nota naar aanleiding van het verslag - CBF
nota naar aanleiding van het verslag - CBF
nota naar aanleiding van het verslag - CBF
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
overigens wel vrij om de schenkingen voort te zetten, maar dan op eigen<br />
titel. Uiteraard kunnen ook zij dan weer (periodieke) giftenaftrek genieten.<br />
Indien de donateur <strong>het</strong> «overlijdensrisico» niet bij die instelling wil leggen,<br />
kan de donateur bij testament bepalen dat die instelling eventuele nog<br />
niet ont<strong>van</strong>gen maar wel reeds vastgelegde periodieke giften als legaat uit<br />
zijn of haar nalatenschap ont<strong>van</strong>gt. De uitkeringen uit legaat zijn niet<br />
aftrekbaar als gift in de IB.<br />
3.2. Vrijwilligers<br />
De leden <strong>van</strong> de fractie <strong>van</strong> de PvdA vragen of er mogelijkheden kunnen<br />
worden uitgewerkt om ook vrijwilligers die werken voor «arme» ANBI’s<br />
giftenaftrek te laten claimen. Hierop kan ik tot mijn genoegen antwoorden<br />
dat die mogelijkheid reeds bestaat. In <strong>het</strong> wetsvoorstel is een regeling<br />
opgenomen waarin de ter zake bestaande jurisprudentie en uitvoeringspraktijk<br />
is gecodificeerd. De genoemde vrijwilligers kunnen (als zij geen<br />
vergoeding <strong>van</strong> de ANBI krijgen, en dus ook geen verklaring dat zij<br />
hebben afgezien <strong>van</strong> een vergoeding) hun kosten als gift aftrekken als <strong>het</strong><br />
gaat om kosten die <strong>naar</strong> algemeen aanvaarde maatschappelijke opvattingen<br />
behoren te worden vergoed.<br />
Het kabinet heeft <strong>nota</strong> genomen <strong>van</strong> de mening <strong>van</strong> de leden <strong>van</strong> de<br />
fractie <strong>van</strong> de PVV aangaande de hoogte <strong>van</strong> de salarissen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
management <strong>van</strong> ondernemende ANBI’s die een zorginstelling zijn. Deze<br />
leden hebben hun bedenkingen bij fiscale facilitering in dat soort situaties.<br />
3.3. Fondswerving<br />
De leden <strong>van</strong> de fractie <strong>van</strong> de SGP ont<strong>van</strong>gen graag een reactie <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
kabinet op <strong>het</strong> probleem dat de voorgestelde wijziging <strong>van</strong> artikel 6 <strong>van</strong> de<br />
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet Vpb 1969), die <strong>het</strong><br />
ondernemerschap stimuleert, en <strong>het</strong> voorgestelde artikel 9a <strong>van</strong> de Wet<br />
Vpb 1969, elkaar tegen lijken te werken. Ik deel deze opvatting niet en zal<br />
dat hierna toelichten. ANBI’s en andere stichtingen en verenigingen<br />
genereren op steeds grotere schaal eigen inkomsten met behulp <strong>van</strong><br />
commerciële activiteiten. Dit is niet alleen een ontwikkeling die <strong>het</strong> kabinet<br />
stimuleert, <strong>het</strong> is ook een ontwikkeling die ik toejuich. Om ondernemerschap<br />
verder te bevorderen heeft <strong>het</strong> kabinet gezocht <strong>naar</strong> passende<br />
fiscale faciliteiten die <strong>het</strong> fiscale level playing field niet te ernstig verstoren.<br />
De voorgestelde wijziging <strong>van</strong> artikel 6 <strong>van</strong> de Wet Vpb 1969 is daar<br />
een voorbeeld <strong>van</strong>. Door deze verruiming worden stichtingen en<br />
verenigingen die met kleinschalige commerciële activiteiten de markt<br />
betreden vrijgesteld <strong>van</strong> Vpb, waardoor ze niet worden geconfronteerd<br />
met de administratieve en financiële lasten die komen kijken bij <strong>het</strong> doen<br />
<strong>van</strong> aangifte. Deze vrijstelling geldt zolang de jaarlijkse winst de grens <strong>van</strong><br />
€ 15 000 niet overschrijdt. Een hogere winstgrens is niet wenselijk omdat<br />
daarmee de concurrentieverhoudingen verstoord zouden kunnen raken.<br />
De regeling <strong>van</strong> artikel 9a <strong>van</strong> de Wet Vpb 1969 is een andere faciliteit die<br />
niet zozeer ziet op <strong>het</strong> bevorderen <strong>van</strong> <strong>het</strong> ondernemerschap <strong>van</strong><br />
stichtingen en verenigingen in zijn algemeenheid, maar op <strong>het</strong> bevorderen<br />
<strong>van</strong> kenbare fondswervende activiteiten door fondswervers. Deze<br />
faciliteit regelt namelijk dat opbrengsten behaald met kenbare fondswervende<br />
activiteiten <strong>van</strong> de winst aftrekbaar zijn zolang ze in <strong>het</strong> geheel<br />
worden aangewend voor <strong>het</strong> algemeen nuttige doel ten behoeve waar<strong>van</strong><br />
de fondsen zijn verzameld. In deze gevallen gaat <strong>het</strong> vaak om aanzienlijke<br />
bedragen. Zonder de aanscherping <strong>van</strong> deze faciliteit tot kenbare<br />
fondswervende activiteiten zouden alle opbrengsten, behaald met<br />
commerciële activiteiten, ongeacht de aard en om<strong>van</strong>g, ten gevolge <strong>van</strong><br />
een gerechtelijke uitspraak, voor aftrek in aanmerking komen. Dit zou<br />
ANBI’s en andere fondswervers een onevenredig groot belastingvoordeel<br />
Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 33 006, nr. 6 6