Fulltext - BTNG · RBHC

zonder winstoogmerk kreeg ze vanaf 1921 rechtspersoonlijkheid en
kon ze giften ontvangen. 70 Later zou ze uitsluitend nog door privégiften
gesteund worden.
De eugenetische beweging werd verdeeld in verschillende
secties. Aan het hoofd ervan stond een specialist terzake. Zo
waren er ondermeer secties genetika, geslachtsziekten, alcoholisme,
'kind', pedagogie, sociologie, moraal, documentatie en wetgeving.
Later kwamen daar nog criminologie, sociale geneeskunde, militaire
geneeskunde en hygiëne bij. De beweging wou blijkbaar op
vele gebieden van de maatschappij haar suggesties voor rasverbetering
bekend maken.
In 1922 werd een neveninstelling opgericht, namelijk 'l'Office
nationale d'Eugénique', een permanent informatie- (ondermeer
bijvoorbeeld de opstelling van stambomen) en propagandacentrum,
waarvan minister van staat Emile Vandervbelde (cfr. supra) voorzitter
zou worden. Ter gelegenheid van de oprichting van die
instelling werden de eerste 'Journées internationales d'Eugénique',
vergaderingen van de Internationale Federatie van Eugenetische
Organisaties in oktober te Brussel gehouden. 71 Heel de internationale
eugenetische 'top' met mensen zoals Davenport, L. Darwin,
Pinard (respectievelijk de voorzitters van de Amerikaanse, Engelse
en Franse eugenetische verenigingen) samen met vertegenwoordigers
van de regering (onder meer minister van justitie Masson en
minister van binnenlandse zaken Berryer) waren aanwezig.
Vanaf 1924 veranderde het tijdschrift van de organisatie (Revue
d'Eugénique) van naam, het werd 'Les Annales d'Eugénique'. Een
paar jaar later kwam de vereniging in financiële moeilijkheden (ze
kreeg geen subsidies meer) en de periodiek verscheen niet meer. 72
Wel zou ze in 1926 nog een grote publieke conferentie over het
nut van voorhuwelijks geneeskundig onderzoek organiseren. 73
Hierna volgde voor de vereniging een lange periode van 'lethargie',
waarbij ze nog slechts officieel bestond, maar in feite niet
70. VELLE K., Arts en samenleving..., p.613.
71. NISOT M., op. cit., p. 118.; s.n. Journées internationales d'Eugénique,
Revue d'Eug., H, 1922, 4, p.95-146.
72. NISOT M., op. cit., p.114.
73. Ibid., p.119.; Société belge d'Eugénique, L'examen médical avant le
mariage, Croix Rouge Belge, V, 1926, 2, pp.155-173.
419