6 bezig zijn ons te beschadig<strong>en</strong>. O g<strong>en</strong>adige Heere, wil met Uw g<strong>en</strong>a<strong>de</strong> bij ons blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> geef ons dat wij U onze, Heiland, recht verhoogd zi<strong>en</strong> in Uw belofte die U ons gaf in Uw Woord. Wees g<strong>en</strong>adig onze weduw<strong>en</strong> <strong>en</strong> wez<strong>en</strong>, <strong>de</strong> ziek<strong>en</strong> <strong>en</strong> zwakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> sterv<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, naar Uw grote barmhartigheid <strong>en</strong> goedheid. O Heere, wil ons ged<strong>en</strong>k<strong>en</strong> in het uur van <strong>de</strong> dood, bij ons op ons sterfbed. Houdt Gij ons e<strong>en</strong>voudig, e<strong>en</strong>voudig bij het geloof in U <strong>en</strong> in Uw Naam. Am<strong>en</strong>. Gehoud<strong>en</strong> op 21 November 1869 Tekst: G<strong>en</strong>esis 22, 14. Zing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> preek: Lied 58, 13. Tuss<strong>en</strong>zang: Lied 92, 3. Laatste vers zing<strong>en</strong> Lied 254, 10. Gebed <strong>voor</strong> <strong>de</strong> preek. O, Gij g<strong>en</strong>adige God <strong>en</strong> Va<strong>de</strong>r van onze Heere Jezus Christus, door Wie wij kunn<strong>en</strong> na<strong>de</strong>r<strong>en</strong> tot U, naar Uw woord, als tot onze Va<strong>de</strong>r! Wij lov<strong>en</strong> U dat wij op <strong>de</strong>ze uw<strong>en</strong> dag <strong>de</strong> troost van uw Woord mog<strong>en</strong> hor<strong>en</strong>, dat Gij waarachtig om Uw lieve Zoon e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>adig God <strong>en</strong> Va<strong>de</strong>r van ons wil word<strong>en</strong>, <strong>voor</strong> ons <strong>en</strong> al uw hulpeloze kin<strong>de</strong>r<strong>en</strong> wil blijv<strong>en</strong>. Wij dank<strong>en</strong> U, dat wij kunn<strong>en</strong> hor<strong>en</strong>, dat Gij alles, ja alles in Uw hand hebt, <strong>en</strong> dat alle macht <strong>en</strong> geweld in Uw sterke hand ligt. Wij lov<strong>en</strong> U dat we kunn<strong>en</strong> vernem<strong>en</strong>, dat U al Uw arm<strong>en</strong> helpt <strong>en</strong> roept, dat U aan h<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kt, dat U h<strong>en</strong> in alle ell<strong>en</strong><strong>de</strong> aanschouwt, al hun ell<strong>en</strong><strong>de</strong> <strong>en</strong> lijd<strong>en</strong> weet, <strong>en</strong> dat U dicht bij h<strong>en</strong> zijt <strong>en</strong> blijft. O Heere, e<strong>en</strong> ding will<strong>en</strong> wij van U vrag<strong>en</strong>: dat U wilt vergev<strong>en</strong> in <strong>de</strong> g<strong>en</strong>a<strong>de</strong>, dat wij ons niet gedrag<strong>en</strong> als kin<strong>de</strong>r<strong>en</strong> van zulk e<strong>en</strong> goe<strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r, omdat <strong>de</strong> hitte van <strong>de</strong> aanvechting die ons zo gedurig omringt, ons m<strong>en</strong>igmaal aftrekk<strong>en</strong> van U. O, geef dat we steeds meer verstaan <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> dat het alles Uw g<strong>en</strong>a<strong>de</strong> is, lief<strong>de</strong> <strong>en</strong> Uw trouw is, ook als Gij ons tuchtigt, opdat wij niet vergaan met <strong>de</strong> wereld. O Heere, Gij wilt ons vergev<strong>en</strong>, dat we <strong>de</strong> meest e<strong>en</strong>voudige, kin<strong>de</strong>rlijke geloof niet vast kunn<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> zon<strong>de</strong>r U, maar dat we zo ongelovig <strong>en</strong> zo geesteloos zijn, dat wij meer gelov<strong>en</strong> in afgod<strong>en</strong> die van hout <strong>en</strong> ste<strong>en</strong> zijn, dan in U, <strong>de</strong> g<strong>en</strong>adige <strong>en</strong> barmhartige Va<strong>de</strong>r. O Heere, vergeef ons, dat we niet kunn<strong>en</strong> vasthoud<strong>en</strong>, dat U waarlijk alles geschap<strong>en</strong> hebt uit het niets, door Uw Woord beveelt <strong>en</strong> het staat er! O, vergeef ons dat we niet kunn<strong>en</strong> gelov<strong>en</strong>, dat Uw woord het is wat alles beweegt <strong>en</strong> dat U alles verzorgt! Och Heere, wij kunn<strong>en</strong> we zo verblijdt zijn in uw aanwezigheid, al was het maar dat we e<strong>en</strong> weinig vertrouw<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> in Uw <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>igheid <strong>en</strong> Va<strong>de</strong>rlijke zorg. O, doe met ons naar Uw Va<strong>de</strong>rlijke barmhartigheid, opdat we onszelf niet als grote <strong>en</strong> wijze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in <strong>de</strong> wereld zoud<strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong>, die m<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>de</strong> wereld op hun schou<strong>de</strong>rs te nem<strong>en</strong>, <strong>en</strong> die d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat we alles kunn<strong>en</strong> wat we will<strong>en</strong>, <strong>en</strong> zon<strong>de</strong>r U alles klaarmak<strong>en</strong>. Geef Gij liever dat wij onszelf grondig verne<strong>de</strong>r<strong>en</strong> <strong>en</strong> als kleine kin<strong>de</strong>r<strong>en</strong> <strong>en</strong> zuigeling<strong>en</strong> U aanhang<strong>en</strong>. U geeft ons alle red<strong>en</strong> <strong>en</strong> oorzaak dat te do<strong>en</strong>, want Uw woord is waarachtig; <strong>en</strong> of het ook lijkt alsof U ons verlat<strong>en</strong> hebt <strong>en</strong> ons overgeeft aan dood <strong>en</strong> ver<strong>de</strong>rf, <strong>de</strong> Rots is ev<strong>en</strong>wel vast, <strong>en</strong> dat zijt Gij <strong>en</strong> vanaf Uw berg<strong>en</strong> ziet U alles. Dus lat<strong>en</strong> we dit maar, ja <strong>voor</strong> zeker houd<strong>en</strong> dat wij blind zijn, maar dat Uw og<strong>en</strong> als vlamm<strong>en</strong> van vuur zijn om daarin te zi<strong>en</strong>. Ontfermt U over ons, over all<strong>en</strong> in alle plaats<strong>en</strong>, hoek<strong>en</strong> van <strong>de</strong> wereld die Uw Naam aanroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> graag Uw Naam aanzi<strong>en</strong>. Ontfermt U over h<strong>en</strong> die in nood <strong>en</strong> ell<strong>en</strong><strong>de</strong> verker<strong>en</strong>. O Heere, wij zoud<strong>en</strong> zo graag e<strong>en</strong>voudig gelov<strong>en</strong> <strong>en</strong> ons aan U vastgeklemd houd<strong>en</strong>, maar we zijn zo bang van <strong>de</strong> vijand<strong>en</strong>, die er zoveel zijn. O Gij goe<strong>de</strong> God, <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r van wez<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>de</strong>r weduw<strong>en</strong> Helper, o Gij barmhartig God van alle arme <strong>en</strong> onrustige ziel<strong>en</strong> die <strong>voor</strong> U ne<strong>de</strong>rbuig<strong>en</strong> in stof <strong>en</strong> as! Geef ons Uw aanschijn, opdat Uw blijdschap onze kracht wor<strong>de</strong>. O
7 ga met ons naar Uw barmhartigheid, dat wij gelov<strong>en</strong> dat U nochtans regeert over alles <strong>en</strong> nog steeds al Uw kin<strong>de</strong>r<strong>en</strong> verzorgt, <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> vijand<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> het gelukk<strong>en</strong>, maar Gij zult dan nog Uw woord waar mak<strong>en</strong>, want Uw Raad zal bestaan. Wij vrag<strong>en</strong> U, vervul ons met Uw geloof, met innige lief<strong>de</strong>, met blij<strong>de</strong> hoop om Uw gelief<strong>de</strong> Zoon wil, Die U niet heeft gespaard, maar <strong>voor</strong> ons all<strong>en</strong> overgegev<strong>en</strong> hebt, die Gij niet verschoont hebt, maar Hem veeleer <strong>voor</strong> hebt overgegev<strong>en</strong>, maar Hem <strong>voor</strong> ons hebt opgewekt uit <strong>de</strong> dood. En ie<strong>de</strong>r die dat vast gelooft, zal niet meer sterv<strong>en</strong>. Am<strong>en</strong>. Slotgebed. O Heere, wij dank<strong>en</strong> U <strong>voor</strong> uw goedheid dat U ons Uw trouwe, g<strong>en</strong>adige woord gegev<strong>en</strong> hebt. Wij dank<strong>en</strong> U dat u ons niet doet naar onze verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Wij bidd<strong>en</strong> dat u ons uw Heilige Geest wil verl<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> ons all<strong>en</strong> door Dezelve heilig<strong>en</strong>, opdat wij door Hem <strong>de</strong> e<strong>en</strong>voudige woord<strong>en</strong> van Uw zoete Evangelie vasthoud<strong>en</strong> in onze hart<strong>en</strong>, opdat wij daardoor <strong>de</strong> duivel, wereld, zon<strong>de</strong> <strong>en</strong> dood overwinn<strong>en</strong>, <strong>en</strong> psalm<strong>en</strong> zing<strong>en</strong> die U in onze hart<strong>en</strong> legt. Am<strong>en</strong>.
- Page 1 and 2: 1 Enige gebeden, uitgesproken kort
- Page 3 and 4: 3 hoe eenvoudig en kinderlijk onze
- Page 5: 5 Gehouden 19 September 1869. Tekst
- Page 9 and 10: 9 Gehouden op 16 Januari 1870 Tekst
- Page 11 and 12: 11 Satan, dat zij geen voorspoed he
- Page 13 and 14: 13 Slotgebed. Genadige Heere en God
- Page 15 and 16: 15 kunt ons redden, ons beschutten
- Page 17 and 18: 17 Slotgebed Wat wij op de dag van
- Page 19 and 20: 19 weer alles verbeurd en verzondig
- Page 21 and 22: 21 vergeven, Uw volk, dat louter zo
- Page 23 and 24: 23 Hoe hebt Gij in deze dagen zo me
- Page 25 and 26: 25 Genadigste God! Gij zult toch st
- Page 27 and 28: 27 God en Vader van onze Heere Jezu
- Page 29 and 30: 29 diegenen onder hen, die op het o
- Page 31 and 32: 31 18 december 1870 Tekst: Lucas 1:
- Page 33 and 34: 33 15 januari 1871 Tekst: Heidelb.
- Page 35 and 36: 35 zielen mogen behouden worden en
- Page 37 and 38: 37 en reken ons onze misdaden niet
- Page 39 and 40: Gij? Wij zijn niet waardig. We alti
- Page 41 and 42: 41 kunt. Amen. 12 januari 1873 Teks
- Page 43 and 44: 43 zien, die aanstaande is. Wat kan
- Page 45 and 46: 45 Ontferm U over ons en onze stad,
- Page 47 and 48: 47 toegebonden ogen toch volgen, Uw
- Page 49 and 50: 49 20 juli 1873. Tekst: Handel. 8,
- Page 51 and 52: 51 en moeten de hand op de mond leg
- Page 53 and 54: 53 bewaren. Dat bidden wij U om Uws
- Page 55 and 56: 55 2 november 1873 Tekst: Handel. 1
- Page 57 and 58:
57 20 november 1873 Tekst: Handel.
- Page 59 and 60:
59 1 januari 1874 Nieuwjaarspreek,
- Page 61 and 62:
61 schapen zoekt tot ze gevonden zi
- Page 63 and 64:
63 Slotgebed Grote God! die ons lei
- Page 65 and 66:
65 21 juni 1874 Tekst: Openbaring 1
- Page 67 and 68:
67 Slotgebed. Genadigste God en Vad
- Page 69 and 70:
69 Ontferm U over ons opdat wij ons
- Page 71:
71 Gebed Genadigste Ontfermer! U wo