Ook anders bewegen! - Sports Media
Ook anders bewegen! - Sports Media
Ook anders bewegen! - Sports Media
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Standenwerk Balvaardigheid (basketbal)<br />
Doelen<br />
Elkaar helpen<br />
Feedback geven aan elkaar<br />
Eerlijk zijn tegen over de andere leerlingen en zichzelf<br />
Uithouding verbeteren<br />
Oog- handcoördinatie<br />
Ruimte en tijdsbesef<br />
<strong>Ook</strong> <strong>anders</strong> <strong>bewegen</strong>!<br />
<strong>Ook</strong> <strong>anders</strong>!<br />
Door de standen is er een beperkte hoeveelheid materiaal nodig<br />
De leerlingen worden zelfstandiger door de standen<br />
2 Ballen of werpvoorwerpen<br />
Kranten (tipzak en balletjes)<br />
Materiaal<br />
Kern<br />
Kijkwijzer 10 – Basketbal<br />
Basketbaldoel<br />
Stand 1: De juiste oefening onder begeleiding van leraar<br />
- Balvaardigheid basketbal passen. In een cirkel met hun groepje en passen naar elkaar.<br />
o Borstpas<br />
o Botspas<br />
o Over- het- hoofd- pas<br />
Stand 2: Hoekenloop<br />
De ruimte waarin het spel wordt gespeeld heeft vier hoeken en vier zijden. De leerlingen<br />
halen zoveel mogelijk punten door van hoek naar hoek te rennen.<br />
- Breedte: 1 punt<br />
- Lengte: 2 punten<br />
- Diagonaal: 3 punten<br />
In het midden van het veld staat een tikker. De tikker wordt afgewisseld als hij zelf vijf<br />
leerlingen heeft aangetikt of een andere leerling 20 punten heeft gehaald.<br />
Stand 3: Op doel werpen<br />
De leerlingen hebben een doel voor zich en een bal of werpvoorwerp. Bij deze stand ligt een<br />
kijkwijzer waar de leerlingen op kunnen kijken hoe zij het set shot moeten uitvoeren.<br />
Stand 4: Tipzak werpen<br />
De leerlingen zetten zich per twee en maken een tipzak van krantenpapier en een stevige<br />
prop met krantenpapier. Wanneer zij hun attributen gemaakt hebben gaan zij over elkaar<br />
staan ongeveer 2m uit elkaar. De leerling die het propje of balletje vast heeft, probeert het<br />
in de tipzak van zijn medeleerling te werpen. Als deze leerling dit 5 maal heeft geprobeerd,<br />
wordt er gewisseld van attribuut.<br />
28