HERMENEVS - Tresoar
HERMENEVS - Tresoar
HERMENEVS - Tresoar
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
163<br />
dacht op, dat de ouden gewoon waren hardop te lezen. We weten<br />
dat uit een plaats in de Confessiones van Augustinus (VI, 3). De<br />
kerkvader deelt hier als een bijzonderheid mee, dat Ambrosius gewoon<br />
was stil te lezen. Dat niet-hardop lezen iets ongewooaas was,<br />
blijkt hieruit, dat Augustinus tracht na te gaan, waarom Ambrosius<br />
dat deed. De plaats luidt, in vertaling, aldus : „Maar wanneer hij<br />
las, liepen zijn oogen over de bladzijden en zijn hart doorzocht de<br />
beteekenis, maar zijn stem en zijn tong rustten. Dikwijls, wanneer<br />
wij er bij waren — want het was niemand verboden binnen te<br />
komen en het was ook niet de gewoonte iemand aan te dienen —<br />
zagen wij hem zoo zwijgend lezen en nooit anders, en nadat we dan<br />
in langdurig stilzwijgen gezeten hadden — immers wie zou het<br />
gewaagd hebben hem in zulk een aandacht lastig te vallen? —<br />
gingen wij weg en vermoedden, dat hij in die korte oogenblikken, die<br />
hem. ten dienste stonden tot opfrissching van den geest, vrij van<br />
de drukte van andermans zaken, niet tot iets anders geroepen<br />
wenschte te worden en wellicht wilde voorkomen, dat, wanneer<br />
iemand vol gespannen aandacht toeluisterde, hij genoodzaakt zou<br />
zijn, duistere plaatsen uit den schrijver, dien hij hardop las, uit te<br />
leggen of een uiteenzetting te geven van sommige moeilijker vraagstukken<br />
en hij zoo, door zijn tijd hieraan te besteden, minder boekrollen<br />
kon lezen dan hij wilde, ofschoon ook de bedoeling om zijn<br />
stem, die gemakkelijk heesch werd, te sparen, wellicht de juistere<br />
oorzaak was van het stil lezen. Maar met welke bedoeling hij dit<br />
ook deed, ongetwijfeld deed hij het met een goede bedoeling.”<br />
Norden meent, dat dit de eenige plaats is uit de antieke literatuur,<br />
waar van deze merkwaardige gewoonte blijkt. Hij denkt<br />
blijkbaar niet aan de geschiedenis, die verhaald wordt in Act.<br />
apost. 8, 20—40. Wanneer de Moorman, „een kamerling en een<br />
machtig heer van Candace, de koningin der Mooren.” van Jeruzalem<br />
naar huis reizend op zijn wagen den profeet Jesaja leest,<br />
dan hoort Filippus hem den profeet lezen. En dan vraagt hij den<br />
Moor niet, zooals wij in zijn geval zouden doen : „Interesseert u de<br />
lectuur zoo, dat ge zelfs hardop leest?” Neen, dat is voor Filippus<br />
blijkbaar iets heel gewoons ; want hij informeert alleen of de kamerheer<br />
ook begrijpt, wat hij leest.<br />
De gewoonte van hardop lezen moge wellicht tijdroovend geweest<br />
zijn, ongetwijfeld heeft zij den zin voor klank en rhythme