1 ARTHUR JAPIN ZOALS DAT GAAT MET WONDEREN Copyright ...
1 ARTHUR JAPIN ZOALS DAT GAAT MET WONDEREN Copyright ...
1 ARTHUR JAPIN ZOALS DAT GAAT MET WONDEREN Copyright ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
‘Jij bent in je leven veel kwijtgeraakt,’ zegt Oscar [van den Boogaard], ‘maar je hebt ook veel<br />
bewaard.’<br />
Hij heeft mij net een eerste druk gegeven van Van Schendels studie over Verlaine en is bezig<br />
er een opdracht voor me in te schrijven, als zijn aandacht door iets heel anders wordt getrokken.<br />
Hij pakt het pluchen hondje beet, waar ik als kind veel luchtreizen mee heb gemaakt.<br />
‘Die is lief. Hij moet mijn beer ontmoeten.’<br />
‘Ja,’ zeg ik, ‘ze gaan bij elkaar logeren.’<br />
‘Ze zouden een leuk stel vormen. Misschien kunnen we er een boek over schrijven.’<br />
‘Eindelijk een boek van ons samen. Mijn uitgever heeft al twee keer gevraagd of dat er nou<br />
nog eens van komt.’<br />
‘De mijne ook.’<br />
‘Maar mijn hondje heeft geen naam. Hoe heet jouw beer?’<br />
‘Die heeft ook geen naam, gewoon Mijn Beer.’<br />
*<br />
Jarenlang is de wereld van dansmeisjes de mijne geweest. ’s Ochtends stond ik uren met ze aan<br />
de barre; Trudy, Yoni, Carrie, Amsterdamse stoten die ervan droomden op een dag in de Folies<br />
Bergere of de Moulin Rouge te staan. Ik voelde me aangetrokken door hun camaraderie – plat,<br />
pretentieloos – die zelfs niet week voor de strakke discipline van de balletmeesters. Plié, chassé,<br />
pas dessus pas dessous. We renden op elkaar toe in aanloop voor onze jetées en kruisten elkaar<br />
in de lucht met gestrekte armen. Ik leerde hoe ik hun strakke lijven op moest tillen en daarna<br />
langzaam door mijn gespreide handen moest laten glijden tot ze weer op hun spitzen stonden.<br />
En ineens is het daar weer, heel even maar... het gevoel van de elastische stof van hun maillots<br />
die achter mijn vingertoppen wat blijft haken en dan licht schurend terugschiet langs mijn<br />
handpalmen. Timestep, shuffle, step, ball change and travel, travel, travel. Een van de voorbije<br />
levens. Terwijl ik Kees ’t Harts roman De Revue lees, krijgt het plotseling alsnog een open<br />
doekje.<br />
Boven de kantine van de Kleinkunst Akademie op de Lindengracht bevond zich een vide. Er<br />
waren wat oude archieven maar er bleef voldoende ruimte over om na de les de liefde te<br />
bedrijven. J. deed nooit mee. Bij de vrijerijtjes onder de douches achter de kleedkamers, waar<br />
het na tap- en jazzlessen vaak prijs was, liet ze verstek gaan. Zoals de meeste Jordanese meiden<br />
was ze grof in de mond maar preuts wanneer het erop aankwam. Alleen voor mij probeerde ze<br />
zich daaroverheen te zetten. Zij weigerde zich erbij neer te leggen dat ik geen duidelijke<br />
voorkeur toonde voor jongens of meisjes.<br />
‘Vind jij dan alles even geil?’ vroeg ze, alsof ik haar daarmee persoonlijk beledigde, en ze<br />
was vastbesloten mij voor haar zaak te winnen. Haar vasthoudendheid irriteerde me. Hoe meer<br />
zij volhield, hoe verder ik haar dreef. Uiteindelijk volgde ze mij het steile trapje naar de vide op.<br />
Amper hadden wij ons weer gefatsoeneerd of ze begon te eisen dat ik al het andere afzwoer.<br />
Dreinend. Onzeker natuurlijk. In tranen. Ik begreep mezelf niet goed genoeg om haar uit te<br />
leggen waarom ik na de schaamte van mijn jeugd nooit meer het ene óf het andere wilde, maar<br />
alleen nog alles tegelijk.<br />
‘Smerig!’ riep ze als ik daarna in de kantine met iemand anders op schoot zat, ‘smerige<br />
kerels, gadverdamme bah!’<br />
Ze ging van school. Om mij, ben ik bang. Nog een paar keer zag ik haar op televisie, een van<br />
de balletmeisjes achter André van Duin of Marco Bakker. Daarna ben ik haar vergeten. En<br />
mezelf. Misschien had ik zonder de meisjes uit het boek van ’t Hart wel nooit meer aan haar<br />
gedacht. Maar nu herinner ik me van dat leven zelfs dit, meedogenloos: J. streed van begin af<br />
aan een verloren strijd. Vanwege het zoenen. Wat je ook probeerde, altijd streek je tong langs<br />
een koud, hard plaatje. Ze droeg een vals bovengebit. Om een stralende lach te hebben. Voor de<br />
revue.<br />
*<br />
4