30.09.2013 Views

Verbintenissenrecht examenvragen - Sofia

Verbintenissenrecht examenvragen - Sofia

Verbintenissenrecht examenvragen - Sofia

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

48. Rechtstreekse vordering: definitie, voorbeeld, volmaakt/onvolmaakt<br />

- Een rechtstreekse vordering is een uitzondering (ten gunste van derden) op de regel dat de obligatoire gevolgen van<br />

een contract slechts tussen partijen gelden.<br />

Definitie<br />

- Een rechtstreekse vordering is de vordering die een schuldeiser, in de door de wet – en bij uitbreiding de rechtspraak<br />

– bepaalde gevallen in eigen naam en voor eigen rekening kan instellen tegen de schuldenaar van zijn schuldenaar.<br />

- Dit is een uitzondering op art. 1165 BW aangezien de schuldeiser zo de nakoming kan vorderen van een verbintenis<br />

waaraan hij totaal vreemd is.<br />

- De SE handelt in eigen naam en voor eigen rekening (= verschil met zijdelings vordering).<br />

- Het feit dat de SE over een eigen recht beschikt heeft tot gevolg dat de opbrengst van zijn vordering hem exclusief<br />

ten goede komt en niet zijn SA of diens andere schuldeisers.<br />

Voorbeeld<br />

- Het slachtoffer van een verkeersongeval heeft een rechtstreekse vordering tegen de verzekeraar vd aansprakelijke<br />

automobilist. (art. 16, lid 1 WAM-wet) (= een volmaakte rechtstreekse vordering)<br />

- Rechtstreekse vordering van de arbeiders waarvan de aannemer zich bedient voor de uitvoering van zijn opdracht<br />

tegen de opdrachtgever ten belope van hetgeen deze laatste nog aan de aannemer verschuldigd is op het ogenblik van<br />

het instellen van de vordering (art. 1798 BW) (= een onvolmaakte rechtstreekse vordering)<br />

Volmaakte en onvolmaakte rechtstreekse vorderingen<br />

- Het eigen recht vd SE leidt een min of meer onafhankelijk bestaan tov de 2 achterliggende rechtsverhoudingen, nl die<br />

tussen de SE en zijn SA (A-B) en de rechtsverhouding tss de SA en de onderSA (B-C)<br />

- Alle excepties en verweermiddelen van de onderschuldenaar (C), gebaseerd op diens rechtsverhouding met de<br />

schuldenaar (B), zijn niet tegenwerpelijk aan de titularis van de rechtstreekse vordering (A), indien deze ontstaan zijn<br />

na het instellen van de rechtstreekse vordering.<br />

- Zo kan bv. de onderschuldenaar zich niet beroepen op de betaling die hij aan zijn schuldeiser (B) heeft gedaan nadat<br />

de rechtstreekse vordering door A tegen hem is ingesteld: C zal een tweede keer moeten betalen, aan A.<br />

- Bij een Volmaakte rechtstreekse vordering zijn ook de excepties en verweermiddelen daterend van vóór de<br />

uitoefening van de rechtstreekse vordering niet tegenstelbaar aan de titularis van de rechtstreekse vordering.<br />

- Bij een Onvolmaakte rechtstreekse vordering zijn de excepties en verweermiddelen daterend van vóór de<br />

uitoefening van de rechtstreekse vordering zijn wel tegenstelbaar tegen de schuldeiser<br />

Verschil met het beding ten behoeve van een derde:<br />

- Bij het beding ten behoeve van een derde zijn het de contracterende partijen zelf die ten gunste vd derde een recht<br />

in het leven hebben geroepen, terwijl bij de rechtstreekse vordering de derde zijn recht te danken heeft aan de<br />

wetgever of de rechtspraak.<br />

Alexander Tanguy 2010-2011 38

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!