schoolgids_08-09 - Onderwijs Consumenten Organisatie

2 DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS.
Elke school maakt keuzes om de kinderen goed onderwijs te geven. Wij hebben de keuze gemaakt
te werken in kleine groepen, in de overtuiging dat deze werkwijze de idealen van onze
school verwezenlijkt. Kinderen van één jaargroep zitten in één lokaal met maximaal 25 leerlingen.
In de onderbouw zitten de kinderen van groep 1 en 2 bij elkaar.
In de middenbouw hebben we twee groepen 3 en twee groepen 4. Deze kinderen zitten in een
klassikale groep.
In de bovenbouw hebben we één groep 5, één groep 5 /6, één groep 6 en drie groepen 7/8.
Buiten de klassikale instructie krijgen de kinderen individueel of in kleine groepjes les aan de
speciale instructietafel die in elke klas staat.
Terwijl de leerkracht aan een kleine groep instructie geeft, werken de andere kinderen in de klas
zelfstandig aan eigen taken.
Deze manier van werken heeft als voordeel dat de kinderen leren
• zelfstandig te werken,
• elkaar hulp te vragen en te geven.
2.1 Leerstofaanbod.
Alle activiteiten op school zijn onderwijs- en ontwikkelingsactiviteiten. Ook de feesten en uitstapjes
zijn leerzame momenten, zeker voor de sociale en de emotionele ontwikkeling.
We houden bij ons onderwijs ook rekening met de actualiteit en de doelen van het basisonderwijs.
Voor een belangrijk deel ligt de leerstof vast in de methodes die we gebruiken. Hieronder
volgt een beschrijving van alle activiteiten.
2.1.1 Activiteiten in de onderbouw.
De aanpak van groep 1 en 2 verschilt van die in andere groepen. Ook de inrichting van de lokalen
is anders.
Taalactiviteiten
Het werken in de onderbouw gebeurt vanuit de kring. Elke ochtend en middag begint met een
kring(gesprek) voor het oefenen van het spreken en luisteren. In de kring doen we ook boekbesprekingen,
rekenactiviteiten, versjes en liedjes. Vanuit de kring gaan de kinderen spelen en
werken aan tafels, in de hoeken, in de speelzaal en op het speelplein.
Werken aan de ontwikkeling van kinderen rondom thema's
In de onderbouw spelen alle activiteiten zich af rond een thema, een bepaald onderwerp.
De 4 onderbouwgroepen werken daarbij samen. Er zijn thema’s die ieder jaar terugkeren en ook
nieuwe onderwerpen, n.a.v. feesten, boeken en activiteiten in en om de school. Hier wordt allerlei
materiaal over verzameld.
De kinderen vertellen, tekenen, bouwen, praten, plakken, lezen, kijken plaatjes, zingen en dansen
n.a.v. de thema’s. Zo zijn de zintuiglijke en motorische ontwikkeling en ruimtelijke oriëntatie
van elk kind constant in ontwikkeling.
Werken met ontwikkelingsmateriaal
Alle speel- en leermaterialen (ontwikkelingsmaterialen) kiezen we met zorg. De kinderen leren er
de wereld mee ontdekken en verkennen. Activiteiten zoals bouwen, constructie en beweging
komen aan bod en de kinderen raken spelenderwijs thuis op de computer. Meestal mogen de
kinderen vrij kiezen. Zij spelen ook op de gang. Daar staan de watertafel, de zandtafel, het
bouwmateriaal, de timmerhoek en het grote constructiemateriaal.
Expressieactiviteiten:
Heel belangrijk bij het werken rond thema's zijn de expressieactiviteiten, zoals tekenen, zingen,
7