10.02.2014 Views

OnderwijsInnovatie - Jacob van Kokswijk

OnderwijsInnovatie - Jacob van Kokswijk

OnderwijsInnovatie - Jacob van Kokswijk

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BOX 2: KWALITEIT EN INTERPRETATIE VAN ASSESSMENTSCORES<br />

Assessmentscore<br />

Zijn de scores<br />

voldoende<br />

accuraat ?<br />

JA<br />

Zijn de scores<br />

voldoende<br />

generaliseerbaar?<br />

JA<br />

Zijn de scores<br />

voldoende<br />

extrapoleerbaar?<br />

JA<br />

Gerechtvaardigde<br />

conclusie over<br />

competentie<br />

NEE<br />

NEE<br />

NEE<br />

De score is geen betrouwbare indicatie<br />

voor het prestatieniveau op de<br />

uitgevoerde taak of taken.<br />

De score zegt alleen iets over het<br />

prestatieniveau op de uitgevoerde<br />

taak of taken.<br />

De score zegt alleen iets over het<br />

prestatieniveau op taken die onder<br />

assessment-condities zijn uitgevoerd.<br />

replica’s <strong>van</strong> mijnen, granaten of<br />

bommen, maar dan zonder explosieve<br />

lading. De beschikbaarheid <strong>van</strong> geschikte<br />

problemen is een andere<br />

reden. Gevorderde EHBO-ers moeten<br />

een ‘triage’ kunnen uitvoeren (een selectie<br />

<strong>van</strong> gewonden). Maar calamiteiten<br />

met grote aantallen gewonden<br />

zijn natuurlijk niet op afroep beschikbaar.<br />

De kosten kunnen eveneens een<br />

belangrijke reden zijn om de werkelijkheid<br />

te reduceren. Of een militair<br />

een Patriot kan afschieten, wordt getest<br />

met een simulator omdat het afschieten<br />

<strong>van</strong> zo’n raket een half miljoen<br />

euro kost. De vraag is of een<br />

prestatie die geleverd is in een nagebootste<br />

werksituatie zomaar kan worden<br />

doorgetrokken of geëxtrapoleerd<br />

naar een prestatie in een reële<br />

werksituatie.Vaak niet, zo is gebleken<br />

uit allerlei onderzoek. Zo bleken artsen<br />

in opleiding zich bijvoorbeeld anders<br />

te gedragen bij een computersimulatie<br />

dan bij een werkelijk arts-patiënt<br />

contact. In een computersimulatie<br />

waren ze veel sneller geneigd over<br />

te gaan tot het aanvragen <strong>van</strong> allerlei<br />

onderzoek bij de patiënt dan in werkelijkheid<br />

(Goran,<br />

Williamson & Gonnella, 1973). Box 2<br />

laat zien welke conclusies toelaatbaar<br />

zijn als de scores <strong>van</strong> het assessment<br />

aan één of meer <strong>van</strong> de genoemde<br />

kwaliteitskenmerken voldoen.<br />

Assessmentmethodes<br />

Nu we weten aan welke kwaliteitseisen<br />

scores op assessments dienen te<br />

voldoen, is het in principe mogelijk om<br />

uit te zoeken wat de beste assessmentmethode<br />

is. Het is te bewerkelijk om<br />

dit voor elke methode afzonderlijk te<br />

doen aangezien er veel verschillende<br />

methodes zijn. Om die reden benoemde<br />

Straetmans (1998) de sterke en<br />

zwakke punten <strong>van</strong> drie klassen <strong>van</strong><br />

assessmentmethodes: hands-on,<br />

hands-off en simulatie.<br />

_ Hands-on staat voor assessmentmethodes<br />

waarbij kandidaten in een realistische<br />

of zelfs reële werksituatie<br />

en met gebruik <strong>van</strong> echte apparatuur,<br />

gereedschappen of instrumenten<br />

kenmerkende taken uitvoeren.<br />

Het praktisch deel <strong>van</strong> het rijexamen<br />

is een goed voorbeeld <strong>van</strong> een<br />

hands-on assessment. Een ander<br />

voorbeeld is het geven <strong>van</strong> een<br />

proefles in een EVC-procedure voor<br />

zij-instromers in het lerarenberoep<br />

(http://extern.stoas.nl/asizo/ html/<br />

inhoud_bg.html). Het sterke punt<br />

<strong>van</strong> hands-on methodes zit in de<br />

overdraagbaarheid <strong>van</strong> de beoordeelde<br />

prestatie naar het prestatievermogen<br />

in een reële werksituatie.<br />

Een zwak punt betreft de accuraatheid<br />

<strong>van</strong> de scores. Er zijn slechts beperkte<br />

mogelijkheden om gedrag uit<br />

te lokken. Assessoren moeten dus<br />

maar afwachten welk gedrag zich zal<br />

voordoen en dat maakt observatie<br />

en scoring <strong>van</strong> het waargenomen<br />

gedrag extra moeilijk.Taken uitvoeren<br />

in een realistische of reële werksituatie<br />

gaat vaak gepaard met hoge<br />

kosten, gevaar of organisatorische<br />

problemen. Dat is de reden om het<br />

aantal assessments en de duur er<strong>van</strong><br />

zoveel mogelijk te beperken. Het<br />

aantal verschillende taaksituaties dat<br />

aan iemand kan worden voorgelegd<br />

is daarom meestal niet zo groot. De<br />

generaliseerbaarheid <strong>van</strong> de scores<br />

is daarom eveneens een zwak punt.<br />

_ Bij hands-off methodes worden<br />

taken voorgelegd waaruit moet blijken<br />

of kandidaten de cognitieve<br />

component <strong>van</strong> een competentie<br />

beheersen. Dit kan op papier maar<br />

tegenwoordig zien we steeds vaker<br />

dat er gebruik wordt gemaakt <strong>van</strong> de<br />

mogelijkheden <strong>van</strong> multimedia om<br />

taaksituaties zo realistisch mogelijk<br />

te presenteren. Een methode die zich<br />

in een toenemende belangstelling<br />

mag verheugen is de Situational<br />

Judgment Test (SJT). In een SJT wordt<br />

een kandidaat geconfronteerd met<br />

een groot aantal aan de betreffende<br />

competentiegerelateerde problemen.<br />

Het gaat daarbij steeds om<br />

20 <strong>OnderwijsInnovatie</strong> juni 2004

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!