30.09.2013 Views

1 ARTHUR JAPIN ZOALS DAT GAAT MET WONDEREN Copyright ...

1 ARTHUR JAPIN ZOALS DAT GAAT MET WONDEREN Copyright ...

1 ARTHUR JAPIN ZOALS DAT GAAT MET WONDEREN Copyright ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

JANUARI 2000<br />

Plotseling is het in de mode om te zeggen dat de afgelopen eeuw een roteeuw was. Je hoort het<br />

overal. Dat de gruwelijkheden die erin hebben plaatsgevonden aanzienlijk erger waren dan in<br />

voorgaande tijden. Wat een verbijsterend gebrek aan historisch besef. Maar het is meer dan dat.<br />

Zelfgenoegzaam is het. Het doet pijn. Het maakt me bang. Het is minachting voor het verdriet<br />

van anderen. Mensen kunnen zich niet inleven. Alsof leed minder wordt naarmate het verder<br />

weg is, hetzij in afstand, hetzij in tijd. Alsof niet de angst van elk individueel slachtoffer even<br />

erg is. Er spreekt dedain uit. Voor de slaven die als koopwaar lagen opgestapeld in de ruimen<br />

van de schepen. Voor de gebroken lichamen in de bergpas van Thermopylae. Voor de<br />

creperende vaandeldrager, een kind nog, in de modder van Azincourt. Voor de hoofden die van<br />

de guillotine rolden. Voor een marketentster die niet meer vooruitkwam in de Russische sneeuw.<br />

Voor het lot van de Azteken of de wezen van de Krimoorlog. Voor de Sefardische Jodin die<br />

moest toezien hoe haar jongstgeborene op de brandstapel werd gegooid.<br />

*<br />

Een mier loopt over de tegels van een keuken. Hij rolt een broodkruimel voort. Een vrouw vult<br />

een emmer. Ze pakt een schrobber en giet het water uit over de vloer. De mier ziet de vloedgolf<br />

op zich af komen.<br />

Niets is erger dan iets anders.<br />

*<br />

Ik was, denk ik, een jaar of negen toen ik in de Snip en Snap Revue een nummer zag dat ik niet<br />

helemaal begreep, maar dat mij tot in de kern van mijn kinderwezen raakte. Ten Cents a Dance<br />

heette het. Het was de jammerklacht van een meisje in een nachtclub, met wie je voor een<br />

dubbeltje mocht dansen. Ze was op, moe, kapot, maar moest werken om te overleven. Elke<br />

volgende man die haar beetpakte deed dat ruwer. Iedere kerel die haar liefdeloos tegen zich aan<br />

drukte stond haar tegen, maar zij zette zich eroverheen. Zingend. Dansend.<br />

De suggestie was natuurlijk dat ze na elk nummer ook voor andere zaken te huur was. Dat<br />

voelde ik wel, maar ik had nog geen idee wat dat kon zijn. Toch was het alsof ik het allemaal al<br />

wist, de eenzaamheid en de verlokking, het verdriet en de berusting vooral. Ik voelde me<br />

verbonden met dat meisje en met de gelatenheid waarmee ze haar lichaam aan vreemden<br />

verhuurde. Het was of ik het gekend had en het me nu ineens herinnerde. Tegen het leven kan ik<br />

niet op, maar als ik me afsluit en luister naar de muziek, kan ik het net uithouden. Zoiets. Ja,<br />

zoiets begreep ik juist heel goed.<br />

*<br />

Verdriet heeft een warme kern, waarin een mens zich kan nestelen. Elke traan is een cocon waar<br />

je in weg kunt kruipen. Je kijkt erdoor naar buiten op de zee van troosteloosheid rondom,<br />

zonder er al in onder te gaan. Dat gevoel probeer je te rekken. Ronddobberen voelt zoveel<br />

veiliger dan zwemmend de kant proberen te bereiken. Binnen in de zwaarte klinkt ook ergens<br />

muziek en vrolijkheid; juist daar, warm als een herinnering. Daar wordt gezongen en gedanst,<br />

niet uit vreugde maar uit noodzaak. Gemis en hoop vallen er, heel even, samen. Verloren gaan<br />

kan zo vertrouwd voelen!<br />

*<br />

2

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!