Ook anders bewegen! - Sports Media
Ook anders bewegen! - Sports Media
Ook anders bewegen! - Sports Media
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Circuitvorm KLUS met en tegen elkaar<br />
Doelen<br />
Kracht, lenigheid, uithouding en snelheid<br />
Samenwerking<br />
Zelfstandigheid<br />
Tellen tijdens het uitvoeren van de oefeningen<br />
2 Touw (touwspringen)<br />
Bijlage 1 – Puntenblaadjes<br />
Bijlage 2 – Hoe hartslag nemen?<br />
<strong>Ook</strong> <strong>anders</strong> <strong>bewegen</strong>!<br />
<strong>Ook</strong> <strong>anders</strong>!<br />
Circuitvorm<br />
Met en tegen elkaar in dezelfde opdrachten.<br />
Materiaal<br />
Kern<br />
Stoelen<br />
Voorwerp (grootte van een bal)<br />
2 petflessen<br />
Verhoog (drempel aan de<br />
deur/voorwerp)<br />
De leerlingen krijgen telkens 1 à 2 min de tijd om bij een opdracht zo veel mogelijk punten te<br />
scoren. Na die tijd wordt er een signaal gegeven en stoppen ze met het uitvoeren van de<br />
oefeningen. Nu krijgen de leerlingen enkele seconden de tijd om de punten te noteren en door te<br />
schuiven. Er zijn telkens een aantal standen waarbij ze moeten samenwerken met hun partner en<br />
andere standen waarbij ze het tegen elkaar moeten opnemen.<br />
1. Touwspringen (1 maal springen = 1punt). Tegen elkaar.<br />
2. Trekken en duwen uit een cirkel (1 maal partner uit cirkel = 1punt). Tegen elkaar.<br />
3. Spreidzit met de voeten tegen elkaar, handen vastnemen. Om de beurt trekken de<br />
leerlingen aan elkaars handen. Als de partner stop zegt, stopt de trekker onmiddellijk<br />
met trekken maar houdt hij deze positie nog even aan (zonder punten). Met elkaar.<br />
4. De leerlingen kunnen punten halen door zo veel mogelijk de petflessen te tikken. (1<br />
petfles tikken = 1punt). Tegen elkaar.<br />
5. Er staan een aantal stoelen naast elkaar (tunnel). De leerlingen moeten zo veel mogelijk<br />
door de tunnel kruipen en terug lopen (1 maal door de tunnel en weer aan het begin van<br />
de tunnel = 1 punt) Tegen elkaar.<br />
6. De leerlingen zitten met de ruggen naar elkaar toe met ongeveer 0,5m tussen. De<br />
leerlingen moeten zo veel mogelijk een voorwerp doorgeven. Ze moeten het langs de<br />
ene kant aangeven en langs de andere kant terug aanpakken. Het voorwerp maakt dus<br />
een 8-vorm (telkens het voorwerp een 8 heeft gemaakt = 1 punt). Met elkaar.<br />
7. Met één been op een verhoog springen en terug. Hierna hetzelfde met het andere been<br />
(telkens het rechter been op bank/voorwerp/drempel heeft gestaan = 1 punt). Tegen<br />
elkaar.<br />
8. Sit-ups: Knieën licht opgetrokken en met handen op de knieën de handen schuiven over<br />
38