BSW 2011-2015:Opmaak 1.qxd - Gemeente Heerlen
BSW 2011-2015:Opmaak 1.qxd - Gemeente Heerlen
BSW 2011-2015:Opmaak 1.qxd - Gemeente Heerlen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Beleidsplan Stedelijk<br />
Watermanagement <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
<strong>Heerlen</strong>
Beleidsplan Stedelijk Watermanagement <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong><br />
Status: definitief <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
Datum: 7 februari <strong>2011</strong><br />
Opgesteld door: werkgroep <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>
Inhoudsopgave<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
1. Inleiding 1<br />
1.1 Aanleiding 1<br />
1.2 Doelstelling 1<br />
1.3 Proces 1<br />
1.4 Planstructuur 2<br />
1.5 Leeswijzer 3<br />
2. Achtergrondinformatie 4<br />
2.1 Inleiding 4<br />
2.2 Kengetallen 4<br />
2.3 Historie 4<br />
2.4 Ontwikkelingen 5<br />
2.5 Stelseltypen 7<br />
2.6 Toestand en functioneren huidig stelsel 8<br />
3. Evaluatie GRP2006-2010 11<br />
3.1 Inleiding 11<br />
3.2 Bestuurlijke beslissingen 11<br />
3.3 Operationele planning rioolrenovaties 12<br />
3.4 Operationele planning Bergbezinkbassins 14<br />
3.5 Uitbreiding rioleringsstelsel 16<br />
3.6 Communicatie Stadskrant 17<br />
3.7 Beheer en Onderhoud 17<br />
3.8 Financieel 22<br />
3.9 Planvorming, bedrijfsvoering en onderzoek 24<br />
3.10 Conclusie 25<br />
4. Watervisie 26<br />
5. Beleid en wetgeving 31<br />
5.1 Inleiding3 31<br />
5.2 <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> 31<br />
5.3 Regionaal 34<br />
5.4 Wateropgaven <strong>Heerlen</strong> <strong>2011</strong> en verder 37<br />
6. Toetsing huidige situatie, gewenste situatie en strategie 39<br />
6.1 Inleiding 39<br />
6.2 In- en uitbreiding riolering 39<br />
6.3 Rioolrenovatie/-vervanging 41<br />
6.4 Rioolverbetering 44<br />
6.5 Afvalwaterzorgplicht 47<br />
6.6 Grondwaterzorgplicht 48<br />
6.7 Hemelwaterzorgplicht 49<br />
6.8 Watersysteem 53<br />
6.9 Beheer en onderhoud 57<br />
6.10 Planvorming en onderzoek 60<br />
6.11 Bedrijfsvoering en planning 64<br />
6.12 Juridische aspecten 64
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
7. Organisatie en financiën 66<br />
7.1 Inleiding 66<br />
7.2 Regelgeving Besluit Begroting Verantwoording (BBV) 66<br />
7.3 Uitgaven 67<br />
7.4 Kostendekking 69<br />
7.5 Opbrengsten 70<br />
7.6 Personele Middelen 71<br />
8. Voorgangsbewaking 73<br />
8.1 Inleiding 73<br />
8.2 Voortgangsbewaking 73<br />
8.3 Jaarprogramma’s 73<br />
Begrippenlijst 75<br />
Afkortingenlijst 78<br />
Afbeeldingen, tabellen en grafieken<br />
Afbeelding 1. Beoogde planstructuur 2<br />
Afbeelding 2. Stelselopbouw 7<br />
Afbeelding 3. Hoofdafstroomgebieden 8<br />
Afbeelding 4. Lozing van en naar buurgemeenten 9<br />
Afbeelding 5. Rioolturbine 63<br />
Afbeelding 6. Cirkel van Deming 73<br />
Tabel1. Rioolprojecten 2006-2010 12<br />
Tabel 2. Rioolrenovatieproductie 2006-2010 14<br />
Tabel 3. Operationele planning aanleg bergbezinkbassins 15<br />
Tabel 4. Bergbezinkbassinsproductie 2006-2010 16<br />
Tabel 5. Uitbreidingsplannen 2006-2010 16<br />
Tabel 6. Productie rioolreiniging en inspectie 2006-2010 18<br />
Tabel 7. Uitgaven rioolreiniging en inspectie 2006-2010 18<br />
Tabel 8. Productie klein onderhoud 2006-2010 19<br />
Tabel 9. Uitgaven klein onderhoud 2006-2010 19<br />
Tabel 10. Uitgaven rioolgemalen en meetvoorzieningen 2006-2010 20<br />
Tabel 11. Uitgaven randvoorzieningen 2006-2010 21<br />
Tabel 12. Uitgaven kolkreiniging 2006-2010 22<br />
Tabel 13. Rioolrechtverhogingen 2006-2010 22<br />
Tabel 14. Ontwikkeling rioolheffing 2006-2010 24<br />
Tabel 15. Overzicht onderzoek en planvorming 2006-2010 24<br />
Tabel 16. Kwaliteitsgegevens rioleringsstelsel 42<br />
Tabel 17. Verdeling rioolvervanging <strong>2011</strong>-2075 44<br />
Tabel 18. Investeringen rioolverbetering <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> 47<br />
Tabel 19. Inventarisatie vijvers 55<br />
Tabel 20. Financiële planning beheer en onderhoud 60<br />
Tabel 21. Uitgaven <strong>2011</strong> en <strong>2015</strong> 68<br />
Tabel 22. Tariefontwikkeling <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> 71<br />
Tabel 23. Indicatie personele inzet (uren) voor een gemeente met > 50.000 inwoners 72
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Grafiek 1. Ontwikkeling rioolheffing vanaf 1991-2010 (0-200 m 3 ) 24<br />
Grafiek 2. Kwaliteitsgegevens rioleringsstelsel 42<br />
Grafiek 3. Uitgaven <strong>2011</strong>-2075 68<br />
Grafiek 4. Boekwaarde 69<br />
Grafiek 5. Achterstand rioolrenovatie 70<br />
Bijlagen<br />
Bijlage A. Overzicht stappen en procedures totstandkoming Beleidsplan Stedelijk Watermanagement<br />
Bijlage B. Notulen overleg waterschap en provincie (volgt na besluit ontwerp <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>)<br />
Bijlage C. Onafhankelijk advies over <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
Bijlage D. Europees, nationaal en Provinciaal water- en rioleringsbeleid<br />
Bijlage E. Overzicht college- en raadsvoorstellen<br />
Bijlage F. Overzichtstekening projecten anders omgaan met regenwater<br />
Bijlage G. Vervangingsleeftijd riolering <strong>Heerlen</strong><br />
Bijlage H. Verdeling rioolvervanging <strong>2011</strong>-2075<br />
Bijlage I. Overzicht gevoelige gebieden grondwaterzorgplicht<br />
Bijlage J. Kostendekkingsplan<br />
Bijlage K. Operationele planning <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
Bijlage L. Colofon
1. Inleiding<br />
Riolering is van levensbelang. Daar staan we niet elke<br />
dag bij stil, maar stelt u het zich eens voor: net als<br />
vroeger uitwerp selen en afvalwater op straat gooien en<br />
gebruik maken van beerputten in de achtertuin?!<br />
Uitslaande epidemieën, stank en water- en bodem ver -<br />
ontreinigingen zijn aan de orde van de dag. Het leven<br />
valt niet te leven!<br />
Riolering in een stad<br />
Hier in Nederland zijn we gelukkig voorzien van een<br />
goede riolering, maar om in die levensbehoefte op de<br />
juiste manier te blijven voorzien is veel (denk)werk nodig.<br />
Om dat in goede banen te leiden is een degelijk en<br />
onderbouwd plan nodig: het Beleidsplan Stedelijk<br />
Watermanagement.<br />
1.1 Aanleiding, achtergrond<br />
Als één van de eerste gemeenten in Nederland besloot<br />
de gemeente <strong>Heerlen</strong> een waterplan op te stellen waarin<br />
de relatie met het oppervlaktewater in de stad (i.c.<br />
Geleenbeek, Caumerbeek, Rode beek, Schrieversheide -<br />
vennen, vijvers en plassen) centraal staat. Voor het<br />
Waterplan <strong>Heerlen</strong> zijn de rioleringsmaatregelen en<br />
maatregelen aan het watersysteem in een breder kader<br />
geplaatst, kritisch bekeken en verder uitge werkt. De<br />
ambitieuze doel stellingen uit het Waterplan <strong>Heerlen</strong><br />
2001-<strong>2015</strong> zijn, met het oog op haalbaarheid, uitvoer -<br />
baarheid en milieurendement, in het GRP 2006-2010<br />
voorlopig bijgesteld.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
1<br />
Met de komst van de “Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Water taken” in<br />
2008, zijn de watertaken voor de gemeente uitgebreid.<br />
Naast het doelmatig beheer en onderhoud van het<br />
riolerings stelsel zijn de zorgplichten voor de ver werking<br />
van overtollig hemelwater en overtollig grondwater<br />
toegevoegd. Daarnaast neemt ook de gemeentelijke<br />
verantwoordelijkheid voor het ver beteren van de water -<br />
kwaliteit als gevolg van de kader richtlijn water toe.<br />
De taakverbreding zorgt voor de noodzaak van het op -<br />
stellen van een integraal plan met alle water aspecten<br />
binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong>. Het beleids plan heeft dan<br />
ook als nieuwe naam ge kregen: “Beleidsplan Stedelijk<br />
Watermanagement”.<br />
Vanuit de Wet Milieubeheer zijn gemeenten wettelijk<br />
verplicht een geldig rioleringsplan te hebben. Het<br />
Beleidsplan Stedelijk Watermanagement (<strong>BSW</strong>) dat voor<br />
u ligt is daar het gevolg van en heeft een loop tijd van<br />
<strong>2011</strong> tot en met <strong>2015</strong>. Het <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> is de opvolger<br />
van het <strong>Gemeente</strong>lijk Rioleringsplan (GRP) 2006-2010.<br />
1.2 Doelstelling, vraagstelling<br />
Hoofddoelstelling van het <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> is invulling<br />
geven aan de gemeentelijke zorgplichten voor afvalwater,<br />
overtollig hemel water en overtollig grondwater. Dit <strong>BSW</strong><br />
geeft inzicht in:<br />
de mate waarin de doelen uit het GRP 2006-2010 zijn<br />
behaald;<br />
belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van beleid<br />
en plannen;<br />
de stand van zaken van de uitvoering;<br />
de nog uit te voeren maatregelen met tijdsplanning;<br />
de gekozen strategie om het resultaat (uitvoeren<br />
maat regelen) te behalen;<br />
middelen en de kostendekking.<br />
De vraagstelling die centraal staat in dit <strong>BSW</strong> is:<br />
Invulling geven aan doelbewust, integraal en gebieds -<br />
gericht beheer van het rioleringsstelsel;<br />
Achterstand rioolrenovatie wegwerken;<br />
Maatregelen verbeteren waterkwaliteit en water -<br />
kwantiteit innovatief uitvoeren.<br />
1.3 Proces<br />
Dit <strong>BSW</strong> is het resultaat van een proces waarin een<br />
aantal stappen zijn doorlopen. De afbeelding in bijlage A<br />
geeft de diverse stappen weer voor de totstand koming<br />
van het <strong>BSW</strong>.
Het ontwerp-<strong>BSW</strong> is opgesteld door een projectgroep met<br />
mede werkers van de afdelingen Beheer en Onderhoud,<br />
Stadsplanning, Administratie & Onderzoek en Strategie<br />
en Control.<br />
Het ontwerp-<strong>BSW</strong> presenteert de benodigde activi teiten<br />
voor de invulling van het riolerings beheer, hemelwater -<br />
beheer, grondwaterbeheer en het water systeem in de<br />
gemeente <strong>Heerlen</strong>. Het ontwerp-<strong>BSW</strong> wordt besproken<br />
en vastgesteld door het college van B&W. Daarnaast<br />
wordt het ontwerp-<strong>BSW</strong> conform de wet ambtelijk be -<br />
sproken met:<br />
financieel ambtenaar hogere overheid (Provincie<br />
Limburg);<br />
de beheerder van de zuiveringtechnische werken<br />
(Waterschapsbedrijf Limburg);<br />
de beheerder van de oppervlaktewateren (Waterschap<br />
Roer en Overmaas).<br />
De notulen van het ambtelijke overleg met bovenge -<br />
noemde instanties worden als bijlage in het definitieve<br />
<strong>BSW</strong> opgeno men (bijlage B). Het ontwerp-<strong>BSW</strong> is ver -<br />
volgens voor besluit vorming voorgelegd aan de<br />
gemeenteraad waarna het <strong>BSW</strong> definitief is vastgesteld.<br />
Burgers hebben geen inspraak bij het totstand komen<br />
van het <strong>BSW</strong>.<br />
Afbeelding 1. Beoogde planstructuur.<br />
Operationeel<br />
aanlegprogramma<br />
Weergave van de geplande aanlegactiviteiten:<br />
nieuwe bebouwing<br />
bestaande bebouwing<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Beleidsplan Stedelijk Watermanagement<br />
Operationeel<br />
onderzoeksprogramma<br />
Weergave van de geplande<br />
onderzoeksactiviteiten:<br />
inventariseren<br />
inspecteren<br />
berekenen (aanleg en beheer)<br />
controleren<br />
meten<br />
2<br />
De definitieve vaststelling van het <strong>BSW</strong> door de raad<br />
wordt via de gangbare gemeentelijke informa tiekanalen<br />
(bijvoorbeeld de stadskrant) naar de bewoners van<br />
<strong>Heerlen</strong> gecommuniceerd.<br />
Een onafhankelijk adviesbureau heeft het <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
gemeente <strong>Heerlen</strong> tegen het licht gehouden. De bevin -<br />
dingen zijn in bijlage C opgenomen.<br />
1.4 Planstructuur<br />
De insteek van het <strong>BSW</strong> is niet meer de benadering van<br />
de problematiek vanuit het riool, maar de centrale<br />
plaatsing van de riolering binnen het vraagstuk van de<br />
algemene kwaliteit van het oppervlaktewater, het grond -<br />
water, de bodem en de openbare ruimte. Het <strong>BSW</strong> heeft<br />
een strategisch en beleids matig karakter, en vormt de<br />
basis voor het bestuur bij besluiten over de aanpak van<br />
aanleg en beheer van het stedelijk watermanagement<br />
binnen de planperiode.<br />
Het <strong>BSW</strong> is een beleidsstuk. Als uitwerking van het beleid<br />
worden door de gemeente jaarlijks operationele pro -<br />
gramma’s voor de aanleg van de riolering, een onderzoeks<br />
programma en een maatregelenprogramma opge -<br />
steld. Het opstellen van de operationele programma’s<br />
vindt in nauw overleg plaats met het opstellen van de<br />
gemeentebegroting.<br />
De beoogde planstructuur is weergegeven in afbeelding 1.<br />
Operationeel<br />
maatregelenprogramma<br />
Weergave van de geplande maatregelen:<br />
onderhoud<br />
reparatie<br />
renovatie<br />
vervanging<br />
verbetering<br />
strategie
1.5 Leeswijzer<br />
In dit <strong>BSW</strong> is een vernieuwde opzet gebruikt die afwijkt<br />
van de gebruikelijke opzet uit de Leidraad Riolering (die<br />
gebaseerd is op doelen, functionele eisen, maatstaven<br />
en meetmethoden). De gekozen opzet gaat uit van de<br />
verschillende werkvelden te weten “in en uitbreiding<br />
riolering”, “rioolrenovatie/-vervanging”, “rioolverbetering”,<br />
“afvalwaterzorgplicht”, “grondwaterzorgplicht”, “hemel -<br />
water zorg plicht”, “verbeteringen watersysteem”, “beheer<br />
en onderhoud”, “planvorming en onderzoek”, “bedrijfs -<br />
voering en planning”, “juridische zaken” en “financieel<br />
beheer”.<br />
In het volgende hoofdstuk (hoofdstuk 2) wordt ingegaan<br />
op de achtergronden van het huidige rioolstelsel in<br />
<strong>Heerlen</strong>. Bespro ken worden onder andere de historie, de<br />
ontwikkelingen in de afgelopen eeuwen, stelseltypen,<br />
rioleringsgebieden en het functioneren van het huidige<br />
stelsel.<br />
De evaluatie van het derde GRP2006-2010 is opgenomen<br />
in hoofdstuk 3. De watervisie in hoofdstuk 4 beschrijft<br />
de gemeentelijke visie op water voor de midden/lange<br />
termijn. Het gemeentelijke water-, omgevings- en<br />
rioleringsbeleid, dat van belang is voor het <strong>BSW</strong>, is<br />
beschreven in hoofdstuk 5. Voor een compleet overzicht<br />
van het Europese, landelijke en provin ciale beleid op<br />
het gebied van hoofdzakelijk water en riolering wordt<br />
verwezen naar bijlage D.<br />
Hoe de situatie er in de gemeente <strong>Heerlen</strong> op dit moment<br />
per werkveld uitziet, de gewenste situatie en wat de<br />
strategie per werkveld is om de gewenste situatie te<br />
bereiken, is in hoofd stuk 6 verwoord.<br />
Hoofdstuk 7 beschrijft de middelen, de benodigde<br />
organisatie en het kostendekkingsplan gebaseerd op de<br />
gekozen strategie. Als afsluiting is in hoofdstuk 8 de<br />
voortgangsbewaking van het <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> opgenomen.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
3
2. Achtergrondinformatie<br />
2.1 Inleiding<br />
Om de lezer aan de hand mee te nemen en eigen te<br />
maken met de situatie in <strong>Heerlen</strong> zijn in dit hoofdstuk<br />
de historie en ontwikkelingen in de loop der jaren<br />
uitvoerig beschreven. Daarnaast is globaal het func -<br />
tioneren, de opbouw en samen stelling van het stelsel<br />
weergegeven.<br />
2.2 Kengetallen<br />
De kengetallen van ons rioleringsstelsel zijn per 1 januari<br />
<strong>2011</strong>:<br />
492.963 meter totale lengte hoofdriool hiervan is 489.294<br />
meter vrijvervalriool;<br />
13.938 rioleringsputten;<br />
23.512 kolken;<br />
165 lijngoten;<br />
68 pompen verdeeld over 54 gemalen;<br />
7 regenmeters;<br />
30 overstorttellers;<br />
8 individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater<br />
(IBA);<br />
12 bergbezinkbassins met hierin in totaal 37 spoel -<br />
pompen en 18 spoelkleppen;<br />
2 bergbezinkbassins die beheerd en onderhouden<br />
worden door anderen (Waterschapsbedrijf Limburg en<br />
gemeente Schinnen) waarbij wij bijdragen in de kosten<br />
voor het opvang van ons water;<br />
48.300 huisaansluitingen;<br />
38 overstorten;<br />
1.132 ha verhard oppervlak;<br />
4.500 ha gemeentelijk oppervlak;<br />
1 monstername installatie;<br />
1 rioolturbine.<br />
2.3 Historie<br />
Romeinse tijd (200 voor~500 na Chr.)<br />
In de Romeinse tijd legde men rond de Thermen<br />
(Romeins badhuis) aan- en afvoerkanalen aan waarmee<br />
schoon water van de Caumerbron naar de Thermen<br />
werd geleid en het vuile water met de fecaliën van de<br />
toiletten naar de Geleenbeek ter hoogte van de<br />
Valkenburgerweg werd afgevoerd. De urine ving men in<br />
kruiken op als grondstof voor de wasserij en de leer -<br />
looierij. De afvoerkanaaltjes zijn de eerste vorm van<br />
riolering in <strong>Heerlen</strong>. Bij het verval van de Romeinse<br />
beschaving is een groot deel van de kennis over de<br />
omgang met afvalwater verloren gegaan.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
4<br />
Afvoerkanalen uit Romeinse tijd
Middeleeuwen-negentiende eeuw (600~1900 na Chr.)<br />
In de middeleeuwen gooide men in steden de uitwerp se -<br />
len en het afvalwater op straat waar in het beste geval<br />
een verdiepte goot was aangebracht. Later over dekte men<br />
deze goten zo nu en dan en werd er van beer putten<br />
gebruik gemaakt. In de negentiende eeuw, waarin <strong>Heerlen</strong><br />
een agrarisch dorp met een centrum functie was, ver -<br />
werkte men het afval met beerputten tot mest.<br />
Opkomst van de mijnen begin twintigste eeuw<br />
Door de opkomst van de mijnindustrie en de bijbeho -<br />
rende trek van mensen uit de omgeving naar <strong>Heerlen</strong><br />
om in de mijnen te werken, is voor Nederlandse<br />
begrippen in deze omgeving vroeg begonnen met de<br />
aanleg van riolering. Van 1900 tot 1930 groeide de<br />
bevolking explosief van een kleine zevenduizend naar<br />
ruim tweeëndertigduizend inwoners.<br />
De mijnen bouwden complete wijken inclusief de be -<br />
nodigde infrastructuur waaronder riolering om hun<br />
mijnwerkers te huisvesten. De allereerste wijken die<br />
voor 1915 zijn gebouwd, waren niet voorzien van<br />
riolering maar werden kort daarna gerioleerd. De riole -<br />
ring zorgde ervoor dat het gemengde riool water vanuit<br />
de bebouwde omgeving naar de dichtst bijzijnde beek<br />
werd gebracht waar het ongezuiverd geloosd werd.<br />
Hiermee werd voorzien in een geschikte afwatering die<br />
van levensbelang was en nog steeds is om het ontstaan<br />
van epidemieën te voorkómen. Een aantal van de<br />
oudste riolen in <strong>Heerlen</strong> van rond 1920 is op dit moment<br />
nog in gebruik in delen van de wijken Eikenderveld,<br />
Meezenbroek, Bekkerveld en Heksenberg. Ook verspreid<br />
over de gemeente liggen nog verschillende riolen uit<br />
deze tijd. In totaal ligt in <strong>Heerlen</strong> nog 9,5 km riool, dat is<br />
aangelegd tussen 1918 en 1929. Het meren deel van deze<br />
riolen zijn aan vervanging of renovatie toe. Op een<br />
aantal plaatsen is de riolering uit die tijd gerenoveerd<br />
(Versiliënbosch en Molenberg).<br />
<strong>Gemeente</strong>lijke herindeling jaren tachtig<br />
Begin jaren tachtig vond een gemeentelijke herindeling<br />
plaats waarbij grofweg de vroegere gemeenten Hoens -<br />
broek en <strong>Heerlen</strong> zijn samengevoegd. In de praktijk<br />
bleek, dat binnen de nieuwe gemeente <strong>Heerlen</strong> vooral in<br />
Hoensbroek relatief veel plaatsen met een verhoogd<br />
risico op “water op straat” aanwezig waren. Dit had een<br />
aantal verruimingen van de hoofdafvoerroutes in<br />
Hoensbroek tot gevolg, ondanks dat het om leidingen<br />
ging die in goede staat verkeerden. Ook in (het vroegere)<br />
<strong>Heerlen</strong> kwamen kwantiteitsproblemen voor, maar hier<br />
ging het meestal om oudere leidingen.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
5<br />
2.4 Ontwikkelingen<br />
Riolering in geaccidenteerd terrein.<br />
Tot eind jaren zestig waren landelijk binnen de riool -<br />
techniek weinig innovaties te zien. In <strong>Heerlen</strong> waren<br />
specifieke ontwikkelingen zichtbaar voor de aanleg van<br />
riolering in het heuvelachtige gebied:<br />
1. Periode 1920~1960:<br />
Riolering meeleggen met de weghelling. De helling van<br />
de weg bepaalt hiermee de helling van het riool. Dit gaf<br />
bij zeer heftige regenbuien regelmatig problemen op<br />
plaatsen waar de helling van steil naar vlak overging,<br />
doordat het riool in het steile gedeelte een overcapa -<br />
citeit heeft ten opzichte van het vlakke deel.<br />
2. Periode 1960~1970:<br />
Riolering op gelijke helling leggen = gelijk verval waarbij<br />
de buisdiameter aangepast is aan de benodigde capaciteit.<br />
3. 1970~Huidige situatie:<br />
De leghelling aanpassen (afhankelijk van de buisdiameter)<br />
aan een minimaal gewenste stroomsnelheid onder vuil -<br />
water om standigheden. Doel is vervuiling van de riole ring<br />
te voorkómen. Het resultaat van dit voor Nederland<br />
unieke uitgangspunt is dat er weinig tot geen vuil in de<br />
riolering bezinkt, wat een positief effect heeft op de<br />
uitstoot van vuil tijdens overstorten op de beken en<br />
minder onderhoud vraagt.<br />
Introductie gescheiden stelsels<br />
Het industrieterrein De Beitel is het eerste industrie -<br />
terrein, dat in de jaren zestig met een gescheiden<br />
stelsel is aangelegd. Op deze manier wordt zonder<br />
stankoverlast regenwater gebufferd en wordt voorkómen<br />
dat het bestaande rioolstelsel en de Eyserbeek overbelast<br />
raken. Ook de later aangelegde industrie-en handels -<br />
terreinen zijn met gescheiden stelsels uitgevoerd. Eén<br />
van de redenen om deze terreinen met een gescheiden<br />
stelsel aan te leggen, is dat de risico’s op verkeerde<br />
aanslui tingen klein en goed controleerbaar zijn. In be -<br />
staande woon wijken begon men eind jaren negentig met<br />
de ombouw van (delen van) gemengde naar gescheiden<br />
stelsels. Voor beelden zijn de Schaesbergerweg, Ganze -<br />
weide, Geleenstraat/ Valkenburgerweg en Weltertuijn straat.<br />
De eerste nieuwe woon wijk waar een gescheiden stelsel<br />
is aangelegd, is Kaldenborn in 1999. Sinds de invoering<br />
van de Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Water taken in 2008 is de<br />
aanleg van gescheiden riolering in nieuwbouwplannen<br />
verplicht.
Eerste golf milieumaatregelen jaren zeventig<br />
Eind jaren zestig/begin jaren zeventig zijn twee zuive -<br />
ringsinstallaties gebouwd waarmee een groot deel van<br />
de (organische en anorganische) vervuiling uit het<br />
afvalwater wordt verwijderd. Vervolgens zijn langs de<br />
beken stamriolen aangelegd, zodat niet langer al het<br />
vuile water in de beken geloosd werd, maar “slechts”<br />
het overstortwater tijdens regen buien. Het algemene<br />
uitgangspunt in deze periode was de stank en water -<br />
overlast zoveel mogelijk te verminderen. Dit gaf men<br />
vorm door open beken recht te trekken en in de tegels<br />
te leggen voor een snelle en zekere afvoer. Daarnaast<br />
werd een groot stuk van de Caumerbeek en Loopgraaf<br />
overkluisd waar mee het schone beekwater met het vuile<br />
rioolwater wordt gemengd en afgevoerd naar de<br />
zuivering.<br />
Rioleringsplannen<br />
Eind jaren tachtig is het gemeentelijke riolering vast -<br />
gelegd in het Basis Rioleringsplan (BRP) en later in de<br />
wettelijk verplichte GRP’s. In 1996 is door de gemeente<br />
<strong>Heerlen</strong> het eerste GRP (1996–1998) opgesteld. Met de<br />
GRP’s is meer en een beter inzicht verkregen in de kwa -<br />
liteit en het functioneren van het rioolstelsel en de<br />
benodigde kosten om het rioolstelsel op acceptabele<br />
wijze op peil te houden.<br />
Rioolrenovaties<br />
In de jaren negentig lag in de gemeente <strong>Heerlen</strong> het<br />
zwaarte punt van de rioolrenovaties op het verbeteren<br />
van het functioneren (wateroverlast) van het rioolstelsel<br />
waarbij de restlevensduur een belangrijke rol speelde. In<br />
de laatste tien jaar ligt het accent voor rioolrenovatie<br />
nagenoeg volledig op de kwaliteit van de leiding.<br />
Leidraad Riolering<br />
Begin jaren negentig is de Leidraad Riolering opgesteld<br />
door de Stichting Rioned waarin alle bij het riolerings -<br />
beheer betrokken overheidsinstanties zijn vertegen -<br />
woordigd. De Leidraad Riolering is opgebouwd uit modules<br />
die een specifiek rioleringsonder werp behandelen.<br />
Afhankelijk van toenemende technische kennis en/of<br />
gewijzigd overheidsbeleid zijn de modules bij gewerkt<br />
en/of uitgebreid. Elke module wordt door de minister<br />
van VROM vastgesteld. De op deze wijze opgestelde<br />
Leidraad Riolering heeft geen wettelijke status, maar is<br />
door de wijze van totstandkoming geen vrijblijvend<br />
document.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
6<br />
Om de nieuwe waterwet te volgen is het aan te raden de<br />
planvorming, uit gangspunten en beheer en onderhoud<br />
in de geest van de Leidraad Riolering te kiezen.<br />
Tweede golf milieumaatregelen eind jaren negentig/begin<br />
éénentwintigste eeuw<br />
In loop der tijd groeide het inzicht dat het milieu beter<br />
be schermd moest worden. Daarnaast ontstonden er<br />
door klimaatsveranderingen meer problemen om de<br />
afvoerpieken van grote rivieren en de daarbij behorende<br />
overlast de baas te blijven. Hierbij speelde de sterke<br />
toename van het verhard oppervlak in de jaren negentig<br />
een belangrijke rol. Het beleid richtte zich op het<br />
verbeteren van de kwaliteit van het opper vlaktewater,<br />
het ter plaatse gebruiken van het regenwater en het<br />
vertragen van de afvoer. In het (landelijke) overheids -<br />
beleid werden technisch onderbouwde randvoorwaarden<br />
ontwikkeld met als doel de kwaliteit van het opper -<br />
vlakte water te verbe teren en beschermen, en de<br />
piek afvoeren van het totale watersysteem te beperken.<br />
De verscherping van de rand voorwaarden voor de<br />
ecologie en de waterkwaliteit gaat de komende jaren<br />
verder met de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) als<br />
aanjager. Eén van de consequenties is dat het schei den<br />
van schoon regenwater en het afvalwater een zeer hoge<br />
prioriteit heeft. Om de kwaliteit van het oppervlakte -<br />
water te verbeteren zijn vele maatregelen mogelijk,<br />
maar vooralsnog ligt het zwaartepunt voor de bestaande<br />
riolering op het aan leggen van BBB’s om de uitstoot van<br />
vuil rioolwater naar het oppervlaktewater te verminde -<br />
ren. Tijdens rioolrenovaties wordt naar duurzame<br />
oplossingen gezocht.<br />
Klimaatontwikkeling<br />
De toekomstige klimaatsenario’s van de KNMI geven aan<br />
dat in de toekomst vaker extreme neerslaggebeurtenissen<br />
te ver wachten zijn. Het is ondoenlijk om deze neerslag -<br />
hoeveelheden via bestaande ondergrondse infra (riolen)<br />
afdoende te ver werken. Inspelen op de klimaatverande -<br />
ring door gebruik te maken van een robuust ontwerp en<br />
gerealiseerde boven grondse infrastructuur is een ver -<br />
eiste. Ook het afkoppelen van verhard oppervlak zorgt<br />
voor de nodige extra capaciteit en wordt dan ook gezien<br />
als een no regret maatregel.<br />
Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken<br />
In de wet gemeentelijke watertaken (van kracht sinds<br />
1-1-2008) zijn de zorgplichten van de gemeente<br />
gewijzigd en uitgebreid.
De zorgplicht voor het afvalwater is gewijzigd en uitge -<br />
breid met de zorgplicht om het stedelijk afvalwater ook<br />
kleinschalig lokaal te (laten) zuiveren als transport naar<br />
een zuiverings installatie niet doelmatig is.<br />
De zorgplicht voor de inzameling, transport en ver -<br />
werking van overtollig hemelwater is toegevoegd,<br />
voorheen viel het hemelwater alleen onder de riole -<br />
ringszorgplicht indien het binnen de definitie van<br />
afvalwater viel. In de hemelwaterzorgplicht is voor<br />
burgers tevens een plicht opgenomen om fysieke<br />
maatregelen te nemen op eigen perceel m.b.t. het op<br />
eigen perceel verwerken van hemelwater.<br />
Ook is er een nieuwe gemeentelijke grondwaterzorg -<br />
plicht voor het nemen van maatregelen op openbaar<br />
gebied voor het voorkomen van structureel nadelige<br />
gevolgen van de grondwaterstand.<br />
2.5 Stelseltypen<br />
Het afwateringssysteem van <strong>Heerlen</strong> voert afvalwater<br />
van huishoudens en bedrijven samen met het regen -<br />
water van de verhardingen (bijvoorbeeld daken, wegen,<br />
parkeerplaatsen) en een deel van het (steile) onverharde<br />
gebied af naar de zuive ring en/of het oppervlaktewater.<br />
De afwatering via de riolering vindt op verschillende<br />
manieren plaats. Het gaat hierbij om de volgende<br />
systemen:<br />
1. het gemengde stelsel;<br />
2. het verbeterd gemengd stelsel;<br />
3. het gescheiden stelsel of;<br />
4. het verbeterd gescheiden stelsel;<br />
5. overige leidingen.<br />
Afbeelding 2. Stelselopbouw<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
7<br />
Ad 1. Het gemengde stelsel<br />
In het gemengde stelsel worden het vuile water van<br />
huis houdens en bedrijven en het regenwater afkomstig<br />
van wegen en daken, gezamenlijk in één buis afgevoerd<br />
naar de zuive ring. Doordat de zuivering niet de capaciteit<br />
heeft om de aangevoerde hoeveelheid gemengd afval -<br />
water tijdens regenval te verwerken, en om wateroverlast<br />
te voorkómen, heeft het gemengde stelsel altijd een<br />
aantal openingen (overstortputten) naar het opper -<br />
vlaktewater waar met regenwater verdund afvalwater<br />
direct in het oppervlaktewater terechtkomt. In <strong>Heerlen</strong><br />
liggen de over storten bij de (zijtakken van de)<br />
Geleenbeek, Caumerbeek.<br />
Gemengd riool met overstort naar oppervlaktewater, vuilwater en regenwater<br />
wordt afgevoerd door dezelfde buis<br />
Ad 2. Het verbeterd gemengde stelsel<br />
Het verbeterd gemengde stelsel is voorzien van berging<br />
en/of een voorziening waarmee de vuilemissie naar het<br />
oppervlakte water wordt verkleind. Voorzieningen zijn<br />
meestal berg bezink bassins (BBB’s) die een dubbelfunctie<br />
hebben:<br />
1. allereerst wordt een hoeveelheid berging aangelegd<br />
waar door de frequentie en hoeveelheid van over -<br />
stortend rioolwater op het oppervlaktewater<br />
verminderen;<br />
2. ten tweede wordt de bergingsvoorziening zodanig<br />
gemaakt dat de zwevende vuildeeltjes in het water<br />
naar de bodem zinken en op die manier niet met het<br />
overstortwater in het oppervlaktewater terechtkomen<br />
waardoor de vuiluitworp vermindert. Het gaat<br />
letterlijk om “end of pipe” maatregelen die alleen<br />
toegepast worden bij bestaande gemengde stelsels<br />
om de wettelijk vastgestelde vuiluitworpreductie te<br />
halen.
Ad 3. Het gescheiden stelsel<br />
Bij het gescheiden stelsel worden het afvalwater en het<br />
regen water door aparte leidingen afgevoerd, waarbij het<br />
vuile water naar de zuivering gaat en het regenwater in<br />
oppervlaktewater wordt geloosd. De regenwaterbuis bestaat<br />
uit een dichte leiding, maar als de ondergrond geschikt<br />
is en het verhard oppervlak schoon genoeg kan<br />
de regenwaterbuis uitgevoerd worden als infiltratietransportbuis<br />
waarbij het regenwater in de bodem infiltreert.<br />
Op die manier wordt het grondwater aangevuld en daarmee<br />
onder andere de verdroging bestreden. Het “regenwaterriool”<br />
wordt een enkele keer als greppel met een<br />
transport- en infiltratiefunctie uitgevoerd. Verder komt<br />
het voor dat het regenwater in een infiltratiebuffer<br />
wordt opge vangen, voordat het overtollige regenwater<br />
op het opper vlakte water wordt geloosd.<br />
Gescheiden riool, vuilwater en regenwater wordt afgevoerd door verschillende<br />
buizen<br />
Ad 4. Het verbeterd gescheiden stelsel<br />
Het verbeterd gescheiden stelsel wordt toegepast als het<br />
regenwater door vervuiling op het verharde oppervlak<br />
(bijvoorbeeld drukke wegen en bedrijfsterreinen), (te)<br />
ver ontreinigd is. Het gescheiden stelsel is uitgebreid met<br />
een kleine berging en een doorvoerverbinding met het<br />
vuilwater riool waardoor het eerste deel (“first flush”)<br />
van de regenbui met het meeste vuil naar de zuivering<br />
gaat. Het nadeel van dit stelsel is dat zeventig procent<br />
van het regenwater naar de zuivering gaat en niet ten<br />
goede komt aan bijvoorbeeld de aanvulling van het grond -<br />
water. Om dit nadeel op te heffen wordt gebruik gemaakt<br />
van een buffer met bodempassage die als een filter<br />
werkt waar de vervuiling in achterblijft (A79/Welterlaan,<br />
Weltertuijnstraat, Schelsberg/Scheldestraat, Terhoeven -<br />
derweg, Stadionbaan, Zandweg).<br />
Ad 5. Overige leidingen<br />
Het onderdeel overige leidingen betreft de niet te kwan -<br />
tifi ceren leidingen zoals persleidingen, overstort leidingen<br />
en bergbezinkbassins.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
8<br />
2.6 Toestand en functioneren huidig stelsel<br />
Het rioleringsstelsel van <strong>Heerlen</strong> is onder te verdelen in<br />
twee hoofdafstroomgebieden weergegeven in afbeelding 3:<br />
1. het gebied gelegen in het Geleenbeekdal dat afwatert<br />
naar de zuivering van <strong>Heerlen</strong> en<br />
2. het gebied gelegen in het Caumerbeekdal dat afwa tert<br />
naar de zuivering van Hoensbroek.<br />
Afbeelding 3. Hoofdafstroomgebieden<br />
Het stelsel van de twee gebieden ligt in een sterk<br />
hellend gebied waarbij het stelsel afloopt richting de<br />
Geleenbeek en Caumerbeek. Langs de Geleenbeek ligt<br />
een hoofdtransport leiding die uitkomt in de zuivering<br />
van <strong>Heerlen</strong>. Langs de Caumerbeek ligt tot aan de<br />
Meezenbroekerweg een hoofd transportleiding; na de<br />
Meezenbroekerweg stroomt zowel het rioolwater als het<br />
beekwater in één buis via de overkluisde Caumerbeek<br />
(die bij WRO in eigendom en beheer is) naar de zuive -<br />
ring van Hoensbroek.<br />
Relatie met buurgemeenten<br />
Het rioleringsstelsel van <strong>Heerlen</strong> is op diverse plaatsen<br />
ver bonden met stelsels van de buurgemeenten (zie<br />
afbeelding 4). Het afvalwater en hemelwater van<br />
industrieterrein Locht in Kerkrade stroomt af richting het<br />
rioleringsstelsel van De Beitel en Heerlerbaan.
Een gedeelte van de Euregioweg van <strong>Heerlen</strong> watert af<br />
naar de gemeente Landgraaf. De wijk Treebeek van<br />
gemeente Brunssum stroomt naar het industrieterrein<br />
Emma van gemeente <strong>Heerlen</strong>. Het afvalwater en hemel -<br />
water van een gedeelte van Mariarade stroomt via de<br />
Allee naar gemeente Schinnen.<br />
Afbeelding 4. Lozing van en naar buurgemeenten<br />
Toestand riool<br />
Voor het preventieve beheer worden de riolen in <strong>Heerlen</strong><br />
met camera-inspecties van binnenuit geïnspecteerd.<br />
Door het ad hoc uitvoeren van noodreparaties, het jaar -<br />
lijks relinen en repareren van verschillende riolen, en de<br />
jaarlijkse riool vervangingen wordt het rioleringsstelsel<br />
kwalitatief op peil gehouden en/of verbeterd. Het huidige<br />
rioleringsstelsel functioneert goed, maar er zit een adder<br />
onder het wegdek. Gelet op de landelijke tendens van<br />
het hebben van een achterstand in rioolvervangingen,<br />
waarvan ook binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong> sprake is,<br />
vraagt vooral de inhaalslag van het verbeteren van de<br />
kwaliteit van het aanwezige riolerings stelsel veel tijd,<br />
geld en menskracht.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
9<br />
Rioolinspectie, zware aantasting van de buiswand, sterke vermindering van de<br />
draagkracht, dit riool is 58 jaar oud<br />
Inzameling en transport<br />
Om aan de wettelijke taak van het inzamelen en<br />
transporteren van al het binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong><br />
geproduceerde afval water te voldoen, ligt in het verste -<br />
delijkte gebied een uitgebreid vrijverval rioleringsstelsel<br />
waarbij voor het transport gebruik wordt gemaakt van<br />
de zwaartekracht. Als het water niet onder vrijverval kan<br />
worden afgevoerd, zijn gemalen geplaatst. In totaal ligt<br />
in de gemeente <strong>Heerlen</strong> ruim 492 kilometer riolering<br />
waarvan 79 procent (verbeterd) gemengd en 21 procent<br />
(ver beterd) gescheiden is. Om het afvalwater van<br />
woningen in het buitengebied in te zamelen en te<br />
transporteren, en hiermee aan de eis van het aansluiten<br />
van niet-aangesloten panden te voldoen, zijn in 2004 en<br />
2005 diverse woningen voorzien van drukriolering of een<br />
IBA. Bij het aansluiten van de panden is ingespeeld op<br />
het afkoppelen van regenwater, zodat enkel het vuil -<br />
water hoeft te worden getransporteerd of gezuiverd.<br />
De inzamel- en transportfunctie van het rioleringsstelsel<br />
worden gegarandeerd door het uitvoeren van reparaties,<br />
het reinigen en inspecteren van het rioleringsstelsel, het<br />
repareren van storingen aan gemalen en het periodiek<br />
inspecteren van alle gemalen. Grofweg genomen bestaan<br />
er geen grote proble men meer als het gaat over het<br />
hydraulisch functioneren van de riolering. De afgelopen<br />
jaren zijn voor verschillende water overlast(gevoelige)<br />
locaties (onder andere Staringstraat/Jan Campertstraat,<br />
Holleweg/Maandagstraat, Edisonflat, Verlengde Klinkert -<br />
straat en Klompstraat) maatregelen uitgevoerd waar door<br />
het rioleringssysteem voldoet aan het gewenste veilig -<br />
heidsniveau.
Overstorten<br />
Overstorten lozen regelmatig verdund rioolwater op de<br />
nabij gelegen beken, wat leidt tot een ecologisch arme<br />
beek. Voor omwonenden en recreanten is een dergelijke<br />
beek onaantrek kelijk door de stank en troep die achter -<br />
blijft. Om de kwaliteit van het rioolwater dat overstort te<br />
verbeteren en de frequentie te verlagen wordt achter<br />
een overstort een vuiluitworpreduce rende voorziening<br />
(bijvoorbeeld bergbezinkbassin (BBB)) aan gelegd waar mee<br />
aan de landelijke eisen voor de vuiluitworp wordt vol -<br />
daan. De gemeente <strong>Heerlen</strong> heeft tot en met 2010<br />
veertien BBB’s aangelegd met een totale berging van<br />
circa 45.000 m 3 . Om in <strong>2015</strong> aan de vuiluitworpeisen te<br />
voldoen wordt onder andere nog een tweetal BBB’s<br />
aangelegd, buffer RWZI <strong>Heerlen</strong> omgebouwd en ver -<br />
schillende transportriolen aan gelegd. In de huidige<br />
situatie voldoet het stelsel van <strong>Heerlen</strong> niet aan de<br />
waterkwaliteitsdoelstellingen.<br />
Oude overstort Schelsberg<br />
Afkoppelplannen regenwater<br />
In de gemeente <strong>Heerlen</strong> zijn de afgelopen jaren ver -<br />
schillende afkoppelprojecten gerealiseerd. Voor de<br />
afvoer van regenwater zijn bij diverse rioolrenovaties<br />
regenwater- of infiltratieriolen aangelegd. Tot op heden<br />
is in <strong>Heerlen</strong> ca. 20 miljoen geïnves teerd in het duurzaam<br />
omgaan met hemelwater in ca. 42 rioolrenovatiepro -<br />
jecten en 36 uitbreidingsprojecten. In totaal is hierdoor<br />
77 ha verhard oppervlak (120 voetbalvelden) losge -<br />
koppeld van de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Het<br />
hemelwater wat op deze oppervlakken valt wordt nu<br />
geïnfil treerd, vastgehouden en vertraagt afgevoerd naar de<br />
beken.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
10<br />
Anders omgaan met water, afgekoppelde regenpijp door de tuin<br />
Bij het bepalen van de dimensies van de nog aan te<br />
leggen BBB’s wordt per rioleringsgebied een afkoppelplan<br />
opgesteld. In het afkoppelplan wordt geprobeerd zo veel<br />
mogelijk kosten neutraal verhard oppervlak af te koppe len,<br />
zodat de aan te leggen BBB’s optimaal zijn gedimen sio -<br />
neerd. Door genoemde werkwijze wordt het rioleringssysteem<br />
minder belast met “schoon” regen water en<br />
wordt invulling gegeven aan duur zaam water beheer.
3. Evaluatie GRP 2006-2010<br />
3.1 Inleiding<br />
Aanleiding, achtergrond<br />
Binnen de gemeente gebeurt ondergronds veel meer dan<br />
menigeen bekend is. Om inzicht te krijgen in onder<br />
andere het gedrag, stand van zaken, de kwaliteit en de<br />
kosten van het gemeentelijk rioolstelsel wordt een<br />
Beleidsplan Stedelijk Watermanagement (<strong>BSW</strong>) opgesteld.<br />
Het derde GRP 2006-2010 is via integrale samenwerking<br />
tussen de afdelingen Beheer & Onderhoud, Stadsinfra en<br />
Administratie & Onderzoek tot stand gekomen. Dit GRP<br />
beschrijft onder andere helder en duidelijk de opgaven<br />
per werkveld tot en met 2010. Het nieuwe Beleidsplan<br />
Stedelijk Watermanagement, met een looptijd van <strong>2011</strong><br />
tot en met <strong>2015</strong>, wordt medio <strong>2011</strong> bestuurlijk vastge -<br />
steld. Een belangrijk onderdeel is de evaluatie van het<br />
derde GRP 2006-2010 die hier beschreven staat.<br />
Doelstelling, vraagstelling<br />
Doelstelling van de evaluatie van het GRP2006-2010 is<br />
het verkrijgen van informatie over:<br />
bestuurlijke beslissingen;<br />
wat wilden we bereiken, wat is nu bereikt en wat<br />
heeft het gekost;<br />
tariefontwikkeling rioolheffing;<br />
de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van<br />
beleid, plannen en bedrijfsvoering.<br />
De vraag die centraal staat in de evaluatie is:<br />
Zijn de gestelde doelen binnen het geplande budget<br />
gehaald en sorteren de maatregelen het effect?<br />
Op de vraag “hoe wordt de afstand overbrugd tussen de<br />
huidige situatie en de gewenste situatie” (strategie),<br />
wordt uitgebreid ingegaan in hoofdstuk 6 van het <strong>BSW</strong><br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>.<br />
Leeswijzer<br />
In § 3.2 staat een overzicht van bestuurlijke beslissingen.<br />
Verder zijn in § 3.3 in tabelvorm over zichten gegeven<br />
van de uitgevoerde rioolrenovatiepro- jecten en in § 3.4<br />
een overzicht van uitgevoerde en geplande bergbezink -<br />
bassins. Een overzicht van de uitbreidingen van het<br />
rioleringsstelsel staat in § 3.5. In § 3.6 staat een over -<br />
zicht van de opgestelde artikelen in de stadskrant,<br />
waarmee de burgers van <strong>Heerlen</strong> zijn geïnformeerd.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
11<br />
Het uitgevoerde beheer en onderhoud aan ons riole -<br />
ringsstelsel staat omschreven in § 3.7. De financiële<br />
ontwikkelingen van de afgelopen jaren staat in § 3.8.<br />
Ontwikkelingen op het gebied van planvorming,<br />
bedrijfsvoering en onderzoek zijn opgenomen in § 3.9.<br />
De evaluatie van het GRP2006-2010 wordt in § 3.10<br />
afgesloten met de conclusies.<br />
3.2 Bestuurlijke beslissingen<br />
Het College is tijdens de periode van het GRP 2006-2010<br />
actief betrokken bij beleidsontwikkelingen en de opera -<br />
tionele uitvoering van het GRP. Daar waar van belang is<br />
het College via informatiebrieven geïnformeerd en heeft<br />
het College over voorstellen een besluit genomen. Onder -<br />
staand volgt een overzicht van in het College behandelde<br />
onderwerpen, in bijlage E zijn de voorstellen kort toege -<br />
licht.<br />
Collegevoorstellen:<br />
Collegevoorstel b&w “Ondertekening startdocument<br />
Optimalisatie Afvalwatersysteem (OAS) <strong>Heerlen</strong>”<br />
(OW/2005/26567, d.d. 15-12-2005).<br />
Collegevoorstel b&w “Water(bodem)kwaliteitsonder -<br />
zoek 14 stadswateren <strong>Heerlen</strong>” (2006/3276, d.d.<br />
08-02-2006).<br />
Collegevoorstel b&w “Beantwoording brief SP-fractie<br />
over overlast door waterzuiveringsinstallatie Terworm”<br />
(2006/15294, d.d. 05-07-2006)<br />
Informatiebrief b&w “Brief VNG: <strong>Gemeente</strong>lijke rol bij<br />
aanpak waterproblemen d.d. 3 mei2007” (2007/19050,<br />
d.d. 5-7-2007).<br />
Informatiebrief b&w “Tariefverlaging van rioolheffing<br />
voor 2009 en 2010“ (2008/17544, d.d. 19-6-2008).<br />
Collegevoorstel b&w “Amoveren<br />
rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) <strong>Heerlen</strong>”<br />
(2008/25207, d.d. 17-9-2008).<br />
Collegevoorstel b&w “Subsidieaanvraag Shared Space<br />
Crossing the Border” (2008/28254, d.d. 21-10-2008).<br />
Collegevoorstel b&w “Ondertekening startdocument<br />
Optimalisatie Afvalwatersysteem (OAS) Hoensbroek”<br />
(2008/29615, d.d. 03-11-2008).<br />
Collegevoorstel b&w “Samenwerkingsovereenkomst<br />
Caumerbeek zichtbaar natuurlijk” (2009/19716, d.d.<br />
8-6-2009).<br />
Collegevoorstel b&w “Maatregelen verontreinigd<br />
oppervlaktewater” (2009/24072, d.d. 13-7-2009).<br />
Collegevoorstel b&w “Stimuleringsregeling<br />
afkoppelen” (2010/2505, d.d. 19-1-2010).
Collegevoorstel b&w “Intentieovereenkomst Caumer -<br />
beek zichtbaar natuurlijk” (2010/5017, d.d. 2-2-2010).<br />
Naast het College is ook de raad diverse malen geïnfor -<br />
meerd via informatiebrieven en heeft de raad over<br />
voorstellen een besluit genomen. Onderstaand volgt een<br />
overzicht van in de Raad behandelde onderwerpen, in<br />
bijlage E zijn de voorstellen kort toegelicht.<br />
Raadsvoorstellen:<br />
Raadsinformatiebrief “Inventarisatie gemeentelijk<br />
waterbeheer inclusief actieplan” (2006/5590, d.d.<br />
10-03-2006).<br />
Raadsvoorstel “Toevoegen van bijlage B aan het<br />
<strong>Gemeente</strong>lijk RioleringsPlan 2006-2010” (2006/22241,<br />
d.d. 4-12-2006).<br />
Raadsinformatiebrief “Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken”<br />
(2007/34169, d.d. 19-12-2007).<br />
Raadsinformatiebrief “Voorlopige maatregelen Kader -<br />
richtlijn Water (KRW)” (2008/5570, d.d. 26-2-2008).<br />
Raadsvoorstel “Het vaststellen van de verordening<br />
Rioolheffing 2009 en het nemen van de daarmee sa -<br />
menhangende besluiten” (2008/22950, d.d. 4-11-2008).<br />
Raadsvoorstel “Het verlagen van de tarieven riool -<br />
heffing 2009-2010” (2008/23886, d.d. 4-11-2008).<br />
Raadsinformatiebrief “Waterkrachtenergie uit riool”<br />
(2009/2359, d.d. 26-01-2009).<br />
Raadsvoorstel “Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk”<br />
(2010/4927, d.d. 2-2-2010).<br />
Raadsinformatiebrief “Aanvullende subsidie project<br />
Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk” (2010/35580, d.d.<br />
22-7-2010).<br />
Tabel 1. Rioolprojecten 2006-2010<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Project Project Meters- Meters Toelichting<br />
gereed riool- renovatie/<br />
aanleg vervangen<br />
12<br />
3.3 Operationele planning rioolrenovaties<br />
Wat wilden we?<br />
In het <strong>Gemeente</strong>lijk Rioleringsplan 2006-2010 zijn de<br />
vervangingskosten met sleufherstel van het bestaande<br />
rioleringsstelsel over zeventig jaar, aan de hand van<br />
eenheidsprijzen van een onafhankelijk bureau, bere -<br />
kend. Gemiddeld moest bij een standaard levensduur<br />
van de riolering van zeventig jaar in <strong>Heerlen</strong> ca. 6,5 kilo -<br />
meter bestaand riool per jaar aangepakt worden. Voor<br />
deze aanpak is uitgaande van een vervangings waarde<br />
aan riolering in de grond van 369,5 miljoen. Jaarlijks is<br />
dan een bedrag nodig van 5,28 miljoen. Uitgaande van<br />
de aanwezigheid van 456 km riool kost het vervangen<br />
van één meter riool gemiddeld ca. 810.<br />
Wat hebben we gedaan?<br />
In tabel 1 staan alle rioolprojecten die in het afgelopen<br />
GRP periode 2006-2010 zijn uitgevoerd.<br />
Ook in een sneeuwstorm gaat het werk gewoon door.<br />
Gemaal Rennemigerveldweg 2006 0 0 Vervangen pomp<br />
Gemaal Beersdal 2006 0 0 Vervangen pomp<br />
Gemaal Kaldeborn (mech.) 2006 0 0 Vervangen pomp<br />
Industriestraat 2006 560 560 Vervangen riool en aanleggen open verharding Aquaflow<br />
RR Schelsberg Bokstraat 2006 370 185 Vervangen en relinen riolering, gescheiden stelsel met<br />
bodempassage<br />
Geleenbeek 2006 320 15 Rioolaanpassingen a.g.v. herinrichting Geleenbeek
Tabel 1. Rioolprojecten 2006-2010 (Vervolg)<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Project Project Meters- Meters Toelichting<br />
gereed riool- renovatie/<br />
aanleg vervangen<br />
Pleinenplan 2007 555 555 Vervangen en relinen riolering<br />
Staringstraat/Jan-Campertstraat 2007 1.405 610 Vervangen en relinen riolering, gescheiden stelsel<br />
met bodempassage<br />
De Kissel 2007 485 485 Vervangen riolering, gescheiden stelsel<br />
Bergingsriool Akkerweide 2007 80 80 Vervangen riool als gevolg van uitbreiding gebouw<br />
SON fase 1a + b 2007 1.720 640 Vervangen riolering, gescheiden stelsel<br />
Schuureikerweg/Groenenweg 2007 79 0 Scheiden afvoer vuilwater Groenenweg<br />
Frederikstraat 2007 215 215 Aanleg nieuw riool a.g.v. B.P. Overbroek<br />
Coriovallumstraat 2008 100 0 Aanleg nieuw riool<br />
Rioolrenovatie Heerlerheide 2008 1.340 567 Vervangen riolering, gescheiden stelsel met bodempassage<br />
Molenberglaan/Molenbergpark 2008 2.495 1.885 Vervangen riolering, gescheiden stelsel met bodempassage<br />
en relinen<br />
De Koumen 2008 295 0 Aanleg nieuw regenwaterriool<br />
Overbroekerstraat 2008 260 180 Vervangen riolering, gescheiden stelsel met bodempassage<br />
Aanleg DWA riool in CBS-weg 2008 410 0 Aanleg nieuw vuilwaterriool<br />
Dr. Poelsstraat 2008 55 0 r.w.a. riool, gescheiden stelsel met bodempassage<br />
Corisberg 2008 130 115 Rioolverzwaring<br />
Valkenburgerweg 2009 1348 1552 Vervangen riolering, gescheiden stelsel met bodempassage<br />
Ridderweg/Pastoor Erensstraat/<br />
A gen Giezen 2009 326 746 Vervangen en relinen riolering<br />
Hommerterweg (2008) 2009 692 1146 Vervangen riolering<br />
Zandweg 1e fase (2008) 2009 1650 716 Vervangen riolering, gescheiden stelsel met bodempassage<br />
Molenberg/Witte wijk 2009 1279 1279 Relinen en verzwaring riolering<br />
Palemig 2009 3200 1738 Vervangen riolering, gescheiden stelsel met infiltratieriolering<br />
en bodempassage<br />
Burg. Slangenstraat 2e fase 2009 430 240 Vervangen riolering, gescheiden stelsel met infiltratiedrainriolering<br />
Bredastraat 2009 350 0 Greppels met bergingen<br />
Wilhelminastraat 2010 850 435 Vervangen riolering, gescheiden stelsel<br />
Wateraspecten Aambos<br />
Caumerbeek 2e fase 2009 100 Greppels met bergingen<br />
Rotonde Schaesbergerweg 2009 70 0 Nieuw d.w.a. riool Albert Hein en r.w.a. riool Klompstraat<br />
Nieuw Eyckholt 2009 253 132 Rioolaanleg BBB Nieuw Eyckholt<br />
Relinen Ijsvogestraat 2009 173 173 Relinen riolering<br />
Relining langs N281 2010 450 450 Relinen riolering<br />
Oliemolenstraat e.o. 2010 1840 2210 Vervangen en relinen riolering, gescheiden stelsel via<br />
maaiveld met bodempassage<br />
Emmastraat 2010 651 559 Vervangen riolering, gescheiden stelsel met infiltratieberging<br />
Totaal 24.537 17.467<br />
Hoensbroek-West 2009 0 2.257 Reparaties<br />
project = Afkoppelprojecten<br />
13
Hoeveel heeft het gekost?<br />
We hebben voor de GRP periode 2006-2010 per jaar ca.<br />
€ 3.87 miljoen begroot voor rioolrenovatie en € 0,6 mil -<br />
joen. voor anders omgaan met hemelwater. Tot en met<br />
2010 betreft het aldus een vervangings- en investerings -<br />
budget van € 22.35 miljoen. Door het in 2009 en 2010<br />
bezuiniging van € 3.6 miljoen (twee keer 1,3 miljoen en<br />
één keer € 1 miljoen) op rioolrenovatie is het vervangingsen<br />
investeringsbudget verlaagt naar € 18.75 miljoen.<br />
Voor het investeringsbudget van € 18,75 miljoen kan,<br />
uitgaande van een gemiddelde prijs per km van € 810,-,<br />
in de periode 2006-2010 ca. 23,1 (18.75 / 810 x 1000) km<br />
riool vervangen en of aangelegd worden. Gemiddeld is<br />
dit aldus 4,6 km riool per jaar.<br />
In tabel 2 staat de rioolrenovatieproductie van de<br />
periode 2006-2010<br />
Tabel 2. Rioolrenovatieproductie 2006-2010<br />
Jaar 2006 2007 2008 2009 2010 Totaal Gemiddeld<br />
Productie (km) 1,7 5,8 7,1 7,1 2,8* 24,5 4,9<br />
Omzet mlj. (€) 3,2 3,6 4,9 7,2 3,6* 22,5 4,5<br />
* Productie volgens operationele planning<br />
3.4 Operationele planning Bergbezinkbassins<br />
Wat wilden we?<br />
In het GRP 2006-2010 staat een planning met verbete -<br />
rings maatregelen aan het bestaande rioleringsstelsel om<br />
vuilemissie naar oppervlaktewateren te reduceren. Achter<br />
verschillende overstorten worden bergings voorzieningen<br />
aangelegd de zogenaamde bergbezink bassins. In totaliteit<br />
zijn tien bergbezinkbassins opgenomen met een totale<br />
inhoud van 47.941 m 3 .<br />
Wat hebben we gedaan?<br />
Van de tien bergbezinkbassins zijn in de GRP periode<br />
2006-2010 vier bergbezinkbassins aangelegd. Het betreft<br />
de bergbezinkbassins Corisbergweg, Nieuw Eyckholt,<br />
Welterlaan en Oliemolenstraat.<br />
De overige nog niet aangelegde bergbezinkbassins zijn<br />
door bestuurlijke beslissingen, uitval medewerkers en<br />
urgentie van andere projecten vertraagd. Verder is bij<br />
het opstellen van de planning in het gemeentelijk riole -<br />
ringsplan onvoldoende aandacht geschonken aan de<br />
doorlooptijden van de projecten.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
14<br />
Het berekenen, ont werpen, en voorbereiden van een<br />
bergbezinkbassin duurt zeker twee tot drie jaar. Ook het<br />
plannen van de projecten in de planperiode van het<br />
gemeentelijk rioleringsplan 2006-2010, zodat alle berg -<br />
bezinkbassins conform afspraak met het Waterschap<br />
Roer en Overmaas en Waterschapsbedrijf Limburg voor<br />
<strong>2011</strong> gerealiseerd zouden worden, is te ambitieus<br />
gebleken.<br />
Aanleg van een bergbezinkbassin, een kijkje aan de instroomkant met de<br />
diffusiewand<br />
Verder speelt mee dat het Waterschapsbedrijf Limburg in<br />
samenwerking met het Waterschap Roer en Overmaas<br />
en de gemeente <strong>Heerlen</strong> de Optimalisatie Afvalwater -<br />
systeem Studies (OAS) <strong>Heerlen</strong> en Hoensbroek heeft<br />
uitgevoerd. Hierin worden de maatregelen van het<br />
Waterschap Roer en Overmaas, Waterschapsbedrijf<br />
Limburg en gemeente <strong>Heerlen</strong> gezamenlijk bepaald,<br />
waarbij door samenwerking voordelen kunnen ontstaan.<br />
De lange doorlooptijd van de OAS studies <strong>Heerlen</strong><br />
(uitspraak amoveren RWZI <strong>Heerlen</strong>) en Hoensbroek heeft<br />
geleidt tot vertragingen bij de nog aan te leggen<br />
bergbezinkbassins.<br />
De afgeronde studie OAS <strong>Heerlen</strong> heeft geresulteerd in<br />
het vergroten van bergbezinkbassin Welterlaan en Nieuw<br />
Eyckholt. Ook is aangegeven dat de regenwaterbuffer<br />
van de rioolwaterzuiveringsinstallatie <strong>Heerlen</strong> wordt<br />
omgebouwd voor opvang van gemeentelijk rioolwater.<br />
Dit is een andere uitvoering dan het aanleggen van een<br />
bergbezinkbassin ter plaatse van de Eikendermolenweg.
De planvoorbereiding en realisatie van de bergbezink -<br />
bassins Hoensbroek, Drieschstraat, Burettestraat, Govert<br />
Flinckstraat en Laervoetpad is afhankelijk van het ont -<br />
kluizen van de Caumerbeek en Loopgraaf en de OAS<br />
Hoensbroek. De verkenningsstudie over het ontkluizen<br />
van de Caumerbeek en Loopgraaf is afgerond. Uit deze<br />
studie blijkt dat de uitbreiding van het bergbezinkbassin<br />
bij RWZI Hoensbroek verdeeld moet worden over de twee<br />
locaties De Vrank en De Dem. Uit de OAS Hoensbroek<br />
volgt dat de aanleg van bergbezinkbassins ter plaatse<br />
van De Vranck en De Dem, door benutting van de be -<br />
staande open asfaltbuffers, niet meer noodzakelijk is.<br />
Deze asfaltbuffers moeten wel verbeterd worden inzake<br />
monitoring, reiniging en bezinking.<br />
Tabel 3. Operationele planning aanleg bergbezinkbassins<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
15<br />
Daarnaast wordt de aanleg van de bergbezinkbassins<br />
Laervoetpad en Govert Flinckstraat vervangen door het<br />
aanleggen van een transportleiding en het afkoppelen<br />
van verhard oppervlak.<br />
Bovenstaande ontwikkelingen hebben geleid tot het<br />
bijstellen van de investeringen ten behoeve van de<br />
waterkwaliteit. Door in de komende jaren innovatief<br />
verder te studeren aan het werkelijke gedrag van het<br />
rioleringsstelsel wordt de reeds doorgevoerd optima -<br />
lisatie verfijnd.<br />
Onderstaande tabel 3 geeft een overzicht van de opera -<br />
tionele planning inzake het aanleggen van bergbezinkbassins.<br />
Operationele planning Inhoud Kosten GRP Gerealiseerde/ Actuele Daadwerkelijke<br />
aanleg bergbezinkbassins kubieke 2006-2010 te realiseren planning kosten/<br />
meters inhoud ***** toekomstige<br />
GPR kosten<br />
2006-2010<br />
BBB Corisberg 7.400 5.900.000 6.100 2008-2009 4.350.000<br />
BBB Oliemolenstraat 3.034 2.700.000 1.642 2009-2010 2.450.000<br />
BBB Welterlaan 4.767 3.800.000 4.000 2010-<strong>2011</strong> 3.800.000<br />
BBB Nieuw Eyckholt 4.896 3.800.000 2.800 2008-2010 3.800.000<br />
BBB Driesschstraat 3.945 3.300.000 2.850 2013 3.300.000<br />
BBB Burettestraat 1.345 1.500.000 812 2014 1.500.000<br />
BBB Eikendermolenweg* 1.115 1.300.000 - <strong>2015</strong> 1.300.000<br />
BBB Govert Flinckstraat** 182 300.000 - <strong>2011</strong> 300.000<br />
BBB Laervoetpad*** 1.942 1.900.000 - <strong>2011</strong> 1.900.000<br />
BBB Zuivering Hoensbroek**** 19.315 6.800.000 - 2014-<strong>2015</strong> 2.200.000<br />
Totaal 47.941 31.300.000 18.204 24.900.000<br />
* BBB Eikendermolenweg wordt vervangen door aanpassen buffer RWZI <strong>Heerlen</strong><br />
** BBB Govert Flinckstraat komt te vervallen door afkoppelen van 2 ha<br />
*** BBB Laervoetpad vervalt door aanleg riool naar BBB RWZI Hoensbroek<br />
**** Kosten BBB Zuivering Hoensbroek sluitpost GRP 2006-2010 (bedrag klopt niet met inhoud)<br />
**** Maatregelen transportsysteem Henri Jonastraat en aanpassingen asfaltbuffers<br />
***** Inhoud bergbezinkbassins na uitvoeren optimalisatie studies
De periode 2009-2010 is gebruikt om de totale investe -<br />
ringen ter verbetering van de waterkwaliteit te herover<br />
wegen. Dit gebeurt via het project “Proces alterna -<br />
tief aanleggen bergbezinkbassins”. Het project omvat de<br />
aspecten doelmatigheid, juridische verantwoordelijkheid,<br />
meten is weten, afkoppelen van verhard oppervlak, OAS<br />
studies en andere technische verbeteringen aan het<br />
rioleringsstelsel.<br />
Daarnaast is innovatief gestudeerd op mogelijkheden<br />
om de noodzakelijke investering om de waterkwaliteit te<br />
verbeteren te verminderen. Uit tabel 3 blijkt dat door<br />
innovatie en optimalisatie ca. € 6,4 miljoen minder geïn -<br />
vesteerd hoeft te worden.<br />
Meten is Weten<br />
Na het actualiseren van het meetplan en het projectplan<br />
is begin 2008 contact opgenomen met het Waterschaps -<br />
bedrijf Limburg en het Waterschap Roer en Overmaas.<br />
De gesprekken over het gezamenlijk uitvoeren van het<br />
project hebben echter niets opgeleverd. De gemeente<br />
heeft vervolgens gekozen zelf het project uit te voeren.<br />
Vervolgens is als externe adviseur ingenieursbureau<br />
Arcadis aangetrokken. Verder heeft Kragten een nul -<br />
meting van de waterkwaliteit van de Geleenbeek<br />
uitgevoerd. Ook is Intertek Polychemlab aangesteld om<br />
de monstername en analyse te verrichten. De eerste<br />
meetopstelling bij bergbezinkbassin Nieuw Eykholt is<br />
halverwege 2010 operationeel. De overige twee meet -<br />
opstellingen bij bergbezinkbassin Welterlaan en Tichelbeek<br />
volgen eind 2010.<br />
Monsters van de eerste overstort van bergbezinkbassin Nieuw Eyckholt<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
16<br />
Hoeveel heeft het gekost?<br />
In tabel 3 staan de in het GRP2006-2010 begrootte<br />
investeringsbedragen voor het aanleggen van de<br />
bergbezinkbassins. Tot en met 2010 betreft het aldus<br />
een investeringsbudget van € 31.3 miljoen.<br />
In tabel 4 staat de bergbezinkbassinsproductie van de<br />
periode 2006-2010<br />
Tabel 4. Bergbezinkbassinsproductie 2006-2010<br />
Jaar 2006 2007 2008 2009 2010 Gemiddeld<br />
Productie (m3 ) 0 0 3.750 5.150 5.642* 2.908<br />
Omzet mlj. (€) 0,25 0,14 1,92 3,15 5,7* 2,2<br />
* Productie volgens operationele planning<br />
3.5 Uitbreiding rioleringsstelsel<br />
Naast rioolrenovatieprojecten is ook bij uitbreidings -<br />
plannen riolering aangelegd. In tabel 5 staan de<br />
uitbreidingen met de meters riooluitbreiding.<br />
Tabel 5. Uitbreidingsplannen 2006-2010<br />
Uitbreiding rioolstelsel<br />
Project Periode DWA RWA Totaal<br />
Woningbouw:<br />
uitvoering (m) (m)<br />
Uterweg 2004 255 225<br />
St. Janscollege 2006 380 310<br />
Gerard Bruningstraat 2006 200 200<br />
Roex 2006-2007 130 70<br />
Hoogveld 2004-2008 4.350 1.350<br />
Overbroek 2006-2008 1.500 1.560<br />
Vossepark 2006-2008 1.175 1.275<br />
Parkheuvel 2007-2009 770 250<br />
Litscherveld 2007-2008 400 500<br />
Klooster Grasbroek 2009 280 200<br />
Benzeraderweg (Aerts) 2007-2008 150 240<br />
CBS 2009 410<br />
Industrieterreinen:<br />
Emma 2008 240 230<br />
Trompenburgstraat 2006 490 530<br />
====== ======<br />
10.320 7.350 17.670
3.6 Communicatie stadskrant<br />
Wat wilden we?<br />
Vanuit het College is de wens uitgesproken om richting<br />
burgers te communiceren over het GRP 2006-2010. Als<br />
communicatiemedium is gekozen voor het schrijven van<br />
verschillende artikelen in de stadskrant.<br />
Wat hebben we gedaan?<br />
In de periode 2006-2010 zijn zes artikelen in de stads -<br />
krant geplaatst. De artikelen zijn geschreven met als<br />
doelstelling de bevolking te informeren over de werk -<br />
zaamheden die worden verricht in het kader van het<br />
<strong>Gemeente</strong>lijk Rioleringsplan 2006-2010.<br />
• <strong>Gemeente</strong>lijk Rioleringsplan 2006-2010 (april 2006).<br />
• Anders omgaan met regenwater (juni 2006).<br />
• Regenwater in bestemmingsplannen (november 2006).<br />
• Aanleg bergbezinkbassins verbetering voor omgeving<br />
(januari 2007).<br />
• Waterhuishouding aangepast aan klimaatverandering<br />
(juli 2008).<br />
• Wateroverlast. Wat u er zelf aan kunt doen!<br />
(september 2008)<br />
• Nieuwe duurzame subsidie. Afkoppelen regenwater<br />
verhard oppervlak (april 2010).<br />
• Stem op de Caumerbeek: de groene parel van <strong>Heerlen</strong><br />
(december 2009).<br />
• Caumerbeek weer zichtbaar (oktober 2010).<br />
Hoeveel heeft het gekost?<br />
Artikelen van de stadskrant zijn gefinancierd vanuit de<br />
reguliere budgetten.<br />
3.7 Beheer en Onderhoud<br />
Rioolreiniging en inspectie<br />
Wat wilden we?<br />
We hebben aangegeven in het GRP 2006-2010 dat we een<br />
operationeel reinigingsprogramma opstellen door het<br />
verzamelen van praktijkervaring onder andere uit de<br />
inspectie en eigen waarnemingen. Dit programma zou<br />
vanaf 2008 uitgevoerd moeten worden. Een andere doel -<br />
stelling was dat we het kwaliteitsoordeel van de inspecties<br />
kritisch tegen het licht hielden en vergeleken met onder -<br />
houdsactiviteiten die volgen op binnengekomen klachten.<br />
De kwaliteit van de riolering toetsten we aan het onder -<br />
houd en klachten vanuit het wegbeheer.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
17<br />
Wat hebben we gedaan?<br />
Gedurende de planperiode heeft het opstellen van een<br />
periodiek reinigingsprogramma een lage prioriteit gekre -<br />
gen. In de praktijk komen verstoppingen in het hoofd riool<br />
zelden voor. De locaties Wingerdweg en Ten Esschen<br />
moeten we vaker controleren en reinigen om verstop -<br />
pingen te voorkomen. Verder hebben we in het totaal<br />
220 km van het huidige rioolstelsel gereinigd en 240 km<br />
geïnspecteerd in de periode 2006-2010. Voorafgaand aan<br />
inspectie worden de leidingen gereinigd, zodat schades<br />
goed te zijn en niet afgedekt worden door bijvoorbeeld<br />
het aanwezige slib. Uit ervaring blijkt dat we regenwater -<br />
riolen met een diameter vanaf 50 cm en groter niet<br />
meer vooraf hoeven te reinigen. De meeste riolen zijn<br />
schoon genoeg voor een goede inspectie te kunnen<br />
uitvoeren. Vanaf 2007 passen we dit principe toe. In<br />
tabel 6 zijn de meters riolering voor reiniging en<br />
inspectie per jaar aangegeven.<br />
Rioolinspectie in uitvoering.
Tabel 6. Productie rioolreiniging en inspectie 2006-2010<br />
In 2006 heeft de inspectie plaats gevonden volgens de<br />
systematiek eerst putfoto-inspectie (globale indruk) en<br />
vervolgens een camera-inspectie (gedetailleerde vast -<br />
legging). Vanuit de putten worden de eerste meters van<br />
de streng bekeken. Indien schades geconstateerd worden,<br />
wordt vervolgens een camera-inspectie uitgevoerd. Eind<br />
2006 was het gehele <strong>Heerlen</strong>se stelsel op deze wijze één<br />
keer in zijn geheel geïnspecteerd.<br />
Uit bovenstaande gegevens voor het jaar 2007 kunnen we<br />
afleiden dat het gebied dat gereinigd en geïnspecteerd is<br />
veel regenwaterriolen bevatte met een diameter vanaf<br />
50 cm en groter.<br />
In 2007 zijn we overgestapt naar de systematiek om elke<br />
rioleringsstreng te inspecteren met een camera. Hierbij<br />
hebben de frequentie van één keer per acht jaar ver -<br />
laagd naar één keer per tien jaar. Door de systematiek<br />
combinatie putfoto- en camera-inspectie is een ver -<br />
snipperd beeld ontstaan van de kwaliteit van de riolering.<br />
Onze ervaring is dat een putfotoinspectie te weinig<br />
betrouwbare informatie en te optimistisch beeld laat<br />
zien. Een camera-inspectie geeft volledige en gede -<br />
tailleerde informatie over de kwaliteit. Verder hebben<br />
we voor het interval één keer per tien jaar de aanbe -<br />
veling uit Leidraad Riolering overgenomen.<br />
Aanvang 2008 bleek dat bij een aantal projecten die we<br />
wilden oppakken te weinig gedetailleerde informatie<br />
bekend was. Oftewel een putinspectie was wel aan -<br />
wezig, maar een camera-inspectie ontbrak her en der.<br />
Omdat we projecten bij voorkeur per clustering van een<br />
aantal straten oppakken, is volledige informatie van de<br />
kwaliteit van alle strengen noodzakelijk.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Jaartal 2006 2007 2008 2009 2010<br />
Gereinigde 20.323 21.443 74.000 73.337 31.330<br />
lengte riolering (prognose)<br />
in meters<br />
TOTAAL reiniging 220 km<br />
Geïnspecteerde 20.323 39.604 68.886 68.590 42.560<br />
lengte riolering (prognose)<br />
in meters<br />
TOTAAL inspectie 240 km<br />
18<br />
Daarom hebben we in 2008 en 2009 een inhaalslag uit -<br />
gevoerd. In deze jaren zien we dat we meer meters<br />
riolering gereinigd hebben dan geïnspecteerd. Van een<br />
gedeelte van de gereinigde riolen was het niet mogelijk<br />
om een camera-inspectie uit te voeren bijvoorbeeld<br />
omdat de camera niet verder komt door wortelgroei in<br />
het riool.<br />
Na elke reiniging- en inspectieronde beoordelen we de<br />
gegevens en bepalen we noodzakelijke maatregelen.<br />
Verder hebben we de bevindingen uit het wegbeheer<br />
vergeleken. Hierdoor kunnen we efficiënter prioriteren<br />
en een betere planning opstellen waarin verschillende<br />
thema’s elkander versterken.<br />
Hoeveel heeft het gekost?<br />
Tabel 7. Uitgaven rioolreiniging en inspectie 2006-2010<br />
Reiniging en<br />
inspectie riool<br />
2006 2007 2008 2009 2010<br />
Uitgaven in 170.820 279.248 375.314 407.356<br />
Begroting in 276.693 282.902 291.368 447.550 373.007<br />
Klein onderhoud<br />
Wat wilden we?<br />
We wilden inzicht verkrijgen in de locaties waar klein<br />
onderhoud voorkomt en de oorzaak ervan. We wilden<br />
een opstelling van een onderbouwing voor de kosten<br />
klein onderhoud.
Wat hebben we gedaan?<br />
We hebben jaarlijks geanalyseerd en hebben dit<br />
vastgelegd in het document analyse klein onderhoud.<br />
We hebben inzicht in de locaties gekregen en ook<br />
mogelijke oorzaken worden benoemd.<br />
Tabel 8. Productie klein onderhoud 2006-2010<br />
Uitgevoerd klein onderhoud<br />
Hoeveel heeft het gekost?<br />
Tabel 9. Uitgaven klein onderhoud 2006-2010<br />
Klein onderhoud 2006 2007 2008 2009 2010<br />
Uitgaven in 508.506 912.299 1.179.920 605.797<br />
Begroting in 579.919 596.348 563.789 588.047 590.931<br />
Uit bovenstaande blijkt dat de kosten zeer fluctueren.<br />
Hierbij moet aangegeven worden dat de bedragen uit<br />
2007 en 2008 niet betrouwbaar zijn. In deze jaren is<br />
sprake van mogelijke fraude door een tweetal betrokke ne<br />
medewerkers. Bij een aantal ingediende facturen zijn<br />
geen werkzaamheden uitgevoerd. Alhoewel er intern<br />
onderzoek heeft plaats gevonden, is niet exact de hoogte<br />
van het bedrag aan te geven dat specifiek geldt voor het<br />
budget klein onderhoud. De rechtszaak over deze fraude<br />
is in 2010 in behandeling.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Het is ons nog niet gelukt om de mogelijke oorzaken te<br />
concretiseren, waardoor een onderbouwing van de<br />
kosten klein onderhoud nog niet opgesteld is.<br />
In tabel 8 zijn de werkzaamheden opgenomen die we<br />
uitgevoerd hebben.<br />
Jaar van uitvoering<br />
Werkzaamheden 2006 2007 2008 2009 2010<br />
Herstel riool 23 68 52 51<br />
Herstel controle put 17 22 31 5<br />
Herstel huisaansl. -sec. riool 166 173 102 17<br />
Herstel kolk-kolkaansl. 46 115 94 45<br />
Schoonm.-ontstoppen kolk, riool 299 255 288 261<br />
Herstel verzakking 9 13 63 5<br />
Bijplaatsten kolk / lijngoot (rooster) 11 13 21 8<br />
Inspecties 8 23 15 1<br />
Wortelfrezen 3 3 9 15<br />
Diversen 19 24 77 30<br />
Totaal aantal werkzaamheden: 601 709 752 417<br />
19<br />
Rioolonderdelen<br />
Nog niet bekend<br />
Wat wilden we?<br />
We wilden eind 2005/ begin 2006 een inventarisatie -<br />
ronde uitvoeren voor de rioolonderdelen zoals schuiven<br />
en wervelventielen en medio 2006 starten met periodiek<br />
inspecteren.<br />
Wat hebben we gedaan?<br />
Eind 2006 was de inventarisatieronde afgerond. Hierna<br />
hebben we jaarlijks een inspectieronde uitgevoerd,<br />
waarbij alle onderdelen zijn gecontroleerd zijn op hun<br />
werking. Daar waar nodig zijn maatregelen getroffen.<br />
Hoeveel heeft het gekost?<br />
Het totale bedrag van de planperiode is niet exact te<br />
bepalen, omdat de werkzaamheden niet meer af te<br />
leiden zijn uit de algemene teksten op de facturen. De<br />
kosten zijn opgenomen bij klein onderhoud. De in -<br />
spectieronde 2009 kostte € 3.350.
Rioolgemalen, meetvoorzieningen en IBA-systemen<br />
Wat wilden we?<br />
We wilden twee keer per jaar een gedetailleerde inspectie<br />
en wekelijks controleren. Uit de inspectie wilden we<br />
bepalen welke gemalen vervangen moesten worden. De<br />
gegevens van de regenmeters gebruiken om ons eigen<br />
stelsel te berekenen met onze eigen buien. Hiervoor was<br />
aanpassing in de programmatuur noodzakelijk. We wilden<br />
kennis krijgen van de IBA-systemen.<br />
Regelkast om gemalen en elektrische onderdelen van een bergbezinkbassin aan<br />
te sturen en te zorgen voor de communicatie naar de hoofdcomputer op<br />
kantoor.<br />
Wat hebben we gedaan?<br />
We hebben twee keer per jaar een gedetailleerde inspec -<br />
tie laten uitvoeren door een extern bedrijf. Hieraan vooraf<br />
worden de gemalen gereinigd. Onze eigen medewerkers<br />
hebben de wekelijkse controles ter plaatse uitgevoerd,<br />
waarbij kleine en eenvoudige werkzaamheden zelf opge -<br />
lost worden.<br />
In periode 2006-2010 zijn de gemalen Hondsrug 1-3<br />
(2008/2009), Hondsrug 8 (2008/2009), Zandweg (2009),<br />
Nijverheidsweg (2010) en Kaldeborn (2010) vervangen.<br />
Het beheer en onderhoud van de IBA-systemen zijn<br />
onderbracht bij een externe partij. Onze eigen mede -<br />
werkers zijn geinstrueerd door de leverancier van de<br />
systemen. Verder beschikken we over een beheer- en<br />
onderhoudsparagraaf hiervan.<br />
Hoeveel heeft het gekost?<br />
In onderstaande kostenoverzicht is het totaal aan<br />
kosten voor beheer en onderhoud weergegeven.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
20<br />
Het overzicht is dus inclusief energie- en telefoon/datakosten.<br />
De kosten voor de vervanging van de gemalen<br />
bedroeg € 51.673 en zijn opgenomen in het bedrag van<br />
de uitgaven.<br />
Tabel 10. Uitgaven rioolgemalen en meetvoorzieningen<br />
2006-2010<br />
Totale kosten<br />
gemalen 2006 2007 2008 2009 2010<br />
Uitgaven in 147.731 149.285 186.062 195.034<br />
Begroting in 138.237 187.661 197.320 153.959 144.642<br />
Randvoorzieningen, waterlopen en duikers<br />
Wat wilden we?<br />
We wilden een onderhoudsprogramma voor randvoor -<br />
zieningen, waaronder BBB’s, grasbassins en wadi’s<br />
opzetten. De waterlopen wilden we twee keer per jaar<br />
inspecteren en de huidige werkwijze bekijken. De<br />
duikers wilden we minimaal één keer per vier jaar<br />
inspecteren.<br />
Wat hebben we gedaan?<br />
We hebben een aanzet met het onderhoudsprogramma<br />
gemaakt. Voor de BBB’s moeten we nog bepalen welke<br />
bouwtechnische zaken er nog bijkomen. In 2007 heeft<br />
het Waterschapsbedrijf Limburg onderhoud uitgevoerd<br />
aan het BBB bij de RWZI in Hoensbroek. De hiermee ver -<br />
bondene kosten waren niet opgenomen in de begroting.<br />
Verder hebben we de grasbassins, wadi’s en greppels<br />
geïnspecteerd en de daaruit vloeiende maatregelen<br />
uitgevoerd.<br />
Alle duikers zijn in 2009 geïnspecteerd bij het project<br />
onderhoudsnota civieltechnische kunstwerken en<br />
worden in de reguliere inspecties van het thema<br />
civieltechnische kunstwerken meegenomen.<br />
Bovengrondse en ondergrondse buffering/infiltratie (wadi)
Hoeveel heeft het gekost?<br />
Tabel 11. Uitgaven randvoorzieningen 2006-2010<br />
Randvoorzieningen 2006 2007 2008 2009 2010<br />
Uitgaven in 59.044 194.235 102.862 124.653<br />
Begroting in 76.071 80.029 83.599 71.082 73.597<br />
Secundair riool<br />
Wat willen we?<br />
De huidige aanpak voor klachten afhandeling voortzetten.<br />
We wilden verder meer inzicht krijgen in de kwaliteit en<br />
toestand van het secundair riool krijgen. We wilden dat<br />
de gegevens van rioolaansluitingen digitaal te raadplegen<br />
zijn in het informatiesysteem Argus.<br />
Wat hebben we gedaan?<br />
De huidige aanpak van klachten (heten nu: meldingen)<br />
hebben we gehandhaafd. De software, die we hiervoor<br />
gebruiken is verder aangepast om een nog betere bewa -<br />
king te bewerkstelligen.<br />
Het is ons niet gelukt om meer inzicht te krijgen in de<br />
kwaliteit en toestand van het secundair riool. We hebben<br />
wel daar waar nodig geïnspecteerd en onderhoud uitge -<br />
voerd.<br />
De rioolaansluitingen zijn gedigitaliseerd en zijn in pdfformaat<br />
te raadplegen via het netwerk. De aansluitingen<br />
zijn niet opgenomen in Argus vanwege de bewerkelijk -<br />
heid van de te nemen acties hiervoor, terwijl ontsluiting<br />
via het netwerk al voorziet in de behoefte.<br />
Kabels en leidingen bij een gescheiden rioolhuisaansluiting, onder de kabels en<br />
leidingen door.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
21<br />
Hoeveel heeft het gekost?<br />
Dit is niet nader te specificeren, omdat we bovenstaande<br />
gegevens niet kunnen uitdrukken in geld.<br />
Revisiegegevens<br />
Wat wilden we?<br />
We wilden de achterstand in revisiegegevens terug -<br />
brengen.<br />
Wat hebben we gedaan?<br />
We hebben afgesproken dat één medewerker van het<br />
team beheer bij overdracht van projecten aanwezig is.<br />
Hierdoor zijn we beter geïnformeerd over nieuwe gege -<br />
vens. In de praktijk duurt het vaak toch nog lang voordat<br />
gegevens binnen zijn, waarbij dit ook per project ver -<br />
schilt. Bij het ene project worden de gegevens meteen<br />
overgedragen bij de overgang naar de onderhoudsfase,<br />
terwijl bij het andere project de gegevens na één jaar<br />
onderhoudsfase nog ontbreken. In 2010 is het onder -<br />
werp overdracht van werken weer opgepakt als item<br />
binnen de afdeling beheer en onderhoud om de gehele<br />
overdracht beter te stroomlijnen op de diverse vlakken<br />
waaronder ook aanleveren van revisiegegevens.<br />
Door vertrek van de beheermedewerker riolering aanvang<br />
2009 waren we genoodzaakt om een medewerker in te<br />
huren die een stuk achterstand heeft weggewerkt.<br />
Door de invoering van de Wet Informatie Overdracht<br />
Ondergrondse Netwerken (WION) zijn we verplicht om<br />
20 dagen na aanleg de gegevens verwerkt te hebben in<br />
de gegevens die we verstrekken aan grondroerders.<br />
Hoeveel heeft het gekost?<br />
De inhuur van de medewerker heeft € 19.629 gekost.<br />
Kolkenreiniging<br />
Wat willen we?<br />
We wilden het bestaande werkplan vervangen door een<br />
bestek dat in samenwerking met andere PSL-gemeenten<br />
is opgesteld. We wilden weten of het minder vegen van<br />
de straatgoten invloed heeft op de vervuiling van de<br />
kolken. We wilden daar waar mogelijk samenwerken.<br />
Wat hebben we gedaan?<br />
We hebben een gezamenlijk bestek met andere PSLgemeenten<br />
ondergebracht bij de reinigingsdiensten Rd4.
Helaas functioneerde de in de praktijk niet het bijhou den<br />
van het gezamenlijk bestek, zodat nu elke gemeente<br />
verantwoordelijk is voor zijn eigen bestek. Dit bestek is<br />
wel gebaseerd op het gezamenlijk bestek. Het grote<br />
voordeel uit deze samenwerking is een bewerkstelliging<br />
van één dezelfde kolkprijs in Parkstad.<br />
Verder is de samenwerking met de gemeente Voerendaal<br />
op het gebied van rioleringsbeheer geïntensiveerd. We<br />
verwachten vanaf medio 2010 het databeheer van de<br />
riolering voor de gemeente Voerendaal te doen.<br />
Reinigen van straatkolken.<br />
Hoeveel heeft het gekost?<br />
Tabel 12. Uitgaven kolkreiniging 2006-2010<br />
Ledigen kolken 2006 2007 2008 2009 2010<br />
Uitgaven in 235.259 237.604 213.873 75.105*<br />
Begroting in 168.449 173.271 165.542 170.894 180.406<br />
* = geen volledige rondes uitgevoerd<br />
3.8 Financieel<br />
Wat wilden we?<br />
In tabel 13 staan de in het GRP 2006-2010 opgenomen<br />
rioolrechtverhogingen excl. inflatie.<br />
Tabel 13. Rioolrechtverhogingen 2006-2010<br />
Jaar Rioolrecht Rioolrecht gebruiker<br />
eigenaren 0-200 m3 /200-400 m3 [€] [%] [€] [%]<br />
2006 98,31 3 76,14/140,78 3<br />
2007 101,26 3 78,42/145,00 3<br />
2008 104,30 3 80,77/149,35 3<br />
2009 106,38 2 82,39/152,34 2<br />
2010 108,51 2 84,04/155,39 2<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
22<br />
Wat hebben we gedaan?<br />
Subsidies<br />
Tussen 2006 en 2010 is bij verschillende overheden<br />
subsidie aangevraagd. Hieronder volgt een overzicht.<br />
Tijdelijke regeling eenmalige uitkering bestrijding<br />
regionale wateroverlast<br />
Sinds 2004 is vanuit SenterNovem subsidie toegezegd<br />
binnen de tijdelijke regeling eenmalige uitkering bestrij -<br />
ding regionale wateroverlast. De subsidie heeft betrek king<br />
op 19 rioolrenovatie- of investeringsprojecten waar<br />
regenwater wordt afgekoppeld en vastgehouden. In<br />
totaal is een subsidie toegezegd van € 3.060.991,-. De<br />
subsidieregeling loopt tot en met 2009. Door vertraging<br />
op de uitvoering van projecten en aanbestedingsvoor -<br />
delen bedraagt de uiteindelijk te ontvangen subsidie<br />
€ 1.931.951,-.<br />
Stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak 2007-<br />
2012 Waterschap Roer en Overmaas<br />
In 2008/2009 is voor onderstaande projecten subsidie<br />
beschikbaar gesteld. Het totale bedrag dat maximaal<br />
wordt uitgekeerd aan de gemeente <strong>Heerlen</strong> is al met het<br />
realiseren van vier afkoppelprojecten bereikt.<br />
Reconstructie Valkenburgerweg € 23.990,40.<br />
Revitalisering De Koumen € 18.840,60 (2009 verkregen).<br />
Reconstructie Zandweg € 47.520,00 (2010 verkregen).<br />
Reconstructie Jaargetijdenbuurt € 1.288,00 (aanvraag<br />
€ 18.000,00).<br />
KRW Synergiesubsidie<br />
In 2008 is voor onderstaande projecten subsidie beschik -<br />
baar gesteld.<br />
Ontkluizen Caumerbeek € 400.000,00.<br />
Afkoppelen MSP € 125.000,00.<br />
SDE regeling waterkrachtenergie<br />
In 2009 is voor het PILOT project “waterkracht uit riool”<br />
via de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE)<br />
maximaal € 13.851,00 subsidie toegekend.<br />
Inovatieprogramma Mooi Nederland<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> krijgt voor het project Caumerbeek<br />
Zichtbaar Natuurlijk via de tijdelijke subsidieregeling<br />
Innovatieprogramma Mooi Nederland een subsidie van<br />
€ 1 miljoen. Het project Caumerbeek zichtbaar natuurlijk<br />
is een van de 26 projecten, die uit de 222 aanvragen is<br />
geselecteerd.
Provinciaal Meerjarenprogramma Plattelandsontwikkeling<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> krijgt voor het project Caumerbeek<br />
Zichtbaar Natuurlijk via het provinciaal meerjarenpro -<br />
gramma plattelandsontwikkeling een subsidie van<br />
€ 1,618 miljoen.<br />
Bijdrage Waterschap Roer en Overmaas Caumerbeek<br />
Zichtbaar Natuurlijk<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> heeft een intentieovereenkomst over<br />
samenwerking inzake projectrealisatie Caumerbeek<br />
Zichtbaar Natuurlijk afgesloten. De bijdrage van het<br />
Waterschap Roer en Overmaas aan het project is vast -<br />
gelegd op € 2,8 miljoen.<br />
Omzetten rioolrecht naar rioolheffing<br />
De gemeenteraad heeft eind 2008 ingestemd met het per<br />
1 januari 2009 wijzigen van het rioolrecht in de riool -<br />
heffing. De rioolheffing zorgt ervoor dat de nieuwe taken<br />
vanuit de Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken bekostigt kunnen<br />
worden. Het bestaande rioolrecht is verbreed naar een<br />
bestemmingsheffing. Hiertoe is in de <strong>Gemeente</strong>wet een<br />
nieuw artikel 228a opgenomen. Anders dan bij de riool -<br />
rechten op grond van artikel 229 van de <strong>Gemeente</strong>wet<br />
gaat het hier niet meer om een retributie waarbij sprake<br />
is van een rechtstreekse tegenprestatie maar om een<br />
belasting.<br />
Bijdrage bovengrondse voorzieningen<br />
De inkomsten van de rioolheffing is deels gebruikt als<br />
bijdrage aan bovengrondse voorzieningen. Over de<br />
planperiode van 2006-2010 gaat het over een bijdrage<br />
van € 2,75 miljoen.<br />
Hoeveel heeft het gekost?<br />
Tarieven rioolheffing<br />
Vanuit het bestuur is tussen 2006 en 2008 verschillende<br />
keren de wens uitgesproken om de lokale lasten te ver -<br />
lagen. Eind 2008 heeft de raad besloten om de ontstane<br />
achterstand in het aanleggen van rioolrenovaties en<br />
bergbezinkbassins (opgehoopt in de rioolvoorziening) te<br />
gebruiken voor lastenverlaging. Met dit besluit wordt in<br />
2009 en 2010 per jaar € 1,3 miljoen uit de voorziening<br />
rioolrenovaties gehaald. De opgebouwde gelden in de<br />
voorziening, die reeds gereserveerd waren voor riool -<br />
renovatieprojecten, wordt volledig teruggegeven aan de<br />
burgers. Ook is de rioleringszorg door de verlaging van<br />
de rioolheffing niet meer kostendekkend.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
23<br />
Verlaging van de rioolheffing betekent verder een toename<br />
van de aanwezige achterstand in rioolvervanging. Deze<br />
achterstand is reeds geconstateerd bij het vaststellen<br />
van het GRP 2006-2010, waarna besloten is de tarieven<br />
te verhogen om de achterstand binnen 12 jaar in te<br />
halen (raadsvoorstel OW/2005/22529). Omstreeks 2020<br />
wordt namelijk, als gevolg van de slechte kwaliteit en<br />
hoeveelheid riolen die aangelegd zijn tussen 1950 en<br />
1970 (“babyboom”-riolen), een stijging verwacht in de<br />
hoeveelheid te vervangen riolen.<br />
Om de tekorten op de gemeentelijke begroting van 2010<br />
en de meerjarenbegroting 2010-2013 om te buigen is<br />
nogmaals op de kosten van riolering bezuinigd. De raad<br />
heeft besloten om in 2010 de uitgaven voor de riolerings -<br />
zorg te verlagen met € 1 miljoen. De bijbehorende<br />
tariefsverlaging zorgt ervoor dat de stijging van de OZB<br />
tegen gelijkblijvende woonlasten kan plaatsvinden.<br />
De tariefsverlaging heeft direct gevolgen voor het<br />
uitvoeringsprogramma van het GRP2006-2010. Zo is het<br />
niet mogelijk doelmatig het rioolstelsel van <strong>Heerlen</strong> te<br />
beheren en te onderhouden. Ook de financiële midde -<br />
len, om milieutechnische maatregelen (aanleggen<br />
bergbezinkbassins) uit te voeren, zijn weggevallen.<br />
Hiermee is het niet mogelijk om binnen de planperiode<br />
2006-2010 te voldoen aan de verplichtingen uit de<br />
nieuwe Waterwet.<br />
In tabel 14 is de ontwikkeling van het rioolrecht opge -<br />
splitst voor eigenaren en de eerste tariefgroepen van<br />
gebruikers. Het verschil tussen de kolommen “GRP 2006-<br />
2010”en de kolommen “werkelijk” is het gevolg van<br />
jaarlijkse inflatie en het besluit om in 2009 en 2010 de<br />
tarieven te verlagen.
Tabel 14. Ontwikkeling rioolheffing 2006-2010<br />
De tariefsontwikkeling eigenaren + gebruiker van de<br />
rioolheffing vanaf invoering omstreeks 1991 is in grafiek<br />
1 weergegeven. Tussen 1991 en 2008 steeg het tarief<br />
gemiddeld met 6% per jaar incl. inflatie. In 2009 en in<br />
2010 daalde het tarief met ca. 10% per jaar.<br />
Grafiek 1. Ontwikkeling rioolheffing vanaf 1991-2010<br />
(0-200 m 3 )<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Jaar Rioolrecht eigenaren (€) Rioolrecht gebruiker 0-200 m 3 /200-400 m 3 (€)<br />
GRP 2006-2010 Werkelijk (incl. inflatie) GRP 2006-2010 Werkelijk (incl. inflatie)<br />
2006 98,31 100,08 76,14/140,78 77,52/143,52<br />
2007 101,26 104,33 78,42/145,00 80,81/149,62<br />
2008 104,30 108,84 80,77/149,35 84,24/156,00<br />
2009 106,38 97,56 82,39/152,34 75,48/139,80<br />
2010 108,51 76,32 84,04/155,39 76,68/141,84<br />
Tabel 15. Overzicht onderzoek en planvorming 2006-2010<br />
24<br />
3.9 Planvorming, bedrijfsvoering en onderzoek.<br />
Wat hebben we gedaan?<br />
Tabel 15 geeft een overzicht van het onderzoek, plan -<br />
vorming en bedrijfsvoering in de afgelopen GRP-periode.<br />
Planvorming, onderzoek en bedrijfsvoering worden met<br />
een vooruitziende blik opgepakt. Water staat hoog op de<br />
agenda van de gemeente <strong>Heerlen</strong>, wat onder andere<br />
blijkt uit de opgestelde verkenningsstudie ontkluizen<br />
Caumerbeek en Loopgraaf, Optimalisatie Afvalwater -<br />
systeem <strong>Heerlen</strong> en Hoensbroek en het project “meten is<br />
weten”. De gemeente <strong>Heerlen</strong> is verder nauw betrok ken<br />
bij het proces en implementatie van de kaderrichtlijn<br />
water. Met de uitgevoerde studies wordt ingespeeld op<br />
het huidige en toekomstige beleid.<br />
Planvorming/onderzoek Jaar van aanvang Status<br />
Watertoetsen 2006-2010 uitgevoerd<br />
Operationele planningen 2006-2010 uitgevoerd<br />
Stedelijke wateropgave 2006 uitgevoerd<br />
Kaderrichtlijn Water 2006-2009 uitgevoerd<br />
OAS <strong>Heerlen</strong> 2006-2010 afronding<br />
Project “Meten is Weten” 2007-2012 in uitvoering<br />
Verkenning ontkluizen Caumerbeek en Loopgraaf 2007-2009 uitgevoerd<br />
OAS Hoensbroek 2008-2010 in uitvoering<br />
Proces alternatief aanleggen bergbezinkbassins 2008-2010 in uitvoering<br />
Waterkrachtenergie uit riool 2008-2010 in uitvoering<br />
Benchmark riolering 2010 In uitvoering
3.10 Conclusie<br />
Het College en de Raad is tussen 2006-2010 uitvoerig<br />
betrokken geweest bij het vormgeven van het stedelijk<br />
watermanagement van <strong>Heerlen</strong>. Over belangrijke thema’s,<br />
zoals de Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken, Optimalisatie -<br />
studies, ontkluizen Caumerbeek, maatregelen kaderrichtlijn<br />
water en bezuinigingen zijn beslissingen geno men.<br />
Met het beschikbare rioolrenovatiebudget is in de periode<br />
2006-2010 19,5 km riool vervangen of gerenoveerd.<br />
Daarnaast is, in het kader van het afkoppelen van<br />
verhard oppervlak, bij deze rioolrenovaties 7 km regen -<br />
waterriool aangelegd. De rioolrenovatieproductie van<br />
3,5 km/jaar is lager dan de geplande productie van<br />
5,5 km/jaar en de gewenste productie van 6,5 km/jaar.<br />
De aanwezige achterstand in rioolrenovatie is dan ook<br />
tussen 2006-2010 toegenomen met 13 km ((6,5–3,9)x5).<br />
De oorzaak van het niet halen van de planning is te<br />
vinden in:<br />
De afwijking van 2006 vindt zijn oorsprong in de<br />
planning en productie van 2004/2005.<br />
De hoofdmoot van de productieve uren van 2004/2005<br />
ligt in de realisatie, er zijn te weinig projecten in de<br />
voorbereiding opgepakt.<br />
Er is te weinig rekening gehouden met (verlengde)<br />
doorlooptijd, met vertraging, met tegenvallers.<br />
Er vindt sturing plaats op projectniveau en project -<br />
fasering. Er vindt onvoldoende sturing plaats op<br />
jaarschijf en te realiseren meters riool.<br />
Voor 2006 zijn onvoldoende uren gepland, daarnaast<br />
is ook te concluderen dat het 1 op 1 werken, een<br />
projectleider – een project, niet de doelstelling van het<br />
GRP haalt.<br />
Bezuinigingen op het rioolrenovatiebudget in 2009 en<br />
2010.<br />
Het totaal aangelegde aantal kilometers riolering bedraagt<br />
5,1/jaar en komt dicht in de buurt van de geplande<br />
aantal kilometers rioolrenovatie van 5,5/jaar. Het verschil<br />
tussen de aangelegde kilometers riolering en de kilo -<br />
meters rioolvervanging wordt veroorzaakt door de extra<br />
kilometers regenwaterriool. Het merendeel van de kilo -<br />
meters regenwaterriool zijn gerealiseerd door gebruik te<br />
maken van externe financiering via subsidies en mee -<br />
liften met gebiedsontwikkelingen (Heerlerheide,<br />
Stadspark Oranje Nassau).<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
25<br />
In de GRP periode 2006-2010 zijn slechts vier van de tien<br />
nog aan te leggen bergbezinkbassins gerealiseerd. Het<br />
niet halen van de productie inzake aanleg bergbezink -<br />
bassins is ontstaan door andere prioritering, bestuurlijke<br />
beslissingen, te rooskleurige planning, onvoldoende<br />
inzicht in bedrijfsvoering en vertraging als gevolg van<br />
nader onderzoek.<br />
De geplande inkomstenstijging voor het realiseren van<br />
de doelen uit het GRP 2006-2010 zijn door de bezuini -<br />
gingen in 2009 en 2010 teniet gedaan. De rioolheffing<br />
heeft in 2010 een niveau behaald dat overeenkomt met<br />
de rioolheffing in 2002. De tariefverlaging heeft direct<br />
invloed op de uit te voeren taken van het GRP 2006-2010.<br />
Boring riool Kloosterstraat
4. Watervisie gemeente <strong>Heerlen</strong><br />
Motto “zichtbaar water als opwaardering van de<br />
leefomgeving”.<br />
Visie, betekent volgens de Dikke van Dale: gedachtebeeld,<br />
voorstelling. Waar visie ontbreekt komt het volk om! Ook<br />
op het gebied van water en riolering is het van belang<br />
een visie te hebben. De watervisie heeft een planhorizon<br />
van 15 jaar en beschrijft de lange termijn perspectief<br />
over water en riolering in de gemeente <strong>Heerlen</strong>.<br />
In de watervisie wordt vastgelegd wat de gemeente wil<br />
met water en waarom we water belangrijk vinden. De<br />
watervisie geeft richting aan de keuze en invulling van<br />
maatregelen in het beleidsplan stedelijk watermanage -<br />
ment, structuurvisie, bestemmingsplannen, beleidsplannen<br />
en andere relevante uitvoeringsplannen.<br />
Waarom is water belangrijk?<br />
Zonder “schoon” water is op aarde geen leven mogelijk.<br />
Het is dan ook van belang om het aanwezige water zo<br />
min mogelijk te vervuilen. Het voorkomen van vervuiling,<br />
door scheiding van vuil en schoonwaterstromen” heeft<br />
dan ook een hoge prioriteit. Verder is het van belang de<br />
vervuiling vanuit het rioleringsstelsel op het oppervlakte -<br />
water terug te dringen. Daarnaast maken de waterstromen<br />
(riolering) onderdeel uit van de inrichting en het beheer<br />
van de openbare ruimte, zodanig dat we zoveel mogelijk<br />
droge voeten houden . Het toevoegen van zichtbaar<br />
water aan de openbare ruimte verhoogt de kwaliteit van<br />
de leefomgeving.<br />
Waarom is riolering belangrijk?<br />
Riolering is van levensbelang. Door het aanleggen van<br />
riolering is de levensstandaard in de ontwikkelde landen<br />
flink gestegen. Riolering is de belangrijkste technische<br />
ontdekking van 19e eeuw op het gebied van volksgezond -<br />
heid. Zo komen in Nederland al jaren geen epidemieën<br />
meer voor. Door het ontbreken van afdoende sanitaire<br />
voorzieningen zijn in een heleboel ontwikkelingslanden<br />
nog ziektes aanwezig die al lang niet meer in Nederland<br />
voorkomen.<br />
Om op de juiste manier aan de vanzelfsprekende levens -<br />
standaard te blijven voorzien is voldoende aandacht aan<br />
het afvoeren van fecaliën door de riolering van essen -<br />
tieel belang.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
26<br />
Brainstormsessies watervisie.<br />
De watervisie is vanaf 2008 geleidelijk tot stand<br />
gekomen. Via interne en externe brainstormsessies is<br />
nagedacht over de toekomstbeeld van <strong>Heerlen</strong> als water -<br />
stad. Door het betrekken van een breed deelnemersveld<br />
bij de brainstormsessies, waaronder kunstenaars, be -<br />
stuurders (Waterschap), architecten, directeuren (WML),<br />
vakdeskundigen, Hogeschool Zuyd en IVN, is een diversi -<br />
teit aan ideeën ontstaan. De top 5 van alle ideeën staat<br />
hieronder:<br />
Energie uit (riool)water.<br />
Beleefbaar maken van water in <strong>Heerlen</strong> Centrum<br />
(Waterplein).<br />
Andere educatie.<br />
Afkoppelen vuilwater.<br />
Ideeën brainstormsessie<br />
Bovenstaande ideeën hebben als gemene deler om in de<br />
toekomst water meer zichtbaar te maken voor onze<br />
burgers. Vandaar ook het motto “zichtbaar water als<br />
opwaardering van de leefomgeving”.
Energie uit (riool)water<br />
Ter plaatse van BBB Oliemolenstraat is de eerste<br />
waterkrachtturbine aangelegd. Wanneer de<br />
waterkrachtturbine in de toekomst goed functioneert is<br />
uitbreiding van het aantal waterkrachtturbines mogelijk.<br />
De visie is dat de gemeente <strong>Heerlen</strong> in de toekomst<br />
beschikt over meerdere goed functionerende<br />
waterkrachtturbines. Deze turbines leveren dan een<br />
bijdrage aan de productie van duurzame energie.<br />
Beleefbaar maken van water in <strong>Heerlen</strong> Centrum<br />
(Waterplein)<br />
De uitdaging voor gemeente is om op duurzame wijze<br />
met hemelwater om te gaan en de kwaliteit van de<br />
openbare ruimte te verbeteren, bijvoorbeeld door fraaie<br />
waterpartijen of speelse waterelementen in de openbare<br />
ruimte te creëren.<br />
Andere educatie<br />
De jeugd is de toekomst. Kinderen op jonge leeftijd<br />
anders leren omgaan met water resulteert in een andere<br />
manier van denken. Dit andere denken heeft in de toe -<br />
komst gevolgen voor ons waterbeleid. Bijvoorbeeld:<br />
Meer bewustwording vanuit de burgers inzake omgang<br />
met regenwater in plaats van het stellen van regels<br />
vanuit de overheid om de burgers te dwingen (hand -<br />
having). Een voorbeeld van andere educatie is het<br />
waterleerpad langs de Geleenbeek.<br />
Afkoppelen vuilwater<br />
Het aanleggen van een apart vuilwaterriool voor inzame -<br />
ling van afvalwater. Het bestaande rioleringsstelsel gaat<br />
functioneren als regenwaterstelsel en voor het vuilwater<br />
worden een kleiner systeem aangelegd. Het systeem<br />
voor afvoer van vuilwater herbergt de oorspronkelijke<br />
functie van het afvoeren van fecaliën en het voorkomen<br />
van ziektes. Het geconcentreerde vuilwater kan vervol -<br />
gens efficiënter worden gereinigd of zelfs als grondstof<br />
gaan dienen voor biovergisting.<br />
Toekomstige ontwikkelingen.<br />
Naast de ideeën uit de brainstormsessies spelen andere<br />
invloeden een belangrijke rol in de toekomstige ont -<br />
wikkeling van het watermanagement in <strong>Heerlen</strong>.<br />
Onderstaand zijn de belangrijkste ontwikkelingen<br />
beschreven.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
27<br />
Klimaatverandering<br />
Door het KNMI zijn in 2006 verschillende klimaatscena -<br />
rio’s opgesteld. De voorspelling is dat in de toekomst<br />
vaker hevige buien voorkomen. De klimaatverandering<br />
leidt tot een gemeentelijke opgave om het riolerings -<br />
systeem op basis van haalbaarheid en betaalbaarheid<br />
aan te passen. De aanpak is gericht op de risicobenade -<br />
ring (risico = kans * effect), waarbij risico’s verminderd<br />
kunnen worden door zowel het verminderen van de<br />
kans op wateroverlast als het effect daarvan.<br />
Door het nemen van een transparant besluit over het al<br />
dan niet toepassen van maatregelen wordt de verwach -<br />
tingen van burgers inzake wateroverlast verduidelijkt.<br />
Voor gebieden waar de mogelijkheid bestaat om in te<br />
spelen op klimaatverandering (bijv. herstructurering en<br />
stedelijke vernieuwing), worden extra robuuste maatre -<br />
gelen uitgevoerd. Het accent dient daarbij vooral te<br />
liggen op robuuste bovengrondse inrichtingsmaatregelen,<br />
waarbij overdimensioneren vaak ook minder kostbaar is<br />
(bijv. het terugbrengen van stoepranden ter plaatse van<br />
de vlakke straatprofielen in winkelstraten, zodat water<br />
in het wegprofiel wordt vastgehouden).<br />
Klimaatsituaties 2050
Samenwerking in de waterketen<br />
De rijksoverheid verwacht de komende jaren van ge -<br />
meenten dat zij voortvarend aan de slag gaan om de<br />
kwaliteit, doelmatigheid en transparantie van de ge meen -<br />
telijke wateropgaven te verbeteren. Een mogelijk heid is<br />
het intensiveren van de samenwerking met andere<br />
gemeenten en het waterschap. Via samenwerking<br />
worden de kansen op kostenbesparing benut, maar<br />
vooral gezamenlijk gewerkt aan een goede en kosten -<br />
effectieve uitvoering van de wateropgaven (o.a.<br />
investeringen waterkwaliteit en waterkwaliteit).<br />
De afgelopen jaren is in samenwerkingsverband met het<br />
Waterschap gewerkt aan het uitvoeren van optimalisa -<br />
tiestudies, opstellen van maatregelen voor de kaderrichtlijn<br />
water en het project “Caumerbeek Zichtbaar<br />
Natuurlijk”. Samenwerking met waterschap en andere<br />
gemeenten (Parkstad) wordt in de toekomst geïntensi -<br />
veerd. Naast de huidige samenwerking in het maken<br />
van plannen en het uitvoeren van projecten wordt in de<br />
toekomst ook samengewerkt in het operationele beheer<br />
van de waterketen (bijv. gezamenlijk beheren van de<br />
gemalen, IBA’s, bergbezinkbassins, monitoring en data -<br />
beheer). In de toekomst verschuift de samenwerking<br />
aldus van “samen denken” naar “samen doen”. Ook het<br />
gezamenlijk met andere gemeenten uitvoeren van riool -<br />
renovaties via een gemeentelijk ingenieursbureau<br />
(Parkstad) is een mogelijkheid van schaalvergroting,<br />
waarmee kosteneffectiever kan worden gewerkt.<br />
Hoe om te gaan met regenwater<br />
In <strong>Heerlen</strong> is, sinds 1997, ca. 20 miljoen geïnvesteerd in<br />
het afkoppelen van verhard oppervlak. Met name in<br />
rioolrenovatieprojecten zijn aparte regenwaterriolen aan -<br />
gelegd die het regenwater afvoeren naar infiltratievoorzieningen<br />
of oppervlaktewater.<br />
Vanuit watermanagement een fundamentele omdraaiing<br />
van “burgers moeten draagvlak tonen voor ons water -<br />
beleid” naar “wat kunnen we met water betekenen voor<br />
de kwaliteit van leven?”.<br />
Ontwikkelingen in ecologie, duurzaamheid, recreatie en<br />
energie als kans tegen krimp<br />
<strong>Heerlen</strong> heeft twee beekdalen, de Caumerbeek en<br />
Geleenbeek, met een enorm potentieel. In de beekdalen<br />
zijn mogelijkheden te over om ecologie, duurzaamheid,<br />
recreatie, economie, beleving en energie te ontwikkelen.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
28<br />
<strong>Heerlen</strong> is een krimpstad, wat kansen biedt voor een<br />
nieuwe manier van denken en innovatieve oplossingen.<br />
Bevolkingsdaling is een betrekkelijk nieuw fenomeen en<br />
vergt van alle partijen een omschakeling in het denk -<br />
patroon van ‘meer’ naar ‘minder en beter’. Het vertrek<br />
van de mijnindustrie is door <strong>Heerlen</strong> in het verleden<br />
gebruikt door zich te ontwikkelen als een krachtige stad<br />
en een aantrekkelijk woonomgeving binnen Parkstad<br />
Limburg. Desondanks is de mijnsluiting nog steeds<br />
voelbaar in de regio. Het verlies van werkgelegenheid<br />
heeft voor grote werkloosheid, verloedering en onveilig -<br />
heid gezorgd. Door een tekort aan (hoogwaardige)<br />
werkgelegenheid vertrekken veel ambitieuze jongeren<br />
uit de regio. Daarbij verhuist een groot gedeelte van het<br />
midden – segment naar het financieel aantrekkelijke<br />
buitenland om nog maar niet te spreken over de ver -<br />
grijzing.<br />
Het aanzienlijk versterken en verbeteren van de sociaal -<br />
economische positie van <strong>Heerlen</strong> in een nieuwe periode<br />
van transitie over meerdere collegeperiodes heen vraagt<br />
om innovatie en vernieuwing, nieuwe ideeën en concep -<br />
ten en nieuwe samenhangende prioriteiten. De toekomst<br />
van <strong>Heerlen</strong> valt of staat met het vol lef, ambitie en<br />
tempo werken aan het verbeteren van de woon- en<br />
leefomgevingen (hogere kwaliteit, meer variatie, beter<br />
rood-blauw en groen verbinden, duurzamer, hoogwaardige<br />
voorzieningen). Dit biedt <strong>Heerlen</strong> de kans om mensen te<br />
behouden en aan te trekken bij een sterk krimpende<br />
beroepsbevolking.<br />
<strong>Heerlen</strong> dient van het verbeteren van de woon- en<br />
leefomgeving een topprioriteit te maken omdat het een<br />
grote achterstand in woonaantrekkelijkheid ten opzichte<br />
van andere steden en regio’s moet overbruggen. Op de<br />
woonaantrekkelijkheidsindex van Gerard Marlet neemt<br />
<strong>Heerlen</strong> van de vijftig grootste Nederlandse steden de<br />
laatste plaats in. De woonaantrekkelijkheidsindex<br />
bestaat uit de kwaliteit van de woningen, een histo -<br />
rische binnenstad, het cultuuraanbod, de nabijheid van<br />
natuur, de goede bereikbaarheid van banen en uit<br />
veiligheid. Het verbeteren is ook van belang omdat<br />
‘werken wonen volgt’ en deze relatie, naar verwachting,<br />
voor de toekomst alleen maar sterker zal worden. En<br />
juist de woonaantrekkelijkheidsindex is een goede<br />
voorspeller voor de aantrekkingskracht van steden op<br />
economisch kansrijke bevolkingsgroepen zoals hoog -<br />
opgeleiden en creatieven
De visie is om de beekdalen te herontwikkelen en in te<br />
zetten als verbeteringsmaatregel voor de leefomgeving<br />
en daarmee als maatregel tegen krimp. Het ontwikkelen<br />
van een beleefbaar stuk natuur op loopafstand binnen<br />
de grenzen van <strong>Heerlen</strong> tussen de wijken Heerlerbaan,<br />
Centrum, Heerlerheide en Hoensbroek is een bindmiddel<br />
voor bestaande en toekomstige burgers.<br />
Kaderrichtlijn Water<br />
De kaderrichtlijn water stelt strengere eisen aan de<br />
waterkwaliteit en ecologie van ons oppervlaktewater. In<br />
de toekomst moet ons oppervlaktewater schoner en<br />
natuurlijker worden. Gezamenlijk met de Provincie en<br />
het Waterschap wordt uitvoering gegeven aan de kader -<br />
richtlijn water. Door het herinrichten van onze beekdalen<br />
en vijvers ontstaat een natuurlijk evenwicht van water -<br />
kwaliteit en ecologie. Als gemeente hebben we een taak<br />
om deze pareltjes beleefbaar te maken voor de inwoners<br />
van <strong>Heerlen</strong> en omgeving. De baten van de noodzake -<br />
lijke investeringen in de waterkwaliteit en ecologie<br />
worden zo zichtbaar.<br />
Beheer en Onderhoud<br />
Om de nieuwe ontwikkelingen beter te beheren, gaan de<br />
taken van de beheerder verschuiven van puur object -<br />
beheer naar functioneel beheer en risicomanagement. Te<br />
denken valt aan het op afstand besturen van het ledi -<br />
gingsgedrag van bergbezinkbassins in relatie met het<br />
functioneren van de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Ook<br />
het koppelen van het rioleringsmodel aan het werkelijke<br />
gedrag van het rioleringsstelsel is een toekomstige<br />
ontwikkeling.<br />
Financiële ontwikkelingen<br />
Het rioleringsstelsel is een waardevol systeem waarmee<br />
primair de volksgezondheid wordt gediend.<br />
Het onderhouden en verbeteren van het riolerings systeem<br />
is dan ook van essentieel belang om de volksgezond -<br />
heid op peil te houden. In de toekomst nemen de<br />
uitgaven inzake rioolvervanging toe. De zogenaamde<br />
“babyboomriolen” zijn namelijk aan vervanging toe. Ook<br />
het toekennen van de extra taken betreffende grondwater<br />
en regenwater en de strengere milieueisen van de<br />
Kaderrichtlijn Water zorgen voor hogere uitgaven. Het is<br />
van belang dat het toekomstige inkomstenpatroon afge -<br />
stemd wordt op de toekomstige uitgaven.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
29<br />
Watervisie<br />
De watervisie is ontstaan uit een combinatie van de<br />
toekomstige ontwikkelingen en de ideeën uit de brain -<br />
stormsessies. Transport van afvalwater en regenwater<br />
over grote afstanden vergt een uitgebreid ondergronds<br />
rioolstelsel. De afgelopen jaren is door het aanleggen<br />
van gescheiden stelsels en aparte regenwaterriolen het<br />
rioleringsstelsel van <strong>Heerlen</strong> aanzienlijk uitgebreid. Dit<br />
kapitaal moet doelmatig onderhouden en in de toekomst<br />
vervangen worden. Om uitbreiding van het riolerings -<br />
stelsel tegen te gaan richt de watervisie zich op het<br />
zichtbaar maken van de waterstromen.<br />
In de toekomst gaat al het regenwater zichtbaar afge -<br />
voerd worden, waarbij met name op particulier terrein<br />
opvangvoorzieningen (vijvers) worden aangelegd om het<br />
water ter plaatse vast te houden en te infiltreren. De<br />
gemeentelijke wegenstructuur, verantwoordelijk voor het<br />
afvoeren van het regenwater, is maatgevend bij steden -<br />
bouwkundige plannen. Woningen op laag gelegen<br />
gebieden binnen ontwikkelingsplannen moeten plaats<br />
maken voor wateropvangvoorzieningen.<br />
Afkoppelen huize Eikholt
Infiltratiekratten onder inrit particulier.<br />
Ook in bestaande gebieden wordt de particulier verant -<br />
woordelijk voor het opvangen en infiltreren van het<br />
regenwater dat valt op zijn perceel. Bestaande kolken<br />
worden dichtgezet, zodat het water via natuurlijk verloop<br />
over de weg naar het oppervlaktewater stroomt. De be -<br />
staande woningen die de natuurlijke afwatering belemmeren<br />
dienen te worden gesloopt. Het bestaande ge -<br />
mengde riool is nu te groot en wordt vervangen door<br />
een kleiner riool dat geschikt is voor afvoer van vuilwater.<br />
In het gemeentelijk Waterplan 2001-<strong>2015</strong> staat dat de<br />
beekdalen in de toekomst zijn ingericht om ruimte te<br />
geven aan eerlijk, heerlijk en begeerlijk water. In deze<br />
watervisie willen we verder gaan dan enkel het aspect<br />
water. Het Caumerbeekdal en het Geleenbeekdal gaan<br />
een multifunctionele rol spelen voor <strong>Heerlen</strong> en de<br />
omliggende steden. De twee beekdalen zijn in de toe -<br />
komst heringericht en vormen gezamenlijk een groeneblauwe<br />
corridor door het landschap. Met name het<br />
beleefbaar maken van de beekdalen voor de direct<br />
omwonende en andere recreanten zorgt voor een<br />
positief impuls die zelfs positief werkt tegen krimp.<br />
Van visie naar uitvoering<br />
Met de watervisie is een gedachtebeeld voor de toe -<br />
komst geschetst. Nu is het van belang de juiste weg in<br />
te slaan richting het verwezenlijken van de watervisie.<br />
De weg wordt ingezet door het stellen van doelen op<br />
midden en lange termijn en resultaten in de planperiode<br />
van het beleidsplan stedelijk watermanagement <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
30<br />
Doelstellingen:<br />
het doelmatig en veilig afvoeren van afvalwater;<br />
verhogen bewustwording particulieren voor eigen<br />
mogelijkheden voor duurzaam waterbeheer;<br />
nieuwbouwplannen en gebiedsontwikkelingen duur -<br />
zaam inrichten met zo min mogelijk ondergrondse<br />
riolering;<br />
verhogen belevingswaarde water in openbare ruimte;<br />
scheiden schoonwater en vuilwaterstromen;<br />
het ondergrondse rioleringsstelsel via innovatie ge -<br />
bruiken voor duurzame energie.<br />
Resultaten beleidsplan stedelijk watermanagement <strong>2011</strong>-<br />
<strong>2015</strong>:<br />
invoeren afwateringsverordening inclusief subsidie<br />
voor burgers (WRO)?<br />
aangescherpte ontwerpeisen voor de waterhuishou -<br />
ding bij nieuwbouw en gebiedsontwikkeling kenbaar<br />
maken bij de beleidsafdelingen, ontwikkelaars en<br />
woningstichting;<br />
starten met herinrichting vijverparken;<br />
starten met het ontkluizen van de Caumerbeek en<br />
Loopgraaf;<br />
onderzoek naar vervolg “PILOT” waterkrachtenergie uit<br />
riool;<br />
starten monitoren functioneren rioleringsstelsel.
5. Beleid en Wetgeving<br />
5.1 Inleiding<br />
Voor de uitvoering van gemeentelijke watertaken zijn<br />
vele beleidskaders vanuit Europa, het rijk, de provincie<br />
en waterschappen belangrijk. Het strategische beleid<br />
voor water, milieu en ruimtelijke ordening wordt vooral<br />
door Europa, het rijk (landelijk) en de provincie (regionaal)<br />
opgesteld waarmee zij de ruimte binnen het beleid voor<br />
lagere overheden als waterschappen en gemeenten be -<br />
palen. De provincie Limburg heeft het integraal omgevingsplan<br />
(POL) geactualiseerd waarin de drie beleidsvelden<br />
water, milieu en ruimtelijke ordening gecombineerd zijn.<br />
Daarnaast heeft de provincie Limburg een Provinciaal<br />
Waterplan opgesteld.<br />
Het tactisch/operationeel beleid wordt door waterschap -<br />
pen en gemeenten vastgelegd in waterbeheersplannen,<br />
stroomgebiedsvisies, structuurplannen, gemeentelijke<br />
milieubeleidsplannen, waterplannen en het beleidsplan<br />
stedelijk watermanagement. Het beleid van het water -<br />
schap is gericht op waterkwaliteit en –kwantiteit van<br />
oppervlaktewateren. De plannen van de gemeente zijn<br />
gericht op de ruimtelijke structuur waarvan water onder -<br />
deel uitmaakt. De uitwerking tot operationele plannen<br />
vindt plaats in inrichtingsplannen, beheers- en onder -<br />
houdsplannen, bestemmingsplannen en milieupr0gramma’s.<br />
Hieronder is in vogelvlucht het gemeentelijke water-,<br />
omgevings- en rioleringsbeleid beschreven, dat van<br />
belang is voor het Beleidsplan Stedelijk Watermanage -<br />
ment <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>. Voor een compleet overzicht van het<br />
Europese, landelijke en provinciale beleid op het gebied<br />
van water en riolering wordt verwezen naar bijlage D.<br />
5.2 <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong><br />
Waterplan (2001-<strong>2015</strong>)<br />
Uitgangspunten in het waterplan zijn het watersysteem<br />
en de stroomgebiedbenadering. Het hogere beleid is<br />
goed herkenbaar en vormt het kader van het gemeente -<br />
lijke waterbeleid. Voor de stroomgebieden van de beken<br />
zijn ambitieniveaus bepaald: begeerlijk water als hoogste<br />
doelstelling voor het oorspronggebied van de Rode beek<br />
op de Brunssummerheide, heerlijk water als één na<br />
hoogste voor de stroomgebieden van de Geleenbeek en<br />
de Caumerbeek en eerlijk water als laagste doelstelling<br />
voor de Caumerbeek benedenstrooms van de Oliemolen.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
31<br />
Het POL en het Waterbeheersplan van het waterschap<br />
geven de beken in <strong>Heerlen</strong> een specifiek ecologische<br />
functie, die inhoudt dat de beken in potentie hoge<br />
natuurwaarden kunnen hebben. Daarvoor moet de<br />
waterkwaliteit goed zijn, en zijn de ecologische - en<br />
inrichtingsrandvoorwaarden aanwezig.<br />
Impressie Geleenbeek benedenstrooms A-79<br />
Afkoppelbeleid (2003)<br />
Eind 2003 is het afkoppelbeleid van de gemeente<br />
<strong>Heerlen</strong> door B&W vastgesteld. De belangrijkste<br />
actiepunten zijn:<br />
Kansrijke projecten binnen omvangrijke projecten als<br />
eerste oppakken boven afkoppelprojecten in wijken<br />
(bijvoorbeeld schone bedrijventerreinen). Uit een haal -<br />
baarheidsstudie blijkt dat afkoppelprojecten waarbij<br />
van de burger een directe en actieve betrokkenheid<br />
wordt gevraagd, een hoog afbreukrisico hebben en<br />
een laag rendement. Het kost veel tijd en vereist een<br />
zeer intensief communicatietraject om een project te<br />
realiseren. Belangrijker nog is dat het milieurende ment<br />
laag is, omdat het om een relatief klein aantal aan -<br />
sluitingen gaat. In de voorgestelde projecten is met<br />
een relatief geringe inspanning een hoog milieurende -<br />
ment te realiseren. Bij rioolrenovaties wordt nagegaan<br />
of het ombouwen van een gemengd naar een geschei -<br />
den stelsel zin heeft waarbij ook grotere privé-percelen<br />
die (gemakkelijk) te scheiden zijn meegenomen<br />
worden. Bij deze projecten is vaak vijftig procent van<br />
het verhard oppervlak direct te scheiden/af te koppe -<br />
len; in de loop der tijd wordt dit percentage door<br />
(ver)nieuwbouw steeds hoger.<br />
Aansluitend op het vorige punt wordt niet ingezet op<br />
wijkgericht werken met afkoppelprojecten met uit -<br />
zondering van een aantal deelgebieden in de wijk<br />
Welten. Voor particulieren is er een regeling voor het<br />
afkoppelen van regenwater.<br />
De mogelijkheden van afkoppelen in de gemeente<br />
<strong>Heerlen</strong> worden vastgelegd op een afkoppelkansen -<br />
kaart waar op wijkniveau staat aangegeven waar de<br />
mogelijkheden het grootste zijn.
De kaart geeft aan welke acties nodig zijn om twintig<br />
procent van het verhard oppervlak voor 2020 af te<br />
koppelen en wat de kosten hiervan zijn.<br />
De kostenaspecten van het beheer en onderhoud van<br />
afkoppelprojecten worden in beeld gebracht.<br />
Bekenvisie (2004)<br />
Waar het in de visie om gaat en waar hoog op ingezet<br />
moet worden zijn de natuurlijke afvoer van water, het<br />
structurerende groen, de ecologische verbindingszone<br />
en de beken als belevingsbron voor de bewoners. De<br />
visie schept een kader voor zowel natuurontwikkeling<br />
en de waterhuishouding als verstedelijking en recreatie<br />
in en langs de beekdalen met de nadruk op het bepalen<br />
van de grenzen voor verstedelijking.<br />
Wegbeheerplan (2007-<strong>2011</strong>)<br />
Het onderhoudsniveau van de elementen- en betonver -<br />
hardingen in de gemeente <strong>Heerlen</strong> is goed. Het onderhoudsniveau<br />
van de asfaltverhardingen is door het hoge<br />
percentage achterstallig onderhoud matig tot slecht. Ook<br />
wordt onderhoud, nodig volgens de planningen, uitge -<br />
steld in verband met andere plannen of projecten op die<br />
betreffende locaties.<br />
Aanbrengen asfaltlaag.<br />
Het gemiddelde, benodigde bedrag voor de komende<br />
5 jaren bedraagt bijna 2,6 miljoen euro per jaar. Na <strong>2011</strong><br />
is naar verwachting (leeftijdsopbouw verharding) een<br />
bedrag nodig van ruim 3,7 miljoen euro per jaar.<br />
Het gemiddelde, minimaal noodzakelijke budget volgens<br />
de CROW-systematiek voor groot onderhoud, afgestemd<br />
op de <strong>Heerlen</strong>se praktijk, bedraagt € 2.583.000 per jaar.<br />
Afgezet op het verhardingsareaal van de gemeente is<br />
dat € 0,53 per m 2 per jaar.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
32<br />
Dit bedrag is hoger dan het werkelijk beschikbare<br />
onderhoudsbudget van de gemeente <strong>Heerlen</strong>:<br />
€ 2.206.237,- per jaar (€ 0,45 per m 2 ).<br />
Als gevolg van bijvoorbeeld rioolreconstructies wordt de<br />
onderhoudstoestand van wegen, die voorafgaande aan<br />
de reconstructie mogelijk schade hadden, na de recon -<br />
structie weer goed. Bij de gemeente <strong>Heerlen</strong> wordt in<br />
dergelijke gevallen geen of weinig bijdrage vanuit het<br />
wegbeheer ingebracht. Dergelijk onderhoud heeft dus<br />
een positieve invloed op de kwaliteit van de wegen en<br />
de daarmee samenhangende onderhoudskosten. Geadvi -<br />
seerd wordt om reconstructies zodanig te plannen dat<br />
vooral slechte wegen aangepakt worden. Dat wil zeggen<br />
dat geplande reconstructies afgestemd moeten worden<br />
op de kwaliteit van de bestaande wegen.<br />
Handreiking Duurzaam Inkopen (2010)<br />
Het <strong>Heerlen</strong>s College heeft bij besluit 2009/18024 de<br />
verklaring Duurzaam Inkopen van VROM ondertekend,<br />
met daarin de doelstelling om in 2010 voor 75% en in<br />
<strong>2015</strong> voor 100% duurzaam in te kopen. Daarnaast is op<br />
2 februari 2010 door het College het belang van dit be -<br />
sluit nogmaals onder de aandacht gebracht. Duurzaam<br />
inko pen is geen “uitzondering” maar “regel”, of het nu<br />
gaat om een Europese aanbesteding of een<br />
onderhandse opdracht.<br />
Voor het onderdeel riolering heeft het ministerie van<br />
VROM criteria voor duurzaam inkopen vastgesteld. In<br />
het beleidsdocument staan aandachtspunten voor de<br />
fase vóór en ná de inkopen, achtergrondinformatie,<br />
afwegingen bij de criteria, uitwerking van de criteria in<br />
bestekteksten en uitwerking van de beoordeling van<br />
criteria.<br />
Klimaatbeleidsplan (2010-2020)<br />
<strong>Heerlen</strong> gaat de komende jaren actief aan de slag met<br />
klimaatbeleid. Het doel van het beleid is het terug -<br />
dringen van de CO2-uitstoot met minimaal 20% (ten<br />
opzichte van 1990) door; het verhogen van de energieefficiëntie<br />
met 20% en de inzet van duurzame energiebronnen<br />
met 20% én door zelf het goede voorbeeld te<br />
geven en anderen uit te dagen en stimuleren hier een<br />
bijdrage aan te leveren. <strong>Heerlen</strong> wil deze ambitie in 2020<br />
verwezenlijken. Met het klimaatbeleidsplan wordt hier -<br />
voor de basis gelegd.
Het klimaatbeleidsplan is een uitwerking van de strate -<br />
gische visie Economie en Klimaat, waarin het <strong>Heerlen</strong>se<br />
beleid ten aanzien van nieuwe energie vanuit twee<br />
invalshoeken (economie en duurzaamheid) globaal<br />
wordt beschreven<br />
Een essentieel onderwerp is de organisatie van het<br />
<strong>Heerlen</strong>se klimaatbeleid, waarbij een belangrijke rol is<br />
weggelegd voor de <strong>Heerlen</strong>se Klimaatambassade. Doel<br />
van de Klimaatambassade is het mobiliseren van andere<br />
partijen om een bijdrage te leveren aan het realiseren<br />
van de doelstellingen van het klimaatbeleid.<br />
Door het uitvoeren van de Pilot “Waterkrachtenergie uit<br />
riool” draagt het gemeentelijke rioleringsstelsel bij aan<br />
het behalen van de doelstelling van het klimaatbeleids -<br />
plan.<br />
Structuurvisie <strong>Heerlen</strong> 2040 (<strong>2011</strong>)<br />
De Structuurvisie <strong>Heerlen</strong> 2040 is een ruimtelijke be -<br />
leidsvisie voor de lange termijn en vloeit voort uit de<br />
Wet ruimtelijke ordening. De structuurvisie is in essentie<br />
een ruimtelijk plan waarin economisch, ecologisch en<br />
sociaal beleid is verankerd. Hiermee heeft de structuur -<br />
visie een integraal karakter en raakt alle terreinen van<br />
het gemeentelijk beleid.<br />
Er is gekozen voor het schetsen van een helder, inspire -<br />
rend beeld van de stad in 2040. De specifieke opgave<br />
van de komende periode is vooral de kwaliteit van het<br />
stedelijk en landelijk gebied op een hoger niveau te<br />
brengen. Hierbij kan overigens niet alles vooraf worden<br />
bepaald. Het gemeentelijk beleid zal en moet steeds<br />
alert reageren op ontwikkelingen.<br />
Het stedelijk watermanagement is ook opgenomen in de<br />
structuurvisie. Hierbij is het accent gelegd op aspecten<br />
als krimp en riolering, bewustwording burgers en uit -<br />
breiding regenwaterstructuur.<br />
Nota Milieu & Duurzaamheid (<strong>2011</strong>)<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> werkt in het kader van continuïteit en<br />
integraliteit aan een overkoepelend meerjarig Milieu -<br />
beleidsplan op basis van een visie voor de langere<br />
termijn. Er ontbreekt namelijk een gemeentelijke visie<br />
op het totale palet van milieuthema’s. De gemeente<br />
voert haar wettelijke taken op het gebied van milieu uit<br />
op basis van een sectorale benadering.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
33<br />
Het leefomge vingsplan vormt de enige overkoepelende<br />
bouwsteen, vanuit de visie dat er wordt gestreefd naar<br />
een goede balans tussen gebruik van een gebied en de<br />
leefkwaliteit in dat gebied.<br />
De nota Milieu & Duurzaamheid ziet toe op het verduur -<br />
zamen van werkzaamheden op het gebied van milieu en<br />
leefomgeving en van procesmanagement. Er wordt in -<br />
vulling gegeven aan het begrip duurzaamheid, de<br />
samenhang wordt aangegeven tussen de bestaande<br />
sectorale plannen en ontbrekende beleidsonderwerpen<br />
worden gesignaleerd. Tevens is de bedoeling vroegtijdige<br />
beoordeling van milieukwaliteiten te borgen evenals de<br />
integraliteit van afwegingen ten behoeve van besluitvor -<br />
mingstrajecten, draagvlak te vergroten voor milieu thema’s<br />
en de beeldvorming om te buigen van een probleem -<br />
veroorzakend imago naar een voorwaardenscheppend<br />
imago. Tevens zal het beleid voor natuur- en milieu -<br />
communicatie en -educatie (NME) worden aangepast.<br />
De nota wil er primair aan bijdragen dat duurzaamheid<br />
op alle niveaus een vanzelfsprekend uitgangspunt<br />
wordt: binnen de gemeentelijke organisatie van directie<br />
tot beleidsmakers en uitvoerders. Bij de totstandkoming<br />
van de Nota is heel bewust gekozen voor een participa -<br />
tief proces waarbij in een vroeg stadium input is<br />
ge vraagd van uiteenlopende partijen – zowel intern als<br />
extern – die een rol spelen in de uitvoering van het<br />
milieu- en duurzaamheidsbeleid van de gemeente<br />
<strong>Heerlen</strong>.<br />
Groenbeleidsplan (<strong>2011</strong>)<br />
In het groenbeleidsplan wordt de visie op de gemeente -<br />
lijke groenstructuur vastgelegd. In het groenbeleidsplan<br />
wordt ook aandacht geschonken aan het stedelijk water -<br />
management. Herstel van het natuurlijk watersysteem<br />
wordt nastreven. Infiltratie op of nabij de locatie waar<br />
de regen is gevallen is het motto. Hiermee wordt de<br />
oorspronkelijke grondwaterstromen richting de dalen<br />
hersteld en bron- en broekgebieden ontwikkeld.<br />
Ook Hemelwaterbuffering in groenstructuren is zeer<br />
goed mogelijk, maar dient te passen in het totaalconcept<br />
voor de betreffende structuur. Daarnaast dient bij riool -<br />
renovatieprojecten rekening te worden gehouden met de<br />
aanwezige groenstructuren en de mogelijke wens om<br />
nieuwe groenstructuren te realiseren.
De raakvlakken van groen en blauw binnen de<br />
gemeentelijke beekdalen moeten optimaal benut<br />
worden!<br />
5.3 Regionaal/Landelijk<br />
Regionaal Waterplan Parkstad Limburg 2004-2010<br />
Het Regionaal Waterplan Parkstad Limburg bestaat uit<br />
acht gemeentelijke waterplannen en één overkoepelend<br />
plan voor Parkstad Limburg als geheel. Het waterplan is<br />
een plan zonder wettelijke status, maar is een invulling<br />
van het tactische waterbeleid naast het waterbeheerplan<br />
van het waterschap en de provinciale stroomgebied visies.<br />
Het waterplan geeft de impuls om van een meer secto -<br />
rale/thematische benadering naar een meer integrale<br />
benadering te komen waarin het watersysteem centraal<br />
staat. Aan de verschillende watersystemen worden toe -<br />
komstbeelden toegekend waarvoor gebruik is gemaakt<br />
van de ambitieniveaus Eerlijk, Heerlijk of Begeerlijk<br />
water uit het Waterplan <strong>Heerlen</strong> (2001). Uit de vergelij king<br />
van de huidige situatie en het gewenste toekomst beeld<br />
komen bijna vierhonderd (!) knelpunten. Om deze op te<br />
lossen zijn ruim 280 maatregelen gedefinieerd waarbij<br />
de kosten globaal zijn geraamd op driehonderd á vijf -<br />
honderd miljoen euro.<br />
In het Regionaal Waterplan Parkstad Limburg is een<br />
strategische visie opgesteld waarin is aangegeven, dat<br />
in de gebieden waar voor de inrichting, waterkwaliteit<br />
en waterkwantiteit de problemen het grootste zijn, het<br />
eerste maatregelen worden genomen. Om de toekomst -<br />
beelden te realiseren worden in de planperiode<br />
2004-2010 vooral inspanningen gedaan voor:<br />
Het realiseren van de basisinspanning.<br />
Het verbeteren van het zuiveringsrendement van de<br />
zuiveringen.<br />
Het aanleggen van buffers om de afvoerpieken en<br />
inundaties te voorkómen.<br />
Het herinrichten van beken, en;<br />
Het afkoppelen van verhard oppervlak waar het<br />
milieurendement het hoogst is.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
34<br />
Intergemeentelijke Structuurvisie Parkstad Limburg<br />
(2009)<br />
In de structuurvisie staat dat de tijd rijp is om samen en<br />
vanuit eigen kracht kansrijke lijnen uit te zetten voor<br />
komende 20-30 jaar. Onze regio blijft op een aantal<br />
belangrijke gebieden achter bij haar omgeving: sociale<br />
problematiek, hoge werkloosheid, een te laag regionaal<br />
inkomen, wegtrekkende hoger opgeleide jongeren en<br />
een te langzame groei van startende ondernemingen.<br />
Bovendien treden in Parkstad Limburg ontgroening,<br />
vergrijzing en ontvolking tegelijkertijd en sterker dan<br />
elders op. Nu meer dan ooit is de missie van Parkstad<br />
Limburg relevant en urgent, te weten duurzame econo -<br />
mische structuurversterking van de regio door het<br />
bundelen van de krachten van de zeven gemeenten<br />
Brunssum, <strong>Heerlen</strong>, Kerkrade, Landgraaf, Onderbanken,<br />
Simpelveld en Voerendaal.<br />
Demografische ‘krimp’ maakt kiezen voor kwaliteit<br />
mogelijk<br />
De bevolkingsafname die de regio meemaakt zien wij als<br />
een kans. Een kans om de kwaliteit van de woon-, werk<br />
en leefomgeving duurzaam te versterken. Deze ruimte<br />
willen we nú nadrukkelijk ‘pakken’ om samen te werken<br />
aan een krachtige regio. En dat gaan we doen door in te<br />
zetten op onze herkenbare, unieke pluspunten:<br />
- het vele groen in de directe nabijheid van woonge -<br />
bieden, de landschappelijke rijkdom en de dynamische<br />
afwisseling tussen park en stad;<br />
- sterke natuurlijke beekdalen;<br />
- een rijke culturele en sociale historie;<br />
- fijnmazige sociale structuren met sterke dorpsstads -<br />
kernen die een grote variëteit aan woonmilieus bieden;<br />
- een goede bereikbaarheid, en;<br />
- een hoge dichtheid aan kennisinstellingen, hoogkwali -<br />
tatieve bedrijventerreinen met bovenregionale<br />
bedrij ven en winkelgebieden;<br />
- een sterk toeristisch/recreatief netwerk.<br />
Visie schetst ambities en kansen<br />
Als alle partijen hun krachten bundelen, dan moet het<br />
mogelijk zijn om in 2030 deze kwaliteiten in Parkstad<br />
Limburg te ervaren:<br />
- Meer en beter bereikbaar groen, meer ecologische<br />
kwaliteit en structuur, o.a. door een groter contrast<br />
van stad en land.
- Een sterke economie, voortbouwend op bestaande<br />
kwaliteiten en ontwikkelend op o.a. een innovatieve<br />
energiesector, toeristische dagen verblijfrecreatie, een<br />
hoogwaardige zorginfrastructuur en dito opleidings -<br />
faciliteiten.<br />
- Een geherstructureerd stedelijk gebied met <strong>Heerlen</strong>-<br />
Centrum als Parkstad-centrum; een hoogstedelijke<br />
kern die hoge, gevarieerde woonkwaliteit met passende<br />
voorzieningen biedt voor bestaande én nieuwe kans -<br />
rijke doelgroepen;<br />
- Een uitstekende ontsluiting en bereikbaarheid via een<br />
Parkstadring en het openbaar vervoer, waardoor<br />
Parkstad Limburg ook internationaal een steviger<br />
positie verwerft.<br />
Provinciaal Waterplan Limburg 2010-<strong>2015</strong><br />
Het waterbeleid is volop in beweging. De afgelopen jaren<br />
is het besef gegroeid dat het waterbeleid een internatio -<br />
nale aangelegenheid is, waarvoor de kaders steeds meer<br />
op Europees niveau bepaald worden. Een belangrijke<br />
uitdaging is dan ook de uitvoering van de Europese<br />
Kaderrichtlijn Water (KRW), die in 2009 tot gezamenlijke<br />
(internationale) stroomgebiedbeheerplannen moet leiden.<br />
Ook de uitvoering van de in 2007 vastgestelde Hoogwater -<br />
richtlijn sluit hier bij aan. Daarnaast vraagt klimaatsverandering<br />
en ontwikkelingen op gebied van regionale<br />
wateroverlast, beekherstel, verdrogingsaanpak, drink -<br />
watervoorziening en de uitvoering van de Maaswerken<br />
om een herijking en uitwerking van het waterbeleid uit<br />
het POL2006.<br />
Het waterbeleid in het Provinciaal Waterplan 2010-<strong>2015</strong><br />
omvat de strategische hoofdlijnen voor het provinciale<br />
waterhuishoudkundig beleid. De operationele uitwerking<br />
vindt plaats via POL-aanvullingen en beleidsregels, die<br />
bij de verschillende hoofdstukken genoemd zijn. Samen<br />
met deze uitwerkingen vormt het waterbeleid in het<br />
Provinciaal Waterplan 2010-<strong>2015</strong> het nieuwe provinciale<br />
waterhuishoudingsplan.<br />
Het provinciale waterbeleid bevat de volgende strate -<br />
gische doelen:<br />
• Herstel sponswerking.<br />
• Herstel van de natte natuur.<br />
• Schoon water.<br />
• Een duurzame watervoorziening.<br />
• Een veilige Maas.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
35<br />
Op het concept Provinciaal Waterplan 2010-<strong>2015</strong> heeft de<br />
gemeente <strong>Heerlen</strong> een zienswijze ingediend. In de ziens -<br />
wijze is aangegeven dat gemeente <strong>Heerlen</strong> en andere<br />
gemeenten bedenkingen hebben bij de opgave om de<br />
overstortfrequentie uit overstorten op kwetsbare en zeer<br />
kwetsbare beken terug te dringen. Allereerst worden de<br />
gemeenten die aan deze kwetsbare en zeer kwetsbare<br />
beken zijn gelegen ten opzichte van andere gemeenten<br />
extra belast met maatregelen en investeringen (en dus<br />
lastenverhogingen). Taakverschuiving van deze opgave<br />
naar Waterschap of Provincie zorgt voor een evenredige<br />
verdeling van de kosten over alle burgers van Limburg.<br />
Ook de technische onderbouwing van de aan te leggen<br />
groene bergingen is niet consequent en transparant<br />
bepaald. De piekafvoeren van regenwaterstelsels zijn<br />
bijvoorbeeld achterwege gelaten. Daarnaast is het Water -<br />
schap verantwoordelijk voor de waterkwantiteit en ons<br />
inziens voor het aanleggen van de groene bergingen.<br />
Verder zijn binnen het afstroomgebied van de Geleenbeek<br />
de effecten van overstorten in relatie tot de overige<br />
maatregelen zoals herinrichting beken, diffuse bronnen,<br />
emissie landbouw en rioolwaterzuiveringsinstallatie<br />
onvoldoende onderzocht. Ook de effecten van de reeds<br />
aangelegde maatregelen volgens de basisinspanning<br />
(momenteel in uitvoering) zijn niet bekend.<br />
Voordat aanvullende maatregelen (van in totaal € 80 -<br />
€ 300 miljoen) door gemeenten worden genomen gaat<br />
<strong>Heerlen</strong> dan ook achter diverse aangelegde bergbezink -<br />
bassins de emissie meten met de bijbehorende effecten<br />
op het oppervlaktewater. Aan de hand van deze metingen<br />
wordt vervolgens bepaald of aanvullende maatregelen<br />
voor de Kaderrichtlijn Water nodig zijn.<br />
De zienswijze heeft niet tot aanpassingen van het beleid<br />
van de Provincie geleid.<br />
Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas<br />
2010-<strong>2015</strong><br />
Het Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas<br />
2010–<strong>2015</strong> is het centrale beleidsplan van het waterschap.<br />
Het bevat de beleidsvoornemens voor de periode 2010–<br />
<strong>2015</strong>. Daarnaast wordt een globale doorkijk geboden<br />
naar de verdere toekomst.
Naast de KRW (SGBP Maas) vormen het nationaal water -<br />
plan, het NBW en het provinciaal waterplan Limburg<br />
belangrijke uitgangspunten voor het waterbeheersplan.<br />
Het watersysteem moet op de toekomst worden voor -<br />
bereid. In het Nationaal Bestuursakkoord Water is<br />
afgesproken dat het watersysteem in <strong>2015</strong> op orde moet<br />
zijn. Daarvoor moet het waterschap nog aanzienlijke<br />
inspanningen leveren. Voor een belangrijk deel gebeurt<br />
dit in de planperiode van dit beheersplan. Bij de water -<br />
keringszorg staat veiligheid voorop. De waterkeringen<br />
langs de Maas blijven daarvoor op de afgesproken hoogte<br />
en sterkte. Tevens zorgt het waterschap voor een goede<br />
bescherming van de bebouwde omgeving tegen water -<br />
overlast. Een omvangrijke stedelijke wateropgave maakt<br />
hier deel vanuit.<br />
Water is ook een belangrijke drager van het landschap<br />
en het ecologisch functioneren. Het waterschap reali -<br />
seert zich ook ten volle dat een gezond ecosysteem een<br />
absolute randvoorwaarde is voor de leefbaarheid maar<br />
ook het economisch belangrijke recreatie en toerisme.<br />
Met onder andere een verdere verbetering van de<br />
waterkwaliteit (zuiveren) en een natuurlijke inrichting<br />
van beken wordt getracht om de doelstellingen vanuit<br />
de Kaderrichtlijn Water zoveel mogelijk te realiseren.<br />
In het beheersplan heeft het waterschap het beleid voor<br />
de komende jaren op hoofdlijnen vastgelegd. Dit is deels<br />
een voortzetting van de bestaande aanpak, maar het<br />
bevat ook schetsen van de toekomst en de veranderingen<br />
die nodig zijn om daarop in te spelen. Tevens is aange -<br />
geven wat hiervoor gedaan gaat worden. De uitvoering<br />
van deze taken is hiervoor verdeeld in vijf operationele<br />
programma’s: Plannen, Watersysteem, Veiligheid, Zuiveren<br />
en Instrumenten.<br />
Op het concept Waterbeheersplan Roer en Overmaas<br />
2010-<strong>2015</strong> heeft de gemeente <strong>Heerlen</strong> de hierna volgende<br />
zienswijze ingediend.<br />
Als gemeente <strong>Heerlen</strong> willen we graag geïnformeerd<br />
worden over een mogelijke bijdrage in het achter -<br />
stallig onderhoud van onze visvijvers.<br />
Het is jammer dat de Provincie en het Waterschap<br />
slechts beperkte subsidiegelden beschikbaar stellen<br />
om het doelmatig afkoppelen te stimuleren. De ver -<br />
wachting van minimaal 1% afkoppelen per jaar is<br />
technisch en financieel niet haalbaar.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
36<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> en andere gemeenten hebben be -<br />
denkingen bij de opgave om de overstortfrequentie uit<br />
overstorten op kwetsbare en zeer kwetsbare beken<br />
terug te dringen. Allereerst worden de gemeenten die<br />
aan deze kwetsbare en zeer kwetsbare beken zijn<br />
gelegen ten opzichte van andere gemeenten extra<br />
belast met maatregelen en investeringen (en dus<br />
lastenverhogingen). Taakverschuiving van deze opgave<br />
naar Waterschap of Provincie zorgt voor een evenredige<br />
verdeling van de kosten over alle burgers van Limburg.<br />
Voordat aanvullende maatregelen (van in totaal<br />
€ 80 miljoen - €300 miljoen) door gemeenten worden<br />
genomen gaat <strong>Heerlen</strong> dan ook achter diverse aange -<br />
legde bergbezinkbassins de emissie meten met de<br />
bijbehorende effecten op het oppervlaktewater. Het<br />
Waterschap is geïnformeerd over het gemeentelijk<br />
meetproject. Jammer genoeg wordt geen financiële<br />
bijdrage geleverd om de leemte in kennis te verklei -<br />
nen. Aan de hand van deze metingen wordt vervolgens<br />
bepaald of aanvullende maatregelen voor de Kader -<br />
richtlijn Water nodig zijn.<br />
Een mogelijke subsidiebijdrage van de Provincie en<br />
het Waterschap van € 6 miljoen voor KRW maatregelen<br />
is een druppel op de gloeiende plaat betreffende het<br />
investeringsniveau van € 80 - € 300 miljoen die<br />
gemeenten zouden moeten investeren.<br />
Graag zien wij dan ook in het rapport (conform ambte -<br />
lijke en bestuurlijke afspraken) het ontkluizen van de<br />
Caumerbeek als maatregel in deze periode wordt<br />
opgenomen.<br />
De extra inspanningen voor het opheffen van RWZI<br />
<strong>Heerlen</strong> wil de gemeente <strong>Heerlen</strong> graag in overleg met<br />
het Waterschap Roer en Overmaas en het Waterschaps -<br />
bedrijf Limburg vorm gaan geven.<br />
De zienswijze heeft geleid tot aanpassingen betreffende<br />
het opnemen van het ontkluizen van de Caumerbeek en<br />
het amoveren van RWZI <strong>Heerlen</strong> als maatregelen in deze<br />
planperiode. De overige opmerkingen hebben niet geleid<br />
tot aanpassingen van het beleid van het Waterschap<br />
Roer en Overmaas.<br />
Intensieve samenwerking afvalwaterketen (VNG leden -<br />
brief 11 juni 2010)<br />
<strong>Gemeente</strong>n en waterschappen werken steeds vaker<br />
samen aan het beheer van de afvalwaterketen.
In de huidige context van de bezuinigingsopgave voor<br />
gemeenten en waterschappen zetten de VNG en UvW nu<br />
de stap om de samenwerking verder te intensiveren en<br />
minder vrijblijvend te maken. Hiervoor is een gezamen -<br />
lijke aanpak voor de afvalwaterketen uitgewerkt.<br />
Kostenbesparing door de gezamenlijke aanpak<br />
Het doel van de gezamenlijke aanpak van VNG en UvW<br />
is het bundelen van kennis en capaciteit en het verder<br />
professionaliseren van het beheer van de afvalwater -<br />
keten door de gemeenten en de waterschappen in<br />
Nederland. Het feitenonderzoek geeft aan dat niet alleen<br />
kostenbesparingen in de afvalwaterketen zijn te realise -<br />
ren door het vergroten van efficiëntie (de dingen goed<br />
doen), maar vooral door het vergroten van de effectivi -<br />
teit van investeringen (de goede dingen doen). Met het<br />
bundelen van kennis en capaciteit en het verder profes -<br />
sionaliseren van het beheer zal de effectiviteit van<br />
investeringen verder toenemen. Bovendien vermindert<br />
het de kwetsbaarheid bij een lage personeelsbezetting.<br />
Daarnaast voorziet de aanpak van VNG en UvW in het<br />
terugdringen van de bestuurlijke drukte en een juridische<br />
borging van het samenwerkingsproces, om de vrijblij -<br />
vendheid te beperken.<br />
Concreet hebben VNG en UvW het volgende afgesproken:<br />
1. Aanpassen van wetgeving die in de praktijk belemme -<br />
rend is voor de doelmatigheid in de afvalwaterketen.<br />
2. Het oprichten van bijvoorbeeld een gemeenschappe -<br />
lijke regeling, coöperatie of andere juridische borging<br />
voor de investeringsprogrammering op de schaal van<br />
een of meer zuiveringskringen (tussen gemeenten<br />
onderling en het waterschap).<br />
3. Het uitvoeren van operationele taken op de grotere<br />
schaal van het waterschapsgebied.<br />
Vooruitgang door de gezamenlijke implementatie<br />
Het is duidelijk dat het formuleren van een gezamenlijke<br />
aanpak alleen niet voldoende is. Daarom hebben VNG en<br />
UvW afgesproken gezamenlijk een implementatietraject<br />
te starten.<br />
Er worden modellen ontwikkeld voor de juridische<br />
borging van de samenwerking tussen gemeenten en<br />
waterschap.<br />
Vakinhoudelijke kennis en kunde die nodig is om op<br />
een verantwoorde manier samenwerkingsverbanden<br />
in de afvalwaterketen in te richten wordt geïnventari -<br />
seerd en ontsloten.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
37<br />
De communicatie over het gehele proces zal landelijk<br />
worden gecoördineerd.<br />
De implementatie van de gezamenlijke aanpak zal in 4<br />
fasen plaatsvinden met 3 belangrijke<br />
mijlpalen.<br />
Fase 1: de opstartfase van 1 mei tot 1 juli 2010. Deze<br />
fase is al gestart. UvW en VNG werken samen aan<br />
informeren van hun leden en het verzamelen van de<br />
best practices.<br />
Fase 2: het vaststellen van de bestuurlijke of hoog<br />
ambtelijke trekkers per (set van) zuiveringskring(en) in<br />
de periode 1 juli tot en met 31 december 2010 om het<br />
regionale uitwerkingsproces op te starten en te stimu -<br />
leren.<br />
Fase 3: het maken van bindende afspraken in de periode<br />
1 januari tot en met 31 december <strong>2011</strong> over de juridi -<br />
sche verankering van de samenwerking. Volgend jaar<br />
kunnen gemeenten en waterschappen hun ambities in<br />
de regio duidelijk maken.<br />
Fase 4: het sluiten van een gemeenschappelijke rege ling,<br />
coöperatie of alternatieve regeling in de periode tot en<br />
met 31 december 2012 in meer dan 75% van de zuive -<br />
ringskringen. De gemaakte afspraken krijgen een organisatorische<br />
invulling.<br />
Het zwaartepunt van de implementatie ligt natuurlijk bij<br />
de gemeenten en de waterschappen zelf.<br />
Daar zullen concrete stappen moeten worden gezet om<br />
de aanpak uit te werken en de beoogde kostenbespa -<br />
ringen te realiseren. Alle bestuurlijke en organisatorische<br />
keuzes vinden lokaal plaats.<br />
Best practices<br />
De samenwerking tussen de gemeenten en waterschap -<br />
pen is zoals gezegd niet nieuw. Met het promoten van<br />
succesvolle samenwerkingsverbanden en het stimuleren<br />
van de nieuwe aanpak laten de gemeenten en de water -<br />
schappen zien dat de weg die ingeslagen wordt, zeer<br />
kansrijk is.<br />
5.4 Wateropgave <strong>Heerlen</strong> <strong>2011</strong> en verder<br />
Ontwikkelingen in waterwetgeving en -beleid hebben<br />
voor gemeenten specifieke wateropgaven tot gevolg.
Voor <strong>Heerlen</strong> staan de komende jaren de volgende<br />
belangrijke wateropgaven (zonder volledig te kunnen<br />
zijn) op het programma:<br />
1. Zorgplicht van hemelwater- en grondwaterproblemen<br />
als gevolg van in werking treden van de Wet<br />
<strong>Gemeente</strong> lijke Watertaken (zie paragraaf 6.5 en 6.6).<br />
2. Het Nationaal Bestuursakkoord Water is op 25 juni<br />
2009 geactualiseerd. Hiermee onderstrepen Rijk, pro -<br />
vincies, gemeenten en waterschappen nogmaals het<br />
belang van samenwerking om het water duurzaam<br />
en klimaatbestendig te beheren. De gemeenten rich -<br />
ten zich vooral op de lokale waterproblemen die<br />
veroor zaakt worden door afstromend hemelwater en<br />
grondwateroverlast.<br />
3. Duurzaamheid.<br />
4. Programma meten is weten: bij drie bergbezink -<br />
bassins (BBB’s) in het Geleenbeekdal worden de<br />
vuiluitworp en de effecten van de BBB’s op de<br />
waterkwaliteit en ecologie van de Geleenbeek<br />
gemeten. De uitkomsten hebben mogelijk gevolgen<br />
voor de normen waarop de krw-maatregelen worden<br />
gedimensioneerd.<br />
Visie op de waterketen.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
38<br />
De uit komsten van dit meerjarig meetprogramma,<br />
dat gestart is in 2010, worden verwacht in 2013.<br />
5. Minder inkomsten uit rioolheffing versus een verbre -<br />
ding van het watertakenpakket, hebben invloed op<br />
de algehele staat van de watergebonden infrastruc -<br />
tuur in <strong>Heerlen</strong>.<br />
6. Intergemeentelijke en regionale samenwerking om<br />
doelmatiger en efficiënter te werken, om daarmee<br />
vervolgens een kostenbesparing in de waterteken te<br />
verzilveren.<br />
7. Maatregelen verbeteren kwaliteit oppervlaktewater<br />
(vijvers en beken). Het gemeentelijke beleid is ver -<br />
breed, waarbij naast riolering ook aandacht wordt<br />
besteed aan oppervlaktewater (vijvers en beken).<br />
8. Klimaatverandering vergt een andere manier van<br />
omgaan met hevige regenval en verdroging.<br />
9. Krimp als kans om de stedelijke afwatering robuust<br />
in te richten.<br />
10. Water een centrale plaats in toekomstige grote ont -<br />
wikkelingen, zoals het Maankwartier, de ontwikkeling<br />
van de Zorgvallei en de herstructureringsopgaven<br />
van de diverse stadsdelen (o.a. Hoensbroek en MSP).<br />
11. Realiseren basisinspanning en KRW-maatregelen.
6. Toetsing huidige situatie, gewenste situatie<br />
en strategie<br />
6.1 Inleiding<br />
Door per werkveld de huidige situatie (eind 2010) naast<br />
die van de gewenste situatie te leggen, wordt inzichtelijk<br />
hoe we ervoor staan binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong> en<br />
hoever we verwijderd zijn van het halen van de doelstel -<br />
lingen. Uit deze vergelijking wordt ook duidelijk waar de<br />
komende jaren de nadruk komt te liggen wat betreft de<br />
planvorming, maatregelen en/of monitoring en de inzet<br />
van (personele) middelen.<br />
De huidige situatie is bepaald op basis van:<br />
Het GRP 2006-2010.<br />
Uitgevoerde onderzoeken.<br />
Uitgevoerde werkzaamheden.<br />
Beschikbare informatie over het functioneren van de<br />
riolering.<br />
Het rioolbeheersysteem.<br />
Financiële stand van zaken.<br />
De huidige situatie beschrijft globaal de ontwikkelingen<br />
op rioleringsgebied. Daarnaast is aangegeven hoe de<br />
rioleringsvlag er op dit moment bij staat.<br />
De gewenste situatie beschrijft de situatie waarbij aan<br />
de gestelde wettelijke eisen wordt voldaan. De gewenste<br />
situatie is abstract weergegeven in de watervisie van de<br />
gemeente <strong>Heerlen</strong>.<br />
De strategie beschrijft het plan van handelen (hoe) om<br />
de gewenste situatie te kunnen bereiken. Bij het<br />
bepalen van de strategie voor de planperiode <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>,<br />
zijn weloverwogen keuzes gemaakt over het beleid en<br />
de (methode van) uitvoering.<br />
In de volgende paragrafen wordt achtereenvolgens<br />
ingegaan op de volgende werkvelden:<br />
In- en uitbreiding riolering.<br />
Rioolrenovatie/-vervanging.<br />
Rioolverbetering.<br />
Zorgplicht afvalwater.<br />
Zorgplicht grondwater.<br />
Zorgplicht hemelwater.<br />
Verbeteringen watersysteem (o.a. Caumerbeek<br />
zichtbaar natuurlijk).<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
39<br />
Beheer en onderhoud.<br />
Planvorming en onderzoek (o.a. klimaatontwikkeling,<br />
vergrijzing).<br />
Bedrijfsvoering en planning.<br />
Juridische aspecten.<br />
6.2 In- en uitbreiding riolering<br />
Huidige situatie<br />
Bestemmingsplan wijziging:<br />
Bij bouwplannen waarvoor een bestemmingsplanwijzi -<br />
ging moet worden doorgevoerd is de watertoets wette lijk<br />
verplicht. Met de watertoets wordt in een vroeg stadium<br />
gelet op de waterhuishouding binnen het plan. Bij de<br />
invulling van het te kiezen rioolstelseltype wordt reke -<br />
ning gehouden met lokale omstandigheden en een<br />
duurzame invulling conform het landelijke en provin -<br />
ciale beleid.<br />
Bij de uitvoering van nieuwe projecten worden de kwan -<br />
titeitstrits “vasthouden, bergen en afvoeren”, en de<br />
kwaliteitstrits “schoonhouden, scheiden en zuiveren<br />
(schoonmaken)” gevolgd. Een van de voorwaarden is<br />
het vasthouden/bergen, van hemelwater. De capaciteit<br />
hiervan bedraagt minimaal 3,5 m 3 /100m 2 , dit is 35 mm<br />
(T=25).<br />
Ondergrondse infiltratiebuffer uitgevoerd met kratten en grofkorrelig materiaal.
Om de controleerbaarheid, en gelijktijdig de belevings -<br />
waarde van water (“Water in de stad”, “Anders omgaan<br />
met water”), te vergroten, voeren we in <strong>Heerlen</strong> het<br />
regenwater voor een deel van zijn afvoerroute boven -<br />
gronds (zichtbaar en controleerbaar) af (bijvoorbeeld<br />
vanaf de regenpijp naar een goot of via greppels in<br />
plaats van een ondergrondse leiding). Naast de genoemde<br />
voordelen levert het ook nog een kostenbesparing op. In<br />
de praktijk betekent het, dat voor elk plan maatwerk<br />
geleverd wordt waarbij de lokale omstandigheden (bij -<br />
voorbeeld het maaiveldverloop, de beschikbare ruimte,<br />
aanwezigheid van een tuin) doorslaggevend zijn. Het<br />
aandachtpunt blijft ook de beheersbaarheid van de<br />
betreffende systemen.<br />
Sinds de watertoets wettelijk verplicht is (november<br />
2003) zijn bij de bouwplannen diverse systemen uitge -<br />
voerd voor de behandeling, verwerking en opvang van<br />
het regenwater.<br />
Hierbij volgen enkele voorbeelden hiervan:<br />
(Verbeterd) Gescheiden rioolstelsel binnen het plan -<br />
gebied.<br />
Aansluiting van regenwater buiten plangebied op<br />
gescheiden stelsel, greppels, buffers.<br />
Gescheiden rioolstelsel waarbij het regenwater riool<br />
bestaat uit infiltratiebuizen, kratten.<br />
Regenwater opvangen op eigenterrein en/of afvoeren<br />
naar greppelsysteem of buffers binnen of buiten<br />
plangebied.<br />
Gescheiden secundair riool per woning, tijdelijke aan -<br />
sluiting op gemengd stelsel.<br />
Regenwater van woningen over maaiveld laten stromen<br />
(bijv. vanaf de regenpijp naar een goot of via greppels<br />
in plaats van een ondergrondse leiding).<br />
Regenwater van woningen op eigenterrein met over -<br />
loop op naast gelegen kavel (Hoogveld).<br />
In bijlage F staat een overzichtstekening met de uitbrei -<br />
dingen, waar anders omgegaan wordt met regenwater.<br />
Geen bestemmingsplan wijziging:<br />
Eigenaren of bedrijven die zich gaan vestigen aan be -<br />
staande situatie, worden verplicht regenwater op hun<br />
eigen terrein op te vangen. Hiervoor is vanaf november<br />
2006 de aansluitverordening op het gemeentelijk riole -<br />
ringsstelsel van kracht.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
40<br />
In de verordening staan enkele uitvoeringregels, zodat<br />
de nieuwe eigenaren zonder een adequate oplossing<br />
voor opvang van regenwater geen rioolaansluiting krij -<br />
gen. Een van de voorwaarden bij aanvraag rioolaanslui ting<br />
luidt “het is noodzakelijk dat op het perceel een voor -<br />
ziening is aangelegd voor opvang en infiltratie van<br />
hemelwater, met een overloop naar het gemeentelijk<br />
riool”. De capaciteit hiervan bedraagt minimaal 2 m 3 /100<br />
m 2 , dit is 20 mm (bijv. 35 app. Emmaterrein/Passartweg,<br />
Wijngaardsweg (de Kloe), Kloosterstraat).<br />
Gewenste situatie<br />
De consequenties van het (rijks)beleid zijn niet voor<br />
iedereen vanzelfsprekend, wat betekent dat vanuit de<br />
waterdiscipline missionariswerk nodig is om het anders<br />
omgaan met water op een acceptabele en vooral veilige<br />
manier in de nieuwe plannen te verwerken. Een voor -<br />
beeld is de bestemmingsplannen die niet voorbereid zijn<br />
op de nieuwe manier van omgaan met regenwater: het<br />
vraagt in eerste instantie ruimte voor water op geschikte<br />
plekken. Verder staan projectontwikkelaars (vanwege de<br />
financiële gevolgen) niet te juichen over de gevolgen<br />
voor hun bouwplannen. In het bouwbesluit en de bouw -<br />
verordening zijn geen voorschriften opgenomen die<br />
uitlogende schadelijke materialen, zoals ongecoat zink<br />
en koper, niet meer toestaan. Dit staat op gespannen<br />
voet met het “schoonhouden” van de kwaliteitstrits.<br />
Het is gewenst om meer uniformiteit te creëren in het<br />
toepassen van een waterhuishoudkundig systeem. Een<br />
integrale aanpak binnen de verschillende afdelingen van<br />
de gemeente over alle bouwprojecten is van groot belang<br />
om te komen tot een verantwoorde systeem keuze. De<br />
gemeente kan zodoende duidelijkheid verschaffen aan<br />
planontwikkelaar, bouwers, burgers.<br />
Zichtbaar water in nieuwbouwplan.
Strategie<br />
Het verschaffen van meer uniformiteit binnen de ge -<br />
meente <strong>Heerlen</strong> wordt bereikt door het opstellen van<br />
enkele voorbeelden van systemen met elk hun eigen<br />
uitgangspunten en voorwaarden. Hierbij spelen aspecten<br />
als kosten, ontwerp, aanleg, uitvoering, beheer en<br />
onderhoud een rol. De nieuwe wijze van aansluiten<br />
maakt, dat de rioolontwerpeisen en standaarddetails<br />
herzien moeten worden.<br />
Al bij de initiatieffase een integrale aanpak van (bouw)pro -<br />
jecten, hierbij rekening wordt gehouden met de keuze<br />
van een robuust watersysteem.<br />
6.3 Rioolrenovatie/-vervanging<br />
Huidige situatie<br />
Door het uitvoeren van rioolrenovaties en rioolvervan -<br />
gingen worden de oorspronkelijke functies van het riool,<br />
zoals afvoercapaciteit, waterdichtheid en sterkte, hersteld.<br />
Bij rioolrenovatie wordt de functie van binnenuit hersteld.<br />
Hiervan ondervinden de burgers minder overlast, doordat<br />
de wegopbrekingen beperkt zijn en de uitvoering van<br />
korte duur is.<br />
Relinen hoofriool.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
41<br />
Bij rioolvervangingen worden de functies hersteld door<br />
de oude riolering te verwijderen en nieuwe riolering,<br />
soms op een andere plek, aan te leggen. Dit is (vaak)<br />
een flinke ingreep in de weg met overlast tot gevolg.<br />
Hierbij is het wel mogelijk om het systeem te wijzigen,<br />
bijv. van gemengd naar gescheiden rioolstelsel (anders<br />
omgaan met regenwater).<br />
Bij de keuze tussen rioolrenovatie en rioolvervangen<br />
spelen de volgende argumenten een rol:<br />
Toestand huidige riolering (Is rioolrenovatie wel<br />
mogelijk?).<br />
Hydraulische capaciteitproblemen.<br />
Wegreconstructie.<br />
Toestand infrastructuur.<br />
Systeem wijziging (van gemengd naar gescheiden<br />
rioolstelsel).<br />
Wij beoordelen via rioolinspecties de rioolleidingen die<br />
voor de kwaliteitskenmerken waterdichtheid en stabili -<br />
teit aan vervanging of renovatie toe zijn. Hierbij wordt<br />
onderscheid gemaakt tussen het advies ingrijpen, waar -<br />
schuwen of geen actie nodig. Waarschuwen betekent dat<br />
de leidingkwaliteit discutabel is. De betreffende leidingen<br />
worden met kortere intervallen geïnspecteerd en de<br />
verwachte restlevensduur wordt verkleind tot tien jaar.<br />
Bij ingrijpen zijn maatregelen nodig, omdat de techni -<br />
sche kwaliteit zo slecht is dat binnen één à twee jaar<br />
herstelmaatregelen nodig zijn.<br />
Rioolinspectie, zo hoort een riool van ruim 30 jaar oud eruit te zien.
Tabel 16 en grafiek 2 geven de rioollengten in relatie tot<br />
het aanlegjaar en de kwaliteit. De beheerinformatie is in<br />
zoverre actueel, dat een aantal projecten niet is meege -<br />
nomen door de tijd die nodig is voor de overdracht,<br />
meting en invoering van de gegevens.<br />
Tabel 16. Kwaliteitsgegevens rioleringsstelsel<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Lengte riolering (km) in <strong>Heerlen</strong> in relatie tot de aanlegperiode en de kwaliteit<br />
(in km en % van de geïnspecteerde lengte op "stabiliteit en waterdichtheid"<br />
Aanlegjaar Totale Geïnspec- Percentage Kwaliteit Percentage Kwaliteit Percentage Totaal<br />
lengte teerde van totaal slecht = van geïnspec- discutabel = van geïnspec- percentage<br />
riool lengte ingrijpen teerde lengte: waarschu- teerde lengte: voor actie<br />
(km) (km) (km) ingrijpen wing (km) waarschuwen<br />
1915-1944 25,3 17,7 70,0% 7,5 42,4% 7,4 41,8% 84,2%<br />
1945-1954 36,6 26,8 73,2% 7,7 28,7% 12,2 45,5% 74,3%<br />
1955-1989 273,5 159,8 59,1% 15,8 9,9% 34,8 21,8% 31,7%<br />
1990-2004 104,5 53,6 51,8% 1 1,9% 2,9 5,4% 7,3%<br />
2005-2010 52,1 5,9 11,3% 0,32 5,4% 0,26 4,4% 9,8%<br />
Totaal 492 263,8 54,1% 32,32 12,3% 57,56 21,8% 34,1%<br />
Grafiek 2. Kwaliteitsgegevens rioleringsstelsel<br />
Uit tabel 16 en grafiek 2 blijkt dat bijna 13 procent (32<br />
km) van het geïnspecteerde riool slecht en ruim 21 pro -<br />
cent (57km) discutabel van kwaliteit is. Verder valt op<br />
dat 300 meter nieuw aangelegde riolering als slecht zijn<br />
gekwalificeerd.<br />
42<br />
De slechte kwaliteit wordt veroorzaakt door verkeerde<br />
aanleg door de aannemer. Aan het eind van de riool -<br />
aanleg worden de slechte riolen door de aannemer<br />
afgekocht (extra beheer en onderhoud).<br />
Van ruim 45 procent (224 km) van de riolering is de<br />
kwalitatieve toestand niet bekend. Grofweg genomen,<br />
als de kwaliteit van het gehele riool bekend zou zijn,<br />
verkeert ongeveer 60 km (!) in een slechte staat.<br />
Omdat rioleringsprojecten in de praktijk een samen -<br />
hangend geheel moeten zijn, wordt meer riool gerenoveerd<br />
of vervangen dan alleen de leidingen die van zeer<br />
slechte kwaliteit zijn. Hierbij gaat het om leidingen die<br />
in dezelfde periode zijn aangelegd, maar waarvan het<br />
kwaliteitsverschil (in positieve zin) klein is ten opzichte<br />
van de leidingen die slecht zijn.
Voor de vervangingsstrategie gelden de volgende uit -<br />
gangspunten:<br />
riolen met het advies “ingrijpen” waarvan omwonen den<br />
in de huidige situatie overlast hebben, binnen één à<br />
twee jaar vervangen;<br />
riolen met het advies “ingrijpen” vervangen binnen de<br />
planperiode; hierbij eerst de achterstallige vervangingen<br />
oppakken;<br />
bij projecten die worden geïnitieerd door anderen,<br />
bijvoorbeeld wegreconstructies, wordt bekeken of<br />
meegelift kan worden. Hierbij wordt gelet op de<br />
kwaliteit van de riolering en/of te behalen milieu -<br />
voordelen (afkoppelen of scheiden van waterstromen).<br />
Financieel gezien zijn er de volgende mogelijkheden:<br />
Bij projecten die worden geïnitieerd door anderen<br />
wordt voor de riolering alleen financiële bijdrage<br />
geleverd gerekend met “sleufherstel” (alleen riole -<br />
ringrenovatie/-vervanging en wegconstructie boven<br />
riolering);<br />
Volledige financiering van rioolrenovatie projecten;<br />
Financiering rioolrenovatieprojecten met bijdrage van<br />
derden (wegbeheer, verkeer, groen);<br />
In de afgelopen planperiode 2006-2010 is in totaal<br />
17,5 km, dit is circa 3,5 kilometer (±0,7%) riolering per<br />
jaar gerenoveerd of vervangen. Gemiddeld moest vol -<br />
gens GRP 2006-2010 bij een berekende financiële<br />
vervangingscyclus van de riolering van zeventig jaar<br />
circa 6,5 kilometer bestaand riool per jaar in <strong>Heerlen</strong><br />
aangepakt worden. In de huidige situatie blijkt dat de<br />
achterstand van rioolrenovatie en rioolvervanging niet is<br />
ingelopen, maar juist toeneemt!<br />
Gewenste situatie<br />
De gewenste situatie is het hanteren van de hierboven<br />
genoemde vervangingsstrategie. Prioriteit hebben de<br />
achterstallige vervangingsprojecten en de aan de hand<br />
van inspectie resultaten voortkomende projecten met<br />
het advies “ingrijpen”.<br />
In bijlage G is aan de hand van de vervangingshistorie<br />
de vervangingsleeftijd van het rioleringsstelsel van<br />
<strong>Heerlen</strong> bepaald. Hieruit mag geconcludeerd worden dat<br />
de gemiddelde leeftijd van 70 jaar die in vorige GRP<br />
2006-2010 is toegepast duidelijk te lang is. Voor dit <strong>BSW</strong><br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> wordt gekozen voor een gemiddelde<br />
technische levensduur van 65 jaar.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
43<br />
Rioolinspectie, zware aantasting van de buiswand, gescheurde buis met<br />
instortingsgevaar, dit riool is 58 jaar oud<br />
Op basis van de gemiddelde technische levensduur van<br />
de riolering van 65 jaar moet gezien de huidige totale<br />
lengte van het gemeentelijke rioolstelsel gemiddeld circa<br />
7.5 km riolering per jaar aangepakt worden.<br />
Strategie<br />
De strategie is gericht op werk met werk maken en<br />
gebiedsgerichte rioolvervanging. Het werk met werk<br />
maken heeft betrekking op het afstemmen en samen -<br />
werken met bijvoorbeeld onderhoud aan de weg en<br />
stedenbouwkundige ontwikkelingen, de integrale aanpak<br />
verlaagt de kosten voor het gehele project en beperkt<br />
de overlast voor omwonenden. Het project wordt door<br />
het werk met werk maken in het algemeen complexer,<br />
omdat meer onderlinge afstemming noodzakelijk is.<br />
De tweede pijler van de vervanging is een gebiedsgerichte<br />
vervanging. In de meeste gevallen is het riool in meerdere<br />
straten aan vervanging toe, omdat het aanlegjaar het -<br />
zelfde is. Een voorbeeld hiervan is het project rioolvervanging<br />
Jaargetijdenbuurt. Als een bundeling niet moge -<br />
lijk is, bijvoorbeeld doordat meerdere doorgaande<br />
verkeerswegen afgesloten zijn, worden de projecten na<br />
elkaar uitgevoerd.<br />
Jaarlijks moet, volgens de gewenste situatie, gemiddeld<br />
7,5 km riool vervangen worden. In bijlage H is een<br />
onderbouwing van de verdeling weergegeven van het<br />
vervangen van het gemeentelijk rioleringsstelsel over de<br />
65 jaarscyclus. Deze verdeling is weergegeven in tabel 17.
Tabel 17. Verdeling rioolvervanging <strong>2011</strong>-2075<br />
Door achterstand in rioolvervanging zijn de eerste tien<br />
jaar meer riolering aan vervanging toe als het gemiddelde<br />
van 7,5 km/jaar vervanging. Vervolgens zijn over een<br />
periode van 35 jaar minder rioleringen aan vervanging<br />
toe. De laatste 20 jaar is het noodzakelijk meer riolering<br />
te vervangen. Dit is het gevolg van het aanleggen van<br />
gescheiden stelsels vanaf 1990 tot 2009.<br />
Innovatie:<br />
De strategie van rioolvervanging wordt innovatief aan -<br />
gepakt. In de planperiode wordt efficiënt en effectief<br />
omgegaan met de beschikbare middelen. Onderstaand<br />
volgt een lijst met mogelijkheden om met minder geld<br />
meer kilometers riolering te vervangen:<br />
Meer rioolrenovatie dan rioolvervanging:<br />
Rioolrenovaties hebben een kortere vervangingcyclus<br />
(30 jaar) dan rioolvervangingen (65 jaar). Niet alle<br />
riolering kan technisch worden gerenoveerd. Geen<br />
systeemwijziging, en capaciteitsuitbreidingen meer<br />
mogelijk.<br />
Sleufherstel:<br />
Bij rioolvervanging alleen maar sleufherstel toepassen<br />
en geen financiële middelen uit rioolheffing voor op -<br />
waardering bovenbouw. Geen integrale aanpak, met<br />
mogelijk meer klachten van de burgers. Geen opwaarde -<br />
ring van de bovenbouw.<br />
Meeliften met wegreconstructies:<br />
Rioolvervangingen alleen uitvoeren als de bovenbouw<br />
aan vervanging toe is.<br />
Inspelen op klachten:<br />
Rioolrenovatie/vervanging of alleen reparatie uitvoeren<br />
naar aanleiding van klachten of geconstateerde gebreken.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Periode van vervanging Aanlegperiode Tijdsduur van de Lengte te renoveren/<br />
vervangingsperiode vervangen riolering<br />
in jaar per jaar<br />
<strong>2011</strong>-2020 1915-1954 10 9.5<br />
2021-2055 1955-1989 35 6.5<br />
2056-2070 1990-2004 15 8<br />
2071-2075 2005-2009 5 13<br />
44<br />
Financiering:<br />
Ingezet wordt op volledig onderhoud van het riolerings -<br />
stelsel met bijbehorende beperkte rioolrechtstijging.<br />
1,5% stijging van de rioolheffing<br />
Wanneer de rioolheffing stijgt is doelmatig onderhoud<br />
van het rioleringsstelsel mogelijk. Over de vervangings -<br />
periode van 65 jaar kan 100% van het rioleringsstelsel<br />
worden vervangen.<br />
De achterstand in rioolrenovatie/vervanging neemt over<br />
65 volledig af.<br />
Risico’s:<br />
De risico’s zijn enkel aanwezig indien de<br />
vervangingsproductie in de praktijk niet haalbaar blijkt.<br />
6.4 Rioolverbetering<br />
Huidige situatie<br />
Rioolverbeteringen zijn bedoeld voor het verminderen<br />
van de vervuiling vanuit het rioleringsstelsel naar het<br />
oppervlaktewater, de zogenaamde emissiereductie en<br />
het beperken van wateroverlast door uittredend riool -<br />
water. Daarnaast heeft de gemeente een taak inzake het<br />
verbeteren van het hydraulisch functioneren van het<br />
rioleringsstelsel ter voorkoming van wateroverlast.<br />
Waterkwaliteit:<br />
Riooloverstorten zijn constructies in een gemengde<br />
rioolstelsel die in werking treden als het stelsel ten<br />
gevolge van hevige regenval de grote hoeveelheden<br />
(regen)water niet meer kan verwerken. De aanwezigheid<br />
van overstorten in deze stelsels is noodzakelijk om<br />
(riool)wateroverlast op straat en in woningen te voor -<br />
komen.
Bij riooloverstortingen komt regenwater verdund met<br />
stedelijk afvalwater in het oppervlaktewater terecht dat<br />
daardoor verontreinigd raakt. Om deze reden is in het<br />
begin van de jaren ’90 door de Commissie Integraal<br />
Waterbeheer (CIW, destijds nog CUWVO) bepaald dat een<br />
basisinspanning riooloverstorten gerealiseerd diende te<br />
worden.<br />
De basisinspanning is een afspraak om rioolsystemen<br />
zodanig aan te passen dat de vuiluitworp uit overstorten<br />
van deze systemen wordt verminderd met 50%. Veelge no -<br />
men maatregelen zijn het aanbrengen van bergbezinkbassins<br />
(BBB’s) achter de overstorten.<br />
Om de vuiluitworpreductie te halen werd in de vorige<br />
planperiode het aanleggen van BBB’s (effectgericht),<br />
verbreed met het afkoppelen van verhard oppervlak<br />
(brongericht) en het meten van de werkelijke emissie<br />
vanuit het rioleringsstelsel (optimalisatie). Doel hierbij is<br />
de middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten met een<br />
maximale winst voor het milieu.<br />
Voor het bepalen van de benodigde inhoud van de BBB’s<br />
wordt gebruik gemaakt van het hydrodynamische bere -<br />
keningsprogramma InfoWorks waarbij de vuilemissie<br />
vanuit het rioleringsstelsel moet voldoen aan landelijke<br />
eisen. In <strong>Heerlen</strong> is het door de aanwezige hoogtever -<br />
schillen technisch niet mogelijk berging in het stelsel te<br />
maken, zodat de reductie volledig in BBB’s gerealiseerd<br />
moet worden.<br />
Meten is weten:<br />
Verder is vanaf 2009 het project “Meten is Weten”<br />
operationeel. Met dit project testen we de aangelegde<br />
(en aan te leggen) BBB’s aan praktijkmetingen van de<br />
kwaliteit van het rioolwater, dat via overstorten wordt<br />
geloosd op het oppervlaktewater. Aan de hand van de<br />
kwaliteitsmetingen wordt een beter beeld verkregen van<br />
de werkelijke vuillast van het rioleringsstelsel op het<br />
oppervlaktewater. Deze werkelijke vuillast wordt vervol -<br />
gens gebruikt voor het bepalen van de noodzakelijke<br />
volumes van de nog aan te leggen BBB’s en KRWmaatregelen.<br />
Voor het uitvoeren van de KRW-maatregelen<br />
is van 2016 tot en met 2027 een bedrag gereserveerd<br />
van € 5 miljoen.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
45<br />
Monsternamekast om overstortwater te bemonsteren bij bergbezinkbassin<br />
Nieuw Eyckholt.<br />
Optimalisatie Afvalwatersysteem Studie (OAS):<br />
Waterschapsbedrijf Limburg heeft gemeente <strong>Heerlen</strong><br />
benaderd om mee te werken aan een optimalisatie -<br />
studie van het afstroomgebied richting de zuivering van<br />
<strong>Heerlen</strong> en die van Hoensbroek. In die studie wordt<br />
onder andere gekeken naar verbeteringsmaatregelen<br />
door samenwerking binnen de waterketen onderdelen<br />
riolering en afvalwaterzuivering. De mogelijkheid bestaat<br />
dat een hoger milieurendement wordt behaald door<br />
extra investeringen in het verbeteren van het riolerings -<br />
stelsel vergeleken met investeringen in de zuivering of<br />
vice versa.<br />
Om te voldoen aan de emissienormen zijn al op ver -<br />
schillende locaties binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong> gescheiden<br />
rioolstelsels, regenwaterbergingen, infiltratievoorzie -<br />
ningen en BBB’s aangelegd. <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> voldoet<br />
nog niet aan de gestelde basisinspanning.<br />
Waterkwantiteit:<br />
Bij nieuwbouwwijken en rioolreconstructies wordt de<br />
riolering berekend aan de hand van de ontwerpeisen<br />
van de gemeente.
In de ontwerpeisen wordt rekening gehouden met de<br />
specifieke eigenschappen van het hellende gebied.<br />
Daarnaast wordt ingespeeld op toekomstige klimaat -<br />
verandering. Waar wateroverlast optreedt wordt een<br />
risicoanalyse uitgevoerd over de omvang van de moge -<br />
lijke gevolgschade door de wateroverlast.<br />
Hydraulisch:<br />
Momenteel zijn als gevolg van het uitvoeren van ver -<br />
schillende rioolverzwaringen tussen 1990 en 2000 geen<br />
hydraulische knelpunten aanwezig.<br />
Gewenste situatie<br />
Waterkwaliteit:<br />
Het realiseren van de landelijke basisinspanning door de<br />
aanleg van BBB’s. Aanvullend aan de basisinspanning<br />
wordt vanuit het waterkwaliteitsspoor de emissie-eisen<br />
aan het rioleringssysteem op het oppervlaktewater ver -<br />
scherpt, met de Kaderrichtlijn Water als aanjager. Om<br />
aan de aanvullende eisen te voldoen is op de lange<br />
termijn een robuust rioleringssysteem, dat efficiënt en<br />
effectief functioneert, van groot belang.<br />
Aanleg van een klein bergbezinkbassin met prefab-kokers.<br />
Waterkwantiteit:<br />
In de toekomst gaat het volgens de voorspellingen van<br />
de KNMI vaker en harder regenen. Om het riolerings -<br />
systeem op de buien voor te bereiden wordt bij rioolvervangingen<br />
duurzaam waterbeheer toegepast volgens<br />
de tritsen vasthouden-bergen-afvoeren en schoonhoudenscheiden-schoonmaken.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
46<br />
Dit betekend dat schoon hemelwater van het bestaande<br />
riool gehaald wordt waarmee het bestaande stelsel meer<br />
capaciteit krijgt en dat het schone regenwater op een<br />
natuurlijke manier teruggebracht wordt in het milieu.<br />
Hydraulisch:<br />
De bestaande rioolstelsels van de gemeente <strong>Heerlen</strong> zijn<br />
in staat om neerslaggebeurtenissen conform bui 05 (een<br />
bui die statistisch één keer per jaar voorkomt met een<br />
piekintensiteit van 90 l/s/ha) van de Leidraad Riolering<br />
af te voeren. Alleen bij hevige neerslag kan sprake zijn<br />
van wateroverlast. De optredende wateroverlast wordt<br />
dan gezien als overmacht. In nieuwe situaties bij ver -<br />
vanging of uitbreiding van het rioleringsstelsel worden<br />
de nieuwe rioolleidingen gedimensioneerd op bui 08<br />
(een bui die statistisch één keer per twee jaar voorkomt<br />
met een piekintensiteit van 110 l/s/ha) uit de Leidraad<br />
Riolering.<br />
Illustratie water op straat.<br />
Strategie<br />
Waterkwaliteit:<br />
Samen met onder andere het Waterschap Roer Overmaas<br />
en het Waterschapsbedrijf Limburg wordt binnen de<br />
waterketen gezocht naar maatschappelijk verantwoorde<br />
maatregelen waarbij het milieurendement maximaal is.<br />
Vooralsnog is een keuze gemaakt om eerst de basis -<br />
inspanning te realiseren en vervolgens aan de hand van<br />
metingen te bepalen of aanvullende maatregelen voor<br />
de Kaderrichtlijn Water noodzakelijk zijn.<br />
Monitoring vindt plaats met als doel het functioneren<br />
van het rioleringsstelsel in de praktijk te volgen en te<br />
kunnen toetsen.
Door meer en beter gebruik te maken van de huidige me -<br />
tingen van neerslag, overstortfrequentie en -hoeveelheid,<br />
en pompgegevens in relatie tot de modelberekeningen,<br />
neemt de kennis van het functioneren van het riole -<br />
ringsstelsel toe. Deze kennis wordt onder andere gebruikt<br />
om de inhoud van de nog aan te leggen BBB’s af te<br />
stemmen op de praktijksituatie. Hierdoor worden de<br />
beschikbare middelen voor de realisatie van de BBB’s op<br />
een goede en efficiënte manier ingezet.<br />
De gemeente betrekt het WBL en WRO actief bij de moni -<br />
toring. Hierdoor neemt het draagvlak toe en wordt gezamenlijk<br />
kennis opgedaan over het functioneren van en<br />
toegepast op de waterketen en het watersysteem.<br />
De nog aan te leggen bergbezinkbassins en aanvullende<br />
maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit staan<br />
in tabel 18.<br />
Tabel 18. Investeringen rioolverbetering <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
Maatregelen Inhoud (m3 ) Uitvoering<br />
gereed<br />
Investering<br />
BBB Welterlaan<br />
Afkoppelen Govert<br />
4.000 <strong>2011</strong> € 3.800.000<br />
Flinckstraat - <strong>2011</strong> € 300.000<br />
Riool Laervoetpad - <strong>2011</strong> € 1.900.000<br />
BBB Driesschstraat 2.850 2013 € 3.300.000<br />
BBB Burettestraat<br />
Optimaliseren<br />
asfaltbuffers<br />
De Dem en<br />
812 2014 € 1.500.000<br />
De Vranck<br />
Aanpassen buffer<br />
- 2014 € 1.500.000<br />
RWZI <strong>Heerlen</strong> - <strong>2015</strong> € 1.300.000<br />
Riool Henri Jonastraat <strong>2015</strong> € 700.000<br />
Totaal € 14.300.000<br />
Waterkwantiteit:<br />
Door het opstellen van een hydraulische toetsing van<br />
het functioneren van het aanwezige rioleringssysteem in<br />
combinatie met een veldbezoek wordt beoordeeld in<br />
hoeverre via eenvoudige ingrepen in de openbare ruimte<br />
het risico van wateroverlast tot een minimum kan worden<br />
beperkt.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
47<br />
Water op straat of wateroverlast, afhankelijk van de situatie, in dit geval<br />
vervelend maar zonder noemenswaardige schade dus water op straat.<br />
Hydraulisch:<br />
Bij wateroverlast is het van belang een risicoanalyse op<br />
te stellen.<br />
6.5 Afvalwaterzorgplicht<br />
Huidige situatie<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> heeft de zorg voor de inzameling van<br />
stedelijk afvalwater en het transport daarvan naar een<br />
zuiveringstechnisch werk. Ter plaatse van verschillende<br />
panden in het buitengebied, waar inzameling en transport<br />
van afvalwater naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie<br />
niet doelmatig is, zijn door de gemeente IBA’s (Indivi -<br />
duele Behandeling Afvalwater) geplaatst om ook dit<br />
afvalwater ter plaatse te zuiveren.<br />
Stedelijk afvalwater is afvalwater overwegend afkomstig<br />
van menselijke stofwisseling en van huishoudelijke<br />
werkzaamheden en bedrijfsafvalwater wat qua biologi -<br />
sche afbreekbaarheid hiermee vergelijkbaar is. Voor<br />
ander bedrijfsafvalwater gaat de voorkeur uit naar<br />
zuivering bij de bron, zuivering bij het producerend<br />
bedrijf. Hemelwater en grondwater kunnen nog onderdeel<br />
zijn van afvalwater als dit niet ter plaatse verwerkt kan<br />
worden of gescheiden van het afvalwater kan worden<br />
gehouden.<br />
Gewenste situatie<br />
Inzetten op volledige scheiding van de afvalwaterstromen<br />
van hemelwater en grondwater.
Strategie<br />
Ten aanzien van de afvalwaterzorgplicht (bescherming<br />
van het milieu) hanteren wij de navolgende voorkeurs -<br />
volgorde:<br />
a. het ontstaan van afvalwater wordt voorkomen of<br />
beperkt;<br />
b. verontreiniging van afvalwater wordt voorkomen of<br />
beperkt;<br />
c. afvalwaterstromen gescheiden worden gehouden,<br />
tenzij het niet gescheiden houden geen nadelige<br />
gevolgen heeft voor een doelmatig beheer van afval -<br />
water;<br />
d. huishoudelijk afvalwater en afvalwater dat daarmee<br />
wat biologische afbreekbaarheid betreft overeenkomt<br />
worden ingezameld en naar een zuiveringswerk of<br />
vergelijkbare inrichting getransporteerd;<br />
e. ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d zo nodig<br />
na retentie of zuivering bij de bron, wordt hergebruikt;<br />
f. ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d lokaal,<br />
zo nodig na retentie of zuivering bij de bron, in het<br />
milieu wordt gebracht;<br />
g. ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d, e en f<br />
naar een zuiveringswerk of vergelijkbare inrichting<br />
wordt getransporteerd.<br />
6.6 Grondwaterzorgplicht<br />
Huidige situatie<br />
Sinds 1 januari 2008 is de Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken<br />
van kracht. Dit heeft o.a. geleid tot het toevoegen van<br />
een de zorgplicht voor grondwater. De zorgplicht houd in<br />
dat de gemeente in openbaar gebied zorg draagt voor<br />
het voorkomen van structurele nadelige gevolgen van<br />
grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestem -<br />
ming. De gemeente is aanspreekpunt voor bedrijven en<br />
burgers via een (water)loket. Daar waar de verantwoorde -<br />
lijkheid van de grondwaterpeilen bij het Waterschap of<br />
Provincie liggen, heeft de gemeente de taak om te<br />
bemiddelen. De veroorzaker van nieuwe grondwaterpro -<br />
blemen is verantwoordelijk voor het oplossen van de<br />
problemen. Daar waar de gemeente waterhuishoudkun -<br />
dige maatregelen moet nemen, wordt in eerste instantie<br />
gekeken naar de doelmatigheid.<br />
Grondwaterbeheer:<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> beschikt vanaf 2003 over een grond -<br />
watermeetnet waar dagelijks via dataloggers de grondwaterhoogtes<br />
gemeten worden.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
48<br />
Periodiek worden aan de hand van de meetgegevens<br />
rapportages en kaartmateriaal opgesteld over grond -<br />
waterstanden en grondwaterkwaliteit. De grondwaterkwaliteit<br />
wordt voor het bepalen van het verspreiden<br />
van diffuse verontreinigingen om de twee jaar uitvoerig<br />
in beeld gebracht. Uitgebreide informatie is te achter -<br />
halen in het gemeentelijk bodembeleidsplan.<br />
Peilbuis voor het meten van de grondwaterstand.<br />
Ook wordt om de zes jaar een nieuwe isohypsenkaart<br />
gemaakt. De isohypsenkaart geeft via hoogtelijnen de<br />
gemiddelde grondwaterstand weer. Aan de hand van de<br />
hoogtelijnen kan op iedere locatie in <strong>Heerlen</strong> een grond -<br />
waterstand worden afgelezen. Met het hebben en<br />
onderhouden van een meetnet heeft de gemeente<br />
<strong>Heerlen</strong> deels invulling gegeven aan de grondwater -<br />
zorgplicht.<br />
Momenteel worden de aanwezige drainagesystemen in<br />
de gebieden Slakhorst, Burg. Slangenstraat, Heerlerheide,<br />
Passart en Heerlerbaan niet beheerd en onderhouden.<br />
Inventarisatie gevoelige gebieden:<br />
In 2003 zijn de eerste grondwaterstandmetingen<br />
gebundeld in een rapport opgesteld door Tebodin. In het<br />
rapport zijn de risicogebieden weergegeven waar de<br />
grondwaterstand minder dan drie meter van het<br />
maaiveld is gelegen.
Ook is op basis van ervaring en klachten (uit het klachten -<br />
meldingensysteem) aan te geven waar gevoelige gebieden<br />
zijn te vinden. Vooralsnog wordt overlast aan particu -<br />
lieren als gevolg van lekkende kelder in het kader van<br />
particuliere verantwoordelijk voor waterdichte kelders<br />
afgehandeld. Kaarten betreffende Gewenst Grondwater<br />
en Oppervlaktewater Regime zijn niet opgesteld. Het<br />
actief verlagen van de grondwaterstand via drainage<br />
vindt slecht sporadisch plaats.<br />
De gevoelige gebieden zijn uitvoerig beschreven en op<br />
een overzichtstekening weergegeven in bijlage I.<br />
Aan de hand van de inventarisatie van gevoelige gebie -<br />
den zijn in 2008 extra meetlocaties toegevoegd aan het<br />
meetnet. Via deze extra metingen wordt getracht reeds<br />
in te spelen op de toekomst.<br />
Waterloket:<br />
Momenteel zijn in <strong>Heerlen</strong> slechts incidenteel klachten<br />
over grondwateroverlast. Het heeft dan ook weinig<br />
meerwaarde een speciaal waterloket voor burgers en<br />
bedrijven op te richten. Klachten over grondwater<br />
worden momenteel via de servicetelefoon openbare<br />
ruimte in behandeling genomen.<br />
Gewenste situatie<br />
Het streefbeeld inzake grondwaterzorgplicht is om op<br />
lange termijn zo min mogelijk afvoer van grondwater<br />
naar het gemengde rioleringsstelsel en aldus naar de<br />
rioolwaterzuivering.<br />
De gewenste grondwaterstanden ter voorkoming van<br />
structurele grondwaterproblemen is bepaald op:<br />
Bebouwde gebieden (woningen/handels-en bedrijven -<br />
terreinen) gemiddeld hoogste grondwaterstand van<br />
maximaal 1 meter onder de weg.<br />
Park en openbaar groen bestemmingen geldt een ge -<br />
middeld hoogste grondwaterstand van maximaal<br />
0,5 meter onder het maaiveld.<br />
Ter plaatse van natuurgronden is geen sprake van<br />
structurele grondwaterproblemen. Regulering van de<br />
grondwaterstand is in verband met natuurwaarden<br />
dan ook niet gewenst.<br />
Via de nieuw op te stellen verordening afvoer hemelwater<br />
en grondwater worden bovenstaande gewenste grond -<br />
waterstanden uitgewerkt.<br />
De gemeente voert doelmatig beheer en onderhoud uit<br />
aan de aanwezige drainagesystemen.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
49<br />
Strategie<br />
Een aandachtspunt voor toekomstige grondwateroverlast<br />
is het aanleggen van infiltratievoorzieningen in nieuw -<br />
bouwplannen. Gevolgen voor grondwaterstijgingen en<br />
invloedssfeer op omgeving worden binnen het ontwerp<br />
en uitwerking van de plannen nog onvoldoende meegeno -<br />
men. Wellicht is deze invloed minimaal echter voldoende<br />
afstand tot aanwezige en toekomstige bebouwing is aan<br />
te bevelen.<br />
Binnen in- en uitbreidingsplannen dient in de watertoets<br />
de huidige en toekomstige grondwaterstanden meege -<br />
nomen te worden. Ten aanzien van het afvoer van<br />
grondwater hanteert de gemeente de navolgende voor -<br />
keursvolgorde:<br />
1. aanleg open watergang;<br />
2. integraal ophogen;<br />
3. grondverbetering;<br />
4. aanpassing van bouwwijze of gebruik.<br />
Het grondwaterbeleid wordt verder uitgewerkt in de<br />
procedure bij ruimtelijke plannen (watertoets), verorde -<br />
ning afvoer hemelwater en grondwater, rioolontwerp eisen<br />
en standaarddetails.<br />
De bestaande gebieden waar drainage ligt worden geïn -<br />
ventariseerd, ingevoerd in het rioolbeheersysteem en<br />
meegenomen bij periodiek onderhoud.<br />
De gevoelige gebieden worden in de gaten gehouden.<br />
Klachten over grondwateroverlast worden doelmatig<br />
behandeld.<br />
Bij rioolrenovatieprojecten, zoals de Emmastraat in<br />
Hoensbroek, wordt rekening gehouden met de aanwezige<br />
hoge grondwaterstanden. Bij het constateren van (toe -<br />
komstige) grondwaterproblemen worden extra maatregelen<br />
getroffen zoals het aanleggen van een apart<br />
infiltratietransport riool, die tevens functioneert als<br />
drainage.<br />
6.7 Hemelwaterzorgplicht<br />
Huidige situatie<br />
Na de extreem hoge waterstanden van de rivieren in<br />
1993 en 1995 is vanuit de rijksoverheid nieuw beleid<br />
ontwikkeld om meer duurzaam met hemelwater om te<br />
gaan het zogenaamd “anders omgaan met hemelwater”.<br />
Ook de toekomstige mondiale veranderingen in klimaat<br />
en voortgaande verstedelijking vragen om adequate<br />
oplossingen omtrent duurzaam stedelijk waterbeheer.
Sinds 1 januari 2008 is de Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken<br />
van kracht. Dit heeft o.a. geleid tot het toevoegen van<br />
een zorgplicht voor hemelwater. De gemeente heeft de<br />
zorg voor de doelmatige inzameling van afvloeiend<br />
hemelwater van openbaar terrein. Voor hemelwater van<br />
bedrijven en particulieren geldt een doelmatige inzamel -<br />
plicht, voor zover van degene die zich ervan ontdoet (of<br />
wil ontdoen) redelijkerwijs niet kan worden gevergd het<br />
afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het<br />
oppervlaktewater te brengen.<br />
De perceeleigenaar/gebruiker is dus primair verantwoorde -<br />
lijk voor de verwerking (infiltratie, bufferen, lozen op<br />
oppervlaktewater) van het op zijn perceel vallend<br />
hemelwater. De gemeente kan via de verordening afvoer<br />
hemelwater en grondwater eisen stellen aan de kwaliteit<br />
en hoeveelheid van het op haar stelsel aangeboden<br />
hemelwater.<br />
In het verleden werd het afvalwater en hemelwater<br />
gezamenlijk ingezameld en via rioolleidingen zo snel<br />
mogelijk richting beken en rivieren afgevoerd. Het zo<br />
snel mogelijk afvoeren van het hemelwater uit het<br />
gebied om zo zelf droge voeten te behouden stond<br />
voorop. Door het nieuwe beleid is dit afwentelen van<br />
het waterprobleem naar benedenstrooms gelegen<br />
gebieden niet meer toegestaan. <strong>Gemeente</strong>n moeten nu<br />
oplossingen zoeken om hemelwater los te koppelen van<br />
afvalwater en in het eigen gebied te infiltreren of vast te<br />
houden. Zo wordt schoon hemelwater niet meer met<br />
afvalwater naar een zuiveringsinstallatie afgevoerd.<br />
De gemeente <strong>Heerlen</strong> loopt inzake het “anders omgaan<br />
met hemelwater” voorop in Limburg. Al sinds 1997/1998<br />
wordt in de Schaesbergerweg en Passart Noord het<br />
hemelwater van afvalwater gescheiden en het principe<br />
van duurzaam waterbeheer in de praktijk toegepast.<br />
Daar waar mogelijk en financieel haalbaar vindt bij<br />
reconstructie en/of rioolvervanging ombouw plaats naar<br />
een duurzaam watersysteem.<br />
Vanuit de hogere overheden wordt de werkwijze van de<br />
gemeente <strong>Heerlen</strong> zeer gewaardeerd. Voor ca. 20 pro jecten<br />
is, in het kader van de regeling “eenmalige uitkering<br />
bestrijding regionale wateroverlast” vanuit het ministerie<br />
van Verkeer en Waterstaat, in totaal € 3 miljoen subsidie<br />
toegezegd. <strong>Heerlen</strong> is hierbij een van de vijfenvijftig<br />
gemeenten in Nederland die subsidie krijgen.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
50<br />
Ook heeft de gemeente <strong>Heerlen</strong> het maximum van<br />
€ 91.640,- subsidie gekregen van het Waterschap Roer<br />
en Overmaas voor het afkoppelen van verhard oppervlak<br />
bij de rioolrenovatieprojecten De Koumen, Valkenburger -<br />
weg, Zandweg en Jaargetijdenbuurt.<br />
Anders omgaan met water, regenwateropvang en transport in het midden van de<br />
Valkenburgerweg.<br />
Tot op heden is in <strong>Heerlen</strong> ca. 20 miljoen geïnvesteerd in<br />
het duurzaam omgaan met hemelwater in ca. 42 riool -<br />
renovatieprojecten en 36 uitbreidingsprojecten. Aparte<br />
hemelwatersystemen zijn onder andere aangelegd in de<br />
wijken Maria Christinawijk, Molenberg, Versiliënbosch,<br />
Passart-Noord, Palemig en Heerlerheide en bij rioolver -<br />
vanging in de Schelsberg, Weltertuijnstraat, Ganzeweide,<br />
Schaesbergerweg, Valkenburgerweg, tracé Imstenrader -<br />
weg-Heerlerbaan-September 1944 straat, Stadspark<br />
Oranje Nassau, CBS-weg, Emmastraat, Jaargetijdenbuurt.<br />
In totaal is hierdoor 77 ha verhard oppervlak (120 voet -<br />
balvelden) losgekoppeld van de rioolwaterzuiveringsinstallatie.<br />
Het hemelwater wat op deze oppervlakken<br />
valt wordt nu geïnfiltreerd, vastgehouden en vertraagt<br />
afgevoerd naar de beken. In bijlage F zijn de uitgevoerde<br />
projecten in een overzichtstekening opgenomen.<br />
Bij rioolrenovaties met hoge grondwaterstanden wordt<br />
integraal gezocht naar een waterhuishoudkundig systeem<br />
voor de hemelwateropgave en de grondwateropgave.<br />
Het aanleggen van een apart infiltratie-transportsysteem,<br />
waarbij de functie van drainage wordt gecombineerd<br />
met vasthouden en afvoeren van hemelwater wordt bij<br />
de rioolrenovatieprojecten Heerlerheide, Burg. Slangen -<br />
straat en Nieuwstraat toegepast.
De belevingswaarde voor de burgers van <strong>Heerlen</strong> is<br />
terug te vinden in een constantere afvoer van water<br />
richting het Geleenbeekdal en Caumerbeekdal. Hierdoor<br />
wordt de flora & fauna in deze beekdalen versterkt,<br />
waar inwoners van Parkstad en daarbuiten van kunnen<br />
genieten tijdens een wandeling. Op verschillende<br />
plaatsen liggen waterplassen waar volgens duurzaam<br />
stedelijk waterbeheer het hemelwater wordt vastge -<br />
houden.<br />
In <strong>Heerlen</strong> is de afgelopen jaren, volgens het VNG beleid<br />
en ons afkoppelbeleid, verstandig, doelmatig en efficiënt<br />
omgegaan met het afkoppelen van verhard oppervlak.<br />
Hierdoor behalen we per jaar een hoog afkoppelpercen -<br />
tage van 0,35%.<br />
Meer verhard oppervlak afkoppelen is niet haalbaar. De<br />
kosten voor het afkoppelen van verhard oppervlak be -<br />
dragen jaarlijks ca. € 1,0 miljoen.<br />
Afkoppelbeleid:<br />
In de gemeente <strong>Heerlen</strong> zijn het vooral de kansrijke pro -<br />
jecten met een hoog milieurendement (zoals schone<br />
bedrijventerreinen, schoolgebouwen, parkeerplaatsen)<br />
die opgepakt worden in plaats van afkoppelprojecten in<br />
wijken. De kosten voor afkoppelen zijn het laagst wanneer<br />
meegelift wordt met een reconstructieproject (afkoppe -<br />
len volgend). Afkoppeling van verhard oppervlak waarbij<br />
de gemeente het initiatief neemt (afkoppelen leidend<br />
voor het project), wordt alleen doorgevoerd als de kosten<br />
in verhouding staan tot de beoogde milieuwinst. Daar -<br />
naast is afkoppelen noodzakelijk om in te spelen op<br />
toekomstige klimaatveranderingen waarbij het aantal en<br />
de intensiteit van de buien toenemen.<br />
Bij het bepalen van het al dan niet afkoppelen van<br />
verhard oppervlak wordt gekeken naar de afkoppel -<br />
kansenkaart, waarop de bodemgesteldheid en<br />
infiltratiecapaciteit staat aangegeven. Verder wordt ook<br />
naar het omliggende rioleringsstelsel en de aanwezig -<br />
heid van oppervlaktewater of groengebieden gekeken. In<br />
gebieden waar reeds geïnvesteerd is in waterkwali teits -<br />
verbeteringen, zoals het aanleggen van bergbezinkbassins,<br />
wordt afkoppelen enkel gebruikt om extra<br />
hydraulische capaciteit te verkrijgen om in te spelen op<br />
toekomstige klimaatsverandering.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
51<br />
Stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak<br />
Waterschap Roer en Overmaas:<br />
Vanaf maart 2010 doet gemeente <strong>Heerlen</strong> mee met de<br />
stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak voor<br />
particulieren en bedrijven. <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> is namens<br />
het Waterschap Roer en Overmaas gemandateerd om<br />
deze subsidieregeling voor particulieren en bedrijven te<br />
organiseren.<br />
Via subsidie voor particulieren wordt getracht de bewust -<br />
wording van particulieren inzake duurzaam waterbeheer<br />
te bevorderen. Daarnaast is de regeling een voortzetting<br />
van de in 2003 en 2004 gelopen gemeentelijke subsi die -<br />
regeling voor particulieren, Duurzaam Comfort voor Huis<br />
en Tuin (DCHT). Via de DCHT regeling konden particulieren<br />
subsidie krijgen voor het afkoppelen van hemelwater of<br />
aanschaf van een regenton.<br />
Anders omgaan met water, afgekoppelde regenpijp door de tuin.<br />
Gewenste situatie<br />
In dit Beleidsplan Stedelijk Watermanagement <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
wordt het bestaande beleid inzake afkoppelen herover -<br />
wogen. De vraag die centraal staat bij deze heroverweging<br />
is: Staan de (maatschappelijke) kosten en baten van het<br />
op een andere manier omgaan met hemelwater met<br />
elkaar in verhouding?
De baten van anders omgaan met hemelwater, liggen<br />
vooral in het verbeteren van de milieu- en waterkwali -<br />
teit. Heeft het afkoppelen van verhard oppervlak een<br />
positief effect op het verminderen van riooloverstorten<br />
en het verbeteren van de waterkwaliteit van oppervlakte -<br />
water? Momenteel is niet eens duidelijk of het aanleggen<br />
van de basisinspanning leidt tot aanzienlijke waterkwali -<br />
teitsverbetering van het oppervlaktewater, laat staan<br />
wat de voordelen zijn van afkoppelen. Wel wordt door<br />
het afkoppelen minder “schoon” regenwater vermengd<br />
met afvalwater en hoeft minder water door de water -<br />
zuiveringsinstallatie gezuiverd te worden.<br />
Ook kan anders omgaan met hemelwater leiden tot<br />
minder kans op wateroverlast. Door het aanleggen van<br />
een apart hemelwatersysteem, vaak met buffering, wordt<br />
de afvoercapaciteit vergroot. Verder wordt gezocht naar<br />
een extra afvoer van overtollig hemelwater naar opper -<br />
vlaktewater. Gezien de beperkte wateroverlastproblemen<br />
kun je denken dat afkoppelen niet direct noodzakelijk<br />
is. Het is echter wel van belang om het afwaterings -<br />
systeem voor te bereiden op hevigere buien als gevolg<br />
van klimaatverandering (klimaatproof maken).<br />
De baten voor het afkoppelen van verhard oppervlak<br />
wegen op tegen de kosten. Met name het voordeel van<br />
het aanleggen van een duurzaam robuust systeem voor<br />
de toekomst is het investeren in een apart hemelwater -<br />
systeem waard. Wel wordt in de toekomst gezocht naar<br />
innovatie bij afkoppelprojecten, zodat het aanleggen van<br />
een apart hemelwaterriool zomin mogelijk wordt<br />
toegepast.<br />
In de lijn met de Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken is het<br />
van belang om ook de burger te betrekken bij het anders<br />
omgaan met hemelwater. <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> wil naast<br />
de eigen verantwoordelijkheid de nadruk leggen op de<br />
verantwoordelijkheid van de perceeleigenaar om hemel -<br />
water zoveel mogelijk zelf te verwerken.<br />
Strategie<br />
De strategie van het afkoppelen van verhard oppervlak<br />
van openbaar gebied is gericht op het meeliften met<br />
rioolrenovatieprojecten. De strategie speelt in op de<br />
bezuinigingen van de afgelopen jaren (2009 en 2010) en<br />
de politieke wens om de lastendruk zo min mogelijk te<br />
laten stijgen. De strategie is dan ook dat zoveel mogelijk<br />
wordt ingespeeld op innovatieve oplossingen van<br />
afkoppelen van regenwater.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
52<br />
Voor een veerkrachtig en duurzaam watersysteem<br />
worden daar waar technisch en financieel haalbaar<br />
schoon en vuil water gescheiden. Prioriteit wordt<br />
gegeven aan het afkoppelen bij nieuwbouw (“standstil”)<br />
gevolgd door afkoppelen bij wegreconstructies en/of<br />
rioolvervangingen, en het afkoppelen van grote<br />
bestaande oppervlakken van onder andere scholen en<br />
bedrijven.<br />
Innovatief afkoppelen:<br />
Enkel afkoppelen indien innovatief gebruik kan worden<br />
gemaakt van de openbare ruimte. Dit wil zeggen dat<br />
alleen verhard oppervlak wordt afgekoppeld via een<br />
zichtbare oppervlakkige route. Het aanleggen van een<br />
apart regenwaterriool voor afvoer van hemelwater wordt<br />
slechts beperkt toegepast. Op het budget voor het<br />
afkoppelen van verhard oppervlak wordt dan ook<br />
bezuinigd. Het budget wordt verlaagd van € 1,0 miljoen/<br />
jaar naar € 0,75 miljoen/jaar.<br />
Anders omgaan met water, waterbuffering op een grasdak.<br />
Maken van een grindpaal, boren van het gat, het invoeren van de zanddichte sok<br />
en het vullen van de sok met grofkorrelig materiaal.
Voordeel:<br />
Slechts de krenten worden uit de pap gehaald. Enkel de<br />
projecten waarbij het eenvoudig mogelijk is om af te<br />
koppelen worden nog uitgevoerd. Het rendement van<br />
het afkoppelen is hoog. De kosten - baten analyse is bij<br />
deze projecten hoger.<br />
Risico’s:<br />
Op minder locaties wordt de mogelijkheid benut voor<br />
het aanleggen van een robuust en duurzaam systeem.<br />
De kans en mate van wateroverlast als gevolg van<br />
klimaatsverandering neemt toe, door het niet meer<br />
kunnen reduceren van het aangesloten verhard opper -<br />
vlak op het bestaande rioleringsstelsel. Bij het oppervlakkig<br />
afkoppelen is het noodzakelijk een ander weg -<br />
profiel te kiezen.<br />
Het via communicatie en subsidieregelingen stimuleren<br />
van de burgers om af te koppelen heeft de voorkeur.<br />
Daarnaast wordt als handvat het afkoppelen van ver -<br />
hard oppervlak op particulier eigendom opgenomen in<br />
het Beleidsplan Stedelijk Watermanagement en in de<br />
verordening afvoer hemelwater en grondwater.<br />
In de verordening afvoer hemelwater en grondwater<br />
worden de verplichtingen inzake afkoppelen verhard<br />
oppervlak voor particulieren en bedrijven uitgewerkt.<br />
6.8 Watersysteem<br />
Huidige situatie<br />
<strong>Heerlen</strong> heeft als een van de eerste gemeenten in 2001<br />
een Waterplan opgesteld. Uitgangspunten in het Water plan<br />
2001-<strong>2015</strong> zijn het watersysteem en de stroomgebied -<br />
benadering. Voor de stroomgebieden van de beken zijn<br />
ambitieniveaus bepaald: begeerlijk water als hoogste<br />
doelstelling voor het oorspronggebied van de Roode<br />
beek op de Brunssummerheide, heerlijk water als één<br />
na hoogste voor de stroomgebieden van de Geleenbeek<br />
en de Caumerbeek en eerlijk water als laagste doel -<br />
stelling voor de Caumerbeek benedenstrooms van de<br />
Oliemolen.<br />
Het Waterplan 2001-<strong>2015</strong> beschrijft verschillende maat -<br />
regelen zoals beekherstel en aanleg natuurvriendelijke<br />
oevers. Door taakbeperking als gevolg van bezuinigingen<br />
zijn vanaf 2003 alle maatregelen aan het watersysteem<br />
echter getemporiseerd.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
53<br />
Het provinciale waterplan 2010-<strong>2015</strong> en het waterbeheers -<br />
plan 2010-<strong>2015</strong> van het waterschap geven de beken in<br />
<strong>Heerlen</strong> een specifiek ecologische functie. Dit houdt in<br />
dat de beken in potentie hoge natuurwaarden kunnen<br />
hebben. Daarvoor moet de waterkwaliteit goed zijn, en<br />
ecologische - en inrichtingsrandvoorwaarden aanwezig<br />
zijn.<br />
Beekherstel:<br />
Geleenbeek<br />
Ondanks de bezuinigingen op het Waterplan 2001-<strong>2015</strong> is<br />
de Geleenbeek tussen 2006 en 2009 heringericht. Om de<br />
Geleenbeek nog beter aan te laten sluiten om het land -<br />
schappelijke karakter van haar omgeving, zijn aanvullende<br />
plannen ontwikkeld. De ontwikkeling van de Geleenbeek<br />
tussen de bron in Benzenrade en de Muldersplas in<br />
Schinnen vindt plaats onder de titel Corio-Glana.<br />
Corio-Glana<br />
In 2010 is gestart met het eerste project van Corio-Glana,<br />
het uitbreiden van het Imstenraderbos.<br />
Caumerbeek Oorsprong<br />
Bij de oorsprong van de Caumerbeek is in 2008 een ge -<br />
deelte van de oude Caumerbeek hersteld. Daarnaast is<br />
voor de Caumerbeek Oorsprong (tussen Romeinenstraat<br />
en Gasthuisstraat) samen met het Waterschap Roer en<br />
Overmaas een herinrichtingsplan opgesteld. De planning<br />
is om in <strong>2011</strong>, na het realiseren van bergbezinkbassin<br />
Oliemolenstraat, met de uitvoering te starten.<br />
Overkluisde Caumerbeek en Loopgraaf<br />
Het onderzoek naar het ontkluizen van de Caumerbeek<br />
en Loopgraaf over een lengte van ca. 8 km heeft tussen<br />
2007 tot 2008 plaatsgevonden. De uitkomsten van de<br />
studie is met veel enthousiasme door de bestuurders en<br />
management omarmt. Het project werd vervolgens omge -<br />
doopt tot “Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk”. Om het<br />
project tot uitvoering te brengen, is in het vervolgtraject<br />
verschillende keren bestuurlijk overleg geweest tussen<br />
de gemeente <strong>Heerlen</strong> en het Waterschap Roer en<br />
Overmaas. Tijdens de overleggen is hoofdzakelijk onder -<br />
handeld over de kostenverdeling van het project. Door<br />
het verkrijgen van de Mooi Nederland subsidie van<br />
€ 1 miljoen van het ministerie van VROM, is het project<br />
in een stroomversnelling terechtgekomen.
Begin 2010 is dan ook een intentieovereenkomst met<br />
het Waterschap Roer en Overmaas getekend om het<br />
project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk te gaan<br />
realiseren.<br />
Het project is onderverdeeld in de vijf deelgebieden<br />
Hoensbroek, Loopgraaf, Beersdal, Rennemig en Palemig.<br />
Het deelgebied Hoensbroek is als eerste besteksgereed<br />
voorbereid en de uitvoering is eind 2010 gestart. De<br />
overige deelgebieden worden aansluitend voorbereid en<br />
uitgevoerd.<br />
Voor het project heeft de raad vanuit de rioolheffing een<br />
budget beschikbaar gesteld van € 1,35 miljoen. Dit bedrag<br />
is als investering opgenomen in het kostendekkingsplan.<br />
De overige investeringsbedragen voor het project van<br />
€ 7,75 miljoen worden gedekt uit subsidies en bijdragen<br />
van derden.<br />
Visvijvers:<br />
Binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong> liggen circa 40 oppervlakte -<br />
wateren (vijvers), die voor een deel in eigendom zijn<br />
van de gemeente. Belangrijk hierbij zijn een tiental<br />
grotere vijvers die verspreid over de gemeente onder -<br />
deel zijn van parkachtige structuren. Deze vijvers kunnen,<br />
mits in goede conditie, voor een positieve beleving van<br />
het stedelijke milieu met mogelijkheden voor recreatie<br />
en natuur zorgen.<br />
Een aantal van deze vijvers verkeren echter in een<br />
slechte conditie. In plaats van een meerwaarde voor de<br />
stad, hebben deze vijvers een slechte reputatie. De<br />
vijvers zijn in de zomermaanden regelmatig bedekt met<br />
een dikke laag (blauw)algen, massale vissterfte is niet<br />
ongewoon, het is een verzamelplaats voor zwerfvuil en<br />
incidenteel is sprake van stankoverlast.<br />
Vijver Lotbroek.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
54<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Informatiebord vijvers.<br />
Naar aanleiding van deze problemen is in 2006 onder -<br />
zoek uitgevoerd naar de waterbodem- en waterkwaliteit.<br />
Met als doel inzicht te krijgen in de actuele water(bodem) -<br />
kwaliteit (vaststellen nulsituatie) om vervolgens haalbare<br />
maatregelen te kunnen formuleren.<br />
In tabel 19 zijn van veertien vijvers in <strong>Heerlen</strong> de gemid -<br />
delde waterkwaliteit over 2006, eigendomssituatie en<br />
medegebruik door hengelsportverenigingen opgenomen.
Tabel 19. Inventarisatie vijvers<br />
Uit tabel 19 is op te maken dat enkele vijvers in eigen -<br />
dom van de gemeente waterkwaliteitsproblemen ervaren.<br />
Dit zijn met name twee vijvers in Meezenbroek gelegen<br />
langs de Kasteellaan en de vijvers nabij kasteel<br />
Hoensbroek (worden door de gemeente <strong>Heerlen</strong> gehuurd<br />
van de Stichting ARC). Daarnaast zijn in de afgelopen<br />
jaren waterkwaliteitsproblemen gemeld over de LTMvijver<br />
(ook wel Brikkesviever genoemd) en de vijver<br />
Meezenbroek 1.<br />
De problemen in de meeste vijvers worden veroorzaakt<br />
door een voedselrijke sliblaag. Door gebrekkig onder -<br />
houd en beperkte natuurlijke afbraak is deze sliblaag in<br />
sommige vijvers wel 1,5 m dik. Met onder andere snelle<br />
opwarming van het vijverwater, algenbloei, zuurstof -<br />
tekorten en vissterfte tot gevolg.<br />
Vijver de Rousch en de Weltervijver zijn in 2006 opnieuw<br />
ingericht in het kader van de aanpak van de Geleenbeek.<br />
De waterkwaliteit zal mogelijk significant verbeterd zijn<br />
ten opzichte van de situatie in 2006. Meldingen van<br />
waterkwaliteitsproblemen zijn in ieder geval uitgebleven<br />
in de afgelopen jaren.<br />
Bovengenoemde problemen zijn, door de bezuinigingen<br />
op het Waterplan 2001-<strong>2015</strong>, nooit structureel aangepakt.<br />
De afgelopen jaren is door de gemeente louter aan<br />
symptoombestrijding gedaan.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
vijver gemiddelde eigendom huurovereenkomst<br />
waterkwaliteit HSV's<br />
Benzenraderhofvijver slecht particulier geen<br />
De Rousch* slecht gemeente <strong>Heerlen</strong> geen<br />
Weltervijver* matig gemeente <strong>Heerlen</strong> wel<br />
Vijver Terworm matig Natuurmonumenten geen<br />
LTM – vijver (Brikkesviever) redelijk gemeente <strong>Heerlen</strong> wel<br />
Heidserparkvijver goed gemeente <strong>Heerlen</strong> wel<br />
Vijver Heksenberg/Bruinkoolweg goed gemeente <strong>Heerlen</strong> wel<br />
Vijver de Koumen Zuid goed gemeente <strong>Heerlen</strong> wel<br />
Vijver de Koumen Noord redelijk gemeente <strong>Heerlen</strong> wel<br />
Kasteelgracht Kasteel Hoensbroek matig Stichting Ave Rex Christe geen<br />
Droomvijver Hoensbroek matig Stichting Ave Rex Christe wel<br />
Meezenbroekervijver 1 slecht gemeente <strong>Heerlen</strong> wel<br />
Meezenbroekervijver 2 slecht gemeente <strong>Heerlen</strong> wel<br />
Meezenbroekervijver 3 redelijk gemeente <strong>Heerlen</strong> wel<br />
* heringericht na het onderzoek binnen project Geleenbeek<br />
55<br />
Dit betrof doorgaans het verwijderen van algen- en<br />
krooslagen en het beluchten d.m.v. het toevoegen van<br />
schoon/vers water. Deze maatregelen brengen tijdelijk<br />
verlichting, maar hebben geen structureel positief effect<br />
op de waterkwaliteit.<br />
Gewenste situatie<br />
Beekherstel:<br />
Corio-Glana<br />
Belangrijke opgaven voor de herinrichting van het dal<br />
van de Geleenbeek binnen Corio-Glana zijn:<br />
Herstel van de Geleenbeek en benutten van kansen<br />
voor natuurontwikkeling.<br />
Verbeteren van recreatieve gebruiksmogelijkheden<br />
door het aanbrengen van recreatieve routes voor<br />
wandelaar, fietser, ruiter en koetsier.<br />
Verhogen van de landschappelijke kwaliteit in combi -<br />
natie met aandacht voor cultuurhistorie.<br />
Creëren van toegevoegde waarde voor recreatie -<br />
bedrijven en de landbouw.
Caumerbeek<br />
De gewenste situatie is dat het gehele Caumerbeekdal in<br />
de periode van dit beleidsplan <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> wordt heringe -<br />
richt en voldoet aan de gestelde eisen volgens de<br />
Kaderrichtlijn Water. Waarbij het van belang is om bij het<br />
uitvoeren van de werkzaamheden het beekdal zo breed<br />
mogelijk integraal te beschouwen.<br />
Visvijvers:<br />
Het doel is om goed stedelijk water te bewerkstelligen.<br />
Dat wil zeggen: schoon, biologisch gezond, aantrekkelijk<br />
en veilig.<br />
Schoon:<br />
geen chemische verontreinigingen van bodem en water<br />
(< normen Waterwet, Wet bodembescherming en<br />
Besluit kwaliteitseisen en monitoring water);<br />
weinig organische belasting van water en bodem;<br />
geen (blauw)algenbloei, botulisme of bacteriële ver -<br />
ontreiniging;<br />
doorzicht >40 cm;<br />
geen zwerfvuil.<br />
Biologisch gezond:<br />
voldoende zuurstof (> 5 mg/l);<br />
soortenrijke flora en fauna.<br />
Aantrekkelijk water:<br />
mooi, maar ook ruimte voor beleving en recreatie rond,<br />
op en aan het water;<br />
gevarieerd begroeid, maar niet te dicht (20-40%).<br />
Veilig water:<br />
duidelijke overgangen van land naar water;<br />
oevers met een hoog risico eventueel ontoegankelijk<br />
maken;<br />
zeer flauw aflopende boven- en onderwatertaluds;<br />
geen dichte begroeiing met drijvende planten.<br />
Strategie<br />
Beekherstel:<br />
Corio-Glana<br />
Ontwikkeling van drie highlights te weten: Imstenraderbos,<br />
Zuivering <strong>Heerlen</strong> en omgeving kasteel Hoensbroek.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
56<br />
Caumerbeek<br />
Bij het opstellen van het definitieve ontwerp van de<br />
herinrichting en ontkluizen van de Caumerbeek en<br />
Loopgraaf wordt intensief samengewerkt met het<br />
Waterschap Roer en Overmaas. Verder wordt het plan<br />
zoveel mogelijk integraal tussen de afdeling Beheer &<br />
Onderhoud en Stadsplanning voorbereid. De verbreding<br />
van het project zorgt echter wel voor aanvullende werk -<br />
zaamheden en budgetverhoging. Het verhogen van het<br />
budget wordt zoveel mogelijk gerealiseerd door het aan -<br />
vragen van (extra) subsidies en niet door het verhogen<br />
van de bijdrage uit de rioolheffing. Het uitgangspunt is<br />
dan ook dat met het gemeentelijk beschikbaar gestelde<br />
budget van € 1,35 miljoen het project Caumerbeek<br />
Zichtbaar Natuurlijk gerealiseerd moet worden. Overige<br />
kosten worden gedekt door een bijdrage van het<br />
Waterschap Roer en Overmaas en door subsidies.<br />
Impressie Caumerbeek.<br />
Om het bovenstroomse deel van de Caumerbeek her in<br />
te richten is in het kostendekkingsplan een budget<br />
opgenomen van € 0,5 miljoen voor Caumerbeek Oorsprong<br />
en € 0,5 miljoen voor Caumerbeek Meezenbroek.<br />
Visvijvers:<br />
In de aanpak van de waterkwaliteitsproblemen, dient<br />
voor iedere vijver een aparte strategie bedacht te worden.<br />
Waar bij de vijvers in Meezenbroek ingezet zal worden<br />
op grootschalige baggerwerkzaamheden en aanleg van<br />
natuurvriendelijke oevers, is er bij andere vijvers meer<br />
behoefte aan kleinschalig baggerwerk, herstel van oever -<br />
beschoeiingen en inrichten van paaiplaatsen voor vis.<br />
Door veldbezoeken (inventarisatie), monitoring van de<br />
water(bodem)kwaliteit en nauw contact met hengel -<br />
sportverenigingen kunnen we per vijver de specifieke<br />
maatregelen bepalen.
In totaal is in de periode <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> € 1,0 miljoen beschik -<br />
baar voor grootschalig onderhoud. De vijvers worden<br />
gefaseerd aangepakt, waarbij begonnen wordt met de<br />
vijvers in Meezenbroek.<br />
6.9 Beheer en onderhoud<br />
Inleiding<br />
Door het beheren en onderhouden van het riolerings -<br />
stelsel zorgen we ervoor dat het rioleringsstelsel een<br />
goede werking heeft en de doelstellingen bereikt waar -<br />
voor het aangelegd is: het inzamelen van vuilwater en<br />
het afvoeren van vuilwater, overtollig regen- en<br />
grondwater.<br />
Huidige situatie<br />
Areaal<br />
Voor het beheer en onderhouden van het riolerings -<br />
stelsel is het van groot belang dat we weten wat we<br />
beheren: op welke locatie ligt een onderdeel van het<br />
stelsel en wat zijn de bijbehorende kenmerken. Hiervoor<br />
maken we gebruik van diverse beheersystemen.<br />
Leidingen en putten houden we bij in het programma<br />
dgDIALOG. De pompen beheren we in Aquaview en<br />
Aquavision.<br />
De kengetallen van ons rioleringsstelsel zijn per 1 januari<br />
<strong>2011</strong>:<br />
- 492.963 meter totale lengte hoofdriool hiervan is<br />
489.294 meter vrijvervalriool;<br />
- 13.938 rioleringsputten;<br />
- 23.512 kolken;<br />
- 165 lijngoten;<br />
- 68 pompen verdeeld over 54 gemalen;<br />
- 7 regenmeters;<br />
- 30 overstorttellers;<br />
- 8 individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater<br />
(IBA);<br />
- 12 bergbezinkbassins met hierin in totaal 37 spoel -<br />
pompen en 18 spoelkleppen;<br />
- 2 bergbezinkbassins die beheerd en onderhouden<br />
worden door anderen (Waterschapsbedrijf Limburg en<br />
gemeente Schinnen) waarbij wij bijdragen in de kosten<br />
voor het opvang van ons water;<br />
- 48.300 huisaansluitingen;<br />
- 38 overstorten;<br />
- 1.132 ha verhard oppervlak;<br />
- 45.450 ha gemeentelijk oppervlak;<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
57<br />
- 1 monstername installatie;<br />
- 1 rioolturbine.<br />
De ligging en bijbehorende kenmerken van bovenstaande<br />
onderdelen zijn bij ons bekend. Indien gegevens wijzi gen,<br />
veranderen we dat in het beheersysteem. We moeten<br />
echter constateren dat we niet alle noodzakelijke gege -<br />
vens ontvangen in de fase van overdracht van uitvoering<br />
naar beheer en onderhoud, alhoewel dit onderdeel alle<br />
vele jaren de aandacht heeft in onze werkprocessen. Dit<br />
is vaak te wijten aan onbekendheid van de werkproces -<br />
sen, communicatie of het stellen van andere prioriteiten.<br />
We weten nog niet precies hoeveel meters onverharde<br />
en verharde greppels we hebben die van belang zijn<br />
voor de afwatering. We weten wel waar de greppels liggen.<br />
De ligging van ons secundair rioolstelsel is op de meeste<br />
locaties niet bekend. We houden dit gegeven niet apart<br />
bij. Voor de hydraulische berekening van het stelsel<br />
heeft het geen toegevoegde waarde om het secundair<br />
stelsel in kaart te hebben. Voor de wet informatieover -<br />
dracht ondergrondse netwerken wordt het wel steeds<br />
belangrijker om ook dit in kaart te hebben. Vooralsnog<br />
voorzien we voor deze wet in aanlevering van de stan -<br />
daardligging van het secundair rioolstelsel.<br />
Van de ca. 48.000 bestaande huisaansluitingen hebben<br />
we ca. 11.000 aansluitingen vastgelegd op kaartjes, die<br />
digitaal te raadplegen zijn in pdf-formaat.<br />
Inspectie<br />
Naast weten wat we beheren is weten welke kwaliteit<br />
het rioleringsstelsel heeft een ander belangrijk onderdeel.<br />
De kwaliteit geeft aan in welke toestand iets verkeert.<br />
Hierdoor kunnen we maatregelen opstellen voor de<br />
korte, middellange en lange termijn. Een geschikt<br />
instrument hiervoor is inspecteren. We inspecteren de<br />
leidingen onder vrijverval één keer in de tien jaar. Dit<br />
komt bij het huidige areaal neer op 49 km per jaar.<br />
Hierbij inspecteren we de gehele leidinglengte met een<br />
videocamera. De gegevens van deze inspectie nemen we<br />
op in het beheersysteem. Voordat we inspecteren reini gen<br />
we het riool, zodat de toestand van het riool duide lijker te<br />
bepalen is. 66% van ons rioleringsstelsel is geïnspecteerd.<br />
Hiervan is 54,1% geïnspecteerd met een videocamera en<br />
de overige middels de niet meer gebruikte methode van<br />
putinspectie.<br />
Deze laatste methode levert een te lage betrouwbaar -<br />
heid van de kwaliteit van het stelsel op, omdat alleen<br />
vanuit de put een gedeelte van de leiding wordt<br />
bekeken. We passen deze methode niet meer toe.
Rioolinspectie, een rijdende videocamera voor kleine buizen.<br />
Alle pompen worden naast de gebruikelijke wekelijkse<br />
controle twee keer per jaar geïnspecteerd waarbij de<br />
geconstateerde aspecten vastgelegd worden in een<br />
inspectierapport. De wekelijkse controle richt zich op de<br />
huidige werking en de inspectie op de toestand van de<br />
pomponderdelen en de gehele gemaalconstructie ter<br />
plaatse.<br />
Verder inspecteren we jaarlijks de greppels, open buffers<br />
en rioleringsonderdelen zoals wervelventielen en<br />
schuiven.<br />
We inspecteren niet planmatig ons secundair riolerings -<br />
stelsel en de huisaansluitingen. We inspecteren hier<br />
alleen als dit noodzakelijk of te wel als er klachten zijn<br />
van omwonenden. Deze inspectiegegevens houden we<br />
niet bij in een beheersysteem, omdat we ook de overige<br />
gegevens van het secundair stelsel niet bijhouden.<br />
Maatregelen - onderhoud<br />
Op basis van de inspectiegegevens bepalen we welke<br />
maatregelen nodig zijn. Voor de leidingen kun je hierbij<br />
bijvoorbeeld denken aan vervangingen. Dit is nader<br />
uitgewerkt in paragraaf 6.3.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
58<br />
Maatregelen die we in de beheer- en onderhoudsfase<br />
nemen zijn wortelfrezen en extra reinigingen. Vooraf aan<br />
de inspectie wordt de onderhoudsmaatregel reiniging al<br />
uitgevoerd. We reinigen het regenwaterriool met een<br />
diameter kleiner dan 50 cm niet. Inspectie-ervaring heeft<br />
ons geleerd dat we in het algemeen ervan uit kunnen<br />
gaan dat deze riolen schoon zijn. Het is dus zonde van<br />
het geld om deze toch te reinigen. Blijkt tijdens de<br />
inspectie dat een enkele leiding toch vuil is dan reinigen<br />
we natuurlijk alsnog.<br />
We vervangen gemalen en pompen en voeren onderhoud<br />
uit aan greppels en buffers. Dit laatst genoemd onder -<br />
houd wordt uitgevoerd door groenaannemers, omdat dit<br />
onderhoud bestaat uit cultuurtechnische maatregelen<br />
zoals maaien en snoeien.<br />
Daarnaast voeren we ook klein onderhoud uit aan ons<br />
rioolstelsel. Dit onderhoud is hoofdzakelijk gebaseerd op<br />
de meldingen die binnenkomen op het servicenummer<br />
openbare ruimte 045 – 5604000. Burgers kunnen via dit<br />
nummer melding maken van niet gewenste situaties die<br />
zij constateren zoals bijvoorbeeld een verstopte kolk,<br />
wateroverlast of verstoppingen. Wij bekijken deze<br />
meldingen en bepalen vervolgens welke maatregelen<br />
noodzakelijk zijn. Deze maatregelen lopen zeer uiteen<br />
van het ontstoppen van een kolk tot het inspecteren<br />
van de huisaansluiting.<br />
Voor verstoppingen van de huisaansluitingen hebben we<br />
een aparte regeling. Indien de verstopping op gemeente -<br />
lijk terrein ligt, zijn de herstelkosten voor de gemeente<br />
mits de bewoner gebruik gemaakt heeft van de door ons<br />
aangewezen firma. Ligt de verstopping op privéterrein<br />
dan is exact bekend wie de veroorzaker is en deze<br />
betaald dan ook; de bewoner dus.<br />
Het financieel budget hebben we nog niet onder controle.<br />
Alleen door constante bewaking van het budget en stop -<br />
pen met werkzaamheden zodra het budget op is, is de<br />
financiële situatie beheersbaar. Indien gevaarlijke<br />
situaties ontstaan, voeren we wel nog werkzaamheden<br />
uit. Dit brengt echter risico’s met zich mee. Door het<br />
niet uitvoeren van klein onderhoud kan de kwaliteit van<br />
het stelsel verslechteren waardoor later omvangrijkere<br />
en duurdere maatregelen nodig zijn. De ontevredenheid<br />
van de burgers neemt toe, omdat we hun meldingen<br />
niet meer afhandelen met uitzondering van gevaarlijke<br />
situaties. We maken jaarlijkse een analyse van de<br />
uitgevoerde werkzaamheden.
We hebben echter nog niet de bepalende indicatoren<br />
voor voorspelling van het benodigd budget kunnen vast<br />
stellen. Tevens is het budget afhankelijk van binnen -<br />
komende meldingen over schade en overlast.<br />
Verder sluiten we woningen en bedrijfspanden aan op<br />
het rioleringsstelsel. Hiervoor betaalt de aanvrager een<br />
bedrag wat vastgelegd is in onze aansluitverordening uit<br />
2006.<br />
Een adequate werking van onze pompen is van belang.<br />
We controleren de werking wekelijks, omdat we willen<br />
voorkomen dat er overlastsituaties optreden. We werken<br />
met twee merken pompen en hebben voor elk een<br />
sofwareprogramma dat naast beheersysteem ook als<br />
onderhoudssysteem werkt. Indien een calamiteit ontstaat<br />
bij een gemaal meldt het gemaal dit bij het onderhouds -<br />
syteem en ook via sms aan de verantwoordelijke<br />
medewerkers. Hierdoor kunnen we adequaat en snel<br />
reageren op onverwachte situaties. Omdat we twee<br />
medewerkers in dienst hebben die dagelijks bezig zijn<br />
met het onderhoud hiervan en ook een wachtdienst<br />
kennen voor dit onderdeel, beperken we de overlast tot<br />
een minimum.<br />
Naast huis- en bedrijfsaansluitingen zijn de kolken en<br />
roosters de toevoerbron voor het rioleringsstelsel. De<br />
kolken inspecteren we niet. We hebben een zogenaamd<br />
kolkenbestek waarin opgenomen is welke kolken en<br />
roosters hoe vaak geledigd worden. De standaard is<br />
twee keer per jaar reinigen. Een aantal kolken vervuild<br />
echter door de ligging meer dan gemiddeld waardoor<br />
twee extra reinigingsbeurten nodig zijn. Het opheffen<br />
van verstoppingen en vervanging van kapotte kolken<br />
behoort bij het klein onderhoud van het rioolstelsel.<br />
Gewenste situatie<br />
Areaal<br />
Het overgrote gedeelte van ons rioleringsstelsel is reeds<br />
bekend. Hierbij is wel een regelmatige actualisatie van<br />
gewijzigde gegevens van belang. Mede door de invoe -<br />
ring van de wet WION is de actualisatie vastgelegd op<br />
20 werkdagen na wijziging. Verder vloeit uit deze wet<br />
voort dat we ons secundair stelsel ook in kaart moeten<br />
brengen. In <strong>2015</strong> wordt bepaald of digitale vastlegging<br />
van huisaansluitingen wordt ingevoerd.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
59<br />
Inspectie<br />
We willen van elk onderdeel weten wat de toestand is,<br />
zodat we weten wanneer we moeten ingrijpen. De taken<br />
van de beheerder verschuiven van puur objectenbeheer<br />
naar functioneel beheer en risicomanagement. We willen<br />
weten welke risico’s we nemen. Hierdoor voorkomen we<br />
gevaarlijke situaties, maar kunnen we ook beter plannen<br />
door werkzaamheden met andere vakgebieden te combi -<br />
neren. Hierdoor is het mogelijk om werk met werk te<br />
maken en de overlast voor omwonenden en ander<br />
belanghebbende te beperken.<br />
Maatregelen - onderhoud<br />
We willen tijdig weten welke maatregelen noodzakelijk<br />
zijn, zodat we onze budgetten hierop kunnen inrichten.<br />
Het budget voor klein onderhoud willen we kunnen<br />
voorspellen met een beperkte marge van onzekerheid<br />
c.q. onverwachte zaken.<br />
Strategie<br />
Areaal<br />
Door de samenvoeging van bureau Stadsinfra en de<br />
afdeling beheer en onderhoud ontstaan nieuwe kansen<br />
om de actualisatie van de gegevens te bevorderen en te<br />
versnellen. Hierbij is het van belang dat we met elkander<br />
blijven werken aan goede werkprocessen en werkafspra -<br />
ken. In deze planperiode maken we een plan van aanpak<br />
hoe we het areaal van het secundaire stelsel in kaart<br />
gaan brengen en eventueel ook van de huisaansluitingen.<br />
De inventarisatie van deze gegevens is een omvangrijk<br />
project, daar niet alle gegevens op tekening bekend is en<br />
waarschijnlijk veldwerk verricht moet worden.<br />
Inspectie<br />
We inspecteren middels een videocamera de gehele<br />
strenglengte. In 2014 is het gehele vrijverval stelsel<br />
geïnspecteerd op deze wijze. In 2014 bepalen we de<br />
reeks voor de volgende ronde.<br />
Naast deze planmatige inspectie blijven we de strengen<br />
monitoren die behoren tot “achterstallig onderhoud”.<br />
Alhoewel uit de inspectie blijkt dat de gebreken aan een<br />
streng ernstig zijn, spelen de factoren omliggende<br />
ondergrond, verkeersbelasting, hydraulische belasting<br />
(hevige regenbuien) ook een rol bij het bezwijken van<br />
een streng. Het is een uitdaging om deze factoren ook<br />
mee te kunnen nemen in een vervangingsplanning.
De greppels, open buffers en rioleringsonderdelen<br />
blijven we jaarlijks inspecteren.<br />
Voor de ondergrondse betonnen bergbezinkbassins gaan<br />
we in de komende planperiode een inspectieprogramma<br />
opstellen. Voordat we dit programma opstellen gaan we<br />
eerst bepalen wat we inspecteren. Hierbij is niet alleen<br />
het schoon zijn van het bassin van belang, maar ook<br />
bouwkundige aspecten spelen hierbij een rol.<br />
De inspectiestrategie voor de gemalen werkt naar onze<br />
tevredenheid en hier handhaven we de halfjaarlijkse<br />
inspectie.<br />
Maatregelen - onderhoud<br />
De uitvoeringsmaatregelen die we uitvoeren worden<br />
gevormd door ervaring. Hier moeten we niet terugwijken<br />
om ook eens andere wegen te bewandelen en ervaring<br />
op te doen met nieuwe technieken. Bij uitvoeringsmaat -<br />
regelen behoren planningen en ramingen. Dit geheel<br />
gaan we nog beter afstemmen en integreren met pro -<br />
grammering om een hoger rendement te bewerkstelligen.<br />
Een ander groot aandachtspunt in de komende plan -<br />
periode is het klein onderhoud aan ons rioolstelsel. We<br />
moeten uitzoeken welke indicatoren betrouwbare voor -<br />
spellingen genereren. Waarschijnlijk zal onze analyse<br />
aangepast moeten worden en op andere zoekrichtingen<br />
c.q. verbanden gebaseerd worden.<br />
Financiële middelen<br />
Financieel gezien valt het onderdeel beheer en onder -<br />
houd tot de noemer exploitatiekosten. Deze kosten zijn<br />
inclusief de benodigde software voor uitvoering van de<br />
werkzaamheden.<br />
De financiële planning ziet er als volgt uit:<br />
Tabel 20. financiële planning beheer en onderhoud<br />
Jaar Exploitatiekosten<br />
<strong>2011</strong> € 1.488.602,-<br />
2012 € 1.495.764,-<br />
2013 € 1.503.004,-<br />
2014 € 1.510.322,-<br />
<strong>2015</strong> € 1.517.721,-<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
60<br />
6.10 Planvorming en onderzoek<br />
Huidige situatie<br />
De afgelopen jaren zijn verschillende plannen en onder -<br />
zoeken uitgevoerd. De aanleiding van deze plannen en<br />
onderzoeken zijn in veel gevallen het vergroten van<br />
kennis en inzicht in het functioneren van het gemeente -<br />
lijk rioleringsstelsel en watersystemen.<br />
Optimalisatie Afvalwatersysteem (OAS):<br />
Samen met het Waterschap Roer en Overmaas en het<br />
Waterschapsbedrijf Limburg en andere gemeenten zijn<br />
voor de afstroomgebieden naar rioolwaterzuivering<br />
<strong>Heerlen</strong> en Hoensbroek optimalisatie afvalwatersysteem<br />
studies uitgevoerd. De OAS studies <strong>Heerlen</strong> en Hoensbroek<br />
zijn opgesteld om de voordelen (financieel, milieu, in -<br />
zicht, doorzicht) van de samenwerking tussen riolering<br />
en afvalwaterzuivering zichtbaar te maken.<br />
Het eindrapport van OAS <strong>Heerlen</strong> is op 15 januari 2007<br />
verschenen. In het rapport zijn maatregelen zoals het<br />
aanleggen van bergbezinkbassins in het Geleenbeekdal<br />
beschreven, waarvan het amoveren van de RWZI <strong>Heerlen</strong><br />
een essentieel onderdeel uitmaakt. Bestuurlijke afhande -<br />
ling van OAS <strong>Heerlen</strong> in een afvalwaterakkoord (afspraak<br />
wie doet wat en wanneer) is nog gaande.<br />
Het eindrapport van OAS Hoensbroek moet nog ver schij -<br />
nen. In het rapport zijn maatregelen zoals het aanleggen<br />
van bergbezinkbassins in het Caumerbeekdal beschreven,<br />
waarvan het ontkluizen van de Caumerbeek en Loopgraaf<br />
een essentieel onderdeel uitmaakt.<br />
Verkenningsstudie ontkluizen Caumerbeek en Loopgraaf:<br />
In de jaren zeventig stroomde het regenwater en het<br />
afvalwater van een groot gedeelte van <strong>Heerlen</strong> via het<br />
riool naar de open Caumerbeek en Loopgraaf. Door de<br />
komst van milieuregelgeving zijn deze lozingen op de<br />
open Caumerbeek en Loopgraaf 35 jaar geleden opgehe -<br />
ven. Vanaf de Meezenbroekerweg tot aan rioolwater zuiveringsinstallatie<br />
Hoensbroek is voor afvoer van afvalwater,<br />
regenwater en beekwater een betonnen koker onder de<br />
grond aangelegd. Het overkluizen van de Caumerbeek<br />
en Loopgraaf is tot nu toe, met een investeringswaarde<br />
destijds van ca. 30 miljoen gulden, het grootste infra -<br />
structurele waterhuishoudkundige project binnen de<br />
gemeente <strong>Heerlen</strong>.
Rond de eeuwwisseling is, door het ontstaan van nieuwe<br />
denkbeelden rondom riolering en water, het besef ge -<br />
groeid om de Caumerbeek en Loopgraaf te ontkluizen.<br />
Via beleidsstukken als het Waterplan 2001-<strong>2015</strong> en de<br />
Bekenvisie uit 2004 is hierover richting directie, College<br />
en Raad gecommuniceerd.<br />
Het terugbrengen aan de oppervlakte van de Caumerbeek<br />
en Loopgraaf is op verschillende manieren mogelijk. In<br />
de studie is in samenwerking met het Waterschap Roer<br />
en Overmaas het voorkeursontwerp, tot stand gekomen<br />
na weloverwogen keuzes (mede op basis van een verge -<br />
lijkingsraming) door de projectgroep, uitgewerkt tot een<br />
voorontwerp.<br />
Uit dit voorontwerp blijkt dat het technisch mogelijk is<br />
de beken tegen acceptabele kosten te ontkluizen en<br />
aldus de vuil- en schoonwater stromen te scheiden.<br />
Door gebruik te maken van het zeslagenmodel (water,<br />
oevers, routes, economie, educatie en cultuurhistorie en<br />
beleving algemene beeldvorming) voor een integrale<br />
ontwikkeling van beekdalen, vormt de Caumerbeek<br />
samen met het Geleenbeekdal een hoogwaardig, aan -<br />
eengesloten gebied, waar zowel bezoekers als bewoners<br />
van <strong>Heerlen</strong> graag zullen verblijven en recreëren.<br />
In het voorontwerp zijn fietspaden, recreatie, ecologische,<br />
flora en fauna, educatieve voorzieningen (zoals bijvoor -<br />
beeld een Waterleerpad), toerisme en horeca opge nomen,<br />
waar een groot deel van de regio van profiteert. Met<br />
name de <strong>Heerlen</strong>aren die op een steenworp afstand<br />
wonen krijgen een uniek recreatiegebied.<br />
Om te voldoen aan de milieuregels voor het verminderen<br />
van de vervuiling op de oppervlaktewateren is voorals -<br />
nog het aanleggen van 3 bergbezinkbassins langs de<br />
Caumerbeek het uitgangspunt.<br />
Kaderrichtlijn water:<br />
Sinds 22 december 2000 is de Kaderrichtlijn Water (KRW)<br />
van kracht. De KRW heeft als doel om de kwaliteit van<br />
de Europese wateren te verbeteren (“goede toestand”)<br />
en die kwaliteit goed te houden. Waterbeheer op het<br />
niveau van stroomgebieden is daarbij het uitgangspunt<br />
met als belangrijkste instrument de stroomgebied -<br />
beheersplannen (SGBP) die eind 2009 zijn vastgesteld.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
61<br />
De SGBP bevatten doelen, maatregelen, kosten en meet -<br />
programma’s voor de te bereiken “goede toestand” in<br />
regionale wateren<br />
Het Waterschap Roer en Overmaas, Rijkswaterstaat,<br />
Provincie, en de waterambassadeurs hebben vanaf eind<br />
2006 in de gebiedsgerichte werkgroep KRW Limburg Zuid<br />
gewerkt aan het opstellen van maatregelenpakketten.<br />
Hierover is met gemeenten zowel ambtelijk als bestuur -<br />
lijk verschillende keren overleg gevoerd. Het College van<br />
<strong>Heerlen</strong> heeft, in februari 2008 de voorlopige maatregelen<br />
voor de gemeente <strong>Heerlen</strong> vastgesteld. De gemeentelijke<br />
maatregelen zijn vervolgens gerapporteerd aan de<br />
Provincie en het Waterschap Roer en Overmaas.<br />
De maatregelen zijn vervolgens door de Provincie opge -<br />
nomen in het Provinciaal Waterplan Limburg 2010-<strong>2015</strong><br />
en door het Waterschap Roer en Overmaas in het Water -<br />
beheersplan WRO 2010-<strong>2015</strong>. Zowel op het concept<br />
(september 2008) als het ontwerp (januari 2009) Provin -<br />
ciaal Waterplan Limburg en Waterbeheersplan heeft de<br />
gemeente <strong>Heerlen</strong> een zienswijze ingediend. <strong>Gemeente</strong><br />
<strong>Heerlen</strong> heeft namelijk bedenkingen bij de voorgestelde<br />
maatregelen voor de overstorten op kwetsbare en zeer<br />
kwetsbare beken en de haalbaarheid van het afkoppelen<br />
van 1% per jaar.<br />
De gemeentelijke zienswijze is opgenomen in de nota<br />
zienswijzenrapport van het Waterschap Roer en Overmaas.<br />
De gemeentelijke zienswijze heeft echter niet geleid tot<br />
aanpassingen aan het Waterbeheersplan van het Water -<br />
schap Roer en Overmaas.<br />
Proces alternatief aanleggen bergbezinkbassins:<br />
Om de begroting van de gemeente <strong>Heerlen</strong> “krimpproof”<br />
te maken moeten keuzes worden gemaakt betreffende<br />
investeringen en jaarlijkse uitgaven. Ook de uitgaven<br />
met betrekking tot de rioleringszorg worden beoordeeld.<br />
De directeur programma Leefomgeving heeft richting de<br />
afdeling SPO opgedragen een onderzoek uit te voeren<br />
naar het niet meer aanleggen van 5 bergbezinkbassins.<br />
De opgave is in twee onderdelen verdeeld. Allereerst het<br />
uitstellen van de aanleg van 5 bergbezinkbassins ten<br />
behoeve van het uitvoeren van dit onderzoek t/m 2010.<br />
En als tweede het helemaal niet aanleggen van de<br />
5 bergbezinkbassins na 2010.
Onderstaand volgt een overzicht van de onderdelen van<br />
het proces alternatief aanleggen bergbezinkbassins.<br />
Doelmatigheid.<br />
Juridisch.<br />
Meten is Weten.<br />
Afkoppelen van verhard oppervlak.<br />
Optimalisatie Afvalwatersysteem <strong>Heerlen</strong> en<br />
Hoensbroek.<br />
Toepassen lamellen om bezinkingsrendement<br />
bergbezinkbassins te verhogen.<br />
Kalibreren rioleringsstelsel.<br />
Het onderzoek is momenteel nog in uitvoering.<br />
Krimp:<br />
Volgens de kernindicatoren van <strong>Heerlen</strong> neemt de be -<br />
volking af (1990: 94.049 en 2008: 89.678) terwijl het<br />
aantal woningen (1990:40.608 en 2008: 46.390) en<br />
bedrijven (1990: 2.995 en 2008: 4.430) toeneemt. Het<br />
aantal rioolaansluitingen is daardoor ook toegenomen<br />
naar ca. 48.000 in 2009. De bevolkingsdichtheid per<br />
woning neemt aldus af van 2,3 naar 1,99. In hoeverre in<br />
de toekomst door afname van de bevolking dan ook<br />
minder woningen nodig zijn volgt niet uit de gegevens<br />
van de afgelopen jaren! Wel is de verwachting dat in<br />
Hoensbroek de komende jaren (Masterplan) ca. 2.000<br />
woningen worden gesloopt, waarvoor geen nieuwbouw<br />
terugkomt.<br />
Mocht het aantal rioolaansluitingen (woningen) afnemen,<br />
terwijl het rioleringsstelsel van de gemeente <strong>Heerlen</strong><br />
toeneemt (nieuwbouwplannen en gescheiden rioleringen<br />
bij rioolrenovaties) moeten de hogere kosten over<br />
minder woningen worden verdeeld. Uitgaande van het<br />
aantal inwoners van 85.300 over 15 jaar (parkstadmonitor)<br />
en een bezettingsgraad van 2 inwoners per woning<br />
(2008) zijn over 15 jaar 42.650 woningen. Dit is een afname<br />
van 5,2%. Het rioolrecht zou de komende 15 jaar door<br />
de krimp aldus 5,2 % extra moeten stijgen. Een alter -<br />
natief voor de krimp is het buitengebruik stellen van<br />
complete straten en riolen of delen van wijken als gevolg<br />
van sloop. Op deze manier worden de onderhouds- en<br />
vervangingskosten lager echter moet wel rekening<br />
gehouden met boekwaarde en afschrijving van het riool.<br />
Waterkrachtenergie:<br />
Het benutten van de waterkrachtenergie uit een<br />
rioolstelsel wordt met name in Duitsland op kleine<br />
schaal toegepast.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
62<br />
Ook in Nederland wordt op kleine schaal in de beken,<br />
ter plaatse van watermolens (natuurlijke vallen)<br />
waterkrachtenergie opgewekt.<br />
Gezien het hellende karakter van de gemeente <strong>Heerlen</strong><br />
zijn op verschillende plaatsen in het rioleringsstelsel<br />
grote vallen aanwezig. Verder heeft het gemeentelijk<br />
transportriool vanaf de Oliemolenstraat voldoende afval -<br />
water om een turbine aan te drijven. Sinds juli 2008 zijn<br />
door Bureau Aangepaste Technologie (BAT) en River To<br />
Success (RTS) ter plaatse van de valput De Koumen en<br />
Oliemolen onderzoeken verricht naar het plaatsen van<br />
een rioolturbine.<br />
Het onderzoek naar de mogelijkheden van een Riool -<br />
turbine begon met het onderzoeken van een specifieke<br />
locatie en kenmerken. Het ontwikkelde zich tot een<br />
zoektocht naar de vele factoren welke direct en indirect<br />
met het vraagstuk te maken hebben. In veel omliggende<br />
gebieden als inpassing in de bestaande structuur, energie -<br />
prijsontwikkeling, maar ook op primair technisch vlak<br />
moesten eerst standpunten bepaald worden om tot<br />
concrete weging en eindresultaat te komen.<br />
Dit proces gebeurde vaak op bijna intuïtieve wijze. Het<br />
“bijna intuïtieve” is overigens geen zwakte van het<br />
rapport. Het is eerder de realiteit in de zich ontwikke -<br />
lende wereld van Duurzame Energie. De bestaande<br />
wegingsmodellen bij Duurzame Energie op economische<br />
gebieden als exploitatie, investering, financiële baten,<br />
bieden onvoldoende houvast. Bovendien worden andere<br />
voordelen van Duurzame Energie, welke ook overduidelijk<br />
aanwezig zijn, niet gekapitaliseerd en meegewogen.<br />
Hierdoor ontstaat per definitie een achterstand voor<br />
Duurzame Energie op economisch gebied; Dit nog los<br />
van de institutionele en maatschappelijke inpassing van<br />
deze nieuwe technieken.<br />
De bestaande wegingsmodellen schaden de ontwikke -<br />
ling van Duurzame Energie tot reëel andersdenkend<br />
beleid sterk. Er ligt op dit beleidsterrein voor de <strong>Gemeente</strong><br />
<strong>Heerlen</strong> als animator van Duurzame Energie, een wereld<br />
te winnen, hoe moeilijk en ingewikkeld dit proces ook<br />
zal zijn.
Afbeelding 5. Rioolturbine<br />
Proefprojecten, zoals de Rioolturbine, zijn van groot<br />
belang. De resultaten, en de spin off hiervan, zetten pro -<br />
cessen in werking welke nodig zijn voor veranderingen op<br />
het gebied van de toekomstige energievoor ziening. De<br />
publieke zaak is tenslotte ook gediend met het laten<br />
zien dat het anders kan.<br />
Dat Duurzame Energie voor de toekomst een grote rol is<br />
toegedicht is duidelijk. Dit onderzoek, de veelheid aan<br />
factoren, maar ook de keuzes bij realisatie en een slui -<br />
tende exploitatie, heeft wellicht geleid tot een stevig<br />
“out of the box” denken.<br />
Kenmerkend voor dit onderzoek was, dat diverse vak -<br />
disciplines op een open manier met elkaar samenwerkten<br />
en elkaar aanvulden. Hierdoor konden keuzes en erva -<br />
ringen direct op elkaar worden afgestemd, waardoor is<br />
het mogelijk werd een concreet onderzoeksproject uit te<br />
werken. Een niet gering resultaat.<br />
De conclusie van het onderzoek is dan ook:<br />
De turbine-installatie kan naast het bestaande rioolnet<br />
worden aangelegd.<br />
Er treden geen stromingstechnische wijzigingen en<br />
veranderingen in het bestaande riool op.<br />
Situatie Groene boord is uit te bouwen als testlocatie<br />
met werkende installatie.<br />
Het is belangrijk ervaring op doen met de turbineinstallatie<br />
en deze te combineren met het bestaande<br />
bouwplan voor het bergingbezinkbassin.<br />
De installatie is volgens planning eind 2010 operationeel.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
63<br />
Benchmark Rioleringszorg:<br />
In het Bestuursakkoord Waterketen 2007 (BWK-2007) is<br />
door vertegenwoordigers van de koepel organisaties<br />
afgesproken over het jaar 2009 gemeentebreed een<br />
Benchmark Rioleringszorg uit te voeren. De Vereniging<br />
van Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n en Stichting RIONED organi -<br />
seren gezamenlijk, voor alle gemeenten in Nederland,<br />
de Benchmark Rioleringszorg 2010 als opvolger van de<br />
benchmark rioleringszorg die sinds 2005 werd uitgevoerd.<br />
Het ministerie van VROM draagt bij in de ontwikkelings -<br />
kosten.<br />
De burger heeft baat bij zo laag mogelijke kostenstij -<br />
gingen en een efficiënte uitvoering van de gemeentelijke<br />
taken. Dat geldt uiteraard ook voor de rioleringszorg. De<br />
kosten nemen toe door rioolvervanging, taakuitbrei -<br />
dingen (zoals de nieuwe zorgplichten voor grondwater<br />
en regenwater), klimaatontwikkelingen (meer en inten -<br />
sievere buien) en strengere wettelijke eisen. Nieuw<br />
beleid moet ontwikkeld en efficiënt uitgevoerd worden.<br />
De benchmark stimuleert dat gemeenten van elkaar leren.<br />
Benchmarken blijkt in de praktijk een uitstekend middel<br />
om met elkaar in gesprek te komen. De bench mark zorgt<br />
voor meer inzicht in de kwaliteit en doelmatigheid van de<br />
rioleringszorg door vergelijking met andere gemeenten.<br />
Het is een hulpmiddel om te sturen op prestaties (aard<br />
en omvang van voorzieningen en maatregelen), prijs<br />
(rioolheffing) en organisatie (werkprocessen).<br />
De benchmark is momenteel in uitvoering. Alle<br />
gemeenten hebben deelgenomen aan de benchmark<br />
riolering. Eind 2010 worden de eerste resultaten<br />
verwacht.<br />
Beleidsplan Stedelijk Watermanagement:<br />
Als opvolger van het gemeentelijk rioleringsplan is vanaf<br />
eind 2008 gewerkt aan dit rapport. Het Beleidsplan<br />
Stedelijk Watermanagement is een combinatie van het<br />
<strong>Gemeente</strong>lijk Rioleringsplan en het gemeentelijk Water -<br />
plan. Alle wateropgaven worden uitvoerig beschreven,<br />
met een duidelijke kijk richting de toekomst.<br />
Gewenste situatie<br />
Zoals de huidige situatie aangeeft vindt nog flink wat<br />
onderzoek plaats naar het bepalen van de meest effec -<br />
tieve maatregelen om het rioolstelsel en het oppervlaktewater<br />
te verbeteren.
Het streven is om alle onderzoeken snel af te ronden en<br />
bestuurlijk de maatregelen vast te stellen, zodat met de<br />
uitvoering van verschillende projecten wordt begonnen.<br />
Om in te spelen op de toekomstige klimaatsontwikke -<br />
lingen is het van belang een risicoanalyse inzake<br />
wateroverlastgevoelige gebieden in <strong>Heerlen</strong> uit te voeren.<br />
Krimp heeft niet enkel negatieve gevolgen maar kan ook<br />
worden aangegrepen als kans voor het realiseren van de<br />
regenwateropgave. Daar waar woningen worden gesloopt<br />
kunnen nieuwe ontwikkelingen ontstaan. De mogelijk -<br />
heid van het realiseren van nieuwe blauwe en groene<br />
gebieden moet met beide handen worden aangegrepen.<br />
Ook toekomstige ontwikkelingen na de sloop bieden<br />
voldoende kansen anders met hemelwater om te gaan.<br />
Strategie<br />
Via het opstellen van een nieuw basisrioleringsplan (oude<br />
dateert uit 1993) wordt het hydraulisch functioneren van<br />
het gehele rioolstelsel van <strong>Heerlen</strong> inzichtelijk gemaakt.<br />
In het basisrioleringsplan wordt met name aandacht<br />
besteed aan het opstellen van modellen ter bepaling<br />
van de risicoanalyse wateroverlastgevoelige gebieden.<br />
Door nog meer tijdens de initiatieffase (Masterplannen)<br />
betrokken te raken bij de nieuwe planontwikkelingen<br />
kan eerder invloed worden uitgeoefend om anders om<br />
te gaan met hemelwater.<br />
6.11 Bedrijfsvoering en planning<br />
Huidige situatie<br />
Via de cyclische controle van afdelingsplannen, voorjaars -<br />
nota’s, najaarsnota’s en jaarrekening wordt het college<br />
en de raad op de hoogte gehouden van de voorhanden<br />
zijnde en uitgevoerde rioleringswerkzaamheden. De<br />
nadruk wordt hierbij vaak gelegd op het behalen van het<br />
in het GRP 2006-2010 vastgestelde aantal km riool -<br />
vervanging en bijbehorende uitgaven per jaar. Momenteel<br />
vindt onvoldoende sturing plaats op de rioolrenovatie -<br />
productie, wat ook blijkt uit de evaluatie van het GRP<br />
2006-2010 (paragraaf 3.3).<br />
Op het gebied van rioolrenovatie is een achterstand aan -<br />
wezig. In november 2008 is besloten tot verlaging van de<br />
tarieven voor rioolheffing in 2009 en 2010 conform raads -<br />
voorstel (2008/23886) door middel van een extra ont trekking<br />
uit de voorziening van € 1.312.539 (2009 en 2010).<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
64<br />
Voor 2010 is er een ombuiging van 1,0 miljoen en voor<br />
de verdere jaren moet rekening worden gehouden met<br />
een ombuiging van 1,5 miljoen. In <strong>2011</strong> zou, rekening<br />
houdend met de rioolrenovatieachterstand, voor<br />
€ 24 miljoen aan rioolvervanging/renovatie uitgevoerd<br />
moeten worden.<br />
Gewenste situatie<br />
Proactieve sturing geven aan het uitvoeren van de in het<br />
Beleidsplan Stedelijk Watermanagement aangegeven<br />
maatregelen in de periode <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>.<br />
De rioolrenovatieachterstand, rekening houdende met<br />
de financiële middelen, zoveel mogelijk in deze plan -<br />
periode inhalen.<br />
Strategie<br />
Bij de reorganisatie van de afdeling Beheer en Onderhoud<br />
is een scheiding gemaakt tussen het productiebureau<br />
Stadsinfra en het bureau programmering. Waarbij het<br />
bureau programmering verantwoordelijk is voor het aan -<br />
leveren van integrale projecten, waarin de beleidsaspecten<br />
groen, wegen, riolering en stadsvernieuwing (via afdeling<br />
Stadsplanning) zijn meegenomen. De productieafdeling<br />
is verantwoordelijk voor het plannen en realiseren van<br />
de door het bureau programmering aangegeven werk -<br />
zaamheden.<br />
De operationele planning wordt opgesteld op basis van<br />
de beschikbare middelen en mogelijkheden. Jaarlijks<br />
wordt een detailplanning opgesteld van de uit te voeren<br />
werkzaamheden. Deze planning is gerelateerd aan het<br />
beschikbare budget vanuit de begroting en de productieve<br />
uren in samenhang met de personele bezetting. Gedu -<br />
rende het jaar wordt de uitvoeringsplanning periodiek<br />
(Via de cyclische controle van afdelingsplannen, voor -<br />
jaarsnota’s, najaarsnota’s en jaarrekening) geactualiseerd.<br />
6.12 Juridische aspecten<br />
Inleiding<br />
In deze paragraaf worden de juridische aspecten<br />
benoemd die de waterhuishouding zijdelings raken.<br />
Zo is bijvoorbeeld voor grondwater nu een grond -<br />
waterzorgplicht. Dit wordt dan behandeld in een aparte<br />
paragraaf.
Huidige situatie<br />
Eigendomsverhouding<br />
De gemeente <strong>Heerlen</strong> probeert haar rioleringsstelsel in<br />
het openbare gebied aan te leggen, zodat het stelsel<br />
altijd toegankelijk is voor onderhoud of andere werk -<br />
zaamheden. Wanneer riolering op andermans eigendom<br />
moet worden aangelegd, is het van belang dit vast te<br />
leggen in contracten over erfdienstbaarheid en recht van<br />
opstal, maar ook om het goed te archiveren. Een geschikt<br />
moment hiervoor is overdrachtsfase van uitvoering naar<br />
onderhoud.<br />
Alle medewerkers van de gemeente <strong>Heerlen</strong> kunnen de<br />
ligging van de riolering raadplegen via Argus. Onbekend -<br />
heid met de ligging van de riolering vormt geen beper -<br />
king meer voor medewerkers van grondverkoop en van<br />
bouwvergunningverleners.<br />
Arbo-wetgeving<br />
De Arbo-aspecten worden zo goed als mogelijk meege -<br />
nomen in het ontwerpproces. Hierbij is onderlinge<br />
communicatie tussen ontwerper en beheerder nood -<br />
zakelijk. In het algemeen verloopt dit proces vrij goed.<br />
WION<br />
De wet informatieoverdracht ondergrondse netwerken is<br />
in 2008 ingevoerd om graafschade aan leidingen te voor -<br />
komen. Dit betekent dat wij als leidingbeheerder<br />
informatie moeten verstrekken aan grondroerders die<br />
machinaal gaan graven. Verder moeten onze leiding -<br />
gegevens actueel zijn. Wijzigingen moeten uiterlijk na 20<br />
werkdagen verwerkt zijn. Om te voldoen aan deze wet<br />
implementeren wij momenteel de benodigde software.<br />
Overlast van kabels en leidingen bij de aanleg van riolering<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
65<br />
Gewenste situatie<br />
Eigendomsverhouding<br />
We willen aan ons stelsel indien het gelegen is op<br />
andermans terrein onderhoud of andere werkzaam -<br />
heden uitvoeren. Zonder dat wij in de uitvoeringsfase<br />
beperkt worden door het ontbreken van afspraken.<br />
Arbo-wetgeving<br />
In het belang van onze eigen medewerkers en mede -<br />
werkers/firma’s die wij inhuren is het belangrijk om te<br />
voldoen aan de Arbo-wetgeving.<br />
WION<br />
Aan deze wettelijke verplichting moeten wij voldoen,<br />
aangezien er boetes worden uitgedeeld als wij niet<br />
voldoen aan deze wet.<br />
Strategie<br />
Eigendomsverhouding<br />
Regelmatig overleg en voorlichting aan de medewerkers<br />
van grondverkoop blijft een wezenlijk onderdeel in het<br />
proces.<br />
Arbo-wetgeving<br />
Het is van belang om ontwerpen te laten controleren door<br />
de beheerder. Voor de beheerder is het daarbij van belang<br />
dat hij op de hoogte is van de wetgeving. In dit proces<br />
speelt de KAM-medewerker ook een adviserende rol.<br />
WION<br />
Het bijhouden van de werkprocessen voor de WION moe -<br />
ten geborgd worden. Dit moet vastgelegd worden in een<br />
document. Verder moeten afspraken gemaakt worden<br />
over de actualisatie van de bestanden. De riolerings -<br />
beheerder zal ook dit moeten borgen.
7. Organisatie en Financiën<br />
7.1 Inleiding<br />
In dit hoofdstuk staat een samenvatting gegeven van de<br />
regelgeving conform het Besluit Begroting en Verantwoor -<br />
ding met betrekking tot riolering. De financiën volgend<br />
uit dit beleidsplan zijn verwerkt in een kostendekkings -<br />
plan. Het kostendekkingsplan geeft voor de korte en<br />
lange termijn inzicht in de benodigde middelen (exploi -<br />
tatie- en investeringskosten) om de in dit plan gestelde<br />
doelen te realiseren met hiertegenover de mogelijkheden<br />
om inkomsten te generen via de rioolheffing.<br />
7.2 Regelgeving Besluit Begroting Verantwoording (BBV)<br />
Belangrijke aandachtspunten bij de financiële vertaling<br />
en het opstellen van een kostendekkingsplan zijn de<br />
voorschriften zoals opgenomen in het Besluit Begroting<br />
en Verantwoording (BBV). De herziene notitie Riolering<br />
uit oktober 2009 bevat naast aanbevelingen ook een<br />
aantal stellige uitspraken die door de gemeenten moeten<br />
worden gevolgd.<br />
Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en<br />
gemeenten (BBV) bevat de regelgeving met betrekking<br />
tot de begroting- en verantwoordingscyclus. Daarnaast<br />
bevat het BBV bepalingen over de financiële positie,<br />
zoals activeren, waarderen, reserves en voorzieningen.<br />
De rioolheffing is een belasting, die direct verband houdt<br />
met een door de overheid bewezen dienst (artikel 228a<br />
van de gemeentewet). De rioolheffing is een belasting,<br />
die dient ter bestrijding van de kosten van watertaken<br />
(artikel 228a van de gemeentewet). De rioolheffing is<br />
een belasting die de kosten voor de verbrede zorgplicht<br />
riolering dekt, inclusief de kosten voor het verwezen -<br />
lijken van beleidsdoelstellingen. Er moet een zekere<br />
relatie zijn tussen het kostenverhaal via de rioolheffing<br />
en het belang dat de belastingplichtige heeft bij de<br />
openbare voorzieningen (profijtbeginsel). In de gemeente<br />
<strong>Heerlen</strong> is de rioolheffing in 2009 ingevoerd.<br />
Samengevat zijn de belangrijkste richtlijnen betreffende<br />
riolering:<br />
Investeringen in het riool dienen te worden geactiveerd<br />
(artikel 59 BBV). Reden hiervoor is dat het investeringen<br />
met economisch nut betreft, een gemeente kan mid -<br />
delen genereren via de rioolheffing (artikel 59, tweede<br />
lid BBV).<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
66<br />
De geactiveerde investeringen leiden voor de duur van<br />
de afschrijfperiode tot kapitaallasten en deze lasten<br />
kunnen op grond van artikel 228a <strong>Gemeente</strong>wet in het<br />
tarief worden meegenomen.<br />
Ter bestrijding van de kosten van de watertaken kan<br />
de gemeente een rioolheffing in rekening brengen<br />
(228a <strong>Gemeente</strong>wet).<br />
In de rioolheffing kan een egalisatiebedrag meegeno men<br />
worden voor toekomstig groot onderhoud, egaliseren<br />
is mogelijk (artikel 44,1c BBV). De onderhoudsvoorzie -<br />
ning krijgt bij vorming uit het tarief het karakter van<br />
een voorziening.<br />
In het tarief mogen spaarbedragen voor toekomstige<br />
vervangingsinvesteringen worden meegenomen. Deze<br />
worden als last in de exploitatie toegevoegd aan een<br />
voorziening (ex. artikel 44 lid 2 BBV).<br />
Realisatie van vervangingsinvestering wordt voor het<br />
volle bedrag geactiveerd. Het bedrag voor toekomstige<br />
vervangingsinvesteringen in de rioolvoorziening kan<br />
op het te activeren bedrag in mindering worden ge -<br />
bracht (afboeking in de balanssfeer).<br />
Als de jaarlijkse spaarbedragen gelijk zijn aan de<br />
jaarlijkse vervangingsinvesteringen moeten vanwege<br />
de wettelijke regels toch de “spaarbedragen” als last<br />
worden geboekt. Vervolgens wordt de daarmee ge -<br />
vormde voorziening afgeboekt op de geactiveerde<br />
vervangingsinvesteringen.<br />
Wanneer van een vervangingsinvestering een boek -<br />
waarde resteert, hoeft hierop niet te worden<br />
afgeschreven maar kunnen bedragen voor vervanging<br />
die in latere begrotingsjaren worden ontvangen, op de<br />
boekwaarde worden afgeboekt.<br />
Concreet betekent dit:<br />
In de begroting wordt een structurele dotatie geraamd<br />
die jaarlijks in de voorziening wordt gestort om zo te<br />
spa ren voor de investeringen alsmede om zo de<br />
afbouw van de boekwaarde van de geactiveerde<br />
investeringen te dekken.<br />
Investeringen worden geactiveerd in de balans.<br />
De spaarcomponent dient als bijdrage van derden<br />
hierop in mindering te worden gebracht (exclusief de<br />
interne rentelasten).<br />
Wat resteert is dan de boekwaarde, waarvoor dus nog<br />
geen spaarbedragen zijn ontvangen en die in de balans<br />
dient te worden opgenomen.
7.3 Uitgaven<br />
Voor alle maatregelen in dit <strong>BSW</strong> zijn kostenramingen<br />
opgesteld. Hierbij is onderscheid gemaakt in exploitatie -<br />
kosten, perceptiekosten, kwijtschelding, kapitaallasten<br />
van investeringen en rioolrenovatiekosten. Het <strong>BSW</strong> heeft<br />
financieel een planningshorizon van 65 jaar (gemiddelde<br />
levensduur riool). De hardheid van de ramingen neemt<br />
af naarmate de te bekostigen maatregelen verder in de<br />
toekomst liggen. Onderstaand een korte opsomming van<br />
de diverse kosten.<br />
Exploitatiekosten<br />
Bij de exploitatiekosten gaat het om jaarlijkse uitgaven<br />
voor de beheer- en onderhoudsactiviteiten, zoals klein<br />
onderhoud, inspecties, reinigen, kolken zuigen etc..<br />
Deze uitgaven worden toegeschreven aan het jaar<br />
waarin deze worden uitgegeven.<br />
Perceptiekosten<br />
De perceptiekosten zijn de kosten voor heffing en<br />
invordering van rioolheffing door Gemeenschappelijke<br />
Belasting- en Registratiedienst (GBRD). Deze kosten<br />
komen ten laste van het jaar waarop ze betrekking<br />
hebben.<br />
Kwijtschelding<br />
Het rijk staat gemeenten toe een kwijtscheldingsbeleid<br />
te voeren. Burgers kunnen op grond van een aantal<br />
criteria voor kwijtschelding van hun rioleringsbijdrage<br />
in aanmerking komen. De kosten van kwijtschelding<br />
worden volledig meegenomen in de berekening van<br />
de rioolheffing en zijn gebaseerd op de gegevens van<br />
de GBRD voor 2010.<br />
Kapitaallasten investeringen<br />
Rioolinvesteringen zijn kosten voor het verbeteren van<br />
het rioleringsstelsel, bijvoorbeeld het voldoen aan de<br />
wettelijke milieueisen door het aanleggen van berg -<br />
bezinkbassins en het verbeteren van het watersysteem<br />
(beken en vijvers). Kapitaallasten zijn rente- en af -<br />
schrijvingslasten van investeringen. Investeringen<br />
betreffen uitgaven voor zaken die in meerdere jaren<br />
worden afgeschreven.<br />
Kapitaallasten rioolrenovatie<br />
Rioolrenovatiekosten zijn kosten voor het renoveren,<br />
repareren of vervangen van riolen.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
67<br />
In het vorige GRP werden investeringen in het kader van<br />
rioolrenovatie rechtstreeks uit de exploitatie gedekt. Dit<br />
betekent dat het volledige bedrag in het betreffende jaar<br />
ten laste van de begroting wordt gebracht.<br />
Conform de genoemde regelgeving (BBV) dienen investe -<br />
ringen in het riool geactiveerd te worden. Investeringen<br />
worden geactiveerd en in een vastgestelde periode afge -<br />
schreven. De begroting wordt belast met de jaarlijkse<br />
afschrijvings- en rentekosten. Deze voorgeschreven<br />
systematiek van activeren van rioolrenovatie is in dit<br />
<strong>BSW</strong> toegepast.<br />
Het uitgangspunt voor de kosten is prijspeil 2009. In de<br />
uitwerking van het kostendekkingsplan wordt geïndexeerd<br />
in verband met inflatiecorrectie en een aandeel van het<br />
BTW-component verrekend.<br />
In tabel 21 staan de uitgaven voor <strong>2011</strong> en <strong>2015</strong> gerela -<br />
teerd aan het tarief van de rioolheffing. Daarnaast wordt<br />
in grafiek 3 de kostenontwikkeling <strong>2011</strong>-2076 weerge -<br />
geven. De uitgaven zijn gebaseerd op een stijging van<br />
de rioolheffing van 1,5 % boven op de inflatie in de<br />
periode <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>.<br />
Aanleg fundering BBB Corisbergweg
Tabel 21. Uitgaven <strong>2011</strong> en <strong>2015</strong><br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Uitgaven Uitgaven Uitgaven Uitgaven Uitgaven Uitgaven<br />
<strong>2011</strong> <strong>2011</strong> gere- <strong>2011</strong> als % <strong>2015</strong> <strong>2015</strong>gere- <strong>2015</strong> als %<br />
lateerd rioolheffing lateerd rioolheffing<br />
aan riool- aan rioolheffing<br />
heffing<br />
Exploitatie € 1.860.250 € 38,07 25,9 % € 2.053.368 € 42,00 24,9 %<br />
Perceptie € 536.000 € 10,88 7,4 % € 591.644 € 12,14 7,2 %<br />
Kwijtschelding € 457.000 € 9,4 6,4 % € 524.418 € 10,79 6,4 %<br />
Kapitaallasten<br />
bestaande investeringen € 820.118 € 753.045<br />
Kapitaallasten nieuwe<br />
investeringen € 727.157 € 3.153.940<br />
BTW € 663.011 € 13,52 9,2 % € 663.011 € 13,49 8,0 %<br />
Spaarbedrag<br />
toekomstige<br />
investeringen € 2.118.753 € 43,36 29,5 % € 652.630 € 18,38 10,9 %<br />
Totaal € 7.182.289 € 146,98 100% € 8.241.841 € 168,66 100 %<br />
Grafiek 3. Uitgaven <strong>2011</strong>-2075<br />
60.000.000<br />
50.000.000<br />
40.000.000<br />
30.000.000<br />
20.000.000<br />
10.000.000<br />
0<br />
<strong>2011</strong><br />
2013<br />
spaarbedrag toekomstige investeringen<br />
Kapitaallasten nieuwe investeringen<br />
Doorberekening groen/wegen<br />
Kwijtscheldingskosten<br />
BTW<br />
Perceptiekosten<br />
Kapitaallasten bestaande investeringen<br />
Exploitatie<br />
Inkomsten<br />
<strong>2015</strong><br />
2017<br />
2019<br />
2021<br />
2023<br />
2025<br />
2027<br />
2029<br />
2031<br />
2033<br />
2035<br />
2037<br />
2039<br />
2041<br />
2043<br />
2045<br />
68<br />
2047<br />
2049<br />
2051<br />
2053<br />
2055<br />
2057<br />
2059<br />
2061<br />
2063<br />
2065<br />
2067<br />
2069<br />
2071<br />
2073<br />
2075
7.4 Kostendekking<br />
De kosten voor het verbeteren van het gemeentelijke<br />
rioolstelsel, het vervangen van riolen, aanleg van berg -<br />
bezinkbassins, het beheer en onderhoud en afkoppelen<br />
worden gedekt uit de rioolheffing.<br />
Het kostendekkingsplan is gebaseerd op de volgende<br />
uitgangspunten:<br />
Kostendekkende rioolheffing.<br />
In november 2008 is besloten tot verlaging van de<br />
tarieven voor rioolheffing in 2009 en 2010 conform<br />
raadsvoorstel (2008/23886) door middel van een extra<br />
onttrekking uit de voorziening van € 1.312.539 (2009<br />
en 2010). In het kostendekkingsplan is deze verlaging<br />
gehandhaafd. Het terugdraaien van deze verlaging zou<br />
een forse tariefsverhoging van ca. 20% betekenen. Voor<br />
de daadwerkelijke wijziging van het tarief moet ook<br />
rekening worden gehouden met de bezuinigings op -<br />
dracht om vanaf <strong>2011</strong> € 0,5 miljoen extra te bezuinigen.<br />
Alle inkomsten en uitgaven zijn gebaseerd op het<br />
prijspeil van 2009. In het kostendekkingsplan is<br />
rekening gehouden met een inflatiecorrectie van<br />
2,5 procent.<br />
Voor het kostendekkingsplan is het model voor een<br />
looptijd van 65 jaar doorgerekend.<br />
Kwijtschelding is gebaseerd op het percentage conform<br />
de gegevens van de GBRD voor 2010.<br />
De afschrijftermijn van riolering is op 40 jaar gesteld,<br />
met een lineaire afschrijving. Bergbezinkbassins worden<br />
over een periode van 80 jaar afgeschreven op basis<br />
van annuïteiten conform de nota afschrijving en<br />
waardering.<br />
Voor het aantal rioolheffingplichtigen is uitgegaan van<br />
48.000 aansluitingen.<br />
Grafiek 4. Boekwaarde<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
69<br />
Bij invoering van het BTW-compensatiefonds is in arti -<br />
kel 229b van de <strong>Gemeente</strong>wet uitdrukkelijk bepaald<br />
dat ook de BTW die gemeenten op grond van het BTWcompensatiefonds<br />
gecompenseerd krijgen als last mag<br />
worden opgenomen in de berekening van de tarieven.<br />
Hiertegenover staat immers voor de gemeente een<br />
korting op het gemeentefonds. Concreet mag de ge -<br />
raamde BTW dus meegenomen worden in de bereke ning<br />
van de tarieven.<br />
In het kostendekkingsplan zijn enkel kosten opgenomen<br />
die direct verband houden met het verwezenlijken van<br />
beleidsdoelstellingen in het <strong>BSW</strong><strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> (geen<br />
bijdrage bovengrondse voorzieningen).<br />
De berekende negatieve voorziening in de periode<br />
2018-2025 mag conform het BBV niet voorkomen.<br />
Omdat het <strong>BSW</strong> en kostendekkingsplan om de vijf jaar<br />
worden bijgesteld, kan echter tijdig worden bijge -<br />
stuurd om dit te voorkomen.<br />
Bij de interpretatie van de resultaten van de kostendek -<br />
kingberekeningen dient rekening gehouden te worden<br />
met de onzekerheden van de aannamen sterk toenemen<br />
met de tijd. Voor de korte termijn geeft de berekening<br />
een goed beeld van de ontwikkelingen. Voor de middel -<br />
lange en lange termijn dienen de resultaten als indicatief<br />
te worden gezien. Deze zijn bedoeld om tendensen weer<br />
te geven. Over vijf jaar wordt een nieuw <strong>BSW</strong> opgesteld.<br />
De uitgewerkte tabellen van het kostendekkingsplan<br />
staan in bijlage J.<br />
Boekwaarde<br />
Na 65 jaar heeft de gemeente geen achterstand aan<br />
rioolrenovatie/rioolvervanging. De openstaande boek -<br />
waarde (zie grafiek 4) bedraagt aan het eind van de<br />
periode € 236 miljoen.
Risico-analyse<br />
Uit de berekening van het kostendekkingsplan blijkt dat<br />
de modeluitkomsten gevoelig zijn voor schommelingen<br />
in inflatiecorrectie en voor het tijdstip waarop projecten<br />
worden uitgevoerd. Van grote invloed op de rioolheffing<br />
op korte termijn is het zo realistisch mogelijk schatten<br />
van het uitvoeringsjaar van de investeringsprojecten.<br />
Naast de investeringen spelen ook vervangingen een rol.<br />
Elke nieuwe inspectieronde kan aanleiding zijn voor<br />
mee- of tegenvallers. Op middellange termijn kan een<br />
onderschatting van de vervangingskosten in de kosten -<br />
dekkingberekening zitten. Dit is een gevolg van de<br />
theoretische vervanging op gemiddeld 65 jaar, die is<br />
gebaseerd op inspectieresultaten en geëxtrapoleerd naar<br />
de nog niet geïnspecteerde leidingen.<br />
7.5 Opbrengsten<br />
Rioolheffing is een belasting die de kosten voor de totale<br />
afwateringszorgplicht dekt, inclusief de kosten voor het<br />
verwezenlijken van beleidsdoelstellingen. Met de riool -<br />
heffing bekostigt de gemeente taken die zij heeft in<br />
verband met de inzameling, transport en verwerking van<br />
hemel-, grond- en afvalwater. De rioolheffing bestaat uit<br />
twee delen. Eigenaren betalen een vast bedrag per per -<br />
ceel, omdat hun perceel/percelen direct of indirect zijn<br />
aangesloten op de gemeentelijke riolering. Gebruikers<br />
betalen het gebruikersdeel. De hoogte hiervan wordt<br />
bepaald op basis van het waterverbruik.<br />
Grafiek 5. Achterstand rioolrenovatie<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
70<br />
De rioolheffing voor het daaropvolgende jaar wordt<br />
jaarlijks bij het behandelen van de algemene beschou -<br />
wingen door de raad vastgesteld. Uitgangspunt voor het<br />
<strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> is een kostendekkend tarief.<br />
Naast inflatiecorrectie kunnen de inkomsten aan riool -<br />
heffing ook verhoogd worden met een extra indexatie.<br />
De extra indexering vertaalt zich in meer of minder<br />
mogelijkheden op het gebied van rioolrenovatie. Opge -<br />
merkt dient te worden dat de extra indexering een<br />
indexering van het totaal aan baten betreft en niet direct<br />
vertaalt kan worden in een indexering van het tarief van<br />
de rioolheffing. De stijging van het tarief is ook afhanke -<br />
lijk van het aantal huishoudens. De verwachting is dat<br />
het aantal huishouden in de komende 15 jaren met 5,2%<br />
gaat dalen.<br />
Om het beleid en de daaruit volgende maatregelen uit te<br />
voeren is een extra indexatie van de baten van 1,5%<br />
binnen deze planperiode voldoende. In de komende<br />
10 jaar wordt de achterstand van € 20 miljoen ingelopen<br />
(zie grafiek 5). Om het rioolstelsel vervolgens ook op<br />
lange termijn volledig te kunnen vervangen zijn onder -<br />
staande tariefontwikkelingen nodig:<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> 1,5% stijging<br />
2016-2020 2,0% stijging<br />
2021-2049 1,5% stijging<br />
2050-2065 1,5% daling
7.6 Personele Middelen<br />
Inleiding<br />
Om de benodigde formaties vast te stellen is het van<br />
belang de gemeentelijke taakvelden te beschrijven.<br />
Als uitgangspunt is de taakverbreding volgens de Wet<br />
<strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken gebruikt.<br />
Binnen de taakvelden afvalzorgplicht, hemelwaterzorg -<br />
plicht en grondwaterzorgplicht worden verschillende<br />
werkzaamheden verricht, zoals planvorming, onderzoek,<br />
onderhoud, maatregelen en facilitair.<br />
Huidige situatie<br />
De gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de rioleringsen<br />
watertaken worden uitgevoerd door de afdeling<br />
Beheer en Onderhoud en afdeling Stadsplanning. De<br />
afdeling Stadsplanning is verantwoordelijke voor het<br />
strategische beleid en de afdeling Beheer en Onderhoud<br />
voor het operationele beleid en de uitvoering.<br />
In onderstaand overzicht staat een lijst met werk -<br />
zaamheden die door de medewerkers van de afdeling<br />
Stads planning en Beheer en Onderhoud worden verricht.<br />
Planvorming<br />
opstellen beleidsplan stedelijk watermanagement;<br />
in- en externe afstemming (zoals waterplan, ROplannen,<br />
optimalisatiestudies);<br />
stellen jaarprogramma’s.<br />
Onderzoek<br />
inventarisatie;<br />
inspectie/controle;<br />
meten;<br />
berekenen.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
De tariefontwikkeling binnen de planperiode exclusief inflatie staat in tabel is 22.<br />
Tabel 22. Tariefontwikkeling <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
Jaar Stijging (%) Rioolheffing Rioolheffing Rioolheffing Stijging (€)<br />
gebruiker eigenaar totaal<br />
<strong>2011</strong> -4,5 % € 78,24 € 67,80 € 146,04 - € 6,96<br />
2012 1,5 % € 79,41 € 68,82 € 148,23 € 2,19<br />
2013 1,5 % € 80,60 € 69,85 € 150,45 € 2,22<br />
2014 1,5 % € 81,81 € 70,90 € 152,71 € 2,26<br />
<strong>2015</strong> 1,5 % € 83,04 € 71,96 € 155,00 € 2,29<br />
71<br />
Onderhoud<br />
riolen/kolken;<br />
gemalen/mechanische riolering/IBA’s;<br />
infiltratievoorzieningen/drainage/grondwatervoorzie -<br />
ningen.<br />
Maatregelen<br />
aanleg nieuwe riolering;<br />
reparatie;<br />
renovatie/vervanging;<br />
verbetering.<br />
Facilitair<br />
verwerken revisiegegevens;<br />
vergunningen;<br />
klachten.<br />
Om bovengenoemde taken uit te voeren heeft de<br />
gemeente de navolgende functies ingevuld:<br />
0,5 fte strategisch beleid<br />
2,7 fte operationeel beleid<br />
3,5 fte Beheer en Onderhoud<br />
8,0 fte uitvoering<br />
Totaal werken aldus ca. 15 fte aan de riolerings- en<br />
wateropgaven.<br />
Gewenste situatie<br />
De benodigde formatie volgens landelijke kengetallen uit<br />
de Leidraad Riolering bedraagt 21 fulltime plaatsen<br />
(exclusief overhead). Hierbij is uitgegaan van een aantal<br />
rioleringstaken en het maximaal uitbesteden van de<br />
inspectiewerkzaamheden en onderhoud (zie tabel 23).<br />
Uitgangspunt is het 100% op orde houden van het<br />
rioleringstelsel!
Tabel 23. Indicatie personele inzet (werkdagen) voor een<br />
gemeente met > 50.000 inwoners (Leidraad Riolering)<br />
Planvorming 300<br />
Onderzoek 110<br />
Onderhoud 605<br />
Maatregelen 2534<br />
Facilitair 146<br />
Totaal 3695<br />
Productieve werkdagen/jaar 175<br />
Benodigde formatie (fte) 21,1<br />
Voldoende personeel?<br />
Strategie<br />
Het is van essentieel belang dat voldoende capaciteit<br />
aanwezig is om de noodzakelijke taken te verrichten.<br />
Capaciteitsgebrek zorgt namelijk voor risico’s zoals<br />
wegverzakkingen, meer kans op verkeersongelukken en<br />
daaropvolgende schadeclaims. Maar ook voor het niet<br />
voldoen aan de wettelijke taken, toename milieuklachten<br />
door slecht functioneren rioolstelsel en het niet halen<br />
van de rioolvervangings- en/of investeringsproductie en<br />
de gevolgen daarvan op lange termijn.<br />
Het verschil in aantal medewerkers gewenst en huidig<br />
zit met name bij het voorbereiden en uitvoeren van<br />
maatregelen. Door de regie over de projecten te scheiden<br />
van de productie wordt effectiever gewerkt. Verder wordt<br />
de productie verhoogd door meer gebruik te maken van<br />
ingenieursdiensten en de rioleringsprojecten efficiënter<br />
te plannen.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
72
8. Voortgangsbewaking<br />
8.1 Inleiding<br />
Om aan het eind van de beleidsperiode van het <strong>BSW</strong><br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> de opgegeven doelen en maatregelen te<br />
behalen is het van groot belang dat tussentijds de<br />
voortgang wordt bewaakt. In dit hoofdstuk wordt dan<br />
ook aandacht besteed aan de voortgangsbewaking en de<br />
jaarprogramma’s.<br />
8.2 Voortgangsbewaking<br />
Planvorming heeft binnen het rioleringsbeleid een<br />
dubbele functie namelijk continuïteit in rioleringsbeleid<br />
en voortgangsbewaking in het bijzonder. Ten aanzien<br />
van de voortgangsbewaking is het van belang om je af<br />
te vragen of de voortgang echt bewaakt wordt of gevolgd.<br />
Vanuit het <strong>BSW</strong> is het van belang om expliciet uit te<br />
spreken dat de voortgang wordt bewaakt, zodat de in<br />
het beleidsplan aangegeven maatregelen ook worden<br />
uitgevoerd.<br />
Het opstellen van een evaluatie (zie hoofdstuk 3) als<br />
start van een nieuwe beleidsperiode is onvoldoende.<br />
Voortgangsbewaking moet voortdurend plaatsvinden.<br />
Met voortgangsbewaking wordt het ingezette beleid<br />
bijgestuurd mocht dit nodig zijn. Daarnaast is een<br />
samenhangende aanpak op lange termijn mogelijk en<br />
wordt de ad hoc aanpak teruggedrongen.<br />
De voortgangsbewaking wordt gemanaged aan de hand<br />
van de cirkel van Deming.<br />
Afbeelding 6. Cirkel van Deming<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
73<br />
De onderdelen van de cirkel van Deming hebben op<br />
rioleringsbeleid betrekking op:<br />
Plan: Formuleer doelstellingen en plan maatregelen.<br />
Do: Voer maatregelen uit.<br />
Check: Controleer of de maatregelen bijdrage aan de<br />
doelstellingen.<br />
Act: Analyseer en corrigeer eventuele afwijkingen en<br />
verbeter hiermee het plan.<br />
Cirkel: Herhaal voortdurend de vier stappen: plan-docheck-act.<br />
Het gebruik van de Deming circle voorkomt dat de riool -<br />
renovatieproductie en investeringsproductie blijft 'hangen'<br />
in de plan- en do-fase. Meten (Check) en bijsturen (Act)<br />
zijn belangrijke fasen om tot productieverbetering te<br />
komen.<br />
De taken van de cirkel van Deming worden door het<br />
bureau Programmering en bureau Stadsinfra van de<br />
afdeling Beheer en Onderhoud uitgevoerd. Waarbij het<br />
bureau Programmering verantwoordelijk is voor de<br />
onderdelen Plan (riooldeskundigen), Check (bedrijfsvoe -<br />
ring) en gedeeltelijk voor Act (riooldeskundigen). Het<br />
bureau Stadsinfra is verantwoordelijk voor de onderdelen<br />
Do en gedeeltelijk Act. Afstemming tussen de twee bureau<br />
is van essentieel belang om de in dit plan opgenomen<br />
maatregelen efficiënt uit te voeren.<br />
Verantwoording van het beleid en uitgevoerde maatrege -<br />
len wordt opgenomen in de programma jaarcyclus van<br />
kadernota, begroting, afdelingsplannen, voorjaarsnota,<br />
najaarsnota en jaarrekening.<br />
Tijdens deze verantwoording worden de jaarprogramma’s<br />
als instrument ingezet voor de voortgangsbewaking.<br />
Daarnaast wordt aangegeven wat is bereikt ten opzichte<br />
van het Beleidsplan Stedelijk Watermanagement aange -<br />
geven maatregelen. Het signaleren van vertraging en/of<br />
versnelling van uitvoering moet leiden tot het bijstellen<br />
van de programmaring.<br />
8.3 Jaarprogramma’s<br />
De jaarprogramma’s hebben primair als functie de hoofd -<br />
lijnen van het beleidsplan stedelijk watermanagement uit<br />
te werken tot duidelijk geprogrammeerde werkzaamhe<br />
om de voortgang te bewaken en eventueel bij te sturen.
Daarnaast functioneren de jaarprogramma’s als basis<br />
voor het inzetten van personeel, materieel en het vast -<br />
leggen van afspraken over de uitvoering en afstemming<br />
van werken.<br />
De jaarprogramma’s zijn opgesteld op basis van de<br />
beschikbare middelen en technische randvoorwaarden<br />
uit het Beleidsplan Stedelijk Watermanagement <strong>2011</strong>-<br />
2016. De jaarprogramma’s inclusief overzichtstekening<br />
operationele planning <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> zijn opgenomen in<br />
bijlage K.<br />
De rioolrenovaties die vermeld staan in de jaarpro -<br />
gramma’s en op de overzichtstekening zijn via het<br />
beoordelen van de rioolinspecties tot stand gekomen.<br />
De projecten voor de komende jaren zijn reeds uitge -<br />
werkt tot schetsplannen en of definitieve plannen. De<br />
projecten die zijn opgenomen in de laatste paar jaren<br />
van het <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> zijn nog niet zover uitgewerkt.<br />
De kans is dan ook groter dat van die projecten door<br />
verder onderzoek vervanging pas later noodzakelijk is<br />
dan momenteel aangegeven. Ook is het mogelijk dat<br />
door het uitvoeren van nieuwe inspecties rioolleidingen<br />
worden ontdekt die snel aan vervanging toe zijn. Deze<br />
leidingen worden dan aan de planning toegevoegd,<br />
waardoor andere projecten naar achteren schuiven.<br />
Prioritering van projecten is afhankelijk van de rest kwa -<br />
liteit van de riolering in samenhang met wegonderhoud,<br />
groenonderhoud en ontwikkelingsplannen.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
74
Begrippenlijst<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Aansluitverordening Voorschrift dat de afbakening van bevoegdheden en verantwoordelijkheden rondom<br />
de aansluiting van particulieren, bedrijven of overheden op de gemeentelijke<br />
riolering regelt.<br />
Afkoppelen Het ontkoppelen van op de riolering aangesloten verhard oppervlak (definitie<br />
Arnhem: het systematisch nemen van maatregelen voor de omgang met het<br />
neerslagwater van het verharde oppervlak anders dan maatregelen gericht op de<br />
afvoer naar een afvalwaterzuiveringsinstallatie).<br />
Afkoppelproject Een project waarbij een bestaand rioolsysteem zodanig wordt vernieuwd/aangepast<br />
of vervangen, dat de waterstromen ontmengd zijn (definitie “Koploperproject” iov<br />
STAS VROM)<br />
Afkoppelen volgend of leidend Als het afkoppelen meelift met bijvoorbeeld een wegreconstructie dan is het<br />
volgend.<br />
Afvalwater Verontreinigd water dat wordt geloosd door huishoudens, bedrijven en instellingen.<br />
Afvalwatersysteem Het geheel van rioleringstechnische en zuiveringstechnische werken voor de<br />
inzameling, transport en verwerking van afvalwater.<br />
Basisinspanning Vuiluitworp vanuit gemengde stelsels moet voldoen aan een vijftig procent<br />
vuilvrachtreductienorm (t.o.v. het jaar 1990).<br />
Basisrioleringsplan Plan waarin op gedetailleerde wijze wordt aangegeven hoe de Inzameling en afvoer<br />
van afvalwater en neerslag binnen een bepaald gebied plaatsvinden.<br />
Beeldkwaliteitsplan Plan waarin een pakket van intenties, aanbevelingen en/of richtlijnen voor het<br />
veiligstellen, creëren en/of verbeteren van de zichtbare omgeving in een bepaald<br />
gebied is opgenomen. Het beeldkwaliteit plan is vaak gericht op behoud en<br />
verbetering van bestaande ruimtelijke kwaliteiten maar ook op het bereiken van<br />
gewenste kwaliteit in nieuwe gebieden.<br />
Bergbezinkbassins Vuiluitworpreducerende randvoorziening achter het rioolstelsel voor tijdelijke<br />
berging en bezinking van vuildeeltjes in overstortwater.<br />
Berging Inhoud van een rioolstelsel die kan worden gebruikt voor het tijdelijk bergen van<br />
neerslag.<br />
Bestemmingsplan Een bestemmingsplan beschrijft wat er met de ruimte in een gemeente mag<br />
gebeuren.<br />
Debiet Het watervolume dat per tijdseenheid door een watergang of buis stroomt<br />
dg Dialog Rioolbeheerpakket dat door de gemeente <strong>Heerlen</strong> wordt gebruikt.<br />
Doorlaat Rioolput met een speciale functie en voorzien van een faciliteit om de standaard<br />
afvoer tot een gewenst maximum te beperken.<br />
Drukriolering Transport van afvalwater vindt plaats door gemalen (versus vrijverval riolering)<br />
(synoniem: persriool).<br />
Emissiereductie Verminderen van de vervuiling vanuit het rioleringsstelsel naar het oppervlakte -<br />
water.<br />
Emissiespoor Basisinspanning.<br />
End of pipe maatregelen Maatregelen die aan het einde van een lozingspunt plaatsvinden.<br />
Equivalent rioolrecht Gemiddeld rioolrecht gebaseerd op het aantal aansluitingen.<br />
Erfdienstbaarheid Juridisch geregelde afspraak over het gebruik van een perceel van een derde.<br />
Gemengd rioolstelsel Rioolstelsel dat benut wordt voor inzameling en transport van zowel afvalwater<br />
(droogweerafvoer, dwa) als regenwater (regenwaterafvoer, rwa) en grondwater<br />
(overtollig).<br />
Gescheiden rioolstelsel Rioolstelsel dat gebruik wordt voor een gescheiden inzameling en transport van<br />
afvalwater en regenwater/grondwater.<br />
75
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Grasbassin Voorziening voor de tijdelijke berging van regenwater.<br />
Infiltratie Indringen van water in de bodem.<br />
Infiltratiebergingen/–buffers Voorziening om regenwater op te vangen en tijdelijk vast te houden waarna het<br />
langzaam in de bodem dringt en het grondwater aanvult. De voorziening is vaak<br />
voorzien van een natuurlijke filterlaag om vervuiling geconcentreerd vast te houden.<br />
Inundatie (Bewust) onder water zetten van een gebied.<br />
Kolk Putje met rooster voor de opvang van afstromend hemelwater.<br />
Maatgevende bui Bui die bepalend is voor het ontwerp van een rioleringsstelsel (of een deel<br />
daarvan).<br />
OAS-studie Studie naar de Optimalisatie van het Afvalwatersysteem.<br />
OZB-heffing Iedereen in Nederland die een woning bewoont en iedereen die een woning of een<br />
ander onroerend goed in bezit heeft, betaalt onroerendezaakbelasting.<br />
Oppervlaktewater Het samenhangend geheel van van water, waterbodem, oevers, technische infra -<br />
structuur en de biologische component.<br />
Overstortfrequentie Aantal maal dat een riooloverstort(put) per jaar werkt.<br />
Overstortmuren Blokkering in de riolering tot een bepaalde hoogte om berging in de riolering te<br />
creëren, zodat regenbuien met lage intensiteiten niet overstorten. Bij hogere<br />
intensiteiten kan het water over de overstortmuur stromen.<br />
Primaire aansluiting De eerste aansluiting van een pand op het gemeentelijk riool.<br />
Prioritaire stoffen Lijst van stoffen waarvoor in de Europese Kaderrichtlijn Water normen opgenomen<br />
zijn (de zware metalen nikkel, kwik, lood, cadmium; PAK’s; aantal bestrijdingsmidde -<br />
len waaronder Atrazine, Diuron, Endosulfan, Lindaan en Simazine; oplosmiddelen<br />
(chloroform, benzenen) en Tributyltinverbindingen (TBT): totaal 37 stoffen).<br />
Randvoorziening Constructies als onderdeel van het rioolstelsel die tot doel hebben het volume en<br />
de vuilconcentratie van het te lozen rioolwater beperken.<br />
Recht van opstal Zakelijk recht om op iemands grond gebouwen, werken of beplantingen te hebben.<br />
Referentiestelsel Het referentiestelsel is een denkbeeldig stelsel dat de basis vormt voor het behalen<br />
van een vuiluitworpreductie van vijftig procent.<br />
Relinen Vorm van rioolverbetering waarbij een “sok” in het bestaande riool wordt gebracht.<br />
Retentiebuffer Buffer t.b.v. de opvang van regenwater.<br />
Riooloverstortput Voorziening voor het overstorten van het teveel aan afval- en regenwater.<br />
Rioolstreng Aaneengesloten verzameling rioolbuizen tussen twee rioolputten en/of rioolputten<br />
met een speciale functie (bijvoorbeeld een stuwput).<br />
Rioleringsgebied Rioleringsgebied is een samenhangend afstroomgebied naar één of meer overstort -<br />
punten bij de beek.<br />
Rioolrenovaties Oorspronkelijke functies van het riool worden van binnenuit hersteld. De overlast<br />
voor burgers blijft beperkt.<br />
Rioolvervangingen Oorspronkelijke functies van het riool worden hersteld door de oude riolering te<br />
verwijderen en nieuwe riolering aan te leggen. Dit gaat (vaak) gepaard met een<br />
flinke ingreep in de weg met overlast tot gevolg.<br />
Rioolverbeteringen Herstellen van de gewenste rioolfunctie waarbij de verbeteringen tot doel hebben<br />
de vervuiling vanuit het rioleringsstelsel naar het oppervlaktewater te verminderen,<br />
de zogenaamde emissiereductie, en het beperken van wateroverlast door uittredend<br />
rioolwater<br />
Secundaire aansluiting De tweede en volgende aansluiting van een pand op het gemeentelijk riool.<br />
Secundair riool De huis- en kolkaansluitingen zijn aangesloten op een tweede (secundair) riool, dat<br />
parallel aan het hoofdriool loopt en in de kabel- en leidingenstrook/troittoir ligt. Het<br />
secundair riool sluit in de controleputten aan op de hoofdriolering.<br />
Spindelschuiven Beweegbare afsluiter in de riolering (handmatig of mechanisch aangestuurd).<br />
76
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Stuwput Rioolput voorzien van een overstortmuur en een voorziening om de standaard<br />
afvoer tot een gewenst maximum te beperken, totdat de berging gevuld is. Doel<br />
van een stuwput is het creëren van berging in het rioolstelsel.<br />
Verbeterd gemengd stelsel Rioolstelsel dat is voorzien van berging en/of een voorziening waarmee de<br />
vuilemissie naar het oppervlaktewater wordt verkleind.<br />
Verbeterd gescheiden stelsel Het gescheiden stelsel is uitgebreid met een kleine berging en een doorvoerverbin -<br />
ding met het vuilwaterriool waardoor het eerste deel (“first flush”) van de regenbui<br />
met het meeste vuil naar de zuivering gaat.<br />
Verhard oppervlak Alle verharde oppervlakken die neerslag naar het riool afvoeren (daken, straten,<br />
pleinen etc.).<br />
Vrijverval riolering Riolering waarbij voor het transport gebruik wordt gemaakt van de zwaartekracht.<br />
Vuilemissie Hoeveelheid vuil die per tijdseenheid wordt geloosd op het oppervlaktewater.<br />
Vuiluitworpreductie Verminderen van de vuiluitworp uit het rioolstelsel naar het oppervlaktewater.<br />
Wadi’s Voorziening voor de infiltratie van regenwater. Een wadi is een laagte waarin het<br />
regenwater zich kan verzamelen en in de bodem kan infiltreren. Meestal is een<br />
wadi beplant met gras of biezen. Een wadi helpt verdroging van de bodem tegen te<br />
gaan, vormt een buffer bij overvloedige regenval, en draagt bij aan de zuivering van<br />
het water.<br />
Water op straat Situatie waarbij de regenbui groter is dan de afvoercapaciteit van de riolering waar -<br />
door water over maaiveld (straat) gaat stromen naar een locatie waar dit niet of<br />
nauwelijks schade of overlast veroorzaakt.<br />
Woningen worden in principe ruim boven het straatpeil gebouwd, zodat bij het<br />
optreden van wos overlast in de woningen wordt voorkómen.<br />
Waterketen De samenhang tussen de productie en distributie van drinkwater, de inzameling en<br />
transport van afvalwater, en de zuivering van het afvalwater.<br />
Waterkwaliteitsspoor Het waterkwaliteitsspoor eist dat als het emissiespoor (i.c. basisinspanning) niet tot<br />
voldoende verbeteringen van de (ecologische) oppervlaktewaterkwaliteit leidt, aan -<br />
vullende maatregelen genomen moeten worden.<br />
Wateroverlast Situatie waarbij de regenbui groter is dan de afvoercapaciteit van de riolering waar -<br />
door water op maaiveld (straat) blijft staan, doordat de hoogteverschillen van het<br />
maaiveld de afstroming naar een ongevoelige locatie voorkómen of de afstroming<br />
over maaiveld voert via schadegevoelige locaties. Hierdoor ontstaat materiële schade<br />
en/of (grote) overlast in de vorm van opdrijvende putdeksels, water in woningen,<br />
langdurig grote waterhoeveelheden op het maaiveld et cetera.<br />
Watersysteem Geografisch afgebakend en samenhangend geheel van oppervlaktewater, grondwater,<br />
waterbodems, oevers en infrastructuur.<br />
Wervelventielen Een voorziening in een speciale rioolput (stuwput, doorlaatput) om de standaard<br />
afvoer tot een gewenst maximum te beperken.<br />
Zelfreinigend vermogen Door de hoge hellingsgraad van het riool is de stroomsnelheid dusdanig hoog dat er<br />
geen afzetting van rioolslib kan plaatsvinden.<br />
77
Afkortingenlijst<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
<strong>BSW</strong> = Beleidsplan Stedelijk Watermanagement<br />
GRP = <strong>Gemeente</strong>lijk Rioleringsplan<br />
BRP = Basisrioleringsplan<br />
CIW = Commissie Integraal Waterbeheer<br />
KRW = Kaderrichtlijn Water<br />
DCHT = Duurzaam Comfort Huis en Tuin<br />
IBA = Individuele Behandeling Afvalwater<br />
NBW = Nationaal Bestuursakkoord Water<br />
NW4 = Vierde Nota Waterhuishouding<br />
PGW = Programmagestuurd Werken<br />
POL = Provinciaal Omgevingsplan Limburg<br />
PSL = Parkstad Limburg<br />
RWZI = Rioolwaterzuiveringsinstallatie<br />
VNG = Vereniging van Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n<br />
VROM = Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu<br />
WB21 = Waterbeleid voor de 21e eeuw<br />
WBL = Waterschapsbedrijf Limburg<br />
PWP = Provinciaal Waterplan 2010-<strong>2015</strong><br />
WBP = Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas 2010-<strong>2015</strong><br />
WRO = Waterschap Roer en Overmaas<br />
WVO = Wet verontreiniging oppervlaktewateren<br />
UVW = Unie van Waterschappen<br />
78
Bijlage A. Overzicht procedures totstandkoming Beleidsplan Stedelijk Watermanagement.<br />
Proces <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT
Bijlage B. Notulen overleg waterschap en provincie<br />
Verslag<br />
Vergadering<br />
Ontwerp Beleidsplan Stedelijke Watermanagement <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
Vergaderdatum<br />
31 januari <strong>2011</strong><br />
Aanwezigen<br />
Dhr. W. Pakbier, Waterschap Roer en Overmaas<br />
Mevr. G. Vugs, Waterschap Roer en Overmaas<br />
Dhr. R. Schols, Waterschapsbedrijf Limburg<br />
Dhr. V. Kruithof, Provincie Limburg<br />
Dhr. R. Weijers, <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong><br />
Afwezigen<br />
-<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Dhr. Pakbier geeft aan dat het Waterschap verrast is met het ontwerp Beleidsplan Stedelijk Watermanagement (<strong>BSW</strong>)<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>. Het Waterschap is niet conform “routekaart GRP” (opgesteld door het Limburgse waterpanel en bedoeld<br />
voor de gemeenten) eerder betrokken bij het opstellen van het ontwerp <strong>BSW</strong><strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>. Zeker nu het ontwerpplan<br />
reeds door het college is goedgekeurd zonder dat het waterschap ambtelijk een reactie heeft kunnen geven. Mede<br />
gezien de samenwerking in het verleden, zoals Waterplan 2001 en het ontkluizen van de Caumerbeek en Loopgraaf, is<br />
de verbazing groot dat het Waterschap nu niet eerder bij het proces betrokken is.<br />
Dhr. R. Schols sluit zich aan bij de opmerking van dhr. Pakbier.<br />
Dhr. Kruithof geeft aan dat hij, vanuit zijn financiële benadering, meer op de procedure en financiële aspecten let en<br />
niet op de inhoud. Met name de ontwikkeling van de rioolheffing i.r.t. vertraging rioolvervanging en het inhalen van de<br />
rioolrenovatie achterstand i.r.t. rioolrechtverhoging zijn aandachtspunten vanuit de Provincie.<br />
Dhr. Pakbier vermeld dat de gemeente <strong>Heerlen</strong> een opgave heeft in de Kaderrichtlijn Water(KRW). Hiervoor is tot nog<br />
toe een bedrag becijferd van ca. € 5 mln. aan maatregelen. Hierover dient nog een verfijningslag gemaakt te worden.<br />
Deze opgave is niet opgenomen in het <strong>BSW</strong><strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>. Het waterschap vindt dat ook dit deel van de wateropgave<br />
opgenomen moet worden. Verder wordt geopperd om de te treffen maatregelen Kaderrichtlijn Water en de maatregelen<br />
uit de Optimalisatiestudies Afvalwatersysteem op korte termijn verder af te stemmen. Ook dient rekening te worden<br />
gehouden met de milieuaspecten van het (in de toekomst) hebben en houden van drie open asfaltbuffers langs de<br />
heringerichte Caumerbeek.<br />
Dhr. Pakbier en dhr. Schols geven aan dat een tekening en lijst met overstorten en nooduitlaten ontbreekt. Deze lijst<br />
geeft een gemeentelijk totaal beeld en inzicht in de stand van zaken in het voldoen aan de basisinspanning en KRW<br />
verplichtingen. Met het vervallen van de vergunningen is de bewaking en voortgang over de overstorten aangewezen<br />
op afstemming en overleg waarbij een overzichtslijst de basis zal vormen. Mevr. Vugs vermeld dat ook de reiniging- en<br />
inspectiefrequentie in het <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> vermeldt dient te worden.
.<br />
Ook maakt het waterschap zich zorgen of het voorgestelde uitvoeringsprogramma en daarmee de basisinspanning in<br />
<strong>2015</strong> gerealiseerd zal zijn. De personele bezetting is niet of onvoldoende op capaciteit. Het risico op het niet halen van<br />
deze inspanning is hiermee aanwezig.<br />
Dhr. Pakbier vermeld dat het beleid betreffende strooien van zout en onkruidbestrijding van belang is bij het<br />
afkoppelen van verhard oppervlak.<br />
In de samenwerking dient er frequenter zowel ambtelijk als bestuurlijk overleg gevoerd te worden waarbij een brede<br />
wateragenda kan worden gehanteerd.<br />
Opmerkingen per pagina:<br />
Pag. 1. Vraagstelling ook de kwantitatieve maatregelen opnemen.<br />
Pag.15. Opnemen lijst met “innovatieve” plannen / studies die in deze periode worden uitgevoerd.<br />
Pag. 27. Waterleerpad Geleenbeek reeds voorbeeld van andere educatie.<br />
Pag. 30. Toevoegen waterstructuurkaart i.r.t. planologische verankering afkoppelen.<br />
Pag. 38. Basisinspanning en krw-maatregelen toevoegen aan belangrijke wateropgaven.<br />
Pag. 45. Meer samen optrekken bij het project Meten is Weten.<br />
Pag. 46. Hydraulische uitgangspunten gewenste situatie opsplitsen water op straat en wateroverlast inclusief<br />
herhalingsfrequentie buien.<br />
Pag. 48. <strong>Gemeente</strong> heeft regierol bij grondwateroverlast.<br />
Pag. 55. Schiffelerhof ontbreekt.<br />
Pag. 58. Beleid betreffende foutieve huisaansluitingen ontbreekt.<br />
Pag. 61. Het wel of niet treffen van maatregelen inzake de basisinspanning dienen bestuurlijk vastgelegd te worden<br />
en niet eenzijdig vanuit de gemeente.<br />
Pag. 64. Indien een nieuw Basisrioleringsplan wordt opgesteld kan gebruik worden gemaakt van het BRP-format.<br />
Pag. 65. Toevoegen aspect vergunningen.<br />
Pag. 66. Tekstuele opmerking van dhr. Kruithof komen nog per mail.<br />
Pag. 68. Kapitaallasten investeringen loopt in deze periode op van € 717.157 naar € 3.153.940. In hoeverre is het<br />
reëel dat de aangegeven vervangingsinvesteringen ook worden gerealiseerd?<br />
Pag. 69. Heffing kan enkel worden gebruikt voor inzet riooltaken!<br />
Pag. 69. Afschrijving op basis van annuïteiten is niet wenselijk. Dit i.v.m. een constant bedrag voor afschrijving en<br />
rente terwijl bij lineaire afschrijving in de toekomst middelen beschikbaar komen voor het plegen van<br />
onderhoud.<br />
Pag. 72. Zowel het WRO als het WBL geeft aan dat het van wezenlijk belang is dat voldoende personeel beschikbaar<br />
is om de opgaven uit te voeren.<br />
Als afsluiting erkent eenieder dat toekomstige samenwerking van groot belang is om de maatregelen uit het <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<br />
<strong>2015</strong> te realiseren.
Bijlage C. Onafhankelijk advies over <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>.<br />
MEMO<br />
Aan : dhr. R. Weijers<br />
Van : J.P.M.J. Janssens<br />
Kopie : J.C.I. Moerkerk<br />
Dossier : D2674-01.001<br />
Project : Beoordeling Beleidsplan Stedelijk Watermanagement<br />
Betreft : reactie DHV<br />
Datum : 19 mei 2010<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
De gemeente <strong>Heerlen</strong> heeft aan DHV gevraagd om het Beleidsplan Stedelijk Watermanagement (<strong>BSW</strong>) te beoordelen.<br />
In de memo zijn de bevindingen beschreven. Tevens is gevraagd om een voorstel te doen voor het opstellen van een<br />
bestuurlijke versie. Dit voorstel wordt u separaat toegezonden.<br />
Algemene indruk:<br />
De wetgever verplicht de Nederlandse gemeenten tot het hebben van een <strong>Gemeente</strong>lijk rioleringsplan (GRP). De zorg -<br />
plichten van de gemeenten spitsen zich toe op het stedelijk afvalwater (DWA en gemengde stelsels), het hemelwater<br />
en het grondwater. De Memorie van Toelichting bij de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken stelt<br />
dat het GRP ook duidelijk moet maken:<br />
waar de gemeente regen- en grondwater afvoert via een openbaar vuilwaterriool;<br />
waar in plaats van een openbaar vuilwaterriool afzonderlijke systemen (IBA’s) met een zelfde graad van milieu -<br />
bescherming in gebruik zijn;<br />
welke maatregelen de gemeente van perceeleigenaren verwacht rond afvloeiend regenwater en grondwater, én<br />
welke maatregelen de gemeente hiervoor zelf neemt.<br />
Het <strong>BSW</strong> is zeer uitvoering opgezet. Er wordt veel informatie gegevens over uiteenlopende onderwerpen: evaluatie,<br />
wet- en regelgeving, huidige situatie en financiële aspecten.<br />
De eerste indruk na het doornemen van de aangeleverde stukken is de volgende:<br />
1. De keuze voor de structuur van het plan is gericht op evaluatie, visie, beleid&wetgeving, strategie en financiën. De<br />
drie zorgplichten van de gemeente verdwijnen daardoor naar de achtergrond. Paragrafen over hemelwaterzorgplicht<br />
en grondwaterzorgplicht zijn in hoofdstuk 6 herkenbaar. Voor stedelijk afvalwater geldt dat niet. <strong>Gemeente</strong>n zijn<br />
vrij in het kiezen van een structuur en dat dient dus gerespecteerd te worden. Het blijkt wel dat de toetsing aan<br />
het wettelijk kader daardoor moeilijker wordt.<br />
2. Kengetallen geven snel een globale indruk van het onderwerp. De aanvulling op paragraaf 6.9 Beheer en Onderhoud<br />
voorziet hierin. Naar onze mening mogen deze gegevens eerder worden gepresenteerd. De lezer kan daardoor de<br />
volgende informatie beter in perspectief plaatsen. De informatie zou nog aangevuld kunnen worden met verhard<br />
oppervlak, het aantal overstorten en het aantal (huis) aansluitingen.<br />
3. Klimaatverandering wordt op een aantal plaatsen in het <strong>BSW</strong> terecht aan de orde gesteld. De riolering blijkt steeds<br />
vaker problemen te hebben met de verwerking van extreme buien. Wij adviseren daarom om bij iedere zorgplicht<br />
te definiëren wat wordt verstaan onder hinder en wat onder overlast. Een heldere communicatie hiervan naar de<br />
bewoners beperkt discussies in de toekomst.<br />
4. Op een aantal plaatsen komt duurzaamheid aan de orde, meestal in relatie tot hemelwater. Ter overweging geven<br />
we mee om ‘duurzaamheid’ nader te specificeren. De aanleg van een hemelwaterriool gaat immers gepaard met<br />
veel extra beton, de productie van infiltratiekratten is erg energie-intensief.<br />
5. Opmerkingen ten aanzien van spelling en grammatica leveren we separaat aan.
.<br />
88
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Bijlage D. Europees, nationaal en Provinciaal water- en rioleringsbeleid
1. Beleid en wetgeving <strong>BSW</strong> <strong>Heerlen</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
1.1 Inleiding<br />
Deze bijlage geeft een overzicht van het Europese, landelijke en provinciale beleid en de wetgeving op het gebied van<br />
met name water en riolering. Beschreven zijn onder andere de Europese Kaderrichtlijn Water, het Waterbeleid 21e eeuw,<br />
het Nationaal Bestuursakkoord Water, de Watertoets, het Provinciaal Waterplan en het Waterbeheersplan Roer en<br />
Overmaas. De opbouw is als volgt: eerst is het “hoge” beleid beschreven om vervolgens in te zoomen op lokaal en<br />
concreter beleid waarbij de verschillende beleidsstukken gescreend en beschreven zijn met oog voor de gemeente -<br />
belangen van <strong>Heerlen</strong> (riolering, afkoppelen, wateroverlast, duurzaam bouwen). Het gemeentelijke beleid en een<br />
synthese waarin kort de belangrijkste punten staan die nu en de komende jaren in relatie tot de gemeentelijke<br />
rioleringszorg een rol (gaan) spelen, zijn opgenomen in het hoofdrapport (hoofdstuk 5).<br />
1.2 Europa<br />
Kaderrichtlijn Water<br />
Sinds 22 december 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. De KRW heeft als doel om de kwaliteit<br />
van de Europese wateren te verbeteren (“goede toestand”) en die kwaliteit goed te houden. Het belangrijkste middel<br />
om dit doel te bereiken is het stroomgebiedbeheersplan (SGBP). In een dergelijk plan worden de waterkwaliteitsdoelen<br />
en de daarvoor benodigde maatregelen beschreven om deze goede toestand te bereiken. Nederland maakt deel uit<br />
van vier internationale stroomgebieden, waarbij de gemeente <strong>Heerlen</strong> in het stroomgebied van de Maas is gelegen.<br />
Het stroomgebiedbeheersplan Maas is op 27 november 2009 vastgesteld en heeft een looptijd tot eind <strong>2015</strong>. Daarna<br />
wordt er weer een nieuw plan voor de volgende zes jaar opgesteld. Een belangrijk onderdeel van het SGBP is een<br />
maatregelenprogramma. Het maatregelenprogramma bestaat enerzijds uit maatregelen die worden genomen in het<br />
kader van reeds bestaande nationale en/of Europese wetgeving (bijv. Europese Nitraatrichtlijn) en anderzijds een groot<br />
aantal regionale en locatiegebonden maatregelen.<br />
De gemeente <strong>Heerlen</strong> heeft hierin de komende jaren een belangrijke rol als het gaat om:<br />
inzameling en transport van hemelwater;<br />
zorgplicht voor het grondwater;<br />
sanering riooloverstorten;<br />
aanpak achterstallig onderhoud;<br />
meer ruimte voor ontwikkeling en herstel van de watergebonden natuur (watertoets en bestemmingswijzigingen);<br />
vermindering van emissie van gewasbescherming- en bestrijdingsmiddelen in de openbare ruimte;<br />
duurzaam bouwen stimuleren (beperken van gebruik van uitloogbare bouwmaterialen);<br />
sanering bodem- en grondwaterverontreinigingen.<br />
Om concrete betrokkenheid van gemeenten met de KRW te bewerkstelligen en/of te vergroten zijn in 2006 water -<br />
ambassadeurs aangesteld. Deze waterambassadeurs informeren, stimuleren en betrekken gemeenten in het leveren<br />
van een bijdrage aan de stedelijke wateropgave. Zij zijn de ‘linking pin’ tussen de gemeenten en Rijkswaterstaat, die<br />
de feitelijke regie voert over de KRW-opgave van Nederland. De waterambassadeur werd tot 2009 betaald door het<br />
ministerie van Vrom.<br />
1.3 Rijk<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Waterwet<br />
De Waterwet stelt integraal waterbeheer op basis van de ‘watersysteembenadering’ centraal. Deze benadering gaat uit<br />
van het geheel van relaties binnen watersystemen.
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Denk hierbij aan de relaties tussen waterkwaliteit, -kwantiteit, oppervlakte- en grondwater, maar ook aan de samen -<br />
hang tussen water, grondgebruik en watergebruikers. Hiernaast kenmerkt integraal waterbeheer zich ook door de<br />
samenhang met de omgeving. Dit komt tot uitdrukking in relaties met beleidsterreinen als natuur, milieu en ruimte -<br />
lijke ordening.<br />
De Waterwet vervangt de volgende wetten en regelingen voor het waterbeheer in Nederland:<br />
Wet op de waterhuishouding (waaronder Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken).<br />
Wet op de waterkering.<br />
Grondwaterwet.<br />
Wet verontreiniging oppervlaktewateren.<br />
Wet verontreiniging zeewater.<br />
Wet droogmakerijen en indijkingen.<br />
Wet beheer en rijkswaterstaatswerken (‘natte deel’).<br />
Waterstaatswet 1900.<br />
Saneringsregeling waterbodems.<br />
De Waterwet is vanaf 22 december 2009 van kracht.<br />
Met de Waterwet is de gemeente beter uitgerust om onder andere wateroverlast tegen te gaan. Daarnaast zijn alle<br />
voormalige vergunningstelsels opgegaan in één watervergunning en drie lozingenbesluiten om zo de regeldruk te<br />
verlagen.<br />
Nadere uitwerking van de Waterwet is vastgelegd in een AMvB en een daaraan gekoppelde ministeriële regeling,<br />
respectievelijk het Waterbesluit en de Waterregeling. Beide wetteksten geven prioriteit aan gevallen die in de wettekst<br />
nadere regeling voorschrijven.<br />
Wet Milieubeheer<br />
De Wet Milieubeheer legt gemeenten de wettelijke verplichting op periodiek een <strong>Gemeente</strong>lijk<br />
Rioleringsplan op te stellen (art. 4.22). Daarnaast bestaat vanuit de Wm de verplichting te zorgen voor de inzameling<br />
en transport van stedelijk afvalwater, en lozingseisen te stellen aan bedrijfsafvalwater.<br />
Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken<br />
De Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken, welke sedert 1 januari 2008 van kracht is, is geen zelfstandige wet, maar is de titel<br />
van een voorstel tot wijziging van drie bestaande wetten, te weten:<br />
Wet milieubeheer; zorgplicht riolering à zorgplicht stedelijk afvalwater.<br />
Wet op de waterhuishouding (nu Waterwet); zorgplicht hemelwater- en grondwaterproblemen.<br />
<strong>Gemeente</strong>wet; verbreding rioolrecht naar rioolheffing.<br />
De zorgplicht voor hemelwater en grondwaterproblemen (Waterwet) is hierin het belangrijkste. In het kort komt het<br />
erop neer dat de gemeente verplicht is te zorgen voor de verwerking van overtollig hemelwater indien van de per -<br />
ceelseigenaar niet redelijkerwijs verwacht kan worden dat hij/zij dat zelf kan verwerken. Met betrekking tot structurele<br />
grondwaterproblemen is de gemeente verplicht om in de openbare ruimte maatregelen te treffen om de nadelige ge -<br />
volgen van deze problemen zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Voor zover deze maatregelen doelmatig zijn<br />
en niet tot de verantwoordelijkheid van het waterschap of provincie behoren.<br />
Wet Ruimtelijke Ordening en de Watertoets<br />
De watertoets is per 1 november 2003 wettelijk verplicht (en vastgelegd in het Besluit ruimtelijke ordening). De<br />
watertoets betekent dat ruimtelijke plannen (waaronder bestemmingsplannen) die vanaf deze datum ter inzage<br />
worden gelegd, voorzien moeten zijn van een waterparagraaf. Ruimtelijke plannen van de initiatiefnemer (bijv.<br />
gemeente of projectontwikkelaar) worden overlegd met de waterbeheerder.
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
In de waterparagraaf geeft de initiatiefnemer aan welke afwegingen in het plan ten aanzien van water zijn gemaakt.<br />
Het is een toelichting op het doorlopen proces en maakt de besluitvorming ten aanzien van water transparant. In geval<br />
van locatiekeuzes en bij herinrichting van bestaand bebouwd gebied geeft de initiatiefnemer expliciet aan welke rol de<br />
kosten en risico's van verdroging, verzilting, overstroming en overlast hebben gespeeld bij de besluitvorming. De<br />
waterparagraaf grijpt zichtbaar terug op de afsprakennotitie en het wateradvies.<br />
Wet Bodembescherming & Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren<br />
Het “Lozingenbesluit Bodembescherming”, dat op 1 juli 1990 van kracht is geworden, verbiedt alle lozingen van ver -<br />
vuild water in de bodem, maar bevat geen verplichting tot aanleg van gemeentelijke riolering of een verplichting voor<br />
de lozer om op de riolering aangesloten te zijn buiten een vastgestelde afstand tot het gemeentelijke riool. Om ver -<br />
ontreiniging van de bodem te voorkómen moet het afvalwater met een IBA (Individuele Behandeling Afvalwater)<br />
behandeld zijn. De gemeente is bevoegd gezag. Na 1/01/2005 mogen geen ongezuiverde lozingen meer plaatsvinden.<br />
Het “Lozingenbesluit WVO Huishoudelijk Afvalwater” is in 1997 van kracht geworden. Na 1/01/2005 mag geen ongezui -<br />
verd huishoudelijk afvalwater op openbare lossingen geloosd worden. Het afvalwater moet behandeld zijn met een IBA<br />
om de verontreiniging van het oppervlaktewater te beperken. De Wet verontreiniging oppervlaktewateren is per<br />
22 december 2009 opgegaan in de Waterwet (zie par. x).<br />
Nationaal waterplan 2009-<strong>2015</strong><br />
Onderdeel van de bovengenoemde Waterwet is het zesjaarlijkse Nationaal Waterplan. Dit plan is de opvolger van de 4e<br />
Nota Waterhuishouding (1998) en heeft de status van structuurvisie binnen de Wet ruimtelijke ordening. Tevens maken<br />
de (vier) stroomgebiedsbeheersplannen (SGBP’s) onderdeel uit van het Nationaal Waterplan. Op deze wijze ontstaat er<br />
een heldere koppeling tussen Europees beleid (KRW) en rijksbeleid. Naast deze SGBP’s zijn waterveiligheid, het IJsselmeer -<br />
gebied en het Noordzeegebied speerpunten van het Nationaal Waterplan.<br />
Duurzaam waterbeheer is het devies van het Nationaal Waterplan. Om tot duurzaam waterbeheer in Nederland te<br />
komen zijn de volgende aspecten van belang:<br />
Samen werken aan de realisatie van waterbeleid.<br />
Meebewegen, weerstand bieden, kansen pakken.<br />
Versterking water en ruimte.<br />
Een veilige delta.<br />
Duurzame zoetwatervoorziening.<br />
Schoner water met een natuurlijke inrichting.<br />
<strong>Gemeente</strong>n hebben specifieke taken op het gebied van omgaan met afvalwater, hemelwater en grondwater. Het Beleids -<br />
plan Stedelijk Waterbeheer <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> beschrijft op welke manier de <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> invulling geeft aan deze taken.<br />
Daarnaast kunnen gemeenten faciliterend optreden bij het nemen van bepaalde ruimtelijke maatregelen. <strong>Gemeente</strong>n<br />
en waterschappen informeren de provincies over voortgang van het uitvoeringsbeleid en knelpunten bij de uitvoering.<br />
Waterbeleid 21 e eeuw: anders omgaan met water (WB21; 2000)<br />
Door de opgetreden wateroverlast heeft de regering de commissie Waterbeheer 21e eeuw in het leven geroepen. De<br />
commissie geeft advies over de problemen en hoe die in de toekomst te voorkómen zijn. Op 31 augustus 2000 bracht<br />
de commissie het advies Waterbeleid voor de 21e eeuw “Geef water de ruimte en de aandacht die het verdient” uit.<br />
De commissie concludeerde dat de manier waarop wij nu met water omgaan niet voldoende is voor de verwachte<br />
klimaatsveranderingen.In grote lijnen ligt in de belangrijkste nationale beleidsstukken de nadruk op de kwantiteitstrits<br />
vasthouden-bergen-afvoeren en de kwaliteitstrits schoonhouden-scheiden-schoonmaken.
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Doelstellingen die de basis vormen zijn:<br />
het creëren van veiligheid;<br />
het voorkómen van wateroverlast en droogte;<br />
het niet langer afwentelen van waterhuishoudkundige problemen op de buurman, en<br />
ruimtelijke maatregelen moeten voorrang krijgen boven technische maatregelen (zoals pompen endijken verzwaren).<br />
Meer specifiek voor riolering en regenwater is opgenomen dat:<br />
verontreiniging van regenwater zoveel mogelijk wordt voorkómen, en<br />
de vervuiling door riooloverstorten wordt beperkt door het bouwen van vuiluitworp reducerende voorzieningen,<br />
afkoppelen en andere maatregelen.<br />
Bestuursakkoord Waterketen 2007 (BWK-2007) (5 juli 2007)<br />
In het BWK-2007 geven het Rijk, het Interprovinciaal Overleg, de Wevin (drinkwaterbedrijven), de Vereniging Nederlandse<br />
<strong>Gemeente</strong>n en de Unie van Waterschappen aan hun leden op basis van de uitgangspunten te stimuleren en te advi -<br />
seren de in het akkoord vermelde speerpunten te realiseren.<br />
Uitgangspunten:<br />
Een duurzame waterketen, gericht op het bevorderen van de volksgezondheid en bescherming van het milieu staan<br />
centraal in de uitvoering van de waterketentaken. Dit vraagt om een robuuste werkwijze die ook op lange termijn de<br />
publieke belangen dient. Innovaties zijn nodig om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen.<br />
Vanuit dit vertrekpunt vergroten drinkwaterbedrijven, gemeenten en waterschappen de doelmatigheid en transpa -<br />
rantie in de waterketen. Onder doelmatigheid wordt verstaan het leveren van waterketendiensten tegen een zo goed<br />
mogelijke prijs/prestatie-verhouding. Onder transparantie wordt verstaan het geven van helder inzicht aan burgers<br />
welke prestaties in termen van kwaliteit, milieu, droge voeten en klantcontacten geleverd worden tegen welke prijs.<br />
Tevens is het wenselijk huishoudens inzicht te verschaffen in de mogelijkheden om zelf de waterketenkosten te<br />
beïnvloeden.<br />
Partijen bepalen zelf de meest geschikte resultaatgerichte aanpak om doelmatigheid en transparantie te verhogen,<br />
zodat zij aan kunnen sluiten bij de specifieke lokale situatie. Het rijk volgt de ontwikkeling van de doelmatigheid en<br />
transparantie via deze bottom-up aanpak.<br />
De huidige verantwoordelijkheidsverdeling in de waterketen blijft ongewijzigd. Ook de goede afstemming tussen<br />
rioleringsbeheer en het beheer van de openbare ruimte blijft gehandhaafd, omdat daarmee fors op kosten kan<br />
worden bespaard en overlast voor burgers en bedrijven wordt beperkt. Bovendien wordt rekening gehouden met het<br />
feit dat de riolering niet alleen een functie heeft in de inzameling en transport van afvalwater maar in veel gevallen<br />
ook in de afvoer van overtollig hemelwater.<br />
De speerpunten bestaan uit:<br />
Doelmatigheid en transparantie:<br />
π het uitvoeren van benchmarken per partij in de waterketen;<br />
π gemeenten dragen zorg voor een uniforme en eenduidige kostentoerekening;<br />
π het bezien of op termijn een samenhangende waterketenbenchmark kan worden geïntroduceerd.<br />
Samenwerken:<br />
π gemeenten bundelen kennis en capaciteit in rioleringsbeheer;<br />
π samenwerking tussen inzameling en zuivering van afvalwater;<br />
π gemeenten en waterschappen leggen afspraken vast in afvalwaterakkoorden e.d..
Zicht op kosten:<br />
π kosten voor rioleringsbeheer worden eenduidig toegerekend met een kostendekkende rioolheffing;<br />
π de partijen in de waterketen geven bottom up waar doelmatig samengewerkt kan worden.<br />
Innovatie:<br />
π partijen brengen gezamenlijk lange termijn ontwikkelingen in beeld;<br />
π formuleren van een innovatieagenda;<br />
π vorm geven van innovaties samen met financiers en producenten;<br />
π ontwikkelen van een aanpak om de groeiende vraag naar vakkundig personeel te voldoen.<br />
De betrokken burger:<br />
π het rijk ontwikkelt samen met de partijen een informatiecampagne om het waterbewustzijn te vergroten;<br />
π voorlichting over de burgerlijke bijdrage van het anders omgaan met water en het creeren van afvalwater.<br />
Het rijk monitort de voortgang van onderdelen van de speerpunten.<br />
Nationaal Bestuursakkoord Water Actueel (NBW juni 2008)<br />
Met het NBW-Actueel onderstrepen het Rijk, het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen en de Vereniging<br />
van Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n de gezamenlijke opgave om het watersysteem op zo kort mogelijke termijn en tegen de<br />
laagste maatschappelijke kosten op orde te brengen en te houden. Samenwerken is de rode draad van het geactuali -<br />
seerde Nationaal Bestuursakkoord.<br />
Een actualisatie van het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) uit 2003 komt voort uit de invoering van de Europese<br />
Kaderrichtlijn Water (KRW), de noodzaak tot het aanscherping van een aantal begrippen en het beschikbaar komen van<br />
nieuwe klimaatscenario’s. Ook is een nieuwe fase aangebroken in het samenwerkingsproces, waarbij het zwaartepunt<br />
verschuift van planvorming naar uitvoering.<br />
Het NBW is een uitwerking van de uitvoering van waterbeleid 21e eeuw (WB21) en de KRW. De belangrijkste doelen en<br />
taken zijn:<br />
het teveel (overlast) of tekort (onderlast) aan water aanpakken;<br />
verbetering van de waterkwaliteit.<br />
Concreet betekenen bovenstaande punten dat:<br />
<strong>Gemeente</strong>n in samenwerking met waterschappen stedelijke waterplannen dienen te maken of te actualiseren conform<br />
KRW-vereisten (uiterlijk 2012). Het Beleidsplan Stedelijk Waterbeheer <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> van de <strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong> voldoet<br />
daaraan.<br />
Nieuw aan te leggen stedelijke locaties, bedrijventerreinen, infrastructuur en vernieuwings- en herinrichtings -<br />
projecten dienen te voldoen aan de eisen van de WB21 en de KRW. De watertoets is hiertoe het instrument.<br />
Meervoudig ruimtegebruik is het uitgangspunt bij het zoeken naar ruimte voor water.<br />
Opstellen van en uitvoering geven aan stroomgebiedsbeheersplannen en waterbeheerplannen. Dit is de verant -<br />
woordelijkheid van respectievelijk het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de waterschappen.<br />
1.4 Landelijk<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
<strong>Gemeente</strong>lijke rol bij aanpak waterproblemen (Vereniging van Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n, 2007)<br />
In het Nederlandse waterbeleid nemen het beperken van de risico’s van wateroverlast, zowel kwantitatief als kwalita -<br />
tief een centrale plaats in (Europese Kaderrichtlijn Water; KRW en Waterbeheer 21e eeuw; WB21). Ook gemeenten staan<br />
voor afwegingen over eventueel te nemen maatregelen die hieraan bijdragen.<br />
Er worden drie gemeentelijke rollen bij drie waterproblemen onderscheiden, namelijk:<br />
bij aanpak van waterhinder uit de riolering;<br />
bij aanpak van wateroverlast uit regionale oppervlaktewateren;<br />
bij verbetering van de waterkwaliteit.
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Het overgrote deel van de beschreven waterproblemen wordt door de gemeente <strong>Heerlen</strong> reeds actief aangepakt,<br />
namelijk middels:<br />
het gemeentelijk rioleringsplan (GRP+);<br />
de nieuwe grond- en hemelwaterverordening;<br />
de studie optimalisatie afvalwatersystemen (OAS-studie) in samenwerking met het Waterschap Roer en Overmaas;<br />
de watertoets in ruimtelijke plannen. De gemeente ziet erop toe dat water de plaats krijgt die het verdient in o.a.<br />
bestemmingsplannen en ruimtelijke onderbouwingen. De kosten van deze maatregelen zijn in de regel voor de<br />
planexploitant;<br />
de optimalisatie gemeentelijk grondwatermeetnet;<br />
de in-situ aanpak grondwaterverontreinigingen;<br />
de projectgroep Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk.<br />
Doelmatig en rationeel waterbeheer (Unie van Waterschappen, 2009)<br />
De Unie van Waterschappen heeft op 4 november een brief verstuurd naar de staatssecretaris van Verkeer en Water -<br />
staat over doelmatig en rationeel waterbeheer. In de brief vermeld de Unie van Waterschappen het volgende:<br />
Nederland staat voor een grote uitdaging om ons land in de toekomst klimaatbestendig te maken. Het Deltaprogramma<br />
vraagt om grote investeringen en om een grote over-heidsinspanning om de uitvoering hiervan tot stand te brengen.<br />
Hetzelfde is van toepassing op de stroomgebiedenaanpak in het licht van de Kaderrichtlijn Water. Opgaven als deze<br />
vragen om een op deze taken toegesneden overheidsinspanning die functioneel, doelmatig en efficiënt is en het belang<br />
van de burger maximaal dient. Een eigen doelfinanciering is hiermee onlosmakelijk verbonden. Waterschappen hebben<br />
zich ontwikkeld tot professionele uitvoerende overheden die een cruciale inspanning leveren om deze opgaven nu en<br />
in de toekomst duurzaam te realiseren.<br />
In één samenhangend pakket schetsen wij onze voorgestelde aanpak: De integrale verantwoordelijkheid voor de water -<br />
keringen komt bij de waterschappen te liggen, met uitzondering van de nationale infrastructuur zoals de Deltawerken<br />
en de Afsluitdijk. Met gemeenten gaan wij bindende afspraken maken over de afvalwaterketen en bestuurlijke drukte<br />
verminderen. De planstructuur zal veranderen. Provinciale structuurvisies en omgevingsplannen bevatten de ruimtelijke<br />
aspecten van het waterbeheer en het provinciale waterhuishoudingsplan kan vervallen. De provincies worden ontlast<br />
van waterbeheertaken. Met uw Inspectie en met de provincies maken wij afspraken over het toezicht op de water -<br />
schappen. Met Rijkswaterstaat maken wij afspraken over de over te dragen werken, de stroomgebiedaanpak en<br />
functionele samenwerking. Om in staat te zijn deze ontwikkeling in onze organisaties goed te borgen zetten wij de<br />
substantiële opschaling van de waterschappen door. Met al deze voorstellen ligt de focus van de beide waterbeheerders<br />
(Rijkswaterstaat voor het nationale waterbeheer; de waterschappen voor het regionale waterbeheer) op de uitvoering<br />
van het Deltaprogramma, KRW, NBW en reduceren we de bestuurlijke drukte aanzienlijk. Door inverdieneffecten en<br />
verregaande samenwerking binnen en buiten de sector besparen de waterschappen geld om verdere stijging van de<br />
lastendruk tegen te gaan.<br />
Ons navolgende pakket van voorstellen kent daarmee een sterke interne samenhang en moet ook als één geheel be -<br />
schouwd worden. Het vormt een coherente agenda voor bestuur en organisatie van het waterbeheer in de komende<br />
tien jaar. Het waterbeheer wordt slimmer en efficiënter georganiseerd. Met besparingen op de korte en langere termijn<br />
en een concrete aanpak om de bestuurlijke drukte ingrijpend te verminderen. Dit vergt commitment van alle betrokken<br />
partijen. Actieve ondersteuning van deze agenda door het kabinet, onder andere door aanpassing van wet- en regel -<br />
geving, is noodzakelijk voor het bereiken van de gestelde doelen.<br />
Minder bestuurlijke drukte en transparantie voor burgers en bedrijven<br />
De provincies zorgen voor een evenwichtige afweging van alle bij de ruimtelijke inrichting betrokken belangen in<br />
integrale structuurvisies en omgevingsplannen. Ruimtelijke aspecten van het waterbeheer zijn hierin opgenomen. Een<br />
zelfstandig provinciaal waterplan kan verdwijnen.
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Met het oog op doorvoering van het gewenste tweelagenprincipe en de gewenste integraliteit in het waterbeheer/<br />
waterveiligheid, stellen wij voor de provincies van hun uitvoeringstaken in het waterbeheer te ontlasten. Het Rijk, als<br />
normsteller, kan rechtstreeks de toezichthoudende taak uitoefenen met betrekking tot de waterkeringen die de water -<br />
schappen beheren. Met het IPO en V&W willen wij een agenda opstellen over de toekomstige toezichtrelatie, mede in<br />
het licht van het Kabinetsstandpunt ‘Oosting’. Dit reduceert de bestuurlijke drukte aanzienlijk.<br />
Tevens lijkt het ons goed de wegbeheerstaak (bij zes wegbeherende waterschappen) tegen het licht te houden.<br />
De waterschapsverkiezingen zijn naar hun huidige vorm voor de burger geen succes. Er is aanleiding de huidige opzet<br />
nader te bezien. Borging van de belangen van alle burgers en de eigen financiering vergen ook in de toekomst een<br />
democratische vorm van representatie. Graag komen wij met u in gesprek over dit thema.<br />
Hoogwaterbescherming<br />
De zorg voor waterveiligheid is van oudsher een van de meest primaire taken van de waterschappen. Met de voorge -<br />
nomen verdergaande professionalisering en opschaling van de waterschappen zien wij verdergaande participatie in de<br />
financiering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma als een logische stap. Op termijn maken wij ons op om de<br />
financiering van het volledige Hoogwaterbeschermingsprogramma van het Rijk over te nemen, uitgezonderd de nationale<br />
infrastructuur. Daarmee ontstaat een transparantere verdeling van taken in de waterkeringzorg. Bij het Rijk blijven<br />
normering, toezicht op de primaire waterkeringen en de zorg voor de nationale infrastructuur en de waterschappen<br />
doen het overige.<br />
Met Rijkswaterstaat willen wij binnen een half jaar een agenda maken voor de overdracht/het beheer van waterstaats -<br />
werken en verdergaande functionele samenwerking in taakuitvoering (KRW, Ruimte voor de rivier) en ondersteunende<br />
processen (onder-zoek/kennis, ICT, inkoop en aanbesteding, projectvoorbereiding). De contacten hierover met Rijkswater -<br />
staat tonen een grote mate van convergentie aan.<br />
Voor de nabije toekomst stellen wij concreet voor dat de waterschappen de voorbereidingskosten van het Hoogwater -<br />
beschermingsprogramma voor eigen rekening nemen; dit ontlast de rijksbegroting voor € 37 miljoen per jaar. Tevens<br />
stellen wij voor, als eerste stap, € 38 miljoen door middel van cofinanciering bij te dragen aan de investeringen uit het<br />
Hoogwaterbeschermingsprogramma. Wij nemen het op ons met behoud van het solidariteitsprincipe hierover verder<br />
afspraken tussen de waterschappen te maken. Tevens zijn wij bereid de kosten van de bestrijding van de muskusratten<br />
volledig voor eigen rekening te nemen (€ 25 miljoen per jaar).<br />
Doelheffing voor watertaken ook in de toekomst cruciaal<br />
Het waterbeheer in Nederland wordt voor een belangrijk deel betaald uit een doelheffing die de waterschappen opleggen<br />
en innen. Op deze wijze is geborgd dat er voldoende middelen voor deze taken beschikbaar zijn. Mede dankzij dit<br />
systeem staan hoogwaterbescherming en waterbeheer in ons land wereldwijd bezien op een ongeëvenaard hoog<br />
niveau, hetgeen ook internationaal wordt erkend en organisatorisch en financieel navolging krijgt in andere landen. De<br />
kern van dit systeem blijft in stand met de uitvoering van het grote Deltaprogramma in zicht. Maar het moet eenvoudiger<br />
en efficiënter. Zo hebben wij hebben de VNG uitgenodigd om te komen tot een beperkt aantal gezamenlijke, regionale<br />
belastingkantoren teneinde de perceptiekosten van gemeentelijke en waterschapsbelastingen aanmerkelijk te verlagen.<br />
Tevens kan het omslagstelsel voor de watersysteemheffing fors worden vereenvoudigd. Voor burgers en bedrijven<br />
neemt de transparantie dan toe en de administratieve lasten nemen af. De besparing door deze maatregel loopt voor<br />
de waterschappen op tot ongeveer € 26 miljoen per jaar.<br />
Optimalisatie in de afvalwaterketen<br />
<strong>Gemeente</strong>n en waterschappen werken intensief samen in het waterbeheer op grond van het Bestuursakkoord Water -<br />
keten. Deze overeenkomst inzake de afvalwaterketen heeft reeds vele bestaande samenwerking goed gestimuleerd.<br />
Resultaten zijn geboekt, maar niet in die mate die kon worden verwacht. Bovendien vergt de samenwerking veel<br />
ambtelijke inzet en bestuurlijke drukte.
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
De waterschappen hebben de gemeenten, via de VNG, uitgenodigd om de samenwerking in de afvalwaterketen verder<br />
te optimaliseren. Dat kan door de rioleringstaak van de waterschappen toe te voegen aan de huidige afvalwatertransporten<br />
zuiveringstaak van de waterschappen. Hierdoor wordt één overheid verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud<br />
van de afvalwaterketen. Ook is denkbaar dat de waterschappen namens de gemeenten het rioolbeheer en -onderhoud<br />
uitvoeren. Dit zal echter minder besparingen opleveren en veel overleg in stand houden. We willen geen nieuwe be -<br />
stuurlijk drukte door hier nieuwe openbare lichamen voor op te richten. De gemeenten houden vanzelfsprekend de<br />
regie op de openbare ruimte. Voor het planning en uitvoering van projecten, waarbij het wegdek, de riolering en kabels<br />
en leidingen samengaan, blijven de gemeenten verantwoordelijk De bestuurlijke drukte neemt in deze optimalisatie<br />
aanzienlijk af en er kan een aanzienlijke kostenbesparing worden bereikt. Op een totaal bedrag van circa € 2,2 miljard<br />
voor rioolbeheer en zuivering biedt dit een perspectief op een groeiende kostenbesparing van in totaal ruim € 200<br />
miljoen per jaar. Binnen een jaar willen wij samen met de VNG een plan op tafel leggen, gericht op realisatie per <strong>2015</strong>.<br />
Uitvoering kan plaatsvinden zodra de wet- en regelgeving is aangepast.<br />
Opschaling van waterschappen<br />
De waterschappen zijn in achterliggende decennia voortdurend opgeschaald om berekend te blijven op hun taken. In<br />
1980 waren er nog 230 waterschappen, thans zijn het er 26. Dit proces van opschaling is daarmee niet ten einde. Op -<br />
schaling is geen doel op zich, maar de forse opgaven op het terrein van waterveiligheid (Deltaprogramma), waterbeheer<br />
en afvalwaterketen vragen om professionele organisaties met innovatievermogen en slagkracht, en daarmee om verdere<br />
schaalvergroting. Zonder aan de lokale en regionale binding afbreuk te doen willen wij de slagkracht, doel matigheid en<br />
rationaliteit in eigen huis versterken door de komende jaren op te schalen langs de invalshoeken van de stroomgebieden/<br />
KRW en het Deltaprogramma. Hiermee is een besparing van ongeveer 5% op de exploitatiekosten van de waterschappen<br />
mogelijk.<br />
Doelmatig en rationeel waterbeheer (Vereniging van Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n, 2009)<br />
Als reactie op de brief van de Unie van Waterschappen stuurt de Vereniging van Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n een brief<br />
naar de Vaste Commissie van Verkeer en Waterstaat. In de brief vermeld de Vereniging van Nederlandse gemeente het<br />
volgende:<br />
Riolering is meer dan een buis onder de grond<br />
Het UvW voorstel voor de overdracht van het rioleringsbeheer van gemeenten naar het waterschap gaat volledig<br />
voorbij aan zowel de complexiteit van het rioleringsbeheer als de financiering ervan. VNG wijst dit voorstel af!<br />
Het rioleringsbeheer in Nederland gaat over veel meer dan alleen een buis onder de grond voor de inzameling en<br />
afvoer van vuilwater. De grootste investering in het rioleringsbeheer hangen samen met de omgang van overtollig<br />
regenwater in de bebouwde omgeving. De meest doelmatige aanpak van overlast bij hevige regenval vraagt integratie<br />
van de ondergrond (rioolbuizen) en de bovengrond (inrichting openbare ruimte). Voorbeelden hiervan zijn: het tijdelijk<br />
bergen van overtollig regenwater tussen de stoeprand, goten, wadi's, waterpleinen e.d..<br />
Investeringsbeslissingen in de riolering moeten dus in samenhang met investeringen in de openbare ruimte worden<br />
genomen. De voordelen van deze synergie zijn veel groter dan voordelen dan de optimalisatie tussen riolering en<br />
afvalwaterzuivering. Daarom beschouwen de gemeenten de riolering als onderdeel van de zorg voor de openbare<br />
ruimte als hun kerntaak.<br />
Het risico is groot dat bij een verschuiving van de rioleringstaak naar waterschappen, de doelmatige aanpak van<br />
overtollig regenwater onder druk komt te staan. De bestuurlijke drukte neemt toe (in plaats van af), omdat veel meer<br />
afstemming nodig is tussen gemeenten en waterschap. Bovendien is de kans groot dat een verschuiving van kosten<br />
op treedt van riool naar openbare ruimte (OZB). Met andere woorden: De burger zal dan uiteindelijk meer betalen.<br />
Ook de VNG zet in op kostenbesparing afvalwaterketen.
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Het realiseren van kostenbesparingen door intensieve samenwerking blijkt vooral te werken bij de uitvoering van<br />
beheertaken. Dus met behoud van bestaande verantwoordelijkheden samen de uitvoering organiseren. Onderdelen<br />
waarbij de praktijk leert dat kostenbesparingen oplevert:<br />
gemalenbeheer;<br />
beheer van kleinschalige zuiveringen (iba’s);<br />
meten en monitoren van rioolstelsels;<br />
gecoördineerde planvorming;<br />
uitwisseling en bundeling van personele capaciteit;<br />
belastinginning.<br />
Deze samenwerking kan op meer plaatsen en uitgebreider worden gerealiseerd.<br />
De doelmatigheid kan ook worden verhoogd door het verbeteren van de kosteneffectiviteit van maatregelen in de<br />
afvalwaterketen. <strong>Gemeente</strong>n zijn de afgelopen jaren te vaak gedwongen door beleid van andere overheden (o.a.<br />
rijksbeleid, vergunningvoorschriften waterschappen en ontheffingen provincies) om investeringen te doen, die achteraf<br />
niet altijd kosteneffectief zijn gebleken. Het gebeurt nog steeds dat de overheid die bepaalt (via vergunning of<br />
ontheffing) niet betaalt. Als gevolg hiervan speelt doelmatigheid slechts een beperkte rol bij de totstandkoming van<br />
beleid, normen en vergunningvoorschriften. Hier zijn gemeenten de dupe van.<br />
Met de inwerkingtreding van de Waterwet en de deregulering die daarmee samengaat, verandert er veel ten goede,<br />
maar nog steeds kent het systeem een aantal weeffouten. VNG heeft concrete suggesties om dit te verbeteren. Actuele<br />
goede voorbeelden die een impuls geven aan kostenbesparingen in de afvalwaterketen zijn de publiekscampagne<br />
goed rioolgebruik en de benchmark rioleringszorg 2010.<br />
Het rijk verzorgt de tv- en radiospots via Postbus 51 en gemeenten en waterschappen verzorgen de campagne in de<br />
regio. De campagne loopt op dit moment en gaat heel 2010 door. Nu al (na 2 weken) doen meer dan 60% van de<br />
gemeenten en waterschappen actief mee.<br />
In 2010 vindt de benchmarking rioleringszorg plaats. Het streven dat alle gemeenten meedoen en met elkaar verge -<br />
leken worden op prestaties en kosten. Dit geeft een impuls aan gemeenten, maar ook aan andere betrokkenen,<br />
zoals belangenorganisaties om verschillen te analyseren. De benchmark is een collectieve impuls tot prestatieverbe -<br />
tering en kostenbesparing.<br />
Een volgende stap<br />
Voor het vergroten van doelmatigheid in de afvalwaterketen is een brede vizier nodig. De samenhang tussen investe -<br />
ringen in de riolering en de openbare ruimte is hierbij cruciaal. Een optimalisatie van de waterketen, mag niet ten<br />
koste gaan van de synergievoordelen tussen riolering en de inrichting van de openbare ruimte. De uitdaging is om het<br />
perspectief van de waterketen te verbinden met het perspectief van de openbare ruimte. In de Lange Termijnvisie op<br />
de waterketen zijn hiervoor inspirerende voorbeelden uitgewerkt.<br />
Het bundelen van kennis en capaciteit in de uitvoering van beheertaken kan verder worden versterkt. Door schaalver -<br />
groting worden kostenvoordelen behaald. Maar nog belangrijker: door bundelen van kennis en capaciteit neemt<br />
kwaliteit en het innovatieve vermogen van de sector toe, waarmee doelmatigheid een impuls krijgt.<br />
VNG pleit ervoor om gezamenlijk stappen uit te werken om de doelmatigheid verder te vergroten. De afspraken moet<br />
leiden tot voorstellen, waarmee:<br />
onderdelen in het huidige beleid en wetgeving die belemmerend werken voor verdere doelmatigheid worden<br />
aangepast;<br />
de kennis en capaciteit van de uitvoering van de beheertaken kan worden gebundeld met behoud van de bestaande<br />
zorgplichten, taken en heffingen.
1.5 Regionaal<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Stroomgebiedsvisie Maas (2003)<br />
De wateroverlast en overstromingen die de afgelopen jaren West-Europa teisterden hebben ons met de neus op de<br />
feiten gedrukt: het klimaat is aan het veranderen en ons watersysteem is daar niet goed op toegesneden.In Nederland<br />
realiseren we ons dit terdege en daarom zijn in alle provincies visies ontwikkeld over het Waterbeheer in de 21 e eeuw<br />
(WB21). In deze ‘stroomgebiedvisies’ is aangegeven welke maatregelen noodzakelijk zijn om de kans op wateroverlast<br />
en calamiteiten tot een minimum te beperken.<br />
De Stroomgebiedvisie Limburg bevat de visie van de gezamenlijke Limburgse waterbeheerders, om het regionale water -<br />
systeem (alle Limburgse oppervlaktewateren behalve de Maas en hoofdvaarwegen) op orde te brengen. Daarbij wordt,<br />
in overeenstemming met de uitgangspunten van het Rijk en het IPO, een brede kijk op het watersysteem gehanteerd:<br />
het gaat om het op orde brengen van het regionaal watersysteem vanuit de integrale benadering, dat wil zeggen dat<br />
oplossingsrichtingen nadrukkelijk gezocht worden in samenhang met de realisering van meerdere doelen. Uitgangs -<br />
punten zijn verder dat de watersystemen aan de nieuwe normering voor wateroverlast dienen te voldoen en moeten<br />
kunnen anticiperen op 10% meer neerslag in 2050 als gevolg van de klimaatsverandering. Voor Limburg biedt het<br />
recent vastgestelde provinciaal omgevingsbeleid mede het kader voor de oplossingsrichtingen. De wateropgaven zijn<br />
uitgewerkt volgens de WB21-kwantiteits-trits ‘vasthouden-bergen-afvoeren’ en de kwaliteits-trits ‘schoonhoudenscheiden-schoonmaken’.<br />
Water als ordenend principe betekent dat de consequenties van de wateropgaven voor het<br />
gebruik van de ruimte in beeld worden gebracht, resulterend in een ruimteclaim.<br />
De aangegeven oplossingsrichtingen zijn dan ook niet nieuw; wel zijn een aantal maatregelen meer in detail uitge -<br />
werkt. Tevens is aangegeven wat de waterbijdrage en de maatschappelijke meekoppelingen zijn van de voorgestelde<br />
maatregelen. Speciale aandacht is besteed aan de onderbouwing van de kosten en de fasering daarvan. Samen met 16<br />
andere stroomgebiedvisies heeft de Stroomgebiedvisie Limburg de input gevormd voor het Nationaal Bestuursakkoord<br />
Water (NBW). In dit NBW zijn afspraken gemaakt over de doelen, maatregelen, financiën en verantwoordelijkheden.<br />
Belangrijke onderdelen als normering en schadevergoeding zullen in afzonderlijke trajecten worden uitgewerkt. De<br />
benodigde financiën zijn sterk afhankelijk van het ambitieniveau dat het tempo bepaalt waarin de maatregelen uitge -<br />
voerd zullen worden. Bepalend voor dit ambitieniveau zijn de eisen ten aanzien van de nieuwe normering en het<br />
klimaatscenario, alsmede wettelijke verplichtingen, waaronder de Kaderrichtlijn Water. Richtinggevend voor het ambitie -<br />
niveau zijn voor Limburg tevens de gemaakte afspraken in het kader van het nieuwe provinciale omgevingsbeleid<br />
(POL) en de doorwerking daarvan in o.a. het reconstructieplan. Om inzicht te geven in de benodigde financiën zijn een<br />
drietal scenario’s doorgerekend met verschillende ambitienivo’s, realiseringstermijnen en maatregelenpakketten.<br />
Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL 2006)<br />
Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL2006) is een plan op hoofdlijnen. Het biedt een samenhangend overzicht<br />
van de provinciale visie op de ontwikkeling van de kwaliteitsregio Limburg, en de ambities, rol en werkwijze op een<br />
groot aantal beleidsterreinen. Het is zowel Structuurvisie, Streekplan, Waterhuishoudingplan, Milieubeleidplan, als<br />
Verkeer en vervoerplan, en bevat de hoofdlijnen van de fysieke onderdelen van het economische, en sociaal-culturele<br />
beleid. Door recentere POL-aanvullingen wordt POL2006 zo nu en dan partieel gewijzigd.<br />
Met POL2006 beschikt de Provincie Limburg over een eerste Plan op Hoofdlijnen.<br />
De concrete planning van projecten en inzet van middelen wordt niet gekoppeld aan POL2006 als Plan op hoofdlijnen,<br />
maar komt aan de orde bij uitvoeringsprogramma’s zoals die in het kader van de Wet Inrichting Landelijk gebied (WILG)<br />
of een POL-aanvulling, bijv. het in 2008 te behandelen Waterplan. Samen met al deze documenten vormt POL2006 een<br />
flexibel, modulair samengesteld geheel: het POL-stelsel.
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Wij zetten in op duurzame ontwikkeling en sluiten zo aan bij mondiale en Europese strategieën voor duurzame ontwikke -<br />
ling waarin een balans wordt aangebracht tussen mens, milieu en economie. Wij werken daarbij ontwikkelingsgericht en<br />
staan voor een flexibele, innovatieve en samenhangende aanpak. Speciale aandacht schenken wij aan de Provinciale<br />
Hoofdstructuur. Wij verwachten dat belanghebbenden zelf initiatieven nemen voor de realisatie van gewenste ontwikke -<br />
lingen. Daarin participeren wij met kennis, menskracht, faciliteiten en eventueel geld. Het bereiken van resultaat staat<br />
voorop. Een programmatische aanpak gericht op uitvoering en oplossen van het probleem staan centraal, evenals<br />
draagvlak en intentie bij de partner s. Onze betrokkenheid kan daar bij van gebied tot gebied verschillen.<br />
Onze meer waar de als bovenregionaal regisseur van uitvoeringsprogramma’s voor de fysieke omgeving manifesteert<br />
zich meer en meer op euregionaal niveau. Wij richten ons dus óók op Brussel en andere relevante buitenlandse partijen.<br />
Uitgangspunt is koersvastheid: “afspraak is afspraak”, maar wij reageren natuurlijk ook op ontwikkelingen in de<br />
samenleving.<br />
Water<br />
Het waterbeheer geven we gestalte door een (grensoverschrijdende) stroomgebiedbenadering, een brongerichte aanpak,<br />
het solidariteitsprincipe (niet afwentelen) en het vooraf betrekken van water bij ruimtelijke ontwikkelingen. Ook zetten<br />
we in op gezonde en veerkrachtige wateren en het in balans brengen van de omgeving met het watersysteem. Onze<br />
doelen zijn het herstel van de sponswerking, het herstel van de natte natuur, schoon water, een duurzame watervoor -<br />
ziening en een veilige Maas. De toegekende hoofdfunctie van de wateren is bepalend. Eisen vanuit overige functies<br />
zijn ondergeschikt, waarbij wij ecologische (specifiek en algemeen ecologische functie) en mensgerichte hoofdfuncties<br />
( menselijke consumptie en agrarisch water) onderscheiden. Het ordenend principe van water vormt een essentiële<br />
bouwsteen voor het provinciale omgevingsbeleid. De watertoets gebruiken we hierbij als afwegingskader.<br />
Het Waterbeleid 21ste eeuw en de Kaderrichtlijn Water bepalen de komende jaren de agenda. De te maken keuzes<br />
worden in 2009 vastgelegd in onze plannen. Vooruitlopend daarop pleiten wij voor “altijd goed” maatregelen. Uitvoe -<br />
ring zal vooral plaatsvinden via het Reconstructieplan (2004) en het plan Herijking Vitaal Platteland Zuid-Limburg<br />
(2005). We ondersteunen daarbij waterschappen, gemeenten en terreinbeheerders.<br />
Herstel sponswerking<br />
In <strong>2015</strong> willen wij voldoen aan de nog te bepalen normen voor regionale wateroverlast. Wij houden daarbij rekening<br />
met 10 % (en op de langere termijn 20 %) hogere piekafvoeren vanwege klimaatverandering. In P1-gebieden geldt het<br />
“nee-tenzij”-regiem. In P2- en P3-gebieden zijn vast houden en bergen van water en het ecologisch functioneren<br />
richtinggevend. In de beekdalen geven wij meer ruimte aan het water via grondverwerving, via het instrumentarium<br />
van de EHS of -in agrarisch gebied- via groenblauwe diensten of schadecompensatie. De waterschappen nemen de<br />
meanderzones langs SEF-beken en inundatiezones op in de legger, gemeenten in hun bestemmingsplannen.<br />
In het Heuvelland bevorderen wij erosiebestrijding op de steile hellingen. Bij nieuwbouw en herstructurering van be -<br />
staande bebouwing dient het regenwater binnen grenzen van doelmatigheid zo veel mogelijk te worden afgekoppeld.<br />
We stimuleren gemeenten om hun taken goed op te pakken. Verder zetten wij in op grensoverschrijdend overleg.<br />
Herstel van de natte natuur<br />
Wij willen de helft van de grondwaterafhankelijke natuur in <strong>2015</strong> hersteld hebben en de herinrichting van beken met<br />
een specifiek ecologische functie in 2023 afgerond.<br />
Voor de SEF-beken geldt het “ nee-tenzij” principe. Voor agrarisch water (in deels P2, P3, P4 en P5) voeren wij “Optimaal<br />
waterbeheer in de landbouw” uit: onder voor waar den mag beregening plaatsvinden. Voor de SEF-beken en de grond -<br />
waterafhankelijke natuurgebieden zijn de door ons ontwikkelde ecologische streefbeelden richtinggevend. Deze beken<br />
en de natte natuurparels geven we voorrang bij herinrichting. Voor verdrogingsgevoelige Habitatrichtlijngebieden voeren<br />
wij zo nodig een Habitattoets uit.
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
In bufferzones staan wij nieuwe onttrekkingen niet toe, bestaande onttrekkingen zullen bij vergunningverlening<br />
worden getoetst op hun effecten. In agrarisch gebied dient de landbouw buiten de bufferzones zo efficiënt mogelijk<br />
om te gaan met grondwater en worden stuwen geplaatst door de waterschappen. De waterschappen stellen in 2007<br />
een Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regiem (GGOR) op. In 2010 zullen wij beslissen omtrent de goedkeuring van<br />
het GGOR voor de kansrijke verdrogingsgevoelige natuurgebieden.<br />
Schoon water<br />
Uitgangspunt zijn de doelen van de KRW. Het beleid rond puntbronnen wordt gecontinueerd. Verder verwachten wij<br />
van gemeenten en waterschappen dat zij het riool- en afvalwatersysteem optimaliseren. <strong>Gemeente</strong>n dienen de basis -<br />
inspanning uit te voeren om de riolering op orde te brengen. Ook het beleid rond diffuse bronnen wordt voortgezet<br />
met de uitvoering van het daarop gerichte Programma. Verontreinigde waterbodems worden aangepakt door gemeenten<br />
en waterschappen, waarbij zij inspelen op de herinrichting van de beken.<br />
Duurzame watervoorziening<br />
Ook hier zijn de doelen van KRW uitgangspunt. We gaan verder uit van minimaal 75% leveringszekerheid, en een hoge<br />
mate van zelfvoorziening. Ter bescherming van de openbare drinkwater voorziening hebben wij in de PMV beschermings -<br />
gebieden aangewezen. De regels zijn erop gericht om met eenvoudige zuivering te kunnen volstaan. De waterwinputten<br />
zijn zo minimaal 25 jaar beschermd tegen een mogelijke verontreiniging. De gehele Roerdalslenk is een boringsvrije zone.<br />
Boringen dieper dan 30 m zijn in principe verboden. In Roerdalslenk en Venloschol worden boringen voor de landbouw<br />
geweer d. Voor de bescherming van kalksteenwinningen, freatische winningen en (oever)grondwaterwinningen voeren<br />
wij een stimuleringsbeleid en gaan wij na of betere bescherming wenselijk is. De winningen Caberg en Itteren-Borgharen<br />
worden in 2009 gesloten, Californië in 2013.<br />
Voor operationele reserve is een capaciteit van 14 miljoen m3/jr gereserveerd in de bestaande productielocaties, voor<br />
de strategische reserve eenzelfde capaciteit. Vooralsnog continueren we het ingezette beleid dat gericht is op een<br />
evenwichtige winning van grond-, oever grond- en oppervlaktewater. De komende planperiode zullen we bezien of de<br />
verdeling en de omvang van de reserves aanpassing behoeven. Voor overige onttrekkingen wordt alleen het gebruik<br />
van freatisch (ondiep) grondwater vergund indien er geen negatieve effecten optreden voor (grondwaterafhankelijke)<br />
natuur of overige belangen. Ons beleid voor koude-warmte opslag werken wij uit in een beleidskader.<br />
Provinciaal Beleidskader stedelijk waterbeheer (Juli 2006)<br />
Hoofdopgave voor het stedelijk waterbeheer is het op orde brengen in uiterlijk <strong>2015</strong> en vervolgens op orde houden van<br />
de stedelijke watersystemen.<br />
Vanuit haar rol als regionaal regisseur geeft de Provincie aan hoe oude en nieuwe stedelijke wateropgaven bij elkaar<br />
komen in een samenhangende visie op beleidsdoelen en beleidsaanpak in het stedelijk waterbeheer.<br />
De Provincie hanteert bij de formulering van het beleidskader en de invulling van haar eigen taken en<br />
verantwoordelijkheden drie strategische uitgangpunten. Ieder zijn deel, samen sterk betekent dat van elke Limburgse<br />
overheid verantwoordelijkheid voor haar bijdrage aan de stedelijke wateropgaven wordt verwacht, tezamen leidend tot<br />
een robuuste en samenhangende Limburgse aanpak. Voortvarende en realistische aanpak geeft aan dat ambitieuze<br />
maar haalbare beleidsdoelen worden gesteld en dat maatregelen doelmatig dienen te zijn. (Ruimtelijke) kansen<br />
benutten benadrukt dat aanpak van de wateropgaven in het bredere perspectief van de ruimtelijke ontwikkeling<br />
kansen biedt om maatschappelijke doelen gecombineerd te verwezenlijken.<br />
Waterkwantiteit<br />
De Provincie zal uiterlijk 2009 vastleggen welke normen voor wateroverlast gelden en hoe het primaire watersysteem<br />
(waaronder in stedelijk gebied) uiterlijk in <strong>2015</strong> op orde zal worden gebracht. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor<br />
het in beeld brengen van wateroverlastknelpunten vanuit grondwater, riolering en wateren in gemeentelijk beheer en<br />
het vaststellen en nemen van noodzakelijke maatregelen.
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Daarnaast wordt aan gemeenten en waterschappen gevraagd om via baggerplannen de aard en omvang van de bagger -<br />
problematiek in stedelijke wateren in beeld te brengen en voor <strong>2015</strong> maatregelen te nemen om de watersystemen op<br />
orde te krijgen.<br />
Het afkoppelen van regenwater van het riool is in bebouwd gebied een belangrijk middel om watersystemen op de<br />
langere termijn op orde te houden en draagt bij aan meerdere waterdoelen. De scheiding van waterstromen is<br />
inmiddels wettelijk verankerd. <strong>Gemeente</strong>n krijgen daarbij een grote verantwoordelijkheid om op lokaal niveau een<br />
doelmatigheidsafweging te maken. De Provincie volgt de nationale beleidslijn door ‘maximaal afkoppelen binnen<br />
grenzen van doelmatigheid’ als beleidsdoel te formuleren. Investeringen in bestaand gebied vinden pas plaats indien<br />
maatschappelijke ontwikkelingen (renovatie, herstructurering) de mogelijkheid bieden om kosteneffectieve<br />
maatregelen te nemen.<br />
<strong>Gemeente</strong>n dienen in een verbreed gemeentelijk rioleringsplan (GRP) aan te geven hoe zij tot invulling van het begrip<br />
doelmatigheid komen. Provincie en waterschappen ondersteunen de gemeenten bij het ontwikkelen van zo’n verbreed<br />
plan.<br />
Waterkwaliteit<br />
De KRW verplicht de Nederlandse overheden de waterkwaliteit van de Nederlandse watersystemen (in principe) in <strong>2015</strong><br />
op orde te hebben.<br />
Om te stimuleren dat Limburgse overheden nu al concreet werken aan het verminderen van diffuse verontreiniging,<br />
continueert de Provincie het actieprogramma diffuse bronnen. Ten aanzien van het terugdringen van de vuilvracht<br />
vanuit riolering houdt de Provincie onverkort vast aan het zo spoedig mogelijk bereiken van de basisinspanning voor<br />
riolering. De Provincie ondersteunt de studies naar de optimalisatie van de afvalwatersysteem als een goed middel om<br />
watersysteemambities en duurzaam omgaan met afvalwater te realiseren tegen zo laag mogelijke maatschappelijke<br />
kosten. Indien daarbij een discrepantie blijkt tussen het subiet bereiken van de basisinspanning en een aanzienlijk<br />
doelmatiger invulling op korte termijn, dan gaat de voorkeur van de Provincie uit naar een doelmatige oplossing, die<br />
recht doet aan eerder vastgelegde afspraken en binnen een voor alle partijen acceptabele termijn.<br />
De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het voorkomen van verontreiniging door afgekoppeld hemelwater. Zij dienen<br />
in een verbreed GRP aan te geven hoe deze verantwoordelijkheid wordt ingevuld. Als handreiking voor de besluit -<br />
vorming in specifieke gevallen heeft de Provincie met waterschappen en enkele gemeenten een voorkeurstabel<br />
afkoppelen opgesteld.<br />
Water en ruimte<br />
De Provincie wil in de ruimtelijke ordening ruimte geven aan randvoorwaarden en kansen van water. Om voldoende<br />
ruimte voor water te bewaren worden beekdalen zoveel mogelijk gevrijwaard van bebouwing.<br />
Combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve wateropgaven met de ontwikkeling van stedelijke functies kan de maat -<br />
schappelijke investering beperken. Daarnaast biedt water kansen om het woon- en leefklimaat te verbeteren. Om te<br />
bevorderen dat deze kansen worden benut stimuleert de Provincie het opstellen van gemeentelijke waterplannen.<br />
Daarnaast wil de Provincie een concreet voorbeeldproject ondersteunen. De Provincie zal stimuleren dat de Limburgse<br />
burgers in bebouwd gebied toegang krijgen tot informatie over het gehanteerde grond- en oppervlaktewaterregime in<br />
hun leefomgeving.<br />
Inzet provinciale beleidsinstrumenten<br />
De uitvoering van het provinciale beleidskader dient met name vorm te krijgen via GRP’s en waterbeheersplannen. De<br />
Provincie is van mening dat nieuwe GRP’s een verbreed karakter dienen te hebben, waarin ook wordt aangegeven<br />
welke afkoppelstrategie de gemeente gaat volgen en hoe met (grond)wateroverlast wordt omgegaan. Bij voorkeur<br />
wordt daarbij ook de relatie gelegd tussen het rioleringsbeleid en het gemeentelijk ruimtelijk beleid. Voor de<br />
afstemming van ruimte en water in individuele ruimtelijke plannen is de watertoets het geëigende instrument.
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Naast de reeds genoemde activiteiten wil de Provincie bijdragen aan een goede beleidsuitvoering door onderzoek te<br />
verrichten naar financieringsmogelijkheden voor de stedelijke wateropgave, waarbij ook wordt bezien of er mogelijk -<br />
heden zijn om tot een compensatiefonds te komen. Daarnaast investeert de Provincie in een goede communicatie<br />
richting burgers om het maatschappelijk draagvlak voor de stedelijke wateropgave en de te nemen maatregelen te<br />
vergroten.
Bijlage E. Overzicht college- en raadsvoorstellen<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Collegevoorstel b&w “Ondertekening startdocument Optimalisatie Afvalwatersysteem (OAS) <strong>Heerlen</strong>” (OW/2005/26567,<br />
d.d. 15-12-2005).<br />
Het College besluit om deel te nemen aan het project OAS <strong>Heerlen</strong>. Het project heeft als doelstelling de voordelen<br />
(financieel, milieu, inzicht, doorzicht) van de samenwerking tussen riolering en afvalwaterzuivering zichtbaar te<br />
maken. Het rioleringsstelsel van de gemeente <strong>Heerlen</strong> dat afstroomt naar de afvalwaterzuivering <strong>Heerlen</strong> (Terworm),<br />
wordt gekoppeld aan het functioneren van deze afvalwaterzuivering.<br />
Collegevoorstel b&w “Water(bodem)kwaliteitsonderzoek 14 stadswateren <strong>Heerlen</strong>” (2006/3276, d.d. 08-02-2006).<br />
De afgelopen jaren zijn verschillende waterkwaliteitsproblemen in de visvijvers opgetreden. Dit heeft ertoe geleid dat<br />
de gemeente <strong>Heerlen</strong> in 2005 voor 14 stadswateren een water(bodem)kwaliteitsonderzoek heeft laten uitvoeren door<br />
het Waterschapsbedrijf Limburg. De onderzoeksgegevens zijn beoordeeld door het Waterschap Roer en Overmaas.<br />
Op basis van de resultaten (b)lijkt dat de waterkwaliteit van de stadswateren verbeterd is ten opzichte van voor gaande<br />
jaren. Het grootste gedeelte van de stadswateren voldoet aan de gestelde waterkwaliteitseisen. De waterkwaliteit is<br />
zeker niet alarmerend. De resultaten zijn echter geen jaargemiddelde, maar afkomstig van een eenmalige bemonstering.<br />
Om een beter beeld te verkrijgen van de problematiek besluit het College om in 2006 vier keer de waterkwaliteit van<br />
de visvijvers te onderzoeken. Ook zijn ter plaatse van de kasteelgracht Hoensbroek, Droomvijver, Meezenbroekervijvers<br />
en Weltervijver informatieborden geplaatst met de tekst “help de vissen, voer de eenden niet”. Met de borden wordt<br />
getracht het gedrag van burgers te beïnvloeden, de populatie van eenden en hun ontlasting te reguleren, met als doel<br />
een betere waterkwaliteit.<br />
Collegevoorstel b&w “Beantwoording brief SP-fractie over overlast door waterzuiveringsinstallatie Terworm” (2006/15294,<br />
d.d. 05-07-2006)<br />
De heer Meyer geeft namens de SP-fractie aan (brief 2006/12642) dat in Landgoed Terworm een rioolwaterzuiverings -<br />
installatie is gelegen die voor de nodige overlast zorgt. Het stinkt er vrijwel voortdurend en het lijkt er op dat de<br />
rioolwaterzuiveringsinstallatie op geen enkele manier voldoet aan de huidige voorschriften. Via een zevental vragen<br />
betreffende onder andere milieu, gezondheidsrisico’s en modernisering dan wel verplaatsing van de rioolwaterzuive -<br />
ringsinstallatie wordt verzocht om de situatie toe te lichten. Het College stuurt een uitgebreide brief naar de SP-fractie<br />
met een overzicht van de laatste stand van zaken betreffende het functioneren van de rioolwaterzuiveringsinstallatie<br />
Terworm.<br />
Informatiebrief b&w “Brief VNG: <strong>Gemeente</strong>lijke rol bij aanpak waterproblemen d.d. 3 mei 2007” (2007/19050, d.d.<br />
5-7-2007).<br />
Het College neemt kennis van de brief van de VNG. De brief beschrijft de gemeentelijke rol in het nemen van maat -<br />
regelen tegen wateroverlast en het verbeteren van de waterkwaliteit.<br />
Informatiebrief b&w “Tariefverlaging van rioolheffing voor 2009 en 2010“ (2008/17544, d.d. 19-6-2008).<br />
Het College is geïnformeerd over de mogelijkheid om € 1,6 miljoen euro (te dekken uit de voorziening rioolrenovaties)<br />
aan te wenden voor de tariefverlaging van het rioolrecht.<br />
Collegevoorstel b&w “Amoveren rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) <strong>Heerlen</strong>” (2008/25207, d.d. 17-9-2008).<br />
Op 29 juli 2008 is een brief van het Dagelijks bestuur van het Waterschapsbedrijf Limburg ontvangen. In deze brief<br />
staat de keuze voor het amoveren van RWZI <strong>Heerlen</strong> en het transporteren van het afvalwater naar RWZI Hoensbroek.<br />
Via een brief aan het Waterschapsbedrijf Limburg heeft het College aangegeven alle medewerking te verlenen bij de<br />
verdere voorbereiding en uitvoering van de maatregelen voor het amoveren van rioolwaterzuiveringsinstallatie <strong>Heerlen</strong>.<br />
Collegevoorstel b&w “Subsidieaanvraag Shared Space Crossing the Border” (2008/28254, d.d. 21-10-2008).<br />
Het College stemt in met het aanvragen van de subsidie INTERREG IV A, “Shared Space Crossing The Borders”, voor het<br />
ontkluizen van de Caumerbeek en Loopgraaf.
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Collegevoorstel b&w “Ondertekening startdocument Optimalisatie Afvalwatersysteem (OAS) Hoensbroek” (2008/29615,<br />
d.d. 03-11-2008).<br />
Het College besluit om deel te nemen aan het project OAS Hoensbroek. Het project heeft als doelstelling de voordelen<br />
(financieel, milieu, inzicht, doorzicht) van de samenwerking tussen riolering en afvalwaterzuivering zichtbaar te<br />
maken. Het rioleringsstelsel van de gemeente <strong>Heerlen</strong> dat afstroomt naar de afvalwaterzuivering Hoensbroek, wordt<br />
gekoppeld aan het functioneren van deze afvalwaterzuivering.<br />
Collegevoorstel b&w “Samenwerkingsovereenkomst Caumerbeek zichtbaar natuurlijk” (2009/19716, d.d. 8 juni 2009).<br />
Vanaf november 2006 is op initiatief van de gemeente en later in samenwerking met het Waterschap Roer en Overmaas<br />
integraal gewerkt aan de verkenningsstudie inzake het ontkluizen van de Caumerbeek en Loopgraaf.<br />
De verkenningsstudie is eind 2008 met een positief resultaat afgerond. Momenteel vindt bestuurlijk overleg plaats over<br />
de verdere voortgang van het project en de kostenverdeling. Verder heeft het College (voorstel 2009/16202) ingestemd<br />
met het bestekgereed maken van het plan.<br />
Om voor € 1 miljoen subsidie, in het kader van de subsidieregeling Innovatieprogramma Mooi Nederland, in aanmerking<br />
te komen heeft het College besloten een samenwerkingsovereenkomst met het Waterschap Roer en Overmaas aan te<br />
gaan.<br />
Collegevoorstel b&w “Maatregelen verontreinigd oppervlaktewater” (2009/24072, d.d. 13-7-2009)<br />
In het waterplan 2001-<strong>2015</strong> zijn beleidsvoornemens en inrichtings- en waterkwaliteitsmaatregelen vastgesteld met o.a.<br />
als doel de waterkwaliteit, recreatiewaarde en belevingswaarde van onze oppervlaktewateren te verbeteren. Deze be -<br />
leidsvoornemens en maatregelen voor onze stadswateren zijn, door versobering van het takenpakket, tot de wette lijke<br />
rioleringstaken beperkt. De inrichtings- en waterkwaliteitsmaatregelen uit het Waterplan 2001-<strong>2015</strong> zijn in 2003 door<br />
bezuinigingen geschrapt. Dit heeft tot gevolg gehad dat de reeds bestaande waterkwaliteitsproblemen (blauwalgen -<br />
groei en vissterfte) de laatste jaren zijn verergerd.<br />
Gezien de tekorten op de gemeentelijke begroting in 2009 en 2010, kunnen op korte en middellange termijn geen<br />
maatregelen genomen worden ter verbetering van de waterkwaliteit. Uiteraard wordt er wel bekeken of er op korte<br />
termijn maatregelen genomen moeten worden bij onveilige situaties en/of gezondheidsbedreigingen.<br />
Het College besluit om waarschuwingsborden bij verontreinigde oppervlaktewateren te plaatsen om gezondheids -<br />
risico’s te minimaliseren en geen structurele maatregelen te nemen om de waterkwaliteit te verbeteren.<br />
Collegevoorstel b&w “Stimuleringsregeling afkoppelen” (2010/2505, d.d. 19-1-2010).<br />
Afkoppelen van hemelwater van de doorgaans gemengde rioleringsstelsels is een ontwikkeling die reeds enige jaren<br />
geleden is ingezet. Na overstromingen in het Maasdal in 1993 en 1995 is de aandacht voor het afkoppelen alleen maar<br />
toegenomen. In augustus 2000 bracht de Commissie Waterbeheer 21e eeuw advies uit over het toekomstige waterbeleid<br />
in Nederland. De drietrapsstrategie vasthouden-bergen-afvoeren is vanaf dat moment leidend geweest voor het water -<br />
beleid in Nederland.<br />
In 2007 heeft het Waterschap Roer & Overmaas een subsidieregeling ingesteld om het afkoppelen van hemelwater in<br />
Zuid-Limburg te stimuleren (stimuleringsregeling afkoppelen). Het waterschap heeft € 120.000,- beschikbaar gesteld<br />
aan particulieren en bedrijven in <strong>Heerlen</strong>. Belangrijke voorwaarde is dat het bestaand verhard oppervlak dient te be -<br />
treffen dat afgekoppeld wordt van de gemeentelijke riolering. Afhankelijk van de oppervlakte dat afgekoppeld wordt<br />
varieert de bijdrage van € 1,80 tot € 5,00 per m 2 . De gemeente beoordeeld de aanvragen en verdeeld de subsidie. Deze<br />
stimuleringsregeling loopt tot juli 2012.<br />
Het College besluit om in te stemmen met het mandaat van het waterschap Roer en Overmaas en uitvoering te geven<br />
aan de subsidieregeling voor het afkoppelen van hemelwater.
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Collegevoorstel b&w “Intentieovereenkomst Caumerbeek zichtbaar natuurlijk” (2010/5017, d.d. 2-2-2010).<br />
In de jaren zeventig stroomde het regenwater en het afvalwater van een groot gedeelte van <strong>Heerlen</strong> via het riool naar<br />
de open Caumerbeek en Loopgraaf. Door de komst van milieuregelgeving zijn de rechtstreekse vuilwaterlozingen op de<br />
open Caumerbeek en Loopgraaf 35 jaar geleden opgeheven. Vanaf de Meezenbroekerweg tot aan rioolwaterzuiverings -<br />
installatie Hoensbroek is voor afvoer van afvalwater, regenwater en beekwater een betonnen koker (riool) aangelegd.<br />
Het overkluizen van de Caumerbeek en Loopgraaf is tot nu toe, met een investeringswaarde destijds van ca. 30 miljoen<br />
gulden, het grootste infrastructurele waterhuishoudkundige project binnen de gemeente <strong>Heerlen</strong>.<br />
Vanaf november 2006 is op initiatief van de gemeente en later in samenwerking met het Waterschap Roer en Overmaas<br />
integraal gewerkt aan de verkenningsstudie inzake het ontkluizen van de Caumerbeek en Loopgraaf.<br />
De verkenningsstudie is eind 2008 met een positief resultaat afgerond. Verder heeft het College (voorstel 2009/16202)<br />
ingestemd met het bestekgereed maken van het plan. Eind 2009 is het overleg met het Waterschap Roer en Overmaas<br />
over de verdere voortgang van het project en de kostenverdeling afgerond. Nu is het zover de gemaakte afspraken in<br />
een intentieovereenkomst vast te leggen.<br />
Het College stemt in met het aangaan van een intentieovereenkomst met het Waterschap Roer en Overmaas.<br />
Raadsinformatiebrief “Inventarisatie gemeentelijk waterbeheer inclusief actieplan” (2006/5590, d.d. 10-03-2006).<br />
De uitgebreide raadsinformatiebrief geeft antwoordt op de ingediende motie van Groen Links, over de nieuwe ont -<br />
wikkelingen op het gebied van gemeentelijk waterbeleid, tijdens de algemene beschouwingen van 2005. In de brief is<br />
een inventarisatie opgesteld van het gemeentelijk waterbeheer. Inhoudelijk zijn de Europese, landelijke, regionale en<br />
gemeentelijke beleidsontwikkelingen beschreven. Daarnaast is een actieplan opgesteld hoe deze nieuwe wateropgaven<br />
worden opgepakt.<br />
Raadsvoorstel “Toevoegen van bijlage B aan het <strong>Gemeente</strong>lijk RioleringsPlan 2006-2010” (2006/22241, d.d. 4-12-2006).<br />
Als aanvulling op het d.d. 7 december door de Raad vastgestelde <strong>Gemeente</strong>lijk RioleringsPlan 2006-2010 is bijlage B<br />
toegevoegd. Deze bijlage betreft het resultaat van het ambtelijk overleg met de Provincie Limburg, het Waterschap Roer<br />
en Overmaas en het Waterschapsbedrijf Limburg.<br />
Raadsinformatiebrief “Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken” (2007/34169, d.d. 19-12-2007).<br />
De Raad is geïnformeerd over het door de Tweede Kamer aanvaarden van het wetsvoorstel tot wijziging van de<br />
<strong>Gemeente</strong>wet (GW), de Wet op de Waterhuishouding (WWH) en de Wet Milieubeheer (Wm). Deze wetswijzigingen zijn<br />
neergelegd in de Wet <strong>Gemeente</strong>lijke Watertaken. Deze wet is per 1 januari 2008 van kracht. <strong>Gemeente</strong>n krijgen met<br />
deze wet zorgplichten voor de verwerking en inzameling van overtollig hemelwater, het overtollig grondwater en het<br />
afvalwater. De verantwoordelijk over het op eigen perceel vasthouden van regenwater door particulieren is ook in deze<br />
Wet vastgelegd. Om aan deze zorgplichten te kunnen voldoen krijgen gemeenten een nieuwe heffingsbevoegdheid en<br />
een mogelijkheid tot het toepassen van kostenverhaal.<br />
Raadsinformatiebrief “Voorlopige maatregelen Kaderrichtlijn Water (KRW)” (2008/5570, d.d. 26-2-2008).<br />
Sinds 22 december 2000 is de Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. De KRW heeft als doel om de kwaliteit van de<br />
Europese wateren te verbeteren (“goede toestand”) en die kwaliteit goed te houden.<br />
Het Waterschap Roer en Overmaas, Rijkswaterstaat, Provincie, en de waterambassadeur hebben het afgelopen jaar in<br />
de gebiedsgerichte werkgroep KRW Limburg Zuid gewerkt aan het opstellen van doelen en voorlopige maatregelen -<br />
pakketten als onderdeel van het stroomgebiedbeheerplan Maas. Hierover is met gemeenten zowel ambtelijk als<br />
bestuurlijk verschillende keren overleg gevoerd.
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
De Raad is geïnformeerd over de gemeentelijke maatregelen voor de Kaderrichtlijn Water zijnde:<br />
aanleggen bergbezinkbassins volgens opgave basisinspanning in GRP 2006-2010;<br />
afkoppelen van verhard oppervlak volgens opgave GRP 2006-2010;<br />
onderzoek naar de vervuiling van riooloverstorten (emissiepunten rioolstelsel) op oppervlaktewater conform GRP<br />
2006-2010.<br />
Daarnaast is niet ingestemd met de voorkeursvariant voorlopige maatregelen voor de Kaderrichtlijn Water opgesteld<br />
door de gebiedsgerichte werkgroep KRW Limburg Zuid zijnde:<br />
aanleggen waterkwaliteitsbergingen achter riooloverstorten;<br />
jaarlijks afkoppelen van 1% verhard oppervlak van bestaand rioolstelsel.<br />
Raadsvoorstel “Het vaststellen van de verordening Rioolheffing 2009 en het nemen van de daarmee samenhangende<br />
besluiten” (2008/22950, d.d. 4-11-2008).<br />
Op 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijke watertaken in werking getreden. De taken voor de gemeenten zijn daarbij<br />
uitgebreid. Met name krijgen gemeenten een zorgplicht ten aanzien van afvloeiend hemelwater alsmede maatregelen<br />
ter bestrijding van structurele grondwaterproblemen. Om de nieuwe taken te bekostigen wordt het bestaande riool -<br />
recht verbreed naar een bestemmingsheffing. Hiertoe is in de <strong>Gemeente</strong>wet een nieuw artikel 228a opgenomen. Anders<br />
dan bij de rioolrechten op grond van artikel 229 van de <strong>Gemeente</strong>wet gaat het hier niet meer om een retributie waarbij<br />
sprake is van een rechtstreekse tegenprestatie.<br />
De raad stemt in met het per ingang van 1-1-2009 in plaats van rioolrechten de rioolheffing voor eigenaren en gebrui -<br />
kers in te voeren (variant van één heffing voor de totale kosten) waarbij bij het bepalen van de tarieven rekening is<br />
gehouden met een lastenverlichting voor de burger conform raadsvoorstel 2008/23886. De verordening op de heffing en<br />
invordering van rioolheffing 2009 ingaande 1-1-2009 vast te stellen.<br />
Raadsvoorstel “Het verlagen van de tarieven rioolheffing 2009-2010” (2008/23886, d.d. 4-11-2008).<br />
In de programmabegroting 2009 is het voornemen opgenomen om de kosten voor burgers, bedrijven en partners zo<br />
laag mogelijk te houden. In concreto is hier aan de orde het tarief voor de rioolheffing. Uitgangspunt is dat de lasten<br />
voor de burger gelijk zijn aan de kosten die de gemeente moet maken. Op dit moment constateren we evenwel dat de<br />
uitgaven van de gemeente achterblijven bij de geraamde uitgaven en dus bij de lasten die aan de burgers worden<br />
opgelegd. Tot dusverre is er voor gekozen om voor de achterblijvende uitgaven een schommelfonds in te richten met<br />
als intentie na afloop van de 5-jaren cyclus van het GRP inkomsten en uitgaven in balans te brengen. In de praktijk<br />
blijkt dat deze doelstelling in de geraamde periode voor ca. 90 % haalbaar zal zijn.<br />
Uit Benchmark onderzoek en de COELO lijst blijkt dat <strong>Heerlen</strong> hoge lokale lasten heeft. Dit is aanleiding tot het kritisch<br />
zoeken naar verantwoorde besparing.<br />
De raad stemt in met het verlagen van de tarieven van de rioolheffing voor de jaren 2009 en 2010 ter grootte van 10 %,<br />
overeenkomend met € 20,- per meerpersoonshuishouden.<br />
Raadsinformatiebrief “Waterkrachtenergie uit riool” (2009/2359, d.d. 26-01-2009).<br />
De raad is geïnformeerd over het uitvoeren van het PILOT project “Waterkrachtenergie uit riool”. In het Caumerbeekdal<br />
langs de Oliemolenstraat (nabij het Aambos) wordt in het riool een turbine aangelegd. Deze turbine wekt elektriciteit<br />
op voor ongeveer vier huishoudens. <strong>Heerlen</strong> wekt zo als een van de eerste gemeenten duurzame energie uit het riool<br />
op. Daarnaast levert het plaatsen van een turbine op kleine schaal een bijdrage aan de gemeentelijke duurzame<br />
energiedoelstelling. De turbine wordt tegelijk geplaatst met de aanleg van het bergbezinkbassin Oliemolenstraat. Dit<br />
heeft als voordeel dat de kosten voor de turbine (door schaalvergroting) lager zijn.
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Raadsvoorstel “Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk” (2010/4927, d.d. 2-2-2010).<br />
In de jaren zeventig stroomde het regenwater en het afvalwater van een groot gedeelte van <strong>Heerlen</strong> via het riool naar<br />
de open Caumerbeek en Loopgraaf. Door de komst van milieuregelgeving zijn de rechtstreekse vuilwaterlozingen op de<br />
open Caumerbeek en Loopgraaf 35 jaar geleden opgeheven. Vanaf de Meezenbroekerweg tot aan rioolwaterzuiverings -<br />
installatie Hoensbroek is voor afvoer van afvalwater, regenwater en beekwater een betonnen koker (riool) aangelegd.<br />
Het overkluizen van de Caumerbeek en Loopgraaf was het gevolg.<br />
Het ontkluizen van de Caumerbeek en Loopgraaf is dan ook opgenomen in de gemeentelijke beleidsdocumenten<br />
Waterplan 2001-<strong>2015</strong> (2001), Bekenvisie (2004) en Masterplan Hoensbroek (2009).<br />
Na de positieve uitkomst uit de verkenningsstudie is het project “Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk” verder opgepakt.<br />
Het College heeft hierbij ingestemd met het bestekgereed maken van het plan (voorstel 2009/16202, zie bijlage) en het<br />
aangaan van een samenwerkingsovereenkomst met het Waterschap Roer en Overmaas (voorstel 2009/19716, zie bijlage).<br />
Ook is het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk door het ministerie van VROM uitgeroepen tot voorbeeldproject van<br />
“Mooi Nederland”, waarbij aan de criteria van zuinig ruimtegebruik, innovatie, verrommeling tegengaan en zorgen voor<br />
een betere ruimtelijke kwaliteit is voldaan. Het project is dan ook beloond met een subsidie van € 1.000.000,-. Boven -<br />
dien is het project bij de verkiezing van Mooi Nederland Publieksprijs geëindigd op een verdienstelijke tweede plaats.<br />
Door het verkrijgen van bovengenoemde subsidie, met als voorwaarde start uitvoering halverwege 2010, is het mogelijk<br />
om samen met het Waterschap Roer en Overmaas de kosten voor het project te dragen. Nu is dan ook het moment om<br />
een besluit te nemen over de realisatie van het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk.<br />
Met het realiseren van het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk wordt aan onderstaande doelen bijgedragen:<br />
Met het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk ontstaat weer de natuurlijke groen/blauwe corridors zoals ze in het<br />
verleden geweest zijn.<br />
Het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk is de laatste schakel om duurzaam omgaan met regenwater te<br />
effectueren.<br />
De economie heeft voordeel bij het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk.<br />
Het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk verhoogt de educatieve waarde van historische en landschappelijke<br />
elementen.<br />
Door het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk is het mogelijk RWZI <strong>Heerlen</strong> te amoveren.<br />
Krimp als kans.<br />
Het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk is een maatregel die bijdraagt aan het behalen van de doelstellingen<br />
van de Europese Kaderrichtlijn.<br />
<strong>Gemeente</strong>lijke bijdrage voor het project is verhoudingsgewijs gering.<br />
De Raad gaat akkoord met het beschikbaar stellen van € 6,75 miljoen voor realisatie van het project\“Caumerbeek<br />
Zichtbaar Natuurlijk”. Het project wordt gefinancierd door:<br />
een subsidie bedrag ad 5 miljoen euro;<br />
een bedrag ad 0,4 miljoen uit het cofinancieringfonds;<br />
het restant bedrag, zijnde maximaal 1,35 miljoen euro meenemen in de tariefstelling van het nieuwe Beleidsplan<br />
Stedelijk Watermanagement <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong> (opvolging GRP2006-2010).<br />
Raadsinformatiebrief “Aanvullende subsidie project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk” (2010/35580, d.d. 22-7-2010).<br />
De raad is geïnformeerd over het Collegebesluit om € 0,818 miljoen aanvullende verkregen subsidie van de provincie<br />
Limburg in te zetten voor additioneel werk in het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk. Met de extra gelden wordt<br />
het project Caumerbeek Zichtbaar Natuurlijk versterkt op het gebied van beleefbaarheid, opwaardering leefomgeving,<br />
toerisme, educatie en historie, routes en economie.
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Bijlage F. Overzichtstekening projecten anders omgaan met regenwater
Bijlage G. Vervangingsleeftijd riolering <strong>Heerlen</strong><br />
Bepaling van een reële vervangingsleeftijd<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
In den lande wordt voor een gemeente met een goede bodemgesteldheid een technische levensduur van 60 jaar voor<br />
riolering aangehouden, (Bron: Leidraad Riolering, Module D1300 Toerekening en dekking van kosten). In <strong>Heerlen</strong> is in<br />
de laatste GRP’s een levensduur van 70 jaar aangehouden, deze levensduur is uitsluitend gebaseerd op de wens om<br />
een acceptabel rioolrecht te behalen. Er was toen nog te weinig informatie verzameld om dit op technische gronden af<br />
te wijzen of te onderbouwen.<br />
Voor dit <strong>BSW</strong> zijn de vervangen/gerenoveerde rioleringslengte verzameld vanaf 1990 en geordend in perioden van 5<br />
jaar. Het resultaat hiervan is terug te vinden in onderstaande tabel<br />
Periode van vervanging/renovatie Gemiddeld behaalde leeftijd Percentage van vervangen/<br />
gerenoveerde lengte<br />
periode 1990-1994 51,9 13,1%<br />
periode 1995-1999 61,8 24,7%<br />
periode 2000-2004 63,8 27,2%<br />
periode 2005-2009 65,0 35,0%<br />
Totaal 100,0%<br />
periode 1995-2009 63,7 86,9%<br />
Opmerkingen bij de verschillende perioden van vervanging/renovatie.<br />
In de periode 1990-1994 zijn hoofdzakelijk rioolvervangingen uitgevoerd die gebaseerd zijn op kwantitatieve infor -<br />
matie, in deze periode was nog nauwelijks kwalitatieve informatie (rioolinspecties) beschikbaar. De gemiddeld<br />
behaalde leeftijd is laag omdat het hier om de grotere riolen ging die niet vanaf het begin van de opbouw van het<br />
rioolstelsel zijn aangelegd. Een groot deel van deze vervangingen lagen in Hoensbroek waarvan het vermoeden<br />
bestaat dat daar pas laat rekening is gehouden met de benodigde afvoercapaciteiten. Het lengte percentage is lager<br />
dan gemiddeld omdat deze rioolvergrotingen per lengte duurder zijn dan de gemiddelde lengte kosten.<br />
De periode 1995-1999 is een overgangsperiode waar nog steeds veel nadruk heeft gelegen op rioolvergrotingen maar<br />
ook al gebruik is gemaakt van de toen nog beperkt aanwezige kwaliteitsinformatie. Dit komt al tot uiting in de ge -<br />
middeld behaalde leeftijd en het hogere percentage behandelde lengte.<br />
Ook de periode 2000-2004 is nog een overgangsperiode maar de nadruk lag nu op het behandelen van kwalitatief<br />
slechte riolen en nog maar beperkt op rioolvergrotingen.<br />
De rioolrenovaties in de periode 2005-2009 zijn nagenoeg volledig gebaseerd op kwalitatieve informatie. Riool -<br />
vergrotingen komen nu nog maar nauwelijks voor. Het gaat nu vooral om de oude (vaak kleinere) riolen zodat de<br />
gerenoveerde lengte vrij hoog is. In deze periode vallen ook een aantal herinrichtingen/herstructureringen<br />
(Akerstraat, Centrum <strong>Heerlen</strong>, Schelsberg/Bokstraat, SON+busstation, sporthal De Deyl, Overbroek, Heerlerheide<br />
centrum) waarin de oude en kwalitatief slechte riolen zijn vervangen tegen lage kosten.<br />
De gemiddelde leeftijd voor de periode 1995-2009 (15 jaar) komt uit op 63.7 jaar. In de laatste periode was de gemid -<br />
delde leeftijd van het behandelde riool 65.0 jaar, hierbij moet bedacht worden dat er nog steeds een grote achterstand<br />
bestaat en dus de allerslechtste (meestal ook de oudste) riolen aangepakt worden. Een aantal van deze riolen waren<br />
echter al veel eerder op kwalitatieve gronden toe aan vervanging dan er daadwerkelijk is uitgevoerd.<br />
Er mag dus geconcludeerd worden dat de gemiddelde leeftijd van 70 jaar die in vorige GRP’s zijn toegepast duidelijk te<br />
lang is. Voor dit <strong>BSW</strong> wordt gekozen voor een gemiddelde technische leeftijd van 65 jaar, dit naar ervaringen van de<br />
laatste 15 jaar.
Bijlage H. Verdeling rioolvervanging <strong>2011</strong>-2075<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT
Aanleg van nieuwe riolering in de verleden tijd.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
De eerste riolering in de gemeente <strong>Heerlen</strong> is aangelegd in de periode 1915-1919, dit waren maar enkele kilometers.<br />
Deze riolen uit 1915-1919 zijn al voor ruim 92% vervangen/gerenoveerd.<br />
Tot aan de tweede wereldoorlog is dit rioolstelsel mede door de mijnindustrie gaandeweg uitgebreid met ruim 3 km/jaar.<br />
In de tweede wereldoorlog lag de aanleg van riolering bijna stil. De riolering uit 1920-1944 is al voor circa 60% ver -<br />
vangen/gerenoveerd.<br />
In de 10 jaar daarna is de rioolaanleg weer stevig ter hand genomen, ruim 4.5 km/jaar. Deze riolering is nu 65 tot<br />
55 jaar oud, ruim 20% van de riolering uit deze periode is reeds vervangen/gerenoveerd. Dit (met de oudere riolering)<br />
is dus de riolering die voor het grootse deel in deze <strong>BSW</strong> periode in aanmerking komt voor vervanging/renovatie.<br />
In de periode van 1955-1984 is de rioolaanleg bijna verdubbeld naar ruim 8 km/jaar, de tijd van de babyboomers. De<br />
vijf jaar daarna, 1985-1989, had nog een uitloop met een aanleg van ruim 6 km/jaar. Van de riolering van de eerste<br />
5 jaar van deze periode (1955-1959) is ruim 13% vervangen/gerenoveerd, van de rest van de periode 1960-1984 zijn<br />
alleen maar minimale vervangingen uitgevoerd (circa 3%). Dit zijn hoofdzakelijk leidingen die door wijzigingen in de<br />
infrastructuur verplaatst moesten worden of korte stukjes die binnen een rioolvervanging lagen en niet gehandhaafd<br />
konden blijven. Uitgaande van de huidige ervaringen m.b.t. een haalbare levensduur mag je verwachten dat deze<br />
riolen vanaf 2020 voor vervanging/renovatie in aanmerking komen. Gedurende 35 jaar, tot 2055, zal een jaarlijkse<br />
vervangings/renovatie opgave ontstaan van ruim 8 km bestaande riolering per jaar, dit is ruim het dubbele wat in de<br />
afgelopen jaren is uitgevoerd.<br />
Van 1990 t/m 2004 is de nieuwaanleg van riolering teruggezakt naar ruim 4 km/jaar, minder dan de naoorlogse lengte.<br />
Van deze riolering is nagenoeg niets vervangen/gerenoveerd.<br />
In de periode van 2005 t/m 2009 is circa 8.5 km/jaar nieuwe riolering aangelegd. In deze periode zijn veel grote<br />
uitbreidingsplannen tot uitvoering gekomen, ook is de rioolstelsellengte uitgebreid doordat bij rioolvervangingen een<br />
gemengd stelsel is vervangen door een gescheiden stelsel, grofweg wordt daardoor de leidinglengte verdubbeld. Zie de<br />
lijst hieronder.<br />
In de periode van 1990 t/m 2009 werd wel al bestaande riolering vervangen/gerenoveerd met een hoeveelheid van ruim<br />
3 km/jaar, door de gedeeltelijke toepassing van een duurzamer afwateringssysteen met scheiding van water stromen is<br />
hiervoor circa 4a5 km/jaar in de plaats gekomen. Zie grafiek: Aanleg van rioleringsuitbreiding, zonder vervangingen.<br />
Eventueel verwijzing naar andere tabel “uitbreiding rioolstelsel” van Eugene<br />
Rioolaanleg in de periode 2005-2009.<br />
Uitbreidingen:<br />
Trompenburgstraat (autoboulevard) 2005<br />
Bouwplan Overbroek 2007<br />
Bouwplan Parkheuvel 2007<br />
Bouwplan Hoogveld 2004-2008<br />
Bouwplan Molenaarshof 2008<br />
Bouwplan De Deyl 2008<br />
Bouwplan Litscherveld 2007<br />
Bouwplan op sportveld St. Janscollege 2006<br />
Bouwplan Gerard Bruningstraat 2006<br />
Handelsterrein Emma 2009<br />
Handelsterrein Kissel 2009<br />
Rioolvervangingen met ombouw naar gescheidenstelsel:<br />
Heerlerheide Centrum, tevens uitbreiding 2005<br />
Palemig 2008<br />
Valkenburgerweg 2009<br />
Maria Christinawijk 2005<br />
Zandweg 2009<br />
Molenberg 2005
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Lange termijnplanning voor het instand houden van de gemeentelijke riolering.<br />
Vanaf 2020 zijn de babyboom riolen aan vervanging/renovatie toe, dit is een enorme opgave. Om te voorkomen dat de<br />
gemeente <strong>Heerlen</strong> op dat moment nog een achterstand heeft voor de vervanging van oudere riolen zou de bestaande<br />
achterstand dan weggewerkt moeten zijn. Dit betekent dat in de komende tien jaar ruim 6 km/jaar bestaande riolering<br />
vervangen/gerenoveerd moet worden, uitgaande van een gedeeltelijk scheiding van waterstromen i.v.m. de regen-en<br />
grondwaterzorgplicht komt dat neer op 9a10 km/jaar aan vervangende riolering.<br />
Vanaf 2020 is gedurende 35 jaar ruim 7.5 km bestaande riolering per jaar aan vervanging/renovatie toe, dit is circa<br />
10.5 km/jaar vervangende riolering bij een gedeeltelijke scheiding van waterstromen.<br />
De volgende 15 jaar, vanaf 2055, zijn de leidingen aangelegd in de periode 1990 t/m 2004 aan de beurt. In deze periode<br />
is per jaar ruim 4 km nieuwe riolering aangelegd maar er is ook circa 4 km vervangen/gerenoveerde riolering aangelegd,<br />
samen dus ruim 8 km/jaar. Aangezien een groot deel van deze riolering reeds gescheiden is zal in deze jaren circa<br />
9 km/jaar vervangen/gerenoveerd moeten worden.<br />
De volgende periode van 2070 t/m 2074 als de riolering uit 2005-2009 aan de beurt is, is de vervangings/renovatie lengte<br />
circa 13 km/jaar (8.5 km nieuwaanleg en 4.5 km vervangen oude riolering).<br />
Uit het voorgaande blijkt dat de inspanning die de laatste jaren is gedaan om de riolering op peil te houden/krijgen te<br />
laag is geweest en een versnelling aan te bevelen is om in de niet zo verre toekomst niet voor een onoverkomelijke<br />
opgave te staan.<br />
Uit de inspectiegegevens blijkt dat in 2020 circa 25 km riolering i.v.m. de bekende kwaliteit uit de daarna liggende<br />
periode netto naar voren geschoven is, dit betekent dat in de periode <strong>2011</strong>-2020 25km plus 12km i.v.m. de gedeelte lijke<br />
toepassing van scheiding van waterstromen extra gerenoveerd/vervangen moet worden, dit is ruim 3.5 km per jaar.<br />
In de periode 2021-2055 is daardoor renovatie/vervangingslengte 37 km lager, deze lengte is immers naar voren gescho -<br />
ven. Aan het eind van deze periode wordt echter circa 1.5 km te vervangen/renoveren riool toegevoegd uit de periode<br />
daarna, netto is de opgave in deze periode dus circa 35 km minder, dit is 1 km per jaar.
Langetermijn planning in het kort.<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
In de periode 2056-2070 schuift circa 1.5 km te vervangen/renoveren riool naar voren, dit is per jaar circa 100m minder.<br />
Periode Aanleg Tijdsduur Vervan- Correctie Lengte te Lengte Lengte te<br />
van periode van de ging van i.v.m. de renoveren/ uitbreiding renoveren/<br />
vervanging vervanging- bestaand bekende vervangen per jaar vervangen incl.<br />
periode in riool inspectie riolering uitbreiding<br />
jaar informatie per jaar riolering per jaar<br />
<strong>2011</strong>-2020 1915-1954 10 6 +3.5 9.5 3.5 13.0<br />
2021-2055 1955-1989 35 7.5 -1.0 6.5 3.5 10.5<br />
2056-2070 1990-2004 15 8 -0.1 8 1 9.0<br />
2071-2075 2005-2009 5 13 13.0 0 13.0<br />
Voorgaande lange termijnplanning is gecorrigeerd met de bekende inspectie-informatie, hieruit blijkt dat netto in de<br />
eerste periode vrij veel riolering naar voren geschoven wordt. De opgenomen correctie is bepaald op de bekende<br />
inspectie-informatie. Er is echter nog maar ruim de helft van het rioolstelsel geïnspecteerd. Ik laat het aan de intelli -<br />
gente lezer over om in te schatten wat je aan correctie mag verwachten voor de andere helft van het nog niet<br />
geïnspecteerde rioolstelsel.
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Bijlage I. Overzicht gevoelige gebieden grondwaterzorgplicht
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Douve Weien:<br />
Ter plaatse van diverse straten zakt het grondwater , bij hevige en langdurige neerslag, niet door waterdichte lagen en<br />
ontstaat hangwater. Verschillende mensen hebben reeds in hun tuin drainage aangelegd en verpompen dit overtollig<br />
grondwater. Verschillende woningen hebben lekkende kelders en kruipruimtes die vochtig zijn, schimmel hebben of<br />
zelf onder water staan. Reeds bij de aanleg van de wijk omstreeks 1978 zijn problemen ten aanzien van afwatering<br />
terreinen opgetreden. In maart 2003 is via de wijkraad reacties van bewoners gevraagd inzake de wateroverlast. Aan<br />
de hand van bodemkaarten en opmerkingen van eerste bewoners is te constateren dat de grondwaterstand op een<br />
respectabele diepte van meer als 4 meter is gelegen. De overlast wordt veroorzaakt door een dikke kleilaag waardoor<br />
het regenwater niet snel genoeg kan wegzakken in de bodem. Dit bestaande grondwaterprobleem valt buiten de<br />
nieuwe grondwaterzorgplicht. Iedereen is namelijk verantwoordelijk voor de afwatering op eigen terrein zonder dat<br />
problemen bij omliggende terreinen wordt veroorzaakt.<br />
De Slak:<br />
Door de lage ligging van het gebied t.o.v. het Caumerbeekdal komen verschillende grondwateroverlast klachten voor.<br />
Problemen veroorzaakt door lekkende kelders. Volgens de geactualiseerde isohypsenkaart is De Slak gelegen in een<br />
gebied met een grondwaterstand kleiner dan 1 meter min maaiveld. Er bestaat een kans op grondwateroverlast. De<br />
verschillende meldingen zijn afgehandeld met vermelding van particulieren verantwoordelijkheid voor waterdichte<br />
kelders. Tijdens een rioolrenovatie is een bronnengebied in een tuin met een aparte afvoerleiding met de Groene Voor<br />
verbonden, dit bronnengebied ligt in een hoger gelegen deel van het gebied.<br />
Ganzeweide en omgeving:<br />
De woningstichting heeft bij verschillende woningen in de kelders pompen geplaatst om intredend grondwater te ver -<br />
pompen. Volgens de kaart van Tebodin is Ganzeweide en omgeving gelegen in een gebied met een grondwaterstand<br />
kleiner dan 3 meter min maaiveld. Er bestaat een kans op grondwateroverlast. De verschillende meldingen zijn afge -<br />
handeld met vermelding van particulieren verantwoordelijkheid voor waterdichte kelders. In het beekdal van de<br />
Loopgraaf is bij aanleg van de woonwijk drainage aangelegd. Onderhoud aan dit drainagestelsel vindt echter niet<br />
plaats. Bij revitalisering van Heerlerheide wordt een IT-riool aangelegd tot aan het regenwaterriool in de Ganzeweide.<br />
Dit riool functioneert bij hoge grondwaterstanden als drainage. Hiermee wordt maar een klein deel van de problemen<br />
opgelost.<br />
Burgemeester Slanghenstraat:<br />
Aan de oostzijde van de Burgemeester Slanghenstraat loopt de Lotbroekerbeek. De Lotbroekerbeek samen met zijn<br />
vijvers zorgt voor een hoge grondwaterstand ter plaatse van de Burgemeester Slangenstraat. Voor zover bekent zijn<br />
momenteel geen grondwaterstandproblemen. Met de uitbreiding langs de Burgemeester Slangenstraat dient binnen<br />
het bestemmingsplan echter wel rekening te worden gehouden met de hoge grondwaterstand. Verder wordt bij de<br />
rioolrenovatie van de Burgemeester Slangenstraat een drainageleiding aangelegd om de grondwaterstand te kunnen<br />
regelen richting de toekomstig open Caumerbeek.<br />
Stopzetten onttrekkingen:<br />
Groeve Beaujeun/Quadvlieg aan de Roebroekweg. Het stopzetten van deze onttrekking heeft vermoedelijk weinig<br />
gevolgen.<br />
SchiffersFood (Herschi) ter plaatse van de Wijngaardsweg en Softdrinks International ter plaatse van De Beitel.<br />
Onttrekking uit diepere grondwaterlagen die geen invloed hebben op freatisch grondwater. Het freatisch grondwater ter<br />
plaatse van De Beitel is diep gelegen.
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT<br />
Wanneer de overkluisde Caumerbeek en Loopgraaf in de toekomst als gemengd riool wordt gebruikt en het aldus<br />
wenselijk is dat de koker waterdicht is, zullen de nu aanwezige verbindingen (drainage) met het grondwater dicht<br />
gezet worden. Bij een hogere aanleg van de natuurlijke beek heeft dit gevolgen voor het grondwaterpeil.<br />
Bij het herstellen van de oorsprong van de Caumerbeek wordt het transportriool langs de Corisbergweg in de toekomst<br />
als gemengd riool gebruikt. Het is dan wenselijk om de aanwezige verbindingen (drainage) met het grondwater dicht<br />
gezet worden. Bij een hogere aanleg van de natuurlijke beek heeft dit gevolgen voor het grondwaterpeil.
Bijlage J. Kostendekkingsplan<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT
Bijlage K. Operationele planning <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT
Operationele planning rioolverbetering <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
Totaal Berekende<br />
kosten <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<br />
<strong>2015</strong><br />
Plan meters<br />
2012 / <strong>2015</strong><br />
Berekende<br />
kosten <strong>BSW</strong><br />
2012 / <strong>2015</strong><br />
Bijdrage<br />
afkoppelen<br />
<strong>2011</strong>/ 2012<br />
Plan meters<br />
<strong>2011</strong> / 2012<br />
Berekende<br />
kosten <strong>BSW</strong><br />
<strong>2011</strong> / 2012<br />
Bijdrage<br />
afkoppelen<br />
<strong>2011</strong><br />
Plan meters<br />
<strong>2011</strong><br />
Pr.nr. Project Berekende<br />
kosten <strong>BSW</strong><br />
<strong>2011</strong><br />
Investeringen<br />
Ontkluizing Caumerbeek Hoensbroek € 250.000 € 250.000<br />
Ontkluizing Loopgraaf € 100.000 € 100.000<br />
Visvijvers Meezenbroek * € 800.000 € 800.000<br />
BBB Laervoetpad (riool naar buffer RWZI) € 1.900.000 € 1.900.000<br />
BBB Drieschstraat € 3.300.000 € 3.300.000<br />
BBB Burettestraat € 1.500.000 € 1.500.000<br />
BBB Govert Flinck € 300.000 € 300.000<br />
BBB Eikendermolenweg € 1.300.000 € 1.300.000<br />
Overname asfaltbuffers Caumerbeek € 1.500.000 € 1.500.000<br />
Transportriool Henri Jonastraat € 700.000 € 700.000<br />
Caumerbeek 1435 t/m 1439 € 350.000 € 700.000 € 1.050.000<br />
Caumerbeek Oorsprong € 500.000 € 500.000<br />
Caumerbeek Meezenbroek € 500.000 € 500.000<br />
Afkoppelen € 750.000 € 3.000.000 € 3.750.000<br />
Opknappen vijvers € 200.000 € 800.000 € 1.000.000<br />
Totaal € 3.050.000 0 € - € 1.300.000 0 € - € 14.100.000 0 € 18.450.000<br />
Visvijvers Meezenbroek * € 800.000 Bijdrage MBP en ISV
Bijlage L. Colofon<br />
Dit Beleidsplan Stedelijk Watermanagement is tot stand gekomen in opdracht van de <strong>Gemeente</strong>raad van de gemeente<br />
<strong>Heerlen</strong>.<br />
Projectleider<br />
Ruud Weijers, specialist riolering en water (afdeling Beheer & Onderhoud)<br />
Opstellers<br />
Werkgroep <strong>BSW</strong> <strong>2011</strong>-<strong>2015</strong>:<br />
Jo Daemen, specialist civiele techniek (afdeling Beheer & Onderhoud)<br />
Eugène Hellebrekers, specialist civiele techniek (afdeling Beheer & onderhoud)<br />
Anjo Mathissen-Wetzelaer, coördinator team beheer (afdeling Beheer & Onderhoud)<br />
Tony Merzaya, medewerker rioleringsbeheer (afdeling Beheer & Onderhoud)<br />
Monique Hollands, medewerker bedrijfsvoering (afdeling Beheer & Onderhoud)<br />
Marc Hoofs, medewerker bedrijfsvoering (afdeling Beheer & Onderhoud)<br />
Ruben Schut, medewerker water & bodem (afdeling Stadsplanning)<br />
Luciano Grimaldi, controler (afdeling Strategie & Controle)<br />
Ruud Weijers, specialist riolering en water (afdeling Beheer & Onderhoud)<br />
Van de volgende instanties heeft een aantal personen een bijdrage geleverd:<br />
Dhr. W. Pakbier - Waterschap Roer en Overmaas<br />
Mw. G. Vugs - Waterschap Roer en Overmaas<br />
Dhr. R. Schols - Waterschapsbedrijf Limburg<br />
Dhr. V. Kruithof - Provincie Limburg<br />
Vormgeving en drukwerk<br />
Reprografie (gemeente <strong>Heerlen</strong>)<br />
Fotografie en illustraties<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Heerlen</strong><br />
Paul Maas, Tilburg/Stichting Rioned<br />
BvBeeld/Stichting Rioned<br />
<strong>2011</strong>-<strong>2015</strong><br />
B ELEIDSPLAN S TEDELIJK WATERMANAGEMENT