Achter de spiegel - Jeugdboekenweek

Alle vormen van literatuur vormen een uitstekende basis
om iemands innerlijk tot leven te wekken,
adem te geven aan iemands gedachten, verhalen wakker
te maken en nieuwe betekenissen te scheppen
doordat ze mensen aanmoedigen om onverwachte
dingen te delen.
Literatuur is niet alleen een pedagogisch instrument.
Het is een onuitputtelijke bron waaruit men momenten
kan putten van ademen, van zin geven aan het leven,
van dromen en denken.
Michèle Petit, Franse antropologe, op het ibby-congres in Kopenhagen, september 2008

Achter de Spiegel
Jeugdboekenweek | 15-29 maart 2009
Bij de projecten van Stichting Lezen behoort naar goede
gewoonte een keuzelijst.
Zo’n keuzelijst bevat altijd boeken die wij graag onder de
aandacht brengen omdat wij ze bijzonder vinden. Bijzonder
naar vorm en naar inhoud: bijzonder origineel, bijzonder
gedurfd, bijzonder ontroerend, bijzonder interessant, getuigend
van bijzonder vakmanschap van de auteur, de illustrator, de
uitgever.
Bij sommige projecten als Boekbaby’s of Fahrenheit451 hebben
we een bepaalde doelgroep voor ogen. Soms – zoals bij de
keuzelijsten van de Jeugdboekenweek – is de leidraad een
thema. Dit jaar is dat Achter de spiegel. Op de keuzelijst staan
dus boeken die de fantasie stimuleren.
In ons land is het boekenaanbod voor de jeugd uitzonderlijk
interessant. Lang niet overal zijn er zoveel boeken uit andere
landen op de markt. Bovenop de boeken die Vlaamse en
Nederlandse uitgevers publiceren, hebben wij immers ook
toegang tot de allermooiste buitenlandse boeken in vertaling.
Met onze keuzelijsten wijzen wij u dan ook graag de weg naar
dat uitzonderlijk brede aanbod.
Redacties van specialisten stellen al onze keuzelijsten samen.
Sinds drie jaar behoort ook het Focuspunt Jeugdliteratuur tot
Stichting Lezen. Dat instituut is hét expertisecentrum bij uitstek
voor kinder- en jeugdliteratuur. Bij de samenstelling van onze
keuzelijsten is de kennis van het Focuspunt Jeugdliteratuur van
onschatbaar belang.
Maar het zijn niet alleen de collega’s van het Focuspunt die de
redacties van de keuzelijsten uitmaken. Zij omringen zich met
diverse specialisten: bibliotheekmedewerkers, leerkrachten,
recensenten, boekhandelaars… Ieder van deze redactieleden
heeft zijn eigen leeservaring en zijn eigen smaak, maar stuk
voor stuk zijn het ervaren en gretige lezers van jeugdliteratuur,
die met veel inzet en kennis van zaken hun bijdrage aan het
redactiewerk leveren.
Bij de samenstelling van een keuzelijst is naast de kwaliteit
de beschikbaarheid van de boeken een belangrijk element. Alle
boeken die in onze keuzelijsten voorkomen vindt u in de rekken
van de boekhandel of de bibliotheek.
Wij weten dat de budgetten waarover scholen beschikken
beperkt zijn. Daarom stellen we vanaf dit jaar alle didactische
tips en ideeën om boeken in de klas voor te stellen gratis ter
beschikking. Op de site www.jeugdboekenweek.be vindt u
tientallen nieuwe tips om in uw klas de boekenkeuze van de
Jeugdboekenweek 2009 te presenteren. En ook de inspiratie van
de voorgaande Jeugdboekenweken (Mooi, Avontuur, Familie…)
blijft op die website kosteloos beschikbaar. Stichting Lezen
beschouwt het als haar kerntaak om u die dienst te verlenen.
Maar dit is niet het einde van het verhaal. U, noch wij,
kunnen zich een klas zonder boeken voorstellen. Wij weten dat
velen onder u, vindingrijk en energiek, een eigen klasbibliotheek
uitbouwen. Dat doet u door een samenwerking op te zetten
met de openbare bibliotheek, door ouders aan te moedigen om
boeken aan de klas cadeau te doen, door uw eigen boeken in de
klas een plek te geven, door boekenbeurzen te organiseren...
Uw inspiratie lijkt onuitputtelijk. Stichting Lezen wil graag een
steentje bijdragen. Voor de vierde keer op rij bieden wij uw klas
een boekenpakket over het thema van de Jeugdboekenweek
aan. Het pakket biedt een uitgelezen keuze van recente boeken,
gevarieerd naar inhoud en leesniveau. Dankzij de welwillende
medewerking van uitgevers, importeurs en boekhandelaars
kan dat weer met een bijzonder vriendelijke korting op de
winkelprijs. De didactiek krijgt u er, zoals gezegd, gratis bij. De
tips zijn geïnspireerd en origineel en ze hebben aandacht voor
uw eindtermen en leerdoelen.
Wat ons drijft? Het verlangen om alle kinderen de kans te
geven om het plezier van boeken te ontdekken. Veel, tè veel
kinderen, krijgen die kans thuis niet. Zij hangen af van de
school om die kans te krijgen. Van u dus. En wij staan klaar om
u daarbij te steunen. Daarvoor is Stichting Lezen er.
Majo de Saedeleer
namens Stichting Lezen

Hans Christian Andersen en Quentin Gréban (ill.)
De kleine zeemeermin
De Vier Windstreken, 2008 (30 p.) | Vertaling: Tjalling Bos
Kinderen die de gelijknamige Disneyfilm
kennen, zullen versteld staan van
deze bewerking van De kleine zeemeermin.
Quentin Gréban maakte een verkorte,
maar vrij getrouwe weergave van het
oorspronkelijke verhaal van Andersen:
een diepdroef kunstsprookje over een
zeemeermin die een droom najaagt en
eindigt als schuim op de zee. De prenten
in het boek zijn adembenemend, de setting van het verhaal is
onverwacht en verrassend: Grébans zeemeermin zwemt tussen
ijsschotsen en pinguïns, en wordt verliefd op een Chinese prins.
Vooral voor de oudste kleuters.
Gilles Bachelet
Wat een kat
Lemniscaat, 2007 (20 p.) | Vertaling: L.M. Niskos
3-6 jaar
Wat een kat! Dat is wel het minste wat
je kan zeggen van deze olifant. Nochtans
doet hij zijn uiterste best om zich
katachtig te gedragen: hij propt zich in
een mandje, holt af en toe achter een
bolletje wol, slaapt op de televisie en likt
zichzelf schoon van kop tot teen. Alleen vervelend dat hij niet
altijd op zijn pootjes terecht komt.
Absurde humor troef in dit prentenboek!
Rotraut Susanne Berner
Sprookjesboek
Lannoo, 2008 (54 p.) | Vertaling: Sylvia Vanden Heede
Een boek met vertrouwde sprookjes als
Roodkapje en De Kikkerprins, maar net
zo goed met bewerkingen van minder
bekende Grimm-sprookjes. Jorinde en
Joringel bijvoorbeeld, over een meisje
dat in een vogel betoverd wordt. Of
Hans mijn egel over een prinses die met
een egel trouwen moet. Gelukkige Hans
is dan weer een volkssprookje over een
goedlachse knecht die een klomp goud krijgt, uiteindelijk met
lege handen thuiskomt en toch gelukkig blijft.
De tekst in dit sprookjesboek is minimaal, maar de prenten
krijgen daardoor maximale uitdrukkingskracht.

Susan Chandler en Elena Odriozola (ill.)
Doppertjeslijm
De Eenhoorn, 2006 (28 p.) | Vertaling: Joke van Leeuwen
Mies Bouhuys
Het geheim van Toermalijn
Rubinstein, 2007 (2 cd’s)
Toermalijn is een zelfgemaakt knuffeldier.
Monica kreeg het van haar tante Violet.
Maar ze voelt zich te oud voor knuffels
en gooit Toermalijn genadeloos op
straat. Enkele dieren ontfermen zich over
Toermalijn. En zo rolt hij van het ene
avontuur in het andere: Toermalijn wordt de
mascotte van een groep punkers en raakt een
oog kwijt wanneer enkele jongens hem als
speelbal gebruiken.
Mies Bouhuys leest het verhaal aangenaam
warm voor: haar stem past perfect bij het
traditionele karakter van het boek. Voor kleuters met veel
fantasie en ouders met nostalgie.
Quint Buchholz
Slaap lekker, Beertje Brom
Leopold, 2007 (34 p.) | Vertaling: Rindert Kromhout
Dit mysterieuze prentenboek bevestigt
wat kinderen en sprookjesschrijvers al lang
weten: wanneer mensen ’s nachts slapen,
komt speelgoed tot leven. Beertje Brom
kijkt uit het raam van de kinderkamer en
denkt na over de dag die voorbij is en de
tijd die komen gaat. De zacht gekleurde,
pointillistische prenten sluiten perfect aan
bij de dromerige thematiek en nostalgische sfeer. Een bijzonder
kinderboek, vooral door de nachtelijke landschappen en het
spel met licht, schaduw en reflectie in de illustraties.
Met veel verbeelding voert het meisje uit
dit boek een pleidooi voor gezond en lekker
eten. Ze valt namelijk helemaal uit elkaar:
haar arm en oor vliegen weg, haar hoofd
tilt ze met één haal van haar romp. Met
doppertjeslijm plakt ze alles weer vast. Oma
heeft alvast een betere oplossing: groenten eten! Dan blijf je
vanzelf heel, zonder doppertjeslijm.
Met een vlot rijmende tekst en smaakvolle illustraties heeft
dit boek alles om oudere kleuters van gezonde voeding te
overtuigen… en hen vooral erg te amuseren.
Gerda Dendooven
De wonderlijke reis van Roosje Rood
Querido, 2007 (34 p.)
Roosje Rood weet van aanpakken: ze
bevrijdt zichzelf uit de buik van de wolf en
gaat daarna op zoek naar haar moeder. Een
boel sprookjesfiguren vergezellen haar bij de
zoektocht.
Een bijzonder eigenzinnige versie van Roodkapje. Dendooven
breekt met het traditionele verhaal en met de typische stijl van
sprookjesprenten. Bovendien geeft ze het bekende verhaal aan
het einde een grappige draai… want is Roosje Rood niemand
vergeten?
Polly Dunbar
Pinguïn
Lemniscaat, 2007 (36 p.) | Vertaling: L.M. Niskos
Dolgelukkig is Ben met zijn cadeau,
een pinguïn. Maar al snel slaat zijn
enthousiasme om in teleurstelling en
frustratie. Wat hij ook probeert – zingen,
dansen, kietelen – Pinguïn reageert niet.
Pas wanneer Ben in gevaar is, komt
Pinguïn in actie.
Net als Pinguïn is Dunbar spaarzaam met woorden. Haar
prenten daarentegen zijn veelzeggend.

Gilles Eduar
Het poezenhuis*
Querido, 2005 (12 p.) | Vertaling: Jacques Dohmen
Iedereen weet wat er gebeurt als de kat van
huis is… Maar in dit vrolijke prentenboek
gaan de muizen niet enkel aan het dansen.
Wie de flapjes opent en aan de pijltjes
trekt, ontdekt een hele wereld achter
het poezenhuis. De muizen voeren een
eiergevecht in de koelkast, blussen een brandje in de oven,
dansen een walsje op de piano en voeren een stukje op achter de
poppenkast.
Zelfs de allerkleinsten kunnen genieten van zoveel
kattenkwaad… of muizenkwaad.
Pieter Gaudesaboos
Pistache
Lannoo, 2006 (28 p.)
Het hondje Pistache wil naar bed. Je kan hem
helpen door hem te vergezellen op de groene
weg naar zijn huis, doorheen een fantasierijke
wereld.
Pistache is een interactief boek met rijk
gevulde pagina’s. Laat Pistache zijn reis dan ook
niet te snel afleggen, of maak ze een paar keer na elkaar. Anders
mis je de kuikentjes die een cocktail drinken in de bar of de
uilen die het abc leren. Een prentenboek zonder tekst, maar met
stof voor wel tien verhalen.
Annemarie van Haeringen
De jongen die zijn brood knipte
Leopold, 2008 (28 p.)
Als de wereld je niet bevalt, kan je hem ook
veranderen. Voor de jongen uit dit boek
begint het met een boterham, die hij liever
zonder korstjes eet. Met een schaar is het
probleem snel opgelost. Hij speelt liever op
een tapijt met korte dan met lange rafeltjes
en werkt met plezier ook zijn haar, de heg en
de honden uit de buurt wat bij. Daarna volgt het grote werk:
auto’s, bossen, flatgebouwen… De hele wereld knipt hij naar
zijn hand. Een sfeervol geïllustreerd prentenboek.
Susa Hämmerle en Peter Friedl (ill.)
De notenkraker
De Vier Windstreken, 2007 (28 p.) | Vertaling: Tjalling Bos
Op kerstavond krijgt Clara een notenkraker
cadeau, die ’s nachts tot leven komt en
het opneemt tegen de angstaanjagende
muizenkoning. Clara bezoekt met de
notenkraker het magische bal van de
suikerfee, waar ze dansen tot het ochtend
wordt en waarna Clara opnieuw in haar
eigen bed ontwaakt.
De notenkraker van Hoffmann wordt wel eens het oudste
fantasy-verhaal genoemd. Dit prentenboek volgt de
balletversie van Tsjaikovski en bevat een bijbehorende cd met
muziekfragmenten.
Heinz Janisch en Selda Marlin Soganci (ill.)
Geef me vleugels
De Eenhoorn, 2007 (32 p.) | Vertaling: Marita Vermeulen
De tekening van een jongen komt tot leven
in dit poëtische, Oostenrijkse prentenboek.
Uit zijn blad papier komt een engel met een
eigen willetje gestapt. Het kleine vrouwtje
wil geen gewone engelenvleugels van veren,
maar verlangt net dat tikje meer creativiteit van haar schepper.
En dus tekent hij voor haar vleugels van zeegolven, gras en
glas, zelfs van zonlicht en dwarrelende sneeuwvlokken. Daarna
keren de rollen om: de engel neemt de jongen mee op een
wonderbaarlijke reis…
Antoinette de Jong
Dit is geen doos
Lannoo, 2008 (32 p.) | Vertaling: Sylvia Vanden Heede
Met verbeeldingskracht kan je het meest
banale voorwerp veranderen in iets
bijzonders. “Waarom zit jij in een doos?”
vraagt een vertelstem aan een konijn in
een doos. “Dit is geen doos”, antwoordt
het konijn op de volgende pagina. Je ziet
dezelfde prent, maar rond het konijn en zijn
doos is met rode lijnen een sportauto getekend. De rest van het
boek is gelijkaardig opgebouwd: de saaie doos verandert in de
fantasie van het konijn in een konijnenberg, een brandend huis,
een robotpak...
Door de beknopte en repetitieve tekst is dit prentenboek ook
voor de jongste kleuters al boeiend.

Ole Könnecke
Anton kan toveren
Davidsfonds/Infodok, 2007 (32 p.) | Vertaling: J.H. Gever
Anton heeft een toverhoed. Een boom
wegtoveren lukt hem niet, maar als Anton
zijn ogen sluit en met zijn armen zwaait
kan hij wel een vogel doen verdwijnen. Zijn
vriendje Lucas wil hem niet geloven tot
Anton hem een ‘onomstotelijk’ bewijs levert…
De figuurtjes van Könnecke zijn eenvoudig,
maar reuzecharmant door hun sprekende
lichaamstaal en mimiek. Een bijzonder humoristisch boek voor
al wie gelooft dat het leven mooier is met een beetje magie.
Timothy Knapman en Gwen Millward (ill.)
Kijk eens wat ik gevonden heb
Ploegsma, 2007 (34 p.) | Vertaling: Martine Schaap
Een draak neemt zijn laatste nieuwe
ontdekking naar huis: een Benjamin, oftewel
een mensenkind. Dit verhaal zet alles op
zijn kop en geeft daarmee een originele blik
op mensen en hun gewoonten. Zo ontdekt
de draak al snel dat een Benjamin geen strepenvoeten heeft,
maar laarzen draagt. En dat kinderen niet zoveel van stinksoep
houden als draken. Maar Benjamin heeft nog meer in petto:
hij leert zijn nieuwe vrienden voetballen.
Een licht absurd prentenboek over een bijzondere
vriendschap.
David LaRochelle en Hanako Wakiyama (ill.)
Ik wil een hond
Lemniscaat, 2008 (34 p.) | Vertaling: L.M. Niskos
Het jongetje uit dit boek droomt van een
hond. Maar zijn moeder ziet zo’n vies beest
niet zitten. Hij vraagt dan maar een draak.
Moeder stemt toe, want draken bestaan
natuurlijk niet. Tot er toch een draak opduikt,
die vuur spuwt in de woonkamer en spaghetti
eet in bad. Dan is zo’n hond misschien nog niet
zo slecht…
Dit is een heerlijk wensvervullend prentenboek, waar ook de
jongsten al om kunnen lachen.
Agnès de Lestrade en Tom Schamp (ill.)
De dromen van Boeba
Lannoo, 2008 (28 p.) | Vertaling: Sylvia Vanden Heede
Boeba is een dromenbakker. Elke dag
heeft hij iets anders in petto voor zijn
dorpsgenoten. Zijn lekkernijen wakkeren
sluimerende verlangens aan en temperen
stil verdriet. Wanneer op een dag de winkel
dicht blijft, is het hele dorp ontzet: nu
moeten de mensen hun eigen dromen bakken.
De wereld van Boeba is een lust voor het oog. Het is er
exotisch kleurrijk en hartvormige bloemen groeien er boven
koekjesdeuren. Het hele boek is op gevat als een kalender en
elke dag valt er wel iets nieuws te ontdekken. Een prachtige ode
aan de kracht van fantasie, zowel inhoudelijk als vormelijk.
Ted van Lieshout en Sieb Posthuma (ill.)
Spin op sokken
Leopold, 2008 (28 p.)
Een spin op sokken die ‘boe’ roept, een
meisje dat zichzelf een prinsesje waant,
en golfjes die afscheidskreten naar de kust
roepen: er zit veel fantasie in de poëzie van
Ted van Lieshout. Olifanten groeien er
aan bomen en worden in de olifantenjam
gedraaid. Giraffen mogen blijven hangen,
want ‘niemand lust giraffenjam’, dat weet
toch iedereen!
Gedichten met een geheel eigen, tegendraadse logica.
Tine Mortier en Marjolein Pottie (ill.)
Zoepersnel
De Eenhoorn, 2006 (28 p.)
Een vindingrijke kleuter reist met zijn
ouders naar zee. De verveling onderweg en
ter plaatse bestrijdt hij met veel fantasie.
Zoeperman wil op expeditie, liefst om de
wereld te redden. Terwijl de tekst vertelt
over de Zoepermobiel, over piraten met
gouden strepen en zoevende schepen, zie je op de prenten de
ontnuchterende realiteit: een alledaagse auto, een redder en een
motorboot.
Over hoe je met een beetje fantasie elke banale situatie in een
avontuur kan omtoveren. Een zoeperleuk boek!

Pieter Van Oudheusden
en Sebastiaan Van Doninck (ill.)
Metromonsters
De Eenhoorn, 2008 (28 p.)
Mimi neemt de metro met mama. Maar de
gedachten van het kleine meisje zijn er niet
bij. Ze denkt aan het potlood dat ze van oma
gekregen heeft en waarmee ze thuis monsters
wil tekenen. Mimi hoeft niet lang te wachten.
Overal in de metro duiken monsters op: in
de gangen, op het perron, onder de banken.
Vreemd dus dat mama de monsters niet ziet…
of heeft ze het te druk met lezen en bellen? Mimi vindt in de
metromonsters een onverwachte bondgenoot om haar angst en
eenzaamheid te verjagen.
Elenio Pico
Spookjes
Nieuw Amsterdam, 2007 (42 p.) | Vertaling: Joris Escher
Niets is wat het lijkt in dit sobere
prentenboek. Aan twee kleuren en enkele
lijnen per prent heeft Elenio Pico genoeg
voor dit humoristische spookverhaal. Witte
en blauwe spookjes dansen door de nacht en
vliegen over de zee. Samen zorgen ze ervoor
dat de maan elke nacht aan de hemel staat.
Pas naar de ochtend toe keert de rust terug en
kan de dag beginnen.
Maranke Rinck en Martijn van der Linden (ill.)
Ik voel een voet!
Lemniscaat, 2008 (36 p.)
Schildpad, Vleermuis, Octopus, Vogel en Bok
slapen samen in een hangmat. Ze horen een
dier, maar kunnen het niet zien. Eén voor
één gaan ze op onderzoek uit. Al voelend en
met veel fantasie komen ze allemaal tot een
verschillende conclusie. Ook de jongste lezers kunnen al mee
raden: op de kleurige prenten zien ze telkens een stukje van
het mysterieuze dier. Opvallend is de collagestijl waarin de
dieren geschilderd zijn: de felgekleurde patronen contrasteren
bijzonder mooi met de nachtzwarte achtergrond.
Jan Smeekens (comp.), Ingrid Godon, Kristien
Aertssen en Sylvia Weve (ill.)
Wie knipt de tenen van de reus?
Davidsfonds/Infodok, 2008 (135 p.)
Tal van fantasierijke gedichten vind je in
deze bloemlezing met kleuterpoëzie. Zo
schrijft Joke van Leeuwen een toverspreuk in
nonsenstaal en vertelt Annie M.G. Schmidt
over een muis in de supermarkt. Diet Huber
beschrijft hoe een kadetje en een croissant
elkaar het jawoord geven en Geert De
Kockere ziet een reus door het sleutelgat.
De gedichten zijn geordend per leeftijd: zowel drie- als
zesjarigen vinden er hun gading. Prachtig geïllustreerd door
Ingrid Godon, Kristien Aertssen en Sylvia Weve.
Leo Timmers
Diepzeedokter Diederik
Clavis, 2007 (32 p.)
Diederik is een diepzeedokter met een
remedie tegen alle kwaaltjes. Een bijziend
zeepaardje bezorgt hij een nieuwe bril, de
vermoeide armen van een octopus zwachtelt
hij in een handomdraai in, en een walvis
met complexen voelt zich na een gesprek
met de dokter al snel weer beter in zijn vel.
Wanneer de dokter zelf in de problemen
komt, worden de rollen omgekeerd.
Dit prentenboek vermengt op een grappige manier elementen
uit de mensen- en dierenwereld.
Thé Tjong-Khing
De sprookjesverteller
Gottmer, 2007 (112 p.)
Bij verschillende sprookjesboeken maakte
Thé Tjong-Khing al prachtige illustraties.
Voor dit boek verzorgde hij ook de tekst.
Hij bewerkte sprookjes van de Gebroeders
Grimm, Charles Perrault en Hans Christian
Andersen. Zowel de klassiekers - Roodkapje
en Sneeuwwitje - als minder bekende
sprookjes - Koning Lijsterbaard en De gouden gans – herschreef
hij tot vlotte voorleesverhalen voor kleuters. Net als de sprookjes
hebben de bijzonder sprekende illustraties af en toe een donker
kantje. Origineel!

Hilde Vandermeeren en Kristien Aertssen (ill.)
Mijn sprookjeskijkboek
Davidsfonds/Infodok, 2008 (52 p.)
Er zijn maar weinig verhalen die kleuters
zo goed kennen als sprookjes. In Mijn
sprookjeskijkboek hebben jonge lezers de
hulp van volwassenen nauwelijks nog nodig.
Elk sprookje wordt er verteld in een korte
strip zonder woorden. Zo kunnen kleuters
makkelijk zelf Roodkapje, Sneeuwwitje en De Kikkerprins
navertellen. Voor wie het sprookje nog niet kent of het zich
niet meer precies herinnert, is er een begeleidende sprookjestekst
van telkens een pagina lang.
Edward van de Vendel en Klaas Verplancke (ill.)
Vanwege de liefde
De Eenhoorn, 2007 (32 p.)
Een kleine engel komt de liefde verkondigen.
Helaas houdt het gezin waar hij terechtkomt
meer van braadworsten en kaarsrechte
bloemperkjes. Al blijkt hij bij het dochtertje,
Tufje, wel aan het juiste adres. De engel en het
meisje delen hun passie voor het creatieve.
Een fantasierijk verhaal vol symbolische prenten van Klaas
Verplancke. Een boek om te koesteren.
Tjibbe Veldkamp en Kees de Boer (ill.)
Na-apers!
Lannoo, 2006 (28 p.)
Op een dag krijgt Jaap nieuwe buren: een
familie apen. Hij kan het meteen met hen
vinden. Wanneer een stel oppassers van de zoo
aanbelt om de nieuwe buren op te pakken,
blijken zijn ouders meer affiniteit met de apen
te hebben dan Jaap ooit kon vermoeden…
Een prettig gestoord prentenboek over de aap
in elk van ons.
Anke de Vries en Charlotte Dematons (ill.)
Raf
Lemniscaat, 2008 (28 p.)
Benjamin en zijn knuffelgiraf zijn altijd
samen, tot Raf op een dag verdwijnt.
Ontroostbaar is Benjamin. Gelukkig laat Raf
snel van zich horen: er zit een ansichtkaart uit
Afrika in de bus.
Raf presenteert telkens een ansichtkaart van
de giraf en een reuzengrote sfeerprent die zijn belevenissen in
het buitenland verbeeldt. Een bijzonder smaakvol prentenboek
over een knuffel met zin voor avontuur.

Lisa Boersen en Linda Groeneveld (ill.)
Jani Kekke en de blauwe dagdromer
Nieuw Amsterdam, 2007 (104 p.)
Dagdromen is een talent! De omgeving
van Tim denkt er anders over, tot hij de
koningin redt...
Jani Kekke is een klein wezentje, enkel
zichtbaar voor dagdromers. Omdat
hij te veel slaapzand in de ogen van de
koningin heeft gestrooid, roept hij de
hulp van Tim in. Als die niet helpen kan,
zal de koningin honderd jaar slapen.
Een leuk verhaal met knipogen naar de
sprookjeswereld.
Lewis Carroll en Helen Oxenbury (ill.)
Alice in Spiegelland
Gottmer, 2006 (226 p.) | Vertaling: Sofia Engelsman
6-9 jaar
Op een winterse dag speelt Alice met
haar poesjes in de huiskamer. Ze gaat
voor de spiegel staan en vraagt zich af hoe
het leven is in het spiegelhuis. Wanneer
ze door de spiegel stapt, belandt ze in
spiegelland. Daar ontmoet ze de mafste
figuren en komt ze in situaties terecht
die het absurde net niet overstijgen. De
romantische tekeningen maken er een mooi en dromerig geheel
van.
Roald Dahl en Quentin Blake (ill.)
De griezels
De Fontein, 2006 (80 p.) | Vertaling: Huberte Vriesendorp
Meneer en mevrouw Griezel vormen een
vreemd koppel: ze zijn niet alleen vies,
maar ook doorslecht. Ze maken elkaar
het leven zuur en zijn voortdurend op
zoek naar nieuwe pesterijen. En allebei
zijn ze dol op vogelpastei. De apen laten
ze dan weer een hele dag op hun kop
staan in een kooi. Omdat de dieren het
zat zijn, nemen ze op een mooie dag
wraak…
Ook op dit verhaal liet Roald Dahl zijn
gigantische verbeeldingskracht los. Quentin Blake zorgde voor
geweldige beelden.

Gauthier David en Marie Caudry (ill.)
De reis van Max
Luister, 2008 (26 p.) | Vertaling: W. Davids
Wat doe je als je geen zin hebt in de
winter? Je reist met je hele hebben en
houden naar het warme zuiden! Gedragen
door een wolk laat Max zichzelf en zijn
huis naar het zuiden zweven, terwijl hij
dromerig door zijn verrekijker tuurt. Een dagboekfragment
op de eerste pagina is de enige tekstpassage: de rest van het
verhaal wordt in prachtige, reuzengrote tekeningen verteld.
Een kijk- en zoekboek vol fijne details.
Aby Hartog en Sieb Posthuma (ill.)
Miro & Tesla doen alsof
Bakermat, 2007 (60 p.)
Miro en Tesla zijn broer en zus. Ze delen
een zeer levendige fantasie en bedenken
voortdurend ‘doen alsof’-spelletjes: ze laten
een snor groeien, graven een kuil naar de
andere kant van de wereld, maken een
reuzenhamburger, spelen spook, wandelen
op de bodem van de zee, vinden iets
belangrijks uit of vliegen de wereld rond. Hun ouders gaan
telkens heerlijk mee op in het spel van hun kinderen.
Een grappige verhalenbundel met korte hoofdstukjes en stuk
voor stuk herkenbare fantasiespelletjes.
Bruno Heitz
Zie jij wat ik zie?
Lannoo, 2007 (30 p.) | Vertaling: Lannoo
Een kat, een kameleon, een paard, een stier
en een mol spelen kaart in de tuin. Een
hels lawaai schrikt hen op. Om beurten
kijken ze over het tuinmuurtje en brengen
ze verslag uit. Alleen… elk dier, van de
charmante meneer mol tot het elegante
mevrouw paard, geeft een andere versie.
Wat is er nu echt gebeurd? En wie spreekt
de waarheid?
Op originele wijze brengt dit prentenboek een heleboel
interessante weetjes in kaart: hoe groot de gezichtshoek is
van elk dier in vergelijking met het menselijke perspectief
bijvoorbeeld, of welke kleuren dieren kunnen waarnemen.
Jørgen Hofmans en Camila Fialkowski (ill.)
Waar is de schat?*
Zwijsen, 2006 (29 p.)
Wanneer Tim naar een piratenfilm kijkt,
valt hij in slaap. In zijn droom gaat de
film gewoon verder, en Tim speelt mee.
Met een piratenbende gaat hij mee op
jacht naar de schat. Een aap helpt Tim
om de schat te veroveren.
Een strip voor beginnende lezers op avi i-
niveau. Met aantrekkelijke tekeningen die
af en toe verrassend buiten de stripkaders
treden.
Ulrich Hub en Jörg Mühle (ill.)
Om 8 uur bij de Ark
Lemniscaat, 2007 (72 p.) | Vertaling: Tjalling Bos
Drie pinguïns maken ruzie en vrezen een
straf van God. Wanneer niet veel later de
zondvloed uitbreekt, geloven ze dat het
hun schuld is. En slechts twee pinguïns
mogen mee met de Ark. Wat nu gedaan?
Hun poging om de derde pinguïn binnen
te smokkelen, leidt tot erg komische
situaties.
Verfrissend grappige interpretatie van
het bekende Bijbelverhaal, vol filosofische uitweidingen en
beschouwingen.
Tove Jansson
De hoed van de tovenaar
Clavis, 2007 (164 p.) | Vertaling: Maaike Lahaise
De lente strijkt neer in de Moeminvallei,
de bewoners van het Moeminhuis
ontwaken uit hun lange winterslaap.
Moem en zijn vriendjes Snif en Snuisterik
gaan erop uit en vinden een bijzondere,
hoge hoed. Alles wat ze erin stoppen,
wordt in iets anders omgetoverd! Maar
van wie is die hoed eigenlijk?
Meer dan 50 jaar oud en nog steeds
springlevend: de bizarre, maar vlotte
verhalen over de Moemins, rare wezens met menselijke
eigenschappen, die er elk op hun manier in slagen harmonieus
samen te leven in een wat naïeve fantasie-wereld. Een boek dat
bewijst dat fantasie van alle tijden is.

Geert De Kockere en Ann Ingelbeen (ill.)
Koe en Kalf
De Eenhoorn, 2006 (24 p.)
Koe en Kalf hebben een koe. Om het
ingewikkeld te maken, heet die Schaap. Ze
wordt wereldberoemd door haar kunstjes:
ze kan jongleren met sinaasappels, netjes in
de maat dansen, hinkelen en op één poot
staan en pootjes geven. Maar op een dag
heeft Schaap een nieuw kunstje bedacht:
de grote verdwijntruc… Koe en Kalf zijn
ontroostbaar.
Woordspielerei van Geert De Kockere met geestige tekeningen
van Ann Ingelbeen.
Sjoerd Kuyper en Daan Remmerts de Vries (ill.)
Sjaantje doet alsof
Nieuw Amsterdam, 2008 (26 p.)
Sjaantje is uit logeren bij oma. Ze wil graag
een koekje, maar de koekjestrommel is
leeg. Dan maar een net alsof-koekje van
opa nemen, zegt oma. En dus gaat opa met
Sjaantje honderd miljoen net alsof-koekjes
kopen. Ze gaan helemaal op in het spel, tot
oma de kamer binnenkomt.
Dan pas wordt in de tekst duidelijk dat opa
er niet meer is. In de tekeningen merk je al
veel sneller dat opa enkel in Sjaantjes verbeelding bestaat: hoe
hij de kamer komt binnenzweven door het raam bijvoorbeeld.
Een aangrijpend mooi verhaal dat aantoont hoe fantasie
troostend en helend werken kan.
Joke van Leeuwen
Ga je mee naar Toejeweetwel
Querido, 2007 (384 p.)
Naast de volledige, bekende boeken De
metro van Magnus, Een huis met zeven
kamers en Het weer en de tijd, zijn in deze
verzamelbundel ook vele andere parels,
verhalen en versjes uit andere boeken
en theatervoorstellingen van Joke van
Leeuwen opgenomen. Kers op de taart is
de bijbehorende cd, waarop de auteur een
aantal versjes en verhaaltjes zelf vertelt en
zingt. Van Leeuwen laat tekst en tekeningen onopmerkelijk en
met een humoristische knipoog in elkaar overgaan. Met deze
bundel bewijst ze opnieuw hoe sterk ze zich kan inleven in de
wereld van het kind.
Arnold Lobel
Muizensoep en tranenthee
Ploegsma, 2007 (216 p.)
Ann Lootens en Marja Meijer (ill.)
Waar is de woe-la-la?
Clavis, 2007 (29 p.)
Een bundel van 40 jaar oud, met
tijdloze fabels en andere dierenverhalen.
Eenvoudige vertellingen met een grote
dosis humor of een stevige moraal en
heerlijk ouderwets ogende prenten. Over
de niet zo pientere Uil die een gevecht
aangaat met de bobbels in zijn bed. Of
over de bijna dove krekels die de muis
uit zijn slaap houden. Aardig om voor
te lezen, maar nog leuker om zelf te
verslinden.
Fien en Sem logeren bij Oom. Hij heeft
hen net lekker ingestopt. Maar Fien en
Sem zijn bang, want ze horen iets engs.
Oom weet dat het de woe-la-la is, en die
gaan ze samen verjagen. Met houten lepels
gaan ze op zoek, terwijl Oom het woe-lala-lied
zingt. Ze vinden niets… behalve
die vreemde bult onder de lakens. Iemand
roept heel erg aa-aa wanneer Fien en Sem
erop kloppen met de lepels. Hebben ze de
woe-la-la te grazen genomen? Of…
Een herkenbaar verhaal op avi i-niveau, overgoten met een
heerlijk laagje fantasie.
Jean Marzollo en Walter Wick (ill.)
Ik zie, ik zie… een boek vol fantasie
Ploegsma, 2008 (36 p.) | Vertaling: Nannie Kuiper
Voor dit originele en uitnodigende
kijk- en zoekboek maakte Walter Wick
haarscherpe foto’s van verschillende
fantasiewerelden: een blokkenstad,
een bos vol kikkers, een romantische
wolkenhemel, een zandkasteel met
vechtende ridders, een snoepwinkel, een
regenboogplaneet en een zee vol vissen.
Met voorwerpen uit de speelgoedkist, de
natuur en de keuken creëerde hij een totaal nieuw universum.
Onder elke foto staat een raadsel op rijm. Wie er niet genoeg
van krijgt, vindt achteraan extra opdrachten: Jean Marzollo
spoort de lezer aan om zelf zoekraadsels op rijm te maken en om
zelf verhalen of toneelstukjes te verzinnen bij de foto’s.

Silvie Moors, Lieven Gouwy en Geert Vervaeke (ill.)
Pinokkio
Lannoo, 2008 (32 p.)
Jokkebrok Pinokkio, de houten pop
die tot leven komt, is voor weinigen
een onbekende. Dit is een bijzondere
uitvoering van het verhaal op cd,
aangevuld met mooie, uitnodigende
liedjes. Geert Vervaeke bracht de stukjes
tekst in het bijbehorende boekje origineel
en apart in beeld.
Susie Morgenstern en Jiang Hong Chen (ill.)
Als ik de wereld kon maken
Lemniscaat, 2007 (38 p.) | Vertaling: L. M. Niskos
Wat hij later worden wil? Het jongetje in dit
boek moet er even over nadenken, maar ziet
het dan glashelder voor zich: een beetje God
zijn! Dan kan hij alle lelijks mooi maken
en alle slechte dingen goed. Hij fantaseert
er levendig op los. Het resultaat daarvan
goot Jiang Hong Chen in grote, schilderijachtige prenten
die prachtig bij de mythische, universele sfeer van het thema
passen.
Bart Van Nuffelen en Bert Dombrecht (ill.)
Onderzeeboot
De Eenhoorn, 2008 (26 p.)
Anton beleeft nooit iets. Tot stoere
buurjongen Stief hem meesleept in een
dol avontuur op het dak van de stad. Stief
is de kapitein, Anton de matroos van een
heuse onderzeeboot. Samen maken ze
een fantasiereis: alle avonturen waarover
Anton in boeken las, komen tot leven!
Ondertussen staat de buurt beneden in rep
en roer. De brandweer klimt naar boven om
de jongens te redden…
Het hele avontuur heeft Anton veranderd: hij krijgt er net dat
beetje bravoure door dat kinderen tot kinderen maakt. Woord
en beeld mengen op naadloze wijze de fantasie van de jongens
met de realiteit van het moment.
Paul van Oevelen en Tom Hautekiet (ill.)
Maria Dolores Esperanza: de kip die tomaten legt
Lannoo, 2005 (48 p.)
Boer is dol op de chachacha. De dieren
op zijn boerderij niet en dus gaan ze
weg. Wanneer Boer naar de winkel gaat
om nieuwe dieren te kopen, krijgt hij
gratis een gekke, rode kip mee. Ze heet
Maria Dolores Esperanza, ze houdt van
de chachacha en blijkt in werkelijkheid
geen kip, maar een zeldzame Zuid-
Amerikaanse vogel die tomaten legt. De
tomatenopbrengst doet het spaarvarken van Boer zwellen. Tot
Maria ontvoerd wordt: een gemene kok wil haar klaarmaken.
Maar Boer blijkt een held, en redt zijn Maria. Prettig gestoord
verhaal.
Reina Ollivier en Frow Steeman (ill.)
De brieven van Viktor
Lannoo, 2008 (48 p.)
De eekhoorn Viktor maakt een
brievenbus en schrijft zichzelf brieven.
Op een dag komt Ella de egel in het
koren vlakbij het huis van Viktor wonen.
Omdat ze nieuwsgierig is naar de eigenaar
van de brievenbus, schrijft ze een brief.
Dat is even wennen voor Viktor: het
is zíjn brievenbus! Ella weet niet enkel
Viktors brievenbus, maar ook zijn hart te
veroveren. Een grappig en vertederend liefdesverhaal.
Elvis Peeters en Gerda Dendooven (ill.)
Meneer Papier en zijn meisje
De Eenhoorn, 2008 (30 p.)
Wat doe je als je wil dat iemand bij
je blijft? In elk geval niet wat meneer
Papier doet. Hij raakt betoverd door de
schittering in de ogen van een meisje op
een foto die voorbij waait. Hij vouwt
een groot blad papier open, tekent het
meisje en knipt haar uit. Maar het meisje
doet niet wat hij wil, hij kan haar niet
aan zich binden. Zelfs niet wanneer hij
haar voeten en handen afknipt. En dan komt er een grote wind
opzetten… Prachtig samenspel van tekst en beeld.

Harriët van Reek
Letterdromen met Do
Querido, 2007 (34 p.)
Do maakt letters in haar atelier. Ze tekent
en knutselt en laat de letters in haar fantasie
tot leven komen. O is verdrietig omdat hij
E kwijt is, K doet ingewikkelde kunstjes, E
brak een been en moet dringend naar het
hospitaal (bijna was hij een F) en P twijfelt
aan zichzelf want als hij zich draait en keert wordt hij een
andere letter. Do helpt, lapt op en luistert. Ze haalt het touw
om de S uit de knoop en geniet van het Circus der Letteren.
En ze slaapt lekker in haar alfabedje…
Speels boek dat de letters van het alfabet origineel tot leven
brengt.
Wouter van Reek
Keepvogel: de uitvinding
Leopold, 2007 (26 p.)
Keepvogel zit verdiept in een boek over alle
uitvindingen die er bestaan. Uitvinden, dat
wil hij ook! Samen met Tungsten probeert
hij iets nieuws en handigs te bedenken: een
machine waarmee hij vlierbessen kan plukken
die te hoog hangen. Maar wat simpel begint
op papier, groeit uit tot een gruwelijke
machine die Keepvogel bij de lurven grijpt.
Een humoristisch verhaal, bijzonder creatief uitgewerkt.
William Shakespeare, naverteld door Barbara
Kindermann en Almud Kunert (ill.)
Een Midzomernachtsdroom
De Vier Windstreken, 2008 (36 p.) | Vertaling: Tjalling Bos
Vier verliefde Atheners dolen door het bos
tijdens een midzomernacht. Wat ze niet
weten is dat dit het bos is van elfenkoning
Oberon. Het wemelt er van de elfen,
feeën en bosgeesten. Het boosaardige
elfje Puck speelt, betovert en zorgt ervoor
dat de juiste geliefden elkaar vinden. Een
schitterende bewerking van een Shakespeareklassieker
met feeërieke tekeningen in frisse
lentekleuren.
Karla Stoefs en Bert Dombrecht (ill.)
In het donker
De Eenhoorn, 2007 (26 p.)
Verhalen voor het slapengaan, en zeker
verhalen uit het dikke monsterboek,
prikkelen de fantasie. Vooral die van Jori.
Is hij in het monsterboek beland, zijn de
monsters uit het boek écht zijn kamer
binnengedrongen of heeft Jori simpelweg
een zeer levendige fantasie?
Een verrassend prentenboek dat de jonge lezer vol twijfel
achterlaat: wat is echt en wat niet? Ook in de tekeningen lopen
fantasie en werkelijkheid door elkaar. Angstaanjagende monsters
en een akelig spel van licht en schaduw maken het verhaal op
een uitgekiende manier griezelig.
Toon Tellegen en Kitty Crowther (ill.)
De verjaardag van de eekhoorn en andere verhalen
Querido, 2007 (92 p.)
Een mooie bundel eerder uitgegeven
verhalen van meester-verteller Toon
Tellegen: over jarig zijn, de verbouwing
van de slak, een stofje of een klein zwart
doosje. Stuk voor stuk surrealistische
verhalen met een filosofische inslag. Voor
deze uitgave haalde Kitty Crowther haar
kleurpotloden boven: ze zorgde voor
mooie, warme en heerlijke beelden.

Marijke Umans en Riske Lemmens (ill.)
Taterwater
De Eenhoorn, 2008 (118 p.)
Bet is de jongste van vijf, maar ze torent
boven haar zussen uit. Alle aandacht
zuigt ze steeds naar zich toe, want Bet
waant zich een ster en het midden van het
universum. Energie voor tien, een groot
rechtvaardigheidsgevoel en een levendige
fantasie: zo zit Bet in elkaar. Anekdotische,
herkenbare verhalen, uit het leven gegrepen.
Taterwater is het vervolg op Wiebelkont,
maar je kan het los van het eerste boek lezen.
Hilde Vandermeeren en Jan De Kinder (ill.)
Van een kind dat tikkertje speelt met de wind
De Eenhoorn, 2006 (32 p.)
Iene is jarig. Zij en de kamer zijn helemaal
versierd, met strikjes en ballonnen. Vol
spanning wacht ze op Eef en Winne.
Meneer Beer en juffrouw Patti wachten
mee. Dan komt mama de kamer binnen:
Eef is ziek, en als Eef niet komt, wil Winne ook niet. Heel even
staat Ienes wereld stil. Mama wil samen naar de film. Maar
Iene heeft andere plannen. Ze hoort de bel en holt naar buiten
om tikkertje te spelen met Lorna, haar ingebeelde vriendinnetje,
op wie ze altijd rekenen kan. Een boek over de troostende
kracht van fantasie.
Peter Verhelst en Carll Cneut (ill.)
Het geheim van de keel van de nachtegaal
De Eenhoorn, 2008 (64 p.)
Een almachtige Chinese Keizer waarvoor
iedereen buigt en beeft, droomt van
een nieuwe Keizerlijke Tuin der Tuinen.
Wanneer de Tuin klaar is, hoort de Keizer
het mooie lied van de nachtegaal. En
meteen wil hij het betoverende geluid
bezitten en het geheim van dit kleine vogeltje achterhalen.
Een meesterlijke bewerking van een klassiek Hans Christian
Andersen-sprookje: prachtig van tekst, groots in illustraties.
Bette Westera en Barbara de Wolf (ill.)
Mijn zusje achter het behang
De Fontein, 2008 (40 p.)
Iedereen heeft familie en in elke familie
gebeurt er wat. Bette Westera schreef
en zong liedjes over haar stoere grote
broer, over het zelfgebreide huis van
tante Adelheid en over haar huisdieren.
Soms lijkt het je eigen familie wel,
herkenbaar en dichtbij; dan weer worden
de personages uitvergroot en krijgen ze
een bizar en fascinerend kantje mee. Bij
het boek hoort een cd met elf liedjes: elk familielid zingt in
zijn hoogst eigen stijl. Zo kiest de broer van Bette voor een
rocknummer, oom Bert voor een carnavaleske meezinger. Er
staan ook karaoke-versies op de cd voor wie zelf graag meezingt.

Judy Allen en diverse illustratoren
Encyclopedie van de fantasie
Bakermat, 2008 (114 p.) | Vertaling: Guy Brugmans
Al eeuwenlang bevolken magische wezens
de fantasie van kinderen en volwassenen
over de hele wereld. Deze kleurrijke
encyclopedie verzamelt al die creaturen
uit folklore, legenden en fabels, plaatst
ze in hun historische context en toont
welk plaatsje ze veroverd hebben in de
verbeeldingswereld van vandaag. Ontdek
waar J.K. Rowling en Hollywood hun
inspiratie halen, waar ons bijgeloof zijn oorsprong vindt en hoe
mensen doorheen de eeuwen soelaas zoeken in het betoverende
rijk van de fantasie.
Ingelin Angerborn
Als ik niet toevallig de waarheid gezegd had
Lannoo, 2007 (102 p.) | Vertaling: Reina Ollivier
9-12 jaar
Liegen, fantaseren en problemen gaan
voor de negenjarige Tilda hand in hand.
Dus besluit het meisje na haar avontuur
in Als ik niet toevallig de hond van tante
Doris verwisseld had voortaan de waarheid
te vertellen. Maar dat lijkt eenvoudiger
dan het is. Vooral wanneer de waarheid
ongeloofwaardiger klinkt dan leugens!
Haar vriend Axel overtuigen van haar
goede voornemens blijkt geen makkelijke
opgave. Misverstanden, halsbrekende toeren en knettergekke
toestanden stapelen zich op, zonder de geloofwaardigheid
ook maar een seconde in het gedrang te brengen. Dit boekje
dompelt je moeiteloos onder in een wereldje dat haast te gek is
voor woorden.
Jon Berkeley
Het paleis van de lach
Van Goor, 2006 (307 p.) | Vertaling: Tjalling Bos
Zonderlinge personages, geheimzinnige
dieren, bizarre plotwendingen en talloze
geestige nevenverhalen: dat zijn de
ingrediënten die van dit eerste deel van
de Woensdag-trilogie een succesformule
maken. Tycho Woensdag, een dakloos
weeskind, beleeft het avontuur van zijn
leven wanneer vlak bij de ton waarin
hij woont een vreemd circus neerstrijkt.
Samen met Mimi, een engelachtig
wezentje, probeert hij een duister plan van spreekstalmeester
Grote Cortado te verijdelen.

Philip Caveney
Sebastiaan Duister
Pimento, 2007 (415 p.) | Vertaling: Ineke Lenting
Sebastiaan Duister doet zijn naam
geen eer aan. De nar is namelijk de
vrolijkheid en het optimisme zelve,
maar helaas helemaal niet grappig.
En dat is toch een vereiste als hij in
zijn overleden vaders voetsporen wil
treden en hofnar wil worden. De
personages die hem op zijn reis naar
het hof vergezellen zijn stuk voor stuk
pareltjes. De eeuwig kletsende en klagende buffaloop Max,
de rotverwende prinses Karijn en de kleine krijger Cornelius
zorgen voor een humoristische toets. Een inventief boek
over een uitzonderlijke fantasiewereld die tegelijkertijd enorm
herkenbaar is.
Michael de Cock en Gerda Dendooven (ill.)
De lange weg naar huis
Davidsfonds/Infodok, 2008 (124 p.)
Het oeroude verhaal over de
omzwervingen van Odysseus verdient
af en toe een nieuw jasje. Daarvoor
zorgden Michael de Cock en Gerda
Dendooven in deze ingetogen en
passend vormgegeven bewerking
met luister-cd. De gevaren waaraan
Odysseus tijdens zijn reis wordt
blootgesteld blijven boeien, vooral
door het ingenieuze vertelperspectief.
Odysseus vertelt zijn verhaal aan zijn tienjarige zoon Makos,
een afkorting van het wat archaïsche Telemachos. Het resultaat
is een vereenvoudigde, sterk ingekorte maar daarom niet minder
spannende versie van Homerus’ Ilias en Odyssee.
Eoin Colfer en Tony Ross (ill.)
De stoerste jongen van de wereld
Pimento, 2007 (111 p.) | Vertaling: Annelies Jorna
Elke zaterdag wisselen Willem en zijn
opa sterke verhalen uit. Maar wat
de jongen ook beleeft, het kan nooit
tippen aan de veel straffere verhalen
van zijn grootvader. Tot zijn vader hem
een verhaal vertelt over ‘de stoerste
jongen van de wereld’. Voor zo’n
verhaal moet opa wel onderdoen! Niet
de inhoud maar de moraal van het
verhaal blijkt echter het belangrijkste.
Opa’s problemen lieten die van Willem veel nietiger lijken.
Een ontroerende les uit een humoristisch en allesbehalve
moraliserend verhaal.
Roald Dahl en Quentin Blake (ill.)
Roald Dahl's gruwelijke rijmen
De Fontein, 2008 (32 p.) | Vertaling: Huberte Vriesendorp
Roald Dahl laat er op de eerste pagina
al geen illusies meer over bestaan: “Je
denkt misschien: dit ken ik al, maar dat
is heus niet het geval.” Dahls sprookjes in
versvorm heten dan ook niet voor niets
gruwelijke rijmen. Assepoesters prins
hakt als hobby hoofden af, Roodkapje
houdt van wolvenbont en de drie beren
zijn niet vies van een hapje Goudhaartje.
Quentin Blakes illustraties spreken tot de verbeelding, Roald
Dahl voert je mee naar een ontregelende sprookjeswereld die
allesbehalve zwart-wit is.
Valérie Dayre
Echt Lili
Gottmer, 2007 (133 p.) | Vertaling: Lidewij van den Berg
Fantasie kent geen grenzen. Dat ontdek
je in dit meeslepende boek waarin Lili, de
gewiekste vertelster, de (on)begrensdheid
van haar verbeelding verkent. Op weg
naar zee laten Lili’s ouders hun dochter
achter in een restaurant. Dat wil ze
de lezer tenminste doen geloven. Net
wanneer je verontwaardigd raakt over de
houding van Lili’s ouders, doen vreemde
wendingen en onwaarheden je vermoeden
dat er iets niet pluis is. Wie hoogte probeert te krijgen van
dit vreemde meisje, is gewaarschuwd: goede vertellers doen je
geloven wat ze maar willen!
Tonke Dragt en diverse illustratoren
Het dansende licht
Leopold, 2005 (104 p.)
In dit staaltje van tijdloze vertelkunst,
illustreerden zes verschillende tekenaars
zes sprookjes. Een aantal verscheen eerder
al in verzamelbundels en tijdschriften.
In haar unieke stijl leidt Tonke Dragt de
lezer een magische wereld binnen. Haar
verhalen over goed en kwaad gaan terug
naar de essentie van oeroude sprookjes,
maar zijn tegelijkertijd verrassend nieuw
en verfrissend origineel.

Timothée de Fombelle en François Place (ill.)
Tobie Lolness: op de vlucht
Querido, 2007 (347 p.) | Vertaling: Eef Gratama
Tobie Lolness is dertien jaar, anderhalve
millimeter groot en op de vlucht voor
zijn eigen boomvolk. In een reeks
flashbacks wordt duidelijk waarom
zijn gezin verbannen en ten slotte ter
dood veroordeeld is. Zijn vader, een
revolutionaire wetenschapper, verkoos het
voortbestaan van de boom waarop het
volk leeft boven de luxe die het boomsap
hen had kunnen geven. En dat zint het volkje uiteraard niet.
Deze fantasierijke roman over macht en corruptie, vriendschap
en verraad sleurt je niet alleen mee in een wervelend avontuur,
maar is ook razend actueel.
Cornelia Funke
Igraine Zondervrees
Querido, 2008 (198 p.) | Vertaling: Esther Ottens
Igraine, de onbevreesde dochter van de
machtigste tovenaars tussen het Fluisterende
Woud en de Reuzenbergen, krijgt op
haar tiende verjaardag de verrassing van
haar leven. Haar ouders hebben zichzelf
per ongeluk omgetoverd in varkens. Wie
anders dan de onverschrokken Igraine kan
hen redden? Dit is haar kans om zich te
bewijzen!
Een knotsgek, magisch en toch volledig geloofwaardig
fantasieverhaal.
Eva Gerlach en Charlotte Vonk (ill.)
Het punt met mij is dat ik alles kan
Querido, 2008 (60 p.)
Het punt met Jan is dat hij níet alles kan.
Alleen in zijn fantasie is hij een superheld
die samen met zijn verdwenen grootvader
draken bestrijdt. Als afscheidscadeautje
kreeg Jan het kleine sprekende
geluksdraakje Fu van zijn opa. Fu geeft Jan
de opdracht al de herinneringen aan zijn
grootvader in woorden te gieten. In dertig
gedichten vloeien werkelijkheid en fantasie
voortdurend in elkaar over. Samen met de
stukjes proza vormt de speelse poëzie een humoristisch maar
ook aangrijpend geheel.
Klaus Hagerup en Fleur van der Weel (ill.)
Konijnen zingen in het donker*
Van Goor, 2006 (264 p.) | Vertaling: Annemarie Smid
Wie net als Else Andersen, het
hoofdpersonage uit dit boek, dol is
op Lewis Carrolls creaties in Alice in
Wonderland, zal met plezier verdwalen in
haar absurde avonturen. Het inventieve
meisje dat bij een bezoek aan Oxford
haar oom kwijtspeelt, tuimelt van de ene
waanzinnige situatie in de andere.
Vliegende honden, zingende konijnen
en pratende bloemen kruisen haar pad.
Maar geen van hen kan Else verder op weg helpen in de wel erg
vreemde stad waar ze beland is. Met haast verontrustende zwartwittekeningen
van Fleur van der Weel.
Martha Heesen en Wim Hofman (ill.)
Watson
Querido, 2008 (86 p.)
Carl is een uitvinder. Een wakkermaakmachine,
een vuilesokkenopraper of een
muizenverdrijver, niets gaat zijn petje te
boven. Tot hij per ongeluk de troetelmuis
van zijn beste vriendinnetje vermoordt.
Om het goed te maken, laat Carl zijn
fantasie de vrije loop. Een muizenparadijs
moet Veerkes vertrouwen terugwinnen.
Of dat ook lukt?
Wim Hofman maakte fascinerende
tekeningen van Carls ingewikkelde
verzinsels. Een eenvoudig, maar krachtig verhaal met een
hoofdpersonage dat voor een hoop humor zorgt door zijn
bijdehante opmerkingen.
Fiona Higgins
Het zwarte geheimenboek
Querido, 2007 (245 p.) | Vertaling: Martha Heesen
Het zwarte geheimenboek bevat talloze
geheimen die voor grof geld verpand
worden aan pandjesbaas Joe Zabbidou.
Ludo Flint, die op de vlucht is voor
zijn ouders, noteert plichtsgetrouw alle
geheimen in het boek. Hun handeltje
bloeit. Maar wat is Joe van plan met al
die geheimen?
Een boek boordevol intrigerende
personages en fascinerende verhaallijnen
met een magisch einde waarin alle puzzelstukjes moeiteloos op
hun plaats vallen.

Claire Hülsenbeck en Jeska Verstegen (ill.)
Eva en het toeval
Lannoo, 2006 (239 p.)
Eva zou het liefst helemaal verdwijnen in
een boek. Joris, die beweert uit een boek
te zijn gestapt, doorbreekt de sleur en
doet haar avonturen beleven die ze nooit
zelf had kunnen bedenken. Voor het eerst
maakt ze vrienden en durft ze met haar
vader te praten. Een opmerkelijk verhaal
voor boekenliefhebbers over een onzeker
meisje dat in een fictief personage de kracht
vindt om uit te groeien tot een assertieve
tiener.
Geert De Kockere en Kaatje Vermeire (ill.)
De vrouw en het jongetje
De Eenhoorn, 2007 (32 p.)
Fantasie voedt niet alleen dromen, maar
ook angsten. Dat ontdekt het jongetje in
dit hartverwarmende prentenboek. De
angstaanjagende reuzenvrouw uit de stad,
die in zijn verbeelding kinderen vangt en
opeet, wordt een obsessie. Tot de jongen op
een dag kennismaakt met de vrouw en beseft
dat ze zachter is dan muisjes en zoeter ruikt
dan snoep. Kaatje Vermeires melancholische
illustraties spelen haasje-over met de
poëtische taal van Geert De Kockere. In het kleurgebruik
van de prenten zie je de band tussen de vrouw en het jongetje
groeien en warmer worden. Een aanrader voor jong en oud!
Joke van Leeuwen
Een halve hond heel denken: een boek over kijken
Querido, 2008 (125 p.)
Een halve hond heel denken, dat doen
onze hersenen bij een afbeelding van
een halve hond. Maar ons brein en onze
ogen kunnen natuurlijk nog een heleboel
andere geweldige dingen. Met eeuwenoude
schilderijen, foto’s en fantasierijke
illustraties van eigen hand, toont Joke van
Leeuwen ons wat kijken is en wat het met
de werkelijkheid doet. Nuttige informatie
over kleuren en perspectieven wordt afgewisseld met
filosofische uitweidingen over hoe kunstenaars, reclamemakers
en journalisten beïnvloeden wat we zien. Na dit boek bekijk je
de wereld met andere ogen.
Annick Lesage en Pieter Gaudesaboos (ill.)
Briek
Lannoo, 2008 (128 p.)
Op 17 februari 1963 verdwijnt het
kindsterretje Briek spoorloos na een
succesvolle tv-carrière. Gefascineerd
door het verhaal gaan journaliste Annick
Lesage en verwoed verzamelaar Pieter
Gaudesaboos op zoek naar sporen van
het verdwenen jongetje. Dit ontregelende
boekje met bijbehorende cd brengt een heel geloofwaardig
verslag van hun fictieve zoektocht. Foto’s van Briek en zijn
Briekprullaria, geluidsbanden uit het radioarchief en interviews
met tv-figuren en de makers zelf, doen je bijna geloven dat het
bizarre jongetje echt bestaan heeft. Een geslaagd spel met de
realiteit!
Ted van Lieshout (comp.) en diverse illustratoren
Kwam dat zien! Kwam dat zien!
Querido, 2008 (96 p.)
Ted van Lieshout, de spreekstalmeester
van dienst, presenteert een poëziespektakel
met meer dan vijftig woordentemmers
bijgestaan door maar liefst drieëntwintig
illustratoren. De bedreven stalmeester
voert niet alleen de gedichten van de
taaljongleurs ten tonele. In deze bundel
gaat hij op zoek naar de kneepjes van het
vak. Moeten gedichten rijmen? Horen
punten en komma’s thuis in gedichten? En hoe lees je een
gedicht? Interviews met dichters wisselen af met gedichten zelf.
Met sprekende tekeningen in zwart en oranje.
Truus Matti
Vertrektijd
Lemniscaat, 2007 (197 p.)
Vervreemdend, dat is dit boek op z’n
minst, maar ook ontzettend fascinerend.
Er is het relaas van de ongelukkige Muis,
die niet weet of haar overleden vader haar
laatste boze brief nog gelezen heeft. Hij
stuurde haar voor haar verjaardag een
verhaal dat ze terugstuurde zonder het te
lezen. In een bizar parallelverhaal volg je
een meisje met geheugenverlies. In een
vervallen hotel op een kale vlakte, gerund
door een achterdochtige rat en een ondernemende vos, probeert
ze er achter te komen wie ze is. Een verhaal dat wel erg lijkt op
dat van Muis’ vader…

Philip Reeve
Arthur ontmaskerd
Clavis, 2008 (224 p.) | Vertaling: Marie-Louise van Dongen
Mikaël Ollivier
Wist je dat mijn broer breekbaar is?
Lannoo, 2005 (80 p.) | Vertaling: Sylvia Vanden Heede
In dit dunne boekje toont Marie Durand
haar enorme verbeeldingskracht. Als
Daphne Du Maurier slaagt ze erin de
hele buurt te doen geloven dat haar
broer een beenderziekte heeft, haar
moeder Amerikaanse is, haar vader doof
en haar broertje hoogbegaafd. De banale
werkelijkheid van haar familie een beetje
opsmukken, kan in haar ogen geen kwaad.
Tot ze ontdekt dat liegen ontzettend
vermoeiend is!
Een meeslepend en grappig boekje dat je twee keer doet
nadenken voor je nog eens een leugentje opdist.
Els Pelgrom en Thé Tjong-Khing (ill.)
Donder en bliksem: Griekse mythen II
Lannoo, 2007 (166 p.)
Hoewel ze eeuwenoud zijn, spreken Griekse
mythen nog steeds tot de verbeelding. Dat
bewijst Els Pelgrom in haar bewerking
voor de jeugd. De rode draad doorheen
de verhalen is de legendarische oppergod
Zeus. Zijn talloze avontuurtjes duiken op
in de meest uiteenlopende mythes. Door
etymologische en semantische verklaringen van
moderne woorden, namen en uitdrukkingen
in de kantlijn slaagt Pelgrom erin moderne lezers bij de oude
teksten te betrekken. Thé Tjong-Khing zorgde voor toegankelijke
illustraties: ze sluiten perfect aan bij de fantasierijke godenwereld
en vergemakkelijken de inleving.
In deze originele Arthurroman tart
Philip Reeve alle verwachtingen. Hij
zet de Arthur die we kennen uit de
legendes zonder pardon in zijn blootje.
De onbehouwen vechtersbaas is de
aanvoerder van een legertje plunderaars
dat over lijken gaat. Myrddin is niet meer
dan een bard die met zijn fantastische
verhalen het volk betovert. De vertelster,
Gwyna, biedt als hulpje van Myrddin een
unieke inkijk in de werkelijkheid achter de legendes. Zonder
opgeheven wijsvingertje toont de auteur hoe het geluk enkel is
weggelegd voor wie de werkelijkheid onder ogen ziet en trouw
blijft aan zichzelf.
Annie M.G. Schmidt
Minoes
Querido, 2007 (155 p.)
Spinnen, krabben en kopjes geven,
dat doet Minoes nog steeds, hoewel
ze sinds kort een juffrouw is. Via de
kattenpersdienst helpt ze de verlegen
journalist Tibbe in ruil voor kost en
inwoon aan nieuwtjes voor de krant.
Hun samenwerking loopt gesmeerd tot
Minoes op een dag achter een groot
geheim komt.
Op Annie M.G. Schmidts boeken staat
geen vervaldatum. Ook na bijna veertig jaar blijft deze tijdloze
klassieker over een bijzondere vriendschap nog steeds overeind.
Brian Selznick
De uitvinding van Hugo Cabret
Mynx, 2007 (543 p.) | Vertaling: Gert van Santen
1931. Hugo Cabret is wees en werkt
als klokkenmeester in een treinstation
in Parijs. Zijn overleden vader liet een
geheim na. Om het te ontrafelen krijgt
hij de hulp van een leesgraag meisje en
een verbitterde oude man. Een personage
waarvoor Selznick zich inspireerde op
Georges Méliès, de maker van de eerste
science-fictionfilm. Als een ode aan de
eerste filmmakers laat de auteur zijn tekst
naadloos aansluiten op ‘verfilmde’ scènes: reeksen illustraties
die de werkelijkheid haast filmisch weergeven. Een ontroerend
verhaal dat historische feiten combineert met een verzonnen
context.

P.L. Travers en Mary Shepard (ill.)
Mary Poppins*
Ploegsma, 2005 (195 p.) | Vertaling: A.C. Tholema
Eric Vandermeulen
Stikkeloers
Clavis, 2008 (64 p.)
Londen, 1910. Mary Poppins, het
beroemdste kindermeisje ter wereld,
troont je met haar magische paraplu mee
naar een betoverend universum. Hoewel
ze onuitstaanbaar ijdel is en nooit wat
over zichzelf wil vertellen, wordt elke dag
met Mary een magisch avontuur voor
de kinderen. Travers’ verfijnde humor en
Shepards originele pentekeningen zorgen
voor pure nostalgie.
Volgens zijn misnoegde schoolmeester
is Benner een uitvinder. En in zijn
uitvindersoren krijgen woorden van
volwassenen zoals ‘stikjaloers’ en ‘overspel’
een heel andere bijklank. De jongen wil
er kost wat kost achterkomen wat er zo
bijzonder is aan de plaats Stikkeloers. En wat
is het toverspel waarover mama en papa zo
vaak praten? Dit avontuurlijke debuut toont
je waarheen verbeelding je kan voeren.
Edward van de Vendel en Isabelle Vandenabeele (ill.)
Een griezelmeisje
De Eenhoorn, 2006 (36 p.)
Een griezelavontuur beleven, dat is wat
Louise wil. Ze verlangt terug naar haar
jaren als griezelmeisje dat hield van
enge jongens zoals Rotboy. Wanneer ze
de griezeljongen - nu met baard en een
wel erg lugubere verzameling - opnieuw
ontmoet, is alles weer even zoals het
was. Of liegt Louise zichzelf wat voor?
Dit imponerende prentenboek moet
je lezen en herlezen. In de gruwelijke
blauwgetinte prenten van Isabelle Vandenabeele is het verhaal
van Blauwbaard nooit ver weg. Maar ook Edward van de
Vendels zorgvuldig gekozen woorden onthullen meer dan ze op
het eerste gezicht doen vermoeden.
Martin Waddell en Tony Ross (ill.)
Geesten, griezels en ander gespuis
Bakermat, 2007 (128 p.) | Vertaling: Tim Gladdines
Zombies, kobolden, geesten, kabouters
en feeën: dit gespuis doet je bloed stollen
in veertien huiveringwekkende verhalen.
Maar er mag ook af en toe gegrinnikt of
een traantje weggepinkt worden. Martin
Waddell schreef een vlot verteerbare
bundel met verhalen die hij zich herinnert
uit zijn Noord-Ierse jeugd. De kleurrijke illustraties van Tony
Ross geven de griezels een vaak komische toets. De zombie
van Zompwoud, de boeman van Man en Kouwe Jan zorgen
ongetwijfeld voor heel wat lees- en voorleesplezier.

Pantone 484 (rood)
Pantone 410 (grijs)
Quadri
Zwart
Wit
Colofon
*Bij het ter perse gaan zijn deze boeken mogelijk niet
verkrijgbaar in de boekhandel. U vindt ze in de bibliotheek.
Redactie:
Lien Fret
Vanessa Joosen
Inge Umans
Algemene coördinatie en eindredactie:
Stichting Lezen
Illustraties en affichebeeld:
Pieter Gaudesaboos
Grafisch ontwerp:
Compagnie Paul Verrept
De Boekentips Jeugdboekenweek 2009 worden verspreid in
alle bibliotheken en boekhandels met de steun van Locus en de
Vlaamse Boekverkopersbond (vbb).
U kunt gratis extra exemplaren bestellen zolang de voorraad
strekt. Mail het gewenste aantal naar
jeugdboekenweek@stichtinglezen.be.
Oplage: 80.000
d/2008/9654/7
Jeugdboekenweek 2009 vindt plaats van 15 tot 29 maart 2009.
Jeugdboekenweek is een project van Stichting Lezen. Stichting
Lezen wordt gesubsidieerd door de Vlaamse overheid.
Stichting Lezen is het expertisecentrum voor leesbevordering.
Het Focuspunt Jeugdliteratuur vormt een bijzondere
opdracht binnen Stichting Lezen en staat voor de
deskundigheidsbevordering inzake jeugdliteratuur.
www.stichtinglezen.be
www.jeugdboekenweek.be
V.U.: Majo de Saedeleer, Frankrijklei 130/4, 2000 Antwerpen

Stichting Lezen is ook….
Boekbaby’s
Kinderen kunnen niet vroeg genoeg met boeken in aanraking
komen. In Groot-Brittannië krijgen alle kinderen al in hun
eerste levensjaren drie keer een boekenpakket. Vanaf 2008
krijgen in Vlaanderen jaarlijks 4600 kinderen hun eerste
boekenpakket. Het is onze droom om alle Vlaamse kinderen
boeken te schenken.
www.boekbabys.be
Voorleesweek
Voorlezen is het begin van levenslang boekenplezier. Ieder jaar
zet Stichting Lezen in de laatste week van november het grote
aanbod van mooie voorleesboeken in de kijker. De campagne
spitst zich toe op peuters en kleuters, maar het plezier van
voorlezen houdt natuurlijk niet op als een kind zélf kan lezen.
www.voorlezen.be
Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen
De Kinder- en Jeugdjury is de grootste leesclub van Vlaanderen.
Ze brengt kinderen en jongeren tussen 4 en 16 jaar samen. In
bijna elke gemeente zijn er leesgroepen die in mei hun favoriete
boeken bekronen.
www.kjv.be
Boekenzoeker 8-11
Op de Boekenzoeker-website kiezen kinderen tussen 8 en 11
jaar zélf hun boeken. De site is een gids naar honderden titels
die je kan vinden in bib en boekhandel. Dit project komt tot
stand in samenwerking met de Nederlandse Taalunie, Stichting
Lezen Nederland en de Vereniging van Openbare Bibliotheken.
Er is ook een Boekenzoeker 12-15 jaar en 15-18 jaar.
www.boekenzoeker.org
De Kinderconsul
Auteur en illustrator Gerda Dendooven neemt het in alle
omstandigheden op voor kinderen en zet volwassenen aan het
denken over de heersende kindercultuur.
www.stichtinglezen.be
Iedereen Leest
Iedereen Leest spoort iedereen aan om te lezen. Op
de interactieve website geven lezers elkaar boekentips.
Actiemomenten doorheen het jaar zetten mensen op ludieke
wijze aan tot lezen.
www.iedereenleest.be
Een auteur op bezoek
Helemaal enthousiast over een boek? Als de auteur ervan
een Vlaming is die op de Auteurslijst staat, kunnen scholen,
bibliotheken en verenigingen hem of haar uitnodigen. Stichting
Lezen geeft goede raad en een financieel steuntje.
www.stichtinglezen.be
Stichting Lezen nodigt
kleine en grote mensen
uit om eens vaker naar
een boek te grijpen en is
daarbij graag hun gids.

www.jeugdboekenweek.be