handleiding - Risico-monitor.nl

handleiding
voor het
basisonderwijs
versie BO.2011.01
voor organisaties met meerdere schoollocaties*
Zo werkt de Risicomonitor
De Risicomonitor op www.risico-monitor.nl is een digitaal hulpmiddel bij het
uitvoeren van Risico-Inventarisaties (RI’s). Alle organisaties en bijbehorende
schoollocaties in het Basisonderwijs kunnen deze Risicomonitor gebruiken voor RI’s
op het gebied van veiligheid.
Deze handleiding
De Risicomonitor is een digitaal instrument met veel mogelijkheden. In deze
handleiding lees je stap voor stap hoe je dit instrument kunt gebruiken. Je ziet welke
stappen te nemen zijn voor je organisatie. Maar ook welke stappen de schoollocaties
kunnen nemen voor de eigen school.
De Risicomonitor helpt bij een veilige leeromgeving
In het Basisonderwijs is een veilige leeromgeving voor kinderen van groot belang.
Je wilt kinderen laten leren zodat ze voldoende ‘bagage’ hebben voor later. Daarbij
wil je kinderen laten leren in een omgeving die fysiek veilig is. De Risicomonitor
helpt je hierbij. Je kunt hiermee overzichtelijk en regelmatig risico’s inventariseren
op het gebied van veiligheid. En daarna bijvoorbeeld makkelijk een actieplan of een
overzichtsrapportage maken. In het actieplan vind je onder andere de acties die je
neemt om te zorgen voor een veilige omgeving voor kinderen. Handig als je wilt
werken aan het verkleinen van de risico’s op school.
* Heeft je organisatie maar 1 schoollocatie? Gebruik dan niet deze handleiding
voor een organisatie met meerdere schoollocaties.
Op www.risico-monitor.nl via ‘Over Risicomonitor’ kun je de handleiding
downloaden voor een organisatie met 1 schoollocatie.

De voordelen van de Risicomonitor
Maak je gebruik van de Risicomonitor? Dan kun je de volgende voordelen ervaren:
• Ondersteuning bij het effectief managen van de risico’s op het gebied van veiligheid.
• Je kunt zelf overzichtelijk Risico-Inventarisaties (RI’s) maken op het gebied van veiligheid.
Daarbij kun je zelf de inhoud van de RI afstemmen op de situatie op jouw school. Je krijgt
dan alleen vragen die gelden in jouw situatie.
• Bij het inventariseren van de risico’s kun je direct te nemen maatregelen (ofwel acties)
koppelen aan ongewenste risico’s. Van deze acties kun je een actieplan maken en dit
vervolgens opnemen in je dagelijkse bedrijfsvoering.
• De Risicomonitor is één digitaal instrument waarmee je periodiek je RI Veiligheid kunt
uitvoeren. Daarbij creëer je makkelijk overzicht door een actieplan of rapportage aan te
maken. Doordat dit allemaal digitaal kan, heb je minder administratieve rompslomp.
• Alle medewerkers die bij de RI’s betrokken zijn, kunnen de Risicomonitor zelf gebruiken.
Aan de slag met de Risicomonitor
Stap voor stap aan de slag
Wil je de Risicomonitor gaan gebruiken? Neem dan eerst onderstaande toelichting en het
stappenplan door (zie pagina 3). Je ziet daar stap voor stap hoe de Risicomonitor werkt.
Het gaat om stappen die op organisatieniveau te nemen zijn. Maar ook om stappen die een
schoollocatie op locatieniveau neemt.
Stappen op organisatieniveau en locatieniveau
De Risicomonitor bestaat uit 2 lagen: een organisatieniveau en een locatieniveau.
Een organisatie met meerdere schoollocaties begint met het aanmelden van de organisatie.
Ofwel het aanmaken van één organisatieaccount op organisatieniveau. Daarna log je in
op je organisatieaccount en maak je op dit niveau meerdere schoollocaties aan. Iedere
schoollocatie die je aanmaakt, krijgt een eigen locatieaccount. Alle locatieaccounts komen
onder het organisatieaccount te hangen.
Meer informatie
Heb je vragen over het gebruik van de Risicomonitor na het lezen van deze
handleiding? Kijk dan bij ‘Veel gestelde vragen’ op www.risico-monitor.nl. Staat je
vraag er niet bij? Neem dan contact met ons op. In het colofon op de laatste pagina
vind je de contactgegevens.
Doordat de Risicomonitor bestaat uit 2 lagen zie je in het stappenplan op de volgende
pagina zowel stappen op organisatie- als locatieniveau. Bij stappen op organisatieniveau
gaat het om stappen die je op hoofdniveau voor je organisatie neemt. Bij stappen op
locatieniveau gaat het om stappen die iedere schoollocatie apart neemt voor de eigen
school. Als schoollocatie kun je met de stappen starten zodra stap 1 tot en met 4 op
organisatieniveau zijn uitgevoerd.
Basisstappen en extra functies
Het stappenplan bestaat in totaal uit 12 stappen, zowel stappen op organisatie- als
locatieniveau. Stap 1 tot en met 10 zijn de ‘basisstappen’ van de Risicomonitor. Deze
zijn van groot belang als je Risico-Inventarisaties (RI’s) Veiligheid voor je organisatie en
schoollocaties wilt uitvoeren. Bij stap 1 tot en met 5 vul je eerst allerlei gegevens in en
maak je schoollocaties, een organisatiestructuur, rollen en medewerkers aan. Dit kost tijd.
Maar zodra je deze stappen hebt doorlopen, kun je snel starten met het uitvoeren van de
RI’s Veiligheid. Stap 11 en 12 beschrijven extra functies die je ook kunt gebruiken in de
Risicomonitor.
2

STAPPENPLAN / INHOUDSOPGAVE
De Risicomonitor bestaat uit 2 lagen: een organisatie- en een locatieniveau.
Stappen op organisatieniveau (rood) neem je op hoofdniveau voor je organisatie.
Stappen op locatieniveau (grijs) neemt iedere schoollocatie apart voor de eigen school.
STAPPENPLAN / INHOUDSOPGAVE
Als schoollocatie start je met je stappen nadat stap 1 t/m 4 op organisatieniveau zijn
uitgevoerd.
STAPPENPLAN / INHOUDSOPGAVE
Stap 1 Aanmelden van je organisatie 4
1.1 Bedenk wie eindverantwoordelijk is 4
1.2 Controleer of je organisatie al is aangemeld 4
1.3 Meld je organisatie aan 5
Stap 2 Aanmaken schoollocaties van je organisatie 6
2.1 Aanmaken van een locatieaccount 6
2.2 Bekijken van aangemaakte schoollocaties 7
2.3 Aanpassen van aangemaakte schoollocaties 7
Stap 3 Aanmaken organisatiestructuur 8
3.1 Aanmaken van verschillende mappen 8
3.2 Schoollocaties in de mappen plaatsen 9
3.3 Aanpassen van de aangemaakte organisatiestructuur 9
Stap 4 Aanmaken rollen en medewerkers
voor je organisatie 10
4.1 Bedenk welke rollen en medewerkers je wilt aanmaken 10
4.2 Rollen aanmaken en rechten toekennen 10
4.3 Medewerkers aanmaken en koppelen aan rollen 11
4.4 Aanpassen profiel medewerkers 12
Stap 5 Inrichten van een schoollocatie 14
5.1 Locatiegegevens controleren en aanpassen 14
5.2 Werkvormen en leeftijdsgroepen aangeven 14
5.3 Algemene kenmerken aangeven (filtervragen) 15
5.4 Rollen aanmaken en rechten toekennen 15
5.5 Medewerkers aanmaken en rollen koppelen 16
5.6 Aanpassen profiel medewerkers 17
Stap 6 Risico-inventarisatie voor je organisatie op het gebied Veiligheid 18
6.1 Aanmaken Risico-inventarisaties (RI’s) op het gebied Veiligheid 18
6.2 Inventariseren risico’s in de aangemaakte RI’s Veiligheid 19
6.3 RI’s Veiligheid bekijken en aanpassen 21
Stap 7 Risico-inventarisatie voor je schoollocatie op het gebied Veiligheid 22
7.1 Aanmaken Risico-inventarisaties (RI’s) Veiligheid voor je schoollocatie 22
7.2 Inventariseren risico’s in de aangemaakte RI’s Veiligheid 23
7.3 RI’s Veiligheid bekijken en aanpassen 25
Stap 8 Het actieplan voor je schoollocatie 26
8.1 Geef per te nemen maatregel verantwoordelijke en deadline aan 26
8.2 Maken van het actieplan 27
Stap 9 Maken van managementrapportages voor je organisatie 28
Stap 10 Maken van rapportages voor je schoollocatie 29
Stap 11 Agenda 30
11.1 Aangeven status van acties uit het actieplan 30
11.2 Registreren van ongevallen 31
11.3 Aanmaken logboek 31
Stap 12 Overige mogelijkheden Risicomonitor 32
12.1 Berichten 32
12.2 Bibliotheek 32
12.3 Forum 33
12.4 Veelgestelde vragen 33
COLOFON 34
Stappen die je alleen op ORGANISATIENIVEAU neemt
Stappen die je alleen op LOCATIENIVEAU neemt, iedere schoollocatie doet dit
voor de eigen school
Stappen die je op hoofdniveau van je organisatie neemt, maar die ook door
iedere schoollocatie apart genomen kunnen worden
3

Stap 1
Aanmelden van je organisatie
Wil je de Risicomonitor gaan gebruiken? Meld dan eerst je organisatie aan. Nadat je
organisatie is aangemeld, kun je de schoollocaties van je organisatie aanmaken.
Aanmelden in 3 stappen
1.1 Bedenk eerst wie eindverantwoordelijk is voor de organisatie
en je schoollocaties.
1.2 Controleer of je organisatie al is aangemeld.
1.3 Meld je organisatie aan.
1.2 Controleer of je organisatie al is aangemeld
Controleer of je organisatie al is aangemeld. Het kan voorkomen dat een collega je al voor is
geweest. Aanmelden is dan niet meer nodig.
> > Ga naar de homepage van www.risico-monitor.nl.
> > Klik op ‘Aanmelden’.
> > Vul (een deel van) je organisatienaam in bij ‘Je organisatie’ en klik op ‘OK’.
> > Al aangemeld? Vraag dan bij je collega’s na wie dit heeft gedaan. Vraag die persoon jou
toe te voegen aan de Risicomonitor.
> > Nog niet aangemeld? Meld je dan aan.
1.1 Bedenk wie eindverantwoordelijk is
Bedenk wie voor de gehele organisatie (organisatiebeheerder op organisatieniveau)
eindverantwoordelijk is voor de Risico-Inventarisaties (RI’s) Veiligheid en het beheer daarvan.
Deze persoon meldt de organisatie uiteindelijk aan. Bedenk daarna wie per schoollocatie
(locatiebeheerder op locatieniveau) verantwoordelijk is voor de RI’s Veiligheid en het beheer.
LET OP: keuze organisatiebeheerder
Bedenk goed wie eindverantwoordelijk is op organisatieniveau. Deze ‘organisatiebeheerder’
is gekoppeld aan 1 persoon, die standaard alle rechten krijgt. Het is handig
als je hier direct de juiste persoon invult. Deze persoon kun je later aanpassen als dat
nodig is (zie stap 4.4).
4

1.3 Meld je organisatie aan
Als je organisatie nog niet is aangemeld, meld deze dan aan.
> > Klik op ‘Aanmelden’ op de homepage van www.risico-monitor.nl.
> > Vink aan wat voor soort organisatie je bent (organisatie met meerdere locaties of
organisatie met 1 locatie).
> > Vul je organisatiegegevens in en vink de werkvorm ‘Basisonderwijs’ aan. Biedt je
organisatie ook andere werkvormen aan naast het Basisonderwijs? Dan kun je dat hier
ook aanvinken. Maar je bent het niet verplicht. Zie ook de toelichting hierna, bij ‘Let op’.
> > Vul je accountgegevens in. Kies als gebruikersnaam bij voorkeur de naam van je
organisatie.
Let op: de Risicomonitor maakt een verschil tussen kleine letters, hoofdletters en spaties.
LET OP: als je organisatie andere werkvormen aanbiedt naast het Basisonderwijs
Biedt je schoolbestuur op de schoollocaties ook andere werkvormen aan naast het
Basisonderwijs, zoals kinderdagopvang, buitenschoolse opvang en/of peuterspeelzaal
(KDV, BSO & PSZ)? En maken die zelf nog geen gebruik van de Risicomonitor? Dan
kun je ervoor kiezen om deze vormen van kinderopvang ook aan te vinken. In principe
is iedere KDV, BSO en/of PSZ zelf verantwoordelijk voor de eigen Risico-Inventarisaties
(RI’s). Besluit je om ook de vormen van kinderopvang aan te vinken? Dan kan op 1
schoollocatie het veiligheidsbeleid van de school makkelijk worden afgestemd op het
veiligheidsbeleid van de bijbehorende KDV, BSO en/of PSZ. Voor deze vormen van
kinderopvang is een andere handleiding beschikbaar. Kinderopvang valt onder de Wet
Kinderopvang en moet daardoor aan andere eisen voldoen.
Op www.risico-monitor.nl via ‘Over Risicomonitor’ kan de handleiding voor
Kinderopvang en Peuterspeelzalen worden gedownload voor een ‘organisatie met 1
locatie’. Let op: de locatiebeheerder kan direct beginnen met stap 2 in die handleiding.
Zelf aanmelden is niet meer nodig als je dat al voor hem hebt gedaan.
VOORBEELD: schoolbestuur in het Basisonderwijs (BO):
Schoolbestuur De Vuurtoren is een organisatie met meerdere (10) schoollocaties in
Groningen, Nederland. Meneer Veerman is voorzitter van het schoolbestuur en leidt de
organisatie. Iedere schoollocatie wordt op haar beurt geleid door een schooldirecteur.
Voorzitter meneer Veerman is in dit voorbeeld eindverantwoordelijk (de organisatiebeheerder).
En hij meldt de organisatie aan als ‘organisatie met meerdere locaties’. De
verschillende schooldirecteuren zijn verantwoordelijk voor hun eigen schoollocatie (de
locatiebeheerders).
Acceptatie van je aanmelding
Na aanmelding ontvangt de organisatiebeheerder binnen 5 werkdagen een e-mail van
Consument en Veiligheid. Hierin staat of je aanvraag is geaccepteerd. Na acceptatie kun je
de verschillende schoollocaties van je organisatie aanmaken.
5

Stap 2
Aanmaken schoollocaties van je
organisatie
Na acceptatie van je organisatie kun je als organisatiebeheerder de schoollocaties van je
organisatie aanmaken.
Aanmaken schoollocaties in 3 stappen
2.1 Aanmaken van een locatieaccount.
2.2 Bekijken van aangemaakte schoollocaties.
2.3 Aanpassen van aangemaakte schoollocaties.
2.1 Aanmaken van een locatieaccount
Maak voor iedere schoollocatie een apart account aan. Aan ieder locatieaccount kun je een
locatiebeheerder toekennen die de schoollocatie gaat beheren in de Risicomonitor.
> > Ga naar www.risico-monitor.nl en log daar in met je gebruikersnaam en wachtwoord van
je organisatie. Je logt nu in op organisatieniveau. Je ziet rechtsboven in de Risicomonitor
‘organisatie met meerdere locaties’ staan. Ga naar ‘Beheer’ en vervolgens ‘Nieuwe
locatie’.
> > Vul de locatiegegevens in en vink de werkvorm ‘Basisonderwijs’ aan. Biedt je locatie ook
andere werkvormen aan naast het Basisonderwijs? Dan kun je dat hier ook aanvinken.
Maar je bent het niet verplicht. Zie ook de toelichting onder aanmelden van je organisatie
(zie stap1.3).
> > Vul de accountgegevens voor de schoollocatie in. Kies als gebruikersnaam bij voorkeur
de naam van de schoollocatie. Let op: de Risicomonitor maakt een verschil tussen kleine
letters, hoofdletters en spaties.
> > Klik op ‘Locatie aanmaken’ zodra alle gegevens zijn ingevuld.
> > De locatiebeheerder ontvangt vervolgens een e-mail met daarin alle accountgegevens
waarmee hij kan inloggen op locatieniveau.
VOORBEELD: aanmaken schoollocaties van je organisatie
Voorzitter meneer Veerman heeft zijn schoolbestuur De Vuurtoren aangemeld. Hij heeft
10 locatieaccounts aangemaakt: voor iedere schoollocatie een apart account. De naam
van de schoollocatie is iedere keer gebruikt als gebruikersnaam: Het Lichtje, Zicht op
Zee, Het Eiland, Veilige Haven enzovoorts. Mevrouw Van den Put is verantwoordelijk
voor de schoollocaties Het Lichtje en Zicht op Zee. Voorzitter meneer Veerman heeft
mevrouw Van den Put daarom ingevuld als locatiebeheerder van deze schoollocaties.
Zij ontvangt vervolgens een e-mail met daarin alle accountgegevens, zodat zij zelf kan
inloggen op locatieniveau.
6

TIP: keuze wachtwoord en e-mailadres
Een organisatiebeheerder kan er voor kiezen om ook locatiebeheerder te zijn. In dat
geval is het handig om voor het locatieaccount een wachtwoord en e-mailadres te
kiezen dat hetzelfde is als bij het organisatieaccount. De organisatiebeheerder hoeft
dan maar 1 wachtwoord te onthouden. Daarnaast ontvangt hij alle berichten vanuit de
Risicomonitor op 1 e-mailadres. Je kunt zo vaak als je wilt hetzelfde wachtwoord en
e-mailadres gebruiken. Dit geldt niet voor de gebruikersnaam. Deze moet altijd uniek
zijn.
2.3 Aanpassen van aangemaakte schoollocaties
> > Ga naar ‘Beheer’ en vervolgens ‘Organisatie’.
> > Klik daarna op het tabblad ‘Structuur’.
> > Wijs met je muis op een schoollocatie en klik vervolgens op .
> > Vervolgens opent een nieuw scherm met alle locatiegegevens. Klik op en pas de
gegevens aan.
> > Wil je een schoollocatie verwijderen? E-mail Consument en Veiligheid welke schoollocatie
je wilt verwijderen (info@veiligheid.nl). Zij kan dit voor je regelen.
2.2 Bekijken van aangemaakte schoollocaties
> > Ga naar ‘Beheer’ en vervolgens ‘Organisatie’.
> > Klik daarna op het tabblad ‘structuur’. Ga met de scrollbalk helemaal naar beneden in het
scherm. Daar zie je alle schoollocaties staan die je hebt aangemaakt voor je organisatie.
7

Stap 3
Aanmaken organisatiestructuur
Na het aanmaken van de schoollocaties kun je als organisatiebeheerder de schoollocaties
structureren. Je kunt een structuur maken door verschillende mappen aan te maken. Op
basis van bijvoorbeeld regio of naam van een schooldirecteur die verantwoordelijk is voor
een aantal schoollocaties. De schoollocaties kun je vervolgens indelen in de verschillende
mappen. Dit is een mogelijkheid. Je bent niet verplicht om dit te doen.
Aanmaken organisatiestructuur in 3 stappen
3.1 Aanmaken van verschillende mappen
3.2 Schoolocaties in de structuur (mappen) plaatsen
3.3 Aanpassen van de aangemaakte organisatiestructuur
Voordeel van een organisatiestructuur
Maak je een organisatiestructuur aan? Dan kun je deze structurering bijvoorbeeld gebruiken
bij het voorbereiden en publiceren van Risico-Inventarisaties (RI’s) Veiligheid. En het maken
van rapportages op organisatieniveau. Een organisatiestructuur zorgt daardoor voor meer
overzicht en gemak. Je kunt bijvoorbeeld in 1 keer een RI of rapportage aanmaken voor alle
schoollocaties die in een map zitten.
3.1 Aanmaken van verschillende mappen
Maak voor iedere categorie een aparte map aan.
> > Ben je nog niet ingelogd? Log dan in met je gebruikersnaam en wachtwoord van je
organisatie. Je logt nu in op organisatieniveau. Je ziet rechtsboven in de Risicomonitor
‘organisatie met meerdere locaties’ staan. Ga naar ‘Beheer’, ‘Organisatie’ en klik
vervolgens op het tabblad ‘Structuur’.
> > Je ziet daar al 1 map staan met de naam van je organisatie. Binnen deze map kun je
verschillende mappen aanmaken als je wilt.
> > Maak een nieuwe map aan door op te klikken. Vul de naam van de map in
(bijvoorbeeld naam van de regio’s, werkvormen, enzovoorts) en klik op ‘OK’.
VOORBEELD: aanmaken van een organisatiestructuur
Voorzitter meneer Veerman wil de 10 schoollocaties van zijn schoolbestuur De
Vuurtoren structuren op regio. Hij maakt 4 mappen aan: Regio Groningen Noord, Regio
Groningen Oost, Regio Groningen Zuid en Groningen Regio West. Omdat schoollocatie
Het Lichtje in Groningen Noord zit, plaatst hij deze schoollocatie in de map Regio
Groningen Noord. Schoollocatie Zicht op Zee in Groningen Oost plaatst hij in de map
Regio Groningen Oost. Schoollocatie Het Eiland in Groningen Zuid in de map Regio
Groningen Zuid. En schoollocatie Veilige Haven in Groningen West in de map Regio
Groningen West.
8

3.2 Schoollocaties in de mappen plaatsen
> > Ga naar ‘Beheer’, ‘Organisatie’ en klik vervolgens op het tabblad ‘Structuur’.
> > Klik op de map waarin je een bepaalde schoollocatie wilt zetten.
> > Selecteer vervolgens de schoollocatie die je wilt toevoegen en klik daarna op ‘Selectie
toevoegen’.
> > Wil je een aangemaakte map later verplaatsen? Ga dan eerst op de map staan die je wilt
verplaatsen Klik op . Met het kun je de map vervolgens verplaatsen naar een
andere map.
Een map bewerken of verwijderen
> > Ga naar ‘Beheer’, ‘Organisatie’ en klik vervolgens op het tabblad ‘Structuur’.
> > Selecteer de map die je wilt bewerken of verwijderen. Klik op . Je kunt dan
de naam van de map aanpassen door een nieuwe naam in te vullen. Wil je de map
verwijderen? Klik dan op .
3.3 Aanpassen van de aangemaakte organisatiestructuur
Een aangemaakte organisatiestructuur kun je uitbreiden of bewerken. Aangemaakte mappen
kun je ook verwijderen.
LET OP: verwijderen organisatiestructuur
Verwijder je een aangemaakte map? Dan verwijder je alleen de aangemaakte structuur.
De eerste map met je organisatienaam en je schoollocaties blijven altijd staan. Deze
kun je nooit verwijderen, ook al verwijder je een aangemaakte map.
Organisatiestructuur uitbreiden: verschillende mappen in een map te plaatsen
> > Ga naar ‘Beheer’, ‘Organisatie’ en klik vervolgens op het tabblad ‘Structuur’.
> > Wil je een nieuwe map in een bestaande map plaatsen? Ga dan eerst op de bestaande
map staan. Maak de nieuwe map aan door op
op ‘OK’.
. Vul de naam van de map in en klik
9

Stap 4
Aanmaken rollen en medewerkers
voor je organisatie
In deze stap maak je als organisatiebeheerder rollen en medewerkers aan op
organisatieniveau. Het gaat hier alleen om rollen en medewerkers die op meerdere
schoollocaties betrokken zijn bij het uitvoeren, bekijken of bewaken van Risico-
Inventarisaties (RI’s) Veiligheid, en bijbehorende acties. Of rapportages en
ongevallenregistratie op organisatieniveau. Denk hierbij bijvoorbeeld aan schooldirecteuren,
adjunct-directeuren of kwaliteitsfunctionarissen.
Je kunt nu aangeven welke rechten de rol mag hebben. Doe dit voor alle rollen in jouw
organisatie die je wilt aanmaken.
> > Wil je de naam van een standaardrol aanpassen? Wijs dan met je muis op deze rol en
klik vervolgens op
. Vul de nieuwe naam van de rol in en klik op ‘Opslaan’. Let op:
de naam van de standaardrol ‘organisatiebeheerder’ kun je niet aanpassen. De andere
namen van standaardrollen wel.
> > Wil je een extra rol toevoegen aan het rijtje? Klik dan op en vul daarna de naam
van de rol in. Klik vervolgens op ‘Opslaan’. Wijs dan met je muis op deze rol en klik
vervolgens op
. Je kunt nu aangeven welke rechten de rol mag hebben.
Let op: deze extra rol is direct zichtbaar in het rijtje. Je kunt deze echter pas gebruiken
zodra je een medewerker aanmaakt, die wordt gekoppeld aan deze rol (zie stap 4.3).
Aanmaken rollen en medewerkers voor je organisatie
in 4 stappen
4.1 Bedenk eerst welke rollen en medewerkers je wilt aanmaken
4.2 Rollen aanmaken en rechten toekennen
4.3 Medewerkers aanmaken en koppelen aan rollen
4.4 Aanpassen profiel medewerkers
4.1 Bedenk welke rollen en medewerkers je wilt aanmaken
Een rol maak je aan op functieniveau. Een medewerker maak je aan op naam. Per rol geef
je vervolgens aan welke rechten daarbij horen. Bij het toekennen van de rechten houd je
rekening met de taken die binnen een rol vallen.
4.2 Rollen aanmaken en rechten toekennen
> > Ben je nog niet ingelogd? log dan in met je gebruikersnaam en wachtwoord van je
organisatie. Je logt nu in op organisatieniveau. Je ziet rechtsboven in de Risicomonitor
‘organisatie met meerdere locaties’ staan. Ga naar ‘Beheer’, ‘Organisatie’ en klik
vervolgens op het tabblad ‘Rollen’.
> > Je ziet vervolgens een rijtje met veelvoorkomende, standaardrollen. Komt een rol in
jouw organisatie voor? Wijs dan met je muis op deze rol en klik vervolgens op .
10

VOORBEELD: aanmaken rollen voor je organisatie
Als voorzitter van het schoolbestuur heeft Meneer Veerman bewaking van de veiligheid
in zijn takenpakket. Hij werkt voor het inventariseren van de risico’s veiligheid op
organisatieniveau, veel samen met de kwaliteitsfunctionarissen. De voorzitter maakt de
rol ‘kwaliteitsfunctionaris’ aan en kent deze de volgende rechten toe bij het onderdeel
RI’s: ‘bekijken/invullen’ en ‘aanmaken/wijzigen’. Binnen de rol ‘kwaliteitsfunctionaris’ is
het nu mogelijk om RI’s te bekijken en te wijzigen.
> > Wil je een bevestiging verzenden? Vink dan de optie e-mail aan. De medewerker ontvangt
vervolgens een e-mail met daarin alle accountgegevens waarmee hij kan inloggen.
> > Voer bovenstaande acties uit voor alle medewerkers die je wilt aanmaken.
LET OP: rechten rol en bijbehorende functies
Ken je bepaalde rechten niet toe aan een rol? Houd er dan rekening mee dat een
medewerker bepaalde functies niet ziet. Of niet kan uitvoeren.
LET OP: aanpassen organisatiebeheerder
De rol ‘organisatiebeheerder’ kun je niet wijzigen. Deze rol heeft standaard alle rechten
en is gekoppeld aan 1 persoon ofwel naam. Wil je deze persoon aanpassen? Dan kan
dat door het profiel van de organisatiebeheerder aan te passen (zie stap 4.4). Hier kun
je de gegevens van de nieuwe organisatiebeheerder invullen. Je kunt ook altijd een
rol toevoegen en een medewerker daaraan koppelen, die dezelfde rechten krijgt als de
organisatiebeheerder.
4.3 Medewerkers aanmaken en koppelen aan rollen
> > Ga naar ‘Beheer’ en klik vervolgens op ‘Medewerkers’.
> > Klik dan op . Vul gebruikersnaam en naam van de medewerker in. Geef ook zijn
rol ofwel functie aan en kies een wachtwoord (let op: de Risicomonitor maakt een verschil
tussen kleine letters, hoofdletters en spaties).
> > Klik vervolgens aan of de medewerker op locatieniveau selecteerbaar moet zijn (zichtbaar
voor alle schoollocaties).
> > Geef daarna aan welke rechten de medewerker mag hebben. Klik vervolgens op
‘Gebruiker toevoegen’. De toegevoegde medewerker zie je terug in het overzicht.
> > Geef vervolgens aan welke schoollocaties tot het werkgebied van de medewerker
behoren. Zo kun je een medewerker verantwoordelijk maken voor acties op
locatieniveau. Wijs met je muis op de medewerker in het overzicht. Klik vervolgens
op . Klik op het . Klik vervolgens onderin het scherm op de locatie die
je wilt toevoegen. En kies vervolgens ‘Voeg toe’. Ben je klaar met het toevoegen van
schoollocaties, klik dan op ‘Opslaan’.
Aangemaakte medewerkers en rollen aanpassen
Wil je de naam van een vertrekkende medewerker aanpassen? Of wil je de rol, functie of
rechten van een medewerker later wijzigen? Of het werkgebied of de optie selecteerbaar op
locatieniveau aanpassen?
> > Ga naar ‘Beheer’ en klik vervolgens op ‘Medewerkers’.
> > Wijs met je muis op de medewerker in het overzicht. klik vervolgens op . Je kunt
nu de naam, functie, de rechten, het werkgebied of de selecteerbaarheid op locatieniveau
aanpassen. Klik vervolgens op ‘Opslaan’.
11

4.4 Aanpassen profiel medewerkers
Iedere medewerker die is aangemaakt in de Risicomonitor, heeft een eigen profiel met
gegevens. Deze gegevens kunnen altijd aangepast worden door de medewerker zelf.
VOORBEELD: aanmaken medewerkers en koppelen aan rollen
Voorzitter meneer Veerman voert Mevrouw Boots in als medewerker. Zij is
kwaliteitsfunctionaris en wordt daarom gekoppeld aan deze rol. Nadat de voorzitter
haar als medewerker heeft aangemaakt, geeft hij aan dat mevrouw Boots haar
werkgebied de hele organisatie is. Hij klikt hiervoor op de eerste map met de
organisatienaam en vervolgens op ‘Voeg toe’. Mevrouw Boots is immers op alle
schoollocaties werkzaam, en kan zo van al deze schoollocaties gegevens bekijken en
bewerken.
Aanpassen persoonsgegevens
> > Ga naar ‘Beheer’ en klik vervolgens op ‘Profiel’.
> > Pas je gegevens aan en voeg een foto toe als je wilt. Klik daarna op ‘Wijziging
gebruikersprofiel’.
Aanpassen wachtwoord of e-mailadres
> > Ga naar ‘Beheer’, ‘Profiel’ en klik daarna op ‘Wijziging gebruikersprofiel’.
> > Vul eerst je huidige wachtwoord in en klik vervolgens weer op ‘Wijziging
gebruikersprofiel’.
> > Pas nu je e-mailadres aan of vul een nieuw wachtwoord in. Klik daarna op ‘Opslaan’.
TIP: zichtbaarheid bij selecteerbaar op locatieniveau
Geef je bij een medewerker aan dat deze selecteerbaar moet zijn op locatieniveau?
Dan staat hij in het aangegeven werkgebied in de lijst van personen waaraan een
verantwoordelijkheid of taak te delegeren is op locatieniveau.
TIP: aangeven werkgebied
Geef je bij een medewerker aan welke schoollocaties tot zijn werkgebied behoren? Dan
kan hij later RI’s en rapportages bekijken van de betreffende schoollocaties. Je kunt het
werkgebied aangeven nadat je de medewerker hebt aangemaakt.
LET OP: verwijderen medewerkers
Heb je een medewerker aangemaakt? Dan kun je deze daarna niet meer verwijderen.
De naam van een medewerker is wel aan te passen. Dan kan dat door het profiel van
de medewerker aan te passen (zie stap 4.4). Hier kun je bijvoorbeeld de naam van een
huidige medewerker vervangen door de naam van een nieuwe medewerker.
12

TIP: nieuw wachtwoord aanvragen
Ben je je wachtwoord vergeten? Vraag dan een nieuwe aan via de homepage
van www.risico-monitor.nl. Klik op ‘Ik ben mijn gegevens vergeten’ en voer je
gebruikersnaam in.
Je ontvangt dan een nieuw wachtwoord per e-mail. Dit wachtwoord kun je daarna zelf
weer aanpassen.
TIP: gebruikersnaam vergeten
Ben je je gebruikersnaam vergeten? Ga dan naar de homepage van www.risicomonitor.nl.
Klik op ‘Ik ben mijn gegevens vergeten’ en klik daarna op ‘Ik ben mijn
gebruikersnaam vergeten’.
De gebruikersnaam wordt dan per e-mail verstuurd naar het e-mailadres dat is
aangegeven bij aanmaken van het organisatieaccount.
13

Stap 5
Inrichten van een schoollocatie
Als locatiebeheerder kun je een schoollocatie inrichten zodra deze is aangemaakt. Je kunt
ook andere mensen dit laten doen door hierna rollen en medewerkers aan te maken voor je
schoollocatie (zie stap 5.4). Daarna kun je per rol rechten aangeven voor het inrichten van je
schoollocaties. Een schoollocatie moet je inrichten voordat je start met het aanmaken van
een Risico-Inventarisatie (RI). Doe je dit niet? Dan heeft dit gevolgen voor de uitvoering van
je RI’s Veiligheid.
Inrichten van een schoollocatie in 6 stappen
5.1 Locatiegegevens controleren en aanpassen
5.2 Werkvormen en leeftijdsgroepen aangeven
5.3 Algemene kenmerken aangeven (filtervragen)
5.4 Rollen aanmaken en rechten toekennen
5.5 Medewerkers aanmaken en rollen koppelen
5.6 Aanpassen profiel medewerkers
5.1 Locatiegegevens controleren en aanpassen
> > Ga naar www.risico-monitor.nl en log daar in met je gebruikersnaam en wachtwoord van
je locatieaccount. Zodra je bent ingelogd, zie je rechtsboven in de Risicomonitor ‘locatie
als onderdeel van een organisatie’ staan.
> > Ga naar ‘Beheer’, ‘Locatie’ en zie vervolgens het tabblad ‘Algemeen’.
> > Controleer daar alle locatiegegevens. Wil je gegevens aanpassen? Klik dan op
naast ‘Contactgegevens’. Vul daarna de nieuwe gegevens in en klik vervolgens op
‘Opslaan’.
5.2 Werkvormen en leeftijdsgroepen aangeven
> > Ga naar ‘Beheer’, ‘Locatie’ en zie vervolgens het tabblad ‘Algemeen’.
> > Klik op naast ‘Werkvormen en leeftijdsgroepen’ en vink vervolgens de werkvorm
‘Basisonderwijs’ en de bijbehorende leeftijdsgroepen aan die op de schoollocatie
voorkomen. Klik daarna op ‘Opslaan’. Biedt je organisatie ook andere werkvormen aan
naast het Basisonderwijs? Dan kun je dat hier ook aanvinken. Maar je bent het niet
verplicht. Zie ook de toelichting onder aanmelden van je organisatie (zie stap 1.3).
> > Wil je later aangegeven werkvormen en leeftijdsgroepen aanpassen? Ga dan weer naar
naast ‘Werkvormen en leeftijdsgroepen’. Pas de aangegeven werkvormen en
leeftijdsgroepen aan. Klik daarna op ‘Opslaan’.
14

LET OP: bij meerdere leeftijdsgroepen
Kies alle leeftijdscategorieën die op je schoollocatie voorkomen. Heeft je schoollocatie
bijvoorbeeld een groep onderbouw en bovenbouw? Kruis dan alle categorieën aan
waarbinnen de leeftijden vallen: de categorie 4-8, 4-12 en 8-12.
5.3 Algemene kenmerken aangeven (filtervragen)
De algemene kenmerken kun je invullen voor het maken van een RI Veiligheid. Als je dit
invult, dan hoef je alleen de scenario’s (vragen) te doen die voor jouw schoollocatie gelden.
Vul je de algemene kenmerken niet in? Dan krijg je alle mogelijke vragen van de RI Veiligheid
te zien. Ook de vragen die niet van belang zijn voor jouw schoollocatie.
> > Ga naar ‘Beheer’, ‘Locatie’ en zie vervolgens het tabblad ‘Algemeen’.
> > Klik op naast ‘Algemene kenmerken’ en geef vervolgens aan welke kenmerken
voor de schoollocatie gelden. Vink kenmerken uit die niet gelden.
> > Wil je later aangegeven algemene kenmerken aanpassen? Ga dan weer naar naast
‘Algemene kenmerken’. Pas de aangegeven kenmerken aan. Klik daarna op ‘Opslaan’. Doe
dit dan op dezelfde manier.
VOORBEELD: aangeven algemene kenmerken
Schoollocatie Het lichtje, die onder het schoolbestuur De Vuurtoren valt, heeft geen
speeltoestellen. Bij de algemene kenmerken kan het kenmerk ‘In de buitenruimte
/ op de speelplaats staat een speeltoestel’ worden uitgevinkt. In de RI Veiligheid
voor schoollocatie Het Lichtje zullen straks geen vragen worden gesteld over
speeltoestellen. Deze worden er ‘uitgefilterd’.
Let op: pas je algemene kenmerken aan nadat al een RI is gemaakt? Dan heeft dit geen
invloed op de al aangemaakte RI.
5.4 Rollen aanmaken en rechten toekennen
Bedenk welke rollen je als locatiebeheerder wilt aanmaken. Een rol maak je aan op
functieniveau. Per rol geef je vervolgens aan welke rechten daarbij horen. Houd hierbij
rekening met de taken die binnen een rol vallen.
> > Ga naar ‘Beheer’, ‘Locatie’ en klik vervolgens op het tabblad ‘Rollen’.
> > Je ziet vervolgens een rijtje met veelvoorkomende, standaardrollen. Komt een rol binnen
jouw schoollocatie voor? Wijs dan met je muis op deze rol en klik vervolgens op .
Je kunt nu aangeven welke rechten de rol mag hebben. Doe dit voor alle rollen binnen
jouw schoollocatie die je wilt aanmaken.
> > Wil je de naam van een standaardrol aanpassen? Wijs dan met je muis op deze rol en klik
vervolgens op
. Vul de nieuwe naam van de rol in en klik op ‘Opslaan’. Let op: de
naam van de standaardrol ‘locatiebeheerder’ kun je niet aanpassen. De andere namen
van standaardrollen wel.
> > Wil je een extra rol toevoegen aan het rijtje? Klik dan op en vul daarna de
naam van de rol in. Geef ook aan welke rechten de rol mag hebben. Klik vervolgens op
‘Opslaan’.
Let op: deze extra rol is direct zichtbaar in het rijtje. Je kunt deze echter pas gebruiken
zodra je een medewerker aanmaakt, die wordt gekoppeld aan deze rol (zie stap 5.6).
15

5.5 Medewerkers aanmaken en rollen koppelen
Bedenk welke medewerkers je wilt aanmaken. Een medewerker maak je aan op naam.
> > Ga naar ‘Beheer’, ‘Locatie’ en klik vervolgens op het tabblad ‘Medewerkers’.
> > Klik dan op . Vul gebruikersnaam en naam van de medewerker in. Geef ook zijn
rol ofwel functie aan en kies een wachtwoord (let op: de Risicomonitor maakt een verschil
tussen kleine letters, hoofdletters en spaties).
> > Geef vervolgens aan welke rechten de medewerker mag hebben. Klik vervolgens op
‘Gebruiker toevoegen’. De toegevoegde medewerker zie je terug in het overzicht.
> > Wil je een bevestiging verzenden? Vink dan de optie e-mail aan. De medewerker ontvangt
vervolgens een e-mail met daarin alle accountgegevens waarmee hij kan inloggen.
> > Voer bovenstaande acties uit voor alle medewerkers die je wilt aanmaken.
VOORBEELD: rollen aanmaken en rechten toekennen
Directeur Veerman heeft Mevrouw Van den Put aangemeld als locatiebeheerder van
de schoollocatie Het Lichtje. Mevrouw Van den Put maakt vervolgens de rol ‘assistent
leidinggevende’ aan. Omdat deze rol geen gegevens mag wijzigen en aanmaken,
kent de locatiebeheerder de volgende rechten toe: ‘bekijken/invullen’. Binnen de rol
‘assistent leidinggevende’ is het nu mogelijk om RI’s te bekijken en in te vullen.
LET OP: rechten rol en bijbehorende functies
Ken je bepaalde rechten niet toe aan een rol? Houd er dan rekening mee dat een
medewerker bepaalde functies niet kan bekijken. Of niet kan uitvoeren.
16

Aangemaakte medewerkers en rollen aanpassen
Wil je de naam van een vertrekkende medewerker aanpassen? Of wil je de rol of functie van
een medewerker later wijzigen?
> > Ga naar ‘Beheer’, ‘Locatie’ en klik vervolgens op het tabblad ‘Medewerkers’.
> > Wijs met je muis op de medewerker in het overzicht. Klik vervolgens op . Je kunt
nu de naam, functie en rechten op locatieniveau aanpassen. Klik vervolgens op ‘Opslaan’.
VOORBEELD: medewerkers aanmaken en rollen koppelen
Mevrouw Van den Put maakt Jan van der Tak aan als medewerker. Hij is assistent
leidinggevende en wordt daarom gekoppeld aan deze rol.
TIP: medewerkers aanmaken als een groep
In bepaalde situaties kan het handig zijn om medewerkers samen als groep aan te
maken. Als bijvoorbeeld 1 persoon de voornaamste taken op zich neemt namens
de anderen, dan is het niet nodig iedere medewerker apart aan te maken. Het
aanmaken van een groep gaat op dezelfde manier als aanmaken van een medewerker.
Vul de naam van de groep in bij naam medewerker. Geef alle medewerkers de
inloggegevens. Dit kan handig zijn als je ze wel een bepaalde taak zelf wilt laten doen.
Bijvoorbeeld het registreren van ongevallen vanuit de groep (zie stap 11.2).
5.6 Aanpassen profiel medewerkers
Iedere medewerker die is aangemaakt in de Risicomonitor, heeft een eigen profiel met
gegevens. Deze gegevens kunnen altijd aangepast worden. Dit gaat op dezelfde manier als
op organisatieniveau (zie stap 4.4).
17

Stap 6
Risico-inventarisatie voor je organisatie
op het gebied Veiligheid
Als organisatiebeheerder kun je verschillende Risico-Inventarisaties (RI’s) Veiligheid maken
en als het ware ‘klaarzetten’ voor je schoollocaties. Dit is vooral handig als het om zaken
gaat die organisatiebreed gelijk zijn, zoals bepaalde afspraken, beleid of protocollen.
De schoollocatie kan de ‘klaargezette’ RI dan verder zelf aanvullen. Je kunt ook andere
medewerkers RI’s laten klaarzetten of laten aanpassen als je hen hiervoor rechten geeft (zie
stap 4.2).
Risico-inventarisatie voor je organisatie in 4 stappen
6.1 Aanmaken Risico-Inventarisaties (RI’s) Veiligheid
6.2 Inventariseren risico’s in de aangemaakte RI’s Veiligheid
6.3 RI’s Veiligheid bekijken en aanpassen
6.4 Publiceren RI’s voor de schoollocaties
Verschillende Risico-Inventarisaties (RI’s) Veiligheid op organisatieniveau
Je kunt 2 soorten RI’s Veiligheid maken voor je organisatie in het Basisonderwijs:
• Veiligheid (Basisonderwijs)
• Brandveiligheid (KOV, PSZ en Basisonderwijs)
LET OP: meer soorten RI’s te kiezen in de Risicomonitor
In de Risicomonitor zie je ook andere RI’s die gelden voor kinderdagopvang,
buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen of gastouderopvang. Deze RI’s hoef je als
schoolbestuurorganisatie in het Basisonderwijs niet te maken. Zie ook de toelichting
onder aanmelden van je organisatie (zie stap 1.3).
LET OP: zichtbaarheid RI’s
Kies de RI Veiligheid die geldt voor de werkvorm Basisonderwijs op je schoollocatie.
Kun je een gekozen RI niet maken? Controleer dan of je de werkvorm goed hebt
aangegeven (zie stap 2.1). Het kan zijn dat je voor jouw schoollocatie een van
bovenstaande RI’s niet ziet. Dit is namelijk afhankelijk van de aangegeven werkvorm op
je schoollocatie.
6.1 Aanmaken Risico-inventarisaties (RI’s) op het gebied Veiligheid
> > Ben je nog niet ingelogd? log dan in met je gebruikersnaam en wachtwoord van je
organisatie. Je logt nu in op organisatieniveau. Je ziet rechtsboven in de Risicomonitor
‘organisatie met meerdere locaties’ staan.
> > Ga naar ‘RI’s’ en kies ‘Nieuwe RI opstellen’.
> > Je ziet vervolgens het rijtje mogelijke RI’s. Kies het soort RI dat je wilt aanmaken, vul een
herkenbare naam in (met datum of jaartal) en klik op ‘Volgende’.
> > Geef aan voor welke werkvormen je een RI wilt aanmaken. Klik daarna op ‘Volgende’.
> > Kies de schoollocaties waarvoor je een RI wilt maken. Ga op de schoollocaties staan
en klik op ‘toevoegen’. Wil je alleen voor enkele schoollocaties binnen een map een RI
aanmaken? Selecteer in de map dan alleen deze schoollocaties en voeg deze daarna toe.
Klik daarna op ‘Volgende’.
> > Vink vervolgens alle gewenste modules aan. Geef per module aan of je deze op
organisatieniveau wilt invullen (ofwel voorbereiden voor de schoollocaties) of alleen
op locatieniveau (in te vullen door de schoollocaties zelf en daardoor niet zichtbaar op
organisatieniveau). Geef ook aan wie verantwoordelijk is voor het invullen en wanneer
dit klaar moet zijn. Dit kun je doen door op de kalender een datum te selecteren. Deze
datum wordt automatisch in de agenda van de verantwoordelijke gezet. Klik daarna op
‘Voltooien’.
> > Heb je aangegeven dat je een RI wilt voorbereiden op organisatieniveau? Dan wordt deze
direct gestart.
> > Wil je deze later invullen? Dan kun je deze terugvinden via ‘RI’s’, en dan nog een keer
‘RI’s’. Ga met je muis op de RI staan en klik op
dan invullen (zie stap 6.2).
om deze te openen. De RI kun je
TIP: RI’s aanmaken met organisatiestructuur
Heb je een organisatiestructuur aangemaakt? Dan kun je deze mappenstructuur
gebruiken om makkelijk RI’s aan te maken. Je kunt dan een RI aanmaken per
schoollocatie, maar ook in 1 keer voor alle schoollocaties die in een map zitten.
18

TIP: RI’s aanmaken op basis van bestaande RI
Maak je voor de 2e keer een RI Veiligheid aan? Bijvoorbeeld een RI Veiligheid die je in
2010 hebt aangemaakt, maar nu ook in 2011 wilt doorlopen. Kies dan bij het maken
van een nieuwe RI de optie ‘Op basis van bestaande RI’. Dan worden de ingevulde
antwoorden van die RI overgenomen. Zijn de ‘te nemen’ maatregelen uit de RI
inmiddels uitgevoerd? Dan vind je deze automatisch terug onder ‘is genomen’.
6.2 Inventariseren risico’s in de aangemaakte RI’s Veiligheid
De RI’s Veiligheid bestaan uit verschillende modules. Daarbij ben je niet verplicht om alle
mogelijke maatregelen te nemen.
De verplichtingen en modules RI Veiligheid en RI Brandveiligheid
Soort RI
Verplichting maatregelen
en aanvaarding risico
Inventariseren per module
RI Veiligheid
Je bent niet verplicht om alle
mogelijke maatregelen te
nemen. Je kunt ook alleen eigen
maatregelen invoegen en nemen.
Je inventariseert per module
(veiligheid in het entree en
gang, in het lokaal, op het
schoolplein, in de gymzaal/
speellokaal, in de lerarenkamer/
kantoor, in de sanitaire ruimten,
in de binnenbergruimten,
huisregels, verkeersveiligheid,
bewegingsonderwijs, uitstapjes
en aansprakelijkheid).
RI Brandveiligheid
Je bent niet verplicht om alle
mogelijke maatregelen te
nemen. Je kunt ook alleen eigen
maatregelen invoegen en nemen.
Meer informatie over de
verschillende modules? Lees
de toelichting bij in de RI
Veiligheid.
Je inventariseert per module
(blusmiddelen, blussen,
bouwmaterialen, brand
melden, brandcompartimenten,
inrichting, installaties, instructies
medewerkers, ontruimen,
ontstekingsbronnen en risico &
verzekering).
Meer informatie over de
verschillende modules? Lees
de toelichting bij in de RI
Brandveiligheid
19

Je inventariseert je risico’s via ‘RI’s’ en dan nog een keer ‘RI’s’. Je komt dan bij het
overzicht van de aangemaakte RI’s terecht. Ga met je muis op de RI staan en klik op
om deze te openen.
> > Je ziet nu per module de verschillende scenario’s die daarbij horen. Per scenario moet
je zelf het risico inschatten. Je schat zelf de kans dat dit voorkomt en de kans op ernstig
letsel in.
De risico-inschatting bepaalt welke kleur het scenario krijgt: rood, oranje of groen. Het
kan ook voorkomen dat bij bepaalde modules helemaal geen risico hoeft te worden
ingeschat. In dit geval bepalen de antwoorden, die je geeft bij de maatregelen, de kleur
van het scenario.
> > Is een scenario niet van toepassing? Sla deze dan over. Dit kan op 3 manieren:
1. Klik onderaan de pagina van het scenario op ‘Overslaan’. Het scenarionummer blijft
dan grijs en komt dan niet terug in de rapportage.
2. Je kunt een scenario ook overslaan door aan te geven dat het risico wordt aanvaard.
Geef dan daarbij de toelichting dat het scenario niet van toepassing is. Het
scenarionummer kleurt dan oranje en kun je zo herkennen als ‘behandeld’. In de
rapportage kun je terugzien dat het scenario niet van toepassing is. Nadeel van deze
manier: er treedt zo vervuiling op in de management rapportage, ten aanzien van de
gegevens over scenario’s waarvan het risico wel wordt aanvaard.
3. Sla een scenario over door aan te geven dat een eigen maatregel is genomen. Vul
daar in dat de situatie niet van toepassing is. Geef bij de risico-inschatting aan dat de
kans op een ernstig scenario klein is. Het scenarionummer kleurt dan groen en kan
worden herkend als ‘behandeld’. In de rapportage kun je terugzien dat het scenario
niet van toepassing is. Nadeel van deze manier: er treedt zo vervuiling op in de
management rapportage, ten aanzien van de gegevens over maatregelen die wel voor
de scenario’s zijn genomen.
> > Per scenario zie je vervolgens een rij met mogelijke maatregelen. Geef per maatregel aan
of je deze al genomen hebt, of dat je deze wilt gaan nemen. Of laat deze leeg als je de
maatregel niet wilt nemen. Als je wilt, kun je zelf eigen maatregelen toevoegen.
> > Bij het inventariseren kun je kiezen voor: het nemen van geen extra maatregelen,
het aanvaarden van het risico en het invullen van observaties uit de praktijk. Deze
mogelijkheden kun je gebruiken, maar het hoeft niet.
> > Mis je een scenario voor je schoollocatie? Dan kun je zelf een scenario toevoegen via
‘Voeg scenario toe’. Vul vervolgens titel en omschrijving van het scenario in. En hoe je
maatregelen wilt opnemen, en welke dit zijn. Klik daarna op ‘Terug naar RI’. Toegevoegde
scenario’s worden als laatste nummer toegevoegd in de module of ruimte.
Maatregelen in het actieplan
Wordt binnen een scenario gevraagd of een maatregel schriftelijk is vastgelegd? En
antwoord je hier ‘nee’ op? Dan wordt deze maatregel automatisch bij de acties geplaatst. Let
op: wil je een actieplan met de maatregelen? Maak dan na de inventarisatie een actieplan
aan waarvoor je aangeeft wie verantwoordelijk is voor de te nemen maatregelen (zie stap 8).
En wanneer deze uitgevoerd moeten zijn.
LET OP: rood, oranje en groen geven prioriteit aan
De prioriteit van het scenario is automatisch gekoppeld aan de risico-inschatting. Is een
scenario rood? Dan moeten de te nemen maatregelen binnen dit scenario met hoge
prioriteit worden genomen. De kans dat een scenario voorkomt, en de kans op ernstig
letsel, is dan namelijk groot.
Is een scenario oranje? Dan geldt ook een hoge prioriteit. De kans dat een scenario
voorkomt is groot. Maar de kans op ernstig letsel is klein. Is een scenario groen? Dan
geldt een lage prioriteit. De kans dat een scenario voorkomt, en de kans op ernstig
letsel, is dan klein.
TIP: invullen observaties uit de praktijk
Je kunt een genomen of te nemen maatregel onderbouwen met observaties uit de
praktijk. Je kunt bijvoorbeeld aangeven of de maatregel juist wordt uitgevoerd in de
praktijk, En zo nee, wat is er gebeurd?
20

LET OP: toelichting bij aanvaarding risico
Is een risico heel klein en aanvaard je daardoor het risico? Dan ben je wel verplicht om
hierop een toelichting te geven in het veld ‘Toelichting bij risico wordt aanvaard’.
TIP: RI tijdelijk sluiten
Ben je met een RI bezig en wil je niet dat iemand anders hierin gaat invullen? Sluit
de RI dan tijdelijk af. Deze optie vind je terug onderin de pagina. Je kunt een tijdelijke
afgesloten RI altijd weer open en daarna aanpassen.
TIP: poll aanmaken
Wil je weten wat collega’s van een bepaald scenario vinden? Dan kun je dit aan hen
voorleggen via een poll. Klik hiervoor op ‘Maak poll’ en vul in wat je wilt weten. Sluit af
met ‘Poll aanmaken’.
LET OP: RI printen
Het is niet aan te raden om de RI te printen, op papier in te vullen en vervolgens
digitaal in te voeren. De Risicomonitor is immers een digitaal instrument. Maar wil je
dit toch doen? Klik dan op ‘Print deze RI’ en selecteer vervolgens de modules die je wilt
printen. Klik daarna op ‘Print de geselecteerde modules’.
Tip: kies voor printen ‘alleen scenario nummers en tekst’. Zo voorkom je dat de print
heel omvangrijk worden.
6.4 Publiceren RI’s Veiligheid voor de schoollocaties
Publiceer de RI’s voor de schoollocaties zodra je klaar bent met de voorbereiding op
organisatieniveau.
6.3 RI’s Veiligheid bekijken en aanpassen
Je kunt een RI Veiligheid op organisatieniveau alleen aanpassen als deze nog niet
gepubliceerd is.
> > Ga naar ‘RI’s’ en dan nog een keer ‘RI’s’. Je komt dan bij het overzicht van de
aangemaakte RI’s terecht. Ga met je muis op de RI staan die je wilt bekijken en klik op
om deze te openen.
> > Als je een RI wilt aanpassen, klik dan op . Je kunt daar de naam van de RI
aanpassen, modules toevoegen en kenmerken (filtervragen) aanpassen.
> > Ga naar ‘RI’s’ en dan nog een keer ‘RI’s’. Je komt dan bij het overzicht van de
aangemaakte RI’s terecht. Ga met je muis op de RI staan die je wilt publiceren. Open de
RI die je wilt publiceren door erop te klikken. Klik op ‘Publiceer deze RI naar de locaties’.
> > De locatiebeheerder ontvangt vervolgens een e-mail waarin hem wordt gevraagd de RI
op locatieniveau (verder) in te vullen.
LET OP: invullen RI en acties na publicatie niet meer mogelijk
Na publiceren kun je een RI op organisatieniveau niet meer aanpassen vanuit het
organisatieaccount. Wel vanuit de locaties. Daarbij kun je ook geen acties meer
aangeven. Na publicatie kun je een RI nog wel opnieuw publiceren naar nieuwe
schoollocaties. klik op , voeg de nieuwe locatie toe en klik op ‘Publiceer deze RI
naar de locaties’.
21

Stap 7
Risico-inventarisatie voor je
schoollocatie op het gebied Veiligheid
Als locatiebeheerder kun je verschillende Risico-Inventarisaties (RI’s) Veiligheid invullen voor
je schoollocatie. Je kunt dit ook door andere medewerkers laten doen als je hen hiervoor
rechten geeft (zie stap 5.4).
Risico-inventarisatie voor je locatie in 3 stappen
7.1 Aanmaken Risicio-inventarisaties (RI’s) Veiligheid voor je
schoollocatie
7.2 Inventariseren risico’s in de aangemaakte RI’s Veiligheid
7.3 RI’s Veiligheid bekijken en aanpassen
Verschillende Risico-Inventarisaties (RI’s) Veiligheid op locatieniveau
Op locatieniveau kun je 2 soorten RI’s Veiligheid maken:
• Veiligheid (Basisonderwijs)
• Brandveiligheid (KOV, PSZ en Basisonderwijs)
7.1 Aanmaken Risico-inventarisaties (RI’s) Veiligheid voor je
schoollocatie
> > Ben je nog niet ingelogd? Log dan in met je gebruikersnaam en wachtwoord van je
schoollocatie. Zodra je bent ingelogd, zie je rechtsboven in de Risicomonitor ‘locatie als
onderdeel van een organisatie’ staan.
> > Ga naar ‘RI’s’ en kies ‘Nieuwe RI opstellen’
> > Je ziet vervolgens het rijtje mogelijke RI’s. Kies het soort RI dat je wilt aanmaken, vul een
herkenbare naam in en klik op ‘Volgende’. Voor Basisonderwijs geldt dat je alleen de RI
Veiligheid Basisonderwijs of RI Brandveiligheid hoeft te selecteren.
> > Geef aan voor welke werkvormen je een RI wilt aanmaken. Klik daarna op ‘Volgende’.
> > Vink vervolgens alle gewenste modules aan. Geef per module aan wie verantwoordelijk
is voor het invullen.
> > Geef daarna aan wanneer het invullen klaar moet zijn. Dit kun je doen door op de
kalender een datum te selecteren. Deze datum wordt automatisch in de agenda van de
verantwoordelijke gezet. Klik daarna op ‘Voltooien’.
> > De RI wordt vervolgens direct gestart. Wil je deze later invullen? Dan kun je deze
terugvinden via ‘RI’s, en dan nog een keer ‘RI’s’. Ga met je muis op de RI staan en klik op
om deze te openen. De RI kun je dan invullen (zie stap 7.2).
LET OP: meer soorten RI’s te kiezen in de Risicomonitor
In de Risicomonitor zie je ook andere RI’s die gelden voor kinderdagopvang,
buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen of gastouderopvang. Deze RI’s hoef je
als schoollocatie in het Basisonderwijs niet te maken. Zie ook de toelichting onder
aanmelden van je organisatie (zie stap 1.3).
LET OP: zichtbaarheid RI’s
Kies de RI Veiligheid die geldt voor de werkvorm Basisonderwijs op je schoollocatie.
Kun je een gekozen RI niet maken? Controleer dan of je de werkvorm goed hebt
aangegeven (zie stap 5.2). Het kan zijn dat je voor jouw schoollocatie een van
bovenstaande RI’s niet ziet. Dit is namelijk afhankelijk van de aangegeven werkvorm op
je schoollocatie.
22

De verplichtingen en modules RI Veiligheid en RI Brandveiligheid
TIP: RI’s aanmaken op basis van bestaande RI
Maak je voor de 2e keer een RI Veiligheid aan? Bijvoorbeeld een RI Veiligheid die je in
2010 hebt aangemaakt, maar nu ook in 2011 wilt doorlopen. Kies dan bij het maken
van een nieuwe RI de optie ‘Op basis van bestaande RI’. Dan worden de ingevulde
antwoorden van die RI overgenomen. Zijn de ‘te nemen’ maatregelen uit de RI
inmiddels uitgevoerd? Dan vind je deze automatisch terug onder ‘is genomen’.
7.2 Inventariseren risico’s in de aangemaakte RI’s Veiligheid
De RI’s Veiligheid bestaan uit verschillende modules. Daarbij ben je niet verplicht om alle
mogelijke maatregelen te nemen.
Soort RI
RI Veiligheid
Verplichting maatregelen en
aanvaarding risico
Je bent niet verplicht om alle
mogelijke maatregelen te
nemen. Je kunt ook alleen
eigen maatregelen invoegen en
nemen.
Inventariseren per module
Je inventariseert per module
(veiligheid in het entree en
gang, in het lokaal, op het
schoolplein, in de gymzaal/
speellokaal, in de lerarenkamer/
kantoor, in de sanitaire ruimten,
in de binnenbergruimten,
huisregels, verkeersveiligheid,
bewegingsonderwijs, uitstapjes
en
aansprakelijkheid).
Meer informatie over de
verschillende modules? Lees
de toelichting bij in de RI
Veiligheid.
RI Brandveiligheid
Je bent niet verplicht om alle
mogelijke maatregelen te
nemen. Je kunt ook alleen
eigen maatregelen invoegen en
nemen.
Je inventariseert per module
(blusmiddelen, blussen,
bouwmaterialen, brand
melden, brandcompartimenten,
inrichting, installaties, instructies
medewerkers, ontruimen,
ontstekingsbronnen en risico &
verzekering).
Meer informatie over de
verschillende modules? Lees
de toelichting bij in de RI
Brandveiligheid.
23

Je inventariseert je risico’s via ‘RI’s’ en dan nog een keer ‘RI’s’. Je komt dan bij het
overzicht van de aangemaakte RI’s terecht. Ga met je muis op de RI staan en klik op
om deze te openen.
> > Je ziet nu per module de verschillende scenario’s die daarbij horen. Per scenario moet
je zelf het risico inschatten. Je schat zelf de kans dat dit voorkomt en de kans op ernstig
letsel in.
De risico-inschatting bepaalt welke kleur het scenario krijgt: rood, oranje of groen. Het
kan ook voorkomen dat bij bepaalde modules helemaal geen risico hoeft te worden
ingeschat. In dit geval bepalen de antwoorden, die je geeft bij de maatregelen, de kleur
van het scenario.
> > Is een scenario niet van toepassing? Sla deze dan over. Dit kan op 3 manieren:
1. Klik onderaan de pagina van het scenario op ‘Overslaan’. Het scenarionummer blijft
dan grijs en komt dan niet terug in de rapportage.
2. Je kunt een scenario ook overslaan door aan te geven dat het risico wordt aanvaard.
Geef dan daarbij de toelichting dat het scenario niet van toepassing is. Het
scenarionummer kleurt dan oranje en kun je zo herkennen als ‘behandeld’. In de
rapportage kun je terugzien dat het scenario niet van toepassing is. Nadeel van deze
manier: er treedt zo vervuiling op in de management rapportage, ten aanzien van de
gegevens over scenario’s waarvan het risico wel wordt aanvaard.
3. Sla een scenario over door aan te geven dat een eigen maatregel is genomen. Vul
daar in dat de situatie niet van toepassing is. Geef bij de risico-inschatting aan dat de
kans op een ernstig scenario klein is. Het scenarionummer kleurt dan groen en kan
worden herkend als ‘behandeld’. In de rapportage kun je terugzien dat het scenario
niet van toepassing is. Nadeel van deze manier: er treedt zo vervuiling op in de
management rapportage, ten aanzien van de gegevens over maatregelen die wel voor
de scenario’s zijn genomen.
> > Per scenario zie je vervolgens een rij met mogelijke maatregelen. Geef per maatregel aan
of je deze al genomen hebt, of dat je deze wilt gaan nemen. Of laat deze leeg als je de
maatregel niet wilt nemen. Als je wilt, kun je zelf een eigen maatregel toevoegen.
> > Bij het inventariseren kun je kiezen voor: het nemen van extra maatregelen, het
aanvaarden van het risico en het invullen van observaties uit de praktijk. Deze
mogelijkheden kun je gebruiken, maar het hoeft niet.
> > Mis je een scenario voor je schoollocatie? Dan kun je zelf een scenario toevoegen via
‘Voeg scenario toe’. Vul vervolgens titel en omschrijving van het scenario in. En hoe je
maatregelen wilt opnemen, en welke dit zijn. Klik daarna op ‘Terug naar RI’. Toegevoegde
scenario’s worden als laatste nummer toegevoegd in de module of ruimte.
Maatregelen in het actieplan
Wordt binnen een scenario gevraagd of een maatregel schriftelijk is vastgelegd? En
antwoord je hier ‘nee’ op? Dan wordt deze maatregel automatisch bij de acties geplaatst. Let
op: wil je een actieplan met de maatregelen? Maak dan na de inventarisatie een actieplan
aan waarvoor je aangeeft wie verantwoordelijk is voor de te nemen maatregelen (zie stap 8).
En wanneer deze uitgevoerd moeten zijn.
LET OP: rood, oranje en groen geven prioriteit aan
De prioriteit van het scenario is automatisch gekoppeld aan de risico-inschatting. Is een
scenario rood? Dan moeten de te nemen maatregelen binnen dit scenario met hoge
prioriteit worden genomen. De kans dat een scenario voorkomt, en de kans op ernstig
letsel, is dan namelijk groot. Is een scenario oranje? Dan geldt ook een hoge prioriteit.
De kans dat een scenario voorkomt is groot. Maar de kans op ernstig letsel is klein. Is
een scenario groen? Dan geldt een lage prioriteit. De kans dat een scenario voorkomt,
en de kans op ernstig letsel, is dan klein.
24

LET OP: toelichting bij aanvaarding risico
Is een risico heel klein en aanvaard je daardoor het risico? Dan ben je wel verplicht om
hierop een toelichting te geven in het veld ‘Toelichting bij risico wordt aanvaard’.
TIP: RI tijdelijk sluiten
Ben je met een RI bezig en wil je niet dat iemand anders hierin gaat invullen? Sluit
de RI dan tijdelijk af. Deze optie vind je terug onderin de pagina. Je kunt een tijdelijke
afgesloten RI altijd weer open en daarna aanpassen.
TIP: poll aanmaken
Wil je weten wat collega’s van een bepaald scenario vinden? Dan kun je dit aan hen
voorleggen via een poll. Klik hiervoor op ‘Maak poll’ en vul in wat je wilt weten. Sluit af
met ‘Poll aanmaken’.
LET OP: RI printen
Het is niet aan te raden om de RI te printen, op papier in te vullen en vervolgens
digitaal in te voeren. De Risicomonitor is immers een digitaal instrument. Maar wil je
dit toch doen? Klik dan op ‘Print deze RI’ en selecteer vervolgens de modules die je wilt
printen. Klik daarna op ‘Print de geselecteerde modules’. Tip: kies voor printen ‘alleen
scenario nummers en tekst’. Zo voorkom je dat de print heel omvangrijk worden.
7.3 RI’s Veiligheid bekijken en aanpassen
> > Ga naar ‘RI’s’ en dan nog een keer ‘RI’s’. Je komt dan bij het overzicht van de
aangemaakte RI’s terecht. Ga met je muis op de RI staan die je wilt bekijken en klik op
om deze te openen.
> > Als je een RI wilt aanpassen, klik dan op .
LET OP: RI definitief afsluiten
Sluit een RI op locatieniveau niet definitief af als je deze nog wilt aanpassen. En als je
hiervoor nog acties wilt aangeven of een actieplan wilt maken.
25

Stap 8
Het actieplan voor je schoollocatie
Na het uitvoeren van de Risico-Inventarisatie (RI) Veiligheid moet je voor de te nemen
maatregelen uit de RI aangeven wie deze gaat nemen. En wanneer de maatregelen
genomen moeten zijn. Hiermee maak je een actieplan voor je locatie.
Actieplan maken in 2 stappen
8.1 Geef per te nemen maatregel verantwoordelijke
en deadline aan
8.2 Maken van het actieplan
LET OP: rood, oranje en groen geven prioriteit aan
De prioriteit van het scenario is automatisch gekoppeld aan de risico-inschatting. Is een
scenario rood? Dan moeten de te nemen maatregelen binnen dit scenario met hoge
prioriteit als eerst worden genomen. De kans dat een scenario voorkomt, en de kans
op ernstig letsel, is dan namelijk groot. Is een scenario oranje? Dan geldt ook een hoge
prioriteit. De kans dat een scenario voorkomt is groot. Maar de kans op ernstig letsel
is klein. Is een scenario groen? Dan geldt een lage prioriteit. De kans dat een scenario
voorkomt, en de kans op ernstig letsel, is dan klein.
TIP: aanpassen status acties
Is een te nemen maatregel uitgevoerd? Dan kan de uitvoerder de status van deze actie
aanpassen in ‘uitgevoerd’. Door op de actie te klikken, kun je ‘Wijzig status’ kiezen. De
actie komt dan onderin het actieplan te staan onder het kopje ‘uitgevoerde acties’. Zo
kun je op een makkelijke manier bijhouden of de acties zijn uitgevoerd.
8.1 Geef per te nemen maatregel verantwoordelijke en deadline aan
> > Zit je al in de RI? Ga dan direct naar het tabblad ‘Acties’. Zit je nog niet in de RI? Ga
dan eerst naar ‘RI’s’, en dan nog een keer ‘RI’s’. Ga vervolgens met je muis naar de
aangemaakte RI waarvoor je een actieplan wilt maken. Klik op
tabblad ‘Acties’.
en daarna op het
> > Je ziet nu per module/onderdeel de verschillende scenario’s die daarbij horen. Met rood,
oranje of groen wordt aangegeven hoe groot het risico is. En welke prioriteit daarbij
hoort.
> > Klik per scenario op de te nemen maatregelen. Geef vervolgens per maatregel aan: wie
deze moet uitvoeren, hoeveel tijd dit gaat kosten (niet verplicht), hoeveel geld dit gaat
kosten (niet verplicht) en de datum waarop de maatregel uitgevoerd moet zijn.
> > Klik op ‘Opslaan’. Er verschijnt een groene vink voor elke actie die is ingevuld.
> > Pas nadat je bovenstaande stappen hebt doorlopen, komen de acties in je actieplan.
LET OP: eerst verantwoordelijke en deadline aangeven voor maken actieplan
Geef eerst aan wie verantwoordelijk is voor te nemen maatregelen. En wanneer deze
genomen moeten zijn. Als je dit niet doet, en je maakt direct een actieplan, dan is je
actieplan ‘leeg’.
26

8.2 Maken van het actieplan
Wil je een overzicht van alle te nemen maatregelen (of acties) per RI? Maak dan een
actieplan.
> > Ga naar ‘RI’s’, en dan nog een keer ‘RI’s’. Ga vervolgens met je muis naar de aangemaakte
RI waarvoor je een actieplan wilt maken.
> > Klik op en daarna op het tabblad ‘Acties’. Klik vervolgens op ‘Maak Actieplan’.
> > Er verschijnt een scherm ‘Bestand downloaden’. Kies ‘Openen’ om het actieplan als
Worddocument te openen. Kies ‘Opslaan als je dit plan eerst op je computer wilt opslaan’.
> > In het Word-document zie je een overzicht van: de te nemen maatregelen, wie deze moet
uitvoeren, hoeveel tijd dit gaat kosten (als dit eerder is ingevuld), hoeveel geld dit gaat
kosten (als dit eerder is ingevuld) en de datum waarop de maatregel uitgevoerd moet
zijn.
TIP: actieplan bespreken in teamoverleg
Bespreek het actieplan in een teamoverleg. Door bijvoorbeeld wekelijks of maandelijks
een actieplan aan te maken, houd je goed bij welke acties wel of nog niet zijn
uitgevoerd.
27

Stap 9
Maken van managementrapportages
voor je organisatie
Voor je organisatie kun je allerlei managementrapportages maken. Zo kun je per Risico-
Inventarisatie (RI) bijvoorbeeld een totaaloverzicht maken met daarin acties op de
verschillende locaties (het actieplan). Of je maakt een overzichtsrapportage waarin wordt
weergegeven hoeveel locaties een scenario hebben met hoge prioriteit. En dus een grote
kans op ernstig letsel.
TIP: totaaloverzicht acties van de verschillende schoollocaties
Wil je de voortgang van de acties op de verschillende schoollocaties monitoren?
En bekijken welke acties eventueel met elkaar samenhangen? Maak dan een
totaaloverzicht met daarin de acties op de verschillende schoollocaties . In dit overzicht
kun je zien: of acties al zijn uitgevoerd of nog niet, wie deze moet uitvoeren, hoeveel
tijd dit gaat kosten (niet verplicht), hoeveel geld dit gaat kosten (niet verplicht) en de
datum waarop de maatregel uitgevoerd moet zijn.
De organisatiebeheerder kan de managementrapportages maken. Ook andere medewerkers
kunnen dit doen als je hen hiervoor rechten geeft (zie stap 4.2).
> Keuze uit 3 verschillende managementrapportages
1. Management Rapportage Acties (totaaloverzicht acties van de verschillende
schoollocaties)
2. Management Overzicht Rapportage
3. Management Overzicht Rapportage beknopt
> > Ga naar ‘RI’s’ en kies daarna ‘Nieuwe Rapportage’.
> > Geef vervolgens aan voor welke RI je een managementrapportage wilt maken. Vul een
naam in voor je rapportage en geef aan of je dit document als Word of Excel wilt. Geef
daarna aan wat voor soort managementrapport je wilt maken. Klik hierna op ‘Volgende’.
> > Geef aan voor welke werkvormen je een rapportage wilt maken. Klik daarna op
‘Volgende’.
> > Kies de schoollocaties waarvoor je een rapportage wilt maken. Ga op de schoollocaties of
mappen staan en klik op ‘Toevoegen’. Klik daarna op ‘Volgende’.
> > Kies de modules waarvoor je een rapportage wilt maken. Klik daarna op ‘Voltooien’.
> > De rapportage kun je bekijken via ‘RI’s’, ‘Rapportages’. Ga met je muis op de rapportage
staan en dubbelklik om deze te openen.
28

Stap 10
Maken van rapportages voor je
schoollocatie
Heb je een Risico-Inventarisatie (RI) Veiligheid aangemaakt en ingevuld? Dan kun je een
rapportage maken van een RI.
> > Ga naar ‘RI’s’ en kies daarna ‘Nieuwe Rapportage’.
> > Klik vervolgens op de link ‘Rapportage van een RI’.
> > Ga met je muis naar de RI waarvan je een rapportage wilt maken. Dubbelklik om deze te
openen. Vul een naam in voor je rapportage en geef aan of je dit document als Word of
Excel wilt. Klik hierna op ‘Volgende en uitvoeren’. Het kan enkele minuten duren voordat
de rapportage is gemaakt.
> > De rapportage kun je bekijken via ‘RI’s’, ‘Rapportages’. Ga met je muis op de rapportage
staan en dubbelklik om deze te openen.
TIP: rapportage van een RI
Je kunt altijd een rapportage van een aangemaakte RI maken. Ook al is deze niet
volledig ingevuld of definitief afgesloten.
29

Stap 11
Agenda
In de Risicomonitor kun je gebruikmaken van 3 ‘agendafuncties’
Drie agendafuncties
11.1 Aangeven status van acties uit het actieplan
11.2 Registreren van ongevallen
11.3 Aanmaken logboek
11.1 Aangeven status van acties uit het actieplan
Je kunt aangeven dat een actie is uitgevoerd.
> > Ga naar ‘Agenda’ en kies daarna ‘Actieplan’.
> > Je ziet nu een overzicht met daarin alle acties. Klik op de actie waarvan je de status wilt
veranderen. Pas de status aan via ‘Wijzig status’. Wil je een aangegeven actie bewerken?
Bijvoorbeeld een andere uitvoerder aangeven of datum waarop de actie uitgevoerd moet
zijn? Ga dan met je muis naar de actie en klik vervolgens op .
> > Wil je een nieuwe actie toevoegen? Klik dan op ‘Nieuwe taak of notitie’ en vul alle
gegevens van de actie in. Klik vervolgens op ‘Aanmaken’.
TIP: aanpassen status acties
Houd de status van de acties goed bij. Door deze telkens aan te passen, komt de
actie in de betreffende RI ook als uitgevoerd te staan. En daarnaast verdwijnt de
actie automatisch uit het actieplan. Zo kun je op een makkelijke manier bijhouden of
bepaalde acties zijn uitgevoerd.
30

11.2 Registreren van ongevallen
Je kunt (bijna) ongevallen en incidenten bijhouden in de agenda.
11.3 Aanmaken logboek
Je kunt terugkerende taken, eenmalige acties of notities bijhouden in het logboek.
> > Ga naar ‘Agenda’ en kies daarna ‘Ongevallenregister’.
> > Klik op ‘Ongeval melden’ om een ongeval of incident toe te voegen. Vul alle gegevens
over het ongeval in en klik op ‘Opslaan’.
> > Wil je een ongeval of incident bewerken? Ga dan met je muis naar het ongeval of
incident en klik vervolgens op .
> > Moet er actie worden ondernomen door het ongeval of incident? Maak dan hiervoor een
nieuwe actie aan). Je kunt ook direct een nieuw scenario met bijbehorende maatregelen
(acties) aan je Risico-inventarisatie (RI) toevoegen (zie stap 7.2). Dan komt de actie
uiteindelijk automatisch in het actieplan terecht.
> > Ga naar ‘Agenda’ en kies daarna ‘Logboek’.
> > Klik op ‘Nieuwe taak of notitie’ om een nieuw onderwerp toe te voegen. Vul alle gegevens
over het onderwerp in en klik op ‘Opslaan’.
> > Wil je een bestaand onderwerp bewerken? Ga dan met je muis naar het onderwerp en
klik vervolgens op .
31

Stap 12
Overige mogelijkheden Risicomonitor
In de Risicomonitor kun je gebruikmaken van een aantal overige mogelijkheden.
Overige mogelijkheden Risicomonitor
12.1 Berichten
12.2 Bibliotheek
12.3 Forum
12.4 Veelgestelde vragen
12.2 Bibliotheek
In de Bibliotheek vind je allerlei nuttige artikelen over veiligheid. Bijvoorbeeld informatie
over het veiligheidsbeleid: een veilige school in zes stappen. Of informatie over het creëren
van draagvlak voor een veiligheidsblad of informatie over de registratie van ongevallen. Dit
kan je helpen bij het maken van de Risico-Inventarisaties (RI’s) Veiligheid.
> > Ga naar ‘Bibliotheek’ en kies het aandachtsgebied/tabblad waarvan je artikelen wilt zien.
> > Je kunt ook zelf een artikel in de Bibliotheek plaatsen. Bijvoorbeeld de huisstijlregels of
protocollen van je organisatie. Ga naar ‘Bibliotheek’ en kies voor ‘Nieuw artikel’. Vul alle
gegevens van het artikel in, sluit deze bij en klik vervolgens op ‘Insturen’.
LET OP: artikel insturen op organisatieniveau
Stuur je een artikel in als je bent ingelogd op organisatieniveau? Dan is dit alleen
zichtbaar voor de organisatie en de bijbehorende locaties.
12.1 Berichten
Je kunt berichten sturen naar je collega’s die ook gebruikmaken van de Risicomonitor. En zij
kunnen jou berichten.
> > Ga naar ‘Berichten’ en kies daarna ‘Inbox’, ‘Verzonden’ of ‘Nieuw bericht’.
> > Bij ‘Inbox’ staan alle berichten die je hebt ontvangen. Bij ‘Verzonden’ alle berichten die jij
zelf hebt verstuurd. En via ‘Nieuw bericht’ kun je een nieuw bericht versturen aan iemand
anders.
32

12.3 Forum
Via het Forum kun je een bericht, vraag, opmerking of discussiepunt met een andere
organisatie delen. En zo ervaringen uitwisselen.
12.4 Veelgestelde vragen
Bekijk het antwoord op veelgestelde vragen over bijvoorbeeld het gebruik van de
Risicomonitor.
> > Ga naar ‘Forum’ en kies de werkvorm waarvoor je bijvoorbeeld een vraag of
discussiepunt hebt.
> > Door op de werkvorm te klikken, zie je alle forumonderwerpen die voor de werkvorm zijn
geplaatst. Je kunt hierin via de zoekfunctie. Of je kunt zelf een onderwerp inbrengen via
‘Nieuwe post’.
> > Wil je reageren op een onderwerp van iemand anders? Klik dan op het onderwerp, tik je
reactie in en klik vervolgens op ‘Plaatsen’.
> > Klik op ‘Veel gestelde vragen’ rechtsboven in de Risicomonitor.
> > Je kunt hier het antwoord op de veelgestelde vragen per onderwerp bekijken.
> > Staat je vraag er niet bij? Ga dan naar ‘Stel je vraag’ en vul deze daar in. Je ontvangt dan
binnen 5 dagen antwoord.
33

COLOFON
Deze handleiding ‘Zo werkt de Risicomonitor voor het basisonderwijs’ is een uitgave van
Consument en Veiligheid.
Meer informatie
Stichting Consument en Veiligheid
Postbus 75169, 1070 AD Amsterdam
T (020) -5114511
E info@veiligheid.nl
I www.veiligheid.nl
Bij vragen over Risico-Inventarisatie Veiligheid
Neem contact op met de Servicedesk Consument en Veiligheid.
T (020) 511 45 67 (dagelijks van 09.00 tot 13.00 uur).
E info@veiligheid.nl
Deze uitgave is als PDF-document te downloaden vanaf www.risico-monitor.nl.
Tekst:
Vormgeving:
Publicatienummer:
Teksteur
studioVerhees
BO.2011.01
Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Deze uitgave is
uiterst zorgvuldig opgesteld. Desondanks is Consument en Veiligheid niet aansprakelijk
voor eventuele drukfouten en het gebruik van de inhoud van de teksten. En de daaruit
voortvloeiende feiten, omstandigheden en gevolgen. Overname van teksten is alleen
toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever.
Copyright © maart 2011 Consument en Veiligheid
34