OnderwijsInnovatie - Jacob van Kokswijk
OnderwijsInnovatie - Jacob van Kokswijk
OnderwijsInnovatie - Jacob van Kokswijk
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
BOX 1: BESTUURLIJKE DILEMMA’S<br />
Houding:<br />
- Hoeveel moet ik weten <strong>van</strong> de inhoudelijke kant (grote lijnen versus opvallende<br />
details)?<br />
- Wat laat ik zien <strong>van</strong> mijn drijfveren en motieven (waarachtigheid versus politieke<br />
correctheid)?<br />
- Hoe ga ik om met mijn eigen gedachten en gevoelens (zakelijk versus emotioneel)?<br />
- Hoe houd ik zicht op de voortgang (beheersing versus betrokkenheid)?<br />
Relatie:<br />
- Mag ik mijn wereld- en mensbeeld aan anderen opdringen (führen oder wachsen<br />
lassen)?<br />
- Moet ik zelf het roer ter hand nemen of het aan anderen toevertrouwen (sturen versus<br />
delegeren)?<br />
- Hoe benader ik degenen die niet meedoen (straffen versus faciliteren)?<br />
- Hoe ga ik om met kritiek op mijn aanpak (stimuleren versus negeren)?<br />
Inhoud:<br />
- Hoe formuleer ik de inhoud <strong>van</strong> de innovatie (globaal versus precies)?<br />
- Hoe breng ik de verandering (vernieuwing versus verbetering)?<br />
- Voor wie heb ik de innovatie bestemd (massa versus individu)?<br />
- Welk effect beoog ik en wat stel ik in het vooruitzicht (kwaliteitsverhoging versus<br />
kostenreductie)?<br />
- Waar wil ik dat het nieuwe het oude ver<strong>van</strong>gt (overal of plaatselijk)?<br />
- In welke tempo wil ik de overgang laten plaatsvinden (sprint versus marathon)?<br />
- Hoeveel vormen mag het nieuwe <strong>van</strong> mij aannemen (uniformiteit versus pluriformiteit)?<br />
- Met welk kwaliteitsniveau <strong>van</strong> uitvoering neem ik genoegen (goed versus voldoende)?<br />
- Hoelang moet ik het communiceren en promoten volhouden (aanloopfase versus<br />
levenscyclus)?<br />
Persoonskenmerken<br />
Als mensen wordt gevraagd enkele bestuurlijke kwaliteiten te<br />
noemen, komt er meestal een rijtje met abstracte én mooie woorden:<br />
vitaal, ambitieus, intelligent, analytisch, communicatief en inspirerend.<br />
Als hen vervolgens wordt gevraagd enkele kenmerken<br />
te noemen <strong>van</strong> bestuurders die ze <strong>van</strong> nabij kennen, komen er behalve<br />
hele zinnen soms ook kleine verhaaltjes. En als die gaan<br />
over incidenten, kunnen lelijke woorden vallen: arrogant, machtsbelust,<br />
star, egocentrisch, angstig.Woorden die verwijzen naar ondeugden<br />
als hebzucht, hoogmoed en jaloezie. Het onderscheid –<br />
abstract/concreet,mooi/lelijk,deugd/ondeugd – komt voort uit<br />
het verschil tussen algemene opvatting en persoonlijke ervaring.<br />
Beziet men het onderwijs <strong>van</strong> achter het bureau of kent men het<br />
<strong>van</strong> voor de klas? Bestuurlijke kwaliteiten laten zich aldus <strong>van</strong>gen<br />
in termen <strong>van</strong> normatieve retoriek (die moeten ze hebben) en<br />
<strong>van</strong> descriptieve realiteit (die hebben ze). Hoe het ook zij, tussen<br />
persoonskenmerken en effectief bestuurlijk handelen bestaat<br />
slechts een beperkte samenhang (Vinkenburg, 1997).<br />
Bestuurlijk gedrag<br />
Dit ligt anders bij bestuurlijk gedrag, de kwaliteit er<strong>van</strong> kan worden<br />
afgemeten aan de kwaliteit <strong>van</strong> twee bestuurlijke kernactiviteiten:<br />
macht hanteren en communiceren. Bestuurders kunnen<br />
op drie manieren macht hanteren: a) de autoritaire, b) de<br />
psychologische, en c) de functionele machtsstijl (Hetebrij; 2000).<br />
De eerste twee hebben altijd een negatief effect op de kwaliteit<br />
<strong>van</strong> de onderlinge verhoudingen. Bij de autoritaire machtsstijl<br />
worden anderen niet serieus genomen en bij de psychologische<br />
machtsstijl worden afwijkende opvattingen en waarden niet<br />
geaccepteerd, en soms zelfs verboden. Bij de functionele<br />
machtsstijl wordt anderen duidelijk gemaakt dat macht speelt<br />
en wie de macht heeft (transparantie), wordt hen informatie<br />
verstrekt om besluiten te kunnen respecteren (respecteerbaarheid)<br />
en wordt macht aangewend tot tijdige en daadwerkelijke<br />
uitvoering <strong>van</strong> het besluit (effectiviteit). Bestuurders gebruiken<br />
als het goed is een mix <strong>van</strong> communicatievormen, elk met eigen<br />
kwaliteitscriteria. Informatieoverdracht moet rele<strong>van</strong>t zijn, begrijpelijk<br />
en juist. Discussies – liefst in de vorm <strong>van</strong> dialogen –<br />
moeten inzicht geven in eigen en andermans normen, waarden<br />
en paradigma’s. Persoonlijk gesprekken moeten reflecterend<br />
zijn en vrij <strong>van</strong> psychologische druk.<br />
Uitkomsten bestuurlijk handelen<br />
Hoe luidt het oordeel over onderwijsinnovaties? Welke zijn geslaagd<br />
en welke mislukt? Indien vroegere onderwijsvernieuwingen<br />
(Montessori, Jenaplan, Dalton, Fröbel) worden gezet naast<br />
recentere (basisvorming, middenschool, vmbo) dan mogen de<br />
eerste geslaagd worden genoemd en de tweede (nog) niet.<br />
Geslaagde onderwijsinnovaties lijken enkele kenmerken gemeen<br />
te hebben. Ze zijn gericht op de concrete behoeften <strong>van</strong><br />
een beperkte groep leerlingen, niet op die <strong>van</strong> alle leerlingen<br />
<strong>van</strong> dezelfde leeftijd. Ze zijn <strong>van</strong> onderop ontstaan, althans niet<br />
door beleidsmakers <strong>van</strong> bovenaf geïnitieerd. Ze namen veel tijd<br />
in beslag en vroegen geduld en volharding. Ze zijn uiteindelijk<br />
op beperkte schaal tot wasdom gekomen, nergens overal. Ze<br />
wekken tot op de dag <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag tevredenheid bij nagenoeg<br />
alle direct betrokkenen, niet alleen bij beleidsmakers.<br />
Wat zeggen dergelijke uitkomsten <strong>van</strong> onderwijsinnovaties<br />
over de kwaliteiten <strong>van</strong> bestuurders? Er bestaat zeker geen één<br />
op één verband. De geslaagde innovaties lijken te zijn gedoogd<br />
door bewindslieden en politici die er zelf niet de regie over<br />
voerden, ongeacht hun bestuurlijke kwaliteiten. De mislukte innovaties<br />
zijn niet louter te wijten aan minder goede bestuurders<br />
die zelf de regie voerden. Het is wel opvallend dat de geslaagde<br />
onderwijsinnovaties een paar kenmerken gemeen heb-<br />
12 <strong>OnderwijsInnovatie</strong> juni 2004