tekst > Joost van der Gevel foto > Chris Timmers Vet lift mee op rode bloedcel Defect immuunsysteem oorzaak aderverkalking Het menselijk lichaam gebruikt een deel van het immuunsysteem niet alleen voor het transport van bacteriën, maar ook voor het transport van vetten. Deze ontdekking verfijnt de diagnostiek en behandeling van aderverkalking en infecties. nr 2 <strong>april</strong> <strong>2002</strong> 6
Water en vet zijn vijanden. Gooi een druppel olie op warm water en de olie komt altijd bovendrijven. Je kunt olie op water zelfs laten branden, een geliefd fenomeen in spektakelfilms. Vet en water mengen niet. Het menselijk lichaam gebruikt vetten en suikers als brandstof. Suikers zijn goed oplosbaar in ons waterrijke binnenwerk, maar met vetten ligt dat heel anders. Vetvervoer vereist een aparte behandeling. Dus fopt ons waterige lijf zichzelf door vet eerst netjes te verpakken in een bolletje. Cellen in de darmwand eiwitjas van de vetbolletjes en activeert via een omweg het eiwit C3. Dat gaat als een vlag op die suikers staan. De rode bloedcellen herkennen de vlag, pakken de gesuikerde vetbolletjes vast en nemen ze mee.” Internist-endocrinoloog Manuel Castro Cabezas: “Dat betekent dat drie keer per dag – na iedere maaltijd en voor de snoepers onder ons, nog vaker – de afweer zich opmaakt voor vetvervoer. Na een maaltijd stijgt de hoeveelheid C3 in het bloed. Het C3-eiwit schakelt het complement- brengen, is volkomen nieuw. Castro Cabezas en Van Dijk ontdekten dat de rode bloedcellen ijverige vetvervoerders zijn en dat het vetvervoer niet het alleenrecht is van het bloedplasma, het ‘water’ van het bloed, een gedachte die gemeengoed is in de geneeskunde. Nutteloze splinter Castro Cabezas: “In de klassieke visie heb je voor de cholesterol- en vetverwerking het afweersysteem helemaal niet nodig. Daardoor is het complementsysteem jarenlang weven een dunne schil van eiwitten om zo’n vetbolletje. >> Ernstige aderverkalking ondanks normaal cholesterol over het hoofd gezien. In 1920 is voor het eerst een vetbolletje Net als een knapperig jasje om een pinda. systeem van de afweer aan. Dat is een oeroud Dat jasje houdt het vetbolletje bij elkaar en deel van het immuunsysteem, dat niet alleen het zorgt ervoor dat het vervoerd kan worden door vervoer van bacteriën en vetten regelt, maar ook de binnenwateren van het lichaam. Zodra het de opname van vetten door vetcellen.” bolletje in de bloedbaan terechtkomt, versieren enzymen uit het bloedplasma dat jasje met suikers. Het wordt zo zelfs een Japanse pinda. Van Dijk: “Het lichaam wil die lichaamsvreemde Uiteengerafeld De suikers op de eiwitjas zijn de vrachtbrieven deeltjes elimineren. Die deeltjes kan het niet voor het verdere vervoer. allemaal opstapelen in het bloed, die moeten ergens naar toe.” De bacteriën gaan hoofdzakelijk naar de milt, die vol zit met moordlustige Bacteriële vetbol Voor het vervoer van vetten en bacteriën witte bloedcellen die de bacteriën een kopje gebruikt het menselijk lichaam hetzelfde systeem. “De vetstofwisseling en de afweer tegen Daar worden ze uiteengerafeld in kleinere bolle- kleiner maken. Vetbolletjes gaan naar de lever. bacteriën komen voor een groot deel overeen”, tjes en voorzien van een nieuw eiwitjasje, waarna stelt Hans van Dijk, hoogleraar immunologie van de lever ze opnieuw het lichaam instuurt. plantenstoffen bij de faculteit Farmacie. “De vetbolletjes zijn door de suikers lichaamsvreemd tjes op te nemen. Ze rafelen de vetbolletjes uit De vetcellen krijgen een seintje om deze bolle- gemaakt en prikkelen het immuunsysteem. elkaar, zuigen het vet naar binnen en bewaren Dat systeem maakt een tweedeling in alles wat dat tot het moet worden verbrand. het tegenkomt: wat lichaamseigen is mag blijven, wat lichaamsvreemd is niet. Het mannose lang bekend. Maar dat ze ook de voedingsvetten Hoe rode bloedcellen bacteriën vervoeren is al bindend eiwit (MBL) herkent de suikers op de ongeschonden naar hun plaats van bestemming >> Vetvervoerder C-Très waargenomen in het bloed, maar het is toen los van de rode bloedcellen getekend. Sindsdien is geen aandacht meer besteed aan bolletjes op de rode bloedcellen, en meten vetspecialisten vet en cholesterol uitsluitend in het bloedplasma. Ze scheiden daarvoor zelfs de rode bloedcellen van het plasma, waardoor het aantal vetbolletjes in bloed sterk wordt onderschat. Een groot deel van de vetbolletjes kleeft juist aan de rode bloedcellen, die zorgen voor het transport.” C3adesArg, een heel klein eiwitje dat vrijkomt bij de activering van C3, speelt een sleutelrol in dat transport. Zodra het eiwit C3 wordt geactiveerd, splitst het zich in twee stukken. Het grootste stuk, C3b, plakt als een sticker op bacteriën, waardoor witte bloedcellen de bacteriën herkennen en vernietigen. Het kleinste stuk, C3a, werd tot nu toe door immunologen als een nutteloze splinter gezien. En juist die nutteloze splinter leidde Castro Cabezas en Van Dijk naar hun ontdekking. Van Dijk: “Dat stukje heeft inderdaad geen afweerfunctie, maar speelt een cruciale rol in de vetstofwisseling. Enzymen in het plasma knippen er nog een aminozuur af en daardoor verandert het ‘nutteloze’ C3a in C3adesArg, het hormoon dat de vetcellen het seintje geeft vetten op te nemen. Door de hokjesgeest binnen de medische wetenschap is dit tot nu toe over het hoofd gezien.” Wandklevers Het vettransport loopt in het honderd bij mensen met een bepaalde erfelijke afwijking in het immuunsysteem. Zij missen het mannose bindend eiwit, het eiwit dat de suikers op de vetbolletjes herkent. Vetbolletjes kunnen dan niet meer op de rode bloedcellen meevaren, maar zweven uitsluitend los in het bloedplasma en komen direct in contact met de vaatwand. Bij botsingen met de vaatwand kunnen ze daaraan vastkleven. Dat geeft milde ontstekingen, die na jaren tot Manuel Castro Cabezas en Hans van Dijk hebben samen met het <strong>UMC</strong> <strong>Utrecht</strong> op toepassingen van hun uitvinding octrooi aangevraagd en dit ondergebracht in de bv C-Très. De bv gaat die toepassingen verder ontwikkelen en kan hiervoor financiers aantrekken, die in ruil voor financiële middelen aandelen krijgen. C-Très directeur Willem van Oort: “Productontwikkeling is geen fundamenteel onderzoek meer en daar mag het <strong>UMC</strong> <strong>Utrecht</strong> geen geld in steken. Door deze zakelijke U-bocht is het mogelijk geld aan te trekken. Nu zijn wij en het <strong>UMC</strong> <strong>Utrecht</strong> nog de enige aandeelhouders, maar we krijgen er dus kritische aandeelhouders bij. We hopen een team van tien tot twintig mensen te kunnen samenstellen om producten voor de wereldmarkt te ontwikkelen. Dat ontwikkelingsprogramma zal voornamelijk plaatsvinden binnen de <strong>UMC</strong>-muren.” aderverkalking kunnen leiden. Aderverkalking is ˘˘ nr 2 <strong>april</strong> <strong>2002</strong> 7