Achter de spiegel - Jeugdboekenweek

Philip Reeve
Arthur ontmaskerd
Clavis, 2008 (224 p.) | Vertaling: Marie-Louise van Dongen
Mikaël Ollivier
Wist je dat mijn broer breekbaar is?
Lannoo, 2005 (80 p.) | Vertaling: Sylvia Vanden Heede
In dit dunne boekje toont Marie Durand
haar enorme verbeeldingskracht. Als
Daphne Du Maurier slaagt ze erin de
hele buurt te doen geloven dat haar
broer een beenderziekte heeft, haar
moeder Amerikaanse is, haar vader doof
en haar broertje hoogbegaafd. De banale
werkelijkheid van haar familie een beetje
opsmukken, kan in haar ogen geen kwaad.
Tot ze ontdekt dat liegen ontzettend
vermoeiend is!
Een meeslepend en grappig boekje dat je twee keer doet
nadenken voor je nog eens een leugentje opdist.
Els Pelgrom en Thé Tjong-Khing (ill.)
Donder en bliksem: Griekse mythen II
Lannoo, 2007 (166 p.)
Hoewel ze eeuwenoud zijn, spreken Griekse
mythen nog steeds tot de verbeelding. Dat
bewijst Els Pelgrom in haar bewerking
voor de jeugd. De rode draad doorheen
de verhalen is de legendarische oppergod
Zeus. Zijn talloze avontuurtjes duiken op
in de meest uiteenlopende mythes. Door
etymologische en semantische verklaringen van
moderne woorden, namen en uitdrukkingen
in de kantlijn slaagt Pelgrom erin moderne lezers bij de oude
teksten te betrekken. Thé Tjong-Khing zorgde voor toegankelijke
illustraties: ze sluiten perfect aan bij de fantasierijke godenwereld
en vergemakkelijken de inleving.
In deze originele Arthurroman tart
Philip Reeve alle verwachtingen. Hij
zet de Arthur die we kennen uit de
legendes zonder pardon in zijn blootje.
De onbehouwen vechtersbaas is de
aanvoerder van een legertje plunderaars
dat over lijken gaat. Myrddin is niet meer
dan een bard die met zijn fantastische
verhalen het volk betovert. De vertelster,
Gwyna, biedt als hulpje van Myrddin een
unieke inkijk in de werkelijkheid achter de legendes. Zonder
opgeheven wijsvingertje toont de auteur hoe het geluk enkel is
weggelegd voor wie de werkelijkheid onder ogen ziet en trouw
blijft aan zichzelf.
Annie M.G. Schmidt
Minoes
Querido, 2007 (155 p.)
Spinnen, krabben en kopjes geven,
dat doet Minoes nog steeds, hoewel
ze sinds kort een juffrouw is. Via de
kattenpersdienst helpt ze de verlegen
journalist Tibbe in ruil voor kost en
inwoon aan nieuwtjes voor de krant.
Hun samenwerking loopt gesmeerd tot
Minoes op een dag achter een groot
geheim komt.
Op Annie M.G. Schmidts boeken staat
geen vervaldatum. Ook na bijna veertig jaar blijft deze tijdloze
klassieker over een bijzondere vriendschap nog steeds overeind.
Brian Selznick
De uitvinding van Hugo Cabret
Mynx, 2007 (543 p.) | Vertaling: Gert van Santen
1931. Hugo Cabret is wees en werkt
als klokkenmeester in een treinstation
in Parijs. Zijn overleden vader liet een
geheim na. Om het te ontrafelen krijgt
hij de hulp van een leesgraag meisje en
een verbitterde oude man. Een personage
waarvoor Selznick zich inspireerde op
Georges Méliès, de maker van de eerste
science-fictionfilm. Als een ode aan de
eerste filmmakers laat de auteur zijn tekst
naadloos aansluiten op ‘verfilmde’ scènes: reeksen illustraties
die de werkelijkheid haast filmisch weergeven. Een ontroerend
verhaal dat historische feiten combineert met een verzonnen
context.