Courant 84 - VTi
Courant 84 - VTi
Courant 84 - VTi
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
B E Z ETTE STA D<br />
Johan Pa s<br />
K U N ST E N AA R S I N I T I AT I EVEN EN INTERDISCIPLINARITEIT IN ANTW E R P E N<br />
Vandaag zijn uitwisseling en samenwerking tussen beeldende<br />
kunst, performance, muziek, video en mediakunst<br />
schering en inslag. Die samenwerkingsverbanden leiden<br />
tot kunstenaarscollectieven en -initiatieven waarmee<br />
kunstenaars hun eigen plekken opzetten voor ontmoeting,<br />
productie en presentatie. En ze gaan allianties aan<br />
met musea, galerieën en centra voor hedendaagse<br />
kunst. Een blik op de geschiedenis van de beeldende<br />
kunst geeft aan dat dit geen nieuw fenomeen is.<br />
Johan Pas deed heel wat onderzoek rond avant-garde<br />
praktijken tijdens de jaren jaren zestig, zeventig en<br />
tachtig in Antwerpen, onder meer voor zijn doctoraat<br />
over de geschiedenis van het ICC (Beeldenstorm in een<br />
spiegelzaal, 2005) en voor de recente tentoonstelling<br />
Kopstoot! Antwerpse postpunk en nieuwe underground in<br />
het Vlaamse Cultuurhuis De Brakke Grond, die hij samen<br />
met de kunstenaars Dennis Tyfus, Nico Dockx en Vaast<br />
Colson organiseerde. Hieruit blijkt dat die uitwisseling,<br />
samenwerking en interdisciplinariteit niet nieuw zijn,<br />
maar heel wat roots hebben in vroegere decennia.<br />
Onderstaande tekst is een bewerkte en flink ingekorte<br />
versie van Pas’ catalogusessay voor Kopstoot!<br />
D I Y !<br />
‘Hét veld van de beeldende kunst’ lijkt niet meer wat het<br />
geweest is. Naast en tussen de vertrouwde Antwerpse<br />
galerieën en musea vormt zich de laatste tijd een netwerk<br />
van kunstenaars, muzikanten en performers voor wie uitwisseling,<br />
samenwerking en interdisciplinariteit een grote<br />
betekenis hebben. ‘Alternatieve’ plaatsen en tijdelijke<br />
knooppunten, kleine platenlabels, kunstenaarsinitiatieven<br />
en multidisciplinaire collectieven opereren schijnbaar<br />
moeiteloos in de periferie van het officiële artistieke landschap,<br />
maar dit sluit tijdelijke allianties met de meer ‘officiële’<br />
of mainstream instellingen niet uit. Voorbeelden zijn<br />
Ultra Eczema (Dennis Tyfus), Frigo (Lieven Segers, Geert<br />
Saman, Anton Cotteleer, Vaast Colson), Building Transmissions<br />
(Nico Dockx, Peter Verwimp, Kris Delacourt),<br />
Placenta (Bart Van Dijck, Tom Liekens, Stefan Serneels,<br />
Caroline Coolen), Logement (Philip Janssens, Lieve<br />
Sijsmans), Cakehouse (Lieven Segers, Michèle Matyn)<br />
en het Rotkop-magazine (Janus Prutpuss, Jelle Crama,<br />
Michèle Matyn, Kevin Apetown en Dennis Tyfus).<br />
Ontmoetingsplaatsen zijn ondermeer het (voormalige)<br />
kraakpand De Scheld’apen, Radio Centraal en het in 2006<br />
ter ziele gegane Factor 44. Interactie, artistieke samenwerking<br />
en interdisciplinariteit vormen de rode draden<br />
tussen deze verbanden.<br />
Dit is uiteraard geen uitsluitend Antwerps fenomeen. Een<br />
gelijkaardig proces van DIY (Do it yourself) speelt zich ook<br />
in andere urbane centra af, waar er een cross-over lijkt te<br />
ontstaan tussen de muzikale (punk, hard core, noise, etc.)<br />
en de beeldende kunstscène. Op het eerste zicht lijkt dit<br />
een nieuwe trend. Het ziet er inderdaad uit alsof er de laatste<br />
jaren steeds makkelijker kruisbestuivingen ontstaan<br />
tussen beeldende kunst, muziek, performance en kunstenaarspublicaties,<br />
en tussen de diverse kunstenaars onderling.<br />
Het kunsthistorische canon wil bovendien dat na de<br />
meer ‘collectivistische’ en sociaal geëngageerde kunst van<br />
de jaren zeventig, de jaren tachtig het decennium van de<br />
‘postmoderne’ individualist inluidden, terwijl de jaren<br />
negentig opnieuw in het teken stonden van een meer<br />
‘sociale’ en ‘relationele’ kunstpraktijk. Dit klopt slechts