen voor biovergisting.<br />

Toekomstige ontwikkelingen.<br />

Naast de ideeën uit de brainstormsessies spelen andere<br />

invloeden een belangrijke rol in de toekomstige ont -<br />

wikkeling van het watermanagement in <strong>Heerlen</strong>.<br />

Onderstaand zijn de belangrijkste ontwikkelingen<br />

beschreven.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

27<br />

Klimaatverandering<br />

Door het KNMI zijn in 2006 verschillende klimaatscena -<br />

rio’s opgesteld. De voorspelling is dat in de toekomst<br />

vaker hevige buien voorkomen. De klimaatverandering<br />

leidt tot een gemeentelijke opgave om het riolerings -<br />

systeem op basis van haalbaarheid en betaalbaarheid<br />

aan te passen. De aanpak is gericht op de risicobenade -<br />

ring (risico = kans * effect), waarbij risico’s verminderd<br />

kunnen worden door zowel het verminderen van de<br />

kans op wateroverlast als het effect daarvan.<br />

Door het nemen van een transparant besluit over het al<br />

dan niet toepassen van maatregelen wordt de verwach -<br />

tingen van burgers inzake wateroverlast verduidelijkt.<br />

Voor gebieden waar de mogelijkheid bestaat om in te<br />

spelen op klimaatverandering (bijv. herstructurering en<br />

stedelijke vernieuwing), worden extra robuuste maatre -<br />

gelen uitgevoerd. Het accent dient daarbij vooral te<br />

liggen op robuuste bovengrondse inrichtingsmaatregelen,<br />

waarbij overdimensioneren vaak ook minder kostbaar is<br />

(bijv. het terugbrengen van stoepranden ter plaatse van<br />

de vlakke straatprofielen in winkelstraten, zodat water<br />

in het wegprofiel wordt vastgehouden).<br />

Klimaatsituaties 2050


Samenwerking in de waterketen<br />

De rijksoverheid verwacht de komende jaren van ge -<br />

meenten dat zij voortvarend aan de slag gaan om de<br />

kwaliteit, doelmatigheid en transparantie van de ge meen -<br />

telijke wateropgaven te verbeteren. Een mogelijk heid is<br />

het intensiveren van de samenwerking met andere<br />

gemeenten en het waterschap. Via samenwerking<br />

worden de kansen op kostenbesparing benut, maar<br />

vooral gezamenlijk gewerkt aan een goede en kosten -<br />

effectieve uitvoering van de wateropgaven (o.a.<br />

investeringen waterkwaliteit en waterkwaliteit).<br />

De afgelopen jaren is in samenwerkingsverband met het<br />

Waterschap gewerkt aan het uitvoeren van optimalisa -<br />

tiestudies, opstellen van maatregelen voor de kaderrichtlijn<br />

water en het project “Caumerbeek Zichtbaar<br />

Natuurlijk”. Samenwerking met waterschap en andere<br />

gemeenten (Parkstad) wordt in de toekomst geïntensi -<br />

veerd. Naast de huidige samenwerking in het maken<br />

van plannen en het uitvoeren van projecten wordt in de<br />

toekomst ook samengewerkt in het operationele beheer<br />

van de waterketen (bijv. gezamenlijk beheren van de<br />

gemalen, IBA’s, bergbezinkbassins, monitoring en data -<br />

beheer). In de toekomst verschuift de samenwerking<br />

aldus van “samen denken” naar “samen doen”. Ook het<br />

gezamenlijk met andere gemeenten uitvoeren van riool -<br />

renovaties via een gemeentelijk ingenieursbureau<br />

(Parkstad) is een mogelijkheid van schaalvergroting,<br />

waarmee kosteneffectiever kan worden gewerkt.<br />

Hoe om te gaan met regenwater<br />

In <strong>Heerlen</strong> is, sinds 1997, ca. 20 miljoen geïnvesteerd in<br />

het afkoppelen van verhard oppervlak. Met name in<br />

rioolrenovatieprojecten zijn aparte regenwaterriolen aan -<br />

gelegd die het regenwater afvoeren naar infiltratievoorzieningen<br />

of oppervlaktewater.<br />

Vanuit watermanagement een fundamentele omdraaiing<br />

van “burgers moeten draagvlak tonen voor ons water -<br />

beleid” naar “wat kunnen we met water betekenen voor<br />

de kwaliteit van leven?”.<br />

Ontwikkelingen in ecologie, duurzaamheid, recreatie en<br />

energie als kans tegen krimp<br />

<strong>Heerlen</strong> heeft twee beekdalen, de Caumerbeek en<br />

Geleenbeek, met een enorm potentieel. In de beekdalen<br />

zijn mogelijkheden te over om ecologie, duurzaamheid,<br />

recreatie, economie, beleving en energie te ontwikkelen.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

28<br />

<strong>Heerlen</strong> is een krimpstad, wat kansen biedt voor een<br />

nieuwe manier van denken en innovatieve oplossingen.<br />

Bevolkingsdaling is een betrekkelijk nieuw fenomeen en<br />

vergt van alle partijen een omschakeling in het denk -<br />

patroon van ‘meer’ naar ‘minder en beter’. Het vertrek<br />

van de mijnindustrie is door <strong>Heerlen</strong> in het verleden<br />

gebruikt door zich te ontwikkelen als een krachtige stad<br />

en een aantrekkelijk woonomgeving binnen Parkstad<br />

Limburg. Desondanks is de mijnsluiting nog steeds<br />

voelbaar in de regio. Het verlies van werkgelegenheid<br />

heeft voor grote werkloosheid, verloedering en onveilig -<br />

heid gezorgd. Door een tekort aan (hoogwaardige)<br />

werkgelegenheid vertrekken veel ambitieuze jongeren<br />

uit de regio. Daarbij verhuist een groot gedeelte van het<br />

midden – segment naar het financieel aantrekkelijke<br />

buitenland om nog maar niet te spreken over de ver -<br />

grijzing.<br />

Het aanzienlijk versterken en verbeteren van de sociaal -<br />

economische positie van <strong>Heerlen</strong> in een nieuwe periode<br />

van transitie over meerdere collegeperiodes heen vraagt<br />

om innovatie en vernieuwing, nieuwe ideeën en concep -<br />

ten en nieuwe samenhangende prioriteiten. De toekomst<br />

van <strong>Heerlen</strong> valt of staat met het vol lef, ambitie en<br />

tempo werken aan het verbeteren van de woon- en<br />

leefomgevingen (hogere kwaliteit, meer variatie, beter<br />

rood-blauw en groen verbinden, duurzamer, hoogwaardige<br />

voorzieningen). Dit biedt <strong>Heerlen</strong> de kans om mensen te<br />

behouden en aan te trekken bij een sterk krimpende<br />

beroepsbevolking.<br />

<strong>Heerlen</strong> dient van het verbeteren van de woon- en<br />

leefomgeving een topprioriteit te maken omdat het een<br />

grote achterstand in woonaantrekkelijkheid ten opzichte<br />

van andere steden en regio’s moet overbruggen. Op de<br />

woonaantrekkelijkheidsindex van Gerard Marlet neemt<br />

<strong>Heerlen</strong> van de vijftig grootste Nederlandse steden de<br />

laatste plaats in. De woonaantrekkelijkheidsindex<br />

bestaat uit de kwaliteit van de woningen, een histo -<br />

rische binnenstad, het cultuuraanbod, de nabijheid van<br />

natuur, de goede bereikbaarheid van banen en uit<br />

veiligheid. Het verbeteren is ook van belang omdat<br />

‘werken wonen volgt’ en deze relatie, naar verwachting,<br />

voor de toekomst alleen maar sterker zal worden. En<br />

juist de woonaantrekkelijkheidsindex is een goede<br />

voorspeller voor de aantrekkingskracht van steden op<br />

economisch kansrijke bevolkingsgroepen zoals hoog -<br />

opgeleiden en creatieven


De visie is om de beekdalen te herontwikkelen en in te<br />

zetten als verbeteringsmaatregel voor de leefomgeving<br />

en daarmee als maatregel tegen krimp. Het ontwikkelen<br />

van een beleefbaar stuk natuur op loopafstand binnen<br />

de grenzen van <strong>Heerlen</strong> tussen de wijken Heerlerbaan,<br />

Centrum, Heerlerheide en Hoensbroek is een bindmiddel<br />

voor bestaande en toekomstige burgers.<br />

Kaderrichtlijn Water<br />

De kaderrichtlijn water stelt strengere eisen aan de<br />

waterkwaliteit en ecologie van ons oppervlaktewater. In<br />

de toekomst moet ons oppervlaktewater schoner en<br />

natuurlijker worden. Gezamenlijk met de Provincie en<br />

het Waterschap wordt uitvoering gegeven aan de kader -<br />

richtlijn water. Door het herinrichten van onze beekdalen<br />

en vijvers ontstaat een natuurlijk evenwicht van water -<br />

kwaliteit en ecologie. Als gemeente hebben we een taak<br />

om deze pareltjes beleefbaar te maken voor de inwoners<br />

van <strong>Heerlen</strong> en omgeving. De baten van de noodzake -<br />

lijke investeringen in de waterkwaliteit en ecologie<br />

worden zo zichtbaar.<br />

Beheer en Onderhoud<br />

Om de nieuwe ontwikkelingen beter te beheren, gaan de<br />

taken van de beheerder verschuiven van puur object -<br />

beheer naar functioneel beheer en risicomanagement. Te<br />

denken valt aan het op afstand besturen van het ledi -<br />

gingsgedrag van bergbezinkbassins in relatie met het<br />

functioneren van de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Ook<br />

het koppelen van het rioleringsmodel aan het werkelijke<br />

gedrag van het rioleringsstelsel is een toekomstige<br />

ontwikkeling.<br />

Financiële ontwikkelingen<br />

Het rioleringsstelsel is een waardevol systeem waarmee<br />

primair de volksgezondheid wordt gediend.<br />

Het onderhouden en verbeteren van het riolerings systeem<br />

is dan ook van essentieel belang om de volksgezond -<br />

heid op peil te houden. In de toekomst nemen de<br />

uitgaven inzake rioolvervanging toe. De zogenaamde<br />

“babyboomriolen” zijn namelijk aan vervanging toe. Ook<br />

het toekennen van de extra taken betreffende grondwater<br />

en regenwater en de strengere milieueisen van de<br />

Kaderrichtlijn Water zorgen voor hogere uitgaven. Het is<br />

van belang dat het toekomstige inkomstenpatroon afge -<br />

stemd wordt op de toekomstige uitgaven.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

29<br />

Watervisie<br />

De watervisie is ontstaan uit een combinatie van de<br />

toekomstige ontwikkelingen en de ideeën uit de brain -<br />

stormsessies. Transport van afvalwater en regenwater<br />

over grote afstanden vergt een uitgebreid ondergronds<br />

rioolstelsel. De afgelopen jaren is door het aanleggen<br />

van gescheiden stelsels en aparte regenwaterriolen het<br />

rioleringsstelsel van <strong>Heerlen</strong> aanzienlijk uitgebreid. Dit<br />

kapitaal moet doelmatig onderhouden en in de toekomst<br />

vervangen worden. Om uitbreiding van het riolerings -<br />

stelsel tegen te gaan richt de watervisie zich op het<br />

zichtbaar maken van de waterstromen.<br />

In de toekomst gaat al het regenwater zichtbaar afge -<br />

voerd worden, waarbij met name op particulier terrein<br />

opvangvoorzieningen (vijvers) worden aangelegd om het<br />

water ter plaatse vast te houden en te infiltreren. De<br />

gemeentelijke wegenstructuur, verantwoordelijk voor het<br />

afvoeren van het regenwater, is maatgevend bij steden -<br />

bouwkundige plannen. Woningen op laag gelegen<br />

gebieden binnen ontwikkelingsplannen moeten plaats<br />

maken voor wateropvangvoorzieningen.<br />

Afkoppelen huize Eikholt


Infiltratiekratten onder inrit particulier.<br />

Ook in bestaande gebieden wordt de particulier verant -<br />

woordelijk voor het opvangen en infiltreren van het<br />

regenwater dat valt op zijn perceel. Bestaande kolken<br />

worden dichtgezet, zodat het water via natuurlijk verloop<br />

over de weg naar het oppervlaktewater stroomt. De be -<br />

staande woningen die de natuurlijke afwatering belemmeren<br />

dienen te worden gesloopt. Het bestaande ge -<br />

mengde riool is nu te groot en wordt vervangen door<br />

een kleiner riool dat geschikt is voor afvoer van vuilwater.<br />

In het gemeentelijk Waterplan 2001-<strong>2015</strong> staat dat de<br />

beekdalen in de toekomst zijn ingericht om ruimte te<br />

geven aan eerlijk, heerlijk en begeerlijk water. In deze<br />

watervisie willen we verder gaan dan enkel het aspect<br />

water. Het Caumerbeekdal en het Geleenbeekdal gaan<br />

een multifunctionele rol spelen voor <strong>Heerlen</strong> en de<br />

omliggende steden. De twee beekdalen zijn in de toe -<br />

komst heringericht en vormen gezamenlijk een groeneblauwe<br />

corridor door het landschap. Met name het<br />

beleefbaar maken van de beekdalen voor de direct<br />

omwonende en andere recreanten zorgt voor een<br />

positief impuls die zelfs positief werkt tegen krimp.<br />

Van visie naar uitvoering<br />

Met de watervisie is een gedachtebeeld voor de toe -<br />

komst geschetst. Nu is het van belang de juiste weg in<br />

te slaan richting het verwezenlijken van de watervisie.<br />

De weg wordt ingezet door het stellen van doelen op<br />

midden en lange termijn en resultaten in de planperiode<br />

van het beleidsplan stedelijk watermanagement <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

30<br />

Doelstellingen:<br />

het doelmatig en veilig afvoeren van afvalwater;<br />

verhogen bewustwording particulieren voor eigen<br />

mogelijkheden voor duurzaam waterbeheer;<br />

nieuwbouwplannen en gebiedsontwikkelingen duur -<br />

zaam inrichten met zo min mogelijk ondergrondse<br />

riolering;<br />

verhogen belevingswaarde water in openbare ruimte;<br />

scheiden schoonwater en vuilwaterstromen;<br />

het ondergrondse rioleringsstelsel via innovatie ge -<br />

bruiken voor duurzame energie.<br />

Resultaten beleidsplan stedelijk watermanagement <strong>2011</strong>-<br />

<strong>2015</strong>:<br />

invoeren afwateringsverordening inclusief subsidie<br />

voor burgers (WRO)?<br />

aangescherpte ontwerpeisen voor de waterhuishou -<br />

ding bij nieuwbouw en gebiedsontwikkeling kenbaar<br />

maken bij de beleidsafdelingen, ontwikkelaars en<br />

woningstichting;<br />

starten met herinrichting vijverparken;<br />

starten met het ontkluizen van de Caumerbeek en<br />

Loopgraaf;<br />

onderzoek naar vervolg “PILOT” waterkrachtenergie uit<br />

riool;<br />

starten monitoren functioneren rioleringsstelsel.


5. Beleid en Wetgeving<br />

5.1 Inleiding<br />

Voor de uitvoering van gemeentelijke watertaken zijn<br />

vele beleidskaders vanuit Europa, het rijk, de provincie<br />

en waterschappen belangrijk. Het strategische beleid<br />

voor water, milieu en ruimtelijke ordening wordt vooral<br />

door Europa, het rijk (landelijk) en de provincie (regionaal)<br />

opgesteld waarmee zij de ruimte binnen het beleid voor<br />

lagere overheden als waterschappen en gemeenten be -<br />

palen. De provincie Limburg heeft het integraal omgevingsplan<br />

(POL) geactualiseerd waarin de drie beleidsvelden<br />

water, milieu en ruimtelijke ordening gecombineerd zijn.<br />

Daarnaast heeft de provincie Limburg een Provinciaal<br />

Waterplan opgesteld.<br />

Het tactisch/operationeel beleid wordt door waterschap -<br />

pen en gemeenten vastgelegd in waterbeheersplannen,<br />

stroomgebiedsvisies, structuurplannen, gemeentelijke<br />

milieubeleidsplannen, waterplannen en het beleidsplan<br />

stedelijk watermanagement. Het beleid van het water -<br />

schap is gericht op waterkwaliteit en –kwantiteit van<br />

oppervlaktewateren. De plannen van de gemeente zijn<br />

gericht op de ruimtelijke structuur waarvan water onder -<br />

deel uitmaakt. De uitwerking tot operationele plannen<br />

vindt plaats in inrichtingsplannen, beheers- en onder -<br />

houdsplannen, bestemmingsplannen en milieupr0gramma’s.<br />

Hieronder is in vogelvlucht het gemeentelijke water-,<br />

omgevings- en rioleringsbeleid beschreven, dat van<br />

belang is voor het Beleidsplan Stedelijk Watermanage -<br />

ment <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>. Voor een compleet overzicht van het<br />

Europese, landelijke en provinciale beleid op het gebied<br />

van water en riolering wordt verwezen naar bijlage D.<br />

5.2 <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong><br />

Waterplan (2001-<strong>2015</strong>)<br />

Uitgangspunten in het waterplan zijn het watersysteem<br />

en de stroomgebiedbenadering. Het hogere beleid is<br />

goed herkenbaar en vormt het kader van het gemeente -<br />

lijke waterbeleid. Voor de stroomgebieden van de beken<br />

zijn ambitieniveaus bepaald: begeerlijk water als hoogste<br />

doelstelling voor het oorspronggebied van de Rode beek<br />

op de Brunssummerheide, heerlijk water als één na<br />

hoogste voor de stroomgebieden van de Geleenbeek en<br />

de Caumerbeek en eerlijk water als laagste doelstelling<br />

voor de Caumerbeek benedenstrooms van de Oliemolen.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

31<br />

Het POL en het Waterbeheersplan van het waterschap<br />

geven de beken in <strong>Heerlen</strong> een specifiek ecologische<br />

functie, die inhoudt dat de beken in potentie hoge<br />

natuurwaarden kunnen hebben. Daarvoor moet de<br />

waterkwaliteit goed zijn, en zijn de ecologische - en<br />

inrichtingsrandvoorwaarden aanwezig.<br />

Impressie Geleenbeek benedenstrooms A-79<br />

Afkoppelbeleid (2003)<br />

Eind 2003 is het afkoppelbeleid van de gemeente<br />

<strong>Heerlen</strong> door B&W vastgesteld. De belangrijkste<br />

actiepunten zijn:<br />

Kansrijke projecten binnen omvangrijke projecten als<br />

eerste oppakken boven afkoppelprojecten in wijken<br />

(bijvoorbeeld schone bedrijventerreinen). Uit een haal -<br />

baarheidsstudie blijkt dat afkoppelprojecten waarbij<br />

van de burger een directe en actieve betrokkenheid<br />

wordt gevraagd, een hoog afbreukrisico hebben en<br />

een laag rendement. Het kost veel tijd en vereist een<br />

zeer intensief communicatietraject om een project te<br />

realiseren. Belangrijker nog is dat het milieurende ment<br />

laag is, omdat het om een relatief klein aantal aan -<br />

sluitingen gaat. In de voorgestelde projecten is met<br />

een relatief geringe inspanning een hoog milieurende -<br />

ment te realiseren. Bij rioolrenovaties wordt nagegaan<br />

of het ombouwen van een gemengd naar een geschei -<br />

den stelsel zin heeft waarbij ook grotere privé-percelen<br />

die (gemakkelijk) te scheiden zijn meegenomen<br />

worden. Bij deze projecten is vaak vijftig procent van<br />

het verhard oppervlak direct te scheiden/af te koppe -<br />

len; in de loop der tijd wordt dit percentage door<br />

(ver)nieuwbouw steeds hoger.<br />

Aansluitend op het vorige punt wordt niet ingezet op<br />

wijkgericht werken met afkoppelprojecten met uit -<br />

zondering van een aantal deelgebieden in de wijk<br />

Welten. Voor particulieren is er een regeling voor het<br />

afkoppelen van regenwater.<br />

De mogelijkheden van afkoppelen in de gemeente<br />

<strong>Heerlen</strong> worden vastgelegd op een afkoppelkansen -<br />

kaart waar op wijkniveau staat aangegeven waar de<br />

mogelijkheden het grootste zijn.


De kaart geeft aan welke acties nodig zijn om twintig<br />

procent van het verhard oppervlak voor 2020 af te<br />

koppelen en wat de kosten hiervan zijn.<br />

De kostenaspecten van het beheer en onderhoud van<br />

afkoppelprojecten worden in beeld gebracht.<br />

Bekenvisie (2004)<br />

Waar het in de visie om gaat en waar hoog op ingezet<br />

moet worden zijn de natuurlijke afvoer van water, het<br />

structurerende groen, de ecologische verbindingszone<br />

en de beken als belevingsbron voor de bewoners. De<br />

visie schept een kader voor zowel natuurontwikkeling<br />

en de waterhuishouding als verstedelijking en recreatie<br />

in en langs de beekdalen met de nadruk op het bepalen<br />

van de grenzen voor verstedelijking.<br />

Wegbeheerplan (2007-<strong>2011</strong>)<br />

Het onderhoudsniveau van de elementen- en betonver -<br />

hardingen in de gemeente <strong>Heerlen</strong> is goed. Het onderhoudsniveau<br />

van de asfaltverhardingen is door het hoge<br />

percentage achterstallig onderhoud matig tot slecht. Ook<br />

wordt onderhoud, nodig volgens de planningen, uitge -<br />

steld in verband met andere plannen of projecten op die<br />

betreffende locaties.<br />

Aanbrengen asfaltlaag.<br />

Het gemiddelde, benodigde bedrag voor de komende<br />

5 jaren bedraagt bijna 2,6 miljoen euro per jaar. Na <strong>2011</strong><br />

is naar verwachting (leeftijdsopbouw verharding) een<br />

bedrag nodig van ruim 3,7 miljoen euro per jaar.<br />

Het gemiddelde, minimaal noodzakelijke budget volgens<br />

de CROW-systematiek voor groot onderhoud, afgestemd<br />

op de <strong>Heerlen</strong>se praktijk, bedraagt € 2.583.000 per jaar.<br />

Afgezet op het verhardingsareaal van de gemeente is<br />

dat € 0,53 per m 2 per jaar.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

32<br />

Dit bedrag is hoger dan het werkelijk beschikbare<br />

onderhoudsbudget van de gemeente <strong>Heerlen</strong>:<br />

€ 2.206.237,- per jaar (€ 0,45 per m 2 ).<br />

Als gevolg van bijvoorbeeld rioolreconstructies wordt de<br />

onderhoudstoestand van wegen, die voorafgaande aan<br />

de reconstructie mogelijk schade hadden, na de recon -<br />

structie weer goed. Bij de gemeente <strong>Heerlen</strong> wordt in<br />

dergelijke gevallen geen of weinig bijdrage vanuit het<br />

wegbeheer ingebracht. Dergelijk onderhoud heeft dus<br />

een positieve invloed op de kwaliteit van de wegen en<br />

de daarmee samenhangende onderhoudskosten. Geadvi -<br />

seerd wordt om reconstructies zodanig te plannen dat<br />

vooral slechte wegen aangepakt worden. Dat wil zeggen<br />

dat geplande reconstructies afgestemd moeten worden<br />

op de kwaliteit van de bestaande wegen.<br />

Handreiking Duurzaam Inkopen (2010)<br />

Het <strong>Heerlen</strong>s College heeft bij besluit 2009/18024 de<br />

verklaring Duurzaam Inkopen van VROM ondertekend,<br />

met daarin de doelstelling om in 2010 voor 75% en in<br />

<strong>2015</strong> voor 100% duurzaam in te kopen. Daarnaast is op<br />

2 februari 2010 door het College het belang van dit be -<br />

sluit nogmaals onder de aandacht gebracht. Duurzaam<br />

inko pen is geen “uitzondering” maar “regel”, of het nu<br />

gaat om een Europese aanbesteding of een<br />

onderhandse opdracht.<br />

Voor het onderdeel riolering heeft het ministerie van<br />

VROM criteria voor duurzaam inkopen vastgesteld. In<br />

het beleidsdocument staan aandachtspunten voor de<br />

fase vóór en ná de inkopen, achtergrondinformatie,<br />

afwegingen bij de criteria, uitwerking van de criteria in<br />

bestekteksten en uitwerking van de beoordeling van<br />

criteria.<br />

Klimaatbeleidsplan (2010-2020)<br />

<strong>Heerlen</strong> gaat de komende jaren actief aan de slag met<br />

klimaatbeleid. Het doel van het beleid is het terug -<br />

dringen van de CO2-uitstoot met minimaal 20% (ten<br />

opzichte van 1990) door; het verhogen van de energieefficiëntie<br />

met 20% en de inzet van duurzame energiebronnen<br />

met 20% én door zelf het goede voorbeeld te<br />

geven en anderen uit te dagen en stimuleren hier een<br />

bijdrage aan te leveren. <strong>Heerlen</strong> wil deze ambitie in 2020<br />

verwezenlijken. Met het klimaatbeleidsplan wordt hier -<br />

voor de basis gelegd.


Het klimaatbeleidsplan is een uitwerking van de strate -<br />

gische visie Economie en Klimaat, waarin het <strong>Heerlen</strong>se<br />

beleid ten aanzien van nieuwe energie vanuit twee<br />

invalshoeken (economie en duurzaamheid) globaal<br />

wordt beschreven<br />

Een essentieel onderwerp is de organisatie van het<br />

<strong>Heerlen</strong>se klimaatbeleid, waarbij een belangrijke rol is<br />

weggelegd voor de <strong>Heerlen</strong>se Klimaatambassade. Doel<br />

van de Klimaatambassade is het mobiliseren van andere<br />

partijen om een bijdrage te leveren aan het realiseren<br />

van de doelstellingen van het klimaatbeleid.<br />

Door het uitvoeren van de Pilot “Waterkrachtenergie uit<br />

riool” draagt het gemeentelijke rioleringsstelsel bij aan<br />

het behalen van de doelstelling van het klimaatbeleids -<br />

plan.<br />

Structuurvisie <strong>Heerlen</strong> 2040 (<strong>2011</strong>)<br />

De Structuurvisie <strong>Heerlen</strong> 2040 is een ruimtelijke be -<br />

leidsvisie voor de lange termijn en vloeit voort uit de<br />

Wet ruimtelijke ordening. De structuurvisie is in essentie<br />

een ruimtelijk plan waarin economisch, ecologisch en<br />

sociaal beleid is verankerd. Hiermee heeft de structuur -<br />

visie een integraal karakter en raakt alle terreinen van<br />

het gemeentelijk beleid.<br />

Er is gekozen voor het schetsen van een helder, inspire -<br />

rend beeld van de stad in 2040. De specifieke opgave<br />

van de komende periode is vooral de kwaliteit van het<br />

stedelijk en landelijk gebied op een hoger niveau te<br />

brengen. Hierbij kan overigens niet alles vooraf worden<br />

bepaald. Het gemeentelijk beleid zal en moet steeds<br />

alert reageren op ontwikkelingen.<br />

Het stedelijk watermanagement is ook opgenomen in de<br />

structuurvisie. Hierbij is het accent gelegd op aspecten<br />

als krimp en riolering, bewustwording burgers en uit -<br />

breiding regenwaterstructuur.<br />

Nota Milieu & Duurzaamheid (<strong>2011</strong>)<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> werkt in het kader van continuïteit en<br />

integraliteit aan een overkoepelend meerjarig Milieu -<br />

beleidsplan op basis van een visie voor de langere<br />

termijn. Er ontbreekt namelijk een gemeentelijke visie<br />

op het totale palet van milieuthema’s. De gemeente<br />

voert haar wettelijke taken op het gebied van milieu uit<br />

op basis van een sectorale benadering.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

33<br />

Het leefomge vingsplan vormt de enige overkoepelende<br />

bouwsteen, vanuit de visie dat er wordt gestreefd naar<br />

een goede balans tussen gebruik van een gebied en de<br />

leefkwaliteit in dat gebied.<br />

De nota Milieu & Duurzaamheid ziet toe op het verduur -<br />

zamen van werkzaamheden op het gebied van milieu en<br />

leefomgeving en van procesmanagement. Er wordt in -<br />

vulling gegeven aan het begrip duurzaamheid, de<br />

samenhang wordt aangegeven tussen de bestaande<br />

sectorale plannen en ontbrekende beleidsonderwerpen<br />

worden gesignaleerd. Tevens is de bedoeling vroegtijdige<br />

beoordeling van milieukwaliteiten te borgen evenals de<br />

integraliteit van afwegingen ten behoeve van besluitvor -<br />

mingstrajecten, draagvlak te vergroten voor milieu thema’s<br />

en de beeldvorming om te buigen van een probleem -<br />

veroorzakend imago naar een voorwaardenscheppend<br />

imago. Tevens zal het beleid voor natuur- en milieu -<br />

communicatie en -educatie (NME) worden aangepast.<br />

De nota wil er primair aan bijdragen dat duurzaamheid<br />

op alle niveaus een vanzelfsprekend uitgangspunt<br />

wordt: binnen de gemeentelijke organisatie van directie<br />

tot beleidsmakers en uitvoerders. Bij de totstandkoming<br />

van de Nota is heel bewust gekozen voor een participa -<br />

tief proces waarbij in een vroeg stadium input is<br />

ge vraagd van uiteenlopende partijen – zowel intern als<br />

extern – die een rol spelen in de uitvoering van het<br />

milieu- en duurzaamheidsbeleid van de gemeente<br />

<strong>Heerlen</strong>.<br />

Groenbeleidsplan (<strong>2011</strong>)<br />

In het groenbeleidsplan wordt de visie op de gemeente -<br />

lijke groenstructuur vastgelegd. In het groenbeleidsplan<br />

wordt ook aandacht geschonken aan het stedelijk water -<br />

management. Herstel van het natuurlijk watersysteem<br />

wordt nastreven. Infiltratie op of nabij de locatie waar<br />

de regen is gevallen is het motto. Hiermee wordt de<br />

oorspronkelijke grondwaterstromen richting de dalen<br />

hersteld en bron- en broekgebieden ontwikkeld.<br />

Ook Hemelwaterbuffering in groenstructuren is zeer<br />

goed mogelijk, maar dient te passen in het totaalconcept<br />

voor de betreffende structuur. Daarnaast dient bij riool -<br />

renovatieprojecten rekening te worden gehouden met de<br />

aanwezige groenstructuren en de mogelijke wens om<br />

nieuwe groenstructuren te realiseren.


De raakvlakken van groen en blauw binnen de<br />

gemeentelijke beekdalen moeten optimaal benut<br />

worden!<br />

5.3 Regionaal/Landelijk<br />

Regionaal Waterplan Parkstad Limburg 2004-2010<br />

Het Regionaal Waterplan Parkstad Limburg bestaat uit<br />

acht gemeentelijke waterplannen en één overkoepelend<br />

plan voor Parkstad Limburg als geheel. Het waterplan is<br />

een plan zonder wettelijke status, maar is een invulling<br />

van het tactische waterbeleid naast het waterbeheerplan<br />

van het waterschap en de provinciale stroomgebied visies.<br />

Het waterplan geeft de impuls om van een meer secto -<br />

rale/thematische benadering naar een meer integrale<br />

benadering te komen waarin het watersysteem centraal<br />

staat. Aan de verschillende watersystemen worden toe -<br />

komstbeelden toegekend waarvoor gebruik is gemaakt<br />

van de ambitieniveaus Eerlijk, Heerlijk of Begeerlijk<br />

water uit het Waterplan <strong>Heerlen</strong> (2001). Uit de vergelij king<br />

van de huidige situatie en het gewenste toekomst beeld<br />

komen bijna vierhonderd (!) knelpunten. Om deze op te<br />

lossen zijn ruim 280 maatregelen gedefinieerd waarbij<br />

de kosten globaal zijn geraamd op driehonderd á vijf -<br />

honderd miljoen euro.<br />

In het Regionaal Waterplan Parkstad Limburg is een<br />

strategische visie opgesteld waarin is aangegeven, dat<br />

in de gebieden waar voor de inrichting, waterkwaliteit<br />

en waterkwantiteit de problemen het grootste zijn, het<br />

eerste maatregelen worden genomen. Om de toekomst -<br />

beelden te realiseren worden in de planperiode<br />

2004-2010 vooral inspanningen gedaan voor:<br />

Het realiseren van de basisinspanning.<br />

Het verbeteren van het zuiveringsrendement van de<br />

zuiveringen.<br />

Het aanleggen van buffers om de afvoerpieken en<br />

inundaties te voorkómen.<br />

Het herinrichten van beken, en;<br />

Het afkoppelen van verhard oppervlak waar het<br />

milieurendement het hoogst is.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

34<br />

Intergemeentelijke Structuurvisie Parkstad Limburg<br />

(2009)<br />

In de structuurvisie staat dat de tijd rijp is om samen en<br />

vanuit eigen kracht kansrijke lijnen uit te zetten voor<br />

komende 20-30 jaar. Onze regio blijft op een aantal<br />

belangrijke gebieden achter bij haar omgeving: sociale<br />

problematiek, hoge werkloosheid, een te laag regionaal<br />

inkomen, wegtrekkende hoger opgeleide jongeren en<br />

een te langzame groei van startende ondernemingen.<br />

Bovendien treden in Parkstad Limburg ontgroening,<br />

vergrijzing en ontvolking tegelijkertijd en sterker dan<br />

elders op. Nu meer dan ooit is de missie van Parkstad<br />

Limburg relevant en urgent, te weten duurzame econo -<br />

mische structuurversterking van de regio door het<br />

bundelen van de krachten van de zeven gemeenten<br />

Brunssum, <strong>Heerlen</strong>, Kerkrade, Landgraaf, Onderbanken,<br />

Simpelveld en Voerendaal.<br />

Demografische ‘krimp’ maakt kiezen voor kwaliteit<br />

mogelijk<br />

De bevolkingsafname die de regio meemaakt zien wij als<br />

een kans. Een kans om de kwaliteit van de woon-, werk<br />

en leefomgeving duurzaam te versterken. Deze ruimte<br />

willen we nú nadrukkelijk ‘pakken’ om samen te werken<br />

aan een krachtige regio. En dat gaan we doen door in te<br />

zetten op onze herkenbare, unieke pluspunten:<br />

- het vele groen in de directe nabijheid van woonge -<br />

bieden, de landschappelijke rijkdom en de dynamische<br />

afwisseling tussen park en stad;<br />

- sterke natuurlijke beekdalen;<br />

- een rijke culturele en sociale historie;<br />

- fijnmazige sociale structuren met sterke dorpsstads -<br />

kernen die een grote variëteit aan woonmilieus bieden;<br />

- een goede bereikbaarheid, en;<br />

- een hoge dichtheid aan kennisinstellingen, hoogkwali -<br />

tatieve bedrijventerreinen met bovenregionale<br />

bedrij ven en winkelgebieden;<br />

- een sterk toeristisch/recreatief netwerk.<br />

Visie schetst ambities en kansen<br />

Als alle partijen hun krachten bundelen, dan moet het<br />

mogelijk zijn om in 2030 deze kwaliteiten in Parkstad<br />

Limburg te ervaren:<br />

- Meer en beter bereikbaar groen, meer ecologische<br />

kwaliteit en structuur, o.a. door een groter contrast<br />

van stad en land.


- Een sterke economie, voortbouwend op bestaande<br />

kwaliteiten en ontwikkelend op o.a. een innovatieve<br />

energiesector, toeristische dagen verblijfrecreatie, een<br />

hoogwaardige zorginfrastructuur en dito opleidings -<br />

faciliteiten.<br />

- Een geherstructureerd stedelijk gebied met <strong>Heerlen</strong>-<br />

Centrum als Parkstad-centrum; een hoogstedelijke<br />

kern die hoge, gevarieerde woonkwaliteit met passende<br />

voorzieningen biedt voor bestaande én nieuwe kans -<br />

rijke doelgroepen;<br />

- Een uitstekende ontsluiting en bereikbaarheid via een<br />

Parkstadring en het openbaar vervoer, waardoor<br />

Parkstad Limburg ook internationaal een steviger<br />

positie verwerft.<br />

Provinciaal Waterplan Limburg 2010-<strong>2015</strong><br />

Het waterbeleid is volop in beweging. De afgelopen jaren<br />

is het besef gegroeid dat het waterbeleid een internatio -<br />

nale aangelegenheid is, waarvoor de kaders steeds meer<br />

op Europees niveau bepaald worden. Een belangrijke<br />

uitdaging is dan ook de uitvoering van de Europese<br />

Kaderrichtlijn Water (KRW), die in 2009 tot gezamenlijke<br />

(internationale) stroomgebiedbeheerplannen moet leiden.<br />

Ook de uitvoering van de in 2007 vastgestelde Hoogwater -<br />

richtlijn sluit hier bij aan. Daarnaast vraagt klimaatsverandering<br />

en ontwikkelingen op gebied van regionale<br />

wateroverlast, beekherstel, verdrogingsaanpak, drink -<br />

watervoorziening en de uitvoering van de Maaswerken<br />

om een herijking en uitwerking van het waterbeleid uit<br />

het POL2006.<br />

Het waterbeleid in het Provinciaal Waterplan 2010-<strong>2015</strong><br />

omvat de strategische hoofdlijnen voor het provinciale<br />

waterhuishoudkundig beleid. De operationele uitwerking<br />

vindt plaats via POL-aanvullingen en beleidsregels, die<br />

bij de verschillende hoofdstukken genoemd zijn. Samen<br />

met deze uitwerkingen vormt het waterbeleid in het<br />

Provinciaal Waterplan 2010-<strong>2015</strong> het nieuwe provinciale<br />

waterhuishoudingsplan.<br />

Het provinciale waterbeleid bevat de volgende strate -<br />

gische doelen:<br />

• Herstel sponswerking.<br />

• Herstel van de natte natuur.<br />

• Schoon water.<br />

• Een duurzame watervoorziening.<br />

• Een veilige Maas.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

35<br />

Op het concept Provinciaal Waterplan 2010-<strong>2015</strong> heeft de<br />

gemeente <strong>Heerlen</strong> een zienswijze ingediend. In de ziens -<br />

wijze is aangegeven dat gemeente <strong>Heerlen</strong> en andere<br />

gemeenten bedenkingen hebben bij de opgave om de<br />

overstortfrequentie uit overstorten op kwetsbare en zeer<br />

kwetsbare beken terug te dringen. Allereerst worden de<br />

gemeenten die aan deze kwetsbare en zeer kwetsbare<br />

beken zijn gelegen ten opzichte van andere gemeenten<br />

extra belast met maatregelen en investeringen (en dus<br />

lastenverhogingen). Taakverschuiving van deze opgave<br />

naar Waterschap of Provincie zorgt voor een evenredige<br />

verdeling van de kosten over alle burgers van Limburg.<br />

Ook de technische onderbouwing van de aan te leggen<br />

groene bergingen is niet consequent en transparant<br />

bepaald. De piekafvoeren van regenwaterstelsels zijn<br />

bijvoorbeeld achterwege gelaten. Daarnaast is het Water -<br />

schap verantwoordelijk voor de waterkwantiteit en ons<br />

inziens voor het aanleggen van de groene bergingen.<br />

Verder zijn binnen het afstroomgebied van de Geleenbeek<br />

de effecten van overstorten in relatie tot de overige<br />

maatregelen zoals herinrichting beken, diffuse bronnen,<br />

emissie landbouw en rioolwaterzuiveringsinstallatie<br />

onvoldoende onderzocht. Ook de effecten van de reeds<br />

aangelegde maatregelen volgens de basisinspanning<br />

(momenteel in uitvoering) zijn niet bekend.<br />

Voordat aanvullende maatregelen (van in totaal € 80 -<br />

€ 300 miljoen) door gemeenten worden genomen gaat<br />

<strong>Heerlen</strong> dan ook achter diverse aangelegde bergbezink -<br />

bassins de emissie meten met de bijbehorende effecten<br />

op het oppervlaktewater. Aan de hand van deze metingen<br />

wordt vervolgens bepaald of aanvullende maatregelen<br />

voor de Kaderrichtlijn Water nodig zijn.<br />

De zienswijze heeft niet tot aanpassingen van het beleid<br />

van de Provincie geleid.<br />

Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas<br />

2010-<strong>2015</strong><br />

Het Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas<br />

2010–<strong>2015</strong> is het centrale beleidsplan van het waterschap.<br />

Het bevat de beleidsvoornemens voor de periode 2010–<br />

<strong>2015</strong>. Daarnaast wordt een globale doorkijk geboden<br />

naar de verdere toekomst.


Naast de KRW (SGBP Maas) vormen het nationaal water -<br />

plan, het NBW en het provinciaal waterplan Limburg<br />

belangrijke uitgangspunten voor het waterbeheersplan.<br />

Het watersysteem moet op de toekomst worden voor -<br />

bereid. In het Nationaal Bestuursakkoord Water is<br />

afgesproken dat het watersysteem in <strong>2015</strong> op orde moet<br />

zijn. Daarvoor moet het waterschap nog aanzienlijke<br />

inspanningen leveren. Voor een belangrijk deel gebeurt<br />

dit in de planperiode van dit beheersplan. Bij de water -<br />

keringszorg staat veiligheid voorop. De waterkeringen<br />

langs de Maas blijven daarvoor op de afgesproken hoogte<br />

en sterkte. Tevens zorgt het waterschap voor een goede<br />

bescherming van de bebouwde omgeving tegen water -<br />

overlast. Een omvangrijke stedelijke wateropgave maakt<br />

hier deel vanuit.<br />

Water is ook een belangrijke drager van het landschap<br />

en het ecologisch functioneren. Het waterschap reali -<br />

seert zich ook ten volle dat een gezond ecosysteem een<br />

absolute randvoorwaarde is voor de leefbaarheid maar<br />

ook het economisch belangrijke recreatie en toerisme.<br />

Met onder andere een verdere verbetering van de<br />

waterkwaliteit (zuiveren) en een natuurlijke inrichting<br />

van beken wordt getracht om de doelstellingen vanuit<br />

de Kaderrichtlijn Water zoveel mogelijk te realiseren.<br />

In het beheersplan heeft het waterschap het beleid voor<br />

de komende jaren op hoofdlijnen vastgelegd. Dit is deels<br />

een voortzetting van de bestaande aanpak, maar het<br />

bevat ook schetsen van de toekomst en de veranderingen<br />

die nodig zijn om daarop in te spelen. Tevens is aange -<br />

geven wat hiervoor gedaan gaat worden. De uitvoering<br />

van deze taken is hiervoor verdeeld in vijf operationele<br />

programma’s: Plannen, Watersysteem, Veiligheid, Zuiveren<br />

en Instrumenten.<br />

Op het concept Waterbeheersplan Roer en Overmaas<br />

2010-<strong>2015</strong> heeft de gemeente <strong>Heerlen</strong> de hierna volgende<br />

zienswijze ingediend.<br />

Als gemeente <strong>Heerlen</strong> willen we graag geïnformeerd<br />

worden over een mogelijke bijdrage in het achter -<br />

stallig onderhoud van onze visvijvers.<br />

Het is jammer dat de Provincie en het Waterschap<br />

slechts beperkte subsidiegelden beschikbaar stellen<br />

om het doelmatig afkoppelen te stimuleren. De ver -<br />

wachting van minimaal 1% afkoppelen per jaar is<br />

technisch en financieel niet haalbaar.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

36<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> en andere gemeenten hebben be -<br />

denkingen bij de opgave om de overstortfrequentie uit<br />

overstorten op kwetsbare en zeer kwetsbare beken<br />

terug te dringen. Allereerst worden de gemeenten die<br />

aan deze kwetsbare en zeer kwetsbare beken zijn<br />

gelegen ten opzichte van andere gemeenten extra<br />

belast met maatregelen en investeringen (en dus<br />

lastenverhogingen). Taakverschuiving van deze opgave<br />

naar Waterschap of Provincie zorgt voor een evenredige<br />

verdeling van de kosten over alle burgers van Limburg.<br />

Voordat aanvullende maatregelen (van in totaal<br />

€ 80 miljoen - €300 miljoen) door gemeenten worden<br />

genomen gaat <strong>Heerlen</strong> dan ook achter diverse aange -<br />

legde bergbezinkbassins de emissie meten met de<br />

bijbehorende effecten op het oppervlaktewater. Het<br />

Waterschap is geïnformeerd over het gemeentelijk<br />

meetproject. Jammer genoeg wordt geen financiële<br />

bijdrage geleverd om de leemte in kennis te verklei -<br />

nen. Aan de hand van deze metingen wordt vervolgens<br />

bepaald of aanvullende maatregelen voor de Kader -<br />

richtlijn Water nodig zijn.<br />

Een mogelijke subsidiebijdrage van de Provincie en<br />

het Waterschap van € 6 miljoen voor KRW maatregelen<br />

is een druppel op de gloeiende plaat betreffende het<br />

investeringsniveau van € 80 - € 300 miljoen die<br />

gemeenten zouden moeten investeren.<br />

Graag zien wij dan ook in het rapport (conform ambte -<br />

lijke en bestuurlijke afspraken) het ontkluizen van de<br />

Caumerbeek als maatregel in deze periode wordt<br />

opgenomen.<br />

De extra inspanningen voor het opheffen van RWZI<br />

<strong>Heerlen</strong> wil de gemeente <strong>Heerlen</strong> graag in overleg met<br />

het Waterschap Roer en Overmaas en het Waterschaps -<br />

bedrijf Limburg vorm gaan geven.<br />

De zienswijze heeft geleid tot aanpassingen betreffende<br />

het opnemen van het ontkluizen van de Caumerbeek en<br />

het amoveren van RWZI <strong>Heerlen</strong> als maatregelen in deze<br />

planperiode. De overige opmerkingen hebben niet geleid<br />

tot aanpassingen van het beleid van het Waterschap<br />

Roer en Overmaas.<br />

Intensieve samenwerking afvalwaterketen (VNG leden -<br />

brief 11 juni 2010)<br />

<strong>Gemeente</strong>n en waterschappen werken steeds vaker<br />

samen aan het beheer van de afvalwaterketen.


In de huidige context van de bezuinigingsopgave voor<br />

gemeenten en waterschappen zetten de VNG en UvW nu<br />

de stap om de samenwerking verder te intensiveren en<br />

minder vrijblijvend te maken. Hiervoor is een gezamen -<br />

lijke aanpak voor de afvalwaterketen uitgewerkt.<br />

Kostenbesparing door de gezamenlijke aanpak<br />

Het doel van de gezamenlijke aanpak van VNG en UvW<br />

is het bundelen van kennis en capaciteit en het verder<br />

professionaliseren van het beheer van de afvalwater -<br />

keten door de gemeenten en de waterschappen in<br />

Nederland. Het feitenonderzoek geeft aan dat niet alleen<br />

kostenbesparingen in de afvalwaterketen zijn te realise -<br />

ren door het vergroten van efficiëntie (de dingen goed<br />

doen), maar vooral door het vergroten van de effectivi -<br />

teit van investeringen (de goede dingen doen). Met het<br />

bundelen van kennis en capaciteit en het verder profes -<br />

sionaliseren van het beheer zal de effectiviteit van<br />

investeringen verder toenemen. Bovendien vermindert<br />

het de kwetsbaarheid bij een lage personeelsbezetting.<br />

Daarnaast voorziet de aanpak van VNG en UvW in het<br />

terugdringen van de bestuurlijke drukte en een juridische<br />

borging van het samenwerkingsproces, om de vrijblij -<br />

vendheid te beperken.<br />

Concreet hebben VNG en UvW het volgende afgesproken:<br />

1. Aanpassen van wetgeving die in de praktijk belemme -<br />

rend is voor de doelmatigheid in de afvalwaterketen.<br />

2. Het oprichten van bijvoorbeeld een gemeenschappe -<br />

lijke regeling, coöperatie of andere juridische borging<br />

voor de investeringsprogrammering op de schaal van<br />

een of meer zuiveringskringen (tussen gemeenten<br />

onderling en het waterschap).<br />

3. Het uitvoeren van operationele taken op de grotere<br />

schaal van het waterschapsgebied.<br />

Vooruitgang door de gezamenlijke implementatie<br />

Het is duidelijk dat het formuleren van een gezamenlijke<br />

aanpak alleen niet voldoende is. Daarom hebben VNG en<br />

UvW afgesproken gezamenlijk een implementatietraject<br />

te starten.<br />

Er worden modellen ontwikkeld voor de juridische<br />

borging van de samenwerking tussen gemeenten en<br />

waterschap.<br />

Vakinhoudelijke kennis en kunde die nodig is om op<br />

een verantwoorde manier samenwerkingsverbanden<br />

in de afvalwaterketen in te richten wordt geïnventari -<br />

seerd en ontsloten.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

37<br />

De communicatie over het gehele proces zal landelijk<br />

worden gecoördineerd.<br />

De implementatie van de gezamenlijke aanpak zal in 4<br />

fasen plaatsvinden met 3 belangrijke<br />

mijlpalen.<br />

Fase 1: de opstartfase van 1 mei tot 1 juli 2010. Deze<br />

fase is al gestart. UvW en VNG werken samen aan<br />

informeren van hun leden en het verzamelen van de<br />

best practices.<br />

Fase 2: het vaststellen van de bestuurlijke of hoog<br />

ambtelijke trekkers per (set van) zuiveringskring(en) in<br />

de periode 1 juli tot en met 31 december 2010 om het<br />

regionale uitwerkingsproces op te starten en te stimu -<br />

leren.<br />

Fase 3: het maken van bindende afspraken in de periode<br />

1 januari tot en met 31 december <strong>2011</strong> over de juridi -<br />

sche verankering van de samenwerking. Volgend jaar<br />

kunnen gemeenten en waterschappen hun ambities in<br />

de regio duidelijk maken.<br />

Fase 4: het sluiten van een gemeenschappelijke rege ling,<br />

coöperatie of alternatieve regeling in de periode tot en<br />

met 31 december 2012 in meer dan 75% van de zuive -<br />

ringskringen. De gemaakte afspraken krijgen een organisatorische<br />

invulling.<br />

Het zwaartepunt van de implementatie ligt natuurlijk bij<br />

de gemeenten en de waterschappen zelf.<br />

Daar zullen concrete stappen moeten worden gezet om<br />

de aanpak uit te werken en de beoogde kostenbespa -<br />

ringen te realiseren. Alle bestuurlijke en organisatorische<br />

keuzes vinden lokaal plaats.<br />

Best practices<br />

De samenwerking tussen de gemeenten en waterschap -<br />

pen is zoals gezegd niet nieuw. Met het promoten van<br />

succesvolle samenwerkingsverbanden en het stimuleren<br />

van de nieuwe aanpak laten de gemeenten en de water -<br />

schappen zien dat de weg die ingeslagen wordt, zeer<br />

kansrijk is.<br />

5.4 Wateropgave <strong>Heerlen</strong> <strong>2011</strong> en verder<br />

Ontwikkelingen in waterwetgeving en -beleid hebben<br />

voor gemeenten specifieke wateropgaven tot gevolg.


Voor <strong>Heerlen</strong> staan de komende jaren de volgende<br />

belangrijke wateropgaven (zonder volledig te kunnen<br />

zijn) op het programma:<br />

1. Zorgplicht van hemelwater- en grondwaterproblemen<br />

als gevolg van in werking treden van de Wet<br />

<strong>Gemeente</strong> lijke Watertaken (zie paragraaf 6.5 en 6.6).<br />

2. Het Nationaal Bestuursakkoord Water is op 25 juni<br />

2009 geactualiseerd. Hiermee onderstrepen Rijk, pro -<br />

vincies, gemeenten en waterschappen nogmaals het<br />

belang van samenwerking om het water duurzaam<br />

en klimaatbestendig te beheren. De gemeenten rich -<br />

ten zich vooral op de lokale waterproblemen die<br />

veroor zaakt worden door afstromend hemelwater en<br />

grondwateroverlast.<br />

3. Duurzaamheid.<br />

4. Programma meten is weten: bij drie bergbezink -<br />

bassins (BBB’s) in het Geleenbeekdal worden de<br />

vuiluitworp en de effecten van de BBB’s op de<br />

waterkwaliteit en ecologie van de Geleenbeek<br />

gemeten. De uitkomsten hebben mogelijk gevolgen<br />

voor de normen waarop de krw-maatregelen worden<br />

gedimensioneerd.<br />

Visie op de waterketen.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

38<br />

De uit komsten van dit meerjarig meetprogramma,<br />

dat gestart is in 2010, worden verwacht in 2013.<br />

5. Minder inkomsten uit rioolheffing versus een verbre -<br />

ding van het watertakenpakket, hebben invloed op<br />

de algehele staat van de watergebonden infrastruc -<br />

tuur in <strong>Heerlen</strong>.<br />

6. Intergemeentelijke en regionale samenwerking om<br />

doelmatiger en efficiënter te werken, om daarmee<br />

vervolgens een kostenbesparing in de waterteken te<br />

verzilveren.<br />

7. Maatregelen verbeteren kwaliteit oppervlaktewater<br />

(vijvers en beken). Het gemeentelijke beleid is ver -<br />

breed, waarbij naast riolering ook aandacht wordt<br />

besteed aan oppervlaktewater (vijvers en beken).<br />

8. Klimaatverandering vergt een andere manier van<br />

omgaan met hevige regenval en verdroging.<br />

9. Krimp als kans om de stedelijke afwatering robuust<br />

in te richten.<br />

10. Water een centrale plaats in toekomstige grote ont -<br />

wikkelingen, zoals het Maankwartier, de ontwikkeling<br />

van de Zorgvallei en de herstructureringsopgaven<br />

van de diverse stadsdelen (o.a. Hoensbroek en MSP).<br />

11. Realiseren basisinspanning en KRW-maatregelen.


6. Toetsing huidige situatie, gewenste situatie<br />

en strategie<br />

6.1 Inleiding<br />

Door per werkveld de huidige situatie (eind 2010) naast<br />

die van de gewenste situatie te leggen, wordt inzichtelijk<br />

hoe we ervoor staan binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong> en<br />

hoever we verwijderd zijn van het halen van de doelstel -<br />

lingen. Uit deze vergelijking wordt ook duidelijk waar de<br />

komende jaren de nadruk komt te liggen wat betreft de<br />

planvorming, maatregelen en/of monitoring en de inzet<br />

van (personele) middelen.<br />

De huidige situatie is bepaald op basis van:<br />

Het GRP 2006-2010.<br />

Uitgevoerde onderzoeken.<br />

Uitgevoerde werkzaamheden.<br />

Beschikbare informatie over het functioneren van de<br />

riolering.<br />

Het rioolbeheersysteem.<br />

Financiële stand van zaken.<br />

De huidige situatie beschrijft globaal de ontwikkelingen<br />

op rioleringsgebied. Daarnaast is aangegeven hoe de<br />

rioleringsvlag er op dit moment bij staat.<br />

De gewenste situatie beschrijft de situatie waarbij aan<br />

de gestelde wettelijke eisen wordt voldaan. De gewenste<br />

situatie is abstract weergegeven in de watervisie van de<br />

gemeente <strong>Heerlen</strong>.<br />

De strategie beschrijft het plan van handelen (hoe) om<br />

de gewenste situatie te kunnen bereiken. Bij het<br />

bepalen van de strategie voor de planperiode <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>,<br />

zijn weloverwogen keuzes gemaakt over het beleid en<br />

de (methode van) uitvoering.<br />

In de volgende paragrafen wordt achtereenvolgens<br />

ingegaan op de volgende werkvelden:<br />

In- en uitbreiding riolering.<br />

Rioolrenovatie/-vervanging.<br />

Rioolverbetering.<br />

Zorgplicht afvalwater.<br />

Zorgplicht grondwater.<br />

Zorgplicht hemelwater.<br />

Verbeteringen watersysteem (o.a. Caumerbeek<br />

zichtbaar natuurlijk).<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

39<br />

Beheer en onderhoud.<br />

Planvorming en onderzoek (o.a. klimaatontwikkeling,<br />

vergrijzing).<br />

Bedrijfsvoering en planning.<br />

Juridische aspecten.<br />

6.2 In- en uitbreiding riolering<br />

Huidige situatie<br />

Bestemmingsplan wijziging:<br />

Bij bouwplannen waarvoor een bestemmingsplanwijzi -<br />

ging moet worden doorgevoerd is de watertoets wette lijk<br />

verplicht. Met de watertoets wordt in een vroeg stadium<br />

gelet op de waterhuishouding binnen het plan. Bij de<br />

invulling van het te kiezen rioolstelseltype wordt reke -<br />

ning gehouden met lokale omstandigheden en een<br />

duurzame invulling conform het landelijke en provin -<br />

ciale beleid.<br />

Bij de uitvoering van nieuwe projecten worden de kwan -<br />

titeitstrits “vasthouden, bergen en afvoeren”, en de<br />

kwaliteitstrits “schoonhouden, scheiden en zuiveren<br />

(schoonmaken)” gevolgd. Een van de voorwaarden is<br />

het vasthouden/bergen, van hemelwater. De capaciteit<br />

hiervan bedraagt minimaal 3,5 m 3 /100m 2 , dit is 35 mm<br />

(T=25).<br />

Ondergrondse infiltratiebuffer uitgevoerd met kratten en grofkorrelig materiaal.


Om de controleerbaarheid, en gelijktijdig de belevings -<br />

waarde van water (“Water in de stad”, “Anders omgaan<br />

met water”), te vergroten, voeren we in <strong>Heerlen</strong> het<br />

regenwater voor een deel van zijn afvoerroute boven -<br />

gronds (zichtbaar en controleerbaar) af (bijvoorbeeld<br />

vanaf de regenpijp naar een goot of via greppels in<br />

plaats van een ondergrondse leiding). Naast de genoemde<br />

voordelen levert het ook nog een kostenbesparing op. In<br />

de praktijk betekent het, dat voor elk plan maatwerk<br />

geleverd wordt waarbij de lokale omstandigheden (bij -<br />

voorbeeld het maaiveldverloop, de beschikbare ruimte,<br />

aanwezigheid van een tuin) doorslaggevend zijn. Het<br />

aandachtpunt blijft ook de beheersbaarheid van de<br />

betreffende systemen.<br />

Sinds de watertoets wettelijk verplicht is (november<br />

2003) zijn bij de bouwplannen diverse systemen uitge -<br />

voerd voor de behandeling, verwerking en opvang van<br />

het regenwater.<br />

Hierbij volgen enkele voorbeelden hiervan:<br />

(Verbeterd) Gescheiden rioolstelsel binnen het plan -<br />

gebied.<br />

Aansluiting van regenwater buiten plangebied op<br />

gescheiden stelsel, greppels, buffers.<br />

Gescheiden rioolstelsel waarbij het regenwater riool<br />

bestaat uit infiltratiebuizen, kratten.<br />

Regenwater opvangen op eigenterrein en/of afvoeren<br />

naar greppelsysteem of buffers binnen of buiten<br />

plangebied.<br />

Gescheiden secundair riool per woning, tijdelijke aan -<br />

sluiting op gemengd stelsel.<br />

Regenwater van woningen over maaiveld laten stromen<br />

(bijv. vanaf de regenpijp naar een goot of via greppels<br />

in plaats van een ondergrondse leiding).<br />

Regenwater van woningen op eigenterrein met over -<br />

loop op naast gelegen kavel (Hoogveld).<br />

In bijlage F staat een overzichtstekening met de uitbrei -<br />

dingen, waar anders omgegaan wordt met regenwater.<br />

Geen bestemmingsplan wijziging:<br />

Eigenaren of bedrijven die zich gaan vestigen aan be -<br />

staande situatie, worden verplicht regenwater op hun<br />

eigen terrein op te vangen. Hiervoor is vanaf november<br />

2006 de aansluitverordening op het gemeentelijk riole -<br />

ringsstelsel van kracht.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

40<br />

In de verordening staan enkele uitvoeringregels, zodat<br />

de nieuwe eigenaren zonder een adequate oplossing<br />

voor opvang van regenwater geen rioolaansluiting krij -<br />

gen. Een van de voorwaarden bij aanvraag rioolaanslui ting<br />

luidt “het is noodzakelijk dat op het perceel een voor -<br />

ziening is aangelegd voor opvang en infiltratie van<br />

hemelwater, met een overloop naar het gemeentelijk<br />

riool”. De capaciteit hiervan bedraagt minimaal 2 m 3 /100<br />

m 2 , dit is 20 mm (bijv. 35 app. Emmaterrein/Passartweg,<br />

Wijngaardsweg (de Kloe), Kloosterstraat).<br />

Gewenste situatie<br />

De consequenties van het (rijks)beleid zijn niet voor<br />

iedereen vanzelfsprekend, wat betekent dat vanuit de<br />

waterdiscipline missionariswerk nodig is om het anders<br />

omgaan met water op een acceptabele en vooral veilige<br />

manier in de nieuwe plannen te verwerken. Een voor -<br />

beeld is de bestemmingsplannen die niet voorbereid zijn<br />

op de nieuwe manier van omgaan met regenwater: het<br />

vraagt in eerste instantie ruimte voor water op geschikte<br />

plekken. Verder staan projectontwikkelaars (vanwege de<br />

financiële gevolgen) niet te juichen over de gevolgen<br />

voor hun bouwplannen. In het bouwbesluit en de bouw -<br />

verordening zijn geen voorschriften opgenomen die<br />

uitlogende schadelijke materialen, zoals ongecoat zink<br />

en koper, niet meer toestaan. Dit staat op gespannen<br />

voet met het “schoonhouden” van de kwaliteitstrits.<br />

Het is gewenst om meer uniformiteit te creëren in het<br />

toepassen van een waterhuishoudkundig systeem. Een<br />

integrale aanpak binnen de verschillende afdelingen van<br />

de gemeente over alle bouwprojecten is van groot belang<br />

om te komen tot een verantwoorde systeem keuze. De<br />

gemeente kan zodoende duidelijkheid verschaffen aan<br />

planontwikkelaar, bouwers, burgers.<br />

Zichtbaar water in nieuwbouwplan.


Strategie<br />

Het verschaffen van meer uniformiteit binnen de ge -<br />

meente <strong>Heerlen</strong> wordt bereikt door het opstellen van<br />

enkele voorbeelden van systemen met elk hun eigen<br />

uitgangspunten en voorwaarden. Hierbij spelen aspecten<br />

als kosten, ontwerp, aanleg, uitvoering, beheer en<br />

onderhoud een rol. De nieuwe wijze van aansluiten<br />

maakt, dat de rioolontwerpeisen en standaarddetails<br />

herzien moeten worden.<br />

Al bij de initiatieffase een integrale aanpak van (bouw)pro -<br />

jecten, hierbij rekening wordt gehouden met de keuze<br />

van een robuust watersysteem.<br />

6.3 Rioolrenovatie/-vervanging<br />

Huidige situatie<br />

Door het uitvoeren van rioolrenovaties en rioolvervan -<br />

gingen worden de oorspronkelijke functies van het riool,<br />

zoals afvoercapaciteit, waterdichtheid en sterkte, hersteld.<br />

Bij rioolrenovatie wordt de functie van binnenuit hersteld.<br />

Hiervan ondervinden de burgers minder overlast, doordat<br />

de wegopbrekingen beperkt zijn en de uitvoering van<br />

korte duur is.<br />

Relinen hoofriool.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

41<br />

Bij rioolvervangingen worden de functies hersteld door<br />

de oude riolering te verwijderen en nieuwe riolering,<br />

soms op een andere plek, aan te leggen. Dit is (vaak)<br />

een flinke ingreep in de weg met overlast tot gevolg.<br />

Hierbij is het wel mogelijk om het systeem te wijzigen,<br />

bijv. van gemengd naar gescheiden rioolstelsel (anders<br />

omgaan met regenwater).<br />

Bij de keuze tussen rioolrenovatie en rioolvervangen<br />

spelen de volgende argumenten een rol:<br />

Toestand huidige riolering (Is rioolrenovatie wel<br />

mogelijk?).<br />

Hydraulische capaciteitproblemen.<br />

Wegreconstructie.<br />

Toestand infrastructuur.<br />

Systeem wijziging (van gemengd naar gescheiden<br />

rioolstelsel).<br />

Wij beoordelen via rioolinspecties de rioolleidingen die<br />

voor de kwaliteitskenmerken waterdichtheid en stabili -<br />

teit aan vervanging of renovatie toe zijn. Hierbij wordt<br />

onderscheid gemaakt tussen het advies ingrijpen, waar -<br />

schuwen of geen actie nodig. Waarschuwen betekent dat<br />

de leidingkwaliteit discutabel is. De betreffende leidingen<br />

worden met kortere intervallen geïnspecteerd en de<br />

verwachte restlevensduur wordt verkleind tot tien jaar.<br />

Bij ingrijpen zijn maatregelen nodig, omdat de techni -<br />

sche kwaliteit zo slecht is dat binnen één à twee jaar<br />

herstelmaatregelen nodig zijn.<br />

Rioolinspectie, zo hoort een riool van ruim 30 jaar oud eruit te zien.


Tabel 16 en grafiek 2 geven de rioollengten in relatie tot<br />

het aanlegjaar en de kwaliteit. De beheerinformatie is in<br />

zoverre actueel, dat een aantal projecten niet is meege -<br />

nomen door de tijd die nodig is voor de overdracht,<br />

meting en invoering van de gegevens.<br />

Tabel 16. Kwaliteitsgegevens rioleringsstelsel<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Lengte riolering (km) in <strong>Heerlen</strong> in relatie tot de aanlegperiode en de kwaliteit<br />

(in km en % van de geïnspecteerde lengte op "stabiliteit en waterdichtheid"<br />

Aanlegjaar Totale Geïnspec- Percentage Kwaliteit Percentage Kwaliteit Percentage Totaal<br />

lengte teerde van totaal slecht = van geïnspec- discutabel = van geïnspec- percentage<br />

riool lengte ingrijpen teerde lengte: waarschu- teerde lengte: voor actie<br />

(km) (km) (km) ingrijpen wing (km) waarschuwen<br />

1915-1944 25,3 17,7 70,0% 7,5 42,4% 7,4 41,8% 84,2%<br />

1945-1954 36,6 26,8 73,2% 7,7 28,7% 12,2 45,5% 74,3%<br />

1955-1989 273,5 159,8 59,1% 15,8 9,9% 34,8 21,8% 31,7%<br />

1990-2004 104,5 53,6 51,8% 1 1,9% 2,9 5,4% 7,3%<br />

2005-2010 52,1 5,9 11,3% 0,32 5,4% 0,26 4,4% 9,8%<br />

Totaal 492 263,8 54,1% 32,32 12,3% 57,56 21,8% 34,1%<br />

Grafiek 2. Kwaliteitsgegevens rioleringsstelsel<br />

Uit tabel 16 en grafiek 2 blijkt dat bijna 13 procent (32<br />

km) van het geïnspecteerde riool slecht en ruim 21 pro -<br />

cent (57km) discutabel van kwaliteit is. Verder valt op<br />

dat 300 meter nieuw aangelegde riolering als slecht zijn<br />

gekwalificeerd.<br />

42<br />

De slechte kwaliteit wordt veroorzaakt door verkeerde<br />

aanleg door de aannemer. Aan het eind van de riool -<br />

aanleg worden de slechte riolen door de aannemer<br />

afgekocht (extra beheer en onderhoud).<br />

Van ruim 45 procent (224 km) van de riolering is de<br />

kwalitatieve toestand niet bekend. Grofweg genomen,<br />

als de kwaliteit van het gehele riool bekend zou zijn,<br />

verkeert ongeveer 60 km (!) in een slechte staat.<br />

Omdat rioleringsprojecten in de praktijk een samen -<br />

hangend geheel moeten zijn, wordt meer riool gerenoveerd<br />

of vervangen dan alleen de leidingen die van zeer<br />

slechte kwaliteit zijn. Hierbij gaat het om leidingen die<br />

in dezelfde periode zijn aangelegd, maar waarvan het<br />

kwaliteitsverschil (in positieve zin) klein is ten opzichte<br />

van de leidingen die slecht zijn.


Voor de vervangingsstrategie gelden de volgende uit -<br />

gangspunten:<br />

riolen met het advies “ingrijpen” waarvan omwonen den<br />

in de huidige situatie overlast hebben, binnen één à<br />

twee jaar vervangen;<br />

riolen met het advies “ingrijpen” vervangen binnen de<br />

planperiode; hierbij eerst de achterstallige vervangingen<br />

oppakken;<br />

bij projecten die worden geïnitieerd door anderen,<br />

bijvoorbeeld wegreconstructies, wordt bekeken of<br />

meegelift kan worden. Hierbij wordt gelet op de<br />

kwaliteit van de riolering en/of te behalen milieu -<br />

voordelen (afkoppelen of scheiden van waterstromen).<br />

Financieel gezien zijn er de volgende mogelijkheden:<br />

Bij projecten die worden geïnitieerd door anderen<br />

wordt voor de riolering alleen financiële bijdrage<br />

geleverd gerekend met “sleufherstel” (alleen riole -<br />

ringrenovatie/-vervanging en wegconstructie boven<br />

riolering);<br />

Volledige financiering van rioolrenovatie projecten;<br />

Financiering rioolrenovatieprojecten met bijdrage van<br />

derden (wegbeheer, verkeer, groen);<br />

In de afgelopen planperiode 2006-2010 is in totaal<br />

17,5 km, dit is circa 3,5 kilometer (±0,7%) riolering per<br />

jaar gerenoveerd of vervangen. Gemiddeld moest vol -<br />

gens GRP 2006-2010 bij een berekende financiële<br />

vervangingscyclus van de riolering van zeventig jaar<br />

circa 6,5 kilometer bestaand riool per jaar in <strong>Heerlen</strong><br />

aangepakt worden. In de huidige situatie blijkt dat de<br />

achterstand van rioolrenovatie en rioolvervanging niet is<br />

ingelopen, maar juist toeneemt!<br />

Gewenste situatie<br />

De gewenste situatie is het hanteren van de hierboven<br />

genoemde vervangingsstrategie. Prioriteit hebben de<br />

achterstallige vervangingsprojecten en de aan de hand<br />

van inspectie resultaten voortkomende projecten met<br />

het advies “ingrijpen”.<br />

In bijlage G is aan de hand van de vervangingshistorie<br />

de vervangingsleeftijd van het rioleringsstelsel van<br />

<strong>Heerlen</strong> bepaald. Hieruit mag geconcludeerd worden dat<br />

de gemiddelde leeftijd van 70 jaar die in vorige GRP<br />

2006-2010 is toegepast duidelijk te lang is. Voor dit <strong>BSW</strong><br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> wordt gekozen voor een gemiddelde<br />

technische levensduur van 65 jaar.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

43<br />

Rioolinspectie, zware aantasting van de buiswand, gescheurde buis met<br />

instortingsgevaar, dit riool is 58 jaar oud<br />

Op basis van de gemiddelde technische levensduur van<br />

de riolering van 65 jaar moet gezien de huidige totale<br />

lengte van het gemeentelijke rioolstelsel gemiddeld circa<br />

7.5 km riolering per jaar aangepakt worden.<br />

Strategie<br />

De strategie is gericht op werk met werk maken en<br />

gebiedsgerichte rioolvervanging. Het werk met werk<br />

maken heeft betrekking op het afstemmen en samen -<br />

werken met bijvoorbeeld onderhoud aan de weg en<br />

stedenbouwkundige ontwikkelingen, de integrale aanpak<br />

verlaagt de kosten voor het gehele project en beperkt<br />

de overlast voor omwonenden. Het project wordt door<br />

het werk met werk maken in het algemeen complexer,<br />

omdat meer onderlinge afstemming noodzakelijk is.<br />

De tweede pijler van de vervanging is een gebiedsgerichte<br />

vervanging. In de meeste gevallen is het riool in meerdere<br />

straten aan vervanging toe, omdat het aanlegjaar het -<br />

zelfde is. Een voorbeeld hiervan is het project rioolvervanging<br />

Jaargetijdenbuurt. Als een bundeling niet moge -<br />

lijk is, bijvoorbeeld doordat meerdere doorgaande<br />

verkeerswegen afgesloten zijn, worden de projecten na<br />

elkaar uitgevoerd.<br />

Jaarlijks moet, volgens de gewenste situatie, gemiddeld<br />

7,5 km riool vervangen worden. In bijlage H is een<br />

onderbouwing van de verdeling weergegeven van het<br />

vervangen van het gemeentelijk rioleringsstelsel over de<br />

65 jaarscyclus. Deze verdeling is weergegeven in tabel 17.


Tabel 17. Verdeling rioolvervanging <strong>2011</strong>-2075<br />

Door achterstand in rioolvervanging zijn de eerste tien<br />

jaar meer riolering aan vervanging toe als het gemiddelde<br />

van 7,5 km/jaar vervanging. Vervolgens zijn over een<br />

periode van 35 jaar minder rioleringen aan vervanging<br />

toe. De laatste 20 jaar is het noodzakelijk meer riolering<br />

te vervangen. Dit is het gevolg van het aanleggen van<br />

gescheiden stelsels vanaf 1990 tot 2009.<br />

Innovatie:<br />

De strategie van rioolvervanging wordt innovatief aan -<br />

gepakt. In de planperiode wordt efficiënt en effectief<br />

omgegaan met de beschikbare middelen. Onderstaand<br />

volgt een lijst met mogelijkheden om met minder geld<br />

meer kilometers riolering te vervangen:<br />

Meer rioolrenovatie dan rioolvervanging:<br />

Rioolrenovaties hebben een kortere vervangingcyclus<br />

(30 jaar) dan rioolvervangingen (65 jaar). Niet alle<br />

riolering kan technisch worden gerenoveerd. Geen<br />

systeemwijziging, en capaciteitsuitbreidingen meer<br />

mogelijk.<br />

Sleufherstel:<br />

Bij rioolvervanging alleen maar sleufherstel toepassen<br />

en geen financiële middelen uit rioolheffing voor op -<br />

waardering bovenbouw. Geen integrale aanpak, met<br />

mogelijk meer klachten van de burgers. Geen opwaarde -<br />

ring van de bovenbouw.<br />

Meeliften met wegreconstructies:<br />

Rioolvervangingen alleen uitvoeren als de bovenbouw<br />

aan vervanging toe is.<br />

Inspelen op klachten:<br />

Rioolrenovatie/vervanging of alleen reparatie uitvoeren<br />

naar aanleiding van klachten of geconstateerde gebreken.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Periode van vervanging Aanlegperiode Tijdsduur van de Lengte te renoveren/<br />

vervangingsperiode vervangen riolering<br />

in jaar per jaar<br />

<strong>2011</strong>-2020 1915-1954 10 9.5<br />

2021-2055 1955-1989 35 6.5<br />

2056-2070 1990-2004 15 8<br />

2071-2075 2005-2009 5 13<br />

44<br />

Financiering:<br />

Ingezet wordt op volledig onderhoud van het riolerings -<br />

stelsel met bijbehorende beperkte rioolrechtstijging.<br />

1,5% stijging van de rioolheffing<br />

Wanneer de rioolheffing stijgt is doelmatig onderhoud<br />

van het rioleringsstelsel mogelijk. Over de vervangings -<br />

periode van 65 jaar kan 100% van het rioleringsstelsel<br />

worden vervangen.<br />

De achterstand in rioolrenovatie/vervanging neemt over<br />

65 volledig af.<br />

Risico’s:<br />

De risico’s zijn enkel aanwezig indien de<br />

vervangingsproductie in de praktijk niet haalbaar blijkt.<br />

6.4 Rioolverbetering<br />

Huidige situatie<br />

Rioolverbeteringen zijn bedoeld voor het verminderen<br />

van de vervuiling vanuit het rioleringsstelsel naar het<br />

oppervlaktewater, de zogenaamde emissiereductie en<br />

het beperken van wateroverlast door uittredend riool -<br />

water. Daarnaast heeft de gemeente een taak inzake het<br />

verbeteren van het hydraulisch functioneren van het<br />

rioleringsstelsel ter voorkoming van wateroverlast.<br />

Waterkwaliteit:<br />

Riooloverstorten zijn constructies in een gemengde<br />

rioolstelsel die in werking treden als het stelsel ten<br />

gevolge van hevige regenval de grote hoeveelheden<br />

(regen)water niet meer kan verwerken. De aanwezigheid<br />

van overstorten in deze stelsels is noodzakelijk om<br />

(riool)wateroverlast op straat en in woningen te voor -<br />

komen.


Bij riooloverstortingen komt regenwater verdund met<br />

stedelijk afvalwater in het oppervlaktewater terecht dat<br />

daardoor verontreinigd raakt. Om deze reden is in het<br />

begin van de jaren ’90 door de Commissie Integraal<br />

Waterbeheer (CIW, destijds nog CUWVO) bepaald dat een<br />

basisinspanning riooloverstorten gerealiseerd diende te<br />

worden.<br />

De basisinspanning is een afspraak om rioolsystemen<br />

zodanig aan te passen dat de vuiluitworp uit overstorten<br />

van deze systemen wordt verminderd met 50%. Veelge no -<br />

men maatregelen zijn het aanbrengen van bergbezinkbassins<br />

(BBB’s) achter de overstorten.<br />

Om de vuiluitworpreductie te halen werd in de vorige<br />

planperiode het aanleggen van BBB’s (effectgericht),<br />

verbreed met het afkoppelen van verhard oppervlak<br />

(brongericht) en het meten van de werkelijke emissie<br />

vanuit het rioleringsstelsel (optimalisatie). Doel hierbij is<br />

de middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten met een<br />

maximale winst voor het milieu.<br />

Voor het bepalen van de benodigde inhoud van de BBB’s<br />

wordt gebruik gemaakt van het hydrodynamische bere -<br />

keningsprogramma InfoWorks waarbij de vuilemissie<br />

vanuit het rioleringsstelsel moet voldoen aan landelijke<br />

eisen. In <strong>Heerlen</strong> is het door de aanwezige hoogtever -<br />

schillen technisch niet mogelijk berging in het stelsel te<br />

maken, zodat de reductie volledig in BBB’s gerealiseerd<br />

moet worden.<br />

Meten is weten:<br />

Verder is vanaf 2009 het project “Meten is Weten”<br />

operationeel. Met dit project testen we de aangelegde<br />

(en aan te leggen) BBB’s aan praktijkmetingen van de<br />

kwaliteit van het rioolwater, dat via overstorten wordt<br />

geloosd op het oppervlaktewater. Aan de hand van de<br />

kwaliteitsmetingen wordt een beter beeld verkregen van<br />

de werkelijke vuillast van het rioleringsstelsel op het<br />

oppervlaktewater. Deze werkelijke vuillast wordt vervol -<br />

gens gebruikt voor het bepalen van de noodzakelijke<br />

volumes van de nog aan te leggen BBB’s en KRWmaatregelen.<br />

Voor het uitvoeren van de KRW-maatregelen<br />

is van 2016 tot en met 2027 een bedrag gereserveerd<br />

van € 5 miljoen.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

45<br />

Monsternamekast om overstortwater te bemonsteren bij bergbezinkbassin<br />

Nieuw Eyckholt.<br />

Optimalisatie Afvalwatersysteem Studie (OAS):<br />

Waterschapsbedrijf Limburg heeft gemeente <strong>Heerlen</strong><br />

benaderd om mee te werken aan een optimalisatie -<br />

studie van het afstroomgebied richting de zuivering van<br />

<strong>Heerlen</strong> en die van Hoensbroek. In die studie wordt<br />

onder andere gekeken naar verbeteringsmaatregelen<br />

door samenwerking binnen de waterketen onderdelen<br />

riolering en afvalwaterzuivering. De mogelijkheid bestaat<br />

dat een hoger milieurendement wordt behaald door<br />

extra investeringen in het verbeteren van het riolerings -<br />

stelsel vergeleken met investeringen in de zuivering of<br />

vice versa.<br />

Om te voldoen aan de emissienormen zijn al op ver -<br />

schillende locaties binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong> gescheiden<br />

rioolstelsels, regenwaterbergingen, infiltratievoorzie -<br />

ningen en BBB’s aangelegd. <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> voldoet<br />

nog niet aan de gestelde basisinspanning.<br />

Waterkwantiteit:<br />

Bij nieuwbouwwijken en rioolreconstructies wordt de<br />

riolering berekend aan de hand van de ontwerpeisen<br />

van de gemeente.


In de ontwerpeisen wordt rekening gehouden met de<br />

specifieke eigenschappen van het hellende gebied.<br />

Daarnaast wordt ingespeeld op toekomstige klimaat -<br />

verandering. Waar wateroverlast optreedt wordt een<br />

risicoanalyse uitgevoerd over de omvang van de moge -<br />

lijke gevolgschade door de wateroverlast.<br />

Hydraulisch:<br />

Momenteel zijn als gevolg van het uitvoeren van ver -<br />

schillende rioolverzwaringen tussen 1990 en 2000 geen<br />

hydraulische knelpunten aanwezig.<br />

Gewenste situatie<br />

Waterkwaliteit:<br />

Het realiseren van de landelijke basisinspanning door de<br />

aanleg van BBB’s. Aanvullend aan de basisinspanning<br />

wordt vanuit het waterkwaliteitsspoor de emissie-eisen<br />

aan het rioleringssysteem op het oppervlaktewater ver -<br />

scherpt, met de Kaderrichtlijn Water als aanjager. Om<br />

aan de aanvullende eisen te voldoen is op de lange<br />

termijn een robuust rioleringssysteem, dat efficiënt en<br />

effectief functioneert, van groot belang.<br />

Aanleg van een klein bergbezinkbassin met prefab-kokers.<br />

Waterkwantiteit:<br />

In de toekomst gaat het volgens de voorspellingen van<br />

de KNMI vaker en harder regenen. Om het riolerings -<br />

systeem op de buien voor te bereiden wordt bij rioolvervangingen<br />

duurzaam waterbeheer toegepast volgens<br />

de tritsen vasthouden-bergen-afvoeren en schoonhoudenscheiden-schoonmaken.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

46<br />

Dit betekend dat schoon hemelwater van het bestaande<br />

riool gehaald wordt waarmee het bestaande stelsel meer<br />

capaciteit krijgt en dat het schone regenwater op een<br />

natuurlijke manier teruggebracht wordt in het milieu.<br />

Hydraulisch:<br />

De bestaande rioolstelsels van de gemeente <strong>Heerlen</strong> zijn<br />

in staat om neerslaggebeurtenissen conform bui 05 (een<br />

bui die statistisch één keer per jaar voorkomt met een<br />

piekintensiteit van 90 l/s/ha) van de Leidraad Riolering<br />

af te voeren. Alleen bij hevige neerslag kan sprake zijn<br />

van wateroverlast. De optredende wateroverlast wordt<br />

dan gezien als overmacht. In nieuwe situaties bij ver -<br />

vanging of uitbreiding van het rioleringsstelsel worden<br />

de nieuwe rioolleidingen gedimensioneerd op bui 08<br />

(een bui die statistisch één keer per twee jaar voorkomt<br />

met een piekintensiteit van 110 l/s/ha) uit de Leidraad<br />

Riolering.<br />

Illustratie water op straat.<br />

Strategie<br />

Waterkwaliteit:<br />

Samen met onder andere het Waterschap Roer Overmaas<br />

en het Waterschapsbedrijf Limburg wordt binnen de<br />

waterketen gezocht naar maatschappelijk verantwoorde<br />

maatregelen waarbij het milieurendement maximaal is.<br />

Vooralsnog is een keuze gemaakt om eerst de basis -<br />

inspanning te realiseren en vervolgens aan de hand van<br />

metingen te bepalen of aanvullende maatregelen voor<br />

de Kaderrichtlijn Water noodzakelijk zijn.<br />

Monitoring vindt plaats met als doel het functioneren<br />

van het rioleringsstelsel in de praktijk te volgen en te<br />

kunnen toetsen.


Door meer en beter gebruik te maken van de huidige me -<br />

tingen van neerslag, overstortfrequentie en -hoeveelheid,<br />

en pompgegevens in relatie tot de modelberekeningen,<br />

neemt de kennis van het functioneren van het riole -<br />

ringsstelsel toe. Deze kennis wordt onder andere gebruikt<br />

om de inhoud van de nog aan te leggen BBB’s af te<br />

stemmen op de praktijksituatie. Hierdoor worden de<br />

beschikbare middelen voor de realisatie van de BBB’s op<br />

een goede en efficiënte manier ingezet.<br />

De gemeente betrekt het WBL en WRO actief bij de moni -<br />

toring. Hierdoor neemt het draagvlak toe en wordt gezamenlijk<br />

kennis opgedaan over het functioneren van en<br />

toegepast op de waterketen en het watersysteem.<br />

De nog aan te leggen bergbezinkbassins en aanvullende<br />

maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit staan<br />

in tabel 18.<br />

Tabel 18. Investeringen rioolverbetering <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

Maatregelen Inhoud (m3 ) Uitvoering<br />

gereed<br />

Investering<br />

BBB Welterlaan<br />

Afkoppelen Govert<br />

4.000 <strong>2011</strong> € 3.800.000<br />

Flinckstraat - <strong>2011</strong> € 300.000<br />

Riool Laervoetpad - <strong>2011</strong> € 1.900.000<br />

BBB Driesschstraat 2.850 2013 € 3.300.000<br />

BBB Burettestraat<br />

Optimaliseren<br />

asfaltbuffers<br />

De Dem en<br />

812 2014 € 1.500.000<br />

De Vranck<br />

Aanpassen buffer<br />

- 2014 € 1.500.000<br />

RWZI <strong>Heerlen</strong> - <strong>2015</strong> € 1.300.000<br />

Riool Henri Jonastraat <strong>2015</strong> € 700.000<br />

Totaal € 14.300.000<br />

Waterkwantiteit:<br />

Door het opstellen van een hydraulische toetsing van<br />

het functioneren van het aanwezige rioleringssysteem in<br />

combinatie met een veldbezoek wordt beoordeeld in<br />

hoeverre via eenvoudige ingrepen in de openbare ruimte<br />

het risico van wateroverlast tot een minimum kan worden<br />

beperkt.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

47<br />

Water op straat of wateroverlast, afhankelijk van de situatie, in dit geval<br />

vervelend maar zonder noemenswaardige schade dus water op straat.<br />

Hydraulisch:<br />

Bij wateroverlast is het van belang een risicoanalyse op<br />

te stellen.<br />

6.5 Afvalwaterzorgplicht<br />

Huidige situatie<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> heeft de zorg voor de inzameling van<br />

stedelijk afvalwater en het transport daarvan naar een<br />

zuiveringstechnisch werk. Ter plaatse van verschillende<br />

panden in het buitengebied, waar inzameling en transport<br />

van afvalwater naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie<br />

niet doelmatig is, zijn door de gemeente IBA’s (Indivi -<br />

duele Behandeling Afvalwater) geplaatst om ook dit<br />

afvalwater ter plaatse te zuiveren.<br />

Stedelijk afvalwater is afvalwater overwegend afkomstig<br />

van menselijke stofwisseling en van huishoudelijke<br />

werkzaamheden en bedrijfsafvalwater wat qua biologi -<br />

sche afbreekbaarheid hiermee vergelijkbaar is. Voor<br />

ander bedrijfsafvalwater gaat de voorkeur uit naar<br />

zuivering bij de bron, zuivering bij het producerend<br />

bedrijf. Hemelwater en grondwater kunnen nog onderdeel<br />

zijn van afvalwater als dit niet ter plaatse verwerkt kan<br />

worden of gescheiden van het afvalwater kan worden<br />

gehouden.<br />

Gewenste situatie<br />

Inzetten op volledige scheiding van de afvalwaterstromen<br />

van hemelwater en grondwater.


Strategie<br />

Ten aanzien van de afvalwaterzorgplicht (bescherming<br />

van het milieu) hanteren wij de navolgende voorkeurs -<br />

volgorde:<br />

a. het ontstaan van afvalwater wordt voorkomen of<br />

beperkt;<br />

b. verontreiniging van afvalwater wordt voorkomen of<br />

beperkt;<br />

c. afvalwaterstromen gescheiden worden gehouden,<br />

tenzij het niet gescheiden houden geen nadelige<br />

gevolgen heeft voor een doelmatig beheer van afval -<br />

water;<br />

d. huishoudelijk afvalwater en afvalwater dat daarmee<br />

wat biologische afbreekbaarheid betreft overeenkomt<br />

worden ingezameld en naar een zuiveringswerk of<br />

vergelijkbare inrichting getransporteerd;<br />

e. ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d zo nodig<br />

na retentie of zuivering bij de bron, wordt hergebruikt;<br />

f. ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d lokaal,<br />

zo nodig na retentie of zuivering bij de bron, in het<br />

milieu wordt gebracht;<br />

g. ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d, e en f<br />

naar een zuiveringswerk of vergelijkbare inrichting<br />

wordt getransporteerd.<br />

6.6 Grondwaterzorgplicht<br />

Huidige situatie<br />

Sinds 1 januari 2008 is de Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken<br />

van kracht. Dit heeft o.a. geleid tot het toevoegen van<br />

een de zorgplicht voor grondwater. De zorgplicht houd in<br />

dat de gemeente in openbaar gebied zorg draagt voor<br />

het voorkomen van structurele nadelige gevolgen van<br />

grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestem -<br />

ming. De gemeente is aanspreekpunt voor bedrijven en<br />

burgers via een (water)loket. Daar waar de verantwoorde -<br />

lijkheid van de grondwaterpeilen bij het Waterschap of<br />

Provincie liggen, heeft de gemeente de taak om te<br />

bemiddelen. De veroorzaker van nieuwe grondwaterpro -<br />

blemen is verantwoordelijk voor het oplossen van de<br />

problemen. Daar waar de gemeente waterhuishoudkun -<br />

dige maatregelen moet nemen, wordt in eerste instantie<br />

gekeken naar de doelmatigheid.<br />

Grondwaterbeheer:<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> beschikt vanaf 2003 over een grond -<br />

watermeetnet waar dagelijks via dataloggers de grondwaterhoogtes<br />

gemeten worden.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

48<br />

Periodiek worden aan de hand van de meetgegevens<br />

rapportages en kaartmateriaal opgesteld over grond -<br />

waterstanden en grondwaterkwaliteit. De grondwaterkwaliteit<br />

wordt voor het bepalen van het verspreiden<br />

van diffuse verontreinigingen om de twee jaar uitvoerig<br />

in beeld gebracht. Uitgebreide informatie is te achter -<br />

halen in het gemeentelijk bodembeleidsplan.<br />

Peilbuis voor het meten van de grondwaterstand.<br />

Ook wordt om de zes jaar een nieuwe isohypsenkaart<br />

gemaakt. De isohypsenkaart geeft via hoogtelijnen de<br />

gemiddelde grondwaterstand weer. Aan de hand van de<br />

hoogtelijnen kan op iedere locatie in <strong>Heerlen</strong> een grond -<br />

waterstand worden afgelezen. Met het hebben en<br />

onderhouden van een meetnet heeft de gemeente<br />

<strong>Heerlen</strong> deels invulling gegeven aan de grondwater -<br />

zorgplicht.<br />

Momenteel worden de aanwezige drainagesystemen in<br />

de gebieden Slakhorst, Burg. Slangenstraat, Heerlerheide,<br />

Passart en Heerlerbaan niet beheerd en onderhouden.<br />

Inventarisatie gevoelige gebieden:<br />

In 2003 zijn de eerste grondwaterstandmetingen<br />

gebundeld in een rapport opgesteld door Tebodin. In het<br />

rapport zijn de risicogebieden weergegeven waar de<br />

grondwaterstand minder dan drie meter van het<br />

maaiveld is gelegen.


Ook is op basis van ervaring en klachten (uit het klachten -<br />

meldingensysteem) aan te geven waar gevoelige gebieden<br />

zijn te vinden. Vooralsnog wordt overlast aan particu -<br />

lieren als gevolg van lekkende kelder in het kader van<br />

particuliere verantwoordelijk voor waterdichte kelders<br />

afgehandeld. Kaarten betreffende Gewenst Grondwater<br />

en Oppervlaktewater Regime zijn niet opgesteld. Het<br />

actief verlagen van de grondwaterstand via drainage<br />

vindt slecht sporadisch plaats.<br />

De gevoelige gebieden zijn uitvoerig beschreven en op<br />

een overzichtstekening weergegeven in bijlage I.<br />

Aan de hand van de inventarisatie van gevoelige gebie -<br />

den zijn in 2008 extra meetlocaties toegevoegd aan het<br />

meetnet. Via deze extra metingen wordt getracht reeds<br />

in te spelen op de toekomst.<br />

Waterloket:<br />

Momenteel zijn in <strong>Heerlen</strong> slechts incidenteel klachten<br />

over grondwateroverlast. Het heeft dan ook weinig<br />

meerwaarde een speciaal waterloket voor burgers en<br />

bedrijven op te richten. Klachten over grondwater<br />

worden momenteel via de servicetelefoon openbare<br />

ruimte in behandeling genomen.<br />

Gewenste situatie<br />

Het streefbeeld inzake grondwaterzorgplicht is om op<br />

lange termijn zo min mogelijk afvoer van grondwater<br />

naar het gemengde rioleringsstelsel en aldus naar de<br />

rioolwaterzuivering.<br />

De gewenste grondwaterstanden ter voorkoming van<br />

structurele grondwaterproblemen is bepaald op:<br />

Bebouwde gebieden (woningen/handels-en bedrijven -<br />

terreinen) gemiddeld hoogste grondwaterstand van<br />

maximaal 1 meter onder de weg.<br />

Park en openbaar groen bestemmingen geldt een ge -<br />

middeld hoogste grondwaterstand van maximaal<br />

0,5 meter onder het maaiveld.<br />

Ter plaatse van natuurgronden is geen sprake van<br />

structurele grondwaterproblemen. Regulering van de<br />

grondwaterstand is in verband met natuurwaarden<br />

dan ook niet gewenst.<br />

Via de nieuw op te stellen verordening afvoer hemelwater<br />

en grondwater worden bovenstaande gewenste grond -<br />

waterstanden uitgewerkt.<br />

De gemeente voert doelmatig beheer en onderhoud uit<br />

aan de aanwezige drainagesystemen.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

49<br />

Strategie<br />

Een aandachtspunt voor toekomstige grondwateroverlast<br />

is het aanleggen van infiltratievoorzieningen in nieuw -<br />

bouwplannen. Gevolgen voor grondwaterstijgingen en<br />

invloedssfeer op omgeving worden binnen het ontwerp<br />

en uitwerking van de plannen nog onvoldoende meegeno -<br />

men. Wellicht is deze invloed minimaal echter voldoende<br />

afstand tot aanwezige en toekomstige bebouwing is aan<br />

te bevelen.<br />

Binnen in- en uitbreidingsplannen dient in de watertoets<br />

de huidige en toekomstige grondwaterstanden meege -<br />

nomen te worden. Ten aanzien van het afvoer van<br />

grondwater hanteert de gemeente de navolgende voor -<br />

keursvolgorde:<br />

1. aanleg open watergang;<br />

2. integraal ophogen;<br />

3. grondverbetering;<br />

4. aanpassing van bouwwijze of gebruik.<br />

Het grondwaterbeleid wordt verder uitgewerkt in de<br />

procedure bij ruimtelijke plannen (watertoets), verorde -<br />

ning afvoer hemelwater en grondwater, rioolontwerp eisen<br />

en standaarddetails.<br />

De bestaande gebieden waar drainage ligt worden geïn -<br />

ventariseerd, ingevoerd in het rioolbeheersysteem en<br />

meegenomen bij periodiek onderhoud.<br />

De gevoelige gebieden worden in de gaten gehouden.<br />

Klachten over grondwateroverlast worden doelmatig<br />

behandeld.<br />

Bij rioolrenovatieprojecten, zoals de Emmastraat in<br />

Hoensbroek, wordt rekening gehouden met de aanwezige<br />

hoge grondwaterstanden. Bij het constateren van (toe -<br />

komstige) grondwaterproblemen worden extra maatregelen<br />

getroffen zoals het aanleggen van een apart<br />

infiltratietransport riool, die tevens functioneert als<br />

drainage.<br />

6.7 Hemelwaterzorgplicht<br />

Huidige situatie<br />

Na de extreem hoge waterstanden van de rivieren in<br />

1993 en 1995 is vanuit de rijksoverheid nieuw beleid<br />

ontwikkeld om meer duurzaam met hemelwater om te<br />

gaan het zogenaamd “anders omgaan met hemelwater”.<br />

Ook de toekomstige mondiale veranderingen in klimaat<br />

en voortgaande verstedelijking vragen om adequate<br />

oplossingen omtrent duurzaam stedelijk waterbeheer.


Sinds 1 januari 2008 is de Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken<br />

van kracht. Dit heeft o.a. geleid tot het toevoegen van<br />

een zorgplicht voor hemelwater. De gemeente heeft de<br />

zorg voor de doelmatige inzameling van afvloeiend<br />

hemelwater van openbaar terrein. Voor hemelwater van<br />

bedrijven en particulieren geldt een doelmatige inzamel -<br />

plicht, voor zover van degene die zich ervan ontdoet (of<br />

wil ontdoen) redelijkerwijs niet kan worden gevergd het<br />

afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het<br />

oppervlaktewater te brengen.<br />

De perceeleigenaar/gebruiker is dus primair verantwoorde -<br />

lijk voor de verwerking (infiltratie, bufferen, lozen op<br />

oppervlaktewater) van het op zijn perceel vallend<br />

hemelwater. De gemeente kan via de verordening afvoer<br />

hemelwater en grondwater eisen stellen aan de kwaliteit<br />

en hoeveelheid van het op haar stelsel aangeboden<br />

hemelwater.<br />

In het verleden werd het afvalwater en hemelwater<br />

gezamenlijk ingezameld en via rioolleidingen zo snel<br />

mogelijk richting beken en rivieren afgevoerd. Het zo<br />

snel mogelijk afvoeren van het hemelwater uit het<br />

gebied om zo zelf droge voeten te behouden stond<br />

voorop. Door het nieuwe beleid is dit afwentelen van<br />

het waterprobleem naar benedenstrooms gelegen<br />

gebieden niet meer toegestaan. <strong>Gemeente</strong>n moeten nu<br />

oplossingen zoeken om hemelwater los te koppelen van<br />

afvalwater en in het eigen gebied te infiltreren of vast te<br />

houden. Zo wordt schoon hemelwater niet meer met<br />

afvalwater naar een zuiveringsinstallatie afgevoerd.<br />

De gemeente <strong>Heerlen</strong> loopt inzake het “anders omgaan<br />

met hemelwater” voorop in Limburg. Al sinds 1997/1998<br />

wordt in de Schaesbergerweg en Passart Noord het<br />

hemelwater van afvalwater gescheiden en het principe<br />

van duurzaam waterbeheer in de praktijk toegepast.<br />

Daar waar mogelijk en financieel haalbaar vindt bij<br />

reconstructie en/of rioolvervanging ombouw plaats naar<br />

een duurzaam watersysteem.<br />

Vanuit de hogere overheden wordt de werkwijze van de<br />

gemeente <strong>Heerlen</strong> zeer gewaardeerd. Voor ca. 20 pro jecten<br />

is, in het kader van de regeling “eenmalige uitkering<br />

bestrijding regionale wateroverlast” vanuit het ministerie<br />

van Verkeer en Waterstaat, in totaal € 3 miljoen subsidie<br />

toegezegd. <strong>Heerlen</strong> is hierbij een van de vijfenvijftig<br />

gemeenten in Nederland die subsidie krijgen.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

50<br />

Ook heeft de gemeente <strong>Heerlen</strong> het maximum van<br />

€ 91.640,- subsidie gekregen van het Waterschap Roer<br />

en Overmaas voor het afkoppelen van verhard oppervlak<br />

bij de rioolrenovatieprojecten De Koumen, Valkenburger -<br />

weg, Zandweg en Jaargetijdenbuurt.<br />

Anders omgaan met water, regenwateropvang en transport in het midden van de<br />

Valkenburgerweg.<br />

Tot op heden is in <strong>Heerlen</strong> ca. 20 miljoen geïnvesteerd in<br />

het duurzaam omgaan met hemelwater in ca. 42 riool -<br />

renovatieprojecten en 36 uitbreidingsprojecten. Aparte<br />

hemelwatersystemen zijn onder andere aangelegd in de<br />

wijken Maria Christinawijk, Molenberg, Versiliënbosch,<br />

Passart-Noord, Palemig en Heerlerheide en bij rioolver -<br />

vanging in de Schelsberg, Weltertuijnstraat, Ganzeweide,<br />

Schaesbergerweg, Valkenburgerweg, tracé Imstenrader -<br />

weg-Heerlerbaan-September 1944 straat, Stadspark<br />

Oranje Nassau, CBS-weg, Emmastraat, Jaargetijdenbuurt.<br />

In totaal is hierdoor 77 ha verhard oppervlak (120 voet -<br />

balvelden) losgekoppeld van de rioolwaterzuiveringsinstallatie.<br />

Het hemelwater wat op deze oppervlakken<br />

valt wordt nu geïnfiltreerd, vastgehouden en vertraagt<br />

afgevoerd naar de beken. In bijlage F zijn de uitgevoerde<br />

projecten in een overzichtstekening opgenomen.<br />

Bij rioolrenovaties met hoge grondwaterstanden wordt<br />

integraal gezocht naar een waterhuishoudkundig systeem<br />

voor de hemelwateropgave en de grondwateropgave.<br />

Het aanleggen van een apart infiltratie-transportsysteem,<br />

waarbij de functie van drainage wordt gecombineerd<br />

met vasthouden en afvoeren van hemelwater wordt bij<br />

de rioolrenovatieprojecten Heerlerheide, Burg. Slangen -<br />

straat en Nieuwstraat toegepast.


De belevingswaarde voor de burgers van <strong>Heerlen</strong> is<br />

terug te vinden in een constantere afvoer van water<br />

richting het Geleenbeekdal en Caumerbeekdal. Hierdoor<br />

wordt de flora & fauna in deze beekdalen versterkt,<br />

waar inwoners van Parkstad en daarbuiten van kunnen<br />

genieten tijdens een wandeling. Op verschillende<br />

plaatsen liggen waterplassen waar volgens duurzaam<br />

stedelijk waterbeheer het hemelwater wordt vastge -<br />

houden.<br />

In <strong>Heerlen</strong> is de afgelopen jaren, volgens het VNG beleid<br />

en ons afkoppelbeleid, verstandig, doelmatig en efficiënt<br />

omgegaan met het afkoppelen van verhard oppervlak.<br />

Hierdoor behalen we per jaar een hoog afkoppelpercen -<br />

tage van 0,35%.<br />

Meer verhard oppervlak afkoppelen is niet haalbaar. De<br />

kosten voor het afkoppelen van verhard oppervlak be -<br />

dragen jaarlijks ca. € 1,0 miljoen.<br />

Afkoppelbeleid:<br />

In de gemeente <strong>Heerlen</strong> zijn het vooral de kansrijke pro -<br />

jecten met een hoog milieurendement (zoals schone<br />

bedrijventerreinen, schoolgebouwen, parkeerplaatsen)<br />

die opgepakt worden in plaats van afkoppelprojecten in<br />

wijken. De kosten voor afkoppelen zijn het laagst wanneer<br />

meegelift wordt met een reconstructieproject (afkoppe -<br />

len volgend). Afkoppeling van verhard oppervlak waarbij<br />

de gemeente het initiatief neemt (afkoppelen leidend<br />

voor het project), wordt alleen doorgevoerd als de kosten<br />

in verhouding staan tot de beoogde milieuwinst. Daar -<br />

naast is afkoppelen noodzakelijk om in te spelen op<br />

toekomstige klimaatveranderingen waarbij het aantal en<br />

de intensiteit van de buien toenemen.<br />

Bij het bepalen van het al dan niet afkoppelen van<br />

verhard oppervlak wordt gekeken naar de afkoppel -<br />

kansenkaart, waarop de bodemgesteldheid en<br />

infiltratiecapaciteit staat aangegeven. Verder wordt ook<br />

naar het omliggende rioleringsstelsel en de aanwezig -<br />

heid van oppervlaktewater of groengebieden gekeken. In<br />

gebieden waar reeds geïnvesteerd is in waterkwali teits -<br />

verbeteringen, zoals het aanleggen van bergbezinkbassins,<br />

wordt afkoppelen enkel gebruikt om extra<br />

hydraulische capaciteit te verkrijgen om in te spelen op<br />

toekomstige klimaatsverandering.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

51<br />

Stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak<br />

Waterschap Roer en Overmaas:<br />

Vanaf maart 2010 doet gemeente <strong>Heerlen</strong> mee met de<br />

stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak voor<br />

particulieren en bedrijven. <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> is namens<br />

het Waterschap Roer en Overmaas gemandateerd om<br />

deze subsidieregeling voor particulieren en bedrijven te<br />

organiseren.<br />

Via subsidie voor particulieren wordt getracht de bewust -<br />

wording van particulieren inzake duurzaam waterbeheer<br />

te bevorderen. Daarnaast is de regeling een voortzetting<br />

van de in 2003 en 2004 gelopen gemeentelijke subsi die -<br />

regeling voor particulieren, Duurzaam Comfort voor Huis<br />

en Tuin (DCHT). Via de DCHT regeling konden particulieren<br />

subsidie krijgen voor het afkoppelen van hemelwater of<br />

aanschaf van een regenton.<br />

Anders omgaan met water, afgekoppelde regenpijp door de tuin.<br />

Gewenste situatie<br />

In dit Beleidsplan Stedelijk Watermanagement <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

wordt het bestaande beleid inzake afkoppelen herover -<br />

wogen. De vraag die centraal staat bij deze heroverweging<br />

is: Staan de (maatschappelijke) kosten en baten van het<br />

op een andere manier omgaan met hemelwater met<br />

elkaar in verhouding?


De baten van anders omgaan met hemelwater, liggen<br />

vooral in het verbeteren van de milieu- en waterkwali -<br />

teit. Heeft het afkoppelen van verhard oppervlak een<br />

positief effect op het verminderen van riooloverstorten<br />

en het verbeteren van de waterkwaliteit van oppervlakte -<br />

water? Momenteel is niet eens duidelijk of het aanleggen<br />

van de basisinspanning leidt tot aanzienlijke waterkwali -<br />

teitsverbetering van het oppervlaktewater, laat staan<br />

wat de voordelen zijn van afkoppelen. Wel wordt door<br />

het afkoppelen minder “schoon” regenwater vermengd<br />

met afvalwater en hoeft minder water door de water -<br />

zuiveringsinstallatie gezuiverd te worden.<br />

Ook kan anders omgaan met hemelwater leiden tot<br />

minder kans op wateroverlast. Door het aanleggen van<br />

een apart hemelwatersysteem, vaak met buffering, wordt<br />

de afvoercapaciteit vergroot. Verder wordt gezocht naar<br />

een extra afvoer van overtollig hemelwater naar opper -<br />

vlaktewater. Gezien de beperkte wateroverlastproblemen<br />

kun je denken dat afkoppelen niet direct noodzakelijk<br />

is. Het is echter wel van belang om het afwaterings -<br />

systeem voor te bereiden op hevigere buien als gevolg<br />

van klimaatverandering (klimaatproof maken).<br />

De baten voor het afkoppelen van verhard oppervlak<br />

wegen op tegen de kosten. Met name het voordeel van<br />

het aanleggen van een duurzaam robuust systeem voor<br />

de toekomst is het investeren in een apart hemelwater -<br />

systeem waard. Wel wordt in de toekomst gezocht naar<br />

innovatie bij afkoppelprojecten, zodat het aanleggen van<br />

een apart hemelwaterriool zomin mogelijk wordt<br />

toegepast.<br />

In de lijn met de Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken is het<br />

van belang om ook de burger te betrekken bij het anders<br />

omgaan met hemelwater. <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> wil naast<br />

de eigen verantwoordelijkheid de nadruk leggen op de<br />

verantwoordelijkheid van de perceeleigenaar om hemel -<br />

water zoveel mogelijk zelf te verwerken.<br />

Strategie<br />

De strategie van het afkoppelen van verhard oppervlak<br />

van openbaar gebied is gericht op het meeliften met<br />

rioolrenovatieprojecten. De strategie speelt in op de<br />

bezuinigingen van de afgelopen jaren (2009 en 2010) en<br />

de politieke wens om de lastendruk zo min mogelijk te<br />

laten stijgen. De strategie is dan ook dat zoveel mogelijk<br />

wordt ingespeeld op innovatieve oplossingen van<br />

afkoppelen van regenwater.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

52<br />

Voor een veerkrachtig en duurzaam watersysteem<br />

worden daar waar technisch en financieel haalbaar<br />

schoon en vuil water gescheiden. Prioriteit wordt<br />

gegeven aan het afkoppelen bij nieuwbouw (“standstil”)<br />

gevolgd door afkoppelen bij wegreconstructies en/of<br />

rioolvervangingen, en het afkoppelen van grote<br />

bestaande oppervlakken van onder andere scholen en<br />

bedrijven.<br />

Innovatief afkoppelen:<br />

Enkel afkoppelen indien innovatief gebruik kan worden<br />

gemaakt van de openbare ruimte. Dit wil zeggen dat<br />

alleen verhard oppervlak wordt afgekoppeld via een<br />

zichtbare oppervlakkige route. Het aanleggen van een<br />

apart regenwaterriool voor afvoer van hemelwater wordt<br />

slechts beperkt toegepast. Op het budget voor het<br />

afkoppelen van verhard oppervlak wordt dan ook<br />

bezuinigd. Het budget wordt verlaagd van € 1,0 miljoen/<br />

jaar naar € 0,75 miljoen/jaar.<br />

Anders omgaan met water, waterbuffering op een grasdak.<br />

Maken van een grindpaal, boren van het gat, het invoeren van de zanddichte sok<br />

en het vullen van de sok met grofkorrelig materiaal.


Voordeel:<br />

Slechts de krenten worden uit de pap gehaald. Enkel de<br />

projecten waarbij het eenvoudig mogelijk is om af te<br />

koppelen worden nog uitgevoerd. Het rendement van<br />

het afkoppelen is hoog. De kosten - baten analyse is bij<br />

deze projecten hoger.<br />

Risico’s:<br />

Op minder locaties wordt de mogelijkheid benut voor<br />

het aanleggen van een robuust en duurzaam systeem.<br />

De kans en mate van wateroverlast als gevolg van<br />

klimaatsverandering neemt toe, door het niet meer<br />

kunnen reduceren van het aangesloten verhard opper -<br />

vlak op het bestaande rioleringsstelsel. Bij het oppervlakkig<br />

afkoppelen is het noodzakelijk een ander weg -<br />

profiel te kiezen.<br />

Het via communicatie en subsidieregelingen stimuleren<br />

van de burgers om af te koppelen heeft de voorkeur.<br />

Daarnaast wordt als handvat het afkoppelen van ver -<br />

hard oppervlak op particulier eigendom opgenomen in<br />

het Beleidsplan Stedelijk Watermanagement en in de<br />

verordening afvoer hemelwater en grondwater.<br />

In de verordening afvoer hemelwater en grondwater<br />

worden de verplichtingen inzake afkoppelen verhard<br />

oppervlak voor particulieren en bedrijven uitgewerkt.<br />

6.8 Watersysteem<br />

Huidige situatie<br />

<strong>Heerlen</strong> heeft als een van de eerste gemeenten in 2001<br />

een Waterplan opgesteld. Uitgangspunten in het Water plan<br />

2001-<strong>2015</strong> zijn het watersysteem en de stroomgebied -<br />

benadering. Voor de stroomgebieden van de beken zijn<br />

ambitieniveaus bepaald: begeerlijk water als hoogste<br />

doelstelling voor het oorspronggebied van de Roode<br />

beek op de Brunssummerheide, heerlijk water als één<br />

na hoogste voor de stroomgebieden van de Geleenbeek<br />

en de Caumerbeek en eerlijk water als laagste doel -<br />

stelling voor de Caumerbeek benedenstrooms van de<br />

Oliemolen.<br />

Het Waterplan 2001-<strong>2015</strong> beschrijft verschillende maat -<br />

regelen zoals beekherstel en aanleg natuurvriendelijke<br />

oevers. Door taakbeperking als gevolg van bezuinigingen<br />

zijn vanaf 2003 alle maatregelen aan het watersysteem<br />

echter getemporiseerd.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

53<br />

Het provinciale waterplan 2010-<strong>2015</strong> en het waterbeheers -<br />

plan 2010-<strong>2015</strong> van het waterschap geven de beken in<br />

<strong>Heerlen</strong> een specifiek ecologische functie. Dit houdt in<br />

dat de beken in potentie hoge natuurwaarden kunnen<br />

hebben. Daarvoor moet de waterkwaliteit goed zijn, en<br />

ecologische - en inrichtingsrandvoorwaarden aanwezig<br />

zijn.<br />

Beekherstel:<br />

Geleenbeek<br />

Ondanks de bezuinigingen op het Waterplan 2001-<strong>2015</strong> is<br />

de Geleenbeek tussen 2006 en 2009 heringericht. Om de<br />

Geleenbeek nog beter aan te laten sluiten om het land -<br />

schappelijke karakter van haar omgeving, zijn aanvullende<br />

plannen ontwikkeld. De ontwikkeling van de Geleenbeek<br />

tussen de bron in Benzenrade en de Muldersplas in<br />

Schinnen vindt plaats onder de titel Corio-Glana.<br />

Corio-Glana<br />

In 2010 is gestart met het eerste project van Corio-Glana,<br />

het uitbreiden van het Imstenraderbos.<br />

Caumerbeek Oorsprong<br />

Bij de oorsprong van de Caumerbeek is in 2008 een ge -<br />

deelte van de oude Caumerbeek hersteld. Daarnaast is<br />

voor de Caumerbeek Oorsprong (tussen Romeinenstraat<br />

en Gasthuisstraat) samen met het Waterschap Roer en<br />

Overmaas een herinrichtingsplan opgesteld. De planning<br />

is om in <strong>2011</strong>, na het realiseren van bergbezinkbassin<br />

Oliemolenstraat, met de uitvoering te starten.<br />

Overkluisde Caumerbeek en Loopgraaf<br />

Het onderzoek naar het ontkluizen van de Caumerbeek<br />

en Loopgraaf over een lengte van ca. 8 km heeft tussen<br />

2007 tot 2008 plaatsgevonden. De uitkomsten van de<br />

studie is met veel enthousiasme door de bestuurders en<br />

management omarmt. Het project werd vervolgens omge -<br />

doopt tot “Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk”. Om het<br />

project tot uitvoering te brengen, is in het vervolgtraject<br />

verschillende keren bestuurlijk overleg geweest tussen<br />

de gemeente <strong>Heerlen</strong> en het Waterschap Roer en<br />

Overmaas. Tijdens de overleggen is hoofdzakelijk onder -<br />

handeld over de kostenverdeling van het project. Door<br />

het verkrijgen van de Mooi Nederland subsidie van<br />

€ 1 miljoen van het ministerie van VROM, is het project<br />

in een stroomversnelling terechtgekomen.


Begin 2010 is dan ook een intentieovereenkomst met<br />

het Waterschap Roer en Overmaas getekend om het<br />

project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk te gaan<br />

realiseren.<br />

Het project is onderverdeeld in de vijf deelgebieden<br />

Hoensbroek, Loopgraaf, Beersdal, Rennemig en Palemig.<br />

Het deelgebied Hoensbroek is als eerste besteksgereed<br />

voorbereid en de uitvoering is eind 2010 gestart. De<br />

overige deelgebieden worden aansluitend voorbereid en<br />

uitgevoerd.<br />

Voor het project heeft de raad vanuit de rioolheffing een<br />

budget beschikbaar gesteld van € 1,35 miljoen. Dit bedrag<br />

is als investering opgenomen in het kostendekkingsplan.<br />

De overige investeringsbedragen voor het project van<br />

€ 7,75 miljoen worden gedekt uit subsidies en bijdragen<br />

van derden.<br />

Visvijvers:<br />

Binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong> liggen circa 40 oppervlakte -<br />

wateren (vijvers), die voor een deel in eigendom zijn<br />

van de gemeente. Belangrijk hierbij zijn een tiental<br />

grotere vijvers die verspreid over de gemeente onder -<br />

deel zijn van parkachtige structuren. Deze vijvers kunnen,<br />

mits in goede conditie, voor een positieve beleving van<br />

het stedelijke milieu met mogelijkheden voor recreatie<br />

en natuur zorgen.<br />

Een aantal van deze vijvers verkeren echter in een<br />

slechte conditie. In plaats van een meerwaarde voor de<br />

stad, hebben deze vijvers een slechte reputatie. De<br />

vijvers zijn in de zomermaanden regelmatig bedekt met<br />

een dikke laag (blauw)algen, massale vissterfte is niet<br />

ongewoon, het is een verzamelplaats voor zwerfvuil en<br />

incidenteel is sprake van stankoverlast.<br />

Vijver Lotbroek.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

54<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Informatiebord vijvers.<br />

Naar aanleiding van deze problemen is in 2006 onder -<br />

zoek uitgevoerd naar de waterbodem- en waterkwaliteit.<br />

Met als doel inzicht te krijgen in de actuele water(bodem) -<br />

kwaliteit (vaststellen nulsituatie) om vervolgens haalbare<br />

maatregelen te kunnen formuleren.<br />

In tabel 19 zijn van veertien vijvers in <strong>Heerlen</strong> de gemid -<br />

delde waterkwaliteit over 2006, eigendomssituatie en<br />

medegebruik door hengelsportverenigingen opgenomen.


Tabel 19. Inventarisatie vijvers<br />

Uit tabel 19 is op te maken dat enkele vijvers in eigen -<br />

dom van de gemeente waterkwaliteitsproblemen ervaren.<br />

Dit zijn met name twee vijvers in Meezenbroek gelegen<br />

langs de Kasteellaan en de vijvers nabij kasteel<br />

Hoensbroek (worden door de gemeente <strong>Heerlen</strong> gehuurd<br />

van de Stichting ARC). Daarnaast zijn in de afgelopen<br />

jaren waterkwaliteitsproblemen gemeld over de LTMvijver<br />

(ook wel Brikkesviever genoemd) en de vijver<br />

Meezenbroek 1.<br />

De problemen in de meeste vijvers worden veroorzaakt<br />

door een voedselrijke sliblaag. Door gebrekkig onder -<br />

houd en beperkte natuurlijke afbraak is deze sliblaag in<br />

sommige vijvers wel 1,5 m dik. Met onder andere snelle<br />

opwarming van het vijverwater, algenbloei, zuurstof -<br />

tekorten en vissterfte tot gevolg.<br />

Vijver de Rousch en de Weltervijver zijn in 2006 opnieuw<br />

ingericht in het kader van de aanpak van de Geleenbeek.<br />

De waterkwaliteit zal mogelijk significant verbeterd zijn<br />

ten opzichte van de situatie in 2006. Meldingen van<br />

waterkwaliteitsproblemen zijn in ieder geval uitgebleven<br />

in de afgelopen jaren.<br />

Bovengenoemde problemen zijn, door de bezuinigingen<br />

op het Waterplan 2001-<strong>2015</strong>, nooit structureel aangepakt.<br />

De afgelopen jaren is door de gemeente louter aan<br />

symptoombestrijding gedaan.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

vijver gemiddelde eigendom huurovereenkomst<br />

waterkwaliteit HSV's<br />

Benzenraderhofvijver slecht particulier geen<br />

De Rousch* slecht gemeente <strong>Heerlen</strong> geen<br />

Weltervijver* matig gemeente <strong>Heerlen</strong> wel<br />

Vijver Terworm matig Natuurmonumenten geen<br />

LTM – vijver (Brikkesviever) redelijk gemeente <strong>Heerlen</strong> wel<br />

Heidserparkvijver goed gemeente <strong>Heerlen</strong> wel<br />

Vijver Heksenberg/Bruinkoolweg goed gemeente <strong>Heerlen</strong> wel<br />

Vijver de Koumen Zuid goed gemeente <strong>Heerlen</strong> wel<br />

Vijver de Koumen Noord redelijk gemeente <strong>Heerlen</strong> wel<br />

Kasteelgracht Kasteel Hoensbroek matig Stichting Ave Rex Christe geen<br />

Droomvijver Hoensbroek matig Stichting Ave Rex Christe wel<br />

Meezenbroekervijver 1 slecht gemeente <strong>Heerlen</strong> wel<br />

Meezenbroekervijver 2 slecht gemeente <strong>Heerlen</strong> wel<br />

Meezenbroekervijver 3 redelijk gemeente <strong>Heerlen</strong> wel<br />

* heringericht na het onderzoek binnen project Geleenbeek<br />

55<br />

Dit betrof doorgaans het verwijderen van algen- en<br />

krooslagen en het beluchten d.m.v. het toevoegen van<br />

schoon/vers water. Deze maatregelen brengen tijdelijk<br />

verlichting, maar hebben geen structureel positief effect<br />

op de waterkwaliteit.<br />

Gewenste situatie<br />

Beekherstel:<br />

Corio-Glana<br />

Belangrijke opgaven voor de herinrichting van het dal<br />

van de Geleenbeek binnen Corio-Glana zijn:<br />

Herstel van de Geleenbeek en benutten van kansen<br />

voor natuurontwikkeling.<br />

Verbeteren van recreatieve gebruiksmogelijkheden<br />

door het aanbrengen van recreatieve routes voor<br />

wandelaar, fietser, ruiter en koetsier.<br />

Verhogen van de landschappelijke kwaliteit in combi -<br />

natie met aandacht voor cultuurhistorie.<br />

Creëren van toegevoegde waarde voor recreatie -<br />

bedrijven en de landbouw.


Caumerbeek<br />

De gewenste situatie is dat het gehele Caumerbeekdal in<br />

de periode van dit beleidsplan <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> wordt heringe -<br />

richt en voldoet aan de gestelde eisen volgens de<br />

Kaderrichtlijn Water. Waarbij het van belang is om bij het<br />

uitvoeren van de werkzaamheden het beekdal zo breed<br />

mogelijk integraal te beschouwen.<br />

Visvijvers:<br />

Het doel is om goed stedelijk water te bewerkstelligen.<br />

Dat wil zeggen: schoon, biologisch gezond, aantrekkelijk<br />

en veilig.<br />

Schoon:<br />

geen chemische verontreinigingen van bodem en water<br />

(< normen Waterwet, Wet bodembescherming en<br />

Besluit kwaliteitseisen en monitoring water);<br />

weinig organische belasting van water en bodem;<br />

geen (blauw)algenbloei, botulisme of bacteriële ver -<br />

ontreiniging;<br />

doorzicht >40 cm;<br />

geen zwerfvuil.<br />

Biologisch gezond:<br />

voldoende zuurstof (> 5 mg/l);<br />

soortenrijke flora en fauna.<br />

Aantrekkelijk water:<br />

mooi, maar ook ruimte voor beleving en recreatie rond,<br />

op en aan het water;<br />

gevarieerd begroeid, maar niet te dicht (20-40%).<br />

Veilig water:<br />

duidelijke overgangen van land naar water;<br />

oevers met een hoog risico eventueel ontoegankelijk<br />

maken;<br />

zeer flauw aflopende boven- en onderwatertaluds;<br />

geen dichte begroeiing met drijvende planten.<br />

Strategie<br />

Beekherstel:<br />

Corio-Glana<br />

Ontwikkeling van drie highlights te weten: Imstenraderbos,<br />

Zuivering <strong>Heerlen</strong> en omgeving kasteel Hoensbroek.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

56<br />

Caumerbeek<br />

Bij het opstellen van het definitieve ontwerp van de<br />

herinrichting en ontkluizen van de Caumerbeek en<br />

Loopgraaf wordt intensief samengewerkt met het<br />

Waterschap Roer en Overmaas. Verder wordt het plan<br />

zoveel mogelijk integraal tussen de afdeling Beheer &<br />

Onderhoud en Stadsplanning voorbereid. De verbreding<br />

van het project zorgt echter wel voor aanvullende werk -<br />

zaamheden en budgetverhoging. Het verhogen van het<br />

budget wordt zoveel mogelijk gerealiseerd door het aan -<br />

vragen van (extra) subsidies en niet door het verhogen<br />

van de bijdrage uit de rioolheffing. Het uitgangspunt is<br />

dan ook dat met het gemeentelijk beschikbaar gestelde<br />

budget van € 1,35 miljoen het project Caumerbeek<br />

Zichtbaar Natuurlijk gerealiseerd moet worden. Overige<br />

kosten worden gedekt door een bijdrage van het<br />

Waterschap Roer en Overmaas en door subsidies.<br />

Impressie Caumerbeek.<br />

Om het bovenstroomse deel van de Caumerbeek her in<br />

te richten is in het kostendekkingsplan een budget<br />

opgenomen van € 0,5 miljoen voor Caumerbeek Oorsprong<br />

en € 0,5 miljoen voor Caumerbeek Meezenbroek.<br />

Visvijvers:<br />

In de aanpak van de waterkwaliteitsproblemen, dient<br />

voor iedere vijver een aparte strategie bedacht te worden.<br />

Waar bij de vijvers in Meezenbroek ingezet zal worden<br />

op grootschalige baggerwerkzaamheden en aanleg van<br />

natuurvriendelijke oevers, is er bij andere vijvers meer<br />

behoefte aan kleinschalig baggerwerk, herstel van oever -<br />

beschoeiingen en inrichten van paaiplaatsen voor vis.<br />

Door veldbezoeken (inventarisatie), monitoring van de<br />

water(bodem)kwaliteit en nauw contact met hengel -<br />

sportverenigingen kunnen we per vijver de specifieke<br />

maatregelen bepalen.


In totaal is in de periode <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> € 1,0 miljoen beschik -<br />

baar voor grootschalig onderhoud. De vijvers worden<br />

gefaseerd aangepakt, waarbij begonnen wordt met de<br />

vijvers in Meezenbroek.<br />

6.9 Beheer en onderhoud<br />

Inleiding<br />

Door het beheren en onderhouden van het riolerings -<br />

stelsel zorgen we ervoor dat het rioleringsstelsel een<br />

goede werking heeft en de doelstellingen bereikt waar -<br />

voor het aangelegd is: het inzamelen van vuilwater en<br />

het afvoeren van vuilwater, overtollig regen- en<br />

grondwater.<br />

Huidige situatie<br />

Areaal<br />

Voor het beheer en onderhouden van het riolerings -<br />

stelsel is het van groot belang dat we weten wat we<br />

beheren: op welke locatie ligt een onderdeel van het<br />

stelsel en wat zijn de bijbehorende kenmerken. Hiervoor<br />

maken we gebruik van diverse beheersystemen.<br />

Leidingen en putten houden we bij in het programma<br />

dgDIALOG. De pompen beheren we in Aquaview en<br />

Aquavision.<br />

De kengetallen van ons rioleringsstelsel zijn per 1 januari<br />

<strong>2011</strong>:<br />

- 492.963 meter totale lengte hoofdriool hiervan is<br />

489.294 meter vrijvervalriool;<br />

- 13.938 rioleringsputten;<br />

- 23.512 kolken;<br />

- 165 lijngoten;<br />

- 68 pompen verdeeld over 54 gemalen;<br />

- 7 regenmeters;<br />

- 30 overstorttellers;<br />

- 8 individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater<br />

(IBA);<br />

- 12 bergbezinkbassins met hierin in totaal 37 spoel -<br />

pompen en 18 spoelkleppen;<br />

- 2 bergbezinkbassins die beheerd en onderhouden<br />

worden door anderen (Waterschapsbedrijf Limburg en<br />

gemeente Schinnen) waarbij wij bijdragen in de kosten<br />

voor het opvang van ons water;<br />

- 48.300 huisaansluitingen;<br />

- 38 overstorten;<br />

- 1.132 ha verhard oppervlak;<br />

- 45.450 ha gemeentelijk oppervlak;<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

57<br />

- 1 monstername installatie;<br />

- 1 rioolturbine.<br />

De ligging en bijbehorende kenmerken van bovenstaande<br />

onderdelen zijn bij ons bekend. Indien gegevens wijzi gen,<br />

veranderen we dat in het beheersysteem. We moeten<br />

echter constateren dat we niet alle noodzakelijke gege -<br />

vens ontvangen in de fase van overdracht van uitvoering<br />

naar beheer en onderhoud, alhoewel dit onderdeel alle<br />

vele jaren de aandacht heeft in onze werkprocessen. Dit<br />

is vaak te wijten aan onbekendheid van de werkproces -<br />

sen, communicatie of het stellen van andere prioriteiten.<br />

We weten nog niet precies hoeveel meters onverharde<br />

en verharde greppels we hebben die van belang zijn<br />

voor de afwatering. We weten wel waar de greppels liggen.<br />

De ligging van ons secundair rioolstelsel is op de meeste<br />

locaties niet bekend. We houden dit gegeven niet apart<br />

bij. Voor de hydraulische berekening van het stelsel<br />

heeft het geen toegevoegde waarde om het secundair<br />

stelsel in kaart te hebben. Voor de wet informatieover -<br />

dracht ondergrondse netwerken wordt het wel steeds<br />

belangrijker om ook dit in kaart te hebben. Vooralsnog<br />

voorzien we voor deze wet in aanlevering van de stan -<br />

daardligging van het secundair rioolstelsel.<br />

Van de ca. 48.000 bestaande huisaansluitingen hebben<br />

we ca. 11.000 aansluitingen vastgelegd op kaartjes, die<br />

digitaal te raadplegen zijn in pdf-formaat.<br />

Inspectie<br />

Naast weten wat we beheren is weten welke kwaliteit<br />

het rioleringsstelsel heeft een ander belangrijk onderdeel.<br />

De kwaliteit geeft aan in welke toestand iets verkeert.<br />

Hierdoor kunnen we maatregelen opstellen voor de<br />

korte, middellange en lange termijn. Een geschikt<br />

instrument hiervoor is inspecteren. We inspecteren de<br />

leidingen onder vrijverval één keer in de tien jaar. Dit<br />

komt bij het huidige areaal neer op 49 km per jaar.<br />

Hierbij inspecteren we de gehele leidinglengte met een<br />

videocamera. De gegevens van deze inspectie nemen we<br />

op in het beheersysteem. Voordat we inspecteren reini gen<br />

we het riool, zodat de toestand van het riool duide lijker te<br />

bepalen is. 66% van ons rioleringsstelsel is geïnspecteerd.<br />

Hiervan is 54,1% geïnspecteerd met een videocamera en<br />

de overige middels de niet meer gebruikte methode van<br />

putinspectie.<br />

Deze laatste methode levert een te lage betrouwbaar -<br />

heid van de kwaliteit van het stelsel op, omdat alleen<br />

vanuit de put een gedeelte van de leiding wordt<br />

bekeken. We passen deze methode niet meer toe.


Rioolinspectie, een rijdende videocamera voor kleine buizen.<br />

Alle pompen worden naast de gebruikelijke wekelijkse<br />

controle twee keer per jaar geïnspecteerd waarbij de<br />

geconstateerde aspecten vastgelegd worden in een<br />

inspectierapport. De wekelijkse controle richt zich op de<br />

huidige werking en de inspectie op de toestand van de<br />

pomponderdelen en de gehele gemaalconstructie ter<br />

plaatse.<br />

Verder inspecteren we jaarlijks de greppels, open buffers<br />

en rioleringsonderdelen zoals wervelventielen en<br />

schuiven.<br />

We inspecteren niet planmatig ons secundair riolerings -<br />

stelsel en de huisaansluitingen. We inspecteren hier<br />

alleen als dit noodzakelijk of te wel als er klachten zijn<br />

van omwonenden. Deze inspectiegegevens houden we<br />

niet bij in een beheersysteem, omdat we ook de overige<br />

gegevens van het secundair stelsel niet bijhouden.<br />

Maatregelen - onderhoud<br />

Op basis van de inspectiegegevens bepalen we welke<br />

maatregelen nodig zijn. Voor de leidingen kun je hierbij<br />

bijvoorbeeld denken aan vervangingen. Dit is nader<br />

uitgewerkt in paragraaf 6.3.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

58<br />

Maatregelen die we in de beheer- en onderhoudsfase<br />

nemen zijn wortelfrezen en extra reinigingen. Vooraf aan<br />

de inspectie wordt de onderhoudsmaatregel reiniging al<br />

uitgevoerd. We reinigen het regenwaterriool met een<br />

diameter kleiner dan 50 cm niet. Inspectie-ervaring heeft<br />

ons geleerd dat we in het algemeen ervan uit kunnen<br />

gaan dat deze riolen schoon zijn. Het is dus zonde van<br />

het geld om deze toch te reinigen. Blijkt tijdens de<br />

inspectie dat een enkele leiding toch vuil is dan reinigen<br />

we natuurlijk alsnog.<br />

We vervangen gemalen en pompen en voeren onderhoud<br />

uit aan greppels en buffers. Dit laatst genoemd onder -<br />

houd wordt uitgevoerd door groenaannemers, omdat dit<br />

onderhoud bestaat uit cultuurtechnische maatregelen<br />

zoals maaien en snoeien.<br />

Daarnaast voeren we ook klein onderhoud uit aan ons<br />

rioolstelsel. Dit onderhoud is hoofdzakelijk gebaseerd op<br />

de meldingen die binnenkomen op het servicenummer<br />

openbare ruimte 045 – 5604000. Burgers kunnen via dit<br />

nummer melding maken van niet gewenste situaties die<br />

zij constateren zoals bijvoorbeeld een verstopte kolk,<br />

wateroverlast of verstoppingen. Wij bekijken deze<br />

meldingen en bepalen vervolgens welke maatregelen<br />

noodzakelijk zijn. Deze maatregelen lopen zeer uiteen<br />

van het ontstoppen van een kolk tot het inspecteren<br />

van de huisaansluiting.<br />

Voor verstoppingen van de huisaansluitingen hebben we<br />

een aparte regeling. Indien de verstopping op gemeente -<br />

lijk terrein ligt, zijn de herstelkosten voor de gemeente<br />

mits de bewoner gebruik gemaakt heeft van de door ons<br />

aangewezen firma. Ligt de verstopping op privéterrein<br />

dan is exact bekend wie de veroorzaker is en deze<br />

betaald dan ook; de bewoner dus.<br />

Het financieel budget hebben we nog niet onder controle.<br />

Alleen door constante bewaking van het budget en stop -<br />

pen met werkzaamheden zodra het budget op is, is de<br />

financiële situatie beheersbaar. Indien gevaarlijke<br />

situaties ontstaan, voeren we wel nog werkzaamheden<br />

uit. Dit brengt echter risico’s met zich mee. Door het<br />

niet uitvoeren van klein onderhoud kan de kwaliteit van<br />

het stelsel verslechteren waardoor later omvangrijkere<br />

en duurdere maatregelen nodig zijn. De ontevredenheid<br />

van de burgers neemt toe, omdat we hun meldingen<br />

niet meer afhandelen met uitzondering van gevaarlijke<br />

situaties. We maken jaarlijkse een analyse van de<br />

uitgevoerde werkzaamheden.


We hebben echter nog niet de bepalende indicatoren<br />

voor voorspelling van het benodigd budget kunnen vast<br />

stellen. Tevens is het budget afhankelijk van binnen -<br />

komende meldingen over schade en overlast.<br />

Verder sluiten we woningen en bedrijfspanden aan op<br />

het rioleringsstelsel. Hiervoor betaalt de aanvrager een<br />

bedrag wat vastgelegd is in onze aansluitverordening uit<br />

2006.<br />

Een adequate werking van onze pompen is van belang.<br />

We controleren de werking wekelijks, omdat we willen<br />

voorkomen dat er overlastsituaties optreden. We werken<br />

met twee merken pompen en hebben voor elk een<br />

sofwareprogramma dat naast beheersysteem ook als<br />

onderhoudssysteem werkt. Indien een calamiteit ontstaat<br />

bij een gemaal meldt het gemaal dit bij het onderhouds -<br />

syteem en ook via sms aan de verantwoordelijke<br />

medewerkers. Hierdoor kunnen we adequaat en snel<br />

reageren op onverwachte situaties. Omdat we twee<br />

medewerkers in dienst hebben die dagelijks bezig zijn<br />

met het onderhoud hiervan en ook een wachtdienst<br />

kennen voor dit onderdeel, beperken we de overlast tot<br />

een minimum.<br />

Naast huis- en bedrijfsaansluitingen zijn de kolken en<br />

roosters de toevoerbron voor het rioleringsstelsel. De<br />

kolken inspecteren we niet. We hebben een zogenaamd<br />

kolkenbestek waarin opgenomen is welke kolken en<br />

roosters hoe vaak geledigd worden. De standaard is<br />

twee keer per jaar reinigen. Een aantal kolken vervuild<br />

echter door de ligging meer dan gemiddeld waardoor<br />

twee extra reinigingsbeurten nodig zijn. Het opheffen<br />

van verstoppingen en vervanging van kapotte kolken<br />

behoort bij het klein onderhoud van het rioolstelsel.<br />

Gewenste situatie<br />

Areaal<br />

Het overgrote gedeelte van ons rioleringsstelsel is reeds<br />

bekend. Hierbij is wel een regelmatige actualisatie van<br />

gewijzigde gegevens van belang. Mede door de invoe -<br />

ring van de wet WION is de actualisatie vastgelegd op<br />

20 werkdagen na wijziging. Verder vloeit uit deze wet<br />

voort dat we ons secundair stelsel ook in kaart moeten<br />

brengen. In <strong>2015</strong> wordt bepaald of digitale vastlegging<br />

van huisaansluitingen wordt ingevoerd.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

59<br />

Inspectie<br />

We willen van elk onderdeel weten wat de toestand is,<br />

zodat we weten wanneer we moeten ingrijpen. De taken<br />

van de beheerder verschuiven van puur objectenbeheer<br />

naar functioneel beheer en risicomanagement. We willen<br />

weten welke risico’s we nemen. Hierdoor voorkomen we<br />

gevaarlijke situaties, maar kunnen we ook beter plannen<br />

door werkzaamheden met andere vakgebieden te combi -<br />

neren. Hierdoor is het mogelijk om werk met werk te<br />

maken en de overlast voor omwonenden en ander<br />

belanghebbende te beperken.<br />

Maatregelen - onderhoud<br />

We willen tijdig weten welke maatregelen noodzakelijk<br />

zijn, zodat we onze budgetten hierop kunnen inrichten.<br />

Het budget voor klein onderhoud willen we kunnen<br />

voorspellen met een beperkte marge van onzekerheid<br />

c.q. onverwachte zaken.<br />

Strategie<br />

Areaal<br />

Door de samenvoeging van bureau Stadsinfra en de<br />

afdeling beheer en onderhoud ontstaan nieuwe kansen<br />

om de actualisatie van de gegevens te bevorderen en te<br />

versnellen. Hierbij is het van belang dat we met elkander<br />

blijven werken aan goede werkprocessen en werkafspra -<br />

ken. In deze planperiode maken we een plan van aanpak<br />

hoe we het areaal van het secundaire stelsel in kaart<br />

gaan brengen en eventueel ook van de huisaansluitingen.<br />

De inventarisatie van deze gegevens is een omvangrijk<br />

project, daar niet alle gegevens op tekening bekend is en<br />

waarschijnlijk veldwerk verricht moet worden.<br />

Inspectie<br />

We inspecteren middels een videocamera de gehele<br />

strenglengte. In 2014 is het gehele vrijverval stelsel<br />

geïnspecteerd op deze wijze. In 2014 bepalen we de<br />

reeks voor de volgende ronde.<br />

Naast deze planmatige inspectie blijven we de strengen<br />

monitoren die behoren tot “achterstallig onderhoud”.<br />

Alhoewel uit de inspectie blijkt dat de gebreken aan een<br />

streng ernstig zijn, spelen de factoren omliggende<br />

ondergrond, verkeersbelasting, hydraulische belasting<br />

(hevige regenbuien) ook een rol bij het bezwijken van<br />

een streng. Het is een uitdaging om deze factoren ook<br />

mee te kunnen nemen in een vervangingsplanning.


De greppels, open buffers en rioleringsonderdelen<br />

blijven we jaarlijks inspecteren.<br />

Voor de ondergrondse betonnen bergbezinkbassins gaan<br />

we in de komende planperiode een inspectieprogramma<br />

opstellen. Voordat we dit programma opstellen gaan we<br />

eerst bepalen wat we inspecteren. Hierbij is niet alleen<br />

het schoon zijn van het bassin van belang, maar ook<br />

bouwkundige aspecten spelen hierbij een rol.<br />

De inspectiestrategie voor de gemalen werkt naar onze<br />

tevredenheid en hier handhaven we de halfjaarlijkse<br />

inspectie.<br />

Maatregelen - onderhoud<br />

De uitvoeringsmaatregelen die we uitvoeren worden<br />

gevormd door ervaring. Hier moeten we niet terugwijken<br />

om ook eens andere wegen te bewandelen en ervaring<br />

op te doen met nieuwe technieken. Bij uitvoeringsmaat -<br />

regelen behoren planningen en ramingen. Dit geheel<br />

gaan we nog beter afstemmen en integreren met pro -<br />

grammering om een hoger rendement te bewerkstelligen.<br />

Een ander groot aandachtspunt in de komende plan -<br />

periode is het klein onderhoud aan ons rioolstelsel. We<br />

moeten uitzoeken welke indicatoren betrouwbare voor -<br />

spellingen genereren. Waarschijnlijk zal onze analyse<br />

aangepast moeten worden en op andere zoekrichtingen<br />

c.q. verbanden gebaseerd worden.<br />

Financiële middelen<br />

Financieel gezien valt het onderdeel beheer en onder -<br />

houd tot de noemer exploitatiekosten. Deze kosten zijn<br />

inclusief de benodigde software voor uitvoering van de<br />

werkzaamheden.<br />

De financiële planning ziet er als volgt uit:<br />

Tabel 20. financiële planning beheer en onderhoud<br />

Jaar Exploitatiekosten<br />

<strong>2011</strong> € 1.488.602,-<br />

2012 € 1.495.764,-<br />

2013 € 1.503.004,-<br />

2014 € 1.510.322,-<br />

<strong>2015</strong> € 1.517.721,-<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

60<br />

6.10 Planvorming en onderzoek<br />

Huidige situatie<br />

De afgelopen jaren zijn verschillende plannen en onder -<br />

zoeken uitgevoerd. De aanleiding van deze plannen en<br />

onderzoeken zijn in veel gevallen het vergroten van<br />

kennis en inzicht in het functioneren van het gemeente -<br />

lijk rioleringsstelsel en watersystemen.<br />

Optimalisatie Afvalwatersysteem (OAS):<br />

Samen met het Waterschap Roer en Overmaas en het<br />

Waterschapsbedrijf Limburg en andere gemeenten zijn<br />

voor de afstroomgebieden naar rioolwaterzuivering<br />

<strong>Heerlen</strong> en Hoensbroek optimalisatie afvalwatersysteem<br />

studies uitgevoerd. De OAS studies <strong>Heerlen</strong> en Hoensbroek<br />

zijn opgesteld om de voordelen (financieel, milieu, in -<br />

zicht, doorzicht) van de samenwerking tussen riolering<br />

en afvalwaterzuivering zichtbaar te maken.<br />

Het eindrapport van OAS <strong>Heerlen</strong> is op 15 januari 2007<br />

verschenen. In het rapport zijn maatregelen zoals het<br />

aanleggen van bergbezinkbassins in het Geleenbeekdal<br />

beschreven, waarvan het amoveren van de RWZI <strong>Heerlen</strong><br />

een essentieel onderdeel uitmaakt. Bestuurlijke afhande -<br />

ling van OAS <strong>Heerlen</strong> in een afvalwaterakkoord (afspraak<br />

wie doet wat en wanneer) is nog gaande.<br />

Het eindrapport van OAS Hoensbroek moet nog ver schij -<br />

nen. In het rapport zijn maatregelen zoals het aanleggen<br />

van bergbezinkbassins in het Caumerbeekdal beschreven,<br />

waarvan het ontkluizen van de Caumerbeek en Loopgraaf<br />

een essentieel onderdeel uitmaakt.<br />

Verkenningsstudie ontkluizen Caumerbeek en Loopgraaf:<br />

In de jaren zeventig stroomde het regenwater en het<br />

afvalwater van een groot gedeelte van <strong>Heerlen</strong> via het<br />

riool naar de open Caumerbeek en Loopgraaf. Door de<br />

komst van milieuregelgeving zijn deze lozingen op de<br />

open Caumerbeek en Loopgraaf 35 jaar geleden opgehe -<br />

ven. Vanaf de Meezenbroekerweg tot aan rioolwater zuiveringsinstallatie<br />

Hoensbroek is voor afvoer van afvalwater,<br />

regenwater en beekwater een betonnen koker onder de<br />

grond aangelegd. Het overkluizen van de Caumerbeek<br />

en Loopgraaf is tot nu toe, met een investeringswaarde<br />

destijds van ca. 30 miljoen gulden, het grootste infra -<br />

structurele waterhuishoudkundige project binnen de<br />

gemeente <strong>Heerlen</strong>.


Rond de eeuwwisseling is, door het ontstaan van nieuwe<br />

denkbeelden rondom riolering en water, het besef ge -<br />

groeid om de Caumerbeek en Loopgraaf te ontkluizen.<br />

Via beleidsstukken als het Waterplan 2001-<strong>2015</strong> en de<br />

Bekenvisie uit 2004 is hierover richting directie, College<br />

en Raad gecommuniceerd.<br />

Het terugbrengen aan de oppervlakte van de Caumerbeek<br />

en Loopgraaf is op verschillende manieren mogelijk. In<br />

de studie is in samenwerking met het Waterschap Roer<br />

en Overmaas het voorkeursontwerp, tot stand gekomen<br />

na weloverwogen keuzes (mede op basis van een verge -<br />

lijkingsraming) door de projectgroep, uitgewerkt tot een<br />

voorontwerp.<br />

Uit dit voorontwerp blijkt dat het technisch mogelijk is<br />

de beken tegen acceptabele kosten te ontkluizen en<br />

aldus de vuil- en schoonwater stromen te scheiden.<br />

Door gebruik te maken van het zeslagenmodel (water,<br />

oevers, routes, economie, educatie en cultuurhistorie en<br />

beleving algemene beeldvorming) voor een integrale<br />

ontwikkeling van beekdalen, vormt de Caumerbeek<br />

samen met het Geleenbeekdal een hoogwaardig, aan -<br />

eengesloten gebied, waar zowel bezoekers als bewoners<br />

van <strong>Heerlen</strong> graag zullen verblijven en recreëren.<br />

In het voorontwerp zijn fietspaden, recreatie, ecologische,<br />

flora en fauna, educatieve voorzieningen (zoals bijvoor -<br />

beeld een Waterleerpad), toerisme en horeca opge nomen,<br />

waar een groot deel van de regio van profiteert. Met<br />

name de <strong>Heerlen</strong>aren die op een steenworp afstand<br />

wonen krijgen een uniek recreatiegebied.<br />

Om te voldoen aan de milieuregels voor het verminderen<br />

van de vervuiling op de oppervlaktewateren is voorals -<br />

nog het aanleggen van 3 bergbezinkbassins langs de<br />

Caumerbeek het uitgangspunt.<br />

Kaderrichtlijn water:<br />

Sinds 22 december 2000 is de Kaderrichtlijn Water (KRW)<br />

van kracht. De KRW heeft als doel om de kwaliteit van<br />

de Europese wateren te verbeteren (“goede toestand”)<br />

en die kwaliteit goed te houden. Waterbeheer op het<br />

niveau van stroomgebieden is daarbij het uitgangspunt<br />

met als belangrijkste instrument de stroomgebied -<br />

beheersplannen (SGBP) die eind 2009 zijn vastgesteld.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

61<br />

De SGBP bevatten doelen, maatregelen, kosten en meet -<br />

programma’s voor de te bereiken “goede toestand” in<br />

regionale wateren<br />

Het Waterschap Roer en Overmaas, Rijkswaterstaat,<br />

Provincie, en de waterambassadeurs hebben vanaf eind<br />

2006 in de gebiedsgerichte werkgroep KRW Limburg Zuid<br />

gewerkt aan het opstellen van maatregelenpakketten.<br />

Hierover is met gemeenten zowel ambtelijk als bestuur -<br />

lijk verschillende keren overleg gevoerd. Het College van<br />

<strong>Heerlen</strong> heeft, in februari 2008 de voorlopige maatregelen<br />

voor de gemeente <strong>Heerlen</strong> vastgesteld. De gemeentelijke<br />

maatregelen zijn vervolgens gerapporteerd aan de<br />

Provincie en het Waterschap Roer en Overmaas.<br />

De maatregelen zijn vervolgens door de Provincie opge -<br />

nomen in het Provinciaal Waterplan Limburg 2010-<strong>2015</strong><br />

en door het Waterschap Roer en Overmaas in het Water -<br />

beheersplan WRO 2010-<strong>2015</strong>. Zowel op het concept<br />

(september 2008) als het ontwerp (januari 2009) Provin -<br />

ciaal Waterplan Limburg en Waterbeheersplan heeft de<br />

gemeente <strong>Heerlen</strong> een zienswijze ingediend. <strong>Gemeente</strong><br />

<strong>Heerlen</strong> heeft namelijk bedenkingen bij de voorgestelde<br />

maatregelen voor de overstorten op kwetsbare en zeer<br />

kwetsbare beken en de haalbaarheid van het afkoppelen<br />

van 1% per jaar.<br />

De gemeentelijke zienswijze is opgenomen in de nota<br />

zienswijzenrapport van het Waterschap Roer en Overmaas.<br />

De gemeentelijke zienswijze heeft echter niet geleid tot<br />

aanpassingen aan het Waterbeheersplan van het Water -<br />

schap Roer en Overmaas.<br />

Proces alternatief aanleggen bergbezinkbassins:<br />

Om de begroting van de gemeente <strong>Heerlen</strong> “krimpproof”<br />

te maken moeten keuzes worden gemaakt betreffende<br />

investeringen en jaarlijkse uitgaven. Ook de uitgaven<br />

met betrekking tot de rioleringszorg worden beoordeeld.<br />

De directeur programma Leefomgeving heeft richting de<br />

afdeling SPO opgedragen een onderzoek uit te voeren<br />

naar het niet meer aanleggen van 5 bergbezinkbassins.<br />

De opgave is in twee onderdelen verdeeld. Allereerst het<br />

uitstellen van de aanleg van 5 bergbezinkbassins ten<br />

behoeve van het uitvoeren van dit onderzoek t/m 2010.<br />

En als tweede het helemaal niet aanleggen van de<br />

5 bergbezinkbassins na 2010.


Onderstaand volgt een overzicht van de onderdelen van<br />

het proces alternatief aanleggen bergbezinkbassins.<br />

Doelmatigheid.<br />

Juridisch.<br />

Meten is Weten.<br />

Afkoppelen van verhard oppervlak.<br />

Optimalisatie Afvalwatersysteem <strong>Heerlen</strong> en<br />

Hoensbroek.<br />

Toepassen lamellen om bezinkingsrendement<br />

bergbezinkbassins te verhogen.<br />

Kalibreren rioleringsstelsel.<br />

Het onderzoek is momenteel nog in uitvoering.<br />

Krimp:<br />

Volgens de kernindicatoren van <strong>Heerlen</strong> neemt de be -<br />

volking af (1990: 94.049 en 2008: 89.678) terwijl het<br />

aantal woningen (1990:40.608 en 2008: 46.390) en<br />

bedrijven (1990: 2.995 en 2008: 4.430) toeneemt. Het<br />

aantal rioolaansluitingen is daardoor ook toegenomen<br />

naar ca. 48.000 in 2009. De bevolkingsdichtheid per<br />

woning neemt aldus af van 2,3 naar 1,99. In hoeverre in<br />

de toekomst door afname van de bevolking dan ook<br />

minder woningen nodig zijn volgt niet uit de gegevens<br />

van de afgelopen jaren! Wel is de verwachting dat in<br />

Hoensbroek de komende jaren (Masterplan) ca. 2.000<br />

woningen worden gesloopt, waarvoor geen nieuwbouw<br />

terugkomt.<br />

Mocht het aantal rioolaansluitingen (woningen) afnemen,<br />

terwijl het rioleringsstelsel van de gemeente <strong>Heerlen</strong><br />

toeneemt (nieuwbouwplannen en gescheiden rioleringen<br />

bij rioolrenovaties) moeten de hogere kosten over<br />

minder woningen worden verdeeld. Uitgaande van het<br />

aantal inwoners van 85.300 over 15 jaar (parkstadmonitor)<br />

en een bezettingsgraad van 2 inwoners per woning<br />

(2008) zijn over 15 jaar 42.650 woningen. Dit is een afname<br />

van 5,2%. Het rioolrecht zou de komende 15 jaar door<br />

de krimp aldus 5,2 % extra moeten stijgen. Een alter -<br />

natief voor de krimp is het buitengebruik stellen van<br />

complete straten en riolen of delen van wijken als gevolg<br />

van sloop. Op deze manier worden de onderhouds- en<br />

vervangingskosten lager echter moet wel rekening<br />

gehouden met boekwaarde en afschrijving van het riool.<br />

Waterkrachtenergie:<br />

Het benutten van de waterkrachtenergie uit een<br />

rioolstelsel wordt met name in Duitsland op kleine<br />

schaal toegepast.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

62<br />

Ook in Nederland wordt op kleine schaal in de beken,<br />

ter plaatse van watermolens (natuurlijke vallen)<br />

waterkrachtenergie opgewekt.<br />

Gezien het hellende karakter van de gemeente <strong>Heerlen</strong><br />

zijn op verschillende plaatsen in het rioleringsstelsel<br />

grote vallen aanwezig. Verder heeft het gemeentelijk<br />

transportriool vanaf de Oliemolenstraat voldoende afval -<br />

water om een turbine aan te drijven. Sinds juli 2008 zijn<br />

door Bureau Aangepaste Technologie (BAT) en River To<br />

Success (RTS) ter plaatse van de valput De Koumen en<br />

Oliemolen onderzoeken verricht naar het plaatsen van<br />

een rioolturbine.<br />

Het onderzoek naar de mogelijkheden van een Riool -<br />

turbine begon met het onderzoeken van een specifieke<br />

locatie en kenmerken. Het ontwikkelde zich tot een<br />

zoektocht naar de vele factoren welke direct en indirect<br />

met het vraagstuk te maken hebben. In veel omliggende<br />

gebieden als inpassing in de bestaande structuur, energie -<br />

prijsontwikkeling, maar ook op primair technisch vlak<br />

moesten eerst standpunten bepaald worden om tot<br />

concrete weging en eindresultaat te komen.<br />

Dit proces gebeurde vaak op bijna intuïtieve wijze. Het<br />

“bijna intuïtieve” is overigens geen zwakte van het<br />

rapport. Het is eerder de realiteit in de zich ontwikke -<br />

lende wereld van Duurzame Energie. De bestaande<br />

wegingsmodellen bij Duurzame Energie op economische<br />

gebieden als exploitatie, investering, financiële baten,<br />

bieden onvoldoende houvast. Bovendien worden andere<br />

voordelen van Duurzame Energie, welke ook overduidelijk<br />

aanwezig zijn, niet gekapitaliseerd en meegewogen.<br />

Hierdoor ontstaat per definitie een achterstand voor<br />

Duurzame Energie op economisch gebied; Dit nog los<br />

van de institutionele en maatschappelijke inpassing van<br />

deze nieuwe technieken.<br />

De bestaande wegingsmodellen schaden de ontwikke -<br />

ling van Duurzame Energie tot reëel andersdenkend<br />

beleid sterk. Er ligt op dit beleidsterrein voor de <strong>Gemeente</strong><br />

<strong>Heerlen</strong> als animator van Duurzame Energie, een wereld<br />

te winnen, hoe moeilijk en ingewikkeld dit proces ook<br />

zal zijn.


Afbeelding 5. Rioolturbine<br />

Proefprojecten, zoals de Rioolturbine, zijn van groot<br />

belang. De resultaten, en de spin off hiervan, zetten pro -<br />

cessen in werking welke nodig zijn voor veranderingen op<br />

het gebied van de toekomstige energievoor ziening. De<br />

publieke zaak is tenslotte ook gediend met het laten<br />

zien dat het anders kan.<br />

Dat Duurzame Energie voor de toekomst een grote rol is<br />

toegedicht is duidelijk. Dit onderzoek, de veelheid aan<br />

factoren, maar ook de keuzes bij realisatie en een slui -<br />

tende exploitatie, heeft wellicht geleid tot een stevig<br />

“out of the box” denken.<br />

Kenmerkend voor dit onderzoek was, dat diverse vak -<br />

disciplines op een open manier met elkaar samenwerkten<br />

en elkaar aanvulden. Hierdoor konden keuzes en erva -<br />

ringen direct op elkaar worden afgestemd, waardoor is<br />

het mogelijk werd een concreet onderzoeksproject uit te<br />

werken. Een niet gering resultaat.<br />

De conclusie van het onderzoek is dan ook:<br />

De turbine-installatie kan naast het bestaande rioolnet<br />

worden aangelegd.<br />

Er treden geen stromingstechnische wijzigingen en<br />

veranderingen in het bestaande riool op.<br />

Situatie Groene boord is uit te bouwen als testlocatie<br />

met werkende installatie.<br />

Het is belangrijk ervaring op doen met de turbineinstallatie<br />

en deze te combineren met het bestaande<br />

bouwplan voor het bergingbezinkbassin.<br />

De installatie is volgens planning eind 2010 operationeel.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

63<br />

Benchmark Rioleringszorg:<br />

In het Bestuursakkoord Waterketen 2007 (BWK-2007) is<br />

door vertegenwoordigers van de koepel organisaties<br />

afgesproken over het jaar 2009 gemeentebreed een<br />

Benchmark Rioleringszorg uit te voeren. De Vereniging<br />

van Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n en Stichting RIONED organi -<br />

seren gezamenlijk, voor alle gemeenten in Nederland,<br />

de Benchmark Rioleringszorg 2010 als opvolger van de<br />

benchmark rioleringszorg die sinds 2005 werd uitgevoerd.<br />

Het ministerie van VROM draagt bij in de ontwikkelings -<br />

kosten.<br />

De burger heeft baat bij zo laag mogelijke kostenstij -<br />

gingen en een efficiënte uitvoering van de gemeentelijke<br />

taken. Dat geldt uiteraard ook voor de rioleringszorg. De<br />

kosten nemen toe door rioolvervanging, taakuitbrei -<br />

dingen (zoals de nieuwe zorgplichten voor grondwater<br />

en regenwater), klimaatontwikkelingen (meer en inten -<br />

sievere buien) en strengere wettelijke eisen. Nieuw<br />

beleid moet ontwikkeld en efficiënt uitgevoerd worden.<br />

De benchmark stimuleert dat gemeenten van elkaar leren.<br />

Benchmarken blijkt in de praktijk een uitstekend middel<br />

om met elkaar in gesprek te komen. De bench mark zorgt<br />

voor meer inzicht in de kwaliteit en doelmatigheid van de<br />

rioleringszorg door vergelijking met andere gemeenten.<br />

Het is een hulpmiddel om te sturen op prestaties (aard<br />

en omvang van voorzieningen en maatregelen), prijs<br />

(rioolheffing) en organisatie (werkprocessen).<br />

De benchmark is momenteel in uitvoering. Alle<br />

gemeenten hebben deelgenomen aan de benchmark<br />

riolering. Eind 2010 worden de eerste resultaten<br />

verwacht.<br />

Beleidsplan Stedelijk Watermanagement:<br />

Als opvolger van het gemeentelijk rioleringsplan is vanaf<br />

eind 2008 gewerkt aan dit rapport. Het Beleidsplan<br />

Stedelijk Watermanagement is een combinatie van het<br />

<strong>Gemeente</strong>lijk Rioleringsplan en het gemeentelijk Water -<br />

plan. Alle wateropgaven worden uitvoerig beschreven,<br />

met een duidelijke kijk richting de toekomst.<br />

Gewenste situatie<br />

Zoals de huidige situatie aangeeft vindt nog flink wat<br />

onderzoek plaats naar het bepalen van de meest effec -<br />

tieve maatregelen om het rioolstelsel en het oppervlaktewater<br />

te verbeteren.


Het streven is om alle onderzoeken snel af te ronden en<br />

bestuurlijk de maatregelen vast te stellen, zodat met de<br />

uitvoering van verschillende projecten wordt begonnen.<br />

Om in te spelen op de toekomstige klimaatsontwikke -<br />

lingen is het van belang een risicoanalyse inzake<br />

wateroverlastgevoelige gebieden in <strong>Heerlen</strong> uit te voeren.<br />

Krimp heeft niet enkel negatieve gevolgen maar kan ook<br />

worden aangegrepen als kans voor het realiseren van de<br />

regenwateropgave. Daar waar woningen worden gesloopt<br />

kunnen nieuwe ontwikkelingen ontstaan. De mogelijk -<br />

heid van het realiseren van nieuwe blauwe en groene<br />

gebieden moet met beide handen worden aangegrepen.<br />

Ook toekomstige ontwikkelingen na de sloop bieden<br />

voldoende kansen anders met hemelwater om te gaan.<br />

Strategie<br />

Via het opstellen van een nieuw basisrioleringsplan (oude<br />

dateert uit 1993) wordt het hydraulisch functioneren van<br />

het gehele rioolstelsel van <strong>Heerlen</strong> inzichtelijk gemaakt.<br />

In het basisrioleringsplan wordt met name aandacht<br />

besteed aan het opstellen van modellen ter bepaling<br />

van de risicoanalyse wateroverlastgevoelige gebieden.<br />

Door nog meer tijdens de initiatieffase (Masterplannen)<br />

betrokken te raken bij de nieuwe planontwikkelingen<br />

kan eerder invloed worden uitgeoefend om anders om<br />

te gaan met hemelwater.<br />

6.11 Bedrijfsvoering en planning<br />

Huidige situatie<br />

Via de cyclische controle van afdelingsplannen, voorjaars -<br />

nota’s, najaarsnota’s en jaarrekening wordt het college<br />

en de raad op de hoogte gehouden van de voorhanden<br />

zijnde en uitgevoerde rioleringswerkzaamheden. De<br />

nadruk wordt hierbij vaak gelegd op het behalen van het<br />

in het GRP 2006-2010 vastgestelde aantal km riool -<br />

vervanging en bijbehorende uitgaven per jaar. Momenteel<br />

vindt onvoldoende sturing plaats op de rioolrenovatie -<br />

productie, wat ook blijkt uit de evaluatie van het GRP<br />

2006-2010 (paragraaf 3.3).<br />

Op het gebied van rioolrenovatie is een achterstand aan -<br />

wezig. In november 2008 is besloten tot verlaging van de<br />

tarieven voor rioolheffing in 2009 en 2010 conform raads -<br />

voorstel (2008/23886) door middel van een extra ont trekking<br />

uit de voorziening van € 1.312.539 (2009 en 2010).<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

64<br />

Voor 2010 is er een ombuiging van 1,0 miljoen en voor<br />

de verdere jaren moet rekening worden gehouden met<br />

een ombuiging van 1,5 miljoen. In <strong>2011</strong> zou, rekening<br />

houdend met de rioolrenovatieachterstand, voor<br />

€ 24 miljoen aan rioolvervanging/renovatie uitgevoerd<br />

moeten worden.<br />

Gewenste situatie<br />

Proactieve sturing geven aan het uitvoeren van de in het<br />

Beleidsplan Stedelijk Watermanagement aangegeven<br />

maatregelen in de periode <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>.<br />

De rioolrenovatieachterstand, rekening houdende met<br />

de financiële middelen, zoveel mogelijk in deze plan -<br />

periode inhalen.<br />

Strategie<br />

Bij de reorganisatie van de afdeling Beheer en Onderhoud<br />

is een scheiding gemaakt tussen het productiebureau<br />

Stadsinfra en het bureau programmering. Waarbij het<br />

bureau programmering verantwoordelijk is voor het aan -<br />

leveren van integrale projecten, waarin de beleidsaspecten<br />

groen, wegen, riolering en stadsvernieuwing (via afdeling<br />

Stadsplanning) zijn meegenomen. De productieafdeling<br />

is verantwoordelijk voor het plannen en realiseren van<br />

de door het bureau programmering aangegeven werk -<br />

zaamheden.<br />

De operationele planning wordt opgesteld op basis van<br />

de beschikbare middelen en mogelijkheden. Jaarlijks<br />

wordt een detailplanning opgesteld van de uit te voeren<br />

werkzaamheden. Deze planning is gerelateerd aan het<br />

beschikbare budget vanuit de begroting en de productieve<br />

uren in samenhang met de personele bezetting. Gedu -<br />

rende het jaar wordt de uitvoeringsplanning periodiek<br />

(Via de cyclische controle van afdelingsplannen, voor -<br />

jaarsnota’s, najaarsnota’s en jaarrekening) geactualiseerd.<br />

6.12 Juridische aspecten<br />

Inleiding<br />

In deze paragraaf worden de juridische aspecten<br />

benoemd die de waterhuishouding zijdelings raken.<br />

Zo is bijvoorbeeld voor grondwater nu een grond -<br />

waterzorgplicht. Dit wordt dan behandeld in een aparte<br />

paragraaf.


Huidige situatie<br />

Eigendomsverhouding<br />

De gemeente <strong>Heerlen</strong> probeert haar rioleringsstelsel in<br />

het openbare gebied aan te leggen, zodat het stelsel<br />

altijd toegankelijk is voor onderhoud of andere werk -<br />

zaamheden. Wanneer riolering op andermans eigendom<br />

moet worden aangelegd, is het van belang dit vast te<br />

leggen in contracten over erfdienstbaarheid en recht van<br />

opstal, maar ook om het goed te archiveren. Een geschikt<br />

moment hiervoor is overdrachtsfase van uitvoering naar<br />

onderhoud.<br />

Alle medewerkers van de gemeente <strong>Heerlen</strong> kunnen de<br />

ligging van de riolering raadplegen via Argus. Onbekend -<br />

heid met de ligging van de riolering vormt geen beper -<br />

king meer voor medewerkers van grondverkoop en van<br />

bouwvergunningverleners.<br />

Arbo-wetgeving<br />

De Arbo-aspecten worden zo goed als mogelijk meege -<br />

nomen in het ontwerpproces. Hierbij is onderlinge<br />

communicatie tussen ontwerper en beheerder nood -<br />

zakelijk. In het algemeen verloopt dit proces vrij goed.<br />

WION<br />

De wet informatieoverdracht ondergrondse netwerken is<br />

in 2008 ingevoerd om graafschade aan leidingen te voor -<br />

komen. Dit betekent dat wij als leidingbeheerder<br />

informatie moeten verstrekken aan grondroerders die<br />

machinaal gaan graven. Verder moeten onze leiding -<br />

gegevens actueel zijn. Wijzigingen moeten uiterlijk na 20<br />

werkdagen verwerkt zijn. Om te voldoen aan deze wet<br />

implementeren wij momenteel de benodigde software.<br />

Overlast van kabels en leidingen bij de aanleg van riolering<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

65<br />

Gewenste situatie<br />

Eigendomsverhouding<br />

We willen aan ons stelsel indien het gelegen is op<br />

andermans terrein onderhoud of andere werkzaam -<br />

heden uitvoeren. Zonder dat wij in de uitvoeringsfase<br />

beperkt worden door het ontbreken van afspraken.<br />

Arbo-wetgeving<br />

In het belang van onze eigen medewerkers en mede -<br />

werkers/firma’s die wij inhuren is het belangrijk om te<br />

voldoen aan de Arbo-wetgeving.<br />

WION<br />

Aan deze wettelijke verplichting moeten wij voldoen,<br />

aangezien er boetes worden uitgedeeld als wij niet<br />

voldoen aan deze wet.<br />

Strategie<br />

Eigendomsverhouding<br />

Regelmatig overleg en voorlichting aan de medewerkers<br />

van grondverkoop blijft een wezenlijk onderdeel in het<br />

proces.<br />

Arbo-wetgeving<br />

Het is van belang om ontwerpen te laten controleren door<br />

de beheerder. Voor de beheerder is het daarbij van belang<br />

dat hij op de hoogte is van de wetgeving. In dit proces<br />

speelt de KAM-medewerker ook een adviserende rol.<br />

WION<br />

Het bijhouden van de werkprocessen voor de WION moe -<br />

ten geborgd worden. Dit moet vastgelegd worden in een<br />

document. Verder moeten afspraken gemaakt worden<br />

over de actualisatie van de bestanden. De riolerings -<br />

beheerder zal ook dit moeten borgen.


7. Organisatie en Financiën<br />

7.1 Inleiding<br />

In dit hoofdstuk staat een samenvatting gegeven van de<br />

regelgeving conform het Besluit Begroting en Verantwoor -<br />

ding met betrekking tot riolering. De financiën volgend<br />

uit dit beleidsplan zijn verwerkt in een kostendekkings -<br />

plan. Het kostendekkingsplan geeft voor de korte en<br />

lange termijn inzicht in de benodigde middelen (exploi -<br />

tatie- en investeringskosten) om de in dit plan gestelde<br />

doelen te realiseren met hiertegenover de mogelijkheden<br />

om inkomsten te generen via de rioolheffing.<br />

7.2 Regelgeving Besluit Begroting Verantwoording (BBV)<br />

Belangrijke aandachtspunten bij de financiële vertaling<br />

en het opstellen van een kostendekkingsplan zijn de<br />

voorschriften zoals opgenomen in het Besluit Begroting<br />

en Verantwoording (BBV). De herziene notitie Riolering<br />

uit oktober 2009 bevat naast aanbevelingen ook een<br />

aantal stellige uitspraken die door de gemeenten moeten<br />

worden gevolgd.<br />

Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en<br />

gemeenten (BBV) bevat de regelgeving met betrekking<br />

tot de begroting- en verantwoordingscyclus. Daarnaast<br />

bevat het BBV bepalingen over de financiële positie,<br />

zoals activeren, waarderen, reserves en voorzieningen.<br />

De rioolheffing is een belasting, die direct verband houdt<br />

met een door de overheid bewezen dienst (artikel 228a<br />

van de gemeentewet). De rioolheffing is een belasting,<br />

die dient ter bestrijding van de kosten van watertaken<br />

(artikel 228a van de gemeentewet). De rioolheffing is<br />

een belasting die de kosten voor de verbrede zorgplicht<br />

riolering dekt, inclusief de kosten voor het verwezen -<br />

lijken van beleidsdoelstellingen. Er moet een zekere<br />

relatie zijn tussen het kostenverhaal via de rioolheffing<br />

en het belang dat de belastingplichtige heeft bij de<br />

openbare voorzieningen (profijtbeginsel). In de gemeente<br />

<strong>Heerlen</strong> is de rioolheffing in 2009 ingevoerd.<br />

Samengevat zijn de belangrijkste richtlijnen betreffende<br />

riolering:<br />

Investeringen in het riool dienen te worden geactiveerd<br />

(artikel 59 BBV). Reden hiervoor is dat het investeringen<br />

met economisch nut betreft, een gemeente kan mid -<br />

delen genereren via de rioolheffing (artikel 59, tweede<br />

lid BBV).<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

66<br />

De geactiveerde investeringen leiden voor de duur van<br />

de afschrijfperiode tot kapitaallasten en deze lasten<br />

kunnen op grond van artikel 228a <strong>Gemeente</strong>wet in het<br />

tarief worden meegenomen.<br />

Ter bestrijding van de kosten van de watertaken kan<br />

de gemeente een rioolheffing in rekening brengen<br />

(228a <strong>Gemeente</strong>wet).<br />

In de rioolheffing kan een egalisatiebedrag meegeno men<br />

worden voor toekomstig groot onderhoud, egaliseren<br />

is mogelijk (artikel 44,1c BBV). De onderhoudsvoorzie -<br />

ning krijgt bij vorming uit het tarief het karakter van<br />

een voorziening.<br />

In het tarief mogen spaarbedragen voor toekomstige<br />

vervangingsinvesteringen worden meegenomen. Deze<br />

worden als last in de exploitatie toegevoegd aan een<br />

voorziening (ex. artikel 44 lid 2 BBV).<br />

Realisatie van vervangingsinvestering wordt voor het<br />

volle bedrag geactiveerd. Het bedrag voor toekomstige<br />

vervangingsinvesteringen in de rioolvoorziening kan<br />

op het te activeren bedrag in mindering worden ge -<br />

bracht (afboeking in de balanssfeer).<br />

Als de jaarlijkse spaarbedragen gelijk zijn aan de<br />

jaarlijkse vervangingsinvesteringen moeten vanwege<br />

de wettelijke regels toch de “spaarbedragen” als last<br />

worden geboekt. Vervolgens wordt de daarmee ge -<br />

vormde voorziening afgeboekt op de geactiveerde<br />

vervangingsinvesteringen.<br />

Wanneer van een vervangingsinvestering een boek -<br />

waarde resteert, hoeft hierop niet te worden<br />

afgeschreven maar kunnen bedragen voor vervanging<br />

die in latere begrotingsjaren worden ontvangen, op de<br />

boekwaarde worden afgeboekt.<br />

Concreet betekent dit:<br />

In de begroting wordt een structurele dotatie geraamd<br />

die jaarlijks in de voorziening wordt gestort om zo te<br />

spa ren voor de investeringen alsmede om zo de<br />

afbouw van de boekwaarde van de geactiveerde<br />

investeringen te dekken.<br />

Investeringen worden geactiveerd in de balans.<br />

De spaarcomponent dient als bijdrage van derden<br />

hierop in mindering te worden gebracht (exclusief de<br />

interne rentelasten).<br />

Wat resteert is dan de boekwaarde, waarvoor dus nog<br />

geen spaarbedragen zijn ontvangen en die in de balans<br />

dient te worden opgenomen.


7.3 Uitgaven<br />

Voor alle maatregelen in dit <strong>BSW</strong> zijn kostenramingen<br />

opgesteld. Hierbij is onderscheid gemaakt in exploitatie -<br />

kosten, perceptiekosten, kwijtschelding, kapitaallasten<br />

van investeringen en rioolrenovatiekosten. Het <strong>BSW</strong> heeft<br />

financieel een planningshorizon van 65 jaar (gemiddelde<br />

levensduur riool). De hardheid van de ramingen neemt<br />

af naarmate de te bekostigen maatregelen verder in de<br />

toekomst liggen. Onderstaand een korte opsomming van<br />

de diverse kosten.<br />

Exploitatiekosten<br />

Bij de exploitatiekosten gaat het om jaarlijkse uitgaven<br />

voor de beheer- en onderhoudsactiviteiten, zoals klein<br />

onderhoud, inspecties, reinigen, kolken zuigen etc..<br />

Deze uitgaven worden toegeschreven aan het jaar<br />

waarin deze worden uitgegeven.<br />

Perceptiekosten<br />

De perceptiekosten zijn de kosten voor heffing en<br />

invordering van rioolheffing door Gemeenschappelijke<br />

Belasting- en Registratiedienst (GBRD). Deze kosten<br />

komen ten laste van het jaar waarop ze betrekking<br />

hebben.<br />

Kwijtschelding<br />

Het rijk staat gemeenten toe een kwijtscheldingsbeleid<br />

te voeren. Burgers kunnen op grond van een aantal<br />

criteria voor kwijtschelding van hun rioleringsbijdrage<br />

in aanmerking komen. De kosten van kwijtschelding<br />

worden volledig meegenomen in de berekening van<br />

de rioolheffing en zijn gebaseerd op de gegevens van<br />

de GBRD voor 2010.<br />

Kapitaallasten investeringen<br />

Rioolinvesteringen zijn kosten voor het verbeteren van<br />

het rioleringsstelsel, bijvoorbeeld het voldoen aan de<br />

wettelijke milieueisen door het aanleggen van berg -<br />

bezinkbassins en het verbeteren van het watersysteem<br />

(beken en vijvers). Kapitaallasten zijn rente- en af -<br />

schrijvingslasten van investeringen. Investeringen<br />

betreffen uitgaven voor zaken die in meerdere jaren<br />

worden afgeschreven.<br />

Kapitaallasten rioolrenovatie<br />

Rioolrenovatiekosten zijn kosten voor het renoveren,<br />

repareren of vervangen van riolen.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

67<br />

In het vorige GRP werden investeringen in het kader van<br />

rioolrenovatie rechtstreeks uit de exploitatie gedekt. Dit<br />

betekent dat het volledige bedrag in het betreffende jaar<br />

ten laste van de begroting wordt gebracht.<br />

Conform de genoemde regelgeving (BBV) dienen investe -<br />

ringen in het riool geactiveerd te worden. Investeringen<br />

worden geactiveerd en in een vastgestelde periode afge -<br />

schreven. De begroting wordt belast met de jaarlijkse<br />

afschrijvings- en rentekosten. Deze voorgeschreven<br />

systematiek van activeren van rioolrenovatie is in dit<br />

<strong>BSW</strong> toegepast.<br />

Het uitgangspunt voor de kosten is prijspeil 2009. In de<br />

uitwerking van het kostendekkingsplan wordt geïndexeerd<br />

in verband met inflatiecorrectie en een aandeel van het<br />

BTW-component verrekend.<br />

In tabel 21 staan de uitgaven voor <strong>2011</strong> en <strong>2015</strong> gerela -<br />

teerd aan het tarief van de rioolheffing. Daarnaast wordt<br />

in grafiek 3 de kostenontwikkeling <strong>2011</strong>-2076 weerge -<br />

geven. De uitgaven zijn gebaseerd op een stijging van<br />

de rioolheffing van 1,5 % boven op de inflatie in de<br />

periode <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>.<br />

Aanleg fundering BBB Corisbergweg


Tabel 21. Uitgaven <strong>2011</strong> en <strong>2015</strong><br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Uitgaven Uitgaven Uitgaven Uitgaven Uitgaven Uitgaven<br />

<strong>2011</strong> <strong>2011</strong> gere- <strong>2011</strong> als % <strong>2015</strong> <strong>2015</strong>gere- <strong>2015</strong> als %<br />

lateerd rioolheffing lateerd rioolheffing<br />

aan riool- aan rioolheffing<br />

heffing<br />

Exploitatie € 1.860.250 € 38,07 25,9 % € 2.053.368 € 42,00 24,9 %<br />

Perceptie € 536.000 € 10,88 7,4 % € 591.644 € 12,14 7,2 %<br />

Kwijtschelding € 457.000 € 9,4 6,4 % € 524.418 € 10,79 6,4 %<br />

Kapitaallasten<br />

bestaande investeringen € 820.118 € 753.045<br />

Kapitaallasten nieuwe<br />

investeringen € 727.157 € 3.153.940<br />

BTW € 663.011 € 13,52 9,2 % € 663.011 € 13,49 8,0 %<br />

Spaarbedrag<br />

toekomstige<br />

investeringen € 2.118.753 € 43,36 29,5 % € 652.630 € 18,38 10,9 %<br />

Totaal € 7.182.289 € 146,98 100% € 8.241.841 € 168,66 100 %<br />

Grafiek 3. Uitgaven <strong>2011</strong>-2075<br />

60.000.000<br />

50.000.000<br />

40.000.000<br />

30.000.000<br />

20.000.000<br />

10.000.000<br />

0<br />

<strong>2011</strong><br />

2013<br />

spaarbedrag toekomstige investeringen<br />

Kapitaallasten nieuwe investeringen<br />

Doorberekening groen/wegen<br />

Kwijtscheldingskosten<br />

BTW<br />

Perceptiekosten<br />

Kapitaallasten bestaande investeringen<br />

Exploitatie<br />

Inkomsten<br />

<strong>2015</strong><br />

2017<br />

2019<br />

2021<br />

2023<br />

2025<br />

2027<br />

2029<br />

2031<br />

2033<br />

2035<br />

2037<br />

2039<br />

2041<br />

2043<br />

2045<br />

68<br />

2047<br />

2049<br />

2051<br />

2053<br />

2055<br />

2057<br />

2059<br />

2061<br />

2063<br />

2065<br />

2067<br />

2069<br />

2071<br />

2073<br />

2075


7.4 Kostendekking<br />

De kosten voor het verbeteren van het gemeentelijke<br />

rioolstelsel, het vervangen van riolen, aanleg van berg -<br />

bezinkbassins, het beheer en onderhoud en afkoppelen<br />

worden gedekt uit de rioolheffing.<br />

Het kostendekkingsplan is gebaseerd op de volgende<br />

uitgangspunten:<br />

Kostendekkende rioolheffing.<br />

In november 2008 is besloten tot verlaging van de<br />

tarieven voor rioolheffing in 2009 en 2010 conform<br />

raadsvoorstel (2008/23886) door middel van een extra<br />

onttrekking uit de voorziening van € 1.312.539 (2009<br />

en 2010). In het kostendekkingsplan is deze verlaging<br />

gehandhaafd. Het terugdraaien van deze verlaging zou<br />

een forse tariefsverhoging van ca. 20% betekenen. Voor<br />

de daadwerkelijke wijziging van het tarief moet ook<br />

rekening worden gehouden met de bezuinigings op -<br />

dracht om vanaf <strong>2011</strong> € 0,5 miljoen extra te bezuinigen.<br />

Alle inkomsten en uitgaven zijn gebaseerd op het<br />

prijspeil van 2009. In het kostendekkingsplan is<br />

rekening gehouden met een inflatiecorrectie van<br />

2,5 procent.<br />

Voor het kostendekkingsplan is het model voor een<br />

looptijd van 65 jaar doorgerekend.<br />

Kwijtschelding is gebaseerd op het percentage conform<br />

de gegevens van de GBRD voor 2010.<br />

De afschrijftermijn van riolering is op 40 jaar gesteld,<br />

met een lineaire afschrijving. Bergbezinkbassins worden<br />

over een periode van 80 jaar afgeschreven op basis<br />

van annuïteiten conform de nota afschrijving en<br />

waardering.<br />

Voor het aantal rioolheffingplichtigen is uitgegaan van<br />

48.000 aansluitingen.<br />

Grafiek 4. Boekwaarde<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

69<br />

Bij invoering van het BTW-compensatiefonds is in arti -<br />

kel 229b van de <strong>Gemeente</strong>wet uitdrukkelijk bepaald<br />

dat ook de BTW die gemeenten op grond van het BTWcompensatiefonds<br />

gecompenseerd krijgen als last mag<br />

worden opgenomen in de berekening van de tarieven.<br />

Hiertegenover staat immers voor de gemeente een<br />

korting op het gemeentefonds. Concreet mag de ge -<br />

raamde BTW dus meegenomen worden in de bereke ning<br />

van de tarieven.<br />

In het kostendekkingsplan zijn enkel kosten opgenomen<br />

die direct verband houden met het verwezenlijken van<br />

beleidsdoelstellingen in het <strong>BSW</strong><strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> (geen<br />

bijdrage bovengrondse voorzieningen).<br />

De berekende negatieve voorziening in de periode<br />

2018-2025 mag conform het BBV niet voorkomen.<br />

Omdat het <strong>BSW</strong> en kostendekkingsplan om de vijf jaar<br />

worden bijgesteld, kan echter tijdig worden bijge -<br />

stuurd om dit te voorkomen.<br />

Bij de interpretatie van de resultaten van de kostendek -<br />

kingberekeningen dient rekening gehouden te worden<br />

met de onzekerheden van de aannamen sterk toenemen<br />

met de tijd. Voor de korte termijn geeft de berekening<br />

een goed beeld van de ontwikkelingen. Voor de middel -<br />

lange en lange termijn dienen de resultaten als indicatief<br />

te worden gezien. Deze zijn bedoeld om tendensen weer<br />

te geven. Over vijf jaar wordt een nieuw <strong>BSW</strong> opgesteld.<br />

De uitgewerkte tabellen van het kostendekkingsplan<br />

staan in bijlage J.<br />

Boekwaarde<br />

Na 65 jaar heeft de gemeente geen achterstand aan<br />

rioolrenovatie/rioolvervanging. De openstaande boek -<br />

waarde (zie grafiek 4) bedraagt aan het eind van de<br />

periode € 236 miljoen.


Risico-analyse<br />

Uit de berekening van het kostendekkingsplan blijkt dat<br />

de modeluitkomsten gevoelig zijn voor schommelingen<br />

in inflatiecorrectie en voor het tijdstip waarop projecten<br />

worden uitgevoerd. Van grote invloed op de rioolheffing<br />

op korte termijn is het zo realistisch mogelijk schatten<br />

van het uitvoeringsjaar van de investeringsprojecten.<br />

Naast de investeringen spelen ook vervangingen een rol.<br />

Elke nieuwe inspectieronde kan aanleiding zijn voor<br />

mee- of tegenvallers. Op middellange termijn kan een<br />

onderschatting van de vervangingskosten in de kosten -<br />

dekkingberekening zitten. Dit is een gevolg van de<br />

theoretische vervanging op gemiddeld 65 jaar, die is<br />

gebaseerd op inspectieresultaten en geëxtrapoleerd naar<br />

de nog niet geïnspecteerde leidingen.<br />

7.5 Opbrengsten<br />

Rioolheffing is een belasting die de kosten voor de totale<br />

afwateringszorgplicht dekt, inclusief de kosten voor het<br />

verwezenlijken van beleidsdoelstellingen. Met de riool -<br />

heffing bekostigt de gemeente taken die zij heeft in<br />

verband met de inzameling, transport en verwerking van<br />

hemel-, grond- en afvalwater. De rioolheffing bestaat uit<br />

twee delen. Eigenaren betalen een vast bedrag per per -<br />

ceel, omdat hun perceel/percelen direct of indirect zijn<br />

aangesloten op de gemeentelijke riolering. Gebruikers<br />

betalen het gebruikersdeel. De hoogte hiervan wordt<br />

bepaald op basis van het waterverbruik.<br />

Grafiek 5. Achterstand rioolrenovatie<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

70<br />

De rioolheffing voor het daaropvolgende jaar wordt<br />

jaarlijks bij het behandelen van de algemene beschou -<br />

wingen door de raad vastgesteld. Uitgangspunt voor het<br />

<strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> is een kostendekkend tarief.<br />

Naast inflatiecorrectie kunnen de inkomsten aan riool -<br />

heffing ook verhoogd worden met een extra indexatie.<br />

De extra indexering vertaalt zich in meer of minder<br />

mogelijkheden op het gebied van rioolrenovatie. Opge -<br />

merkt dient te worden dat de extra indexering een<br />

indexering van het totaal aan baten betreft en niet direct<br />

vertaalt kan worden in een indexering van het tarief van<br />

de rioolheffing. De stijging van het tarief is ook afhanke -<br />

lijk van het aantal huishoudens. De verwachting is dat<br />

het aantal huishouden in de komende 15 jaren met 5,2%<br />

gaat dalen.<br />

Om het beleid en de daaruit volgende maatregelen uit te<br />

voeren is een extra indexatie van de baten van 1,5%<br />

binnen deze planperiode voldoende. In de komende<br />

10 jaar wordt de achterstand van € 20 miljoen ingelopen<br />

(zie grafiek 5). Om het rioolstelsel vervolgens ook op<br />

lange termijn volledig te kunnen vervangen zijn onder -<br />

staande tariefontwikkelingen nodig:<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> 1,5% stijging<br />

2016-2020 2,0% stijging<br />

2021-2049 1,5% stijging<br />

2050-2065 1,5% daling


7.6 Personele Middelen<br />

Inleiding<br />

Om de benodigde formaties vast te stellen is het van<br />

belang de gemeentelijke taakvelden te beschrijven.<br />

Als uitgangspunt is de taakverbreding volgens de Wet<br />

<strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken gebruikt.<br />

Binnen de taakvelden afvalzorgplicht, hemelwaterzorg -<br />

plicht en grondwaterzorgplicht worden verschillende<br />

werkzaamheden verricht, zoals planvorming, onderzoek,<br />

onderhoud, maatregelen en facilitair.<br />

Huidige situatie<br />

De gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de rioleringsen<br />

watertaken worden uitgevoerd door de afdeling<br />

Beheer en Onderhoud en afdeling Stadsplanning. De<br />

afdeling Stadsplanning is verantwoordelijke voor het<br />

strategische beleid en de afdeling Beheer en Onderhoud<br />

voor het operationele beleid en de uitvoering.<br />

In onderstaand overzicht staat een lijst met werk -<br />

zaamheden die door de medewerkers van de afdeling<br />

Stads planning en Beheer en Onderhoud worden verricht.<br />

Planvorming<br />

opstellen beleidsplan stedelijk watermanagement;<br />

in- en externe afstemming (zoals waterplan, ROplannen,<br />

optimalisatiestudies);<br />

stellen jaarprogramma’s.<br />

Onderzoek<br />

inventarisatie;<br />

inspectie/controle;<br />

meten;<br />

berekenen.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

De tariefontwikkeling binnen de planperiode exclusief inflatie staat in tabel is 22.<br />

Tabel 22. Tariefontwikkeling <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

Jaar Stijging (%) Rioolheffing Rioolheffing Rioolheffing Stijging (€)<br />

gebruiker eigenaar totaal<br />

<strong>2011</strong> -4,5 % € 78,24 € 67,80 € 146,04 - € 6,96<br />

2012 1,5 % € 79,41 € 68,82 € 148,23 € 2,19<br />

2013 1,5 % € 80,60 € 69,85 € 150,45 € 2,22<br />

2014 1,5 % € 81,81 € 70,90 € 152,71 € 2,26<br />

<strong>2015</strong> 1,5 % € 83,04 € 71,96 € 155,00 € 2,29<br />

71<br />

Onderhoud<br />

riolen/kolken;<br />

gemalen/mechanische riolering/IBA’s;<br />

infiltratievoorzieningen/drainage/grondwatervoorzie -<br />

ningen.<br />

Maatregelen<br />

aanleg nieuwe riolering;<br />

reparatie;<br />

renovatie/vervanging;<br />

verbetering.<br />

Facilitair<br />

verwerken revisiegegevens;<br />

vergunningen;<br />

klachten.<br />

Om bovengenoemde taken uit te voeren heeft de<br />

gemeente de navolgende functies ingevuld:<br />

0,5 fte strategisch beleid<br />

2,7 fte operationeel beleid<br />

3,5 fte Beheer en Onderhoud<br />

8,0 fte uitvoering<br />

Totaal werken aldus ca. 15 fte aan de riolerings- en<br />

wateropgaven.<br />

Gewenste situatie<br />

De benodigde formatie volgens landelijke kengetallen uit<br />

de Leidraad Riolering bedraagt 21 fulltime plaatsen<br />

(exclusief overhead). Hierbij is uitgegaan van een aantal<br />

rioleringstaken en het maximaal uitbesteden van de<br />

inspectiewerkzaamheden en onderhoud (zie tabel 23).<br />

Uitgangspunt is het 100% op orde houden van het<br />

rioleringstelsel!


Tabel 23. Indicatie personele inzet (werkdagen) voor een<br />

gemeente met > 50.000 inwoners (Leidraad Riolering)<br />

Planvorming 300<br />

Onderzoek 110<br />

Onderhoud 605<br />

Maatregelen 2534<br />

Facilitair 146<br />

Totaal 3695<br />

Productieve werkdagen/jaar 175<br />

Benodigde formatie (fte) 21,1<br />

Voldoende personeel?<br />

Strategie<br />

Het is van essentieel belang dat voldoende capaciteit<br />

aanwezig is om de noodzakelijke taken te verrichten.<br />

Capaciteitsgebrek zorgt namelijk voor risico’s zoals<br />

wegverzakkingen, meer kans op verkeersongelukken en<br />

daaropvolgende schadeclaims. Maar ook voor het niet<br />

voldoen aan de wettelijke taken, toename milieuklachten<br />

door slecht functioneren rioolstelsel en het niet halen<br />

van de rioolvervangings- en/of investeringsproductie en<br />

de gevolgen daarvan op lange termijn.<br />

Het verschil in aantal medewerkers gewenst en huidig<br />

zit met name bij het voorbereiden en uitvoeren van<br />

maatregelen. Door de regie over de projecten te scheiden<br />

van de productie wordt effectiever gewerkt. Verder wordt<br />

de productie verhoogd door meer gebruik te maken van<br />

ingenieursdiensten en de rioleringsprojecten efficiënter<br />

te plannen.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

72


8. Voortgangsbewaking<br />

8.1 Inleiding<br />

Om aan het eind van de beleidsperiode van het <strong>BSW</strong><br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> de opgegeven doelen en maatregelen te<br />

behalen is het van groot belang dat tussentijds de<br />

voortgang wordt bewaakt. In dit hoofdstuk wordt dan<br />

ook aandacht besteed aan de voortgangsbewaking en de<br />

jaarprogramma’s.<br />

8.2 Voortgangsbewaking<br />

Planvorming heeft binnen het rioleringsbeleid een<br />

dubbele functie namelijk continuïteit in rioleringsbeleid<br />

en voortgangsbewaking in het bijzonder. Ten aanzien<br />

van de voortgangsbewaking is het van belang om je af<br />

te vragen of de voortgang echt bewaakt wordt of gevolgd.<br />

Vanuit het <strong>BSW</strong> is het van belang om expliciet uit te<br />

spreken dat de voortgang wordt bewaakt, zodat de in<br />

het beleidsplan aangegeven maatregelen ook worden<br />

uitgevoerd.<br />

Het opstellen van een evaluatie (zie hoofdstuk 3) als<br />

start van een nieuwe beleidsperiode is onvoldoende.<br />

Voortgangsbewaking moet voortdurend plaatsvinden.<br />

Met voortgangsbewaking wordt het ingezette beleid<br />

bijgestuurd mocht dit nodig zijn. Daarnaast is een<br />

samenhangende aanpak op lange termijn mogelijk en<br />

wordt de ad hoc aanpak teruggedrongen.<br />

De voortgangsbewaking wordt gemanaged aan de hand<br />

van de cirkel van Deming.<br />

Afbeelding 6. Cirkel van Deming<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

73<br />

De onderdelen van de cirkel van Deming hebben op<br />

rioleringsbeleid betrekking op:<br />

Plan: Formuleer doelstellingen en plan maatregelen.<br />

Do: Voer maatregelen uit.<br />

Check: Controleer of de maatregelen bijdrage aan de<br />

doelstellingen.<br />

Act: Analyseer en corrigeer eventuele afwijkingen en<br />

verbeter hiermee het plan.<br />

Cirkel: Herhaal voortdurend de vier stappen: plan-docheck-act.<br />

Het gebruik van de Deming circle voorkomt dat de riool -<br />

renovatieproductie en investeringsproductie blijft 'hangen'<br />

in de plan- en do-fase. Meten (Check) en bijsturen (Act)<br />

zijn belangrijke fasen om tot productieverbetering te<br />

komen.<br />

De taken van de cirkel van Deming worden door het<br />

bureau Programmering en bureau Stadsinfra van de<br />

afdeling Beheer en Onderhoud uitgevoerd. Waarbij het<br />

bureau Programmering verantwoordelijk is voor de<br />

onderdelen Plan (riooldeskundigen), Check (bedrijfsvoe -<br />

ring) en gedeeltelijk voor Act (riooldeskundigen). Het<br />

bureau Stadsinfra is verantwoordelijk voor de onderdelen<br />

Do en gedeeltelijk Act. Afstemming tussen de twee bureau<br />

is van essentieel belang om de in dit plan opgenomen<br />

maatregelen efficiënt uit te voeren.<br />

Verantwoording van het beleid en uitgevoerde maatrege -<br />

len wordt opgenomen in de programma jaarcyclus van<br />

kadernota, begroting, afdelingsplannen, voorjaarsnota,<br />

najaarsnota en jaarrekening.<br />

Tijdens deze verantwoording worden de jaarprogramma’s<br />

als instrument ingezet voor de voortgangsbewaking.<br />

Daarnaast wordt aangegeven wat is bereikt ten opzichte<br />

van het Beleidsplan Stedelijk Watermanagement aange -<br />

geven maatregelen. Het signaleren van vertraging en/of<br />

versnelling van uitvoering moet leiden tot het bijstellen<br />

van de programmaring.<br />

8.3 Jaarprogramma’s<br />

De jaarprogramma’s hebben primair als functie de hoofd -<br />

lijnen van het beleidsplan stedelijk watermanagement uit<br />

te werken tot duidelijk geprogrammeerde werkzaamhe<br />

om de voortgang te bewaken en eventueel bij te sturen.


Daarnaast functioneren de jaarprogramma’s als basis<br />

voor het inzetten van personeel, materieel en het vast -<br />

leggen van afspraken over de uitvoering en afstemming<br />

van werken.<br />

De jaarprogramma’s zijn opgesteld op basis van de<br />

beschikbare middelen en technische randvoorwaarden<br />

uit het Beleidsplan Stedelijk Watermanagement <strong>2011</strong>-<br />

2016. De jaarprogramma’s inclusief overzichtstekening<br />

operationele planning <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> zijn opgenomen in<br />

bijlage K.<br />

De rioolrenovaties die vermeld staan in de jaarpro -<br />

gramma’s en op de overzichtstekening zijn via het<br />

beoordelen van de rioolinspecties tot stand gekomen.<br />

De projecten voor de komende jaren zijn reeds uitge -<br />

werkt tot schetsplannen en of definitieve plannen. De<br />

projecten die zijn opgenomen in de laatste paar jaren<br />

van het <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> zijn nog niet zover uitgewerkt.<br />

De kans is dan ook groter dat van die projecten door<br />

verder onderzoek vervanging pas later noodzakelijk is<br />

dan momenteel aangegeven. Ook is het mogelijk dat<br />

door het uitvoeren van nieuwe inspecties rioolleidingen<br />

worden ontdekt die snel aan vervanging toe zijn. Deze<br />

leidingen worden dan aan de planning toegevoegd,<br />

waardoor andere projecten naar achteren schuiven.<br />

Prioritering van projecten is afhankelijk van de rest kwa -<br />

liteit van de riolering in samenhang met wegonderhoud,<br />

groenonderhoud en ontwikkelingsplannen.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

74


Begrippenlijst<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Aansluitverordening Voorschrift dat de afbakening van bevoegdheden en verantwoordelijkheden rondom<br />

de aansluiting van particulieren, bedrijven of overheden op de gemeentelijke<br />

riolering regelt.<br />

Afkoppelen Het ontkoppelen van op de riolering aangesloten verhard oppervlak (definitie<br />

Arnhem: het systematisch nemen van maatregelen voor de omgang met het<br />

neerslagwater van het verharde oppervlak anders dan maatregelen gericht op de<br />

afvoer naar een afvalwaterzuiveringsinstallatie).<br />

Afkoppelproject Een project waarbij een bestaand rioolsysteem zodanig wordt vernieuwd/aangepast<br />

of vervangen, dat de waterstromen ontmengd zijn (definitie “Koploperproject” iov<br />

STAS VROM)<br />

Afkoppelen volgend of leidend Als het afkoppelen meelift met bijvoorbeeld een wegreconstructie dan is het<br />

volgend.<br />

Afvalwater Verontreinigd water dat wordt geloosd door huishoudens, bedrijven en instellingen.<br />

Afvalwatersysteem Het geheel van rioleringstechnische en zuiveringstechnische werken voor de<br />

inzameling, transport en verwerking van afvalwater.<br />

Basisinspanning Vuiluitworp vanuit gemengde stelsels moet voldoen aan een vijftig procent<br />

vuilvrachtreductienorm (t.o.v. het jaar 1990).<br />

Basisrioleringsplan Plan waarin op gedetailleerde wijze wordt aangegeven hoe de Inzameling en afvoer<br />

van afvalwater en neerslag binnen een bepaald gebied plaatsvinden.<br />

Beeldkwaliteitsplan Plan waarin een pakket van intenties, aanbevelingen en/of richtlijnen voor het<br />

veiligstellen, creëren en/of verbeteren van de zichtbare omgeving in een bepaald<br />

gebied is opgenomen. Het beeldkwaliteit plan is vaak gericht op behoud en<br />

verbetering van bestaande ruimtelijke kwaliteiten maar ook op het bereiken van<br />

gewenste kwaliteit in nieuwe gebieden.<br />

Bergbezinkbassins Vuiluitworpreducerende randvoorziening achter het rioolstelsel voor tijdelijke<br />

berging en bezinking van vuildeeltjes in overstortwater.<br />

Berging Inhoud van een rioolstelsel die kan worden gebruikt voor het tijdelijk bergen van<br />

neerslag.<br />

Bestemmingsplan Een bestemmingsplan beschrijft wat er met de ruimte in een gemeente mag<br />

gebeuren.<br />

Debiet Het watervolume dat per tijdseenheid door een watergang of buis stroomt<br />

dg Dialog Rioolbeheerpakket dat door de gemeente <strong>Heerlen</strong> wordt gebruikt.<br />

Doorlaat Rioolput met een speciale functie en voorzien van een faciliteit om de standaard<br />

afvoer tot een gewenst maximum te beperken.<br />

Drukriolering Transport van afvalwater vindt plaats door gemalen (versus vrijverval riolering)<br />

(synoniem: persriool).<br />

Emissiereductie Verminderen van de vervuiling vanuit het rioleringsstelsel naar het oppervlakte -<br />

water.<br />

Emissiespoor Basisinspanning.<br />

End of pipe maatregelen Maatregelen die aan het einde van een lozingspunt plaatsvinden.<br />

Equivalent rioolrecht Gemiddeld rioolrecht gebaseerd op het aantal aansluitingen.<br />

Erfdienstbaarheid Juridisch geregelde afspraak over het gebruik van een perceel van een derde.<br />

Gemengd rioolstelsel Rioolstelsel dat benut wordt voor inzameling en transport van zowel afvalwater<br />

(droogweerafvoer, dwa) als regenwater (regenwaterafvoer, rwa) en grondwater<br />

(overtollig).<br />

Gescheiden rioolstelsel Rioolstelsel dat gebruik wordt voor een gescheiden inzameling en transport van<br />

afvalwater en regenwater/grondwater.<br />

75


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Grasbassin Voorziening voor de tijdelijke berging van regenwater.<br />

Infiltratie Indringen van water in de bodem.<br />

Infiltratiebergingen/–buffers Voorziening om regenwater op te vangen en tijdelijk vast te houden waarna het<br />

langzaam in de bodem dringt en het grondwater aanvult. De voorziening is vaak<br />

voorzien van een natuurlijke filterlaag om vervuiling geconcentreerd vast te houden.<br />

Inundatie (Bewust) onder water zetten van een gebied.<br />

Kolk Putje met rooster voor de opvang van afstromend hemelwater.<br />

Maatgevende bui Bui die bepalend is voor het ontwerp van een rioleringsstelsel (of een deel<br />

daarvan).<br />

OAS-studie Studie naar de Optimalisatie van het Afvalwatersysteem.<br />

OZB-heffing Iedereen in Nederland die een woning bewoont en iedereen die een woning of een<br />

ander onroerend goed in bezit heeft, betaalt onroerendezaakbelasting.<br />

Oppervlaktewater Het samenhangend geheel van van water, waterbodem, oevers, technische infra -<br />

structuur en de biologische component.<br />

Overstortfrequentie Aantal maal dat een riooloverstort(put) per jaar werkt.<br />

Overstortmuren Blokkering in de riolering tot een bepaalde hoogte om berging in de riolering te<br />

creëren, zodat regenbuien met lage intensiteiten niet overstorten. Bij hogere<br />

intensiteiten kan het water over de overstortmuur stromen.<br />

Primaire aansluiting De eerste aansluiting van een pand op het gemeentelijk riool.<br />

Prioritaire stoffen Lijst van stoffen waarvoor in de Europese Kaderrichtlijn Water normen opgenomen<br />

zijn (de zware metalen nikkel, kwik, lood, cadmium; PAK’s; aantal bestrijdingsmidde -<br />

len waaronder Atrazine, Diuron, Endosulfan, Lindaan en Simazine; oplosmiddelen<br />

(chloroform, benzenen) en Tributyltinverbindingen (TBT): totaal 37 stoffen).<br />

Randvoorziening Constructies als onderdeel van het rioolstelsel die tot doel hebben het volume en<br />

de vuilconcentratie van het te lozen rioolwater beperken.<br />

Recht van opstal Zakelijk recht om op iemands grond gebouwen, werken of beplantingen te hebben.<br />

Referentiestelsel Het referentiestelsel is een denkbeeldig stelsel dat de basis vormt voor het behalen<br />

van een vuiluitworpreductie van vijftig procent.<br />

Relinen Vorm van rioolverbetering waarbij een “sok” in het bestaande riool wordt gebracht.<br />

Retentiebuffer Buffer t.b.v. de opvang van regenwater.<br />

Riooloverstortput Voorziening voor het overstorten van het teveel aan afval- en regenwater.<br />

Rioolstreng Aaneengesloten verzameling rioolbuizen tussen twee rioolputten en/of rioolputten<br />

met een speciale functie (bijvoorbeeld een stuwput).<br />

Rioleringsgebied Rioleringsgebied is een samenhangend afstroomgebied naar één of meer overstort -<br />

punten bij de beek.<br />

Rioolrenovaties Oorspronkelijke functies van het riool worden van binnenuit hersteld. De overlast<br />

voor burgers blijft beperkt.<br />

Rioolvervangingen Oorspronkelijke functies van het riool worden hersteld door de oude riolering te<br />

verwijderen en nieuwe riolering aan te leggen. Dit gaat (vaak) gepaard met een<br />

flinke ingreep in de weg met overlast tot gevolg.<br />

Rioolverbeteringen Herstellen van de gewenste rioolfunctie waarbij de verbeteringen tot doel hebben<br />

de vervuiling vanuit het rioleringsstelsel naar het oppervlaktewater te verminderen,<br />

de zogenaamde emissiereductie, en het beperken van wateroverlast door uittredend<br />

rioolwater<br />

Secundaire aansluiting De tweede en volgende aansluiting van een pand op het gemeentelijk riool.<br />

Secundair riool De huis- en kolkaansluitingen zijn aangesloten op een tweede (secundair) riool, dat<br />

parallel aan het hoofdriool loopt en in de kabel- en leidingenstrook/troittoir ligt. Het<br />

secundair riool sluit in de controleputten aan op de hoofdriolering.<br />

Spindelschuiven Beweegbare afsluiter in de riolering (handmatig of mechanisch aangestuurd).<br />

76


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Stuwput Rioolput voorzien van een overstortmuur en een voorziening om de standaard<br />

afvoer tot een gewenst maximum te beperken, totdat de berging gevuld is. Doel<br />

van een stuwput is het creëren van berging in het rioolstelsel.<br />

Verbeterd gemengd stelsel Rioolstelsel dat is voorzien van berging en/of een voorziening waarmee de<br />

vuilemissie naar het oppervlaktewater wordt verkleind.<br />

Verbeterd gescheiden stelsel Het gescheiden stelsel is uitgebreid met een kleine berging en een doorvoerverbin -<br />

ding met het vuilwaterriool waardoor het eerste deel (“first flush”) van de regenbui<br />

met het meeste vuil naar de zuivering gaat.<br />

Verhard oppervlak Alle verharde oppervlakken die neerslag naar het riool afvoeren (daken, straten,<br />

pleinen etc.).<br />

Vrijverval riolering Riolering waarbij voor het transport gebruik wordt gemaakt van de zwaartekracht.<br />

Vuilemissie Hoeveelheid vuil die per tijdseenheid wordt geloosd op het oppervlaktewater.<br />

Vuiluitworpreductie Verminderen van de vuiluitworp uit het rioolstelsel naar het oppervlaktewater.<br />

Wadi’s Voorziening voor de infiltratie van regenwater. Een wadi is een laagte waarin het<br />

regenwater zich kan verzamelen en in de bodem kan infiltreren. Meestal is een<br />

wadi beplant met gras of biezen. Een wadi helpt verdroging van de bodem tegen te<br />

gaan, vormt een buffer bij overvloedige regenval, en draagt bij aan de zuivering van<br />

het water.<br />

Water op straat Situatie waarbij de regenbui groter is dan de afvoercapaciteit van de riolering waar -<br />

door water over maaiveld (straat) gaat stromen naar een locatie waar dit niet of<br />

nauwelijks schade of overlast veroorzaakt.<br />

Woningen worden in principe ruim boven het straatpeil gebouwd, zodat bij het<br />

optreden van wos overlast in de woningen wordt voorkómen.<br />

Waterketen De samenhang tussen de productie en distributie van drinkwater, de inzameling en<br />

transport van afvalwater, en de zuivering van het afvalwater.<br />

Waterkwaliteitsspoor Het waterkwaliteitsspoor eist dat als het emissiespoor (i.c. basisinspanning) niet tot<br />

voldoende verbeteringen van de (ecologische) oppervlaktewaterkwaliteit leidt, aan -<br />

vullende maatregelen genomen moeten worden.<br />

Wateroverlast Situatie waarbij de regenbui groter is dan de afvoercapaciteit van de riolering waar -<br />

door water op maaiveld (straat) blijft staan, doordat de hoogteverschillen van het<br />

maaiveld de afstroming naar een ongevoelige locatie voorkómen of de afstroming<br />

over maaiveld voert via schadegevoelige locaties. Hierdoor ontstaat materiële schade<br />

en/of (grote) overlast in de vorm van opdrijvende putdeksels, water in woningen,<br />

langdurig grote waterhoeveelheden op het maaiveld et cetera.<br />

Watersysteem Geografisch afgebakend en samenhangend geheel van oppervlaktewater, grondwater,<br />

waterbodems, oevers en infrastructuur.<br />

Wervelventielen Een voorziening in een speciale rioolput (stuwput, doorlaatput) om de standaard<br />

afvoer tot een gewenst maximum te beperken.<br />

Zelfreinigend vermogen Door de hoge hellingsgraad van het riool is de stroomsnelheid dusdanig hoog dat er<br />

geen afzetting van rioolslib kan plaatsvinden.<br />

77


Afkortingenlijst<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

<strong>BSW</strong> = Beleidsplan Stedelijk Watermanagement<br />

GRP = <strong>Gemeente</strong>lijk Rioleringsplan<br />

BRP = Basisrioleringsplan<br />

CIW = Commissie Integraal Waterbeheer<br />

KRW = Kaderrichtlijn Water<br />

DCHT = Duurzaam Comfort Huis en Tuin<br />

IBA = Individuele Behandeling Afvalwater<br />

NBW = Nationaal Bestuursakkoord Water<br />

NW4 = Vierde Nota Waterhuishouding<br />

PGW = Programmagestuurd Werken<br />

POL = Provinciaal Omgevingsplan Limburg<br />

PSL = Parkstad Limburg<br />

RWZI = Rioolwaterzuiveringsinstallatie<br />

VNG = Vereniging van Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n<br />

VROM = Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu<br />

WB21 = Waterbeleid voor de 21e eeuw<br />

WBL = Waterschapsbedrijf Limburg<br />

PWP = Provinciaal Waterplan 2010-<strong>2015</strong><br />

WBP = Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas 2010-<strong>2015</strong><br />

WRO = Waterschap Roer en Overmaas<br />

WVO = Wet verontreiniging oppervlaktewateren<br />

UVW = Unie van Waterschappen<br />

78


Bijlage A. Overzicht procedures totstandkoming Beleidsplan Stedelijk Watermanagement.<br />

Proces <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT


Bijlage B. Notulen overleg waterschap en provincie<br />

Verslag<br />

Vergadering<br />

Ontwerp Beleidsplan Stedelijke Watermanagement <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

Vergaderdatum<br />

31 januari <strong>2011</strong><br />

Aanwezigen<br />

Dhr. W. Pakbier, Waterschap Roer en Overmaas<br />

Mevr. G. Vugs, Waterschap Roer en Overmaas<br />

Dhr. R. Schols, Waterschapsbedrijf Limburg<br />

Dhr. V. Kruithof, Provincie Limburg<br />

Dhr. R. Weijers, <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong><br />

Afwezigen<br />

-<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Dhr. Pakbier geeft aan dat het Waterschap verrast is met het ontwerp Beleidsplan Stedelijk Watermanagement (<strong>BSW</strong>)<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>. Het Waterschap is niet conform “routekaart GRP” (opgesteld door het Limburgse waterpanel en bedoeld<br />

voor de gemeenten) eerder betrokken bij het opstellen van het ontwerp <strong>BSW</strong><strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>. Zeker nu het ontwerpplan<br />

reeds door het college is goedgekeurd zonder dat het waterschap ambtelijk een reactie heeft kunnen geven. Mede<br />

gezien de samenwerking in het verleden, zoals Waterplan 2001 en het ontkluizen van de Caumerbeek en Loopgraaf, is<br />

de verbazing groot dat het Waterschap nu niet eerder bij het proces betrokken is.<br />

Dhr. R. Schols sluit zich aan bij de opmerking van dhr. Pakbier.<br />

Dhr. Kruithof geeft aan dat hij, vanuit zijn financiële benadering, meer op de procedure en financiële aspecten let en<br />

niet op de inhoud. Met name de ontwikkeling van de rioolheffing i.r.t. vertraging rioolvervanging en het inhalen van de<br />

rioolrenovatie achterstand i.r.t. rioolrechtverhoging zijn aandachtspunten vanuit de Provincie.<br />

Dhr. Pakbier vermeld dat de gemeente <strong>Heerlen</strong> een opgave heeft in de Kaderrichtlijn Water(KRW). Hiervoor is tot nog<br />

toe een bedrag becijferd van ca. € 5 mln. aan maatregelen. Hierover dient nog een verfijningslag gemaakt te worden.<br />

Deze opgave is niet opgenomen in het <strong>BSW</strong><strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>. Het waterschap vindt dat ook dit deel van de wateropgave<br />

opgenomen moet worden. Verder wordt geopperd om de te treffen maatregelen Kaderrichtlijn Water en de maatregelen<br />

uit de Optimalisatiestudies Afvalwatersysteem op korte termijn verder af te stemmen. Ook dient rekening te worden<br />

gehouden met de milieuaspecten van het (in de toekomst) hebben en houden van drie open asfaltbuffers langs de<br />

heringerichte Caumerbeek.<br />

Dhr. Pakbier en dhr. Schols geven aan dat een tekening en lijst met overstorten en nooduitlaten ontbreekt. Deze lijst<br />

geeft een gemeentelijk totaal beeld en inzicht in de stand van zaken in het voldoen aan de basisinspanning en KRW<br />

verplichtingen. Met het vervallen van de vergunningen is de bewaking en voortgang over de overstorten aangewezen<br />

op afstemming en overleg waarbij een overzichtslijst de basis zal vormen. Mevr. Vugs vermeld dat ook de reiniging- en<br />

inspectiefrequentie in het <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> vermeldt dient te worden.


.<br />

Ook maakt het waterschap zich zorgen of het voorgestelde uitvoeringsprogramma en daarmee de basisinspanning in<br />

<strong>2015</strong> gerealiseerd zal zijn. De personele bezetting is niet of onvoldoende op capaciteit. Het risico op het niet halen van<br />

deze inspanning is hiermee aanwezig.<br />

Dhr. Pakbier vermeld dat het beleid betreffende strooien van zout en onkruidbestrijding van belang is bij het<br />

afkoppelen van verhard oppervlak.<br />

In de samenwerking dient er frequenter zowel ambtelijk als bestuurlijk overleg gevoerd te worden waarbij een brede<br />

wateragenda kan worden gehanteerd.<br />

Opmerkingen per pagina:<br />

Pag. 1. Vraagstelling ook de kwantitatieve maatregelen opnemen.<br />

Pag.15. Opnemen lijst met “innovatieve” plannen / studies die in deze periode worden uitgevoerd.<br />

Pag. 27. Waterleerpad Geleenbeek reeds voorbeeld van andere educatie.<br />

Pag. 30. Toevoegen waterstructuurkaart i.r.t. planologische verankering afkoppelen.<br />

Pag. 38. Basisinspanning en krw-maatregelen toevoegen aan belangrijke wateropgaven.<br />

Pag. 45. Meer samen optrekken bij het project Meten is Weten.<br />

Pag. 46. Hydraulische uitgangspunten gewenste situatie opsplitsen water op straat en wateroverlast inclusief<br />

herhalingsfrequentie buien.<br />

Pag. 48. <strong>Gemeente</strong> heeft regierol bij grondwateroverlast.<br />

Pag. 55. Schiffelerhof ontbreekt.<br />

Pag. 58. Beleid betreffende foutieve huisaansluitingen ontbreekt.<br />

Pag. 61. Het wel of niet treffen van maatregelen inzake de basisinspanning dienen bestuurlijk vastgelegd te worden<br />

en niet eenzijdig vanuit de gemeente.<br />

Pag. 64. Indien een nieuw Basisrioleringsplan wordt opgesteld kan gebruik worden gemaakt van het BRP-format.<br />

Pag. 65. Toevoegen aspect vergunningen.<br />

Pag. 66. Tekstuele opmerking van dhr. Kruithof komen nog per mail.<br />

Pag. 68. Kapitaallasten investeringen loopt in deze periode op van € 717.157 naar € 3.153.940. In hoeverre is het<br />

reëel dat de aangegeven vervangingsinvesteringen ook worden gerealiseerd?<br />

Pag. 69. Heffing kan enkel worden gebruikt voor inzet riooltaken!<br />

Pag. 69. Afschrijving op basis van annuïteiten is niet wenselijk. Dit i.v.m. een constant bedrag voor afschrijving en<br />

rente terwijl bij lineaire afschrijving in de toekomst middelen beschikbaar komen voor het plegen van<br />

onderhoud.<br />

Pag. 72. Zowel het WRO als het WBL geeft aan dat het van wezenlijk belang is dat voldoende personeel beschikbaar<br />

is om de opgaven uit te voeren.<br />

Als afsluiting erkent eenieder dat toekomstige samenwerking van groot belang is om de maatregelen uit het <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<br />

<strong>2015</strong> te realiseren.


Bijlage C. Onafhankelijk advies over <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>.<br />

MEMO<br />

Aan : dhr. R. Weijers<br />

Van : J.P.M.J. Janssens<br />

Kopie : J.C.I. Moerkerk<br />

Dossier : D2674-01.001<br />

Project : Beoordeling Beleidsplan Stedelijk Watermanagement<br />

Betreft : reactie DHV<br />

Datum : 19 mei 2010<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

De gemeente <strong>Heerlen</strong> heeft aan DHV gevraagd om het Beleidsplan Stedelijk Watermanagement (<strong>BSW</strong>) te beoordelen.<br />

In de memo zijn de bevindingen beschreven. Tevens is gevraagd om een voorstel te doen voor het opstellen van een<br />

bestuurlijke versie. Dit voorstel wordt u separaat toegezonden.<br />

Algemene indruk:<br />

De wetgever verplicht de Nederlandse gemeenten tot het hebben van een <strong>Gemeente</strong>lijk rioleringsplan (GRP). De zorg -<br />

plichten van de gemeenten spitsen zich toe op het stedelijk afvalwater (DWA en gemengde stelsels), het hemelwater<br />

en het grondwater. De Memorie van Toelichting bij de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken stelt<br />

dat het GRP ook duidelijk moet maken:<br />

waar de gemeente regen- en grondwater afvoert via een openbaar vuilwaterriool;<br />

waar in plaats van een openbaar vuilwaterriool afzonderlijke systemen (IBA’s) met een zelfde graad van milieu -<br />

bescherming in gebruik zijn;<br />

welke maatregelen de gemeente van perceeleigenaren verwacht rond afvloeiend regenwater en grondwater, én<br />

welke maatregelen de gemeente hiervoor zelf neemt.<br />

Het <strong>BSW</strong> is zeer uitvoering opgezet. Er wordt veel informatie gegevens over uiteenlopende onderwerpen: evaluatie,<br />

wet- en regelgeving, huidige situatie en financiële aspecten.<br />

De eerste indruk na het doornemen van de aangeleverde stukken is de volgende:<br />

1. De keuze voor de structuur van het plan is gericht op evaluatie, visie, beleid&wetgeving, strategie en financiën. De<br />

drie zorgplichten van de gemeente verdwijnen daardoor naar de achtergrond. Paragrafen over hemelwaterzorgplicht<br />

en grondwaterzorgplicht zijn in hoofdstuk 6 herkenbaar. Voor stedelijk afvalwater geldt dat niet. <strong>Gemeente</strong>n zijn<br />

vrij in het kiezen van een structuur en dat dient dus gerespecteerd te worden. Het blijkt wel dat de toetsing aan<br />

het wettelijk kader daardoor moeilijker wordt.<br />

2. Kengetallen geven snel een globale indruk van het onderwerp. De aanvulling op paragraaf 6.9 Beheer en Onderhoud<br />

voorziet hierin. Naar onze mening mogen deze gegevens eerder worden gepresenteerd. De lezer kan daardoor de<br />

volgende informatie beter in perspectief plaatsen. De informatie zou nog aangevuld kunnen worden met verhard<br />

oppervlak, het aantal overstorten en het aantal (huis) aansluitingen.<br />

3. Klimaatverandering wordt op een aantal plaatsen in het <strong>BSW</strong> terecht aan de orde gesteld. De riolering blijkt steeds<br />

vaker problemen te hebben met de verwerking van extreme buien. Wij adviseren daarom om bij iedere zorgplicht<br />

te definiëren wat wordt verstaan onder hinder en wat onder overlast. Een heldere communicatie hiervan naar de<br />

bewoners beperkt discussies in de toekomst.<br />

4. Op een aantal plaatsen komt duurzaamheid aan de orde, meestal in relatie tot hemelwater. Ter overweging geven<br />

we mee om ‘duurzaamheid’ nader te specificeren. De aanleg van een hemelwaterriool gaat immers gepaard met<br />

veel extra beton, de productie van infiltratiekratten is erg energie-intensief.<br />

5. Opmerkingen ten aanzien van spelling en grammatica leveren we separaat aan.


.<br />

88


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Bijlage D. Europees, nationaal en Provinciaal water- en rioleringsbeleid


1. Beleid en wetgeving <strong>BSW</strong> <strong>Heerlen</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

1.1 Inleiding<br />

Deze bijlage geeft een overzicht van het Europese, landelijke en provinciale beleid en de wetgeving op het gebied van<br />

met name water en riolering. Beschreven zijn onder andere de Europese Kaderrichtlijn Water, het Waterbeleid 21e eeuw,<br />

het Nationaal Bestuursakkoord Water, de Watertoets, het Provinciaal Waterplan en het Waterbeheersplan Roer en<br />

Overmaas. De opbouw is als volgt: eerst is het “hoge” beleid beschreven om vervolgens in te zoomen op lokaal en<br />

concreter beleid waarbij de verschillende beleidsstukken gescreend en beschreven zijn met oog voor de gemeente -<br />

belangen van <strong>Heerlen</strong> (riolering, afkoppelen, wateroverlast, duurzaam bouwen). Het gemeentelijke beleid en een<br />

synthese waarin kort de belangrijkste punten staan die nu en de komende jaren in relatie tot de gemeentelijke<br />

rioleringszorg een rol (gaan) spelen, zijn opgenomen in het hoofdrapport (hoofdstuk 5).<br />

1.2 Europa<br />

Kaderrichtlijn Water<br />

Sinds 22 december 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. De KRW heeft als doel om de kwaliteit<br />

van de Europese wateren te verbeteren (“goede toestand”) en die kwaliteit goed te houden. Het belangrijkste middel<br />

om dit doel te bereiken is het stroomgebiedbeheersplan (SGBP). In een dergelijk plan worden de waterkwaliteitsdoelen<br />

en de daarvoor benodigde maatregelen beschreven om deze goede toestand te bereiken. Nederland maakt deel uit<br />

van vier internationale stroomgebieden, waarbij de gemeente <strong>Heerlen</strong> in het stroomgebied van de Maas is gelegen.<br />

Het stroomgebiedbeheersplan Maas is op 27 november 2009 vastgesteld en heeft een looptijd tot eind <strong>2015</strong>. Daarna<br />

wordt er weer een nieuw plan voor de volgende zes jaar opgesteld. Een belangrijk onderdeel van het SGBP is een<br />

maatregelenprogramma. Het maatregelenprogramma bestaat enerzijds uit maatregelen die worden genomen in het<br />

kader van reeds bestaande nationale en/of Europese wetgeving (bijv. Europese Nitraatrichtlijn) en anderzijds een groot<br />

aantal regionale en locatiegebonden maatregelen.<br />

De gemeente <strong>Heerlen</strong> heeft hierin de komende jaren een belangrijke rol als het gaat om:<br />

inzameling en transport van hemelwater;<br />

zorgplicht voor het grondwater;<br />

sanering riooloverstorten;<br />

aanpak achterstallig onderhoud;<br />

meer ruimte voor ontwikkeling en herstel van de watergebonden natuur (watertoets en bestemmingswijzigingen);<br />

vermindering van emissie van gewasbescherming- en bestrijdingsmiddelen in de openbare ruimte;<br />

duurzaam bouwen stimuleren (beperken van gebruik van uitloogbare bouwmaterialen);<br />

sanering bodem- en grondwaterverontreinigingen.<br />

Om concrete betrokkenheid van gemeenten met de KRW te bewerkstelligen en/of te vergroten zijn in 2006 water -<br />

ambassadeurs aangesteld. Deze waterambassadeurs informeren, stimuleren en betrekken gemeenten in het leveren<br />

van een bijdrage aan de stedelijke wateropgave. Zij zijn de ‘linking pin’ tussen de gemeenten en Rijkswaterstaat, die<br />

de feitelijke regie voert over de KRW-opgave van Nederland. De waterambassadeur werd tot 2009 betaald door het<br />

ministerie van Vrom.<br />

1.3 Rijk<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Waterwet<br />

De Waterwet stelt integraal waterbeheer op basis van de ‘watersysteembenadering’ centraal. Deze benadering gaat uit<br />

van het geheel van relaties binnen watersystemen.


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Denk hierbij aan de relaties tussen waterkwaliteit, -kwantiteit, oppervlakte- en grondwater, maar ook aan de samen -<br />

hang tussen water, grondgebruik en watergebruikers. Hiernaast kenmerkt integraal waterbeheer zich ook door de<br />

samenhang met de omgeving. Dit komt tot uitdrukking in relaties met beleidsterreinen als natuur, milieu en ruimte -<br />

lijke ordening.<br />

De Waterwet vervangt de volgende wetten en regelingen voor het waterbeheer in Nederland:<br />

Wet op de waterhuishouding (waaronder Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken).<br />

Wet op de waterkering.<br />

Grondwaterwet.<br />

Wet verontreiniging oppervlaktewateren.<br />

Wet verontreiniging zeewater.<br />

Wet droogmakerijen en indijkingen.<br />

Wet beheer en rijkswaterstaatswerken (‘natte deel’).<br />

Waterstaatswet 1900.<br />

Saneringsregeling waterbodems.<br />

De Waterwet is vanaf 22 december 2009 van kracht.<br />

Met de Waterwet is de gemeente beter uitgerust om onder andere wateroverlast tegen te gaan. Daarnaast zijn alle<br />

voormalige vergunningstelsels opgegaan in één watervergunning en drie lozingenbesluiten om zo de regeldruk te<br />

verlagen.<br />

Nadere uitwerking van de Waterwet is vastgelegd in een AMvB en een daaraan gekoppelde ministeriële regeling,<br />

respectievelijk het Waterbesluit en de Waterregeling. Beide wetteksten geven prioriteit aan gevallen die in de wettekst<br />

nadere regeling voorschrijven.<br />

Wet Milieubeheer<br />

De Wet Milieubeheer legt gemeenten de wettelijke verplichting op periodiek een <strong>Gemeente</strong>lijk<br />

Rioleringsplan op te stellen (art. 4.22). Daarnaast bestaat vanuit de Wm de verplichting te zorgen voor de inzameling<br />

en transport van stedelijk afvalwater, en lozingseisen te stellen aan bedrijfsafvalwater.<br />

Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken<br />

De Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken, welke sedert 1 januari 2008 van kracht is, is geen zelfstandige wet, maar is de titel<br />

van een voorstel tot wijziging van drie bestaande wetten, te weten:<br />

Wet milieubeheer; zorgplicht riolering à zorgplicht stedelijk afvalwater.<br />

Wet op de waterhuishouding (nu Waterwet); zorgplicht hemelwater- en grondwaterproblemen.<br />

<strong>Gemeente</strong>wet; verbreding rioolrecht naar rioolheffing.<br />

De zorgplicht voor hemelwater en grondwaterproblemen (Waterwet) is hierin het belangrijkste. In het kort komt het<br />

erop neer dat de gemeente verplicht is te zorgen voor de verwerking van overtollig hemelwater indien van de per -<br />

ceelseigenaar niet redelijkerwijs verwacht kan worden dat hij/zij dat zelf kan verwerken. Met betrekking tot structurele<br />

grondwaterproblemen is de gemeente verplicht om in de openbare ruimte maatregelen te treffen om de nadelige ge -<br />

volgen van deze problemen zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Voor zover deze maatregelen doelmatig zijn<br />

en niet tot de verantwoordelijkheid van het waterschap of provincie behoren.<br />

Wet Ruimtelijke Ordening en de Watertoets<br />

De watertoets is per 1 november 2003 wettelijk verplicht (en vastgelegd in het Besluit ruimtelijke ordening). De<br />

watertoets betekent dat ruimtelijke plannen (waaronder bestemmingsplannen) die vanaf deze datum ter inzage<br />

worden gelegd, voorzien moeten zijn van een waterparagraaf. Ruimtelijke plannen van de initiatiefnemer (bijv.<br />

gemeente of projectontwikkelaar) worden overlegd met de waterbeheerder.


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

In de waterparagraaf geeft de initiatiefnemer aan welke afwegingen in het plan ten aanzien van water zijn gemaakt.<br />

Het is een toelichting op het doorlopen proces en maakt de besluitvorming ten aanzien van water transparant. In geval<br />

van locatiekeuzes en bij herinrichting van bestaand bebouwd gebied geeft de initiatiefnemer expliciet aan welke rol de<br />

kosten en risico's van verdroging, verzilting, overstroming en overlast hebben gespeeld bij de besluitvorming. De<br />

waterparagraaf grijpt zichtbaar terug op de afsprakennotitie en het wateradvies.<br />

Wet Bodembescherming & Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren<br />

Het “Lozingenbesluit Bodembescherming”, dat op 1 juli 1990 van kracht is geworden, verbiedt alle lozingen van ver -<br />

vuild water in de bodem, maar bevat geen verplichting tot aanleg van gemeentelijke riolering of een verplichting voor<br />

de lozer om op de riolering aangesloten te zijn buiten een vastgestelde afstand tot het gemeentelijke riool. Om ver -<br />

ontreiniging van de bodem te voorkómen moet het afvalwater met een IBA (Individuele Behandeling Afvalwater)<br />

behandeld zijn. De gemeente is bevoegd gezag. Na 1/01/2005 mogen geen ongezuiverde lozingen meer plaatsvinden.<br />

Het “Lozingenbesluit WVO Huishoudelijk Afvalwater” is in 1997 van kracht geworden. Na 1/01/2005 mag geen ongezui -<br />

verd huishoudelijk afvalwater op openbare lossingen geloosd worden. Het afvalwater moet behandeld zijn met een IBA<br />

om de verontreiniging van het oppervlaktewater te beperken. De Wet verontreiniging oppervlaktewateren is per<br />

22 december 2009 opgegaan in de Waterwet (zie par. x).<br />

Nationaal waterplan 2009-<strong>2015</strong><br />

Onderdeel van de bovengenoemde Waterwet is het zesjaarlijkse Nationaal Waterplan. Dit plan is de opvolger van de 4e<br />

Nota Waterhuishouding (1998) en heeft de status van structuurvisie binnen de Wet ruimtelijke ordening. Tevens maken<br />

de (vier) stroomgebiedsbeheersplannen (SGBP’s) onderdeel uit van het Nationaal Waterplan. Op deze wijze ontstaat er<br />

een heldere koppeling tussen Europees beleid (KRW) en rijksbeleid. Naast deze SGBP’s zijn waterveiligheid, het IJsselmeer -<br />

gebied en het Noordzeegebied speerpunten van het Nationaal Waterplan.<br />

Duurzaam waterbeheer is het devies van het Nationaal Waterplan. Om tot duurzaam waterbeheer in Nederland te<br />

komen zijn de volgende aspecten van belang:<br />

Samen werken aan de realisatie van waterbeleid.<br />

Meebewegen, weerstand bieden, kansen pakken.<br />

Versterking water en ruimte.<br />

Een veilige delta.<br />

Duurzame zoetwatervoorziening.<br />

Schoner water met een natuurlijke inrichting.<br />

<strong>Gemeente</strong>n hebben specifieke taken op het gebied van omgaan met afvalwater, hemelwater en grondwater. Het Beleids -<br />

plan Stedelijk Waterbeheer <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> beschrijft op welke manier de <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> invulling geeft aan deze taken.<br />

Daarnaast kunnen gemeenten faciliterend optreden bij het nemen van bepaalde ruimtelijke maatregelen. <strong>Gemeente</strong>n<br />

en waterschappen informeren de provincies over voortgang van het uitvoeringsbeleid en knelpunten bij de uitvoering.<br />

Waterbeleid 21 e eeuw: anders omgaan met water (WB21; 2000)<br />

Door de opgetreden wateroverlast heeft de regering de commissie Waterbeheer 21e eeuw in het leven geroepen. De<br />

commissie geeft advies over de problemen en hoe die in de toekomst te voorkómen zijn. Op 31 augustus 2000 bracht<br />

de commissie het advies Waterbeleid voor de 21e eeuw “Geef water de ruimte en de aandacht die het verdient” uit.<br />

De commissie concludeerde dat de manier waarop wij nu met water omgaan niet voldoende is voor de verwachte<br />

klimaatsveranderingen.In grote lijnen ligt in de belangrijkste nationale beleidsstukken de nadruk op de kwantiteitstrits<br />

vasthouden-bergen-afvoeren en de kwaliteitstrits schoonhouden-scheiden-schoonmaken.


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Doelstellingen die de basis vormen zijn:<br />

het creëren van veiligheid;<br />

het voorkómen van wateroverlast en droogte;<br />

het niet langer afwentelen van waterhuishoudkundige problemen op de buurman, en<br />

ruimtelijke maatregelen moeten voorrang krijgen boven technische maatregelen (zoals pompen endijken verzwaren).<br />

Meer specifiek voor riolering en regenwater is opgenomen dat:<br />

verontreiniging van regenwater zoveel mogelijk wordt voorkómen, en<br />

de vervuiling door riooloverstorten wordt beperkt door het bouwen van vuiluitworp reducerende voorzieningen,<br />

afkoppelen en andere maatregelen.<br />

Bestuursakkoord Waterketen 2007 (BWK-2007) (5 juli 2007)<br />

In het BWK-2007 geven het Rijk, het Interprovinciaal Overleg, de Wevin (drinkwaterbedrijven), de Vereniging Nederlandse<br />

<strong>Gemeente</strong>n en de Unie van Waterschappen aan hun leden op basis van de uitgangspunten te stimuleren en te advi -<br />

seren de in het akkoord vermelde speerpunten te realiseren.<br />

Uitgangspunten:<br />

Een duurzame waterketen, gericht op het bevorderen van de volksgezondheid en bescherming van het milieu staan<br />

centraal in de uitvoering van de waterketentaken. Dit vraagt om een robuuste werkwijze die ook op lange termijn de<br />

publieke belangen dient. Innovaties zijn nodig om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen.<br />

Vanuit dit vertrekpunt vergroten drinkwaterbedrijven, gemeenten en waterschappen de doelmatigheid en transpa -<br />

rantie in de waterketen. Onder doelmatigheid wordt verstaan het leveren van waterketendiensten tegen een zo goed<br />

mogelijke prijs/prestatie-verhouding. Onder transparantie wordt verstaan het geven van helder inzicht aan burgers<br />

welke prestaties in termen van kwaliteit, milieu, droge voeten en klantcontacten geleverd worden tegen welke prijs.<br />

Tevens is het wenselijk huishoudens inzicht te verschaffen in de mogelijkheden om zelf de waterketenkosten te<br />

beïnvloeden.<br />

Partijen bepalen zelf de meest geschikte resultaatgerichte aanpak om doelmatigheid en transparantie te verhogen,<br />

zodat zij aan kunnen sluiten bij de specifieke lokale situatie. Het rijk volgt de ontwikkeling van de doelmatigheid en<br />

transparantie via deze bottom-up aanpak.<br />

De huidige verantwoordelijkheidsverdeling in de waterketen blijft ongewijzigd. Ook de goede afstemming tussen<br />

rioleringsbeheer en het beheer van de openbare ruimte blijft gehandhaafd, omdat daarmee fors op kosten kan<br />

worden bespaard en overlast voor burgers en bedrijven wordt beperkt. Bovendien wordt rekening gehouden met het<br />

feit dat de riolering niet alleen een functie heeft in de inzameling en transport van afvalwater maar in veel gevallen<br />

ook in de afvoer van overtollig hemelwater.<br />

De speerpunten bestaan uit:<br />

Doelmatigheid en transparantie:<br />

π het uitvoeren van benchmarken per partij in de waterketen;<br />

π gemeenten dragen zorg voor een uniforme en eenduidige kostentoerekening;<br />

π het bezien of op termijn een samenhangende waterketenbenchmark kan worden geïntroduceerd.<br />

Samenwerken:<br />

π gemeenten bundelen kennis en capaciteit in rioleringsbeheer;<br />

π samenwerking tussen inzameling en zuivering van afvalwater;<br />

π gemeenten en waterschappen leggen afspraken vast in afvalwaterakkoorden e.d..


Zicht op kosten:<br />

π kosten voor rioleringsbeheer worden eenduidig toegerekend met een kostendekkende rioolheffing;<br />

π de partijen in de waterketen geven bottom up waar doelmatig samengewerkt kan worden.<br />

Innovatie:<br />

π partijen brengen gezamenlijk lange termijn ontwikkelingen in beeld;<br />

π formuleren van een innovatieagenda;<br />

π vorm geven van innovaties samen met financiers en producenten;<br />

π ontwikkelen van een aanpak om de groeiende vraag naar vakkundig personeel te voldoen.<br />

De betrokken burger:<br />

π het rijk ontwikkelt samen met de partijen een informatiecampagne om het waterbewustzijn te vergroten;<br />

π voorlichting over de burgerlijke bijdrage van het anders omgaan met water en het creeren van afvalwater.<br />

Het rijk monitort de voortgang van onderdelen van de speerpunten.<br />

Nationaal Bestuursakkoord Water Actueel (NBW juni 2008)<br />

Met het NBW-Actueel onderstrepen het Rijk, het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen en de Vereniging<br />

van Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n de gezamenlijke opgave om het watersysteem op zo kort mogelijke termijn en tegen de<br />

laagste maatschappelijke kosten op orde te brengen en te houden. Samenwerken is de rode draad van het geactuali -<br />

seerde Nationaal Bestuursakkoord.<br />

Een actualisatie van het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) uit 2003 komt voort uit de invoering van de Europese<br />

Kaderrichtlijn Water (KRW), de noodzaak tot het aanscherping van een aantal begrippen en het beschikbaar komen van<br />

nieuwe klimaatscenario’s. Ook is een nieuwe fase aangebroken in het samenwerkingsproces, waarbij het zwaartepunt<br />

verschuift van planvorming naar uitvoering.<br />

Het NBW is een uitwerking van de uitvoering van waterbeleid 21e eeuw (WB21) en de KRW. De belangrijkste doelen en<br />

taken zijn:<br />

het teveel (overlast) of tekort (onderlast) aan water aanpakken;<br />

verbetering van de waterkwaliteit.<br />

Concreet betekenen bovenstaande punten dat:<br />

<strong>Gemeente</strong>n in samenwerking met waterschappen stedelijke waterplannen dienen te maken of te actualiseren conform<br />

KRW-vereisten (uiterlijk 2012). Het Beleidsplan Stedelijk Waterbeheer <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> van de <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> voldoet<br />

daaraan.<br />

Nieuw aan te leggen stedelijke locaties, bedrijventerreinen, infrastructuur en vernieuwings- en herinrichtings -<br />

projecten dienen te voldoen aan de eisen van de WB21 en de KRW. De watertoets is hiertoe het instrument.<br />

Meervoudig ruimtegebruik is het uitgangspunt bij het zoeken naar ruimte voor water.<br />

Opstellen van en uitvoering geven aan stroomgebiedsbeheersplannen en waterbeheerplannen. Dit is de verant -<br />

woordelijkheid van respectievelijk het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de waterschappen.<br />

1.4 Landelijk<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

<strong>Gemeente</strong>lijke rol bij aanpak waterproblemen (Vereniging van Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n, 2007)<br />

In het Nederlandse waterbeleid nemen het beperken van de risico’s van wateroverlast, zowel kwantitatief als kwalita -<br />

tief een centrale plaats in (Europese Kaderrichtlijn Water; KRW en Waterbeheer 21e eeuw; WB21). Ook gemeenten staan<br />

voor afwegingen over eventueel te nemen maatregelen die hieraan bijdragen.<br />

Er worden drie gemeentelijke rollen bij drie waterproblemen onderscheiden, namelijk:<br />

bij aanpak van waterhinder uit de riolering;<br />

bij aanpak van wateroverlast uit regionale oppervlaktewateren;<br />

bij verbetering van de waterkwaliteit.


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Het overgrote deel van de beschreven waterproblemen wordt door de gemeente <strong>Heerlen</strong> reeds actief aangepakt,<br />

namelijk middels:<br />

het gemeentelijk rioleringsplan (GRP+);<br />

de nieuwe grond- en hemelwaterverordening;<br />

de studie optimalisatie afvalwatersystemen (OAS-studie) in samenwerking met het Waterschap Roer en Overmaas;<br />

de watertoets in ruimtelijke plannen. De gemeente ziet erop toe dat water de plaats krijgt die het verdient in o.a.<br />

bestemmingsplannen en ruimtelijke onderbouwingen. De kosten van deze maatregelen zijn in de regel voor de<br />

planexploitant;<br />

de optimalisatie gemeentelijk grondwatermeetnet;<br />

de in-situ aanpak grondwaterverontreinigingen;<br />

de projectgroep Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk.<br />

Doelmatig en rationeel waterbeheer (Unie van Waterschappen, 2009)<br />

De Unie van Waterschappen heeft op 4 november een brief verstuurd naar de staatssecretaris van Verkeer en Water -<br />

staat over doelmatig en rationeel waterbeheer. In de brief vermeld de Unie van Waterschappen het volgende:<br />

Nederland staat voor een grote uitdaging om ons land in de toekomst klimaatbestendig te maken. Het Deltaprogramma<br />

vraagt om grote investeringen en om een grote over-heidsinspanning om de uitvoering hiervan tot stand te brengen.<br />

Hetzelfde is van toepassing op de stroomgebiedenaanpak in het licht van de Kaderrichtlijn Water. Opgaven als deze<br />

vragen om een op deze taken toegesneden overheidsinspanning die functioneel, doelmatig en efficiënt is en het belang<br />

van de burger maximaal dient. Een eigen doelfinanciering is hiermee onlosmakelijk verbonden. Waterschappen hebben<br />

zich ontwikkeld tot professionele uitvoerende overheden die een cruciale inspanning leveren om deze opgaven nu en<br />

in de toekomst duurzaam te realiseren.<br />

In één samenhangend pakket schetsen wij onze voorgestelde aanpak: De integrale verantwoordelijkheid voor de water -<br />

keringen komt bij de waterschappen te liggen, met uitzondering van de nationale infrastructuur zoals de Deltawerken<br />

en de Afsluitdijk. Met gemeenten gaan wij bindende afspraken maken over de afvalwaterketen en bestuurlijke drukte<br />

verminderen. De planstructuur zal veranderen. Provinciale structuurvisies en omgevingsplannen bevatten de ruimtelijke<br />

aspecten van het waterbeheer en het provinciale waterhuishoudingsplan kan vervallen. De provincies worden ontlast<br />

van waterbeheertaken. Met uw Inspectie en met de provincies maken wij afspraken over het toezicht op de water -<br />

schappen. Met Rijkswaterstaat maken wij afspraken over de over te dragen werken, de stroomgebiedaanpak en<br />

functionele samenwerking. Om in staat te zijn deze ontwikkeling in onze organisaties goed te borgen zetten wij de<br />

substantiële opschaling van de waterschappen door. Met al deze voorstellen ligt de focus van de beide waterbeheerders<br />

(Rijkswaterstaat voor het nationale waterbeheer; de waterschappen voor het regionale waterbeheer) op de uitvoering<br />

van het Deltaprogramma, KRW, NBW en reduceren we de bestuurlijke drukte aanzienlijk. Door inverdieneffecten en<br />

verregaande samenwerking binnen en buiten de sector besparen de waterschappen geld om verdere stijging van de<br />

lastendruk tegen te gaan.<br />

Ons navolgende pakket van voorstellen kent daarmee een sterke interne samenhang en moet ook als één geheel be -<br />

schouwd worden. Het vormt een coherente agenda voor bestuur en organisatie van het waterbeheer in de komende<br />

tien jaar. Het waterbeheer wordt slimmer en efficiënter georganiseerd. Met besparingen op de korte en langere termijn<br />

en een concrete aanpak om de bestuurlijke drukte ingrijpend te verminderen. Dit vergt commitment van alle betrokken<br />

partijen. Actieve ondersteuning van deze agenda door het kabinet, onder andere door aanpassing van wet- en regel -<br />

geving, is noodzakelijk voor het bereiken van de gestelde doelen.<br />

Minder bestuurlijke drukte en transparantie voor burgers en bedrijven<br />

De provincies zorgen voor een evenwichtige afweging van alle bij de ruimtelijke inrichting betrokken belangen in<br />

integrale structuurvisies en omgevingsplannen. Ruimtelijke aspecten van het waterbeheer zijn hierin opgenomen. Een<br />

zelfstandig provinciaal waterplan kan verdwijnen.


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Met het oog op doorvoering van het gewenste tweelagenprincipe en de gewenste integraliteit in het waterbeheer/<br />

waterveiligheid, stellen wij voor de provincies van hun uitvoeringstaken in het waterbeheer te ontlasten. Het Rijk, als<br />

normsteller, kan rechtstreeks de toezichthoudende taak uitoefenen met betrekking tot de waterkeringen die de water -<br />

schappen beheren. Met het IPO en V&W willen wij een agenda opstellen over de toekomstige toezichtrelatie, mede in<br />

het licht van het Kabinetsstandpunt ‘Oosting’. Dit reduceert de bestuurlijke drukte aanzienlijk.<br />

Tevens lijkt het ons goed de wegbeheerstaak (bij zes wegbeherende waterschappen) tegen het licht te houden.<br />

De waterschapsverkiezingen zijn naar hun huidige vorm voor de burger geen succes. Er is aanleiding de huidige opzet<br />

nader te bezien. Borging van de belangen van alle burgers en de eigen financiering vergen ook in de toekomst een<br />

democratische vorm van representatie. Graag komen wij met u in gesprek over dit thema.<br />

Hoogwaterbescherming<br />

De zorg voor waterveiligheid is van oudsher een van de meest primaire taken van de waterschappen. Met de voorge -<br />

nomen verdergaande professionalisering en opschaling van de waterschappen zien wij verdergaande participatie in de<br />

financiering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma als een logische stap. Op termijn maken wij ons op om de<br />

financiering van het volledige Hoogwaterbeschermingsprogramma van het Rijk over te nemen, uitgezonderd de nationale<br />

infrastructuur. Daarmee ontstaat een transparantere verdeling van taken in de waterkeringzorg. Bij het Rijk blijven<br />

normering, toezicht op de primaire waterkeringen en de zorg voor de nationale infrastructuur en de waterschappen<br />

doen het overige.<br />

Met Rijkswaterstaat willen wij binnen een half jaar een agenda maken voor de overdracht/het beheer van waterstaats -<br />

werken en verdergaande functionele samenwerking in taakuitvoering (KRW, Ruimte voor de rivier) en ondersteunende<br />

processen (onder-zoek/kennis, ICT, inkoop en aanbesteding, projectvoorbereiding). De contacten hierover met Rijkswater -<br />

staat tonen een grote mate van convergentie aan.<br />

Voor de nabije toekomst stellen wij concreet voor dat de waterschappen de voorbereidingskosten van het Hoogwater -<br />

beschermingsprogramma voor eigen rekening nemen; dit ontlast de rijksbegroting voor € 37 miljoen per jaar. Tevens<br />

stellen wij voor, als eerste stap, € 38 miljoen door middel van cofinanciering bij te dragen aan de investeringen uit het<br />

Hoogwaterbeschermingsprogramma. Wij nemen het op ons met behoud van het solidariteitsprincipe hierover verder<br />

afspraken tussen de waterschappen te maken. Tevens zijn wij bereid de kosten van de bestrijding van de muskusratten<br />

volledig voor eigen rekening te nemen (€ 25 miljoen per jaar).<br />

Doelheffing voor watertaken ook in de toekomst cruciaal<br />

Het waterbeheer in Nederland wordt voor een belangrijk deel betaald uit een doelheffing die de waterschappen opleggen<br />

en innen. Op deze wijze is geborgd dat er voldoende middelen voor deze taken beschikbaar zijn. Mede dankzij dit<br />

systeem staan hoogwaterbescherming en waterbeheer in ons land wereldwijd bezien op een ongeëvenaard hoog<br />

niveau, hetgeen ook internationaal wordt erkend en organisatorisch en financieel navolging krijgt in andere landen. De<br />

kern van dit systeem blijft in stand met de uitvoering van het grote Deltaprogramma in zicht. Maar het moet eenvoudiger<br />

en efficiënter. Zo hebben wij hebben de VNG uitgenodigd om te komen tot een beperkt aantal gezamenlijke, regionale<br />

belastingkantoren teneinde de perceptiekosten van gemeentelijke en waterschapsbelastingen aanmerkelijk te verlagen.<br />

Tevens kan het omslagstelsel voor de watersysteemheffing fors worden vereenvoudigd. Voor burgers en bedrijven<br />

neemt de transparantie dan toe en de administratieve lasten nemen af. De besparing door deze maatregel loopt voor<br />

de waterschappen op tot ongeveer € 26 miljoen per jaar.<br />

Optimalisatie in de afvalwaterketen<br />

<strong>Gemeente</strong>n en waterschappen werken intensief samen in het waterbeheer op grond van het Bestuursakkoord Water -<br />

keten. Deze overeenkomst inzake de afvalwaterketen heeft reeds vele bestaande samenwerking goed gestimuleerd.<br />

Resultaten zijn geboekt, maar niet in die mate die kon worden verwacht. Bovendien vergt de samenwerking veel<br />

ambtelijke inzet en bestuurlijke drukte.


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

De waterschappen hebben de gemeenten, via de VNG, uitgenodigd om de samenwerking in de afvalwaterketen verder<br />

te optimaliseren. Dat kan door de rioleringstaak van de waterschappen toe te voegen aan de huidige afvalwatertransporten<br />

zuiveringstaak van de waterschappen. Hierdoor wordt één overheid verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud<br />

van de afvalwaterketen. Ook is denkbaar dat de waterschappen namens de gemeenten het rioolbeheer en -onderhoud<br />

uitvoeren. Dit zal echter minder besparingen opleveren en veel overleg in stand houden. We willen geen nieuwe be -<br />

stuurlijk drukte door hier nieuwe openbare lichamen voor op te richten. De gemeenten houden vanzelfsprekend de<br />

regie op de openbare ruimte. Voor het planning en uitvoering van projecten, waarbij het wegdek, de riolering en kabels<br />

en leidingen samengaan, blijven de gemeenten verantwoordelijk De bestuurlijke drukte neemt in deze optimalisatie<br />

aanzienlijk af en er kan een aanzienlijke kostenbesparing worden bereikt. Op een totaal bedrag van circa € 2,2 miljard<br />

voor rioolbeheer en zuivering biedt dit een perspectief op een groeiende kostenbesparing van in totaal ruim € 200<br />

miljoen per jaar. Binnen een jaar willen wij samen met de VNG een plan op tafel leggen, gericht op realisatie per <strong>2015</strong>.<br />

Uitvoering kan plaatsvinden zodra de wet- en regelgeving is aangepast.<br />

Opschaling van waterschappen<br />

De waterschappen zijn in achterliggende decennia voortdurend opgeschaald om berekend te blijven op hun taken. In<br />

1980 waren er nog 230 waterschappen, thans zijn het er 26. Dit proces van opschaling is daarmee niet ten einde. Op -<br />

schaling is geen doel op zich, maar de forse opgaven op het terrein van waterveiligheid (Deltaprogramma), waterbeheer<br />

en afvalwaterketen vragen om professionele organisaties met innovatievermogen en slagkracht, en daarmee om verdere<br />

schaalvergroting. Zonder aan de lokale en regionale binding afbreuk te doen willen wij de slagkracht, doel matigheid en<br />

rationaliteit in eigen huis versterken door de komende jaren op te schalen langs de invalshoeken van de stroomgebieden/<br />

KRW en het Deltaprogramma. Hiermee is een besparing van ongeveer 5% op de exploitatiekosten van de waterschappen<br />

mogelijk.<br />

Doelmatig en rationeel waterbeheer (Vereniging van Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n, 2009)<br />

Als reactie op de brief van de Unie van Waterschappen stuurt de Vereniging van Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n een brief<br />

naar de Vaste Commissie van Verkeer en Waterstaat. In de brief vermeld de Vereniging van Nederlandse gemeente het<br />

volgende:<br />

Riolering is meer dan een buis onder de grond<br />

Het UvW voorstel voor de overdracht van het rioleringsbeheer van gemeenten naar het waterschap gaat volledig<br />

voorbij aan zowel de complexiteit van het rioleringsbeheer als de financiering ervan. VNG wijst dit voorstel af!<br />

Het rioleringsbeheer in Nederland gaat over veel meer dan alleen een buis onder de grond voor de inzameling en<br />

afvoer van vuilwater. De grootste investering in het rioleringsbeheer hangen samen met de omgang van overtollig<br />

regenwater in de bebouwde omgeving. De meest doelmatige aanpak van overlast bij hevige regenval vraagt integratie<br />

van de ondergrond (rioolbuizen) en de bovengrond (inrichting openbare ruimte). Voorbeelden hiervan zijn: het tijdelijk<br />

bergen van overtollig regenwater tussen de stoeprand, goten, wadi's, waterpleinen e.d..<br />

Investeringsbeslissingen in de riolering moeten dus in samenhang met investeringen in de openbare ruimte worden<br />

genomen. De voordelen van deze synergie zijn veel groter dan voordelen dan de optimalisatie tussen riolering en<br />

afvalwaterzuivering. Daarom beschouwen de gemeenten de riolering als onderdeel van de zorg voor de openbare<br />

ruimte als hun kerntaak.<br />

Het risico is groot dat bij een verschuiving van de rioleringstaak naar waterschappen, de doelmatige aanpak van<br />

overtollig regenwater onder druk komt te staan. De bestuurlijke drukte neemt toe (in plaats van af), omdat veel meer<br />

afstemming nodig is tussen gemeenten en waterschap. Bovendien is de kans groot dat een verschuiving van kosten<br />

op treedt van riool naar openbare ruimte (OZB). Met andere woorden: De burger zal dan uiteindelijk meer betalen.<br />

Ook de VNG zet in op kostenbesparing afvalwaterketen.


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Het realiseren van kostenbesparingen door intensieve samenwerking blijkt vooral te werken bij de uitvoering van<br />

beheertaken. Dus met behoud van bestaande verantwoordelijkheden samen de uitvoering organiseren. Onderdelen<br />

waarbij de praktijk leert dat kostenbesparingen oplevert:<br />

gemalenbeheer;<br />

beheer van kleinschalige zuiveringen (iba’s);<br />

meten en monitoren van rioolstelsels;<br />

gecoördineerde planvorming;<br />

uitwisseling en bundeling van personele capaciteit;<br />

belastinginning.<br />

Deze samenwerking kan op meer plaatsen en uitgebreider worden gerealiseerd.<br />

De doelmatigheid kan ook worden verhoogd door het verbeteren van de kosteneffectiviteit van maatregelen in de<br />

afvalwaterketen. <strong>Gemeente</strong>n zijn de afgelopen jaren te vaak gedwongen door beleid van andere overheden (o.a.<br />

rijksbeleid, vergunningvoorschriften waterschappen en ontheffingen provincies) om investeringen te doen, die achteraf<br />

niet altijd kosteneffectief zijn gebleken. Het gebeurt nog steeds dat de overheid die bepaalt (via vergunning of<br />

ontheffing) niet betaalt. Als gevolg hiervan speelt doelmatigheid slechts een beperkte rol bij de totstandkoming van<br />

beleid, normen en vergunningvoorschriften. Hier zijn gemeenten de dupe van.<br />

Met de inwerkingtreding van de Waterwet en de deregulering die daarmee samengaat, verandert er veel ten goede,<br />

maar nog steeds kent het systeem een aantal weeffouten. VNG heeft concrete suggesties om dit te verbeteren. Actuele<br />

goede voorbeelden die een impuls geven aan kostenbesparingen in de afvalwaterketen zijn de publiekscampagne<br />

goed rioolgebruik en de benchmark rioleringszorg 2010.<br />

Het rijk verzorgt de tv- en radiospots via Postbus 51 en gemeenten en waterschappen verzorgen de campagne in de<br />

regio. De campagne loopt op dit moment en gaat heel 2010 door. Nu al (na 2 weken) doen meer dan 60% van de<br />

gemeenten en waterschappen actief mee.<br />

In 2010 vindt de benchmarking rioleringszorg plaats. Het streven dat alle gemeenten meedoen en met elkaar verge -<br />

leken worden op prestaties en kosten. Dit geeft een impuls aan gemeenten, maar ook aan andere betrokkenen,<br />

zoals belangenorganisaties om verschillen te analyseren. De benchmark is een collectieve impuls tot prestatieverbe -<br />

tering en kostenbesparing.<br />

Een volgende stap<br />

Voor het vergroten van doelmatigheid in de afvalwaterketen is een brede vizier nodig. De samenhang tussen investe -<br />

ringen in de riolering en de openbare ruimte is hierbij cruciaal. Een optimalisatie van de waterketen, mag niet ten<br />

koste gaan van de synergievoordelen tussen riolering en de inrichting van de openbare ruimte. De uitdaging is om het<br />

perspectief van de waterketen te verbinden met het perspectief van de openbare ruimte. In de Lange Termijnvisie op<br />

de waterketen zijn hiervoor inspirerende voorbeelden uitgewerkt.<br />

Het bundelen van kennis en capaciteit in de uitvoering van beheertaken kan verder worden versterkt. Door schaalver -<br />

groting worden kostenvoordelen behaald. Maar nog belangrijker: door bundelen van kennis en capaciteit neemt<br />

kwaliteit en het innovatieve vermogen van de sector toe, waarmee doelmatigheid een impuls krijgt.<br />

VNG pleit ervoor om gezamenlijk stappen uit te werken om de doelmatigheid verder te vergroten. De afspraken moet<br />

leiden tot voorstellen, waarmee:<br />

onderdelen in het huidige beleid en wetgeving die belemmerend werken voor verdere doelmatigheid worden<br />

aangepast;<br />

de kennis en capaciteit van de uitvoering van de beheertaken kan worden gebundeld met behoud van de bestaande<br />

zorgplichten, taken en heffingen.


1.5 Regionaal<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Stroomgebiedsvisie Maas (2003)<br />

De wateroverlast en overstromingen die de afgelopen jaren West-Europa teisterden hebben ons met de neus op de<br />

feiten gedrukt: het klimaat is aan het veranderen en ons watersysteem is daar niet goed op toegesneden.In Nederland<br />

realiseren we ons dit terdege en daarom zijn in alle provincies visies ontwikkeld over het Waterbeheer in de 21 e eeuw<br />

(WB21). In deze ‘stroomgebiedvisies’ is aangegeven welke maatregelen noodzakelijk zijn om de kans op wateroverlast<br />

en calamiteiten tot een minimum te beperken.<br />

De Stroomgebiedvisie Limburg bevat de visie van de gezamenlijke Limburgse waterbeheerders, om het regionale water -<br />

systeem (alle Limburgse oppervlaktewateren behalve de Maas en hoofdvaarwegen) op orde te brengen. Daarbij wordt,<br />

in overeenstemming met de uitgangspunten van het Rijk en het IPO, een brede kijk op het watersysteem gehanteerd:<br />

het gaat om het op orde brengen van het regionaal watersysteem vanuit de integrale benadering, dat wil zeggen dat<br />

oplossingsrichtingen nadrukkelijk gezocht worden in samenhang met de realisering van meerdere doelen. Uitgangs -<br />

punten zijn verder dat de watersystemen aan de nieuwe normering voor wateroverlast dienen te voldoen en moeten<br />

kunnen anticiperen op 10% meer neerslag in 2050 als gevolg van de klimaatsverandering. Voor Limburg biedt het<br />

recent vastgestelde provinciaal omgevingsbeleid mede het kader voor de oplossingsrichtingen. De wateropgaven zijn<br />

uitgewerkt volgens de WB21-kwantiteits-trits ‘vasthouden-bergen-afvoeren’ en de kwaliteits-trits ‘schoonhoudenscheiden-schoonmaken’.<br />

Water als ordenend principe betekent dat de consequenties van de wateropgaven voor het<br />

gebruik van de ruimte in beeld worden gebracht, resulterend in een ruimteclaim.<br />

De aangegeven oplossingsrichtingen zijn dan ook niet nieuw; wel zijn een aantal maatregelen meer in detail uitge -<br />

werkt. Tevens is aangegeven wat de waterbijdrage en de maatschappelijke meekoppelingen zijn van de voorgestelde<br />

maatregelen. Speciale aandacht is besteed aan de onderbouwing van de kosten en de fasering daarvan. Samen met 16<br />

andere stroomgebiedvisies heeft de Stroomgebiedvisie Limburg de input gevormd voor het Nationaal Bestuursakkoord<br />

Water (NBW). In dit NBW zijn afspraken gemaakt over de doelen, maatregelen, financiën en verantwoordelijkheden.<br />

Belangrijke onderdelen als normering en schadevergoeding zullen in afzonderlijke trajecten worden uitgewerkt. De<br />

benodigde financiën zijn sterk afhankelijk van het ambitieniveau dat het tempo bepaalt waarin de maatregelen uitge -<br />

voerd zullen worden. Bepalend voor dit ambitieniveau zijn de eisen ten aanzien van de nieuwe normering en het<br />

klimaatscenario, alsmede wettelijke verplichtingen, waaronder de Kaderrichtlijn Water. Richtinggevend voor het ambitie -<br />

niveau zijn voor Limburg tevens de gemaakte afspraken in het kader van het nieuwe provinciale omgevingsbeleid<br />

(POL) en de doorwerking daarvan in o.a. het reconstructieplan. Om inzicht te geven in de benodigde financiën zijn een<br />

drietal scenario’s doorgerekend met verschillende ambitienivo’s, realiseringstermijnen en maatregelenpakketten.<br />

Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL 2006)<br />

Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL2006) is een plan op hoofdlijnen. Het biedt een samenhangend overzicht<br />

van de provinciale visie op de ontwikkeling van de kwaliteitsregio Limburg, en de ambities, rol en werkwijze op een<br />

groot aantal beleidsterreinen. Het is zowel Structuurvisie, Streekplan, Waterhuishoudingplan, Milieubeleidplan, als<br />

Verkeer en vervoerplan, en bevat de hoofdlijnen van de fysieke onderdelen van het economische, en sociaal-culturele<br />

beleid. Door recentere POL-aanvullingen wordt POL2006 zo nu en dan partieel gewijzigd.<br />

Met POL2006 beschikt de Provincie Limburg over een eerste Plan op Hoofdlijnen.<br />

De concrete planning van projecten en inzet van middelen wordt niet gekoppeld aan POL2006 als Plan op hoofdlijnen,<br />

maar komt aan de orde bij uitvoeringsprogramma’s zoals die in het kader van de Wet Inrichting Landelijk gebied (WILG)<br />

of een POL-aanvulling, bijv. het in 2008 te behandelen Waterplan. Samen met al deze documenten vormt POL2006 een<br />

flexibel, modulair samengesteld geheel: het POL-stelsel.


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Wij zetten in op duurzame ontwikkeling en sluiten zo aan bij mondiale en Europese strategieën voor duurzame ontwikke -<br />

ling waarin een balans wordt aangebracht tussen mens, milieu en economie. Wij werken daarbij ontwikkelingsgericht en<br />

staan voor een flexibele, innovatieve en samenhangende aanpak. Speciale aandacht schenken wij aan de Provinciale<br />

Hoofdstructuur. Wij verwachten dat belanghebbenden zelf initiatieven nemen voor de realisatie van gewenste ontwikke -<br />

lingen. Daarin participeren wij met kennis, menskracht, faciliteiten en eventueel geld. Het bereiken van resultaat staat<br />

voorop. Een programmatische aanpak gericht op uitvoering en oplossen van het probleem staan centraal, evenals<br />

draagvlak en intentie bij de partner s. Onze betrokkenheid kan daar bij van gebied tot gebied verschillen.<br />

Onze meer waar de als bovenregionaal regisseur van uitvoeringsprogramma’s voor de fysieke omgeving manifesteert<br />

zich meer en meer op euregionaal niveau. Wij richten ons dus óók op Brussel en andere relevante buitenlandse partijen.<br />

Uitgangspunt is koersvastheid: “afspraak is afspraak”, maar wij reageren natuurlijk ook op ontwikkelingen in de<br />

samenleving.<br />

Water<br />

Het waterbeheer geven we gestalte door een (grensoverschrijdende) stroomgebiedbenadering, een brongerichte aanpak,<br />

het solidariteitsprincipe (niet afwentelen) en het vooraf betrekken van water bij ruimtelijke ontwikkelingen. Ook zetten<br />

we in op gezonde en veerkrachtige wateren en het in balans brengen van de omgeving met het watersysteem. Onze<br />

doelen zijn het herstel van de sponswerking, het herstel van de natte natuur, schoon water, een duurzame watervoor -<br />

ziening en een veilige Maas. De toegekende hoofdfunctie van de wateren is bepalend. Eisen vanuit overige functies<br />

zijn ondergeschikt, waarbij wij ecologische (specifiek en algemeen ecologische functie) en mensgerichte hoofdfuncties<br />

( menselijke consumptie en agrarisch water) onderscheiden. Het ordenend principe van water vormt een essentiële<br />

bouwsteen voor het provinciale omgevingsbeleid. De watertoets gebruiken we hierbij als afwegingskader.<br />

Het Waterbeleid 21ste eeuw en de Kaderrichtlijn Water bepalen de komende jaren de agenda. De te maken keuzes<br />

worden in 2009 vastgelegd in onze plannen. Vooruitlopend daarop pleiten wij voor “altijd goed” maatregelen. Uitvoe -<br />

ring zal vooral plaatsvinden via het Reconstructieplan (2004) en het plan Herijking Vitaal Platteland Zuid-Limburg<br />

(2005). We ondersteunen daarbij waterschappen, gemeenten en terreinbeheerders.<br />

Herstel sponswerking<br />

In <strong>2015</strong> willen wij voldoen aan de nog te bepalen normen voor regionale wateroverlast. Wij houden daarbij rekening<br />

met 10 % (en op de langere termijn 20 %) hogere piekafvoeren vanwege klimaatverandering. In P1-gebieden geldt het<br />

“nee-tenzij”-regiem. In P2- en P3-gebieden zijn vast houden en bergen van water en het ecologisch functioneren<br />

richtinggevend. In de beekdalen geven wij meer ruimte aan het water via grondverwerving, via het instrumentarium<br />

van de EHS of -in agrarisch gebied- via groenblauwe diensten of schadecompensatie. De waterschappen nemen de<br />

meanderzones langs SEF-beken en inundatiezones op in de legger, gemeenten in hun bestemmingsplannen.<br />

In het Heuvelland bevorderen wij erosiebestrijding op de steile hellingen. Bij nieuwbouw en herstructurering van be -<br />

staande bebouwing dient het regenwater binnen grenzen van doelmatigheid zo veel mogelijk te worden afgekoppeld.<br />

We stimuleren gemeenten om hun taken goed op te pakken. Verder zetten wij in op grensoverschrijdend overleg.<br />

Herstel van de natte natuur<br />

Wij willen de helft van de grondwaterafhankelijke natuur in <strong>2015</strong> hersteld hebben en de herinrichting van beken met<br />

een specifiek ecologische functie in 2023 afgerond.<br />

Voor de SEF-beken geldt het “ nee-tenzij” principe. Voor agrarisch water (in deels P2, P3, P4 en P5) voeren wij “Optimaal<br />

waterbeheer in de landbouw” uit: onder voor waar den mag beregening plaatsvinden. Voor de SEF-beken en de grond -<br />

waterafhankelijke natuurgebieden zijn de door ons ontwikkelde ecologische streefbeelden richtinggevend. Deze beken<br />

en de natte natuurparels geven we voorrang bij herinrichting. Voor verdrogingsgevoelige Habitatrichtlijngebieden voeren<br />

wij zo nodig een Habitattoets uit.


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

In bufferzones staan wij nieuwe onttrekkingen niet toe, bestaande onttrekkingen zullen bij vergunningverlening<br />

worden getoetst op hun effecten. In agrarisch gebied dient de landbouw buiten de bufferzones zo efficiënt mogelijk<br />

om te gaan met grondwater en worden stuwen geplaatst door de waterschappen. De waterschappen stellen in 2007<br />

een Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regiem (GGOR) op. In 2010 zullen wij beslissen omtrent de goedkeuring van<br />

het GGOR voor de kansrijke verdrogingsgevoelige natuurgebieden.<br />

Schoon water<br />

Uitgangspunt zijn de doelen van de KRW. Het beleid rond puntbronnen wordt gecontinueerd. Verder verwachten wij<br />

van gemeenten en waterschappen dat zij het riool- en afvalwatersysteem optimaliseren. <strong>Gemeente</strong>n dienen de basis -<br />

inspanning uit te voeren om de riolering op orde te brengen. Ook het beleid rond diffuse bronnen wordt voortgezet<br />

met de uitvoering van het daarop gerichte Programma. Verontreinigde waterbodems worden aangepakt door gemeenten<br />

en waterschappen, waarbij zij inspelen op de herinrichting van de beken.<br />

Duurzame watervoorziening<br />

Ook hier zijn de doelen van KRW uitgangspunt. We gaan verder uit van minimaal 75% leveringszekerheid, en een hoge<br />

mate van zelfvoorziening. Ter bescherming van de openbare drinkwater voorziening hebben wij in de PMV beschermings -<br />

gebieden aangewezen. De regels zijn erop gericht om met eenvoudige zuivering te kunnen volstaan. De waterwinputten<br />

zijn zo minimaal 25 jaar beschermd tegen een mogelijke verontreiniging. De gehele Roerdalslenk is een boringsvrije zone.<br />

Boringen dieper dan 30 m zijn in principe verboden. In Roerdalslenk en Venloschol worden boringen voor de landbouw<br />

geweer d. Voor de bescherming van kalksteenwinningen, freatische winningen en (oever)grondwaterwinningen voeren<br />

wij een stimuleringsbeleid en gaan wij na of betere bescherming wenselijk is. De winningen Caberg en Itteren-Borgharen<br />

worden in 2009 gesloten, Californië in 2013.<br />

Voor operationele reserve is een capaciteit van 14 miljoen m3/jr gereserveerd in de bestaande productielocaties, voor<br />

de strategische reserve eenzelfde capaciteit. Vooralsnog continueren we het ingezette beleid dat gericht is op een<br />

evenwichtige winning van grond-, oever grond- en oppervlaktewater. De komende planperiode zullen we bezien of de<br />

verdeling en de omvang van de reserves aanpassing behoeven. Voor overige onttrekkingen wordt alleen het gebruik<br />

van freatisch (ondiep) grondwater vergund indien er geen negatieve effecten optreden voor (grondwaterafhankelijke)<br />

natuur of overige belangen. Ons beleid voor koude-warmte opslag werken wij uit in een beleidskader.<br />

Provinciaal Beleidskader stedelijk waterbeheer (Juli 2006)<br />

Hoofdopgave voor het stedelijk waterbeheer is het op orde brengen in uiterlijk <strong>2015</strong> en vervolgens op orde houden van<br />

de stedelijke watersystemen.<br />

Vanuit haar rol als regionaal regisseur geeft de Provincie aan hoe oude en nieuwe stedelijke wateropgaven bij elkaar<br />

komen in een samenhangende visie op beleidsdoelen en beleidsaanpak in het stedelijk waterbeheer.<br />

De Provincie hanteert bij de formulering van het beleidskader en de invulling van haar eigen taken en<br />

verantwoordelijkheden drie strategische uitgangpunten. Ieder zijn deel, samen sterk betekent dat van elke Limburgse<br />

overheid verantwoordelijkheid voor haar bijdrage aan de stedelijke wateropgaven wordt verwacht, tezamen leidend tot<br />

een robuuste en samenhangende Limburgse aanpak. Voortvarende en realistische aanpak geeft aan dat ambitieuze<br />

maar haalbare beleidsdoelen worden gesteld en dat maatregelen doelmatig dienen te zijn. (Ruimtelijke) kansen<br />

benutten benadrukt dat aanpak van de wateropgaven in het bredere perspectief van de ruimtelijke ontwikkeling<br />

kansen biedt om maatschappelijke doelen gecombineerd te verwezenlijken.<br />

Waterkwantiteit<br />

De Provincie zal uiterlijk 2009 vastleggen welke normen voor wateroverlast gelden en hoe het primaire watersysteem<br />

(waaronder in stedelijk gebied) uiterlijk in <strong>2015</strong> op orde zal worden gebracht. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor<br />

het in beeld brengen van wateroverlastknelpunten vanuit grondwater, riolering en wateren in gemeentelijk beheer en<br />

het vaststellen en nemen van noodzakelijke maatregelen.


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Daarnaast wordt aan gemeenten en waterschappen gevraagd om via baggerplannen de aard en omvang van de bagger -<br />

problematiek in stedelijke wateren in beeld te brengen en voor <strong>2015</strong> maatregelen te nemen om de watersystemen op<br />

orde te krijgen.<br />

Het afkoppelen van regenwater van het riool is in bebouwd gebied een belangrijk middel om watersystemen op de<br />

langere termijn op orde te houden en draagt bij aan meerdere waterdoelen. De scheiding van waterstromen is<br />

inmiddels wettelijk verankerd. <strong>Gemeente</strong>n krijgen daarbij een grote verantwoordelijkheid om op lokaal niveau een<br />

doelmatigheidsafweging te maken. De Provincie volgt de nationale beleidslijn door ‘maximaal afkoppelen binnen<br />

grenzen van doelmatigheid’ als beleidsdoel te formuleren. Investeringen in bestaand gebied vinden pas plaats indien<br />

maatschappelijke ontwikkelingen (renovatie, herstructurering) de mogelijkheid bieden om kosteneffectieve<br />

maatregelen te nemen.<br />

<strong>Gemeente</strong>n dienen in een verbreed gemeentelijk rioleringsplan (GRP) aan te geven hoe zij tot invulling van het begrip<br />

doelmatigheid komen. Provincie en waterschappen ondersteunen de gemeenten bij het ontwikkelen van zo’n verbreed<br />

plan.<br />

Waterkwaliteit<br />

De KRW verplicht de Nederlandse overheden de waterkwaliteit van de Nederlandse watersystemen (in principe) in <strong>2015</strong><br />

op orde te hebben.<br />

Om te stimuleren dat Limburgse overheden nu al concreet werken aan het verminderen van diffuse verontreiniging,<br />

continueert de Provincie het actieprogramma diffuse bronnen. Ten aanzien van het terugdringen van de vuilvracht<br />

vanuit riolering houdt de Provincie onverkort vast aan het zo spoedig mogelijk bereiken van de basisinspanning voor<br />

riolering. De Provincie ondersteunt de studies naar de optimalisatie van de afvalwatersysteem als een goed middel om<br />

watersysteemambities en duurzaam omgaan met afvalwater te realiseren tegen zo laag mogelijke maatschappelijke<br />

kosten. Indien daarbij een discrepantie blijkt tussen het subiet bereiken van de basisinspanning en een aanzienlijk<br />

doelmatiger invulling op korte termijn, dan gaat de voorkeur van de Provincie uit naar een doelmatige oplossing, die<br />

recht doet aan eerder vastgelegde afspraken en binnen een voor alle partijen acceptabele termijn.<br />

De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het voorkomen van verontreiniging door afgekoppeld hemelwater. Zij dienen<br />

in een verbreed GRP aan te geven hoe deze verantwoordelijkheid wordt ingevuld. Als handreiking voor de besluit -<br />

vorming in specifieke gevallen heeft de Provincie met waterschappen en enkele gemeenten een voorkeurstabel<br />

afkoppelen opgesteld.<br />

Water en ruimte<br />

De Provincie wil in de ruimtelijke ordening ruimte geven aan randvoorwaarden en kansen van water. Om voldoende<br />

ruimte voor water te bewaren worden beekdalen zoveel mogelijk gevrijwaard van bebouwing.<br />

Combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve wateropgaven met de ontwikkeling van stedelijke functies kan de maat -<br />

schappelijke investering beperken. Daarnaast biedt water kansen om het woon- en leefklimaat te verbeteren. Om te<br />

bevorderen dat deze kansen worden benut stimuleert de Provincie het opstellen van gemeentelijke waterplannen.<br />

Daarnaast wil de Provincie een concreet voorbeeldproject ondersteunen. De Provincie zal stimuleren dat de Limburgse<br />

burgers in bebouwd gebied toegang krijgen tot informatie over het gehanteerde grond- en oppervlaktewaterregime in<br />

hun leefomgeving.<br />

Inzet provinciale beleidsinstrumenten<br />

De uitvoering van het provinciale beleidskader dient met name vorm te krijgen via GRP’s en waterbeheersplannen. De<br />

Provincie is van mening dat nieuwe GRP’s een verbreed karakter dienen te hebben, waarin ook wordt aangegeven<br />

welke afkoppelstrategie de gemeente gaat volgen en hoe met (grond)wateroverlast wordt omgegaan. Bij voorkeur<br />

wordt daarbij ook de relatie gelegd tussen het rioleringsbeleid en het gemeentelijk ruimtelijk beleid. Voor de<br />

afstemming van ruimte en water in individuele ruimtelijke plannen is de watertoets het geëigende instrument.


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Naast de reeds genoemde activiteiten wil de Provincie bijdragen aan een goede beleidsuitvoering door onderzoek te<br />

verrichten naar financieringsmogelijkheden voor de stedelijke wateropgave, waarbij ook wordt bezien of er mogelijk -<br />

heden zijn om tot een compensatiefonds te komen. Daarnaast investeert de Provincie in een goede communicatie<br />

richting burgers om het maatschappelijk draagvlak voor de stedelijke wateropgave en de te nemen maatregelen te<br />

vergroten.


Bijlage E. Overzicht college- en raadsvoorstellen<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Collegevoorstel b&w “Ondertekening startdocument Optimalisatie Afvalwatersysteem (OAS) <strong>Heerlen</strong>” (OW/2005/26567,<br />

d.d. 15-12-2005).<br />

Het College besluit om deel te nemen aan het project OAS <strong>Heerlen</strong>. Het project heeft als doelstelling de voordelen<br />

(financieel, milieu, inzicht, doorzicht) van de samenwerking tussen riolering en afvalwaterzuivering zichtbaar te<br />

maken. Het rioleringsstelsel van de gemeente <strong>Heerlen</strong> dat afstroomt naar de afvalwaterzuivering <strong>Heerlen</strong> (Terworm),<br />

wordt gekoppeld aan het functioneren van deze afvalwaterzuivering.<br />

Collegevoorstel b&w “Water(bodem)kwaliteitsonderzoek 14 stadswateren <strong>Heerlen</strong>” (2006/3276, d.d. 08-02-2006).<br />

De afgelopen jaren zijn verschillende waterkwaliteitsproblemen in de visvijvers opgetreden. Dit heeft ertoe geleid dat<br />

de gemeente <strong>Heerlen</strong> in 2005 voor 14 stadswateren een water(bodem)kwaliteitsonderzoek heeft laten uitvoeren door<br />

het Waterschapsbedrijf Limburg. De onderzoeksgegevens zijn beoordeeld door het Waterschap Roer en Overmaas.<br />

Op basis van de resultaten (b)lijkt dat de waterkwaliteit van de stadswateren verbeterd is ten opzichte van voor gaande<br />

jaren. Het grootste gedeelte van de stadswateren voldoet aan de gestelde waterkwaliteitseisen. De waterkwaliteit is<br />

zeker niet alarmerend. De resultaten zijn echter geen jaargemiddelde, maar afkomstig van een eenmalige bemonstering.<br />

Om een beter beeld te verkrijgen van de problematiek besluit het College om in 2006 vier keer de waterkwaliteit van<br />

de visvijvers te onderzoeken. Ook zijn ter plaatse van de kasteelgracht Hoensbroek, Droomvijver, Meezenbroekervijvers<br />

en Weltervijver informatieborden geplaatst met de tekst “help de vissen, voer de eenden niet”. Met de borden wordt<br />

getracht het gedrag van burgers te beïnvloeden, de populatie van eenden en hun ontlasting te reguleren, met als doel<br />

een betere waterkwaliteit.<br />

Collegevoorstel b&w “Beantwoording brief SP-fractie over overlast door waterzuiveringsinstallatie Terworm” (2006/15294,<br />

d.d. 05-07-2006)<br />

De heer Meyer geeft namens de SP-fractie aan (brief 2006/12642) dat in Landgoed Terworm een rioolwaterzuiverings -<br />

installatie is gelegen die voor de nodige overlast zorgt. Het stinkt er vrijwel voortdurend en het lijkt er op dat de<br />

rioolwaterzuiveringsinstallatie op geen enkele manier voldoet aan de huidige voorschriften. Via een zevental vragen<br />

betreffende onder andere milieu, gezondheidsrisico’s en modernisering dan wel verplaatsing van de rioolwaterzuive -<br />

ringsinstallatie wordt verzocht om de situatie toe te lichten. Het College stuurt een uitgebreide brief naar de SP-fractie<br />

met een overzicht van de laatste stand van zaken betreffende het functioneren van de rioolwaterzuiveringsinstallatie<br />

Terworm.<br />

Informatiebrief b&w “Brief VNG: <strong>Gemeente</strong>lijke rol bij aanpak waterproblemen d.d. 3 mei 2007” (2007/19050, d.d.<br />

5-7-2007).<br />

Het College neemt kennis van de brief van de VNG. De brief beschrijft de gemeentelijke rol in het nemen van maat -<br />

regelen tegen wateroverlast en het verbeteren van de waterkwaliteit.<br />

Informatiebrief b&w “Tariefverlaging van rioolheffing voor 2009 en 2010“ (2008/17544, d.d. 19-6-2008).<br />

Het College is geïnformeerd over de mogelijkheid om € 1,6 miljoen euro (te dekken uit de voorziening rioolrenovaties)<br />

aan te wenden voor de tariefverlaging van het rioolrecht.<br />

Collegevoorstel b&w “Amoveren rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) <strong>Heerlen</strong>” (2008/25207, d.d. 17-9-2008).<br />

Op 29 juli 2008 is een brief van het Dagelijks bestuur van het Waterschapsbedrijf Limburg ontvangen. In deze brief<br />

staat de keuze voor het amoveren van RWZI <strong>Heerlen</strong> en het transporteren van het afvalwater naar RWZI Hoensbroek.<br />

Via een brief aan het Waterschapsbedrijf Limburg heeft het College aangegeven alle medewerking te verlenen bij de<br />

verdere voorbereiding en uitvoering van de maatregelen voor het amoveren van rioolwaterzuiveringsinstallatie <strong>Heerlen</strong>.<br />

Collegevoorstel b&w “Subsidieaanvraag Shared Space Crossing the Border” (2008/28254, d.d. 21-10-2008).<br />

Het College stemt in met het aanvragen van de subsidie INTERREG IV A, “Shared Space Crossing The Borders”, voor het<br />

ontkluizen van de Caumerbeek en Loopgraaf.


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Collegevoorstel b&w “Ondertekening startdocument Optimalisatie Afvalwatersysteem (OAS) Hoensbroek” (2008/29615,<br />

d.d. 03-11-2008).<br />

Het College besluit om deel te nemen aan het project OAS Hoensbroek. Het project heeft als doelstelling de voordelen<br />

(financieel, milieu, inzicht, doorzicht) van de samenwerking tussen riolering en afvalwaterzuivering zichtbaar te<br />

maken. Het rioleringsstelsel van de gemeente <strong>Heerlen</strong> dat afstroomt naar de afvalwaterzuivering Hoensbroek, wordt<br />

gekoppeld aan het functioneren van deze afvalwaterzuivering.<br />

Collegevoorstel b&w “Samenwerkingsovereenkomst Caumerbeek zichtbaar natuurlijk” (2009/19716, d.d. 8 juni 2009).<br />

Vanaf november 2006 is op initiatief van de gemeente en later in samenwerking met het Waterschap Roer en Overmaas<br />

integraal gewerkt aan de verkenningsstudie inzake het ontkluizen van de Caumerbeek en Loopgraaf.<br />

De verkenningsstudie is eind 2008 met een positief resultaat afgerond. Momenteel vindt bestuurlijk overleg plaats over<br />

de verdere voortgang van het project en de kostenverdeling. Verder heeft het College (voorstel 2009/16202) ingestemd<br />

met het bestekgereed maken van het plan.<br />

Om voor € 1 miljoen subsidie, in het kader van de subsidieregeling Innovatieprogramma Mooi Nederland, in aanmerking<br />

te komen heeft het College besloten een samenwerkingsovereenkomst met het Waterschap Roer en Overmaas aan te<br />

gaan.<br />

Collegevoorstel b&w “Maatregelen verontreinigd oppervlaktewater” (2009/24072, d.d. 13-7-2009)<br />

In het waterplan 2001-<strong>2015</strong> zijn beleidsvoornemens en inrichtings- en waterkwaliteitsmaatregelen vastgesteld met o.a.<br />

als doel de waterkwaliteit, recreatiewaarde en belevingswaarde van onze oppervlaktewateren te verbeteren. Deze be -<br />

leidsvoornemens en maatregelen voor onze stadswateren zijn, door versobering van het takenpakket, tot de wette lijke<br />

rioleringstaken beperkt. De inrichtings- en waterkwaliteitsmaatregelen uit het Waterplan 2001-<strong>2015</strong> zijn in 2003 door<br />

bezuinigingen geschrapt. Dit heeft tot gevolg gehad dat de reeds bestaande waterkwaliteitsproblemen (blauwalgen -<br />

groei en vissterfte) de laatste jaren zijn verergerd.<br />

Gezien de tekorten op de gemeentelijke begroting in 2009 en 2010, kunnen op korte en middellange termijn geen<br />

maatregelen genomen worden ter verbetering van de waterkwaliteit. Uiteraard wordt er wel bekeken of er op korte<br />

termijn maatregelen genomen moeten worden bij onveilige situaties en/of gezondheidsbedreigingen.<br />

Het College besluit om waarschuwingsborden bij verontreinigde oppervlaktewateren te plaatsen om gezondheids -<br />

risico’s te minimaliseren en geen structurele maatregelen te nemen om de waterkwaliteit te verbeteren.<br />

Collegevoorstel b&w “Stimuleringsregeling afkoppelen” (2010/2505, d.d. 19-1-2010).<br />

Afkoppelen van hemelwater van de doorgaans gemengde rioleringsstelsels is een ontwikkeling die reeds enige jaren<br />

geleden is ingezet. Na overstromingen in het Maasdal in 1993 en 1995 is de aandacht voor het afkoppelen alleen maar<br />

toegenomen. In augustus 2000 bracht de Commissie Waterbeheer 21e eeuw advies uit over het toekomstige waterbeleid<br />

in Nederland. De drietrapsstrategie vasthouden-bergen-afvoeren is vanaf dat moment leidend geweest voor het water -<br />

beleid in Nederland.<br />

In 2007 heeft het Waterschap Roer & Overmaas een subsidieregeling ingesteld om het afkoppelen van hemelwater in<br />

Zuid-Limburg te stimuleren (stimuleringsregeling afkoppelen). Het waterschap heeft € 120.000,- beschikbaar gesteld<br />

aan particulieren en bedrijven in <strong>Heerlen</strong>. Belangrijke voorwaarde is dat het bestaand verhard oppervlak dient te be -<br />

treffen dat afgekoppeld wordt van de gemeentelijke riolering. Afhankelijk van de oppervlakte dat afgekoppeld wordt<br />

varieert de bijdrage van € 1,80 tot € 5,00 per m 2 . De gemeente beoordeeld de aanvragen en verdeeld de subsidie. Deze<br />

stimuleringsregeling loopt tot juli 2012.<br />

Het College besluit om in te stemmen met het mandaat van het waterschap Roer en Overmaas en uitvoering te geven<br />

aan de subsidieregeling voor het afkoppelen van hemelwater.


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Collegevoorstel b&w “Intentieovereenkomst Caumerbeek zichtbaar natuurlijk” (2010/5017, d.d. 2-2-2010).<br />

In de jaren zeventig stroomde het regenwater en het afvalwater van een groot gedeelte van <strong>Heerlen</strong> via het riool naar<br />

de open Caumerbeek en Loopgraaf. Door de komst van milieuregelgeving zijn de rechtstreekse vuilwaterlozingen op de<br />

open Caumerbeek en Loopgraaf 35 jaar geleden opgeheven. Vanaf de Meezenbroekerweg tot aan rioolwaterzuiverings -<br />

installatie Hoensbroek is voor afvoer van afvalwater, regenwater en beekwater een betonnen koker (riool) aangelegd.<br />

Het overkluizen van de Caumerbeek en Loopgraaf is tot nu toe, met een investeringswaarde destijds van ca. 30 miljoen<br />

gulden, het grootste infrastructurele waterhuishoudkundige project binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong>.<br />

Vanaf november 2006 is op initiatief van de gemeente en later in samenwerking met het Waterschap Roer en Overmaas<br />

integraal gewerkt aan de verkenningsstudie inzake het ontkluizen van de Caumerbeek en Loopgraaf.<br />

De verkenningsstudie is eind 2008 met een positief resultaat afgerond. Verder heeft het College (voorstel 2009/16202)<br />

ingestemd met het bestekgereed maken van het plan. Eind 2009 is het overleg met het Waterschap Roer en Overmaas<br />

over de verdere voortgang van het project en de kostenverdeling afgerond. Nu is het zover de gemaakte afspraken in<br />

een intentieovereenkomst vast te leggen.<br />

Het College stemt in met het aangaan van een intentieovereenkomst met het Waterschap Roer en Overmaas.<br />

Raadsinformatiebrief “Inventarisatie gemeentelijk waterbeheer inclusief actieplan” (2006/5590, d.d. 10-03-2006).<br />

De uitgebreide raadsinformatiebrief geeft antwoordt op de ingediende motie van Groen Links, over de nieuwe ont -<br />

wikkelingen op het gebied van gemeentelijk waterbeleid, tijdens de algemene beschouwingen van 2005. In de brief is<br />

een inventarisatie opgesteld van het gemeentelijk waterbeheer. Inhoudelijk zijn de Europese, landelijke, regionale en<br />

gemeentelijke beleidsontwikkelingen beschreven. Daarnaast is een actieplan opgesteld hoe deze nieuwe wateropgaven<br />

worden opgepakt.<br />

Raadsvoorstel “Toevoegen van bijlage B aan het <strong>Gemeente</strong>lijk RioleringsPlan 2006-2010” (2006/22241, d.d. 4-12-2006).<br />

Als aanvulling op het d.d. 7 december door de Raad vastgestelde <strong>Gemeente</strong>lijk RioleringsPlan 2006-2010 is bijlage B<br />

toegevoegd. Deze bijlage betreft het resultaat van het ambtelijk overleg met de Provincie Limburg, het Waterschap Roer<br />

en Overmaas en het Waterschapsbedrijf Limburg.<br />

Raadsinformatiebrief “Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken” (2007/34169, d.d. 19-12-2007).<br />

De Raad is geïnformeerd over het door de Tweede Kamer aanvaarden van het wetsvoorstel tot wijziging van de<br />

<strong>Gemeente</strong>wet (GW), de Wet op de Waterhuishouding (WWH) en de Wet Milieubeheer (Wm). Deze wetswijzigingen zijn<br />

neergelegd in de Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken. Deze wet is per 1 januari 2008 van kracht. <strong>Gemeente</strong>n krijgen met<br />

deze wet zorgplichten voor de verwerking en inzameling van overtollig hemelwater, het overtollig grondwater en het<br />

afvalwater. De verantwoordelijk over het op eigen perceel vasthouden van regenwater door particulieren is ook in deze<br />

Wet vastgelegd. Om aan deze zorgplichten te kunnen voldoen krijgen gemeenten een nieuwe heffingsbevoegdheid en<br />

een mogelijkheid tot het toepassen van kostenverhaal.<br />

Raadsinformatiebrief “Voorlopige maatregelen Kaderrichtlijn Water (KRW)” (2008/5570, d.d. 26-2-2008).<br />

Sinds 22 december 2000 is de Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. De KRW heeft als doel om de kwaliteit van de<br />

Europese wateren te verbeteren (“goede toestand”) en die kwaliteit goed te houden.<br />

Het Waterschap Roer en Overmaas, Rijkswaterstaat, Provincie, en de waterambassadeur hebben het afgelopen jaar in<br />

de gebiedsgerichte werkgroep KRW Limburg Zuid gewerkt aan het opstellen van doelen en voorlopige maatregelen -<br />

pakketten als onderdeel van het stroomgebiedbeheerplan Maas. Hierover is met gemeenten zowel ambtelijk als<br />

bestuurlijk verschillende keren overleg gevoerd.


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

De Raad is geïnformeerd over de gemeentelijke maatregelen voor de Kaderrichtlijn Water zijnde:<br />

aanleggen bergbezinkbassins volgens opgave basisinspanning in GRP 2006-2010;<br />

afkoppelen van verhard oppervlak volgens opgave GRP 2006-2010;<br />

onderzoek naar de vervuiling van riooloverstorten (emissiepunten rioolstelsel) op oppervlaktewater conform GRP<br />

2006-2010.<br />

Daarnaast is niet ingestemd met de voorkeursvariant voorlopige maatregelen voor de Kaderrichtlijn Water opgesteld<br />

door de gebiedsgerichte werkgroep KRW Limburg Zuid zijnde:<br />

aanleggen waterkwaliteitsbergingen achter riooloverstorten;<br />

jaarlijks afkoppelen van 1% verhard oppervlak van bestaand rioolstelsel.<br />

Raadsvoorstel “Het vaststellen van de verordening Rioolheffing 2009 en het nemen van de daarmee samenhangende<br />

besluiten” (2008/22950, d.d. 4-11-2008).<br />

Op 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijke watertaken in werking getreden. De taken voor de gemeenten zijn daarbij<br />

uitgebreid. Met name krijgen gemeenten een zorgplicht ten aanzien van afvloeiend hemelwater alsmede maatregelen<br />

ter bestrijding van structurele grondwaterproblemen. Om de nieuwe taken te bekostigen wordt het bestaande riool -<br />

recht verbreed naar een bestemmingsheffing. Hiertoe is in de <strong>Gemeente</strong>wet een nieuw artikel 228a opgenomen. Anders<br />

dan bij de rioolrechten op grond van artikel 229 van de <strong>Gemeente</strong>wet gaat het hier niet meer om een retributie waarbij<br />

sprake is van een rechtstreekse tegenprestatie.<br />

De raad stemt in met het per ingang van 1-1-2009 in plaats van rioolrechten de rioolheffing voor eigenaren en gebrui -<br />

kers in te voeren (variant van één heffing voor de totale kosten) waarbij bij het bepalen van de tarieven rekening is<br />

gehouden met een lastenverlichting voor de burger conform raadsvoorstel 2008/23886. De verordening op de heffing en<br />

invordering van rioolheffing 2009 ingaande 1-1-2009 vast te stellen.<br />

Raadsvoorstel “Het verlagen van de tarieven rioolheffing 2009-2010” (2008/23886, d.d. 4-11-2008).<br />

In de programmabegroting 2009 is het voornemen opgenomen om de kosten voor burgers, bedrijven en partners zo<br />

laag mogelijk te houden. In concreto is hier aan de orde het tarief voor de rioolheffing. Uitgangspunt is dat de lasten<br />

voor de burger gelijk zijn aan de kosten die de gemeente moet maken. Op dit moment constateren we evenwel dat de<br />

uitgaven van de gemeente achterblijven bij de geraamde uitgaven en dus bij de lasten die aan de burgers worden<br />

opgelegd. Tot dusverre is er voor gekozen om voor de achterblijvende uitgaven een schommelfonds in te richten met<br />

als intentie na afloop van de 5-jaren cyclus van het GRP inkomsten en uitgaven in balans te brengen. In de praktijk<br />

blijkt dat deze doelstelling in de geraamde periode voor ca. 90 % haalbaar zal zijn.<br />

Uit Benchmark onderzoek en de COELO lijst blijkt dat <strong>Heerlen</strong> hoge lokale lasten heeft. Dit is aanleiding tot het kritisch<br />

zoeken naar verantwoorde besparing.<br />

De raad stemt in met het verlagen van de tarieven van de rioolheffing voor de jaren 2009 en 2010 ter grootte van 10 %,<br />

overeenkomend met € 20,- per meerpersoonshuishouden.<br />

Raadsinformatiebrief “Waterkrachtenergie uit riool” (2009/2359, d.d. 26-01-2009).<br />

De raad is geïnformeerd over het uitvoeren van het PILOT project “Waterkrachtenergie uit riool”. In het Caumerbeekdal<br />

langs de Oliemolenstraat (nabij het Aambos) wordt in het riool een turbine aangelegd. Deze turbine wekt elektriciteit<br />

op voor ongeveer vier huishoudens. <strong>Heerlen</strong> wekt zo als een van de eerste gemeenten duurzame energie uit het riool<br />

op. Daarnaast levert het plaatsen van een turbine op kleine schaal een bijdrage aan de gemeentelijke duurzame<br />

energiedoelstelling. De turbine wordt tegelijk geplaatst met de aanleg van het bergbezinkbassin Oliemolenstraat. Dit<br />

heeft als voordeel dat de kosten voor de turbine (door schaalvergroting) lager zijn.


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Raadsvoorstel “Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk” (2010/4927, d.d. 2-2-2010).<br />

In de jaren zeventig stroomde het regenwater en het afvalwater van een groot gedeelte van <strong>Heerlen</strong> via het riool naar<br />

de open Caumerbeek en Loopgraaf. Door de komst van milieuregelgeving zijn de rechtstreekse vuilwaterlozingen op de<br />

open Caumerbeek en Loopgraaf 35 jaar geleden opgeheven. Vanaf de Meezenbroekerweg tot aan rioolwaterzuiverings -<br />

installatie Hoensbroek is voor afvoer van afvalwater, regenwater en beekwater een betonnen koker (riool) aangelegd.<br />

Het overkluizen van de Caumerbeek en Loopgraaf was het gevolg.<br />

Het ontkluizen van de Caumerbeek en Loopgraaf is dan ook opgenomen in de gemeentelijke beleidsdocumenten<br />

Waterplan 2001-<strong>2015</strong> (2001), Bekenvisie (2004) en Masterplan Hoensbroek (2009).<br />

Na de positieve uitkomst uit de verkenningsstudie is het project “Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk” verder opgepakt.<br />

Het College heeft hierbij ingestemd met het bestekgereed maken van het plan (voorstel 2009/16202, zie bijlage) en het<br />

aangaan van een samenwerkingsovereenkomst met het Waterschap Roer en Overmaas (voorstel 2009/19716, zie bijlage).<br />

Ook is het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk door het ministerie van VROM uitgeroepen tot voorbeeldproject van<br />

“Mooi Nederland”, waarbij aan de criteria van zuinig ruimtegebruik, innovatie, verrommeling tegengaan en zorgen voor<br />

een betere ruimtelijke kwaliteit is voldaan. Het project is dan ook beloond met een subsidie van € 1.000.000,-. Boven -<br />

dien is het project bij de verkiezing van Mooi Nederland Publieksprijs geëindigd op een verdienstelijke tweede plaats.<br />

Door het verkrijgen van bovengenoemde subsidie, met als voorwaarde start uitvoering halverwege 2010, is het mogelijk<br />

om samen met het Waterschap Roer en Overmaas de kosten voor het project te dragen. Nu is dan ook het moment om<br />

een besluit te nemen over de realisatie van het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk.<br />

Met het realiseren van het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk wordt aan onderstaande doelen bijgedragen:<br />

Met het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk ontstaat weer de natuurlijke groen/blauwe corridors zoals ze in het<br />

verleden geweest zijn.<br />

Het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk is de laatste schakel om duurzaam omgaan met regenwater te<br />

effectueren.<br />

De economie heeft voordeel bij het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk.<br />

Het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk verhoogt de educatieve waarde van historische en landschappelijke<br />

elementen.<br />

Door het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk is het mogelijk RWZI <strong>Heerlen</strong> te amoveren.<br />

Krimp als kans.<br />

Het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk is een maatregel die bijdraagt aan het behalen van de doelstellingen<br />

van de Europese Kaderrichtlijn.<br />

<strong>Gemeente</strong>lijke bijdrage voor het project is verhoudingsgewijs gering.<br />

De Raad gaat akkoord met het beschikbaar stellen van € 6,75 miljoen voor realisatie van het project\“Caumerbeek<br />

Zichtbaar Natuurlijk”. Het project wordt gefinancierd door:<br />

een subsidie bedrag ad 5 miljoen euro;<br />

een bedrag ad 0,4 miljoen uit het cofinancieringfonds;<br />

het restant bedrag, zijnde maximaal 1,35 miljoen euro meenemen in de tariefstelling van het nieuwe Beleidsplan<br />

Stedelijk Watermanagement <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> (opvolging GRP2006-2010).<br />

Raadsinformatiebrief “Aanvullende subsidie project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk” (2010/35580, d.d. 22-7-2010).<br />

De raad is geïnformeerd over het Collegebesluit om € 0,818 miljoen aanvullende verkregen subsidie van de provincie<br />

Limburg in te zetten voor additioneel werk in het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk. Met de extra gelden wordt<br />

het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk versterkt op het gebied van beleefbaarheid, opwaardering leefomgeving,<br />

toerisme, educatie en historie, routes en economie.


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Bijlage F. Overzichtstekening projecten anders omgaan met regenwater


Bijlage G. Vervangingsleeftijd riolering <strong>Heerlen</strong><br />

Bepaling van een reële vervangingsleeftijd<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

In den lande wordt voor een gemeente met een goede bodemgesteldheid een technische levensduur van 60 jaar voor<br />

riolering aangehouden, (Bron: Leidraad Riolering, Module D1300 Toerekening en dekking van kosten). In <strong>Heerlen</strong> is in<br />

de laatste GRP’s een levensduur van 70 jaar aangehouden, deze levensduur is uitsluitend gebaseerd op de wens om<br />

een acceptabel rioolrecht te behalen. Er was toen nog te weinig informatie verzameld om dit op technische gronden af<br />

te wijzen of te onderbouwen.<br />

Voor dit <strong>BSW</strong> zijn de vervangen/gerenoveerde rioleringslengte verzameld vanaf 1990 en geordend in perioden van 5<br />

jaar. Het resultaat hiervan is terug te vinden in onderstaande tabel<br />

Periode van vervanging/renovatie Gemiddeld behaalde leeftijd Percentage van vervangen/<br />

gerenoveerde lengte<br />

periode 1990-1994 51,9 13,1%<br />

periode 1995-1999 61,8 24,7%<br />

periode 2000-2004 63,8 27,2%<br />

periode 2005-2009 65,0 35,0%<br />

Totaal 100,0%<br />

periode 1995-2009 63,7 86,9%<br />

Opmerkingen bij de verschillende perioden van vervanging/renovatie.<br />

In de periode 1990-1994 zijn hoofdzakelijk rioolvervangingen uitgevoerd die gebaseerd zijn op kwantitatieve infor -<br />

matie, in deze periode was nog nauwelijks kwalitatieve informatie (rioolinspecties) beschikbaar. De gemiddeld<br />

behaalde leeftijd is laag omdat het hier om de grotere riolen ging die niet vanaf het begin van de opbouw van het<br />

rioolstelsel zijn aangelegd. Een groot deel van deze vervangingen lagen in Hoensbroek waarvan het vermoeden<br />

bestaat dat daar pas laat rekening is gehouden met de benodigde afvoercapaciteiten. Het lengte percentage is lager<br />

dan gemiddeld omdat deze rioolvergrotingen per lengte duurder zijn dan de gemiddelde lengte kosten.<br />

De periode 1995-1999 is een overgangsperiode waar nog steeds veel nadruk heeft gelegen op rioolvergrotingen maar<br />

ook al gebruik is gemaakt van de toen nog beperkt aanwezige kwaliteitsinformatie. Dit komt al tot uiting in de ge -<br />

middeld behaalde leeftijd en het hogere percentage behandelde lengte.<br />

Ook de periode 2000-2004 is nog een overgangsperiode maar de nadruk lag nu op het behandelen van kwalitatief<br />

slechte riolen en nog maar beperkt op rioolvergrotingen.<br />

De rioolrenovaties in de periode 2005-2009 zijn nagenoeg volledig gebaseerd op kwalitatieve informatie. Riool -<br />

vergrotingen komen nu nog maar nauwelijks voor. Het gaat nu vooral om de oude (vaak kleinere) riolen zodat de<br />

gerenoveerde lengte vrij hoog is. In deze periode vallen ook een aantal herinrichtingen/herstructureringen<br />

(Akerstraat, Centrum <strong>Heerlen</strong>, Schelsberg/Bokstraat, SON+busstation, sporthal De Deyl, Overbroek, Heerlerheide<br />

centrum) waarin de oude en kwalitatief slechte riolen zijn vervangen tegen lage kosten.<br />

De gemiddelde leeftijd voor de periode 1995-2009 (15 jaar) komt uit op 63.7 jaar. In de laatste periode was de gemid -<br />

delde leeftijd van het behandelde riool 65.0 jaar, hierbij moet bedacht worden dat er nog steeds een grote achterstand<br />

bestaat en dus de allerslechtste (meestal ook de oudste) riolen aangepakt worden. Een aantal van deze riolen waren<br />

echter al veel eerder op kwalitatieve gronden toe aan vervanging dan er daadwerkelijk is uitgevoerd.<br />

Er mag dus geconcludeerd worden dat de gemiddelde leeftijd van 70 jaar die in vorige GRP’s zijn toegepast duidelijk te<br />

lang is. Voor dit <strong>BSW</strong> wordt gekozen voor een gemiddelde technische leeftijd van 65 jaar, dit naar ervaringen van de<br />

laatste 15 jaar.


Bijlage H. Verdeling rioolvervanging <strong>2011</strong>-2075<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT


Aanleg van nieuwe riolering in de verleden tijd.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

De eerste riolering in de gemeente <strong>Heerlen</strong> is aangelegd in de periode 1915-1919, dit waren maar enkele kilometers.<br />

Deze riolen uit 1915-1919 zijn al voor ruim 92% vervangen/gerenoveerd.<br />

Tot aan de tweede wereldoorlog is dit rioolstelsel mede door de mijnindustrie gaandeweg uitgebreid met ruim 3 km/jaar.<br />

In de tweede wereldoorlog lag de aanleg van riolering bijna stil. De riolering uit 1920-1944 is al voor circa 60% ver -<br />

vangen/gerenoveerd.<br />

In de 10 jaar daarna is de rioolaanleg weer stevig ter hand genomen, ruim 4.5 km/jaar. Deze riolering is nu 65 tot<br />

55 jaar oud, ruim 20% van de riolering uit deze periode is reeds vervangen/gerenoveerd. Dit (met de oudere riolering)<br />

is dus de riolering die voor het grootse deel in deze <strong>BSW</strong> periode in aanmerking komt voor vervanging/renovatie.<br />

In de periode van 1955-1984 is de rioolaanleg bijna verdubbeld naar ruim 8 km/jaar, de tijd van de babyboomers. De<br />

vijf jaar daarna, 1985-1989, had nog een uitloop met een aanleg van ruim 6 km/jaar. Van de riolering van de eerste<br />

5 jaar van deze periode (1955-1959) is ruim 13% vervangen/gerenoveerd, van de rest van de periode 1960-1984 zijn<br />

alleen maar minimale vervangingen uitgevoerd (circa 3%). Dit zijn hoofdzakelijk leidingen die door wijzigingen in de<br />

infrastructuur verplaatst moesten worden of korte stukjes die binnen een rioolvervanging lagen en niet gehandhaafd<br />

konden blijven. Uitgaande van de huidige ervaringen m.b.t. een haalbare levensduur mag je verwachten dat deze<br />

riolen vanaf 2020 voor vervanging/renovatie in aanmerking komen. Gedurende 35 jaar, tot 2055, zal een jaarlijkse<br />

vervangings/renovatie opgave ontstaan van ruim 8 km bestaande riolering per jaar, dit is ruim het dubbele wat in de<br />

afgelopen jaren is uitgevoerd.<br />

Van 1990 t/m 2004 is de nieuwaanleg van riolering teruggezakt naar ruim 4 km/jaar, minder dan de naoorlogse lengte.<br />

Van deze riolering is nagenoeg niets vervangen/gerenoveerd.<br />

In de periode van 2005 t/m 2009 is circa 8.5 km/jaar nieuwe riolering aangelegd. In deze periode zijn veel grote<br />

uitbreidingsplannen tot uitvoering gekomen, ook is de rioolstelsellengte uitgebreid doordat bij rioolvervangingen een<br />

gemengd stelsel is vervangen door een gescheiden stelsel, grofweg wordt daardoor de leidinglengte verdubbeld. Zie de<br />

lijst hieronder.<br />

In de periode van 1990 t/m 2009 werd wel al bestaande riolering vervangen/gerenoveerd met een hoeveelheid van ruim<br />

3 km/jaar, door de gedeeltelijke toepassing van een duurzamer afwateringssysteen met scheiding van water stromen is<br />

hiervoor circa 4a5 km/jaar in de plaats gekomen. Zie grafiek: Aanleg van rioleringsuitbreiding, zonder vervangingen.<br />

Eventueel verwijzing naar andere tabel “uitbreiding rioolstelsel” van Eugene<br />

Rioolaanleg in de periode 2005-2009.<br />

Uitbreidingen:<br />

Trompenburgstraat (autoboulevard) 2005<br />

Bouwplan Overbroek 2007<br />

Bouwplan Parkheuvel 2007<br />

Bouwplan Hoogveld 2004-2008<br />

Bouwplan Molenaarshof 2008<br />

Bouwplan De Deyl 2008<br />

Bouwplan Litscherveld 2007<br />

Bouwplan op sportveld St. Janscollege 2006<br />

Bouwplan Gerard Bruningstraat 2006<br />

Handelsterrein Emma 2009<br />

Handelsterrein Kissel 2009<br />

Rioolvervangingen met ombouw naar gescheidenstelsel:<br />

Heerlerheide Centrum, tevens uitbreiding 2005<br />

Palemig 2008<br />

Valkenburgerweg 2009<br />

Maria Christinawijk 2005<br />

Zandweg 2009<br />

Molenberg 2005


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Lange termijnplanning voor het instand houden van de gemeentelijke riolering.<br />

Vanaf 2020 zijn de babyboom riolen aan vervanging/renovatie toe, dit is een enorme opgave. Om te voorkomen dat de<br />

gemeente <strong>Heerlen</strong> op dat moment nog een achterstand heeft voor de vervanging van oudere riolen zou de bestaande<br />

achterstand dan weggewerkt moeten zijn. Dit betekent dat in de komende tien jaar ruim 6 km/jaar bestaande riolering<br />

vervangen/gerenoveerd moet worden, uitgaande van een gedeeltelijk scheiding van waterstromen i.v.m. de regen-en<br />

grondwaterzorgplicht komt dat neer op 9a10 km/jaar aan vervangende riolering.<br />

Vanaf 2020 is gedurende 35 jaar ruim 7.5 km bestaande riolering per jaar aan vervanging/renovatie toe, dit is circa<br />

10.5 km/jaar vervangende riolering bij een gedeeltelijke scheiding van waterstromen.<br />

De volgende 15 jaar, vanaf 2055, zijn de leidingen aangelegd in de periode 1990 t/m 2004 aan de beurt. In deze periode<br />

is per jaar ruim 4 km nieuwe riolering aangelegd maar er is ook circa 4 km vervangen/gerenoveerde riolering aangelegd,<br />

samen dus ruim 8 km/jaar. Aangezien een groot deel van deze riolering reeds gescheiden is zal in deze jaren circa<br />

9 km/jaar vervangen/gerenoveerd moeten worden.<br />

De volgende periode van 2070 t/m 2074 als de riolering uit 2005-2009 aan de beurt is, is de vervangings/renovatie lengte<br />

circa 13 km/jaar (8.5 km nieuwaanleg en 4.5 km vervangen oude riolering).<br />

Uit het voorgaande blijkt dat de inspanning die de laatste jaren is gedaan om de riolering op peil te houden/krijgen te<br />

laag is geweest en een versnelling aan te bevelen is om in de niet zo verre toekomst niet voor een onoverkomelijke<br />

opgave te staan.<br />

Uit de inspectiegegevens blijkt dat in 2020 circa 25 km riolering i.v.m. de bekende kwaliteit uit de daarna liggende<br />

periode netto naar voren geschoven is, dit betekent dat in de periode <strong>2011</strong>-2020 25km plus 12km i.v.m. de gedeelte lijke<br />

toepassing van scheiding van waterstromen extra gerenoveerd/vervangen moet worden, dit is ruim 3.5 km per jaar.<br />

In de periode 2021-2055 is daardoor renovatie/vervangingslengte 37 km lager, deze lengte is immers naar voren gescho -<br />

ven. Aan het eind van deze periode wordt echter circa 1.5 km te vervangen/renoveren riool toegevoegd uit de periode<br />

daarna, netto is de opgave in deze periode dus circa 35 km minder, dit is 1 km per jaar.


Langetermijn planning in het kort.<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

In de periode 2056-2070 schuift circa 1.5 km te vervangen/renoveren riool naar voren, dit is per jaar circa 100m minder.<br />

Periode Aanleg Tijdsduur Vervan- Correctie Lengte te Lengte Lengte te<br />

van periode van de ging van i.v.m. de renoveren/ uitbreiding renoveren/<br />

vervanging vervanging- bestaand bekende vervangen per jaar vervangen incl.<br />

periode in riool inspectie riolering uitbreiding<br />

jaar informatie per jaar riolering per jaar<br />

<strong>2011</strong>-2020 1915-1954 10 6 +3.5 9.5 3.5 13.0<br />

2021-2055 1955-1989 35 7.5 -1.0 6.5 3.5 10.5<br />

2056-2070 1990-2004 15 8 -0.1 8 1 9.0<br />

2071-2075 2005-2009 5 13 13.0 0 13.0<br />

Voorgaande lange termijnplanning is gecorrigeerd met de bekende inspectie-informatie, hieruit blijkt dat netto in de<br />

eerste periode vrij veel riolering naar voren geschoven wordt. De opgenomen correctie is bepaald op de bekende<br />

inspectie-informatie. Er is echter nog maar ruim de helft van het rioolstelsel geïnspecteerd. Ik laat het aan de intelli -<br />

gente lezer over om in te schatten wat je aan correctie mag verwachten voor de andere helft van het nog niet<br />

geïnspecteerde rioolstelsel.


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Bijlage I. Overzicht gevoelige gebieden grondwaterzorgplicht


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Douve Weien:<br />

Ter plaatse van diverse straten zakt het grondwater , bij hevige en langdurige neerslag, niet door waterdichte lagen en<br />

ontstaat hangwater. Verschillende mensen hebben reeds in hun tuin drainage aangelegd en verpompen dit overtollig<br />

grondwater. Verschillende woningen hebben lekkende kelders en kruipruimtes die vochtig zijn, schimmel hebben of<br />

zelf onder water staan. Reeds bij de aanleg van de wijk omstreeks 1978 zijn problemen ten aanzien van afwatering<br />

terreinen opgetreden. In maart 2003 is via de wijkraad reacties van bewoners gevraagd inzake de wateroverlast. Aan<br />

de hand van bodemkaarten en opmerkingen van eerste bewoners is te constateren dat de grondwaterstand op een<br />

respectabele diepte van meer als 4 meter is gelegen. De overlast wordt veroorzaakt door een dikke kleilaag waardoor<br />

het regenwater niet snel genoeg kan wegzakken in de bodem. Dit bestaande grondwaterprobleem valt buiten de<br />

nieuwe grondwaterzorgplicht. Iedereen is namelijk verantwoordelijk voor de afwatering op eigen terrein zonder dat<br />

problemen bij omliggende terreinen wordt veroorzaakt.<br />

De Slak:<br />

Door de lage ligging van het gebied t.o.v. het Caumerbeekdal komen verschillende grondwateroverlast klachten voor.<br />

Problemen veroorzaakt door lekkende kelders. Volgens de geactualiseerde isohypsenkaart is De Slak gelegen in een<br />

gebied met een grondwaterstand kleiner dan 1 meter min maaiveld. Er bestaat een kans op grondwateroverlast. De<br />

verschillende meldingen zijn afgehandeld met vermelding van particulieren verantwoordelijkheid voor waterdichte<br />

kelders. Tijdens een rioolrenovatie is een bronnengebied in een tuin met een aparte afvoerleiding met de Groene Voor<br />

verbonden, dit bronnengebied ligt in een hoger gelegen deel van het gebied.<br />

Ganzeweide en omgeving:<br />

De woningstichting heeft bij verschillende woningen in de kelders pompen geplaatst om intredend grondwater te ver -<br />

pompen. Volgens de kaart van Tebodin is Ganzeweide en omgeving gelegen in een gebied met een grondwaterstand<br />

kleiner dan 3 meter min maaiveld. Er bestaat een kans op grondwateroverlast. De verschillende meldingen zijn afge -<br />

handeld met vermelding van particulieren verantwoordelijkheid voor waterdichte kelders. In het beekdal van de<br />

Loopgraaf is bij aanleg van de woonwijk drainage aangelegd. Onderhoud aan dit drainagestelsel vindt echter niet<br />

plaats. Bij revitalisering van Heerlerheide wordt een IT-riool aangelegd tot aan het regenwaterriool in de Ganzeweide.<br />

Dit riool functioneert bij hoge grondwaterstanden als drainage. Hiermee wordt maar een klein deel van de problemen<br />

opgelost.<br />

Burgemeester Slanghenstraat:<br />

Aan de oostzijde van de Burgemeester Slanghenstraat loopt de Lotbroekerbeek. De Lotbroekerbeek samen met zijn<br />

vijvers zorgt voor een hoge grondwaterstand ter plaatse van de Burgemeester Slangenstraat. Voor zover bekent zijn<br />

momenteel geen grondwaterstandproblemen. Met de uitbreiding langs de Burgemeester Slangenstraat dient binnen<br />

het bestemmingsplan echter wel rekening te worden gehouden met de hoge grondwaterstand. Verder wordt bij de<br />

rioolrenovatie van de Burgemeester Slangenstraat een drainageleiding aangelegd om de grondwaterstand te kunnen<br />

regelen richting de toekomstig open Caumerbeek.<br />

Stopzetten onttrekkingen:<br />

Groeve Beaujeun/Quadvlieg aan de Roebroekweg. Het stopzetten van deze onttrekking heeft vermoedelijk weinig<br />

gevolgen.<br />

SchiffersFood (Herschi) ter plaatse van de Wijngaardsweg en Softdrinks International ter plaatse van De Beitel.<br />

Onttrekking uit diepere grondwaterlagen die geen invloed hebben op freatisch grondwater. Het freatisch grondwater ter<br />

plaatse van De Beitel is diep gelegen.


<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />

Wanneer de overkluisde Caumerbeek en Loopgraaf in de toekomst als gemengd riool wordt gebruikt en het aldus<br />

wenselijk is dat de koker waterdicht is, zullen de nu aanwezige verbindingen (drainage) met het grondwater dicht<br />

gezet worden. Bij een hogere aanleg van de natuurlijke beek heeft dit gevolgen voor het grondwaterpeil.<br />

Bij het herstellen van de oorsprong van de Caumerbeek wordt het transportriool langs de Corisbergweg in de toekomst<br />

als gemengd riool gebruikt. Het is dan wenselijk om de aanwezige verbindingen (drainage) met het grondwater dicht<br />

gezet worden. Bij een hogere aanleg van de natuurlijke beek heeft dit gevolgen voor het grondwaterpeil.


Bijlage J. Kostendekkingsplan<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT


Bijlage K. Operationele planning <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT


Operationele planning rioolverbetering <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

Totaal Berekende<br />

kosten <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<br />

<strong>2015</strong><br />

Plan meters<br />

2012 / <strong>2015</strong><br />

Berekende<br />

kosten <strong>BSW</strong><br />

2012 / <strong>2015</strong><br />

Bijdrage<br />

afkoppelen<br />

<strong>2011</strong>/ 2012<br />

Plan meters<br />

<strong>2011</strong> / 2012<br />

Berekende<br />

kosten <strong>BSW</strong><br />

<strong>2011</strong> / 2012<br />

Bijdrage<br />

afkoppelen<br />

<strong>2011</strong><br />

Plan meters<br />

<strong>2011</strong><br />

Pr.nr. Project Berekende<br />

kosten <strong>BSW</strong><br />

<strong>2011</strong><br />

Investeringen<br />

Ontkluizing Caumerbeek Hoensbroek € 250.000 € 250.000<br />

Ontkluizing Loopgraaf € 100.000 € 100.000<br />

Visvijvers Meezenbroek * € 800.000 € 800.000<br />

BBB Laervoetpad (riool naar buffer RWZI) € 1.900.000 € 1.900.000<br />

BBB Drieschstraat € 3.300.000 € 3.300.000<br />

BBB Burettestraat € 1.500.000 € 1.500.000<br />

BBB Govert Flinck € 300.000 € 300.000<br />

BBB Eikendermolenweg € 1.300.000 € 1.300.000<br />

Overname asfaltbuffers Caumerbeek € 1.500.000 € 1.500.000<br />

Transportriool Henri Jonastraat € 700.000 € 700.000<br />

Caumerbeek 1435 t/m 1439 € 350.000 € 700.000 € 1.050.000<br />

Caumerbeek Oorsprong € 500.000 € 500.000<br />

Caumerbeek Meezenbroek € 500.000 € 500.000<br />

Afkoppelen € 750.000 € 3.000.000 € 3.750.000<br />

Opknappen vijvers € 200.000 € 800.000 € 1.000.000<br />

Totaal € 3.050.000 0 € - € 1.300.000 0 € - € 14.100.000 0 € 18.450.000<br />

Visvijvers Meezenbroek * € 800.000 Bijdrage MBP en ISV


Bijlage L. Colofon<br />

Dit Beleidsplan Stedelijk Watermanagement is tot stand gekomen in opdracht van de <strong>Gemeente</strong>raad van de gemeente<br />

<strong>Heerlen</strong>.<br />

Projectleider<br />

Ruud Weijers, specialist riolering en water (afdeling Beheer & Onderhoud)<br />

Opstellers<br />

Werkgroep <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>:<br />

Jo Daemen, specialist civiele techniek (afdeling Beheer & Onderhoud)<br />

Eugène Hellebrekers, specialist civiele techniek (afdeling Beheer & onderhoud)<br />

Anjo Mathissen-Wetzelaer, coördinator team beheer (afdeling Beheer & Onderhoud)<br />

Tony Merzaya, medewerker rioleringsbeheer (afdeling Beheer & Onderhoud)<br />

Monique Hollands, medewerker bedrijfsvoering (afdeling Beheer & Onderhoud)<br />

Marc Hoofs, medewerker bedrijfsvoering (afdeling Beheer & Onderhoud)<br />

Ruben Schut, medewerker water & bodem (afdeling Stadsplanning)<br />

Luciano Grimaldi, controler (afdeling Strategie & Controle)<br />

Ruud Weijers, specialist riolering en water (afdeling Beheer & Onderhoud)<br />

Van de volgende instanties heeft een aantal personen een bijdrage geleverd:<br />

Dhr. W. Pakbier - Waterschap Roer en Overmaas<br />

Mw. G. Vugs - Waterschap Roer en Overmaas<br />

Dhr. R. Schols - Waterschapsbedrijf Limburg<br />

Dhr. V. Kruithof - Provincie Limburg<br />

Vormgeving en drukwerk<br />

Reprografie (gemeente <strong>Heerlen</strong>)<br />

Fotografie en illustraties<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong><br />

Paul Maas, Tilburg/Stichting Rioned<br />

BvBeeld/Stichting Rioned<br />

<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />

B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!